#FMHJq
$(*"38FSFMEXJKE
$(*"31BSUOFSTDIBQ
0OEFS[PFLCFUFLFOUTBNFOXFSLJOH België vervoegde de Adviesgroep Internationaal Landbouwonderzoek (Consultative Group on International Agricultural Research — CGIAR) in 1971. Als een van de stichtende leden en een leidende investeerder onderhoudt België een sterk partnerschap met de CGIAR. Het land draagt bij tot het werk van de groep door middel van belangrijke financiële, wetenschappelijke en technische middelen en bepaalt mede haar beleidslijnen en oriëntatie.
De verwezenlijkingen van de CGIAR zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de steun en de aangegane verbintenissen van zijn 64 leden en vele honderden partnerorganisaties die samen het groeiende CGIAR-verbond vormen.
$(*"3MFEFO Voedselbeleid
IFPRI Verenigde Staten
Maïs en tarwe
CIMMYT Mexico
IPGRI Italië Plantgenetische hulpbronnen ICARDA Syrische Arabische Republiek Droge zone landbouw
Gewassen
ICRISAT India
Tropische landbouw
CIAT Colombia
Wortels en knollen
Afrika Rijstcentrum Benin Afrikaanse rijst
CIP Peru
IITA Nigeria Tropische landbouw
ILRI Kenia Vee
Water
IWMI Sri Lanka
Centre mondial de l’agroforesterie Kenia Agrobosbouw
IRRI Rijst
Filippijnen
WorldFish Center Maleisië Vis
CIFOR Indonesië Bosbouw
De plaatsaanduidingen zijn benaderend en duiden niet de wereldwijde kantoren maar steden aan
CGIAR-leden
Rockefeller Foundation Roemenie Russische Federatie Zuid-Afrika Spanje Zweden Zwitserland Syngenta Foundation for Sustainable Agriculture Syrische Arabische Republiek Thailand Turkije Oeganda Verenigd Koninkrijk Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties Milieuprogramma van de Verenigde Naties Verenigde Staten van Amerika Wereldbank
(FEFFMEFQSJPSJUFJUFOFOOBVXFTBNFOXFSLJOH De Belgische ontwikkelingssamenwerking richt zich op het verwezenlijken van de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (Millennium Development Goals — MDG’s), met de nadruk op het bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het vinden van duurzame oplossingen voor de bestrijding van wijdverspreide ziektes zoals HIV/AIDS en malaria. Door zijn steun aan landbouwonderzoek wenst België in het bijzonder bij te dragen tot het
$(*"3µT0OUXJLLFMFOEF0OEFS[PFLTBHFOEB
)FU7PFEFOWBO EF5PFLPNTUEPPS it ite en ers oud v i od dh Bi stan in
6JUNVOUFOEF 8FUFOTDIBQ
Agrarische diversificatie
he etisc Gen etering b r ve
20
Beh ee hulpr natuu bro rlijk nne e n
Beheer natuurlijke hulpbronnen
w ou osb uw rob osbo g A B &
05
Voe
ele dselb
Lev
V van derstevigin e ins telling gen
id
en hu de a lpb qu ron atis ne che n
Be l In eids st no ell r in me ge n n /
05
Ontwikkelingsbank Internationaal Centrum voor Ontwikkelingsonderzoek Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling Islamitische Republiek Iran Ierland Israël Italië Japan Kellogg Foundation Kenia Republiek Korea Luxemburg Maleisië Mexico Marokko Nederland Nieuw Zeeland Nigeria Noorwegen OPEP-fonds voor Internationale Ontwikkeling Pakistan Peru Filippijnen Portugal
20
Door de CGIAR ondersteunde centra
Afrikaanse Ontwikkelingsbank Arabisch Fonds voor Economische en Sociale Ontwikkeling Aziatische Ontwikkelingsbank Australië Oostenrijk Bangladesh België Brazilië Canada China Colombia Commissie van de Europese Gemeenschap Ivoorkust Denemarken Arabische Republiek Egypte Finland Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties Ford Foundation Frankrijk Duitsland Gulf Cooperation Council India Indonesië Inter-Amerikaanse
Regionale CGIAR-kantoren 90
st
Tarwe
Pe
ulv
ruc
80
sen
n 0 de 97 id 1 M ren ja
hte
Ma
n
ïs
en
36132 — World Bank — 200 LS
36132 P01 02 indd 1
Rij
n re 0 Ja 196
!PRIL
e
Vee en Wortelsen weilanden Graa nge en knoll was
n re Ja 960 1
(ET #')!2 3ECRETARIAAT /NDERDEEL VAN HET #ENTRAAL #')!2 "UREAU 7ORLD "ANK ( 3TREET . 7 7ASHINGTON $ # 53! T F E CGIAR CGIARORG CGIAR WORLDBANKORG
gi
n re 0 ja 7 n 19
Af rijs rikaa ns t
r ja n gi Be 970 1
Be
st-
n &e pen rre en Tro alfdo ebied h ng pe tro
n de 0 id 97 M n1 re ja
90
80
We
19
19
Droge zones
he isc en net nn Ge lpbro hu
19
19
A D V I E S G R O E P I N T E R N AT I O N A A L L A N D B O U W O N D E R Z O E K 4/21/06 8:52:51 36132 — World Bank — 200 LS PM
De door de CGIAR ondersteunde internationale centra werken samen met leidende Belgische universiteiten, gespecialiseerde onderzoeksinstituten en ontwikkelingsorganisaties. In 2005 zetelden vier Belgen in de trusteeraden van eenzelfde aantal centra. België steunt tevens actief het uitzenden van wetenschappers en jonge professionelen naar de centra. Een derde van de Belgische financiële steun komt in de vorm van rechtstreekse financiering. Dit is vitaal om de strategische focus van het gezamenlijk onderzoek van de centra te kunnen handhaven en het duidt op een sterk Belgisch engagement in onze partnerschap. België is een actief lid van het Europese Initiatief voor Landbouwkundig Onderzoek ten behoeve van Ontwikkeling (European Initiative for Agricultural Research for Development — EIARD) dat de 25 lidstaten van de Europese Unie alsmede de Europese Commissie en Zwitserland en Noorwegen omvat. EIARD werkt aan
36132 — World Bank — 200 LS
36132 P01 02 indd 2
&OLFMFQSPEVDUFOWBO POTQBSUOFSTDIBQ Hieronder volgen enkele belangrijke initiatieven van de centra die mede door de Belgische steun mogelijk werden gemaakt: n In het begin der tachtiger jaren was België een belangrijke partner in de oprichting van het INIBAP (International Network for the Improvement of Banana and Plantain — internationaal netwerk ter verbetering van bananenteelt) en het land blijft 20 procent van het budget van het netwerk voor zijn rekening nemen. Het land onder-steunt meer bepaald het onderhoud van de internationale collectie van Musa kiemplasma die werd opgebouwd in het INIBAP Transit Centre (ITC) dat zich in de Katholieke Universiteit Leuven bevindt. Met meer dan 1100 geregistreerde speciën, waaronder zowel wilde speciën als locale en verbeterde variëteiten, is het ITC het tehuis voor de grootste bananencollectie ter wereld en het verspreidt gemiddeld 4 regi-straties per dag naar onderzoekers en landbouwers doorheen de wereld. n Wetenschappers van de Katholieke Universiteit Leuven en het IRRI (International Rice Research Institute
— internationaal instituut voor rijstonderzoek) werken samen met onderzoekscentra over de wereld om op rijst gesteunde hooglandlandbouwsystemen te valoriseren. Via strategisch onderzoek hebben de wetenschappers de kennisbasis betreffende het beheer van rijstzones gelegen in hooglanden uitgebreid en hebben zij tevens nieuwe technologieën ontwikkeld om de rijstproductiviteit op te drijven en te stabiliseren. Dit onderzoek heeft tot gevolg dat, mits passende nutriën-tentoevoer, de graanopbrengsten van in regenrijke hooglanden geteelde rijstsoorten kunnen worden opgevoerd van 3 tot 5 ton per hectare. n De gewone boon is een belangrijke bron van eiwitten voor miljoenen arme mensen in Afrika en Latijns Amerika. België ondersteunt actief het door het Internationaal centrum voor tropische landbouw (Centro Internacional de Agricultura Tropical CIAT) uitgevoerde onderzoek betreffende genetische verbetering van deze gewassen. In 2004 identificeerden de onderzoekers bij de CIAT meer dan 150 gewone boonsoorten die droogtetolerantie met weerstand tegen het goudgele mozaïekvirus konden combineren. Ook werden er in Oost-Afrika nieuwe boonsoorten met hoge concentraties van ijzer en zink geïdentificeerd en in Nicaragua vertoonden specimens die voor hun droogtetolerantie werden gekweekt een tot 50 procent hogere opbrengst in vergelijking met de locale teeltsoorten. n Maniok is het belangrijkste voedselgewas in de Democratische Republiek
doorheen het systeem te verwezenlijken en dus tot een efficiënter en meer doelgericht gebruik van de door België en andere investeerders ver-leende steun te komen.
5PFXJK[JOHFO1FS3FHJP (schatting)
Midden- en West-Azië en Noord-Afrika
Latijns Amerika en de Caraïben
Azië
Sub-Sahara Afrika
Prioriteiten voor systeemonderzoek: In December 2005 hebben de CGIAR-leden op hun jaarlijkse algemene vergadering nieuwe prioriteiten voor systeemonderzoek voor de CGIAR voor de periode 2005 — 2015 goedgekeurd. Deze prioriteiten waren voorheen via uitgebreide consultatie ontwikkeld. Drie criteria werden aangewend om deze prioriteiten te identificeren: de verwachte uitwerking; de mate waarin het onderzoek internationale publieke goederen oplevert en het bestaan van alternatieve bevoorradingsbronnen. Vijf prioriteitsgebieden werden onderkend: n duurzame biodiversiteit;
Congo (DRC). Het verschaft meer dan 65 procent van de voedselenergie voor 70 procent van de bevolking. Sinds het begin van de negentiger jaren is de jaarlijkse maniokproductie in de DRC gedaald van ongeveer 20 miljoen ton tot minder dan 15 miljoen ton in het jaar 2000, hoofdzakelijk tengevolge van het Afrikaanse maniokmozaiekvi-rus (African Cassava Mosaic Virus — ACMV). Om deze bedreiging te helpen indijken introduceerde het Internationaal Instituut voor Tropische Landbouw (Internatio-nal Institute of Tropical Agriculture — IITA) gedurende het jaar 2000 twee honderd elitegenotypen van maniok in de vorm van weefselcultuur. Deze materialen werden geëvalueerd in testen in experimentele centra en beproefd in landbouwbedrijven in negen van de elf provincies van het land. Meer
dan een miljoen meter stengelstekken van teeltsoorten die weerstand tegen ACMV vertoonden werden ter beschikking van internationale organisaties gesteld om ze op grote schaal te vermenigvuldigen en naar de landbouwers toe te verdelen.
$(*"3&FOFWPMVFSFOE WFSCPOE De CGIAR is een strategisch verbond van landen, internationale en regionale organisaties en privéstichtingen die 15 internationale landbouwonderzoekscentra ondersteunen en wetenschap ten voordele van de armen mobiliseert. Het verbond werkt op diverse wijzen om, zoals hieronder samengevat, grotere coherentie
n via genetische verbeteringen meer
en beter voedsel aan lagere kostprijzen produceren n landelijke armoede verlagen via landbouwdiversificatie en opkomende mogelijkheden voor het bekomen van hoogwaardige goederen en producten; n de armoede verlichten en duurzaam beheer van water, grond en bosland bevorderen; n beleidslijnen verbeteren en institutionele vernieuwing bevorderen. De prioriteiten zullen jaarlijks worden herzien en men is thans op verkenning voor mechanismen die een geschikte financiering kunnen verzekeren. Beter oplijnen: Binnen het kader van haar vijf prioriteiten streeft de CGIAR naar het verwezenlijken van grotere
coherentie door onderzoeksprogramma’s, bedrijfsdiensten, beheersmechanismen en structuren op te lijnen. Bepaalde centra in West-, Midden-, and OostAfrika hebben belangrijke vooruitgang geboekt in het oplijnen van hun onderzoeksprogramma’s en zien mogelijkheden om hun bedrijfsdiensten met elkander te delen. Prestatiemeting: Ter vervollediging van de reeds bestaande toezichts- en evaluatiemiddelen werd in 2005 met gebruik van gegevens uit 2004 een nieuw systeem voor prestatiemeting beproefd. De prestaties werden gemeten in termen van de resultaten die door de centra werden behaald (output, eindresultaat, impact en percepties van de belanghebbenden) en van hun vermogen om te presteren in de toekomst zoals blijkt uit de kwaliteit van hun medewerkers en programma’s en hun institutionele en financiële gezondheid.
$(*"3µT0OUXJLLFMFOEF0OEFS[PFLTBHFOEB
Miljoen USD
de verbetering van de coördinatie van Europese beleidslijnen ter ondersteuning van landbouwonderzoek ten behoeve van ontwikkeling en neemt hiertoe deel aan vergaderingen van de beheerraad van de CGIAR.
Aantal leden
verhogen van voedselveiligheid en het verminderen van armoede via partnerschappen, opbouw van capaciteiten en steunverlening aan beleidslijnen die duurzame ontwikkeling nastreven. Deze prioriteiten liggen volledig in lijn met deze van de CGIAR die nauw samenwerkt met de Belgische Directie-Generaal voor Internationale Samenwerking (DGIS). In deze samenwerking wordt bijzondere aandacht besteed aan het onderzoek in Subsahara-Afrika.
(schatting) (vooruitzicht)
Leden
Miljoen USD
#PVXTUFOFOWPPSIFSWPSNJOH De recente activiteiten stoelen op de hervormingsinspanningen van de vorige
Het nieuwe prestatiemeetsysteem (performance measurement system — PMS) heeft de transparantie en het afleggen van rekenschap doorheen de CGIAR verhoogd en stelt de centra in staat beter hun werk te beheren. Eventueel kan mettertijd het systeem eveneens worden aangewend om informatie te verschaffen ter ondersteuning van de beslissingen van de leden betreffende het toekennen van financiële middelen. Momenteel wordt het prestatiemeetsysteem op basis van deze initiële ervaring verfijnd en vanaf 2006 zal het een courant middel voor toezicht en evaluatie binnen de CGIAR worden.
jaren die de volgende centrale doelstellingen hadden: n Vereenvoudiging van de wijze waarop wij zaken doen; n Wetenschap verstevigen; n De CGIAR openstellen door nieuwe, op wetenschap gesteunde partner-
schappen te smeden; n Een verbintenis tot efficiëntie, doelmatigheid, transparantie en rekenschap.
Groeiende steun: Het hervormingsprogramma werd goed ontvangen en het lidmaatschap en de financiering van de CGIAR gaan in stijgende lijn. Het financieringsplan voor 2006 van de groep vereist een investering van 489 miljoen USD, een stijging van 15 procent vergeleken met het niveau van 425 miljoen USD voor 2004.
Subsahara-Afrika blijft een van de hoofdaandachtspunten van het CGIAR-onderzoek. Bijna de helft van het budget voor 2006 werd toegewezen aan onderzoeksprogramma’s in dit ge-bied.
4/21/06 8:49:56 36132 — World Bank — 200 LS PM
De door de CGIAR ondersteunde internationale centra werken samen met leidende Belgische universiteiten, gespecialiseerde onderzoeksinstituten en ontwikkelingsorganisaties. In 2005 zetelden vier Belgen in de trusteeraden van eenzelfde aantal centra. België steunt tevens actief het uitzenden van wetenschappers en jonge professionelen naar de centra. Een derde van de Belgische financiële steun komt in de vorm van rechtstreekse financiering. Dit is vitaal om de strategische focus van het gezamenlijk onderzoek van de centra te kunnen handhaven en het duidt op een sterk Belgisch engagement in onze partnerschap. België is een actief lid van het Europese Initiatief voor Landbouwkundig Onderzoek ten behoeve van Ontwikkeling (European Initiative for Agricultural Research for Development — EIARD) dat de 25 lidstaten van de Europese Unie alsmede de Europese Commissie en Zwitserland en Noorwegen omvat. EIARD werkt aan
36132 — World Bank — 200 LS
36132 P01 02 indd 2
&OLFMFQSPEVDUFOWBO POTQBSUOFSTDIBQ Hieronder volgen enkele belangrijke initiatieven van de centra die mede door de Belgische steun mogelijk werden gemaakt: n In het begin der tachtiger jaren was België een belangrijke partner in de oprichting van het INIBAP (International Network for the Improvement of Banana and Plantain — internationaal netwerk ter verbetering van bananenteelt) en het land blijft 20 procent van het budget van het netwerk voor zijn rekening nemen. Het land onder-steunt meer bepaald het onderhoud van de internationale collectie van Musa kiemplasma die werd opgebouwd in het INIBAP Transit Centre (ITC) dat zich in de Katholieke Universiteit Leuven bevindt. Met meer dan 1100 geregistreerde speciën, waaronder zowel wilde speciën als locale en verbeterde variëteiten, is het ITC het tehuis voor de grootste bananencollectie ter wereld en het verspreidt gemiddeld 4 regi-straties per dag naar onderzoekers en landbouwers doorheen de wereld. n Wetenschappers van de Katholieke Universiteit Leuven en het IRRI (International Rice Research Institute
— internationaal instituut voor rijstonderzoek) werken samen met onderzoekscentra over de wereld om op rijst gesteunde hooglandlandbouwsystemen te valoriseren. Via strategisch onderzoek hebben de wetenschappers de kennisbasis betreffende het beheer van rijstzones gelegen in hooglanden uitgebreid en hebben zij tevens nieuwe technologieën ontwikkeld om de rijstproductiviteit op te drijven en te stabiliseren. Dit onderzoek heeft tot gevolg dat, mits passende nutriën-tentoevoer, de graanopbrengsten van in regenrijke hooglanden geteelde rijstsoorten kunnen worden opgevoerd van 3 tot 5 ton per hectare. n De gewone boon is een belangrijke bron van eiwitten voor miljoenen arme mensen in Afrika en Latijns Amerika. België ondersteunt actief het door het Internationaal centrum voor tropische landbouw (Centro Internacional de Agricultura Tropical CIAT) uitgevoerde onderzoek betreffende genetische verbetering van deze gewassen. In 2004 identificeerden de onderzoekers bij de CIAT meer dan 150 gewone boonsoorten die droogtetolerantie met weerstand tegen het goudgele mozaïekvirus konden combineren. Ook werden er in Oost-Afrika nieuwe boonsoorten met hoge concentraties van ijzer en zink geïdentificeerd en in Nicaragua vertoonden specimens die voor hun droogtetolerantie werden gekweekt een tot 50 procent hogere opbrengst in vergelijking met de locale teeltsoorten. n Maniok is het belangrijkste voedselgewas in de Democratische Republiek
doorheen het systeem te verwezenlijken en dus tot een efficiënter en meer doelgericht gebruik van de door België en andere investeerders ver-leende steun te komen.
5PFXJK[JOHFO1FS3FHJP (schatting)
Midden- en West-Azië en Noord-Afrika
Latijns Amerika en de Caraïben
Azië
Sub-Sahara Afrika
Prioriteiten voor systeemonderzoek: In December 2005 hebben de CGIAR-leden op hun jaarlijkse algemene vergadering nieuwe prioriteiten voor systeemonderzoek voor de CGIAR voor de periode 2005 — 2015 goedgekeurd. Deze prioriteiten waren voorheen via uitgebreide consultatie ontwikkeld. Drie criteria werden aangewend om deze prioriteiten te identificeren: de verwachte uitwerking; de mate waarin het onderzoek internationale publieke goederen oplevert en het bestaan van alternatieve bevoorradingsbronnen. Vijf prioriteitsgebieden werden onderkend: n duurzame biodiversiteit;
Congo (DRC). Het verschaft meer dan 65 procent van de voedselenergie voor 70 procent van de bevolking. Sinds het begin van de negentiger jaren is de jaarlijkse maniokproductie in de DRC gedaald van ongeveer 20 miljoen ton tot minder dan 15 miljoen ton in het jaar 2000, hoofdzakelijk tengevolge van het Afrikaanse maniokmozaiekvi-rus (African Cassava Mosaic Virus — ACMV). Om deze bedreiging te helpen indijken introduceerde het Internationaal Instituut voor Tropische Landbouw (Internatio-nal Institute of Tropical Agriculture — IITA) gedurende het jaar 2000 twee honderd elitegenotypen van maniok in de vorm van weefselcultuur. Deze materialen werden geëvalueerd in testen in experimentele centra en beproefd in landbouwbedrijven in negen van de elf provincies van het land. Meer
dan een miljoen meter stengelstekken van teeltsoorten die weerstand tegen ACMV vertoonden werden ter beschikking van internationale organisaties gesteld om ze op grote schaal te vermenigvuldigen en naar de landbouwers toe te verdelen.
$(*"3&FOFWPMVFSFOE WFSCPOE De CGIAR is een strategisch verbond van landen, internationale en regionale organisaties en privéstichtingen die 15 internationale landbouwonderzoekscentra ondersteunen en wetenschap ten voordele van de armen mobiliseert. Het verbond werkt op diverse wijzen om, zoals hieronder samengevat, grotere coherentie
n via genetische verbeteringen meer
en beter voedsel aan lagere kostprijzen produceren n landelijke armoede verlagen via landbouwdiversificatie en opkomende mogelijkheden voor het bekomen van hoogwaardige goederen en producten; n de armoede verlichten en duurzaam beheer van water, grond en bosland bevorderen; n beleidslijnen verbeteren en institutionele vernieuwing bevorderen. De prioriteiten zullen jaarlijks worden herzien en men is thans op verkenning voor mechanismen die een geschikte financiering kunnen verzekeren. Beter oplijnen: Binnen het kader van haar vijf prioriteiten streeft de CGIAR naar het verwezenlijken van grotere
coherentie door onderzoeksprogramma’s, bedrijfsdiensten, beheersmechanismen en structuren op te lijnen. Bepaalde centra in West-, Midden-, and OostAfrika hebben belangrijke vooruitgang geboekt in het oplijnen van hun onderzoeksprogramma’s en zien mogelijkheden om hun bedrijfsdiensten met elkander te delen. Prestatiemeting: Ter vervollediging van de reeds bestaande toezichts- en evaluatiemiddelen werd in 2005 met gebruik van gegevens uit 2004 een nieuw systeem voor prestatiemeting beproefd. De prestaties werden gemeten in termen van de resultaten die door de centra werden behaald (output, eindresultaat, impact en percepties van de belanghebbenden) en van hun vermogen om te presteren in de toekomst zoals blijkt uit de kwaliteit van hun medewerkers en programma’s en hun institutionele en financiële gezondheid.
$(*"3µT0OUXJLLFMFOEF0OEFS[PFLTBHFOEB
Miljoen USD
de verbetering van de coördinatie van Europese beleidslijnen ter ondersteuning van landbouwonderzoek ten behoeve van ontwikkeling en neemt hiertoe deel aan vergaderingen van de beheerraad van de CGIAR.
Aantal leden
verhogen van voedselveiligheid en het verminderen van armoede via partnerschappen, opbouw van capaciteiten en steunverlening aan beleidslijnen die duurzame ontwikkeling nastreven. Deze prioriteiten liggen volledig in lijn met deze van de CGIAR die nauw samenwerkt met de Belgische Directie-Generaal voor Internationale Samenwerking (DGIS). In deze samenwerking wordt bijzondere aandacht besteed aan het onderzoek in Subsahara-Afrika.
(schatting) (vooruitzicht)
Leden
Miljoen USD
#PVXTUFOFOWPPSIFSWPSNJOH De recente activiteiten stoelen op de hervormingsinspanningen van de vorige
Het nieuwe prestatiemeetsysteem (performance measurement system — PMS) heeft de transparantie en het afleggen van rekenschap doorheen de CGIAR verhoogd en stelt de centra in staat beter hun werk te beheren. Eventueel kan mettertijd het systeem eveneens worden aangewend om informatie te verschaffen ter ondersteuning van de beslissingen van de leden betreffende het toekennen van financiële middelen. Momenteel wordt het prestatiemeetsysteem op basis van deze initiële ervaring verfijnd en vanaf 2006 zal het een courant middel voor toezicht en evaluatie binnen de CGIAR worden.
jaren die de volgende centrale doelstellingen hadden: n Vereenvoudiging van de wijze waarop wij zaken doen; n Wetenschap verstevigen; n De CGIAR openstellen door nieuwe, op wetenschap gesteunde partner-
schappen te smeden; n Een verbintenis tot efficiëntie, doelmatigheid, transparantie en rekenschap.
Groeiende steun: Het hervormingsprogramma werd goed ontvangen en het lidmaatschap en de financiering van de CGIAR gaan in stijgende lijn. Het financieringsplan voor 2006 van de groep vereist een investering van 489 miljoen USD, een stijging van 15 procent vergeleken met het niveau van 425 miljoen USD voor 2004.
Subsahara-Afrika blijft een van de hoofdaandachtspunten van het CGIAR-onderzoek. Bijna de helft van het budget voor 2006 werd toegewezen aan onderzoeksprogramma’s in dit ge-bied.
4/21/06 8:49:56 36132 — World Bank — 200 LS PM
De door de CGIAR ondersteunde internationale centra werken samen met leidende Belgische universiteiten, gespecialiseerde onderzoeksinstituten en ontwikkelingsorganisaties. In 2005 zetelden vier Belgen in de trusteeraden van eenzelfde aantal centra. België steunt tevens actief het uitzenden van wetenschappers en jonge professionelen naar de centra. Een derde van de Belgische financiële steun komt in de vorm van rechtstreekse financiering. Dit is vitaal om de strategische focus van het gezamenlijk onderzoek van de centra te kunnen handhaven en het duidt op een sterk Belgisch engagement in onze partnerschap. België is een actief lid van het Europese Initiatief voor Landbouwkundig Onderzoek ten behoeve van Ontwikkeling (European Initiative for Agricultural Research for Development — EIARD) dat de 25 lidstaten van de Europese Unie alsmede de Europese Commissie en Zwitserland en Noorwegen omvat. EIARD werkt aan
36132 — World Bank — 200 LS
36132 P01 02 indd 2
&OLFMFQSPEVDUFOWBO POTQBSUOFSTDIBQ Hieronder volgen enkele belangrijke initiatieven van de centra die mede door de Belgische steun mogelijk werden gemaakt: n In het begin der tachtiger jaren was België een belangrijke partner in de oprichting van het INIBAP (International Network for the Improvement of Banana and Plantain — internationaal netwerk ter verbetering van bananenteelt) en het land blijft 20 procent van het budget van het netwerk voor zijn rekening nemen. Het land onder-steunt meer bepaald het onderhoud van de internationale collectie van Musa kiemplasma die werd opgebouwd in het INIBAP Transit Centre (ITC) dat zich in de Katholieke Universiteit Leuven bevindt. Met meer dan 1100 geregistreerde speciën, waaronder zowel wilde speciën als locale en verbeterde variëteiten, is het ITC het tehuis voor de grootste bananencollectie ter wereld en het verspreidt gemiddeld 4 regi-straties per dag naar onderzoekers en landbouwers doorheen de wereld. n Wetenschappers van de Katholieke Universiteit Leuven en het IRRI (International Rice Research Institute
— internationaal instituut voor rijstonderzoek) werken samen met onderzoekscentra over de wereld om op rijst gesteunde hooglandlandbouwsystemen te valoriseren. Via strategisch onderzoek hebben de wetenschappers de kennisbasis betreffende het beheer van rijstzones gelegen in hooglanden uitgebreid en hebben zij tevens nieuwe technologieën ontwikkeld om de rijstproductiviteit op te drijven en te stabiliseren. Dit onderzoek heeft tot gevolg dat, mits passende nutriën-tentoevoer, de graanopbrengsten van in regenrijke hooglanden geteelde rijstsoorten kunnen worden opgevoerd van 3 tot 5 ton per hectare. n De gewone boon is een belangrijke bron van eiwitten voor miljoenen arme mensen in Afrika en Latijns Amerika. België ondersteunt actief het door het Internationaal centrum voor tropische landbouw (Centro Internacional de Agricultura Tropical CIAT) uitgevoerde onderzoek betreffende genetische verbetering van deze gewassen. In 2004 identificeerden de onderzoekers bij de CIAT meer dan 150 gewone boonsoorten die droogtetolerantie met weerstand tegen het goudgele mozaïekvirus konden combineren. Ook werden er in Oost-Afrika nieuwe boonsoorten met hoge concentraties van ijzer en zink geïdentificeerd en in Nicaragua vertoonden specimens die voor hun droogtetolerantie werden gekweekt een tot 50 procent hogere opbrengst in vergelijking met de locale teeltsoorten. n Maniok is het belangrijkste voedselgewas in de Democratische Republiek
doorheen het systeem te verwezenlijken en dus tot een efficiënter en meer doelgericht gebruik van de door België en andere investeerders ver-leende steun te komen.
5PFXJK[JOHFO1FS3FHJP (schatting)
Midden- en West-Azië en Noord-Afrika
Latijns Amerika en de Caraïben
Azië
Sub-Sahara Afrika
Prioriteiten voor systeemonderzoek: In December 2005 hebben de CGIAR-leden op hun jaarlijkse algemene vergadering nieuwe prioriteiten voor systeemonderzoek voor de CGIAR voor de periode 2005 — 2015 goedgekeurd. Deze prioriteiten waren voorheen via uitgebreide consultatie ontwikkeld. Drie criteria werden aangewend om deze prioriteiten te identificeren: de verwachte uitwerking; de mate waarin het onderzoek internationale publieke goederen oplevert en het bestaan van alternatieve bevoorradingsbronnen. Vijf prioriteitsgebieden werden onderkend: n duurzame biodiversiteit;
Congo (DRC). Het verschaft meer dan 65 procent van de voedselenergie voor 70 procent van de bevolking. Sinds het begin van de negentiger jaren is de jaarlijkse maniokproductie in de DRC gedaald van ongeveer 20 miljoen ton tot minder dan 15 miljoen ton in het jaar 2000, hoofdzakelijk tengevolge van het Afrikaanse maniokmozaiekvi-rus (African Cassava Mosaic Virus — ACMV). Om deze bedreiging te helpen indijken introduceerde het Internationaal Instituut voor Tropische Landbouw (Internatio-nal Institute of Tropical Agriculture — IITA) gedurende het jaar 2000 twee honderd elitegenotypen van maniok in de vorm van weefselcultuur. Deze materialen werden geëvalueerd in testen in experimentele centra en beproefd in landbouwbedrijven in negen van de elf provincies van het land. Meer
dan een miljoen meter stengelstekken van teeltsoorten die weerstand tegen ACMV vertoonden werden ter beschikking van internationale organisaties gesteld om ze op grote schaal te vermenigvuldigen en naar de landbouwers toe te verdelen.
$(*"3&FOFWPMVFSFOE WFSCPOE De CGIAR is een strategisch verbond van landen, internationale en regionale organisaties en privéstichtingen die 15 internationale landbouwonderzoekscentra ondersteunen en wetenschap ten voordele van de armen mobiliseert. Het verbond werkt op diverse wijzen om, zoals hieronder samengevat, grotere coherentie
n via genetische verbeteringen meer
en beter voedsel aan lagere kostprijzen produceren n landelijke armoede verlagen via landbouwdiversificatie en opkomende mogelijkheden voor het bekomen van hoogwaardige goederen en producten; n de armoede verlichten en duurzaam beheer van water, grond en bosland bevorderen; n beleidslijnen verbeteren en institutionele vernieuwing bevorderen. De prioriteiten zullen jaarlijks worden herzien en men is thans op verkenning voor mechanismen die een geschikte financiering kunnen verzekeren. Beter oplijnen: Binnen het kader van haar vijf prioriteiten streeft de CGIAR naar het verwezenlijken van grotere
coherentie door onderzoeksprogramma’s, bedrijfsdiensten, beheersmechanismen en structuren op te lijnen. Bepaalde centra in West-, Midden-, and OostAfrika hebben belangrijke vooruitgang geboekt in het oplijnen van hun onderzoeksprogramma’s en zien mogelijkheden om hun bedrijfsdiensten met elkander te delen. Prestatiemeting: Ter vervollediging van de reeds bestaande toezichts- en evaluatiemiddelen werd in 2005 met gebruik van gegevens uit 2004 een nieuw systeem voor prestatiemeting beproefd. De prestaties werden gemeten in termen van de resultaten die door de centra werden behaald (output, eindresultaat, impact en percepties van de belanghebbenden) en van hun vermogen om te presteren in de toekomst zoals blijkt uit de kwaliteit van hun medewerkers en programma’s en hun institutionele en financiële gezondheid.
$(*"3µT0OUXJLLFMFOEF0OEFS[PFLTBHFOEB
Miljoen USD
de verbetering van de coördinatie van Europese beleidslijnen ter ondersteuning van landbouwonderzoek ten behoeve van ontwikkeling en neemt hiertoe deel aan vergaderingen van de beheerraad van de CGIAR.
Aantal leden
verhogen van voedselveiligheid en het verminderen van armoede via partnerschappen, opbouw van capaciteiten en steunverlening aan beleidslijnen die duurzame ontwikkeling nastreven. Deze prioriteiten liggen volledig in lijn met deze van de CGIAR die nauw samenwerkt met de Belgische Directie-Generaal voor Internationale Samenwerking (DGIS). In deze samenwerking wordt bijzondere aandacht besteed aan het onderzoek in Subsahara-Afrika.
(schatting) (vooruitzicht)
Leden
Miljoen USD
#PVXTUFOFOWPPSIFSWPSNJOH De recente activiteiten stoelen op de hervormingsinspanningen van de vorige
Het nieuwe prestatiemeetsysteem (performance measurement system — PMS) heeft de transparantie en het afleggen van rekenschap doorheen de CGIAR verhoogd en stelt de centra in staat beter hun werk te beheren. Eventueel kan mettertijd het systeem eveneens worden aangewend om informatie te verschaffen ter ondersteuning van de beslissingen van de leden betreffende het toekennen van financiële middelen. Momenteel wordt het prestatiemeetsysteem op basis van deze initiële ervaring verfijnd en vanaf 2006 zal het een courant middel voor toezicht en evaluatie binnen de CGIAR worden.
jaren die de volgende centrale doelstellingen hadden: n Vereenvoudiging van de wijze waarop wij zaken doen; n Wetenschap verstevigen; n De CGIAR openstellen door nieuwe, op wetenschap gesteunde partner-
schappen te smeden; n Een verbintenis tot efficiëntie, doelmatigheid, transparantie en rekenschap.
Groeiende steun: Het hervormingsprogramma werd goed ontvangen en het lidmaatschap en de financiering van de CGIAR gaan in stijgende lijn. Het financieringsplan voor 2006 van de groep vereist een investering van 489 miljoen USD, een stijging van 15 procent vergeleken met het niveau van 425 miljoen USD voor 2004.
Subsahara-Afrika blijft een van de hoofdaandachtspunten van het CGIAR-onderzoek. Bijna de helft van het budget voor 2006 werd toegewezen aan onderzoeksprogramma’s in dit ge-bied.
4/21/06 8:49:56 36132 — World Bank — 200 LS PM
#FMHJq
$(*"38FSFMEXJKE
$(*"31BSUOFSTDIBQ
0OEFS[PFLCFUFLFOUTBNFOXFSLJOH België vervoegde de Adviesgroep Internationaal Landbouwonderzoek (Consultative Group on International Agricultural Research — CGIAR) in 1971. Als een van de stichtende leden en een leidende investeerder onderhoudt België een sterk partnerschap met de CGIAR. Het land draagt bij tot het werk van de groep door middel van belangrijke financiële, wetenschappelijke en technische middelen en bepaalt mede haar beleidslijnen en oriëntatie.
De verwezenlijkingen van de CGIAR zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de steun en de aangegane verbintenissen van zijn 64 leden en vele honderden partnerorganisaties die samen het groeiende CGIAR-verbond vormen.
$(*"3MFEFO Voedselbeleid
IFPRI Verenigde Staten
Maïs en tarwe
CIMMYT Mexico
IPGRI Italië Plantgenetische hulpbronnen ICARDA Syrische Arabische Republiek Droge zone landbouw
Gewassen
ICRISAT India
Tropische landbouw
CIAT Colombia
Wortels en knollen
Afrika Rijstcentrum Benin Afrikaanse rijst
CIP Peru
IITA Nigeria Tropische landbouw
ILRI Kenia Vee
Water
IWMI Sri Lanka
Centre mondial de l’agroforesterie Kenia Agrobosbouw
IRRI Rijst
Filippijnen
WorldFish Center Maleisië Vis
CIFOR Indonesië Bosbouw
De plaatsaanduidingen zijn benaderend en duiden niet de wereldwijde kantoren maar steden aan
CGIAR-leden
Rockefeller Foundation Roemenie Russische Federatie Zuid-Afrika Spanje Zweden Zwitserland Syngenta Foundation for Sustainable Agriculture Syrische Arabische Republiek Thailand Turkije Oeganda Verenigd Koninkrijk Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties Milieuprogramma van de Verenigde Naties Verenigde Staten van Amerika Wereldbank
(FEFFMEFQSJPSJUFJUFOFOOBVXFTBNFOXFSLJOH De Belgische ontwikkelingssamenwerking richt zich op het verwezenlijken van de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (Millennium Development Goals — MDG’s), met de nadruk op het bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het vinden van duurzame oplossingen voor de bestrijding van wijdverspreide ziektes zoals HIV/AIDS en malaria. Door zijn steun aan landbouwonderzoek wenst België in het bijzonder bij te dragen tot het
$(*"3µT0OUXJLLFMFOEF0OEFS[PFLTBHFOEB
)FU7PFEFOWBO EF5PFLPNTUEPPS it ite en ers oud v i od dh Bi stan in
6JUNVOUFOEF 8FUFOTDIBQ
Agrarische diversificatie
he etisc Gen etering b r ve
20
Beh ee hulpr natuu bro rlijk nne e n
Beheer natuurlijke hulpbronnen
w ou osb uw rob osbo g A B &
05
Voe
ele dselb
Lev
V van derstevigin e ins telling gen
id
en hu de a lpb qu ron atis ne che n
Be l In eids st no ell r in me ge n n /
05
Ontwikkelingsbank Internationaal Centrum voor Ontwikkelingsonderzoek Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling Islamitische Republiek Iran Ierland Israël Italië Japan Kellogg Foundation Kenia Republiek Korea Luxemburg Maleisië Mexico Marokko Nederland Nieuw Zeeland Nigeria Noorwegen OPEP-fonds voor Internationale Ontwikkeling Pakistan Peru Filippijnen Portugal
20
Door de CGIAR ondersteunde centra
Afrikaanse Ontwikkelingsbank Arabisch Fonds voor Economische en Sociale Ontwikkeling Aziatische Ontwikkelingsbank Australië Oostenrijk Bangladesh België Brazilië Canada China Colombia Commissie van de Europese Gemeenschap Ivoorkust Denemarken Arabische Republiek Egypte Finland Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties Ford Foundation Frankrijk Duitsland Gulf Cooperation Council India Indonesië Inter-Amerikaanse
Regionale CGIAR-kantoren 90
st
Tarwe
Pe
ulv
ruc
80
sen
n 0 de 97 id 1 M ren ja
hte
Ma
n
ïs
en
36132 — World Bank — 200 LS
36132 P01 02 indd 1
Rij
n re 0 Ja 196
!PRIL
e
Vee en Wortelsen weilanden Graa nge en knoll was
n re Ja 960 1
(ET #')!2 3ECRETARIAAT /NDERDEEL VAN HET #ENTRAAL #')!2 "UREAU 7ORLD "ANK ( 3TREET . 7 7ASHINGTON $ # 53! T F E CGIAR CGIARORG CGIAR WORLDBANKORG
gi
n re 0 ja 7 n 19
Af rijs rikaa ns t
r ja n gi Be 970 1
Be
st-
n &e pen rre en Tro alfdo ebied h ng pe tro
n de 0 id 97 M n1 re ja
90
80
We
19
19
Droge zones
he isc en net nn Ge lpbro hu
19
19
A D V I E S G R O E P I N T E R N AT I O N A A L L A N D B O U W O N D E R Z O E K 4/21/06 8:52:51 36132 — World Bank — 200 LS PM
#FMHJq
$(*"38FSFMEXJKE
$(*"31BSUOFSTDIBQ
0OEFS[PFLCFUFLFOUTBNFOXFSLJOH België vervoegde de Adviesgroep Internationaal Landbouwonderzoek (Consultative Group on International Agricultural Research — CGIAR) in 1971. Als een van de stichtende leden en een leidende investeerder onderhoudt België een sterk partnerschap met de CGIAR. Het land draagt bij tot het werk van de groep door middel van belangrijke financiële, wetenschappelijke en technische middelen en bepaalt mede haar beleidslijnen en oriëntatie.
De verwezenlijkingen van de CGIAR zouden niet mogelijk zijn geweest zonder de steun en de aangegane verbintenissen van zijn 64 leden en vele honderden partnerorganisaties die samen het groeiende CGIAR-verbond vormen.
$(*"3MFEFO Voedselbeleid
IFPRI Verenigde Staten
Maïs en tarwe
CIMMYT Mexico
IPGRI Italië Plantgenetische hulpbronnen ICARDA Syrische Arabische Republiek Droge zone landbouw
Gewassen
ICRISAT India
Tropische landbouw
CIAT Colombia
Wortels en knollen
Afrika Rijstcentrum Benin Afrikaanse rijst
CIP Peru
IITA Nigeria Tropische landbouw
ILRI Kenia Vee
Water
IWMI Sri Lanka
Centre mondial de l’agroforesterie Kenia Agrobosbouw
IRRI Rijst
Filippijnen
WorldFish Center Maleisië Vis
CIFOR Indonesië Bosbouw
De plaatsaanduidingen zijn benaderend en duiden niet de wereldwijde kantoren maar steden aan
CGIAR-leden
Rockefeller Foundation Roemenie Russische Federatie Zuid-Afrika Spanje Zweden Zwitserland Syngenta Foundation for Sustainable Agriculture Syrische Arabische Republiek Thailand Turkije Oeganda Verenigd Koninkrijk Ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties Milieuprogramma van de Verenigde Naties Verenigde Staten van Amerika Wereldbank
(FEFFMEFQSJPSJUFJUFOFOOBVXFTBNFOXFSLJOH De Belgische ontwikkelingssamenwerking richt zich op het verwezenlijken van de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (Millennium Development Goals — MDG’s), met de nadruk op het bevorderen van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en het vinden van duurzame oplossingen voor de bestrijding van wijdverspreide ziektes zoals HIV/AIDS en malaria. Door zijn steun aan landbouwonderzoek wenst België in het bijzonder bij te dragen tot het
$(*"3µT0OUXJLLFMFOEF0OEFS[PFLTBHFOEB
)FU7PFEFOWBO EF5PFLPNTUEPPS it ite en ers oud v i od dh Bi stan in
6JUNVOUFOEF 8FUFOTDIBQ
Agrarische diversificatie
he etisc Gen etering b r ve
20
Beh ee hulpr natuu bro rlijk nne e n
Beheer natuurlijke hulpbronnen
w ou osb uw rob osbo g A B &
05
Voe
ele dselb
Lev
V van derstevigin e ins telling gen
id
en hu de a lpb qu ron atis ne che n
Be l In eids st no ell r in me ge n n /
05
Ontwikkelingsbank Internationaal Centrum voor Ontwikkelingsonderzoek Internationaal Fonds voor Agrarische Ontwikkeling Islamitische Republiek Iran Ierland Israël Italië Japan Kellogg Foundation Kenia Republiek Korea Luxemburg Maleisië Mexico Marokko Nederland Nieuw Zeeland Nigeria Noorwegen OPEP-fonds voor Internationale Ontwikkeling Pakistan Peru Filippijnen Portugal
20
Door de CGIAR ondersteunde centra
Afrikaanse Ontwikkelingsbank Arabisch Fonds voor Economische en Sociale Ontwikkeling Aziatische Ontwikkelingsbank Australië Oostenrijk Bangladesh België Brazilië Canada China Colombia Commissie van de Europese Gemeenschap Ivoorkust Denemarken Arabische Republiek Egypte Finland Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties Ford Foundation Frankrijk Duitsland Gulf Cooperation Council India Indonesië Inter-Amerikaanse
Regionale CGIAR-kantoren 90
st
Tarwe
Pe
ulv
ruc
80
sen
n 0 de 97 id 1 M ren ja
hte
Ma
n
ïs
en
36132 — World Bank — 200 LS
36132 P01 02 indd 1
Rij
n re 0 Ja 196
!PRIL
e
Vee en Wortelsen weilanden Graa nge en knoll was
n re Ja 960 1
(ET #')!2 3ECRETARIAAT /NDERDEEL VAN HET #ENTRAAL #')!2 "UREAU 7ORLD "ANK ( 3TREET . 7 7ASHINGTON $ # 53! T F E CGIAR CGIARORG CGIAR WORLDBANKORG
gi
n re 0 ja 7 n 19
Af rijs rikaa ns t
r ja n gi Be 970 1
Be
st-
n &e pen rre en Tro alfdo ebied h ng pe tro
n de 0 id 97 M n1 re ja
90
80
We
19
19
Droge zones
he isc en net nn Ge lpbro hu
19
19
A D V I E S G R O E P I N T E R N AT I O N A A L L A N D B O U W O N D E R Z O E K 4/21/06 8:52:51 36132 — World Bank — 200 LS PM