Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
If there is no struggle, there is no progress.
Inleiding De Vlaamse Hogescholenraad heeft met veel interesse en vanuit een kritische positie de Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011 gelezen. Zij vindt hierin veel aanbevelingen uit haar eigen adviezen en standpunten terug en wil de minister hiervoor bedanken. De beleidsbrief is overigens concreter in haar bepalingen en tijdsschema’s dan de overkoepelende beleidsnota. Voor een meer globale visie op de legislatuur verwijst de Vlaamse Hogescholenraad naar haar advies op de beleidsnota Onderwijs 2009-2014 en haar memorandum naar aanleiding van de regionale verkiezingen in 2007. De Vlaamse Hogescholenraad wil actief meedenken en meewerken aan het ontwikkelen van een toekomstvisie over het hoger onderwijs. Cruciale tijden dienen zich aan in het landschap. Wanneer we een antwoord moeten vinden op de vragen vanuit de maatschappij zullen we dit niet kunnen zonder concrete visie. De minister legt sterk de nadruk op een participatief model. De VLHORA gaat er dan ook van uit: reeds in een vroeg stadium van beleidsvoorbereiding- en bepaling geconsulteerd te worden; ondersteuning te geven/ te krijgen bij de beleidsuitvoering; betrokken te worden bij het voorbereiden en de interpretatie van beleidsevaluaties. Met betrekking tot de redactie van de werkdruk en planlast moet het beleidsvoerend vermogen van de Vlaamse hogescholen in het beleid niet worden onderschat. Meer stimuli en minder decretaal opgelegde verplichtingen samen met een billijke planlast vormen het beste beleidsinstrument om de instellingen hun doelstellingen te laten bereiken. In de huidige beperkte budgettaire context vraagt de VLHORA in dit kader om de Regulerings Impact Analyses (RIA) te herbekijken. De Vlaamse Hogescholenraad wil streven naar een optimale afstemming in het beleid tussen Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek & Innovatie en Werk gezien professionele bachelors studenten aflevert voor de arbeidsmarkt en problematiek van knelpuntberoepen in diverse sectoren enkel gezamenlijk aangepakt kan worden. Zij ziet een gestructureerd overleg tussen de voogdijministers als noodzakelijk.
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 1
Strategische en operationele doelstellingen
1.
Open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden vormen
VLHORA vraagt om de aandacht voor een breed vormingsconcept in het basis- en secundair onderwijs door te trekken naar het hoger onderwijs. Hiervan maakt een goed functionerende studentenparticipatie deel uit. Bovendien kunnen de studieproblemen die ontstaan bij de overgang van secundair naar hoger onderwijs hoofdzakelijk toegeschreven worden aan het ontbreken van goede startcompetenties (remediëren in het secundair onderwijs) en studiekeuze- en loopbaanbegeleiding. Deze begeleiding acht de VLHORA dan ook noodzakelijk in het hoger onderwijs. Daarnaast moet de Vlaamse Strategie Duurzame Ontwikkeling (VSDO) en de link met onderwijs ook voldoende aandacht krijgen binnen het hoger onderwijs. Het (hoger) onderwijs heeft nood aan een vernieuwd en vernieuwend perspectief op kennisbenadering. Een recent advies van de Nederlandse Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid (AWT) spreekt in dit kader van een onderscheid tussen twee soorten kennis: ‘kennis als product’ en ‘kennis als vermogen’. Deze visie kan worden doorgetrokken naar de visie op ‘onderwijs en onderzoek’ in zijn geheel binnen het hoger onderwijs. Kennisaccumulatie of –overdracht is geen doel op zich, maar moet als motor worden aangezien voor het aanleren of stimuleren van competenties als zelfredzaamheid, kritische houding en zin voor initiatief en ondernemerschap. De Vlaamse Hogescholenraad wil kennis herdefiniëren naar ‘leren omgaan met kennis’ of ‘creatief en innovatief denken’. Hierbij moet de nu vaak te beperkte tijdsduur van een leerproces dan ook vertaald worden naar echt levenslang leren en de uitdaging om te blijven leren. De nieuwe definitie impliceert ook een verschuiving naar ‘investeren in mensen’ en samenwerking in plaats van concurrentie (met ‘kennis als product’ als inzet). De VLHORA ondersteunt het introduceren van de gendergelijkheid in de lerarenopleiding en pleit voor het effectief bijbrengen van diversiteitscompetenties in alle hogeschoolopleidingen om door te dringen in alle sectoren van de maatschappij . Daarnaast hechten de Vlaamse hogescholen veel belang aan de aansluiting van onderwijs en werk en bijgevolg aan de initiatieven die de minister hieromtrent wil nemen. De VLHORA wil er hierbij nogmaals op wijzen dat de opleidingen tot professioneel gerichte bachelor studenten het vermogen bijbrengen om zich op relatief korte termijn te adapteren aan de noden van de arbeidsmarkt. De minister zal, in samenwerking met zijn collega bevoegd voor werk, de voorbereiding starten om te komen tot een gecoördineerde studiekeuzewebsite. Deze moet verschillende bestaande initiatieven (onder meer van de SERV, de VDAB, de CLB’s, …) integreren. De VLHORA wil hierbij nauw betrokken worden. Aan het ontwikkelen en ondersteunen van deze website moeten de juiste doelstellingen vooraf gaan. De website mag geen particulier of commercieel karakter verwerven.
2.
Kansen geven aan elk talent
Om de participatie aan het hoger onderwijs en doorstroomkansen verder in ruime mate te verhogen, wordt gestreefd naar een evenwichtig aanbod van hoger beroepsonderwijs en professioneel gerichte bacheloropleidingen, wordt de studiefinanciering verruimd en worden de studentenvoorzieningen gemoderniseerd. Meer studenten moeten de kans krijgen om een periode in het buitenland te studeren of er stage te lopen en de participatie aan levenslang leren moet drastisch verhogen. Om de financiële drempels weg te nemen, zullen de cursisten in het hoger beroepsonderwijs en het tweedekansonderwijs studiefinanciering verkrijgen. Een intense samenwerking tussen de hogescholen en de CVO’s zal worden aangemoedigd. De Vlaamse hogescholen onderschrijven graag deze initiatieven. Toch dienen enkele doelstellingen verder te worden uitgewerkt:
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 2
Hervorming secundair onderwijs Bij de aangekondigde hervorming van het secundair onderwijs en de recente oriëntatienota daaromtrent wenst de VLHORA te pleiten voor een optimale aansluiting van het secundair met het hoger onderwijs, niet enkel inzake een beter afstemmen van begin- en eindcompetenties, maar eveneens omtrent de wijze van het optimaal oriënteren van de persoonlijke interesses en talenten van de leerlingen. De VLHORA wil betrokken zijn bij deze hervorming uitgaande van de positie van de lerarenopleidingen maar ook in functie van de effecten op de lerarenopleidingen. De VLHORA-vertegenwoordigers binnen de centrale examencommissie secundair onderwijs wensen betrokken te worden bij de vooropgezette evaluatie en optimalisatie van de werking van de commissie. Hoger beroepsonderwijs De Vlaamse Hogescholenraad stelt zich unaniem achter de motie van aanbeveling uit de zgn. Integratienota: “De motie beveelt aan om de eindverantwoordelijkheid voor de hogere beroepsopleidingen (HBO5) te situeren aan de hogescholen maar met een duidelijke arbeidsverdeling en afspraken met de centra voor volwassenenopleiding en ook met de universiteiten in het kader van levenslang leren.” De beleidsbrief merkt op incentives te zullen hanteren ter bevordering van de samenwerking, maar geeft opnieuw geen bijkomende informatie omtrent concrete bepalingen of timing. Het ontbreekt aan duidelijkheid en mogelijkheden om bestaande en nieuwe opleidingen in concreto vorm te geven. De beschreven initiatieven kunnen oplossingen bieden. De Vlaamse Hogescholenraad overlegt met betrekking tot intensievere samenwerking momenteel binnen haar eigen werking en lijst mogelijke initiatieven op. De Vlaamse hogescholen blijven pleiten voor een structurele samenwerking en kijken eveneens uit naar initiatieven ter zake van het kabinet. De VLHORA stelt finaal het structureel inbedden in de hogescholen voorop, met eindverantwoordelijk van deze opleidingen bij de hogescholen. Bij de verdere uitbouw van HBO5 wenst de VLHORA de eigenheid en profilering van de HBO5-opleidingen te erkennen en behouden. De omvang van deze opleidingen moet beperkt blijven tot maximum 120 studiepunten. Profilering en eigenheid van de opleidingen en diploma’s aan werkgeverszijde is essentieel om de transparantie te verhogen en te vermijden dat afgestudeerden HBO5 ingezet worden op functies bedoeld voor houders van een diploma professioneel gerichte bachelor. De oude term ‘graduaat’ wordt nog steeds gebruikt door recruteerders voor professionele bachelor, hergebruik van deze term voor HBO5 zal transparantie en waardering voor hoger onderwijs niet ten goede komen. Naast studiefinanciering is er nood aan studentenvoorzieningen en aan flexibilisering van HBO5 om te voorzien in een volwaardig sociaal statuut voor de HBO-cursisten. Het is aangewezen om hiervoor het bestaande aanbod aan studentenvoorzieningen te gebruiken. Uiteraard moet de overheid met de nodige middelen over de brug komen voor deze groep van studenten met hun zeer specifieke trajecten en eisen. De studenten van het HBO5 kunnen er nu al terecht voor informatie en advies over hun statuut. Het hoger onderwijslandschap vorm geven en rationaliseren De VLHORA formuleert een advies op de zgn. Integratienota en vervat hierin haar opmerkingen omtrent de vooropgestelde nieuwe structuur voor het hoger onderwijs, inclusief sociale voorzieningen. Participatie aan het hoger onderwijs verhogen De beleidsbrief gaat in op de vraag vanuit de VLHORA naar een blijvende en structurele investering vanuit de overheid in een diversiteitsbeleid in het hoger onderwijs. In het kader van de ontwikkeling van meetbare indicatoren voor de sociale dimensie van en in het hoger onderwijs eist de VLHORA om het advies van de VLOR
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 3
over de registratie van kansengroepen in het hoger onderwijs te herzien in functie van de administratieve last en opnieuw te overwegen in functie van de privacywetgeving. Deze registratie dreigt te leiden tot extra werkdruk bij de administraties van de instellingen. De beschikbare middelen in het Aanmoedigingsfonds dienen te worden verdeeld op basis van bestaande parameters. Over het beleid ter zake in de instellingen rapporten de hogescholen in het jaarverslag. Het registreren van doelgroepen en aantrekken van kansengroepen kadert binnen het streven naar gelijke kansen. Een eerbaar doel dat door de Vlaamse hogescholen ter harte wordt genomen. De Vlaamse hogescholen menen echter dat een toeleiding van doelgroepen naar het hoger onderwijs dient gecompenseerd te worden met extra faciliteiten en middelen. In het verhogen van de participatie aan het hoger onderwijs zal HBO5 een niet de onderschatten positie innemen. Zoals hierboven gesteld wensen de Vlaamse hogescholen deze opleidingen in te richten, uit te bouwen en verder te ondersteunen. De VLHORA ijvert voor meer incentives ter zake. Mensen in armoede vinden vandaag nog steeds onvoldoende de weg naar het hoger onderwijs, terwijl een diploma hoger onderwijs net kan bijdragen tot een verbetering van hun levenskwaliteit. Omdat het Vlaamse hoger onderwijs nog steeds het product is van en voor een middenklasse worden mensen in armoede ervan weerhouden om de stap naar het hoger onderwijs te zetten. Dringend moet uitgeklaard worden hoe het Vlaamse hoger onderwijs hen kan stimuleren om dit toch te doen, welke vormen van begeleiding zij nodig hebben om hun doorstroom in het hoger onderwijs te garanderen en hoe men hun uitstroom naar de arbeidsmarkt kan vergemakkelijken. De VLHORA erkent de specifieke rol van het (hoger) onderwijs als hefboom inzake armoedebestrijding. De hogescholen ondersteunen onder andere volgende prioriteiten uit de toekomstige VLORvisietekst ‘hoger onderwijs en armoede’ ter zake: de mogelijkheden van HBO5 worden versterkt; de middelen van het Aanmoedigingsfonds worden verder ingezet; de sociale voorzieningen worden hervormd; de mobiliteit van studenten wordt bevorderd. Studeren in het buitenland stimuleren De VLHORA pleit voor het toepassen van de “Youth on the Move”-strategie vanuit de Europese Commissie in Vlaanderen. Een doelgerichte marketingcampagne van het Vlaamse hoger onderwijs in het buitenland wordt verder ondersteund en een Vlaamse agentschap voor internationalisering van het Vlaamse hoger onderwijs dient verder te worden uitgebouwd, zodat Vlaanderen, net als de meeste andere Europese lidstaten, over een dergelijk 1 agentschap kan beschikken . Inzake de bestaande programma’s vraagt de VLHORA complementariteit met de werking en de missie van de hogescholen en een duidelijke bestuurlijke en inhoudelijke afstemming van de programma’s met betrekking tot ontwikkelingssamenwerking. De VLHORA wijst op het obstakel van de bestaande decretale bepalingen omtrent het gebruik van een andere instructietaal dan het Nederlands voor het aantrekken van buitenlandse studenten (omgekeerde mobiliteit). Wil men meer Vlaamse studenten in het buitenland laten studeren dan moet Vlaanderen onvermijdelijk ook meer buitenlandse studenten kunnen aantrekken. In de beleidsbrief wordt een versoepeling van de taalregeling vooropgesteld, mits het voldoen aan strikte voorwaarden. De Vlaamse Hogescholenraad stelt dat dit voorstel niet ver genoeg gaat en blijft pleiten voor de mogelijkheid tot een verdere verhoging van het aantal studiepunten in een andere instructietaal dan het Nederlands in de bachelorfase. Dit stelt hogescholen bovendien in staat eigen studenten meer te stimuleren voor internationalisering en interculturele vaardigheden bij te brengen door internationale studenten te integreren in Vlaamse opleidingen. Bovendien wordt het belang van beheersing vreemde talen voor de Vlaamse welvaart onderstreept en worden taalvaardigheden extra getraind door inhouden in de vreemde taal aan te brengen. Hogescholen zullen in afstemming met hun werkveld en aansluitend bij de te behalen competenties bepalen welk aandeel van hun curriculum in een vreemde taal gegeven kan worden.
1
Hierbij wenst de VLHORA te verwijzen naar reeds bestaande initiatieven zoals Study in Flanders en Flamenco vzw.
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 4
Om waardevolle buitenlandse studenten aan te trekken en hun opleidingen te exporteren dienen er voldoende aantrekkelijke beurzen te zijn. Een actie die volledig kadert binnen de visie van de Vlaamse Hogescholenraad is het uitbreiden van het Europees programma ‘Erasmus Mundus’ naar de bachelorprogramma’s. Deze programma’s moeten blijven verdedigd en versterkt worden binnen het Europese beleidsvormingsproces. In het plan dat zal worden uitgewerkt door de minister zal speciale aandacht gaan naar extra financiële ondersteuning voor studenten die geconfronteerd worden met financiële drempels en studenten met een functiebeperking. In het budgettaire kader 2012-2025 wordt er een budgettaire inspanning van 4.2 miljoen euro tegen 2020 voorzien. De Vlaamse hogescholenraad waardeert het dat de minister extra financiële ondersteuning voorziet voor specifieke groepen uit de studentenpopulatie. Zij wenst echter ook te wijzen op de te beperkte middelen om de overkoepelende doelstelling te halen en pleit hier ook voor verantwoord beleid. Bovendien is een goede samenwerking met andere overheden en zeker ook met vertegenwoordigers vanuit het bedrijfsleven noodzakelijk en daarvoor wil VLHORA extra inspanningen leveren. Meer studenten moeten overigens de kans krijgen om stage te lopen in buitenlandse bedrijven. Met betrekking tot voorbereiding en sensibilisering op mobiliteit bestaat binnen de Vlaamse hogescholen reeds lang een goede traditie van ‘Internationalisation@home’. Hieraan is de mobiliteit van studenten en docenten onlosmakelijk verbonden. Beide programma’s zijn complementair. Participatie aan levenslang leren verhogen De beleidsbrief komt tegemoet aan de VLHORA-eisen voor het Levenslang Leren. Het honoreert de voorstellen van EVC in elke traject buiten leerplichtonderwijs en het uitwerken van een geïntegreerd EVC-beleid. Met de uitbouw van afstandsleren en het stroomlijnen van de bestaande financiële stimuli wordt het beleid verder uitgewerkt. Een laatste stap in de goede richting naar het ontwikkelen van een visionair beleid inzake levenslang leren is het ondersteunen van Blended Learning en het Netwerk Open Hoger Onderwijs. Met betrekking tot het Netwerk Open Hogescholen richtte de VLHORA een ad hoc werkgroep op die de mogelijkheden ter zake wenst na te gaan. De Vlaamse Hogescholenraad is vragende partij voor verder onderzoek naar de drempels die Levenslang Leren in de weg staan en het uitwerken van een aangepast systeem van educatief verlof. VLHORA zal in deze de ‘EU 2020'-strategie en de methode van open coördinatie blijvend opvolgen. Zoals reeds eerder gemeld is de implementatie van studiefinanciering voor HBO-studenten niet afdoend in het voorzien van een sociaal statuut. Daarnaast is er nood aan studentenvoorzieningen en een adequate uitbouw van flexibilisering van HBO5. STUVO-decreet De VLHORA vraagt de minister dringend werk te maken van het nieuwe decreet op de sociale voorzieningen. De VLHORA wenst geen uitstel in goedkeuring en uitwerking van dit decreet.
3.
Het leren van het Nederlands en vreemde talen stimuleren om mee te doen in de geglobaliseerde samenleving
Als aanbieders van de lerarenopleidingen wensen de hogescholen actief te worden betrokken in de ontwikkeling (en eventuele implementatie) van de starterstoets taalbeheersing in de lerarenopleiding.
4.
leerlingen voorbereiden op een succesvolle start op de arbeidsmarkt
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 5
De Vlaamse hogescholen worden gekenmerkt door het kunnen afleveren van onmiddellijk inzetbare bachelors en masters op de arbeidsmarkt. De beleidsnota 2009-2014 vermeldt instrumenten te willen creëren voor de tijdige detectie van behoeften van de samenleving op lange termijn in het kader van het plannen van opleidingen. We stellen vast dat vele van onze opleidingen dergelijke behoeften invullen maar financiering niet adequaat is om voldoende studenten met juiste kwalificaties te laten doorstromen. Daarnaast staan in de beleidsnota afstemming van het opleidingsaanbod met de zorg- en gezondheidssector en uitbreiding van het opleidingsaanbod met ‘technici voor de toekomst’ voorop. Het aanvangen van deze initiatieven op zeer korte termijn lijkt aangewezen, maar krijgt geen vermelding in de beleidsbrief 2010-2011. In het stimuleren van innovatie, zowel technologisch als beleidsmatig, ligt een belangrijke taak weggelegd voor de hogescholen: Praktijkgebaseerd onderzoek vervat in de professionele opleidingen draagt bij tot het gevoelig maken van jonge mensen voor innovatie en draagt aldus bij tot het aanscherpen van een attitude voor innovatie bij studenten, docenten en jonge professionals. Deze innovatieattitude bijbrengen wordt vaak aangegeven als één van de grootste uitdagingen om in Vlaanderen welvaart en welzijn op peil te houden en te verbeteren. De lerarenopleidingen aan de hogescholen vormen studenten die later verschillende categorieën jongeren (in 2 het kleuter-, lager en secundair onderwijs) zullen onderwijzen en begeleiden. Onderzoek toont aan dat het reeds van belang is om in het kleuteronderwijs kinderen vertrouwd te maken met wetenschap en techniek. Het belang van deze opleidingen in dit proces wordt onderbelicht. 3 Een Gentse studie toont aan dat er duidelijke indicaties zijn dat hogeschoolstudenten gemiddeld ondernemender zijn dan universiteitsstudenten. Zij komen uiteraard ook al vaak vroeg in aanraking met de praktijk zoals en komen in contact met ondernemerscentra, Small Business Projects, … De beleidsbrief spreekt in dit kader enkel over het gebruik van bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek in de dagdagelijkse praktijk van de studenten in de lerarenopleidingen. De VLHORA is stellig van mening dat men hierin verder moet gaan en zich niet mag beperken tot louter dit initiatief en de lerarenopleidingen. Reeds in de beleidsnota 2009-2014 en nu ook in de beleidsbrief 2010-2011 pleit de minister voor de uitbouw van een ‘beroepskolom’. In deze benadering merkt de VLHORA een duidelijk breuklijn op tussen de beroeps- en academische wereld en creëert de opzet van een beroepskolom andere verwachtingen dan de oorspronkelijke leerladders. Indien de beroepskolom eindigt bij de professioneel gerichte bachelor verwerpt de VLHORA deze benadering. De VLHORA is niet bereid de minister te steunen in beleidsinitiatieven ter zake en wenst haar eigen visie te duiden door een verwijzing naar de motie van aanbeveling uit de zgn. Integratienota omtrent het “ontwikkelen van een geïntegreerde hogeronderwijsruimte, waarin HBO5-bachelor-master en doctoraatsopleidingen een plaats krijgen en waarbij er een continuüm bestaat tussen toepassingsgerichte en op onderzoek gebaseerde opleidingen”.
5.
De leraar erkennen als sleutelfiguur in de vorming van open, veelzijdige en sterke persoonlijkheden
Achttien van de 22 Vlaamse hogescholen zijn aanbieders van opleidingen die leiden tot de titels van leraar voor zowel het kleuter, lager en secundair onderwijs in Vlaanderen. Zij zijn bijgevolg bijzonder belangrijke stakeholders in het hele Vlaamse onderwijslandschap en vragen in deze tijd van verandering, multiculturaliteit en vorming van
2
3
OECD Evolution of Student Interest in Science and Technology Studies. Report from the expert group benchmarking the promotion of RTD culture and public understanding of science. Bowman B., Donovan M.S. and , Burns M.S. (Eds.) (2008). Eager to Learn: Educating Our Preschoolers. Washington DC: National Academy Press. Laevers F. Ingenieurs in de maak. Het begint in de kleuterschool. Kleuter en IK, themanummer Technologie. Crijns, Hans. & Tilleuil, Olivier. (2009), ‘How entrepreneurial are our Ghent students?’, Vlerick Leuven Gent Management School
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 6
een kennismaatschappij om de bijzondere aandacht van de verantwoordelijke minister. VLHORA vraagt hem expliciet om zijn bijzondere aandacht met betrekking tot volgende punten: De VLHORA is al langer van mening dat de kwaliteit van de initiële lerarenopleiding zeer hoog moet liggen. Dat moet zich vertalen in een up to date en aan de moderne vereisten van het leraarschap aangepast curriculum. Met het oog op het aantrekken van voldoende, gemotiveerde en juist gekwalificeerde studenten dienen de begincompetenties strikt in acht genomen en mag een eventuele verzwaring van het programma niet ondoordacht doorgevoerd worden. Om kwaliteitsvolle leraren op te leiden is het van het grootste belang dat zij alle in het curriculum voorziene stages in de beste omstandigheden kunnen vervullen. VLHORA stelt vast dat er voldoende stageplaatsen mogelijk zijn in het hele Vlaamse secundaire onderwijs, en vraagt de minister van onderwijs daarom om bij hoogdringendheid te zorgen voor een structurele oplossing door alle secundaire scholen decretaal te verplichten tot het aanbieden van stageplaatsen voor stagestudenten uit de lerarenopleidingen. Alvorens conclusies te formuleren wenst de VLHORA de aangekondigde evaluatie van de lerarenopleidingen af te wachten. Bij de aangekondigde evaluatie van de opleidingen moet de VLHORA betrokken worden, zowel bij de uitwerking als opvolging hiervan. Rechtspositie hoger onderwijs Met het voorstel om de rechtspositie in het hoger onderwijs te stroomlijnen wordt de vraag vanuit de VLHORA om een toenadering te voorzien in het personeelsstatuut van hogescholen en universiteiten verder geconcretiseerd. De hogescholen vragen hierbij aandacht voor de afstemming van dit statuut op de verschillende opdrachten van de onderwijsinstellingen (onderzoek, onderwijs, …). Bij de onderhandelingen van personeelsgebonden materies moet de overheid rekening houden met het feit dat eisen vanuit de vakorganisaties repercussies hebben op het reeds beperkte budget van de instellingen. De eigenlijke werkgevers worden in de onderhandelingen niet of onvoldoende betrokken en zien zich geconfronteerd met eenzijdige beslissingen. De VLHORA vraagt een flexibel wetgevend kader dat alle kansen/mogelijkheden biedt aan de instellingen om een modern en performant personeelsbeleid te voeren.
6.
De maatschappelijke verwevenheid van onderwijs met lokale, regionale en internationale netwerken versterken
De beleidsbrief stelt vast dat op 1 september 2011 een nieuwe periode voor samenstelling van scholengemeenschappen start. De Vlaamse Hogescholenraad vraagt aandacht voor de complementariteit van de samenstelling van de gemeenschappen (en hun specifieke types van scholen en bijgevolg types van onderwijs) met de programma’s en curricula binnen de lerarenopleidingen aan de Vlaamse hogescholen.
7.
Ervoor zorgen dat elke onderwijsinstelling topkwaliteit kan bieden
Nieuw Visitatie- en Accreditatiestelsel (NAS) De VLHORA dringt ter zake aan op het bewaken van de aangegeven timing in de beleidsbrief.
Kennisdriehoek De VLHORA is het initiatief om een debat op gang te brengen over dynamische integratie van de kennisdriehoek in alle hoger onderwijsopleidingen zeer genegen.
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 7
De VLHORA formuleert een advies op de zgn. Integratienota en vervat hierin haar opmerkingen omtrent de vooropgestelde nieuwe structuur voor het hoger onderwijs en toenemende belang van onderzoek binnen de professioneel gerichte opleidingen. Evaluatie van het financieringsdecreet Een grondige en dringende evaluatie van het financieringsdecreet dringt zich op naast de financiering voorzien in de integratienota gezien het huidige decreet niet aansluit bij nieuwe ontwikkelingen in het onderwijs en behoeften op de arbeidsmarkt. De VLHORA formuleert een advies op de zgn. Integratienota van 16 juli 2010 en vervat hierin haar opmerkingen omtrent de herziening van het financieringssysteem en -decreet. Voorop staan de welvaartsvastheid van de financiering, een correcte berekenings- en vertrekbasis van de 10% stijging aan middelen, een versneld tijdspad en verhoogde financiering voor de professionele bachelors en meer middelen voor onderzoek binnen het professioneel gericht onderwijs. Na het uitvoeren van de zgn. Integratienota heeft de beschikbare beleidsruimte van het (hoger) onderwijs zijn limieten bereikt, zo stelt de Vlaamse Regering. Hogescholen halen hun middelen uit twee grote pijlers, nl. publieke financiering en private financiering via studiegelden en contracten met derden. Om de financiële situatie van de Vlaamse hogescholen te versterken en het professioneel gericht onderwijs volwaardig te ondersteunen wenst de Vlaamse Hogescholenraad een debat op te starten omtrent het hervormen, vereenvoudigen en verhogen van de studiegelden, vertrekkend vanuit een wetenschappelijke basis en met voldoende aandacht voor sociale correcties. In het kader van de verdere ontwikkeling van transparantie-instrumenten en indicatoren om de diversiteit in missie, profiel en prestaties van de instellingen duidelijk te maken blijft de VLHORA kritisch ten aanzien van de meerwaarde van multi-dimensionele rankings. Het juiste uitgangspunt moet hieraan vooraf gaan.
8.
Investeren in duurzame en moderne infrastructuur
Een belangrijk element in de uitbouw van hogescholen die wensen te voldoen aan de maatschappelijke eisen betreft de investeringsmiddelen. Door een stijgende bouwindex, een verhoogde nood aan investeringen in REG en normeringen ter zake, moderne onderwijsinfrastructuur,… komt het investeringsbudget onder druk te staan. In de beleidsnota zijn geen antwoorden te vinden op het streven vanuit de VLHORA naar een verhoging van de Agion-middelen om aan de actuele noden tegemoet te komen.
VLHORA Advies Beleidsbrief Onderwijs 2010-2011
blz. 8