Adri Boon’s positie in het vertaalveld
Master Vertalen Vertaling, Cultuur en Wetenschap Natalie Nijland Nanda Thuring
Inhoudsopgave Inleiding
p. 1
Hoofdstuk 1: Oeuvre 1.1 Inleiding 1.2 Onder welk(e) genre(s) vallen zijn vertaalde werken? 1.3 Hoeveel werken heeft hij vertaald? 1.4 Van welke schrijvers heeft hij werken vertaald? 1.5 Voor welke uitgevers heeft Adri Boon vertaald en hoe is zijn relatie met hen? 1.6 Heeft Adri Boon subsidies ontvangen? En zo ja, hoeveel geld per jaar en voor welke vertalingen? 1.7 Deelconclusie
p. 2 p. 2 p. 2 p. 3 p. 4 p. 8
Hoofdstuk 2: Habitus 2.1 Inleiding 2.2 Welke opleiding heeft Adri Boon hij gevolgd? 2.3 Hoe is Adri Boon vertaler geworden en hoe ziet zijn loopbaan er uit? 2.4 Treedt Adri Boon veel in de openbaarheid en zo ja hoe dan en waar? 2.5 Welke werkzaamheden verricht Adri Boon naast het vertalen? 2.6 Wat is Adri Boons motivatie om zowel binnen als buiten het literaire veld te vertalen? 2.7 Moet Adri Boon inspanningen leveren om subsidies te verkrijgen of aan werk te komen en zo ja, hoe? 2.8 Heeft Adri Boon een eigen schrijver, en zo nee, waarom niet? 2.9 Deelconclusie
p. 16 p. 16 p. 16 p. 17 p. 19 p. 21 p. 21
Hoofdtuk 3: Poëticale opvattingen 3.1 Inleiding 3.2 Liggen er wetenschappelijk ideeën ten grondslag aan zijn poëticale opvattingen en zo ja welke? 3.3 Hoe staat Adri Boon tegenover de vertaalwetenschap? 3.4 Wat zijn de externe vertaal poëtica van Adri Boon? 3.5 Wat zijn de interne vertaalpoëtica van Adri Boon? 3.6 Komen zijn interne en externe vertaalpoëtica overeen? 3.7 Deelconclusie
p. 24 p. 24 p. 24
Hoofdstuk 4: Receptie 4.1 Inleiding 4.2 Zijn er hervertalingen gemaakt van zijn vertaalde werken? 4.3 Hoe oordelen vertaalcritici over zijn vertalingen? 4.4 Waarom wordt Adri Boon dé vertaler van Isabel Allende genoemd? 4.5 Deelconslusie
p. 43 p. 43 p. 43 p. 43 p. 46 p. 46
Hoofdstuk 5: Is Adri Boon (semi-)(on)afhankelijk?
p. 48
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
p. 11 p. 15
p. 21 p. 22 p. 22
p. 25 p. 26 p. 32 p. 41 p. 41
Bibliografie
p. 51
Bijlage
p. 58
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Inleiding In dit dossier zullen wij onderzoek doen naar Adri Boon als vertaler en naar zijn positie in het vertaalveld. Onze interesse ging uit naar Adri Boon, omdat hij op de eerste plaats een controversieel artikel had geschreven in Filter dat ons aansprak en verder omdat hij boeken heeft vertaald van schrijvers waarin we persoonlijk geïnteresseerd zijn. Adri Boon werd geboren in 1961 en is vanaf 1989 tot op heden werkzaam als literair vertaler van Spaanse, LatijnsAmerikaanse, Portugese, Catalaanse en Galicische romans. We zullen zijn oeuvre in kaart brengen, zijn studie en loopbaan beschrijven, zijn poëticale opvattingen uiteenzetten en bekijken hoe de receptie is van zijn werk. Onze hoofdvraag hierbij is:
Is Adri Boon (semi-)(on-)afhankelijk? Met het beantwoorden van deze vraag willen we vaststellen wat zijn positie is in het vertaalveld. Om onze hoofdvraag te beantwoorden, zullen de volgende deelvragen stellen: -
Wat is uit het vertaal oeuvre van Adri Boon af te leiden met betrekking tot zijn positie in het veld? Welke invloed had de habitus van Boon op zijn positie in het veld gedurende zijn loopbaan? Wat zijn de poëticale opvattingen van Adri Boon? Hoe is de receptie van het werk van Adri Boon?
Deze deelvragen zullen we vervolgens beantwoorden aan de hand van verschillende subvragen. We zullen tijdens het onderzoek naar Adri Boon als vertaler verschillende bronnen analyseren, waaronder artikelen geschreven door en over Adri Boon, ons interview met Adri Boon, een eigen vergelijking van verschillende vertalingen van zijn hand met de bronteksten en databases van bibliotheken waarin door hem vertaalde werken terug te vinden zijn. Tevens zullen we een bezoek brengen aan het Fonds voor de Letteren om daar de jaarverslagen in te zien en zullen we naar het Letterkundig Museum gaan om daar de over hem beschikbare informatie te bekijken. Heel veel bronnen zijn terug te vinden in de bijlage die is toegevoegd achterin het dossier. De bronnen die niet in de bijlage zijn opgenomen, zijn terug te vinden aan de hand van onze bibliografische verwijzingen.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Hoofdstuk 1: Oeuvre 1.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de analyse van het oeuvre van Adri Boon centraal. We gaan hierbij uit van de volgende deelvraag:
Wat is uit het vertaal oeuvre van Adri Boon af te leiden met betrekking tot zijn positie in het veld? Om deze deelvraag zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden, hebben we tevens een aantal subvragen opgesteld die als leidraad zullen dienen voor de analyse. Deze vragen luiden als volgt: - Onder welk(e) genre(s) vallen zijn vertaalde werken? - Hoeveel werken heeft hij vertaald? - Van welke schrijvers heeft hij werken vertaald? - Heeft hij subsidies ontvangen? En zo ja, hoeveel geld per jaar en voor welke vertalingen? - Voor welke uitgeverijen heeft hij vertaald en hoe is zijn relatie met hen? We hebben bij het beantwoorden van deze vragen gebruik gemaakt van de door ons samengestelde bibliografie waarin we een gespecificeerd overzicht hebben gegeven van alle door Adri Boon vertaalde werken en teksten. Daarnaast hebben we gebruik gemaakt van door en over hem geschreven artikelen, briefwisselingen en recensies. De meeste van deze bronnen zijn als bijlage bijgesloten bij het dossier en naar andere bronnen verwijzen we in onze bronvermelding. 1.2 Onder welk(e) genre(s) vallen Adri Boons vertaalde werken? De werken die Adri Boon vertaald heeft, vallen onder de genres fictie en non-fictie. Zijn eerste vertaling van een literair werk stamt uit 1988 en is een vertaling van het boek ‘Montedor’, geschreven door de Portugese auteur Jose Rentes de Carvalho. Daarna heeft hij, in de periode van 1988 tot 2010, 60 romans vertaald. Tevens vertaalde hij 17 werken die vallen onder de categorie overig, oftewel non-fictie. De laatste vertalingen van zijn hand die in 2010 zijn uitgekomen, zijn ‘De vioolbouwer van Auswitch’ van de Catalaanse schrijfster Maria Ángels Anglada, ‘In de naam van het varken’ van de Spaanse schrijver Pablo Tusset en van de Spaanse tekst ‘Het goede leven: ethiek voor mensen van morgen’ die is geschreven door Fernando Savater. Deze laatste is een niet literaire tekst. Wat betreft de vertalingen van de teksten en boeken die onder de categorie non-fictie vallen, heeft Adri Boon teksten van verschillende aard en over verschillende onderwerpen vertaald. Zo heeft hij enkele teksten over houtbewerking en ethiek vertaald, maar ook een politiek essay van Mario Vargas Llosa ‘Als een vis op het droge’, een toeristische tekst over Lissabon en ‘Het grote kinder-spelletjesboek’. Bovendien heeft hij het ‘Miniwoordenboek Portugees-Nederlands en Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Nederlands-Portugees’ herzien voor de uitgeverij Kosmos. Er is geen specifieke periode vast te stellen waarin hij deze non-fictie teksten heeft vertaald, ze zijn namelijk gepubliceerd op verschillende momenten van zijn loopbaan.
1.3 Hoeveel werken heeft Adri Boon vertaald? In onderstaande tabel staat aangegeven hoeveel literaire werken en hoeveel non-fictie werken Adri Boon ieder jaar vertaald heeft.
Tabel 1. Aantal werken per jaar vertaald door Adri Boon. Jaartal 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
Aantal vertaalde literaire werken 1 0 1 0 4 3 3 5 2 3 2 2 1 4 2 3 2 2 4 9 1 2 2
Aantal vertaalde werken overig 0 2 0 0 0 1 0 0 1 0 1 0 5 2 0 0 0 1 1 0 0 0 1
We kunnen aan de hand van deze tabel geen duidelijke lijn ontdekken, maar wat we wel kunnen zeggen is dat hij aan het begin van zijn loopbaan minder werk had dan in de jaren erna. In 1991 heeft hij zelfs geen enkel werk vertaald. Daarna lijkt het redelijk constant te zijn en te variëren Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
tussen de drie tot zes vertaalde werken (zowel fictie als non-fictie) per jaar. In 2007 is er een piek waar te nemen, omdat hij gedurende dit jaar 9 boeken vertaald heeft en in de drie daarop volgende jaren heeft hij totaal zes boeken vertaald, wat in verhouding weer veel minder is. Ook valt op dat de 9 vertalingen uit 2007 allemaal literaire werken zijn en dat in 2000 5 van de 6 vertaalde werken non-fictie teksten zijn. We hebben gekeken naar de dikte van de boeken die hij in 2007 heeft vertaald, maar hier hebben we geen verklaring in kunnen vinden voor het feit dat hij toen zoveel vertalingen heeft uitgebracht. Er zitten dunnere boeken tussen, zoals ‘La Plaça del Diamant’ van Mercé Rodoreda die 64 pagina’s telt en ‘Varamo’ van César Aira die 128 paginas telt. Hij heeft dit jaar echter ook dikkere boeken uitgebracht, zoals ‘Reconstrución’ van Antonio Orejudo die 270 pagina’s telt en ‘Pandora al Congo’ van Alberto Sánchez Piñol die 423 pagina’s telt. Wanneer we het aantal pagina’s van deze vier genoemde boeken optellen bij de rest van de romans die hij dat jaar vertaald heeft (‘Cuando la noche obliga’ van Glez Montero, ‘Bartleby y compañía’ van Enrique Vila-Matas, ‘Carlota Fanberg’ van Antonio Muñoz Molina en ‘En jaque’ van Berta Marsé), komen we uit op een totaal van 1666 pagina’s, wat een erg groot aantal is en niet als verklaring kan dienen waarom hij dat jaar zoveel boeken heeft vertaald.
1.4 Van welke schrijvers heeft Adri Boon werken vertaald? Adri Boon heeft werken vertaald uit verschillende brontalen, namelijk het Latijns-Amerikaans Spaans, Spaans van Spanje, Catalaans, Galicisch en Portugees. Hij heeft in totaal twaalf LatijnsAmerikaanse schrijvers vertaald, namelijk: César Aira, Isabel Allende, Marcelo Birmajer, Flavia Company, Edgardo Cozarinsky, Gabriel García Márquez, Sylvia Iparraguirre, Andrea Maturana, Manuel Mujica Lainez, Álvaro Mutis en Laura Restrepo, Fernando Vallejo. Verder heeft hij 21 Spaanse schrijvers vertaald, namelijk: Juan Arias, Paulo Coelho, Andrés Barba, Javier Cercas, Salvador Dalí, Miguel Espinosa, Susana Fortes, Montero Glez, Berta Marsé, Eduardo Mendicutti, Olga Merino, Antonio Muñoz Molina, Antonio Orejudo, Benito Pérez Galdós, Javier Salinas, Antonio Skármeta, Gonzalo Torrente Ballester, Pablo Tusset, Enrique VilaMatas, Eduardo Mendoza en Rosa Montero. Binnen het Spaanse taalgebeid heeft hij ook nog eens acht werken van Catalaanse schrijvers vertaald, namelijk van Maria Ángels Anglada, Salvador Espriu, Maria Mercè Roca, Jesús Moncada, Juan Perucho, Joseph Pla, Mercé Rodoreda en Alberto Sánchez Piñol, en één werk van een Galicische schrijver, namelijk Manuel Rivas. Ten slotte heeft hij zeven werken van Portugese schrijvers vertaald, namelijk van Maria Alice Barroso, Luísa Costa Gomes, Eça de Queiroz, Marilene Felinto, Jose Rentes de Carvalho, Francisco J. Viegas en Fernando Pessoa. Een andere tendens die we kunnen waarnemen is dat hij begon met het vertalen van Portugese werken en dat dit naarmate zijn loopbaan vorderde vooral Spaanse en Catalaanse werken zijn geworden. In het interview met Adri Boon geeft hij aan dat wanneer je, zoals in zijn geval, veel uit het Spaans vertaalt, uitgevers op een gegeven moment vergeten dat je ook uit het Portugees vertaalt, met als gevolg dat je hier dan geen of minder opdrachten voor krijgt.1 Verder zegt hij over dit onderwerp in het interview het volgende: “Nee, qua taal heb ik eigenlijk geen voorkeur, maar het is wel zo dat Portugees eigenlijk een beetje op de achtergrond is geraakt. Op een gegeven moment word je eigenlijk geassocieerd met een taal. Ik ben begonnen met het Portugees, wat mijn bijvak was en niet mijn hoofdtaal, 1
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
maar op een gegeven moment kwam even het Catalaans sterk naar voren en uiteindelijk heb ik natuurlijk het meest uit het Spaans vertaald omdat dat nu eenmaal de grootste taal is.”2 “Ik zou heel graag weer uit het Portugees willen vertalen, want ik vind het een schitterende taal.” 3 In onderstaande tabel staat vermeld hoeveel boeken hij van iedere schrijver vertaald heeft. Tabel 2. Auteurs vertaald door Adri Boon. Auteur
Aantal Boeken
Brontaal
Aira, César
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Allende. Isabel
2
Latijns-Amerikaans Spaans
Birmajer, Marcelo
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Company, Flavia
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Cozarinsky, Edgardo
1
Latijns-Amerikaans Spaans
GarcíaMárquez, Gabriel
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Iparraguirre, Sylvia
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Maturana, Andrea
1
Latijns-Amerikaans Spaans
MujicaLainez, Manuel
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Mutis, Álvaro
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Restrepo, Laura
1
Latijns-Amerikaans Spaans
Vallejo, Fernando
2
Latijns-Amerikaans Spaans
Arias, Juan
1
Spaans
Coelho, Paulo
1
Spaans
Barba, Andrés
1
Spaans
Cercas, Javier
3
Spaans
Dalí, Salvador
1
Spaans
Espinosa, Miguel
1
Spaans
Fortes, Susana
1
Spaans
Glez, Montero
1
Spaans
Marsé, Berta
1
Spaans
Mendicutti, Eduardo
1
Spaans
Merino, Olga
1
Spaans
MuñozMolina, Antonio
2
Spaans
Orejudo, Antonio
1
Spaans
2 3
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
PérezGaldós, Benito
2
Spaans
Salinas, Javier
2
Spaans
Skármeta, Antonio
1
Spaans
TorrenteBallester, Gonzalo
1
Spaans
Tusset, Pablo
1
Spaans
Vila-Matas, Enrique
2
Spaans
`Angels Anglada, Maria
1
Catalaans
Espriu, Salvador
1
Catalaans
Mercè Roca, Maria
1
Catalaans
Moncada, Jesús
1
Catalaans
Perucho, Juan
1
Catalaans
Pla, Joseph
1
Catalaans
Rodoreda, Mercé
1
Catalaans
SánchezPiñol, Albert
2
Catalaans
Rivas, Manuel
1
Galicisch
Alice Barroso, Maria
2
Portugees
Costa Gomes, Luísa
1
Portugees
de Queiroz, Eça
1
Portugees
Felinto, Marilene
1
Portugees
Rentes de Carvalho, Jose
1
Portugees
4
Viegas, Francisco J.
1
Portugees
Pessoa, Fernando
1
Portugees
Mendoza, Eduardo
1
Spaans
Montero, Rosa
1
Spaans
Onder al deze schrijvers bevinden zich ook nog een aantal namen die we als bekend mogen beschouwen onder het Nederlandse publiek en in sommige gevallen zelfs bekend in vele delen van de wereld. Hieronder vallen bijvoorbeeld Gabriel García Márquez, die zelfs de Nobelprijs heeft gewonnen, Isabel Allende, Benito Pérez Galdós, Antonio Muños Molina, Javier Cercas, Laura Restrepo en Antonio Skármeta. Over de vertaling ‘Fortunata en Jacinta’ van Benito Pérez Galdós schrijft Maarten Steenmeijer in zijn artikel ‘Het magnus opus van een rasverteller’ het volgende: “Het magnus opes hieruit – Fortunata en Jacinta (1886-1887) – is nu voor het eerst in het Nederlands verschenen, en dat mag een gebeurtenis van belang heten”.5
4
Dit betreft een toneelstuk en is enkel gebruikt voor de uitvoering van een toneelstuk en nooit als boek uitgegeven. Bron: Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Adri Boon is door de uitgeverij Menken Kassander & Wigman gevraagd om twee werken te vertalen van de Spaanse realist Benito Pérez Galdós,6 welke behoort tot één van de belangrijkste Spaanse schrijvers van de 19de eeuw. Verder is een groot deel van zijn vertalingen afkomstig van auteurs die niet heel erg bekend zijn, of in ieder geval in Nederland niet. Zo is bijvoorbeeld César Aira erg bekend in Argentinië, maar in Nederland is dit niet het geval en is het boek dat door Adri Boon vertaald is ook meteen het enige naar het Nederlands vertaalde werk van deze schrijver. Uit de bovenstaande tabel kunnen we verder opmaken dat Adri Boon niet van één of meerdere schrijvers een heel oeuvre vertaald heeft. In veel gevallen heeft hij maar één boek van een auteur vertaald en in enkele gevallen zijn dat er wat meer, zoals in het geval van Javier Cercas, waarvan hij drie boeken vertaald heeft en zoals in het geval van Maria Alice Barroso, Enrique Vila-Matas, Alberto Sánchez Piñol, Javier Salinas, Benito Pérez Galdós en Isabel Allende, waarvan hij twee boeken vertaald heeft. Verder heeft Boon ook nog teksten vertaald die vervolgens niet gepubliceerd zijn. Twee voorbeelden hiervan zijn ‘De zeevaarder’ van Fernando Pessoa en ‘De tweede zeevaarder’ van Francisco J. Viegas. Dit zijn toneelstukken en de vertalingen zijn ook gebruikt voor de uitvoering er van, maar zijn nooit in boekvorm of in een tijdschrift uitgegeven.7 In de jaarverslagen van het Fonds voor de Letteren kwamen we ook nog een aantal boeken tegen waarvoor hij wel subsidies heeft ontvangen, maar waarvan we nergens terug kunnen vinden dat ze uiteindelijk in de vorm van een vertaling ook zijn uitgegeven. Het gaat hier dan om de boeken ‘Gertrudis, Obra Poética, I-II-VII-VIII’ van J.V. Foix en ‘Note disperses’ van JosepPla8. Mogelijkerwijs is hij hier nog mee bezig of zijn de vertalingen uiteindelijk nooit uitgegeven. Ook hebben we het boek ‘Incerta Glòria sguida d’El vent de la nit’ van Joan Sales niet terug kunnen vinden, maar hiervan veronderstellen we dat hij momenteel bezig is met de vertaling hiervan. In het interview gaf hij namelijk aan dat hij een Catalaans boek aan het vertalen is9 en op de website van de VertalersVakschool staat dat hij binnenkort ‘Ongewisse glories’ (vertaling van Incerta Glòria) van Joan Sales uit zal brengen10. Adri Boon heeft een aantal romans samen met een andere vertaler vertaald. Dit is het geval bij ‘Delirium’ van Laura Restrepo, dit boek heeft hij vertaald samen met Mia Buursma en de roman ‘Blijspel in Barcelona’ van Eduardo Mendoza heeft hij samen met Mieke Westra vertaald. In het boek ‘Bartleby& Co’ van Enrique Vila-Matas zijn er fragmenten vertaald door Jacq Vogelaar en Jean Schaelekamp. We kunnen zeggen dat Adri Boon zeer diverse teksten en boeken heeft vertaald die een breed domein beslaan en niet onder één genre zijn te vangen.
5
Adri Boon, Het magnum opus van een rasverteller, Vrij Nederland 16-09-2000. Bijlage 9. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. En: bibliografie Adri Boon, bijlage 1. 7 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 8 Bron: gegevens over subsidies verstrekt aan Boon door het Fonds voor de letteren. Bijlage 3. 9 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 10 Website van de VertalersVakschool, http://www.vertalersvakschool.nl/docenten.htm#spaans, bezocht op 10 januari 2011. 6
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
1.5 Voor welke uitgevers heeft Adri Boon vertaald en hoe is zijn relatie met hen? Tijdens het interview met Adri Boon gaf hij aan dat de eerste uitgeverij waarvoor hij een boek vertaald heeft de Arbeiderspers is11, dit bleek vervolgens ook uit onze bibliografie. Daarna heeft hij voor een groot aantal uitgeverijen gewerkt, zowel grote als kleine, en de uitgeverij waarvoor hij het meeste heeft vertaald is De Geus. Boon vertelde tijdens het interview dat het bij kleine uitgeverijen vaak makkelijker is om betrokken te zijn bij het hele proces dat vooraf gaat aan de uitgave van een vertaling en dat je als vertaler dan ook meer inspraak hebt. Een voorbeeld van een kleine uitgeverij waarvan hij aangaf dat hij er een goede relatie mee heeft is uitgeverij Menken, Kasander & Wigman.12 In het interview zegt Adri Boon over de samenwerking met deze kleine uitgeverijen: “Daarnaast heb je een circuit van kleine uitgeverijen die voor vertalers in die zin interessanter zijn dat je daar wel vaak een persoonlijker contact hebt en ook meer sturend kunt werken en je kan wel proberen, vanwege de persoonlijke contacten, om te zeggen, kijk eens naar die auteur. Dat is toch een hele andere, ik wil niet zeggen dat kleine uitgeverijen niet commercieel zijn, maar zij werken op een hele andere manier. Zij zijn veel minder snel uit op een bestseller.”13 Bij grote uitgeverijen is het veel moeilijker om inspraak te hebben om zo de best mogelijke vertaling te produceren. Dit is op de eerste plaats zo omdat je minder makkelijk persoonlijk contact hebt en bovendien kosten aanpassingen en zaken die niet volgens het standaard protocol verlopen vaak meer geld. Een voordeel van de grotere uitgeverijen waar Adri Boon op wijst, is dat de nazorg voor de vertaalde tekst vaak goed geregeld is. Bij de kleine uitgeverijen, zo zegt hij “heeft die fase wel eens te lijden, omdat het een dure fase is en ze dit zelf moeten betalen. En dat is jammer, want daar reken je als vertaler op”.14 Zo heeft het werken voor zowel grote als kleine uitgeverijen dus voordelen en nadelen.
11
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 13 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 14 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 12
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
In onderstaande tabel staan alle uitgeverijen waarvoor Adri Boon boeken heeft vertaald. Tabel 3. Uitgeverijen waarvoor Boon heeft vertaald. Uitgeverij
Amsterdam Anthos
Amsterdam Arena Amsterdam Bakker
Aa nta l bo eke n 1
Fictie Website / Nonfictie
Opmerkingen
Fictie www.amboanthos.nl
Niet duidelijk of Anthos deel is van Ambo/Antho s
2
Fictie www.stapel.org/nl/arena.htm
1
Fictie Geen website
Amsterdam 1 Cossee Amsterdam De 7 Arbeiderspers
Fictie www.cossee.com
Amsterdam De 4 Bezige Bij Amsterdam 4 Meulenhoff
Fictie www.debezigebij.nl
Amsterdam Muntinga Amsterdam Muntinga Pockets Amsterdam Pandora Amsterdam Poema Pocket Amsterdam Querido Amsterdam
1
Fictie Geen website
1
Fictie Geen website
1
Fictie www.pandorapockets.nl/pandora
1
Fictie www.postorderboekhandel.nl/uitgever/Poema-pocket/
1
Fictie www.querido.nl
1
Fictie www.uitgeverijsijthoff.nl/component/option,com_easycon
Fictie www.arbeiderspers.nl
Fictie www.meulenhoff.nl
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Weinig informatie, wel uitgeverij Prometheus/ Bert Bakker
Ook nonfictie voor hen vertaald
Ook nonfictie voor hen vertaald
Sijthof Amsterdam Van Gennep Den Haag Novib
1
tact/Itemid,10/ Fictie www.vangennep-boeken.nl
1
Fictie www.oxfamnovib.nl
Brussel NCOS
1
Fictie Geen website
Amsterdam Vassallucci Amsterdam Wereldbiblioth eek Breda De Geus Berchem Epo Den Haag MenkenKasan der& Wigman Den Haag Stichting Uitgeverij XL Leiden Menken, Kasander& Wigman Utrecht Signatuur Amsterdam Van Oorschot VZW
1
Fictie www.vassallucci.nl
5
Fictie www.wereldbibliotheek.nl
Namens hun uitgegeven, ook een nonfictie werk Alleen naam op internet, geen gegevens
15 Fictie www.degeus.nl 1 Fictie www.epo.be 2 Fictie www.mkw-uitgevers.nl
3
Fictie www.uitgeverijxl.nl
4
Fictie www.mkw-uitgevers.nl
2
Fictie www.awbruna.nl/signatuur
1
Fictie www.vanoorschot.nl
1
Fictie Geen website
Utrecht 1 InstitutoCerva ntes Rotterdam 1 Museum Booijmans Van Beuningen Rotterdam Nai 1
Non- utrecht.cervantes.es/nl/default.shtm fictie
Geen enkele informatie over gevonden In opdracht van
Non- www.boijmans.nl fictie
In opdracht van
Non- www.nai.nl
In opdracht
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Baarn 1 Cantecleer Amsterdam De 2 Arbeiderspers
fictie Non- Geen website fictie Non- www.arbeiderspers.nl fictie
Amsterdam Meulenhoff
Non- www.meulenhoff.nl fictie
1
van
Ook fictie voor hen vertaald Ook fictie voor hen vertaald
Amsterdam De 1 Lantaarn Den Haag 1 Novib
Non- www.ruitenbergboek.nl/lantaarn fictie Non- www.oxfamnovib.nl fictie
Utrecht Bijleveld Utrecht: Landelijke Werkgroep Remigratie Buitenlandse Jongeren Utrecht Kosmos Deventer Stichting Octopus
Non- www.bijleveldbooks.nl fictie Non- Geen website fictie
In opdracht van
Non- www.kosmosuitgevers.nl fictie Non- Geen website fictie
In opdracht van
2 1
1 1
In opdracht van, ook fictie voor hen vertaald
1.6 Heeft Adri Boon subsidies ontvangen? En zo ja, hoeveel geld per jaar en voor welke vertalingen? Adri Boon kan, zoals hij zelf ook aangeeft in het interview, leven van het literair vertalen. Les geven doet hij dan ook niet uit noodzaak, maar omdat hij dit leuk vindt om te doen. Hij geeft echter wel aan dat het feit dat hij van het vertalen kan leven, voornamelijk ook mogelijk is dankzij de werkbeurzen van het Fonds voor de Letteren15. Hij zegt hier over: “Ja zonder die beurzen zou je er niet van kunnen leven, of in ieder geval zou je er dan niet de tijd aan kunnen spenderen die ik denk dat je er aan moet spenderen. Dat gaat dan niet.”16
15
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4.
16
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Tijdens een van de werkcolleges werd Adri Boon als vertaler door Cees Koster betiteld als een broodvertaler. Op de vraag of hij zichzelf ook zo ziet, antwoordde Adri Boon het volgende: “Ja dat klopt, want ik eet er mijn brood van. En ik neem aan dat hij er verder niks mee bedoelde, want het is mijn hoofdvak, mijn hoofdbezigheid. Ik denk overigens dat de meeste literaire vertalers, vertalers zijn die daarmee hun geld, of het grootste gedeelte van hun geld er mee verdienen.”17 Tabel 4. Subsidies Adri Boon 1989-2009. Jaar
Projectwerkbeurs vertalers
1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 200218 2003 2004 200519 2006 2007 2008 2009 2010
N N N J J J J J J J J J N J J N J J J J J Nog geen informatie beschikbaar.
Aanvullende honoraria literaire vertalingen J J J N J J J J J J J J J J J N N N N N N
17
Totaalbedrag Relatief ontvangen ten ontvangen. (In guldens opzichte van het gehele / euro’s) subsidiebudget. (In procenten.) Fl. 1.173 0,0273 Fl. 4.525 0,0880 Fl. 13.650 0,2454 Fl. 7.000 0,0113 Fl. 43.152 0,6123 Fl. 45.982 0,618 Fl. 49.327 0,6362 Fl. 29.697 0,3318 Fl. 33.585 0,3378 Fl. 43.123 0,4106 Fl. 45.250 0,4223 Fl. 40.637 0,3829 Fl. 16.774 0,1490 €13.356 0,2361 €15.761 0,2697 Geen subsidies Geen subsidies €15.000 0,2552 € 19.375 0,3272 € 11.250 0,1860 € 25.000 0,3960 € 35.000 0,5443
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Invoering van de euro. 19 Uit de jaarverslagen van het Fonds voor de Letteren blijkt dat de aanvullende beurs vanaf dit jaar was opgeheven. 18
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
De informatie die nu volgt is gebaseerd op de jaarverslagen van het Fonds voor de letteren. Een gedetailleerde weergave van de informatie waarop deze analyse is gebaseerd, is terug te vinden in de bijlage 3.20 Een administratief medewerkster van het Fonds voor de Letteren legde uit dat de hoogte van de subsidie die een vertaler krijgt, afhangt van de dikte en de kwaliteit van het boek dat hij gaat vertalen, de kwaliteit van zijn voorgaande vertalingen en de bekendheid van de auteur. Het Fonds voor de Letteren heeft ook een groep van experts die ieder jaar bepalen wat de kwaliteiten zijn van zowel het te vertalen boek als de vertaler. Als we naar tabel 2 kijken, valt op dat Boon in zijn beginjaren als vertaler relatief weinig subsidie ontving. In de periode 1989-1992 ontving hij tussen de fl. 1.173,- en fl. 13.650,-, wat neerkwam op een percentage tussen de 0,0113% en 0,2454% van het totaalbedrag aan verstrekte beurzen. Vanaf 1993 is er een duidelijk opwaartse trend te signaleren die zich, met wat ups en downs doorzet tot 2009. Vanaf datzelfde jaar is ook zichtbaar dat Boon in relatief opzicht meer geld ging ontvangen: het percentage van de bedragen die hij ontving ten opzichte van het totale budget voor beurzen, steeg aanzienlijk. In de jaren 2001-2005 zien we dat Boon, ten opzichte van het totale budget voor beurzen relatief iets minder aan beurzen ontving. Vanaf 2006 is dit percentage weer aan het stijgen, met uitzondering van 2007, waarin hij relatief weinig subsidie ontving. Ook valt op dat Boon in 2004 helemaal geen subsidie ontving, terwijl hij dat jaar wel boeken heeft vertaald. Wat betreft het soort beurzen dat Boon ontving, wordt duidelijk dat hij in het begin enkel aanvullende honoraria (1989-1991) ontving voor zijn werk, welke worden verstrekt voor geleverd werk in het voorgaande jaar. Vanaf 1992 kreeg Adri Boon ook projectwerkbeurzen toegewezen. Vanaf 1993 kreeg Boon bijna ieder jaar zowel een projectwerkbeurs als een aanvullend honorarium toegewezen, tot aan de afschaffing van het aanvullend honorarium in 2005, waarna er enkel nog projectwerkbeurzen werden toegekend. In 1989 ontving Adri Boon dus zijn eerste beurs. Hij ontving 1.173 gulden aan aanvullend honorarium voor het eerste boek dat hij vertaalde, tegen het einde van zijn studietijd: ‘Montedor’ van Rentes de Carvalho. Boon was in die tijd nog een onbekende in de vertaalwereld en vertaalde dan ook nog maar weinig werken. De boeken die hij vertaalde in die vroege periode van zijn carrière, waren allemaal van Portugese schrijvers. In 1990 vertaalde hij wederom één boek, ‘De relikwie’, van Eça de Queiroz, waarvoor hij 4.525 gulden aan aanvullend honorarium ontving. Het jaar daarop (1991) vertaalde hij wederom één boek (‘Het vergrijp van pater Amaro’), weer van de hand van Eça de Queiroz, maar dit keer ontving hij daarvoor een hoger aanvullend honorarium: 13.650 gulden. Het boek telt 520 pagina’s en kan daarom een dik boek worden genoemd. Ook was dit een bekende titel, die een zeker prestige genoot. Het boek is later ook verfilmd en de film heeft meegedongen naar een Oscar. In 1992 kreeg Boon een beduidend lager honorarium (zijn eerste werkbeurs) voor zijn vertaling van het bijna 400 pagina’s tellende ‘Don Juan’ van Gonzalo Torrente Ballester, hetgeen als een minder grote titel mag worden beschouwd. Vanaf 1993 schoot Boon’s honorarium omhoog: in de jaren 1993, 1994 en 1995 ging het balletje voor hem rollen en vertaalde hij veel meer boeken per jaar. Ook legde hij zich in die jaren voornamelijk toe op de vertaling van Spaanse romans: hij vertaalde die jaren romans van grote namen uit de Spaanse literatuur, zoals Gabriel García Márquez, Isabel Allende en Josep Pla. In die drie jaar ontving Boon ieder jaar ruim 40.000 gulden per jaar. In 1996 en 1997 zakte zijn honorarium weer iets (29.697 gulden in 1996 en 33.585 gulden in 1997), waarschijnlijk omdat hij dat jaar minder boeken vertaalde dan in de jaren ervoor. Hij bleef echter toch redelijk veel ontvangen dankzij het feit dat hij in die jaren steeds tussen de 14.400 20
Gegevens over subsidies verstrekt aan Boon door het Fonds voor de letteren. Bijlage 3.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
en 20.000 gulden ontving voor zijn vertaling van ‘Bomarzo’, een roman van de vooraanstaande Argentijnse schrijver Manuel Mujica Lainez. Het boek telt 797 pagina’s en is dus zeer dik. Bovendien was Lainez een groot auteur: hij was een vooraanstaand lid van de generatie Latijnsamerikaanse auteurs uit de jaren zestig. De roman ‘Bomarzo’ wordt gezien als het onbetwiste hoogtepunt in zijn oeuvre21. In de jaren 1998-2000 ging het aantal subsidies weer omhoog en ontving Boon ieder jaar weer ruim 40.000 gulden per jaar. Dit hoge bedrag was met name te danken aan zijn vertalingen van twee werken van Benito Pérez Galdós (‘Miauw’ en ‘Fortunata en Jacinta’) waarvoor hij in 1998 én in 1999 35.000 gulden (‘Fortunata en Jacinta’) en in 2000 20.000 gulden (‘Miauw’) aan werkbeurs ontving. Galdós is de belangrijkste Spaanse schrijver uit de negentiende eeuw en zijn meesterwerk ‘Fortunata en Jacinta’ wordt in Spanje vaak in één adem genoemd met ‘Don Quijote de la Mancha’ van Miguel de Cervantes, het allerbekendste Spaanse werk uit de gehele geschiedenis. Met name ‘Fortunata en Jacinta’ (1264 pagina’s) is ook nog eens een zeer dik boek. Het lijkt dus niet verwonderlijk dat Boon in die jaren zoveel subsidie ontving. In het jaar 2001 lijkt Boon het even rustig aan te doen en vertaalt hij weinig. Hij ontvangt dat jaar dan ook maar 16.774 gulden aan subsidies: een aanvullend honorarium voor zijn vertaling van ‘Fortunata en Jacinta’ van het vorige jaar. In 2002 en 2003 zien we min of meer een verdubbeling in het bedrag dat hij aan subsidies ontvangt: in 2002 vertaalt hij verschillende kleinere werken en ontvangt hij hiervoor 13.356 euro (+/- 29.383 gulden) en in 2003 ontvangt hij voor de vertaling van wat minder, maar wel wat grotere werken 15.761 euro. Tot onze verrassing zien we vervolgens dat Adri Boon in 2004 helemaal geen subsidie ontvangt. In dat jaar moet hij bezig zijn geweest met de vertaling van ‘El mal de montano’ van Enrique VilaMatas, ‘Los hijos de los Masai’ van Javier Salinas, ‘La novia de Odessa’ van Edgardo Cozarinsky en ‘Tres mosqueteros’ van Marcelo Birmajer (alle gepubliceerd in 2004 en 2005). We hebben echter nergens terug kunnen vinden dat Boon voor de vertaling van die boeken in 2004 of in een ander jaar subsidie heeft ontvangen. De zojuist genoemde titels zijn geen van alle zeer bekend, maar toch is het vreemd dat Boon ook niet een wat lager bedrag kreeg toegewezen voor zijn vertalingen. Het blijft vooralsnog een raadsel waarom Boon in 2004 geen enkele euro aan subsidie wist binnen te halen. In de jaren 2005-2007 vertaalde Boon elk jaar twee romans en kreeg daar in 2005 en 2007 tussen de 11.000 en 15.000 euro aan werkbeurzen voor. In 2006 lag dat bedrag iets hoger (19.357 euro) omdat hij relatief veel geld ontving voor zijn vertaling van ‘In het hart van het oerwoud’ van Albert Sánchez Piñol: 15.000 euro. Dit hoge bedrag valt te verklaren door het feit dat Piñol een bekende schrijver is en het 415 pagina’s tellende boek redelijk dik is. In 2008 (25.000 euro) en 2009 (35.000 euro) ontving Boon per jaar de meeste subsidie uit zijn gehele carrière. In 2008 vertaalde Boon de roman ‘Boeken branden slecht’ (724 pagina’s) van de bekende Spaans-Galicisische schrijver Manuel Rivas en in 2009 begon hij aan de vertaling van ‘Incerta Glòria seguida d’El vent de la nit’ van de Spaans-Catalaanse schrijver Joan Sales. Deze roman bestaat eigenlijk uit twee romans: ‘Incerta Glòria’ (het meesterwerk van de schrijver) en ‘El vent de la nit’. Beide romans samen tellen 768 pagina’s. ‘Incerta Glòria’ werd in 1956 geschreven en werd destijds in Spanje gecensureerd omdat het zeer maatschappijkritisch was. Het boek lijkt dus van historisch belang te zijn. ‘El vent de la nit’ werd gepubliceerd in 1983. Gezien de dikte van het boek en het historische belang van met name ‘Incerta Glòria’ lijkt het begrijpelijk dat Boon hiervoor zoveel subsidie ontving. De vertaling is overigens nog niet officieel uitgegeven in het Nederlands en is daarom niet terug te vinden in onze literatuurlijst.
21
Website van Linnaeus boekhandel, http://www.linnaeusboekhandel.nl/?option=com_mbhbooksheet&task=bookview&Itemid=10009&query=978907462 2165&disp=&kml=&bav=&delc=, bezocht op 20-01-2011. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Kort samenvattend kunnen we stellen dat Adri Boon in de beginjaren van zijn carrière weinig subsidie kreeg, maar dat vanaf 1993, na een jaar of vier, het balletje ging rollen en Boon jaarlijks kon rekenen op een flinke subsidie. Het bedrag dat Boon vanaf 1993 ieder jaar ontving bleef niet precies constant in de jaren erna en er zat ook geen stijgende lijn in, maar het fluctueerde een beetje. Naar eigen zeggen kan Boon al jarenlang goed rondkomen van de subsidies die hij jaarlijks ontvangt.22
1.7 DEELCONCLUSIE Adri Boon heeft zowel fictie als non-fictie vertaald, en dan met name fictie. Hij heeft een grote diversiteit aan romans vertaald van zowel moderne als minder moderne schrijvers. Boon vertaalt uit het Spaans, Portugees, Catalaans en Galicisch, maar toch vooral uit het Spaans. Onder de schrijvers die Boon heeft vertaald bevinden zich een aantal grote namen, zoals Isabel Allende, Gabriel García Márquez, Benito Pérez Galdós en Eça de Queiroz. Boon heeft nooit een heel oeuvre van iemand vertaald, maar altijd één of maximaal twee of drie boeken van dezelfde schrijver. Dit betekent tevens dat hij dus geen ‘eigen schrijver’ heeft. De Spaanstalige romans zijn afkomstig uit zowel Spanje als Latijns-Amerika. In totaal heeft Boon 60 romans en 17 niet literaire werken vertaald tussen 1988 en 2010. In 1989 vertaalde Boon zijn eerste roman en daarvoor ontving hij een bescheiden bedrag aan subsidie. In de paar jaar daarna bleef hij kleine bedragen ontvangen, totdat vanaf 1993 zijn carrière goed op stoom kwam en hij beduidend hogere bedragen ontving. Het bedrag dat hij aan subsidies ontvangt, blijft een beetje fluctueren door de jaren heen, maar naar eigen zeggen kan Boon in ieder geval al jarenlang goed rondkomen van de subsidies die hij jaarlijks ontvangt. Boon vertaalde voor zeer veel verschillende uitgeverijen, waaronder een aantal kleine, zoals Menken Kassander & Wigman. De meeste romans vertaalde hij echter voor grote uitgeverijen: De Geus (15), De Arbeiderspers (7) en De Wereldbibliotheek (5). Hij gaf in het interview aan een voorkeur te hebben voor kleinere uitgeverijen, omdat het contact persoonlijker is en de vertaler dus iets meer inspraak heeft. Adri Boon kan leven van het literair vertalen doordat hij voldoende opdrachten krijgt aangeboden en genoeg subsidie krijgt van het Fonds voor de Letteren. Daar staat tegenover dat hij niet zelf mag kiezen welke romans hij vertaalt en hij dus geen echte keuzevrijheid heeft wat betreft de te vertalen boeken.
22
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Hoofdstuk 2: Habitus. 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zal er gekeken worden naar de habitus van Adri Boon met de bedoeling om hier een zo gedetailleerd mogelijk beeld van te geven en tevens te kijken welke invloed deze habitus heeft op de positie van Adri Boon in de vertaalwereld. We zullen hierbij uitgaan van de volgende deelvraag:
Welke invloed had de habitus van Boon op zijn positie in het veld gedurende zijn loopbaan? Om deze deelvraag zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden hebben we tevens een aantal subvragen opgesteld. Deze vragen zijn als volgt: -
Welke opleiding heeft hij gevolgd? Hoe is hij vertaler geworden en hoe ziet zijn loopbaan er uit? Treedt hij veel in de openbaarheid en zo ja hoe dan en waar? Welke werkzaamheden verricht hij naast het vertalen? Wat is zijn motivatie om zowel binnen als buiten het literaire veld te vertalen? Moet hij inspanningen leveren om subsidies te verkrijgen of aan werk te komen en zo ja, hoe?
2.2 Welke opleiding heeft Adri Boon gevolgd? Adri Boon volgde op de middelbare school al Spaanse les. Na zijn eindexamen ging hij Spaanse studeren aan de Universiteit van Amsterdam met als hoofdvak Spaans en met als bijvakken Italiaans en Frans. De laatste jaren van zijn studie en zijn scriptie hebben in het teken gestaan van vertalen.23 Hij besloot om de laatste twee jaar van zijn studie door te brengen in Madrid en zijn studie af te maken aan Complutense, de Universiteit van Madrid. Tijdens zijn verblijf in Spanje wisselt hij zijn bijvakken Frans en Italiaans in voor Portugees en Catalaans en woont en studeert hij tevens een tijd in Barcelona en Lissabon om zich deze twee talen ook eigen te maken. Een onderdeel van Boon’s examen was het vertalen van een deel van een boek van Jose Saramago en eenmaal terug in Amsterdam om alles af te ronden was de Portugese schrijver Jose Rentes de Carvalho, toen een van zijn docenten, zo onder de indruk van zijn vertaalwerk
23
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. En: Adri Boon, (geen titel), website van Visat, http://www.visat.cat/espai-traductors/cat/traductor/214/999/Catal%C3%A0/adri-boon.html, bezocht op 20 december 2010. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
dat hij hem vroeg om één van zijn boeken te vertalen onder begeleiding van Rentes zelf24. Adri Boon vertelt over deze ervaring tijdens het interview: “En toen kreeg ik dat als het ware op een presenteerblaadje aangeboden wat ik wilde. Ten minste, het begin natuurlijk. Dus mijn eerste boek was een boek van Rentes. Die over mijn schouders meekeek, wat zeer leerzaam, maar niet altijd aangenaam was. Rentes spreekt natuurlijk fabuleus Nederlands en het was natuurlijk merkwaardig dat hij me als het ware corrigeerde, maar goed ik had natuurlijk in de praktijk maar weinig vertaald. Dus dat was een hele harde, maar wel een hele goede leerschool. Ik ben hem eeuwig dankbaar.”25
2.3 Hoe is Adri Boon vertaler geworden en hoe ziet zijn loopbaan er uit? Zoals hierboven vermeld heeft Adri Boon Spaans gestudeerd en heeft hij zich uiteindelijk gericht op het vertalen. Over zijn motivatie om vertaler te worden zegt hij het volgende: “Ik heb ook Spaans gestudeerd, mijn hoofdvak was Spaans en tijdens mijn studie, ik denk na mijn propedeuse, dus na mijn eerste twee jaar, nee na mijn eerste drie jaar toen had ik voor mezelf eigenlijk besloten dat ik wilde vertalen. Ik was zeer geïnteresseerd in literatuur. Ik las veel en graag en vertalen leek mij een… Ik had en heb nog steeds geen schrijversambities, maar vertalen leek mij een manier om heel intensief met een tekst te werken. Om zelf een tekst te maken aan de hand van een bestaande tekst. Een bijkomend voordeel is dat je het ook kan doen waar je maar neerstrijkt. Dat idee had ik ook, dan ga ik naar Spanje of naar andere Spaanssprekende landen en dan neem ik mijn werk mee en dan ga ik daar…. Misschien een beetje romantisch idee… maar het is uiteindelijk wel zo gegaan.”26 Adri Boon vertaalde zijn eerste werk, zoals reeds gezegd, onder de hoede van de Portugese schrijver Rentes de Carvalho nadat hij zelf initiatief had genomen en vervolgens ging het balletje rollen. Rentes de Carvalho introduceerde hem namelijk ook bij de uitgeverij De Arbeiderspers waarvoor hij twee boeken van de Portugese schrijver Eça de Quieroz vertaald. Tijdens het interview vertelt Adri Boon hoe dit verliep: “Dat was een heel bijzonder boek en hij heeft mij eigenlijk geïntroduceerd bij de Arbeiderspers. Rentes boeken werden toen nog uitgegeven door de Arbeiderspers. Ze wilden van Eça de Queiroz ook een luxe uitgegeven reeks maken en voor ik het wist zat ik bij een etentje met Komrij en Rentes en de directeur van De Arbeiderspers en werd min of meer een verdeling gemaakt van wie die boeken ging vertalen. Toen ben ik gevraagd om het eerste boek te doen, ‘De Relikwie’ (…) Toen ben ik teruggegaan naar Barcelona”.
24
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 26 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 25
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
“Toen kreeg ik de tweede roman van dezelfde reeks (van Eça De Quieroz), een wat dikkere pil. En toen stokte het eigenlijk. Toen had ik dus drie boeken vertaald en toen kwam er iemand anders in beeld die eigenlijk de meeste van de resterende boeken van De Queiroz heeft vertaald en toen kwam het eigenlijk ook even stil te liggen. Ik had toen wel bij De Arbeiderspers een paar boeken gedaan, maar dan ben je natuurlijk nog niet bekend in vertalersland. Dus toen heb ik me een tijdje beraad van hoe moet ik dat nou verder aanpakken?” De eerste werken die hij vertaalde waren dus Portugees. Daarna vertaalde hij een aantal Catalaanse werken (maar: hier in is weinig werk want het is een kleine taal), waarna het even stil werd. Vooral in die periode ging hij leesverslagen maken27 en schreef hij veel brieven aan uitgeverijen waarin hij voorstellen deed voor vertalingen. Hij schreef o.a een brief aan uitgeverij De Harmonie (1989)28 waarin hij voorstelde de boeken ‘Bearn o la sala de les nines’ van Llorenç Villalonga (Catalaans) en ‘Vida privada’ van Josep M. de Sagarra (Spaans) te vertalen. Deze en ook zijn andere pogingen bleken uiteindelijk weinig succesvol. Wel is hij toen met een aantal uitgeverijen in contact gekomen en is hij uiteindelijk voor de uitgeverij Meulenhoff leesverslagen gaan maken. Hij heeft voor hen gedurende een tijd boeken gelezen om hier vervolgens een verslag of een recensie over te schrijven. Bij Meulenhoff heeft hij toen vervolgens ook zijn volgende vertaalopdracht gekregen, namelijk een Catalaans boek. Dit was voor hem een mooi opstapje, omdat Catalaanse literatuur toen wel in de belangstelling kwam te staan, maar er maar weinig mensen boeken uit deze taal konden vertalen.29Hoe het zich vervolgens verder ontwikkelde legt Adri Boon uit in het interview met de volgende woorden: “En dan ben je al binnen natuurlijk, als je één boek hebt vertaald en ze zijn tevreden. Dan wordt er ook wat serieuzer geluisterd als je met voorstellen komt. En toen is het eigenlijk nooit meer opgehouden. Ik heb voor Meulenhoff vrij veel gedaan. Voor de Arbeiderspers heb ik toen nog een heel dik dagboek uit het Catalaans vertaald en toen is het gaan rollen.” 30 Uiteindelijk ging hij vooral Spaanse werken vertalen en kwam zijn carrière echt op gang. Inmiddels heeft Boon jaarlijks genoeg werk om er financieel van rond te kunnen komen. De laatste jaren vertaalt hij helemaal niet meer uit het Portugees, zelf denkt hij dat de uitgeverijen, door al zijn vertalingen uit het Spaans, misschien een beetje vergeten zijn dat hij ook uit het Portugees vertaalt. Boon is inmiddels een bekende naam bij verschillende grotere en kleinere uitgeverijen en hoeft daarom geen brieven meer te schrijven om aan werk te komen.
27
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Adri Boon, brief aan uitgeverij De Harmonie, 1 september 1989, bijlage 8. 29 Bron: Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 30 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 28
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
2.4 Treedt Adri Boon veel in de openbaarheid en zo ja hoe dan en waar? Als het om vertalen gaat, treedt Adri Boon maar zeer zelden in de openbaarheid. In 2008 schreef hij het artikel “Het verhaal en de woorden” in het tijdschrift Filter31, dat niet geheel positief werd ontvangen. Adri Boon is in dit artikel namelijk erg kritisch over de vertaling van een boek van Toíbín en de vertalers van dit boek, Anneke Bok en Rob van der Veer, reageren in hun ingezonden brief in Filter32 nogal defensief op zijn artikel. Ze gaan erg in de verdediging en reageren niet heel inhoudelijk in op Boon’s kritiek. Bovendien valt de vertaalster Bettie van der Meij in haar ingezonden brief in Filter33 er over dat Boon de brontekst helemaal niet gelezen lijkt te hebben. De redactie van Filter vraagt elk jaar een stuk of twintig vertalers, critici en literatuurwetenschappers om een stuk te schrijven over het boek dat zij de ‘opvallendste vertaling van het afgelopen jaar vonden’, ‘opvallend’ in positieve of negatieve zin.34 In dit artikel bekritiseert Boon op vrij directe wijze de vertaling ‘Een lange winter’ van Colm Toíbín. Dit is, voor zover wij kunnen nagaan, het enige artikel van Adri Boon over vertalen dat is gepubliceerd. Boon treedt wel regelmatig in de openbaarheid in literatuurdebatten, zo heeft hij een aantal essays gepubliceerd en aan een aantal symposia deelgenomen.35 Hij analyseerde in zijn essay “Theater Pessoa” 36 de werken van de Portugese schrijver Fernando Pessoa en schreef hij het artikel “Portfolio/Van mijn zielstoestand is grijs de toestand die ik verkies: Josep Pla” 37 over de Catalaanse schrijver Josep Pla. Ook heeft hij bij vier van de vertalingen van de boeken van Galdós (‘Fortuna en Jacinta’38, ‘Miauw’39, ‘Tormento’40 en ‘Mevrouw Bringas’41) een nawoord geschreven. Af en toe wordt hij ook gevraagd om te komen spreken over een bepaalde schrijver of een bepaald werk, zoals in het geval van Josep Pla over wie hij gesproken heeft tijdens een congres. Tevens sprak hij op het festival “Verse Waar” in Breda over het toneelstuk ‘De Zeevaarder’.42
31
Boon, Adri, “Het verhaal en de woorden”, Filter, jaargang 15, nr, 1, 2008, p.45-49. Bijlage 5. Bok, Anneke / van der Veer. Rob, “Ingezonden brief, Post 1, Filter, jaargang 15, nr,2, 2008, pp. 64. Bijlage 6. 33 Bok, Anneke / van der Veer. Rob, “Ingezonden brief, Post 1, Filter, jaargang 15, nr,2, 2008, pp. 64. Bijlage 6. 34 Bron: e-mail van Caroline Meijer, eindredactrice van Filter. Ontvangen op 13 december 2010. Bijlage 11. 35 Website van Instituto Cervantens, http://utrecht.cervantes.es/FichasCultura/Ficha29824_39_6.htm, bezocht op 8 december 2010. 36 Boon, Adri, “Theater Pessoa”, Bzzletin, vol. 30, nr. 278, 2001, pp. 35-47. 37 Boon, Adri, “Portfolio/Van mijn zielstoestand is grijs de toestand die ik verkies:Joseph Pla”, Maatstaf:maandblad voor letteren, vol. 41, nr. 1, 1993, p. 36-49. 38 Nawoord te lezen op de website van uitgeverij MenkenKasander en Wigman, http://www.xs4all.nl/~menken/pefo.html, bezocht op 3 december 2010. 39 Nawoord te lezen op de website van uitgeverij MenkenKasander en Wigman, http://www.xs4all.nl/~menken/pemi.html, bezocht op 3 december 2010. 40 Nawoord te lezen op de website van uitgeverij MenkenKasander en Wigman, http://www.xs4all.nl/~menken/peto.html, bezocht op 3 december 2010. 41 Nawoord te lezen op de website van uitgeverij MenkenKasander en Wigman, http://www.xs4all.nl/~menken/peme.html, bezocht op 3 december 2010. 42 Website Cultuurpunt Breda, http://www.cultuurpuntbreda.nl/nieuws/archief/archief_2001/pb260401-1.html, bezocht op 14 december 2010. 32
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Op de vraag aan Adri Boon waarom hij niet veel in de openbaarheid treedt, afgezien van zijn artikel “Het verhaal en de woorden” in Filter, of hij hier niet de ambitie toe heeft, of hier niet voor wordt uitgenodigd, antwoordt hij het volgende: “Nou om het zelf op te zoeken niet echt. Als ik word uitgenodigd en het me interessant lijkt dan wil ik wel mee doen. Ja, nee, het is niet dat ik het schuw, helemaal niet. Maar het is een klein wereldje en kijk met dat stuk was ik me er natuurlijk best wel van bewust dat je schrijft over een vertaling die gemaakt is door mensen. Maar aan de andere kant vind ik het een beetje onzin om daar zo ontzettend moeilijk over te doen. Het is nu eenmaal de praktijk en het is een klein clubje, je kent elkaar, je wilt allemaal aardig voor elkaar zijn, maar je bent ook bezig met proberen zo goed mogelijk te werken. Iedereen ontwikkelt een eigen modus. En ja als je er over wilt praten dan kan het soms niet anders dan dat je daarmee impliciet of minder impliciet dingen zegt die andere mensen wellicht als een soort aanval zouden kunnen beschouwen.”43 Vervolgens spreekt Boon, naar aanleiding van de zeer defensieve reactie op zijn artikel door de vertalers van Toíbín, over het feit dat hij het jammer vindt dat mensen, in dit geval dus vertalers, zo snel in een defensieve houding schieten wanneer er kritiek geuit wordt over hun werk. Hij denkt namelijk dat kritiek onmisbaar is om een betere vertaler te worden en dat je er vaak iets van kan leren om ook te horen hoe een ander persoon iets ziet of zou doen.44 Hij zegt dan ook: “Je moet niet slaafs zijn, niet slaafs kritiek navolgen, maar er op een zinnige en goede manier mee omgaan.“45 Al het voorgaande, riep tijdens het interview het idee op dat Adri Boon liet doorschemeren dat wanneer hij direct is, dit door het wereldje van vertalers niet echt gewaardeerd wordt. Zijn reactie op deze veronderstelling was als volgt: “Nou ja ik denk dat het niet heel vaak voorkomt dat mensen echt kritisch zijn. Dat het min of meer scherp wordt verwoord. En dat het heel snel persoonlijk wordt getrokken, als een aanval op de persoon zelf. Maar ja, nogmaals, achter elke tekst zit een schrijver en in ons geval een vertaler dus je kunt daar niet over praten zonder natuurlijk ook degene die dat betreft… En dat is wel jammer.” 46
43
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 45 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 46 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 44
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
2.5 Welke werkzaamheden verricht Adri Boon naast het vertalen? Adri Boon is docent aan de VertalersVakschool47 en hij is lid van de Asociación de Hispanistas del Benelux en heeft voor deze organisatie ook een congres georganiseerd, als lid van het organiserend comité.48 Ook is Boon mentor bij het mentoraatprogramma van het Expertisecentrum Literair Vertalen.49
2.6 Wat is Adri Boon’s motivatie om zowel binnen als buiten het literaire veld te vertalen? Boon’s voorkeur gaat absoluut uit naar literaire teksten, maar naar eigen zeggen kon hij aan het begin van zijn carrière niet altijd rondkomen van het literair vertalen en moest hij af en toe uitwijken naar het niet literaire veld. Dit was, zoals hij zegt, “gelukkig echter geen terugkerend fenomeen”.50 Zijn motivatie voor het werken binnen het literaire veld is dus dat dit hem zeer interesseert en zijn motivatie voor het vertalen van niet literaire teksten is dat hij het geld nodig had. Naar eigen zeggen waren de houtbewerkingsteksten nogal saai, maar het spelletjesboek dan weer wel leuk om te vertalen.51 Dit verwoordt hij als volgt tijdens het interview: “Oh ja, dat spelletjesboek dat is wel interessant, daar krijg ik nog steeds de meeste leenvergoeding van. Dat was een periode dat ik weinig werk had. Toen heb ik dus een aantal boeken over meubel maken en stofferen. Ja, totaal niet zinnig. Maar dat spelletjesboek dat was wel aardig, want dat was een mooi boek en dat was vertaaltechnisch op zich wel interessant. Je moet dan echt een tekst gaan omzetten, dus namen ook veranderen en het heeft niks meer met Spanje te maken, het is gewoon een spelletjesboek. En je hebt daar natuurlijk ook alle vrijheid in.” 52 2.7 Moet Adri Boon inspanningen leveren om subsidies te verkrijgen of aan werk te komen en zo ja, hoe? Adri Boon heeft bijna ieder jaar subsidie aangevraagd bij het Fonds voor de Letteren en deze ook ontvangen. (Zie oeuvre analyse). Ook heeft hij met name aan het begin van zijn carrière vaak uitgeverijen aangeschreven om suggesties te doen voor vertalingen. Zo draagt hij in zijn brief van 1 september 1989 aan uitgeverij De Harmonie een aantal boeken aan die volgens hem geschikt zijn om naar het Nederlands te vertalen. Tevens vermeldt hij daarin dat het Catalaanse instituut Institució de les Lletres in principe bereid is eventuele vertalingen te subsidiëren. (Zij 47
Website van de VertalersVakschool, http://www.vertalersvakschool.nl/docenten.htm#spaans, bezocht op 28 november 2010. 48 Website van het Instituto Cervantes, http://hispanismo.cervantes.es/agenda.asp?DOCN=63788, bezocht op 2 december 2010. 49 Website van het Expertisecentrum Literair Vertalen, http://literairvertalen.org/overzicht_van_mentoraten_in_het_nederlands/, bezocht op 16 december 2010. 50 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 51 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 52 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
draagt dan de vertalerskosten.)”53 De uitgeverij reageerde echter kort maar duidelijk op de voorstellen van Boon: “vertalingen uit het Spaans of Catalaans komen niet erg tot hun recht in het fonds van De Harmonie”.54 Tegenwoordig is het voor Boon niet meer nodig om uitgeverijen aan te schrijven, omdat deze hem boeken aanbieden om te vertalen. Wel heeft hij nog steeds de subsidies van het Fonds voor de Letteren nodig om rond te komen.
2.8 Heeft Adri Boon een eigen schrijver, en zo nee, waarom niet? Adri Boon heeft geen eigen schrijver en hiervoor zijn er meerdere verklaringen aan te dragen. Op de eerste plaats gaf hij zelf in het interview aan geen voorkeur te hebben voor een bepaalde schrijver. Hij praatte wel over waarom hij talen zo mooi vindt en dat hij een groot literatuurliefhebber is, maar heeft daarbij niet aangegeven daarin ook een favoriete taal of een favoriete schrijver te hebben. We hebben in de analyse van zijn oeuvre gezien dat hij soms wel twee of drie boeken van dezelfde schrijver heeft vertaald. De reden dat hij vervolgens niet een heel oeuvre van deze schrijvers heeft vertaald is omdat er soms op een gegeven moment een andere vertaler in beeld kwam, waar de uitgeverijen dan voor kozen. Dit is bijvoorbeeld het geval geweest bij de vertaling van de boeken van Eça de Queiroz. In het geval van de vertaling van de boeken van Benito Pérez Galdós kunnen we een andere reden aandragen, namelijk dat hoewel de uitgeverij een consistente nieuwe reeks wilde maken van zijn boeken, het ook niet de bedoeling geweest kan zijn dat het jaren zou duren voordat deze reeks uit zou komen. Adri Boon zelf is bijvoorbeeld al twee jaar bezig geweest met de vertaling van het boek ‘Fortunata en Jacinta’ van Galdós en door de vele tijd dat het vertalen van deze boeken in beslag nam, zal de uitgeverij er zeer waarschijnlijk voor gekozen hebben om de vertaling van de reeks aan meerdere vertalers uit te besteden. Wat bovendien ook nog bijdraagt aan het feit dat hij geen eigen schrijver heeft is het beleid van de uitgeverijen. Adri Boon gaf in het interview aan dat uitgeverijen vrij willekeurig zijn in het kiezen van vertalers voor de vertaling van boeken. Ze kijken niet naar wat iemand al vertaald heeft en wat zijn of haar expertise is, maar kiezen vaak gewoon de eerste vertaler op hun lijstje55.
2.9 DEELCONCLUSIE Adri Boon heeft Spaans gestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam en heeft zich de laatste twee jaar van zijn studie toegelegd op vertalen. Een groot deel van zijn studie bracht hij door in het buitenland waar hij Portugees, Catalaans en Galicisch leerde. Tevens was hij een grote literatuurliefhebber en een fervent lezer. Adri Boon was aan het eind van zijn studie een boek Jose Saramago aan het vertalen en bracht dit onder de aandacht van zijn docent, de Portugese schrijver Jose Rentes de Carvalho die dusdanig onder de indruk was dat hij Boon één van zijn 53
Adri Boon, brief aanuitgeverij De Harmonie, 1 september 1989, bijlage 8. Dieneke Corvers (uitgeverij De Harmonie), brief aan Adri Boon, 7 september 1989, bijlage 8. 55 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 54
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
eigen werken liet vertalen. Doordat Boon dit werk op zijn naam had staan, stond hij al met één been in de vertalerswereld. Vervolgens heeft Rentes de Carvalho hem geïntroduceerd bij De Arbeiderspers en kwam zijn loopbaan op stoom. Toen Boon aan het begin van zijn carrière een poosje minder makkelijk aan werk kwam, kwam zijn liefde voor de literatuur goed van pas en schreef hij verschillende uitgeverijen met het voorstel om bepaalde boeken te vertalen. Hij is toen uiteindelijk leesverslagen gaan schrijven voor de uitgeverij Meulenhoff en daar is toen zijn volgende opdracht uit voortgekomen, hetgeen het opstapje vormde voor de rest van zijn carrière. In de periode waarin Boon nog weinig vertaalopdrachten kreeg voor literaire werken, heeft hij ook een aantal niet-literaire werken vertaald. Deze keuze maakte hij puur uit financiële overwegingen, want zijn hart ligt bij de literatuur. Boon is inmiddels al jarenlang literair vertaler en helemaal geïntegreerd in de vertaalwereld. Naast het vertalen is hij werkzaam aan de VertalersVakschool, waar hij docent is. Adri Boon treedt weinig in de openbaarheid: hij heeft één poëticaal artikel geschreven in Filter en daarnaast neemt hij af en toe deel aan een debat over literatuur. De reactie op zijn artikel “Het verhaal en de woorden”was destijds vrij defensief. Toen we vroegen of hij een broodvertaler is, antwoordde hij bevestigend. Boon leeft van het vertalen en kan hier dus van rondkomen, zij het met steun van de subsidies van het Fonds voor de Letteren. Tegenwoordig hoeft Boon zelf geen uitgeverijen meer te benaderen, maar wordt hij zelf gevraagd voor het vertalen van een roman. We kunnen concluderen dat de habitus van Boon op een positieve manier invloed heeft gehad op zijn positie in het veld. Dit kunnen we opmaken uit het feit dat doordat hij Spaans heeft gestudeerd en verschillende talen beheerste en zich gedurende zijn studie op vertalen had gericht en daardoor met Rentes in contact kwam, een goede start kon maken met zijn vertaalcarrière. Ook komt het hem zeer van pas dat hij veel literatuur leest en echte liefhebber is.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Hoofdstuk 3: poëtica. 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat de analyse van de poëtica van Adri Boon centraal. We gaan hierbij uit van de volgende deelvraag: - Wat zijn de poëticale opvattingen van Adri Boon? Om deze deelvraag zo nauwkeurig mogelijk te kunnen beantwoorden, hebben we de volgende subvragen opgesteld: -
Liggen er wetenschappelijk ideeën ten grondslag aan zijn poëticale opvattingen en zo ja, welke? Hoe staat hij tegenover de vertaalwetenschap? Wat zijn zijn externe vertaalpoëtica? Wat zijn zijn interne vertaalpoëtica? Komen zijn interne- en externe vertaalpoëtica overeen?
3.2 Liggen er wetenschappelijk ideeën ten grondslag aan Adri Boon’s poëticale opvattingen en zo ja, welke? Aangezien Boon weinig in de openbaarheid treedt om zijn poëticale opvattingen te etaleren, hebben we in de gevonden literatuur niet kunnen ontdekken hoe en of hij zich heeft laten inspireren door vertaalwetenschappelijke ideeën. Daarom hebben we hem tijdens het interview56 gevraagd of hij (bewust) gebruik maakt van ideeën uit de vertaalwetenschap. Zijn antwoord hierop luidde als volgt: “Ik vind het interessant, maar ik heb er ook een zekere reserve bij, omdat mijn ervaring wel is dat die wetenschappers die zich daar mee bezighouden dan vooral wetenschappers zijn en geen vertalers of in ieder geval incidentele vertalers. Waarmee ik niet wil zeggen dat het geen interessant proces is, maar soms heb ik het idee dat ze te veel willen vangen in zo’n systematisch model of beschrijving en je blijft toch ook intuïtief werken.”57 Boon geeft hier dus aan dat hij het jammer vindt dat vertaalwetenschappers alles willen vangen in systematische modellen. Hij geeft aan dat vertalen een soort intuïtief proces is dat zich voltrekt terwijl je ermee bezig bent. “Als je zelf schrijft, daar is het toch echt wel een beetje mee te vergelijken, dan heb je een beetje een idee van oh ja daar ga ik het over hebben. Dan begin je en terwijl je schrijft, gebeuren er dingen, en woorden roepen woorden op, woorden roepen woorden en ideeën op. Op een gegeven moment kom je op ideeën die je eigenlijk helemaal niet van plan was, die worden door het schrijven zelf opgeroepen, heel vaak door woordassociaties, door rijm, door de 56 57
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
klank, en de meeste komen door je hoofd en verdwijnen weer, maar soms sturen ze je toch, terwijl je het helemaal niet van plan was, maar je kunt de ideeën toch gebruiken. Goed, dan ben je vrij aan het schrijven, maar als vertaler zit je redelijk vast. Maar ook daar wekken woorden woorden op, dus ook vertalen is voor een deel intuïtief, associatief en ja natuurlijk in veel mindere mate dan bij het vrije schrijven, maar daar heeft het ook zijn invloed. Als je onbewust toch altijd bezig bent met je moet een goede tekst… nou ja, het hoeft niet altijd een mooie tekst te zijn. Soms moet je expres lelijk vertalen om een goede tekst te maken. Niet alleen de woorden, maar ook het constant aanstaan van de motor is een component en dan moet er soms een woord bij of een woord af.” 58 Boon heeft dus aangegeven weinig gebruik te maken van de vertaalwetenschap en nog niet één idee uit de wetenschap genoemd die hij misschien wel interessant zou kunnen vinden. Omdat we wilden weten of er misschien andere ideeën of personen waren door wie hij zich heeft laten inspireren, vroegen we hem of hij voorbeelden heeft of heeft gehad. “Willemsen, de naam is al gevallen. Dat was natuurlijk het idool van iedereen. Ik ken weinig vertalers die als vertaler zo’n naam hebben gemaakt, hij heeft natuurlijk zelf ook geschreven, maar hij is ook echt bekend geworden als vertaler en als ontsluiter. Hij is de eerste geweest die de Portugese literatuur heeft afgegraasd. Dus veel hoofdwerken uit die literatuur heeft hij vertaald en daarmee heeft hij die cultuur ontsloten. En ik vond zijn vertalingen fantastisch. En ik vond ook zijn houding fantastisch, hoe hij elk boek begeleidde met commentaar, voorwoord, nawoord. Het hield niet op bij de vertaling, hij kapselde dat boek helemaal in een presentatie. Hij was enorm bevlogen en geïnteresseerd. Hij heeft natuurlijk ook het boek De taal als bril geschreven, een fantastisch en weergaloos verslag van zijn werk als vertaler. Maar je ontwikkelt natuurlijk ook je eigen poëtica, je eigen voorkeuren en misschien dat ik er nu iets anders tegenover zou staan. Ik heb op een gegeven moment wel ontdekt dat hij heel vaak, misschien uit respect voor de tekst, de Latijnse kan benadrukte. Je hebt natuurlijk heel veel woorden waarvoor je én een Latijns én een Germaans woord hebt en hij koos dan altijd systematisch voor de Latijnse pedant om toch iets van het origineel door te laten komen.” 59 Om toch iets dichter bij het origineel te blijven? “Ja, terwijl ik meer geneigd ben om het Germaanse woord te kiezen. Maar goed, dat zijn kleine accenten. Verder niet specifiek een voorbeeld.” 60
3.3 Hoe staat Adri Boon tegenover de vertaalwetenschap? Aangezien Boon geen vertaalwetenschappelijke opleiding heeft gevolgd en zich in de dagelijkse praktijk enkel bezighoudt met vertalen en niet met de wetenschap er omheen, laat het zich misschien wel een beetje raden dat hij niet zo heel veel affiniteit heeft met de vertaalwetenschap. Wij vroegen hem naar de link tussen het vertaalwetenschappelijk onderzoek en de vertaalpraktijk.
58
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 60 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 59
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Maar u heeft sowieso niet een heel vertaalwetenschappelijke opleiding gehad? “Nee, en dat hoeft ook helemaal niet in de weg te staan dat je goed kan vertalen. Misschien was de vraag of het bijdraagt?” 61 Inderdaad. Wij krijgen zelf wel erg veel vertaalwetenschappelijk onderwijs en vragen ons soms af wat de link is tussen theorie en praktijk. “Ik vind het interessant om te lezen, behalve dat je vaak wel wordt gestoord door het jargon dat omwille van het jargon wordt gebruikt. Als je daar niet goed in ingevoerd bent, dan raak je als snel het spoor bijster. En ja heel vaak heb ik het idee dat je eigenlijk altijd weer bij de vraag uitkomt die Hiëronymus eigenlijk al stelde, van ik heb een origineel en in die taal kun je dat zeggen en in mijn taal…Dat er in de ene taal iets wel kan en in de andere niet en soms moet er een woord bij en soms moet er een woord af. En dat is uiteindelijk de essentie waar het steeds weer terug komt. Dat is misschien een heel reductionistische visie, er is natuurlijk veel meer over te zeggen, maar het zijn toch wel heel gescheiden werelden de wetenschappelijke benadering, echt het fenomeen vertalen, en de vertalers, ja dat zit toch wel een beetje in de aard van het beestje, het zijn praktische mensen, je wilt bezig zijn. Ik wil dingen maken en de wetenschappers willen dingen beschrijven en benoemen en in een systeem onderbrengen, verbanden ontdekken. Dat heeft ook zijn eigen esthetiek, of zijn eigen waarde, maar dat is niet altijd… ja het zijn toch heel gescheiden werelden.” 62 Wij geven aan wel eens het idee te hebben dat er, net als bij de wis- en natuurkunde, ook aan het vertalen een wetenschap wordt verbonden, puur met het idee om het vertalen meer prestige te geven. Hierop antwoordt Boon kort maar krachtig: “Ja, dat idee heb ik ook.” 63 We merken op dat bij sommige disciplines misschien wel helemaal geen wetenschap past, waarop Boon antwoordt: “Dat idee heb ik ook wel eens.” 64 Hij geeft aan dat voor hem de beschrijvende studies de meest leesbare bijdragen vormen voor het vertalen. “Zoals Willemsen, hij was geen wetenschappelijk persoon, maar hij was denk ik wel degelijk iemand met een wetenschappelijk geest, een systematisch werkende geest. En ik vind zijn bijdrage, zijn stukken, eigenlijk veel verhelderender en ook veel nuttiger dan veel echt puur wetenschappelijke benaderingen.” 65 Hij vertelt voor zijn scriptie met het model van Kitty van Leuven-Zwart te hebben gewerkt. Hij vond dit een te fijnmazige poging om grip te krijgen op het verschijnsel vertalen, en vind dat het ten onder gaat aan zijn eigen theorie. “En zo werkt het natuurlijk niet, want het gaat toch ook uit van een soort systematische handeling die je verricht, maar het is ook een intuïtieve handeling.” 66
3.4 Wat zijn de externe vertaalpoëtica van Adri Boon? Om een beeld te krijgen hoe Adri Boon te werk gaat bij het vertalen van een roman, vroegen we hem hoe hij het naar eigen zeggen aanpakt om zo meer inzicht te krijgen in zijn opvattingen. Hij gaf op deze vraag het volgende antwoord:
61
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 63 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 64 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 65 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 66 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 62
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
“Ja, ik probeer eigenlijk altijd zo snel mogelijk het origineel weg te hebben. Nou dat ligt dus eigenlijk in het verlengde, dus eigenlijk wat ik betoog in het stuk wil ik voor mezelf ook. Zo snel mogelijk wil ik een tekst in het Nederlands hebben, waaruit ik mijn informatie put. Dus ik probeer wel zoveel mogelijk al zoveel te vertalen en dan wel met varianten die ik markeer met een bepaald soort. En dat probeer ik natuurlijk wel heel precies te doen, zodat ik er op kan vertrouwen dat dat wat ik heb dat dat ook klopt, maar ik wil zo snel mogelijk weg van het origineel. Dat is dan natuurlijk een hele houterige en starre tekst. Dat ga ik dan bewerken, dus daar ga ik mee aan de slag. En natuurlijk wel vaak even terug kijken, maar eigenlijk ben ik dan alleen maar bezig met die Nederlandse tekst. Nou dat zijn dan twee of drie fases en dan merk je dat als je begint, dan heb je misschien wel drie varianten en dan als je dan terug leest dan valt er al een variant zo af. Dus door het boek zelf, door het vertalen, zijn er al een heleboel keuzes die al gemaakt zijn. En dan probeer ik dat als een deeg steeds soepeler, of beter te maken en dan als ik denk nou nu is het bijna aan het einde, dan pak ik het origineel er weer bij en dan check ik of ik niet te ver ben weggelopen. Of er geen dingen uit zijn gevallen. Dus dan probeer ik het weer een klein beetje terug te halen, indien nodig, naar het origineel en dan de laatste afrekening. Het gewoon op snelheid lezen. Waardoor je ook weer andere dingen ziet, of je bijvoorbeeld vrij snel een pagina kan lezen. Nou en dan lever je het in.” 67 Uit het voorafgaande citaat kunnen we opmaken dat Adri Boon zich sterk richt op de lezer van de vertaling, hij legt immers de brontekst zo snel mogelijk weg en neemt deze er pas helemaal aan het einde weer bij. Hij ziet de brontekst dus niet als heilige tekst die absoluut letterlijk moet worden weergegeven in de doeltekst. Het verhaal en de woorden Uiteraard hebben wij ook Boon’s artikel “Het verhaal en de woorden” 68 in Filter bestudeerd om meer te weten te komen over zijn opvattingen over het vertalen. In het artikel bekritiseert hij de vertaling van Anneke Bok en Rob van der Veer van de roman ‘Een lange winter’ van Colm Toíbín. Adri Boon kan zich absoluut niet vinden in de manier waarop dit werk vertaald is en hij geeft vooral kritiek op het Nederlands dat volgens hem niet correct gebruikt is. Hij zegt dan ook het volgende over de vertaling: “Maar het lezen van het boek was als het kijken naar een onscherpe foto: vaak pasten de woorden net niet (en soms helemaal niet) bij wat er verteld werd” 69 In de rest van het artikel geeft hij vervolgens een heleboel voorbeelden van woorden en zinnen die volgens hem niet goed en correct gebruikt zijn en waarover hij als lezer erg gevallen is. Hieruit kunnen we concluderen dat Adri Boon van mening is dat een vertaalde tekst geschreven moet zijn in correct Nederlands en dat het een op zichzelf staande tekst moet zijn die goed leesbaar is. Wat verder opvallend is, is dat hij in het gehele artikel de brontekst geen enkele keer aanhaalt. Dit doet vermoeden dat hij de brontekst niet belangrijk vindt en dat hij puur uitgaat van de doeltekst. De fragmenten uit de brontekst zijn dan ook als bijlage toegevoegd door de redactie van Filter en niet door Boon zelf.70 Verder gaat Adri Boon ervan uit dat je voor een vertaling hetzelfde geldt als voor een boek, namelijk “dat die na de eerste versie, de omzetfase, zichzelf vervolmaakt”.71 Ook hieruit kunnen 67
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Boon, Adri, “Het verhaal en de woorden”, Filter, jaargang 15, nr, 1, 2008, p.45-49. Bijlage 5. 69 Boon, Adri, “Het verhaal en de woorden”, Filter, jaargang 15, nr, 1, 2008, p.45. Bijlage 5. 70 Bron: e-mail van Caroline Meijer, eindredactrice van Filter. Ontvangen op 13 december 2010. Bijlage 11. 71 Boon, Adri, “Het verhaal en de woorden”, Filter, jaargang 15, nr, 1, 2008, p.45. Bijlage 5. 68
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
we een poëticale opvatting destilleren, namelijk dat, net als bij het schrijven van een boek ,op een gegeven moment (na de eerste versie) de woorden vanzelf komen en het verhaal zich vanzelf vormt. Tijdens het interview vragen we Boon naar een reactie op zijn eigen artikel en de gevoelens die het artikel hebben losgemaakt. We merken op dat het artikel door onze docent Cees Koster als controversieel wordt bestempeld, waarop Boon antwoordt dat hij verbaasd was dat het artikel zo controversieel bleek te zijn. Hierop reageren wij dat we het artikel erg leuk vonden, hoewel het wel vrij sarcastisch was. Boon reageert hierop dat het niet zijn bedoeling was een sarcastisch artikel te schrijven en de vertalers te beledigen. Over zijn intenties zegt hij het volgende: “Je bent als vertaler ontzettend bezig met woorden en … daar heb ik me zelf in het begin ook schuldig aan gemaakt, dat je op zins- of woordniveau vertaalt, maar veel minder vertaalt vanuit grotere periodes, uit grotere delen en ik kom er voor mezelf in toenemende mate achter dat ik dat veel beter en veel mooier vind. En dan kom je tot andere keuzes.” 72 U vindt dat zij iets te letterlijk, zin voor zin hebben vertaald? “Voor mij, ja. Ik heb nooit gezegd, zo zou het nooit vertaald mogen worden. Ik heb alleen gezegd waar ik over viel als lezer. Ik heb geprobeerd, en dat kan natuurlijk niet, want als lezer ben je totaal gedeformeerd geraakt, om duidelijk te maken waarom. En dan is het aan anderen om te zeggen of dat klopt of niet. Omdat zinnen, hoe meer je erover nadenkt en hoe meer je durft te veranderen, steeds verder gaan afdrijven van het origineel, en daar schrik je van. Hoe meer je woordelijk vertaalt, dan ziet het er allemaal nog hetzelfde uit. (…)(Hij praat verder over wat ‘losser’ vertalen) En voor je het weet is die zin toch heel anders geworden. En dan denk je: ik ben wel aan het vertalen, ik ben niet zelf aan het schrijven, dus je wordt steeds heen en weer geslingerd. Dat is natuurlijk het klassieke gevecht tussen het origineel en de tekst die er moet komen. Ik pleit er dus heel erg voor om dat wel toe te laten (het afdrijven van het origineel) om niet zo krampachtig te blijven hangen, omdat dat is waardoor ik het niet altijd goed vind. Dat men dus te krampachtig probeert bij het origineel te blijven. En het is natuurlijk moeilijker om ervan weg te … dat doe je niet zomaar, daar moet een reden voor zijn.” 73 Boon noemt vervolgens een voorbeeld waarin het Engelse ‘vehicle’ wordt vertaald met ‘vehikel’ terwijl dat woord naar zijn mening niet in de context past. Er zou beter gekozen kunnen zijn voor ‘auto’ of ‘wagen’. Hij zegt hier verder over: “De essentie van Het verhaal en de woorden was: neem de tijd om te zoeken. Natuurlijk is ‘vehikel’ een Nederlandse vertaling van ‘vehicle’, maar bij elk woord moet je erop bedacht zijn, het kan iets anders betekenen, het kan een ander woord vereisen. En hier hebben we het eigenlijk nog over synoniemen, maar het wordt natuurlijk nog gecompliceerder als het niet meer om synoniemen gaat, maar om woorden die in de velden daar omheen veel beter op zijn plaats zijn in jouw vertaling. En als dat allemaal goed werkt dan glijdt alles in elkaar, dan wordt een tekst een geheel en zijn het niet meer allemaal zinnetjes.” 74 Toen u de tekst schreef, had u het boek toen wel gelezen? “Nee, en wat ik daarmee wilde bewijzen is dat de tekst zelf eigenlijk jouw bron is. En er wordt dus heel vaak gedacht ‘het verhaal is de bron’. Verreweg de meeste verhalen zijn verhalen die 72
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 74 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 73
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
ergens over gaan, dingen die je je kunt voorstellen, situaties, tijdperken. Dus het origineel roept dat alles op en dat moet je allemaal tot je laten komen en proberen met alles wat je aan bagage hebt en als je dat niet hebt moet je het proberen te zoeken of je je daar een voorstelling van kan maken. Dat is een soort kookpan in je hoofd, en dan moet er vanuit je verbeelding dat weer naar het Nederland komen. En heel vaak wordt die stap overgeslagen en gaat het van de tekst naar de tekst. En natuurlijk, je moet altijd met een schuin oog naar de tekst blijven kijken. Maar vanuit je verbeelding kom je tot andere beelden en dan moet je weer gaan kijken (naar de brontekst) kan ik dat dan toch in overeenstemming brengen? Heel vaak kan dat denk ik wel. Maar dan heb je wel een goede zin die bij het beeld past. En dat is ingewikkeld omdat het makkelijker is om gewoon bij de brontekst te blijven.” 75 Het is dus niet zo dat u de brontekst negeert? “Nee, natuurlijk niet. Maar wat ik ook wilde zeggen is dat de meeste mensen helemaal niks met vertalers te maken hebben, die lezen gewoon een boek. En je kunt als vertaler denken: ja maar dit, ja maar dat, maar daar heb je als lezer helemaal niks aan. Als vertaler is je opdracht om er iets moois te maken en je valt door de mand, als je een goede lezer hebt en de tekst is niet goed vertaald, dat lees je in de tekst.” 76 Uit het voorgaande komt duidelijk naar voren dat Adri Boon begrijpt dat het veel makkelijker en veiliger is om dicht bij de brontekst te blijven, maar dat hij van mening is dat je als vertaler creatief moet zijn en moet durven afwijken van de brontekst. Het is belangrijk dat je de lezer voor ogen houdt, deze wil immers gewoon een mooi boek lezen en heeft niks te maken met het feit dat het om een vertaling gaat die voor de vertaler allerlei problemen heeft opgeleverd. Ook gaat Boon ervan uit dat je niet moet vertalen op woord- en zinsniveau, maar dat je moet vertalen vanuit langere periodes, zodat je een verhaal op papier kunt zetten dat vloeiend in elkaar overloopt en niet bestaat uit op zichzelf staande zinnen die geen samenhang vertonen. Een volgend belangrijk punt dat hij aanstipt, is dat het niet de bedoeling is dat je puur van tekst naar tekst vertaald, maar dat je probeert om het beeld dat je voor je ziet wanneer je de brontekst leest, overbrengt in de doeltekst. Stijl Het verweer van de vertalers was dat de stijl van de schrijver van de brontekst ook zo was. “Ja, dat ja ja. Maar wat is dan die stijl die zij wilden behouden? Is dat dan de stijl dat je vehikel zegt in plaats van een gewoon mensenwoord auto of wagen? En dan kun je zeggen, stijl van de schrijver? Nee, competentie van de vertalers, dat vehicle kennelijk in het Engels een gebruikelijk woord is en in het Nederlands niet. En als je dat niet weet, dan moet je er in ieder geval op bedacht zijn: dat klinkt in het Nederlands zo raar, dan moet ik toch even… De stijl van de schrijver, dat is een heel lastig argument.” (…) “Ik vind het heel moeilijk, tuurlijk, stijl, lange zinnen, korte zinnen, baroktaal, dat kan je allemaal zien. Maar wat zij zeggen is dat ik zinnen ombouwde tot zinnen die er ánders stonden. Maar dat is volgens mij de essentie van het vertalen. Niet dat je per se een zin kunt ombouwen, maar je ontkomt er niet aan. En vaak is dat helemaal niet zo ingrijpend.” 77
75
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 77 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 76
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Boon merkt wel op dat het een zeker mate van subjectiviteit bevat om te zeggen: ‘dit is geen goed Nederlands’ en hij daarom de zinnen er heeft uitgepikt waarvan hij goed kon uitleggen wat hij er raar aan vond. Over het argument dat de vertalers de stijl van de auteur wilden handhaven zegt Boon ook nog het volgende: “De stijl van de schrijver, dat maak je mij niet wijs, want het is een goede schrijver. Het is een vooraanstaande schrijver, een schrijver die stilistisch wordt bewonderd. Maar dan moet je dat in het Nederlands ook aannemelijk maken. Als dan heel veel zinnen aantreft waarvan je denkt: dat vind ik een lelijke en rommelige stijl, dan correspondeert dat niet met dat dat zo een ongelooflijk goede schrijver zou zijn.” 78 Boon hamert er meerdere malen op dat het als vertaler belangrijk is om een eigen stijl te ontwikkelen. Hij vindt de stijl van de vertalers van ‘Een lange winter’ een rommelige stijl, waarin geen keuzes worden gemaakt. Hij is van mening dat je een stijl goed of minder goed kunt vinden, maar dat het belangrijk is om een stijl te kunnen ontdekken. Hij noemt Dolf Verspoor als voorbeeld van iemand met een eigen stijl. “En dan kun je dit een goede stijl vinden of niet, maar je kunt hem in ieder geval geen stijl ontzeggen. Dat is iets anders dan een soort onbeholpenheid van de vertaling. Ik heb liever dit, een eigen stijl.” 79 Boon vindt het belangrijk dat je een keuze maakt. Hij stelt leesbaarheid boven getrouwheid aan het origineel, “dat is iets anders dan een soort onbeholpenheid die voorkomt uit een gebrek aan durf. (…) Die tekst maak jij je eigen en jij moet er iets mee, het is onzin om een soort neutrale vertaling te maken, dat kan niet. Als je dan toch ingrijpt, doe het dan goed. Maak er wat van, dat is toch de opdracht. Niet zomaar uit de losse pols, de ene keer dit en de andere keer dat, nee natuurlijk niet. Maar maak er iets van en sta er ook voor. Maak keuzes, dat vind ik veel interessanter, veel spannender, daar heb ik veel meer waardering voor.” 80 Adri Boon geeft aan dat hij ook in zijn lessen aan de vertalersvakschool probeert om mensen een eigen stijl te laten ontwikkelen en “dat ze de ruimte durven te nemen die ze vaak denken niet te hebben en daarna moet je zelf maar zien hoe je vertaalt, maar probeer het. (…) Zeker bij zo’n opleiding moet je uitproberen hoe ver je kan komen, hoe ver je kan gaan. En moet je echt de randen opzoeken. Het is geen pleidooi om zomaar wat te doen, tuurlijk alles wat je doet daar moet een reden voor zijn. Kijk, het makkelijkste is natuurlijk om te vertalen wat er staat, maar het is interessanter om af te wijken. Als je echt bezig bent om een tekst te scheppen, wat in feite een kunstwerk is, laten we het grote woord maar noemen. Nou ja, een kunstwerk eigenlijk niet, want je bent in feite een tussenpersoon met een grote mate van verantwoordelijkheid en ook met een eigen gevoel voor stijl. Dat probeer ik bij de opleiding in ieder geval… .” 81 Hij geeft ook nog aan dat je niet simpelweg aan de hand van regeltjes kunt leren hoe je dingen per definitie kan oplossen, daar zijn literaire teksten te divers voor. “Je moet mensen er in trainen dat je de bugs zoekt in een tekst waarvan je denkt hier moet ik iets mee. Je moet je er in trainen om dat op te merken en steeds bij jezelf nagaan, klopt dit?” 82
78
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 80 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 81 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 82 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 79
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Adri Boon vindt het, zoals gezegd, van het grootste belang dat de vertaler zijn eigen stijl ontwikkelt. Andere kunnen de stijl mooi of minder mooi vinden, maar in ieder geval nooit de vertaler een eigen stijl ontzeggen. Het is belangrijk dat je een keuze maakt. We kunnen uit zijn woorden opmaken dat hij een rommelige stijl waarin geen keuzes worden gemaakt het ergste vindt wat er is. Heel belangrijk is dat hij leesbaarheid boven getrouwheid aan het origineel stelt. Vervolgens spreken we nog met hem over de vertaalbaarheid van teksten. Is vertalen eigenlijk wel mogelijk en kan alles vertaald worden? “Aan de ene kant is er die rare neiging om zo te vertalen dat het eigenlijk onvertaald lijkt. Dat is een soort hoogste streven. Dan kan je je afvragen: waarom? Een vertaalde tekst is een vertaalde tekst, dat staat ook op de kaft. Daar kun je niet aan ontkomen. (…) Eigenlijk kan vertalen niet en eigenlijk wat je doet is maskeren dat het eigenlijk niet kan. Een goede vertaler is erin geslaagd om te doen alsof je kunt vertalen zonder dat de lezer merkt dat het eigenlijk niet kan.” 83 We spreken ook nog over de vraag of het wel zinvol is om sommige teksten te vertalen en of sommige teksten misschien beter niet vertaald kunnen worden omdat er teveel verloren gaat in een vertaling. “In principe kun je alles vertalen, alleen je kunt je afvragen: is het leesbaar? Is het ook leesbaar in de zin van: brengen die woorden en zinnen ook iets op gang in de geest van de lezer. Sommige teksten zijn zo cultuurgebonden (...) Kijk bij literaire werken gaat het ook om het esthetische aspect, het gaat om het verhaal, maar natuurlijk ook om de vorm. En bij heel veel literatuur gaat het natuurlijk vooral om de vorm. En zonder dat je je ervan bewust bent, zijn woorden in elke taal een soort knopjes die een bepaald veld aanboren.” 84 Hij noemt het voorbeeld van vijf december in Nederland: ‘pakjesavond’, en legt uit dat sommige cultuurgebonden begrippen in een andere cultuur niks teweeg brengen. Bij het vertalen verliest dit begrip dus zijn connotatie. “Als dat heel vaak gebeurt in een tekst, dan wordt het een dode tekst. Een tekst kan een hele wereld levend maken en in een vertaling zal een deel daarvan per definitie verdwijnen. En in de meeste gevallen houd je voldoende over om te kunnen genieten van die tekst, maar soms, als er zo ontzettend veel verloren gaat, dan kun je het wel uitleggen, maar je voelt niks. En er zijn natuurlijk boeken die dit in hele hevige mate hebben, waardoor ik dan als uitgeverij zo’n boek toch niet vertalen. Terwijl het misschien een heel goed boek is. En dat wordt, vind ik, veel te weinig onderkend bij de beslissing om boeken te gaan uitgeven.” 85 Vervolgens geeft hij nog zijn mening over hoe deze culturele elementen te verwerken in een vertaling. “Wat doe je dan? Ja, noten daar hou ik niet van. Die trekken je eruit (uit het verhaal) dus die wil ik eigenlijk zo min mogelijk zien. Soms ontkom je er niet aan hoor, maar… Soms kun je het heel elegant oplossen in de tekst, maar soms ontkom je er niet aan.” (…) “Soms staan er in tien zinnen zeven of acht woorden in een andere taal. Maar dat vind ik zelf vervelend als je een boek leest en er staan woorden in waarvan je niet weet hoe je ze uit moet spreken. Dat is vervelend, 83
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 85 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 84
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
je bent een boek in het Nederlands aan het lezen. Dus ik probeer dat dan zoveel mogelijk toch in de tekst op te lossen, anderen kiezen er echt bewust voor om alles te laten staan.” 86 U gaat eigenlijk meer uit van de lezer? “Ja, te veel vreemde termen leest te vermoeiend, terwijl het er eigenlijk om gaat dat je je op het verhaal kunt richten.” 87
Over vertalen in het algemeen zegt hij “eigenlijk kan vertalen niet en wat je doet is maskeren dat het eigenlijk niet kan”. 88 Met betrekking tot de vertaalbaarheid is Adri Boon eigenlijk van mening dat je teksten die te cultureel gebonden zijn niet kunt vertalen, omdat je deze culturele aspecten niet goed of zelfs helemaal niet kunt overbrengen in de doeltekst. Ook kunnen we voorzichtig concluderen dat Adri Boon een voorkeur heeft voor naturaliserend vertalen, aangezien hij aangeeft dat hij probeert om de cultuurgebonden termen “zoveel mogelijk in de tekst zelf op te lossen”. 89
3.5 Wat zijn de interne vertaalpoëtica van Adri Boon? Na het vaststellen van de opvattingen die Boon naar eigen zeggen heeft over vertalen, waren we benieuwd of deze in de vertaalpraktijk ook daadwerkelijk tot uiting komen. Boon gaf aan dat een mooi en correct gebruik van de Nederlandse taal het belangrijkste criterium is voor een goede vertaling. Hij gaf daarbij aan dat hij wel eens (een beetje) afwijkt van de brontekst om zo een goedlopende tekst te krijgen. We hebben ons bij de analyse vooral gefocust op veranderingen die zijn opgetreden door het gebruik van synoniemen, parafrase, het toevoegen of weglaten van informatie en het verkorten of verlengen van zinnen. Verder was het bij deze analyse belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat sommige aanpassingen automatisch optreden, omdat het ene taalsysteem wordt overgezet in het andere. Aan deze ‘verplichte verschuivingen’ hebben we dan ook geen aandacht besteed. We hebben de eerste alinea geanalyseerd van de volgende drie romans: ‘Het oneindige plan’ (‘El plan infinito’) van Isabel Allende, ‘De dochter van de kannibaal’ (‘La hija del caníbal’) van Rosa Montero en ‘Fortunata en Jacinta’ (‘Fortanata y Jacinta’) van Benito Pérez Galdós. ‘Het oneindige plan’ heeft Adri Boon vertaald in 1992 en ‘De dochter van de kannibaal’ in 1999. De geanalyseerde fragmenten zijn terug te vinden in bijlage 1. Gezien het tijdsverschil van zeven jaar, hebben we er dus ook nog op kunnen letten of zijn interne poëtica in de loop van de jaren veranderd zijn. Daarnaast is ‘Fortunata en Jacinta’, vertaald in 2000, een boek dat is geschreven in 1887, en daarmee een zeer oud boek. We waren benieuwd of Boon er bij de vertaling van dit boek daarom een andere stijl op nahoudt. Voor deze analyse hebben we gebruik gemaakt van de strategieën van Andrew Chesterman. 90
86
Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 88 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 89 Interview met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. 87
90 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 243 – 262.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
‘Het oneindige plan’ In ‘Het oneindige plan’ hebben we in de eerste alinea de volgende ‘optionele’ verschuivingen waargenomen:
Regel 1: - In de zin ‘Iban por los caminos del oeste sin prisa y sin rumbo…’ wordt het woord ‘rumbo’, letterlijk ‘koers’ of ‘richting’, vertaald met ‘reisplan’ Chesterman S1: synonymie. 91 - In de zin ‘al signo premonitorio de una bandada de pájaros’ is ‘is signo de‘ is vertaald met ‘omdat ze zagen’ en niet letterlijk met ‘op het waarschuwende teken van’ Chesterman S8: parafrase. 92 - In de zin ‘a la tentación de un nombre desconocido’ is ’a la tentación de’ niet letterlijk vertaald met ‘door de verleiding van’, maar met ‘of aangetrokken werden door’ Chesterman S8: parafrase. 93
Regel 2: - In de zin ‘Los reeves interrumpían su errático peregrinaje’ is ‘errático peregrinaje’ vertaald met ‘zwerftocht’, terwijl ‘peregrinaje’ letterlijk ‘bedetocht’ betekent Chesterman S1: synonymie. 94 - In de zin ‘encontraron a alguien dispuesto a comprar su intangible mercadería is ‘alguien dispuesto a comprar’ niet letterlijk vertaald met ‘iemand bereid om te kopen’, maar met ‘iemand die belangstelling toonde voor’ Chesterman S8: parafrase95 S1: synonymie. 96
Regel 4: - In de zin ‘Así recorrieron el desierto en una y otra dirección’ is ‘en una y otra dirección’ vertaald met ‘kriskras’ in plaats van de letterlijke vertaling ‘de ene en de andere kant op’ Chesterman S1: synonymie. 97
Zin 5: - Deze zin (‘Cuarente y … se pierde’) is in de vertaling in tweeën gesplitst Chesterman G4: verschuiving van eenheid. 98 - In de zin ‘a su espalda los picachos de los cerros y, más abajo, una extensa planicie’ is ‘a su espalda……y, mas abajo…’ vertaald met ‘met achter zich….en beneden zich…’, en niet letterlijk met ‘in zijn rug… en meer naar onder Chesterman S8: parafrase. 99 - In de zin ‘una extensa planicie donde su vista se pierda’ is ‘donde su vista se pierde’ vertaald met ‘onafzienbaar’, terwijl het letterlijk een zin zou zijn in de zin van ‘waar zijn
91 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 92 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 93 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 94 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 95 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 96 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 97 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
98 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 246. 99 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
blik/zicht zich verliest’ Chesterman S8: parafrase. 100
Regel 7: - Deze zin (‘Demora el … a explorar’) is in de vertaling in tweeën gesplitst: na ‘vrede van de avond’ staat er een punt, terwijl er in het origineel na ‘intacta de la tarde’ een komma staat Chesterman G4: verschuiving van eenheid. 101
Regel 10: - In de zin ‘A lo largo de su vida Gregory Reeves sintió en varias ocasiones ese deslumbramiento’ is het werkwoord ‘sentir’ niet vertaald met ‘voelen’ (letterlijk) maar met ‘ondergaan’ Chesterman S1: synonymie. 102
Regel 11: - In deze zin is de uitdrukking ‘y cada vez que tuvo ese chispazo de comprensión’ vertaald met ‘en elke keer als een vonkje begrip op hem oversloeg’, in plaats van letterlijk: ‘ en elke keer als hij dit vonkje van begrip had/kreeg’ Chesterman S8: parafrase. 103
Regel 13: - In de zin ‘Charles Reeves, guiaba a la pequeña tribu con severidad’ is het woord ‘severidad’ vertaald met ‘met strenge hand’ en niet letterlijk met ‘strengheid’ of ‘onverbiddelijkheid’ Chesterman S1: synonymie. 104 - Het woord ‘tribu’ is vertaald met ‘clan’ en niet met ‘stam’ (zou gezien kunnen worden als een modernere vertaling van het woord) Chesterman S1: synonymie. 105
Regel 15: - In de zin ‘Los viajes determinaban la suerte de los Reeves sin alterarles la estabilidad’ wordt het woord ‘la estabilidad’ (dat hier verwijst naar de familie Reeves) vertaald met ‘hechtheid’ en niet met het letterlijke ‘stabiliteit’ Chesterman S1: synonymie. 106 - In diezelfde zin is bovendien de informatie ‘van het gezin’ toegevoegd. In de brontekst staat simpelweg ‘la estabilidad’, terwijl in de vertaling ‘de hechtheid van het gezin’ te lezen is Chesterman PR2: verandering in explicietheid. 107 - In de zin ‘porque las rutinas y las normas eran precisas’ is ‘eran precisas’ vertaald met ‘vastlagen’ en niet met het meer letterlijke ‘waren precies’ Chesterman S8: parafrase. 108
Regel 16: - In de zin ‘Ése fue el único período en que Gregory se sintió seguro’ is ‘van zijn leven’
100 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
101 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 246. 102 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 103 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 104 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 105 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 106 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
107 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 258. 108 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
toegevoegd: ‘Dat was de enige periode van zijn leven waarin Gregory zich zeker voelde’ Chesterman PR2: verandering in explicietheid. 109
Regel 17: - In de zin ‘la realidad comenzó a deteriorarse de manera irreparable’ is de figuurlijke uitspraak ‘la realidad comenzó a deteriorarse’ vertaald met ‘de werkelijkheid begon krom te trekken’ in plaats van met het meer letterlijke: ‘de werkelijkheid begon te verslechteren’ Chesterman S1: synonymie. 110
Conclusie ‘Het oneindige plan’ Adri Boon heeft op veel plekken in de tekst gekozen voor een niet-letterlijke vertaling: hij gebruikt met name parafrases en synoniemen. Tevens splitst hij af en toe een zin of voegt hij informatie toe. Dit heeft geen invloed op de verhaallijn: inhoudelijk verandert hij niets. Wel zorgen de aangebrachte verschuivingen ervoor dat de tekst goed leesbaar is en de zinnen vloeiend in elkaar overlopen. ‘De dochter van de kannibaal’ In ‘De dochter van de kannibaal’ hebben we in de eerste alinea de volgende ‘optionele’ verschuivingen waargenomen:
Regel 1: - In de zin ‘la mayor revelación que he tenido en mi vida…’ is ‘que he tenido’ niet vertaald, er staat namelijk ‘de grootste openbaring in mijn leven’ in plaats van ‘de grootste openbaring die ik in mijn leven heb gehad’ -In de zin ‘la contemplación de la puerta batiente…’ is ‘la contemplación’ vertaald met ‘het kijken naar’ en niet letterlijk met ‘de aanblik/aanschouwing’ Chesterman S8: parafrase. 111
Regel 2: - In de zin ‘del horror, la belleza, y de lo trascendental, la idiotez más completa’ heeft hij woorden toegevoegd, waardoor de zin vloeiender is. Hij heeft dit namelijk vertaald met ‘ dat uit verschrikking schoonheid ontstaat en ernst uitloopt in volmaakte absurditeit’ en niet letterlijk met ‘van de verschrikking, de schoonheid en van het belangrijke, de meest complete krankzinnigheid’ . - In de zin ‘del horror, la belleza, y de lo trascendental, la idiotez más completa’ heeft hij ‘la idiotez mas completa’ vertaald met ‘volmaakte absurditeit’ en niet letterlijk met ‘de meest complete krankzinnigheid’. Chesterman S8: parafrase112 en S1: synonymie. 113
Regel 3: - In de zin ‘la puerta color crema de un vulgar retrete de caballeros’ heeft hij ‘vulgar
109 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 258. 110 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 111 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 112 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 113 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
retrete’ vertaald met ‘herentoilet’, terwijl ‘vulgar retrete’ wanneer het letterlijk vertaald wordt veel platter is. ‘Retrete’ is informeel en betekend ‘wc’ of ‘plee’ en ‘vulgar’ betekend ‘ordinair’ of ‘vulgair’. Chesterman S1: synonymie. 114 - In de zin ‘…no estaba estudiando la analítica transcendental de Kant, ni descubriendo en un labatorio la curación del sida, ni cerrando una gigantesca compra de acciones…’ komt de Spaanse contructie ‘..no…ni…ni…’ voor en dat zou vertaald worden met ‘…niet…noch…noch..’. In de Nederlandse zin is deze constructie niet behouden, en is dit vertaald is met ‘…niet…of…en evenmin..’
Regel 7: - De zin ‘..estábamos en la sala de embarque, esperando la salida de nuestro vuelo..’ is vertaald met ‘..en zaten te wachten op de uitnodiging om aan boord te gaan..’. Dit is geen letterlijke vertaling, een letterlijke vertaling zou namelijk zijn ‘..we zaten in de vertrekhal, te wachten tot onze vlucht zou gaan..’. Chesterman S8: parafrase115
Regel 8: - De zin ‘La gente que va conmigo’ is vertaald met ‘de mensen met wie ik op stap ben’. Dit is geen letterlijke vertaling, letterlijk betekent het namelijk ‘de mensen die met mij mee gaan’. Chesterman S8: parafrase116 - In de zin ‘..lo mismo que mi Perra-Foca..’ is het woord ‘hond’ toegevoegd en vertaald met ‘..net zoals mijn hond Perra-Foca..’, dit woord staat niet in de originele tekst. Chesterman PR3: verandering van informatie. 117 - In de zin ‘…que siempre se afana en mantener unida..’ is ‘se afana’ vertaald met ‘haar best doen’, terwijl dit letterlijk betekent ‘zich uislooft’ of ‘ploegt’. Chesterman S1: synonymie. 118 - In de zin ‘..los amigos con los que salgo’ is ‘con los que salgo’ vertaald met ‘op reis’. Dit is geen letterlijke vertaling, want dit zou zijn ‘met wie ik op stap ga’ en hier is het gegeven gespecificeerd door het word ‘reis’ toe te voegen. Chesterman PR3: verandering van informatie119 en PR2: verandering in explicietheid. 120
Regel 9: - In de zin ‘Soy ese tipo de persona que recuenta con frecuencia..’ is ‘que recuente con frecuencia’ vertaald met ‘die om de haverklap telt’. Dit is niet letterlijk, want ‘recontar’ betekent ‘hertellen’ en ‘om de haverklap’ is een vrije vertaling van ‘con frecuencia’, wat letterlijk ‘met frequentie’ betekent. Chesterman S8: parafrase121 - De zin ‘..que pide que aviven el paso a los que van átras..’ is niet letterlijk vertaald. Het woord ‘avivar’ betekent namelijk ‘prikkelen, aanwakkeren’, maar is hier geparafraseerd en vertaald met ‘ die de treuzelaars opjut om er de pas in te zetten’. Terwijl het letterlijk vertaald zou worden in de trant van ‘ die aan de achterblijvers
114 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 115 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 116 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
117 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 259. 118 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
119 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 259. 120 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 258. 121 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
vraagt om hun tred te versnellen’. Chesterman S8: parafrase. 122 - De zin ‘…todos bien juntos’ is vertaald met ‘op een kluitje’, terwijl de letterlijke vertaling zou zijn ‘allemaal goed bij elkaar’. Bovendien is hier het woord ‘veilig’ aan de zin toegevoegd, welk niet in het origineel staat. Chesterman S8: parafrase123 en PR3: verandering van informatie. 124 - In de originele tekst wordt in de zin ‘Soy ese tipo de persona……bien juntos’ gesproken, wanneer je het letterlijk vertaalt, van een persoon die hertelt, die vraagt, die niet rustig blijft. In de vertaling daarentegen gaat dit halverwege de zin over naar de ik vorm. Chesterman S6: Verandering in distributie. 125
Regel 10: - In de zin ‘Es de comprender que, con semejante talente’ is ‘con semejante talente’ vertaald met ‘ behept met een dergelijke natuur’. De constructie ‘behept met’ is hier toegevoegd, want letterlijk zou het zijn ‘met een dergelijk talent’, tevens is het woord ‘talente’ niet letterlijk vertaald met ‘talent’, maar met ‘natuur’. Chesterman S8: parafrase126 en S1: synonymie. 127 - In de zin ‘…que Ramon se marchase justo cuando…’ is het word ‘justo’ niet vertaald. Dit woord zorgt er in het origineel voor dat er nadruk komt op het feit dat de hoofdpersoon het vervelend vond dat Ramón nou juist op dat moment naar het toilet ging. Deze nadruk is nu verloren gegaan. Chesterman S7: verandering in nadruk. 128
Regel 12: - In de zin ‘..sólo le pedí dos veces que no se retrasara’ is ‘no se retrasara’ vertaald met ‘niet te lang weg moest blijven’, en niet letterlijk met ‘niet te laat moest komen’. Chesterman S8: parafrase. 129
Regel 13: - De zin ‘No tardes, ? eh? No tardes’ betekent letterlijk ‘Blijf niet te lang weg, he. Blijf niet te lang weg’, maar is hier vertaald met ‘Schiet een beetje op, alsjeblieft. Schiet een beetje op’ Chesterman S8: parafrase. 130
Regel 14: - In de zin ‘Le miré mientras cruzaba la sala..’ is vertaald met ‘terwijl hij wegliep’, maar dit is niet letterlijk wat er staat. Letterlijk zou het namelijk zijn ‘terwijl hij de zaal overstak/kruiste’. Chesterman S8: parafrase. 131
122 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 123 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
124 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 259. 125 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 126 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 127 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 128 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
129 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 130 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 131 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Regel 16: - In de zin ‘…y yo aproveché la apariencia enjundia..’ betekent ‘la apariencia enjundia’ letterlijk ‘de diepgaande verschijning’ door Boon is het vertaald met ‘het karaktervolle uiterlijk’ Chesterman S8: parafrase. 132 - In het origineel wordt er in de zin ‘…que le daban los huesos para creer..’ gesproken over ‘los huesos’ (zijn botten) en die komen in de vertaling van de zin niet meer terug en zijn vervangen door ‘dat zijn gestalte hem verleende’ Chesterman S8: parafrase. 133
Regel 17: - In de zin ‘…las cuatro quinta partes de las parejas’ is het woord ‘parejas’ is vertaald met ‘echtparen’, terwijl dit begrip eigenlijk veel breder is en partners in het algemeen omvat en het niet per se om getrouwde paren gaat. Chesterman S1: synonymie. 134
Conclusie ‘De dochter van de kannibaal’ Adri Boon heeft op veel plekken in de tekst gekozen voor een niet-letterlijke vertaling. Vaak heeft hij of een synoniem woord gekozen in plaats van de letterlijke betekenis, of een zin of een deel van de zin geparafraseerd. Ook heeft hij af en toe informatie toegevoegd en de tekst in meerdere of mindere mate expliciet gemaakt. Inhoudelijk heeft hij echter niks aan de tekst veranderd, want het verhaal van de vertaalde tekst komt nog steeds overeen met dat van de brontekst. Het hoofddoel van de veranderingen en verschuivingen lijkt dat ook te zijn dat de tekst een leesbaar en goedlopend geheel is geworden.
‘Fortunata en Jacinta’ In ‘Fortunata en Jacinta’ hebben we in de eerste alinea de volgende ‘verplichte’ en ‘optionele’ verschuivingen waargenomen:
Regel 1: - In de zin ‘Las noticias… me las ha dado’ is ‘me las ha dado’ veranderd in ‘vernam ik van’ in plaats van het letterlijke ‘de vroegste herinneringen gaf … mij’ Chesterman S1: synonymie. 135 - Ook in deze zin, is ‘Iban a las aulas de la universidad’ niet letterlijk vertaald met gingen naar de (college)zalen van de universiteit. Het is hier vertaald met de ‘universiteit bezocht’ Chesterman S1: synonymie. 136
Regel 2: - Deze zin: ‘No cursaban … que dice’ is opgesplitst in drie zinnen Chesterman G4: verschuiving van eenheid. 137 - De constructie ‘aunque se reunían en la cátedra de camus, separábanse en la de Derechohumano’ is niet letterlijk vertaald met ‘hoewel ze gezamenlijk college volgden bij Camus, deden ze romaans recht apart’, maar met maar met ‘wel liepen ze
132 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 133 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254. 134 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 135 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252. 136 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
137 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 246.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
gezamenlijk college bij Camus, maar Romaans recht deden ze apart’ Chesterman G7: verandering in de structuur van de zin. 138
Regel 3: - Deze zin: ‘Ni tenían … que dice’ is opgesplitst in twee zinnen Chesterman G4: verschuiving van eenheid. 139
- De zin ‘no todos tenían el mismo grado de aplicación’ wordt met de synonieme Nederlandse uitdrukking ‘Evenmin legden ze allen dezelfde ijver aan de dag’ vertaald en niet letterlijk met ‘ze hadden niet allemaal hetzelfde toewijdingsgehalte’ Chesterman S1: synonymie. 140
Regel 4: - In deze in wordt ‘envueltos en sus capas y másparecidos a conspiradores’ (letterlijk: ‘gewikkeld in hun capes en meer lijkend op samenzweerders’) vertaald met ‘en gewikkeld in hun capes leken ze meer op samenzweerders’ Chesterman G7: verandering in de structuur van de zin. 141
Regel 5: - In de zin ‘Allí pasaban el rato charlando por lo bajo’ is ‘allí’ (‘daar’), dat verwijst naar de bank waarin ze zaten, weggelaten verandering in explicietheid. - In ‘cuando el catedrático les preguntaba’ (letterlijk: ‘als/wanneer de hoogleraar hen vroeg’) wordt er gekozen voor een leidende vorm: ‘als één van hen een vraag werd gesteld’ en bovendien wordt ‘catedrático’ hier weggelaten Chesterman S6: Verandering in distributie142 en PR2: verandering in explicietheid. 143
Regel 7: - De zin ‘Otras muchas tonterías de este jaez cuenta Villalonga, las cuales no copio por no alargar este relato’ (letterlijk: ‘veel andere grappen van dit soort vertelt Villalonga, welke ik niet kopieer om dit verhaal niet langer te maken’) wordt hier totaal niet letterlijk vertaald. De volgorde van de zin wordt omgegooid, het eerste deel wordt vertaald met ‘Villalonga heeft nog veel meer mooie verhalen’, en het tweede deel ‘las cuales no copio’ als ‘waaraan ik voorbij ga’ en ‘por no alargar este relato’ wordt dan ‘om niet te lang van stof te zijn’. In de meeste gevallen is er sprake van een synonieme uitdrukking, in het laatste geval wordt de explietheid veranderd Chesterman S1: synonymie. 144 en PR2: verandering in explicietheid. 145
138 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 248. 139 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 246. 140 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
141 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 248. 142 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 254 143 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 258. 144 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
145 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 258.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Regel 9: - Deze zin: ‘Todos ellos … San Daniel’ is weer opgedeeld in twee zinnen. Het Spaanse komma + gerundio is een constructie die het Nederlands niet kent. Vandaar waarschijnlijk een punt en vervolgens een werkwoord in de verleden tijd Chesterman G4: verschuiving van eenheid. 146 - Verder wordt de uitdrukking ‘con lo cual se ganó dos bofetadas’ (letterlijk: ‘met hetgeen hij twee meppen won’) vertaald met ‘wat hem twee meppen opleverde’ Chesterman S1: synonymie. 147 - Aan het einde is het woordje ‘overigens’ toegevoegd, dat niet terug te vinden is in de brontekst Chesterman PR2: verandering in explicietheid. 148
Regel 10: - In de zin ‘Pero Villalonga y Santa Cruz lo pasaron peor’ is het signaalwoord ‘pero’ (‘maar’) niet vertaald. Wellicht is dit gebeurd om esthetische redenen weglating.
Regel 11: - In de zin ‘A la sombra me le tuvieron veintitantas horas’ is ‘a la sombra’ (‘in de duisternis/in de nacht’) niet vertaald weglating. - ‘El día 1’1 wordt vertaald als ‘de elfde’, een letterlijke vertaling. Alleen is het in de Spaanse tekst, door het woordje ‘día’ (dag) duidelijk dat het om ‘de elfde van de maand’ (een datum)gaat en in de Nederlandse tekst wat minder Chesterman G1 letterlijke vertaling. 149
Conclusie ‘Fortunata en Jacinta’ Uit de analyse blijkt duidelijk dat Boon voornamelijk zoekt naar synonieme uitdrukkingen en de structuur van de zin soms omgooit om tot goedlopende Nederlandse zinnen te komen die toch dezelfde informatie overbrengen als de Spaanse zinnen. Verder laat Boon soms een woord weg of voegt hij een woord toe om de zin vloeiender te laten lopen. Deelconclusie interne poëtica Na het analyseren van de bronteksten en vertalingen van de drie romans, kunnen we concluderen dat Boon bij het vertalen voornamelijk gebruik maakt van parafrases en synonymie, zodat de doeltekst geschreven is in vloeiende, goedlopende zinnen. Aan de inhoud van de boodschap van de brontekst verandert Boon in principe niets. Tevens splitst hij af en toe een zin om de leesbaarheid te bevorderen. Ook hebben we een aantal keer gezien dat Boon ‘informatie’ en woorden toevoegt of weglaat als hij dat beter acht. Bij het weglaten van woorden/informatie, betreft het altijd informatie die ook begrepen kan worden als het desbetreffende woord wordt weggelaten. Als er informatie of woorden worden toegevoegd, betreft het vaak een herhaling van een woord uit de vorige zin (om het geheugen van de lezer wat op te frissen) of een pragmatisch partikel. Het hoofddoel van de verschuivingen lijkt te zijn dat de tekst een leesbaar en goedlopend geheel wordt. 146 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 246. 147 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 252.
148 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 258. 149 Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 245.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
3.6 Komen Adri Boon’s interne- en externe vertaalpoëtica overeen? In gesprekken of artikelen over vertalen geeft Adri Boon aan dat hij zich bij het vertalen sterk richt op de lezer en je daarom mag afwijken van de brontekst om zo een goedlopende en leesbare tekst op papier te zetten. Een belangrijk criterium voor het maken van een goede vertaling is volgens hem dat deze is geschreven in correct Nederlands. Je kunt hierbij als vertaler niet zin voor zin vertalen, maar moet naar het grotere geheel kijken. Boon vindt het belangrijk dat je als vertaler een eigen stijl ontwikkelt en je daarbij consequente keuzes maakt. In de analyse van drie vertalingen hebben wij geconcludeerd dat Boon inderdaad af en toe afwijkt van het origineel om de tekst goed te laten lopen en in correct Nederlands te schrijven. Hij maakt hierbij voornamelijk gebruik van parafrases, synonymie, weglating en toevoeging en het opsplitsen van zinnen. Hierbij verandert hij niet zozeer iets aan de inhoud van het verhaal als wel aan de taal: door het gebruik van bijvoorbeeld synoniemen en het herformuleren van zinnen, zorgt hij er juist voor dat aan het verhaal niets veranderd wordt, maar dat het wel goed wordt overgebracht in vloeiend Nederlands. Zijn interne poëtica komen dus overeen met zijn externe. Natuurlijk zijn wij ons er wel van bewust dat een analyse van een vertaling nooit helemaal objectief is. Wij zijn van mening dat Boon op een vloeiende en correcte manier Nederlands schrijft en daarbij geen afbreuk doet aan de brontekst, maar we realiseren ons dat persoonlijke voorkeur hierbij een rol speelt. Het is niet objectief vast te stellen of een tekst vloeiend is geschreven en hetzelfde effect heeft als de brontekst.
3.7 DEELCONCLUSIE Adri Boon gaat niet bewust uit van bepaalde wetenschappelijk ideeën, mede omdat hij vindt dat de vertaalwetenschap en de vertaalpraktijk te ver uit elkaar liggen. Hij leest wel af en toe wetenschappelijke artikelen, maar vindt eigenlijk alleen de descriptieve artikelen van nut. Zijn grote voorbeeld is August Willemsen die volgens Boon dan wel geen wetenschapper was, maar wel een wetenschappelijke geest had. Over de vertaalwetenschap zegt hij dat deze voortdurend probeert om het begrip vertalen te beschrijven en alles in systemen te vangen, terwijl een vertaler vaak met hele andere dingen bezig is. Vaak heeft een vertaler niks aan de theorieën bij het oplossen van concrete problemen. Vertalen ziet hij bovendien niet als iets puur systematisch, maar als iets intuïtiefs. Opvallend is dat hij het vertaalproces meerdere malen vergelijkt met het schrijfproces. Naar eigen zeggen richt Adri Boon zich bij het vertalen sterk op de lezer. Hij ziet de brontekst niet als heilige tekst die absoluut letterlijk moet worden weergegeven in de doeltekst. Voor Adri Boon is het belangrijkste criterium voor een goede vertaling, dat deze is geschreven in correct Nederlands. Tevens moet deze leesbaar zijn en op zichzelf staan. Een volgend punt is dat Boon vindt dat, net als bij het schrijven van een boek, op een gegeven moment (na de eerste versie) de woorden vanzelf komen en het verhaal zich vanzelf vormt. Tevens merkt Boon op dat je als vertaler van het origineel moet durven afwijken, omdat je niet van tekst naar tekst zou moeten vertalen, maar nog een tussenstap moet maken, namelijk de gebeurtenissen van het verhaal voor je zien en deze beelden vertalen naar de doeltekst. Belangrijk hierbij is dat je niet vertaalt op woord –en zinsniveau, maar vanuit grotere periodes in het boek. Hij vindt de lezer het belangrijkst en daarmee dat deze een mooi en goed geschreven boek voorgelegd moet krijgen. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Over het begrip stijl zegt Boon dat het belangrijk is dat een vertaler een keuze maakt voor een bepaalde stijl. Het ergste wat er is, is een rommelige stijl waarin geen keuzes worden gemaakt. Een andere belangrijke opvatting is dat hij leesbaarheid boven getrouwheid aan het origineel stelt. Ten slotte merkt hij nog op dat vertalen eigenlijk niet kan en de vertaler maskeert dat het eigenlijk niet kan. Over de vertaalbaarheid van cultuurgebonden teksten, zegt hij dat teksten die te cultuurgebonden zijn niet vertaald zouden moeten worden. Wat betreft deze cultuurgebonden elementen, kunnen we voorzichtig concluderen dat Adri Boon een voorkeur heeft voor naturaliserend vertalen, aangezien hij aangeeft dat hij probeert om de cultuurgebonden termen zoveel mogelijk in de tekst zelf op te lossen. Aan de hand van onze analyse van drie vertalingen, hebben we kunnen concluderen dat Boon’s interne poëtica overeenkomen met zijn externe. Ook in zijn interne poëtica komt naar voren dat hij de nodige aanpassingen maakt om een goedlopende tekst op papier te zetten die is geschreven in correct Nederlands.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Hoofdstuk 4: Receptie 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk gaan we kijken naar de receptie van de door Adri Boon vertaalde werken, met de bedoeling om hier een zo gedetailleerd mogelijk beeld van te geven en tevens te kijken welke invloed de receptie van zijn werken heeft op zijn positie in de vertaalwereld. We zullen hierbij uitgaan van de volgende deelvraag:
Hoe is de receptie van het werk van Adri Boon? Om deze deelvraag zo nauwkeurig mogelijk te beantwoorden hebben we tevens een aantal subvragen opgesteld. Deze vragen zijn als volgt: - Zijn er hervertalingen gemaakt van zijn vertaalde werken? - Hoe oordelen vertaalcritici over zijn vertalingen? - Waarom wordt hij dé vertaler van Isabel Allende genoemd?
4.2 Zijn er hervertalingen gemaakt van zijn vertaalde werken? Er zijn geen hervertalingen gemaakt van de vertaalde werken van Adri Boon, maar hij heeft wel zelf het werk ‘Miauw’ van Benito Pérez Galdós hervertaald.
4.3 Hoe oordelen vertaalcritici over zijn vertalingen? In de recensies over de boeken die door Adri Boon vertaald zijn wordt over het algemeen weinig gezegd over de kwaliteit van de vertaling zelf. Vaak worden de kwaliteiten van de schrijver geroemd, het verhaal besproken en iets gezegd over de stijl van het boek, maar wordt de vertaler niet genoemd. Het lijkt alsof veel recensenten zich er niet van bewust zijn een vertaling te lezen. Als zij het hebben over de schrijfstijl van de auteur, hebben ze het immers eigenlijk deels over de schrijfstijl (en dus de kwaliteiten) van de vertaler. Opvallend is dat recensent Ger Groot (NRC Handelsblad) vaak wel iets zegt over de vertaler. Daarom is een aanzienlijk deel van de door ons gevonden recensies van zijn hand. Daar waar er wel specifiek iets wordt gezegd over de vertaler of de vertaling, betreft het meestal een paar of zelfs slechts een enkele zin, zoals het geval is in de volgende recensies. In deze recensie van Jan Baes in Leesidee wordt met veel lof gesproken over ‘het meesterwerk’ van Benito Pérez Galdós: ‘Fortunata en Jacinta’. Aan het einde van het stuk wordt kort iets gezegd over de vertaling. “Fortunata en Jacinta benadert die nagestreefde perfectie, een even sterke als charmante roman, geschreven in een superieur en heerlijk ironiserend proza dat moeiteloos pendelt tussen Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
humor en drama. En dat -- gelukkig voor ons -- prachtig en in vloeiend Nederlands werd omgezet door Adri Boon”.150 In zijn recensie in NRC Handelsblad over de roman ‘Bomarzo’ van Manuel Mujica Lainez, is Ger Groot zeer lovend. Hij is ook zeer te spreken over de vertaling van het boek door Adri Boon. “Mujica Lainez is niet alleen een begenadigd verteller maar ook een kunstenaar van de sensualiteit, die zijn lezers de wereld die hij beschrijft laat smaken, voelen en ondergaan met een rijkdom van uitdrukkingen en vocabulaire die in de uitmuntende vertaling van Adri Boon niets aan plasticiteit verloren heeft”. 151 Ger Groot is in zijn recensie van ‘Miauw’ enthousiast over het boek en ook over het feit dat uitgeverij Menken, Kasander & Wigman besloten heeft om eindelijk zeven titels te gaan vertalen van de grootste Spaanse schrijver van de 19e eeuw Benito Pérez Galdós. Ook is hij positief over de vertaling van ‘Miauw’ door Adri Boon. “Pas met het groots opgezette project van uitgeverij Menken Kasander & Wigman dat uiteindelijk zeven titels moet omvatten, kreeg Pérez Galdós in Nederland de erkenning die hem toekomt. De uitgave van zijn magnum opus Fortunata en Jacinta (besproken in Boeken, 22.09.00) vormde daarin het hoogtepunt. Nu is er de hervertaling van Miau door Adri Boon, onder de correcte Nederlandse titel Miauw. (…) Met Villaamils zelfmoord in het laatste hoofdstuk maakt Pérez Galdós zich los van de satire. De onverbeterlijke leeghoofdigheid van dofia Pura steekt daartegen even wrang af als de met verkneukeling beschreven dorknopermuizenissen van Villaamils voormalige collega's. Dat contrast maakt Miauw - net als de vorige delen van de reeks door Adri Boon geïnspireerd vertaald - tot een van Pérez Galdós' meest beklijvende romans”. 152 In zijn recensie van de roman ‘Fortunata en Jacinta’ van Benito Pérez Galdós in NRC Handelsblad is Peter Verstegen erg lovend over de schrijver en over het feit dat er nu zeven romans naar het Nederlands worden vertaald (‘het project”). Ook geeft hij kort een oordeel over de vertaling door Adri Boon. ”Anderhalf jaar geleden maakte dit project een wat ongelukkige start met de vertaling van de korte roman Marianela, die voor het werk van Pérez Galdós niet erg representatief is. Met de uitgave van Fortunata en Jacinta, dat door Adri Boon sprankelend vertaald werd, heeft Pérez Galdós in Nederland eindelijk de plaats gekregen die hij verdient.” 153
150
Baes, Jan, “Naamloos”, Leesidee, nr. 10, 21 dec., 2000. Artikel te lezen op website http://www.xs4all.nl/~menken/pefo.html, bezocht op 2 december 2010 151 Groot, Ger, “Monsterlijk geheimschrift; de beeldentuin van Bomarzo”, NRC Handelsblad, 8 aug., 1997. Artikel te lezen op website, http://www.xs4all.nl/~menken/mubo-nrc.html, bezocht op 2 december. 152 Groot, Ger, “Spanje krijgt een schop”, NRC Handelsblad, 30 mei, 2003. Artikel te lezen op website, http://www.nrcboeken.nl/recensie/spanje-krijgt-een-schop, bezocht op 2 december 2010. 153 Groot, Ger, “Straf voor de Spaanse burger”, NRC Handelsblad, 22 sep., 2000. Artikel te lezen op website, http://www.nrcboeken.nl/recensie/straf-voor-de-spaanse-burger, bezocht op 2 december 2010. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
In zijn column van 21 januari 2010 in Trouw, schrijft Ger Groot een artikel over vertalen. Hij bespreekt het feit dat vertalingen vaak als tweede keus worden beschouwd en men liever het origineel leest. Vertalers krijgen weinig credits en zijn vaak alleen zichtbaar als ze fouten maken. Hij geeft toe zich zelf ook altijd schuldig te hebben gemaakt aan een zekere vorm van snobisme ten opzichte van vertalers en vertalingen. Echter, hij is tot inkeer gekomen en noemt het belang van vertalingen. Aan het eind van het artikel noemt hij de vertaling van Adri Boon van ‘Boeken branden slecht’ van Manuel Rivas, dat hem van gedachten heeft doen veranderen. Hij was begonnen het origineel te lezen, maar had het weggelegd omdat hij er niet doorheen kwam. Na het lezen van de vertaling van Adri Boon, noemt hij het boek ‘een van de beste romans die ik het afgelopen jaar gelezen heb’. “Van die waarheid werd de snob in mij zich onlangs opnieuw pijnlijk bewust. Ik las een boek in vertaling dat ik ooit in de oorspronkelijke taal begonnen was: nota bene de taal die ik dagelijks in mijn huiselijke omgeving spreek. Ik had het weggelegd, vond het weinig samenhangend en krachteloos. De aankondiging dat er een Nederlandse uitgave aankwam, verbaasde mij. Als recensent moest ik opnieuw aan het boek beginnen, nu in het Nederlands. Het bleek een van de beste romans die ik in het afgelopen jaar heb gelezen. Het heet 'Boeken branden slecht' en werd geschreven door de Spaans-Galicische auteur Manuel Rivas. Door Adri Boon werd het prachtig in het Nederlands vertaald.”154 In zijn recensie ‘Van verveling gaat hier niemand dood’ is Sander de Vaan lovend over het boek ‘De Madonna van de moordenaars’ van de Colombiaanse schrijver Fernando Vallejo. Ook is hij positief over de vertaling door Adri Boon. “Als ontboezeming van een even verbijsterende als razende Colombiaan is De madonna van de moordenaars buitengewoon geslaagd. Dat het ook in het Nederlands zo overrompelend werkt, is mede de verdienste van Adri Boon. Zijn vertaling doet volstrekt recht aan Vallejo's haast wanhopige scheldkanonnade op de mensheid in het algemeen en de Colombianen in het bijzonder.”155 We hebben ook één recensie kunnen vinden, geschreven door Peter Swanborn in De Volkskrant, waarin een kritisch oordeel wordt gegeven over het nawoord van Adri Boon bij het toneelstuk ‘De zeevaarder’ van de Portugese dichter Fernando Pessoa. Over Boon’s vertaling wordt verder met geen woord gerept. Peter Swanborn schrijft in zijn artikel “Wees veelvuldig”:
154
Groot, Ger, “Waarom is vertalen zo goed?”, Trouw, 21 jan., 2010. Artikel te lezen op website, http://www.boekvertalers.nl/2010/01/25/waarom-is-vertalen-zo-goed/#more-4503, bezocht op 2 december 2010. 155 De Vaan, Sander, “Van verveling gaat hier niemand dood”, De Volkskrant, 25 jun., 1999. Artikel te lezen op website, http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2676/Cultuur/archief/article/detail/539316/1999/06/25/Van-vervelinggaat-hier-niemand-dood.dhtml, bezocht op 2 december 2010. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
“Toch is het een lust om het te lezen (waarschijnlijk meer dan om het in het theater opgevoerd te zien) en des te vreemder is het dat vertaler Adri Boon in zijn nawoord weinig goeds over het stuk te zeggen heeft en dat hij de humor ervan niet lijkt in te zien”. 156
Afgezien van het feit dat Adri Boon’s vertalingen vrijwel altijd goed ontvangen worden, heeft hij tijdens zijn loopbaan nog geen prijzen gewonnen voor zijn vertalingen of zijn hele oeuvre. 4.4 Waarom wordt Adri Boon dé vertaler van Isabel Allende genoemd? Adri Boon werd tijdens het inleidende college van de cursus Vertaling, Cultuur & Wetenschap op 15 november 2010 door Cees Koster neergezet als dé vertaler van Isabel Allende. Omdat dit in de literatuur verder nergens terug te vinden is, hebben we Adri Boon deze vraag per e-mail voorgelegd. In zijn antwoord schrijft hij hierover het volgende: “'Dé vertaler van Isabel Allende is te veel eer. Het bekendste boek (Het huis van de geesten) is vertaald door Saskia Otter. Giny Klatser heeft drie titels voor haar rekening genomen, dan kom ik, met twee titels, dan Brigitte Coopmans, ook met twee titels (als ik me niet vergis) en de laatste drie, vier romans zijn vertaald door Rikkie Degenaar... dus op 'de' vertaler van I.A. kan ik op geen enkele manier aanspraak maken (en wil dat ook niet). Na Het huis met de geesten is Paula misschien de meest succesvolle roman van Isabel Allende. En die roman heb ik toevallig vertaald. Vandaar dat wellicht daardoor mijn naam met haar boeken verbonden is.” 157 Uit het feit dat we in geen enkele bron hebben kunnen terugvinden waarin staat dat Adri Boon wordt gezien als dé vertaler van Isabel Allende, gezien het geringe aantal boeken van Allende die Boon vertaald heeft en de reactie van Boon zelf, die aangeeft deze ‘titel’ te veel eer te vinden, kunnen we concluderen dat Boon niet als ‘dé vertaler van Allende’ wordt beschouwd.
4.5 DEELCONCLUSIE In recensies over vertaalde romans, wordt maar weinig aandacht besteed aan het werk van de vertaler. Van alle door ons gevonden recensies over werken die vertaald zijn door Adri Boon waren er meer waarin niks werd gezegd over de vertaler/vertaling dan waarin wel iets werd opgemerkt. Daar waar wel iets wordt gezegd over de vertaling, gebeurt dat vaak in één à twee regels. De meeste recensies die we vonden zijn afkomstig uit NRC Handelsblad, De Volkskrant en Trouw. Adri Boon krijgt alleen maar positieve reacties op zijn vertalingen, vooral van Ger Groot, recensent voor NRC Handelsblad, die zijn schrijfstijl vaak roemt. Wij hebben geen aanwijzingen kunnen vinden dat er boeken, vertaald door Adri Boon hertaald zijn. Dit zou iets kunnen zeggen over de goede kwaliteit van zijn vertalingen, maar kan ook te maken hebben met het feit dat zijn vertalingen natuurlijk nog niet zo oud zijn. Ten slotte concluderen wij dat Adri Boon niet als dé vertaler van Isabel Allende wordt gezien, gezien het feit dat hiervoor, na literatuuronderzoek, geen aanwijzingen gevonden zijn, dat hij 156
Swanborn, Peter, “Wees Veelvuldig”, De Volkskrant, 4 sep., 2001. Artikel te lezen op website, http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/580416/2001/09/04/Weesveelvuldig.dhtml, bezocht op 2 december 2010. 157 Boon, Adri, E-mail aan Nanda Thuring, 12 januari, 2011. Bijlage 10. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
slechts twee boeken van de Argentijnse schrijfster heeft vertaald en Boon zelf ook aangeeft geen aanspraak te kunnen maken op deze titel.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Hoofdstuk 5: Adri Boon’s positie in het vertaalveld. Om de positie van Adri Boon in het vertaalveld vast te stellen, zullen we nu antwoord geven op onze hoofdvraag, namelijk:
Is Adri Boon (semi-)(on-)afhankelijk? Het antwoord op deze vraag zullen we afleiden aan de hand van de coördinaten die Cees Koster ons tijdens het college van 13 december 2010 voorlegde. Deze coördinaten luiden als volgt: -
Keuzevrijheid selectie teksten Relaties uitgeverijen/bronauteurs Poëtica: dominant t.o. afwijkend Zichtbaarheid ‘ook-vertalerschap’ Subsidies
Uit onze analyse van zowel het oeuvre als de habitus van Adri Boon is gebleken dat hij geen echte keuzevrijheid heeft wat betreft het kiezen van de romans die hij vertaalt. Om te beginnen heeft Adri Boon geen eigen schrijver waarvan hij het hele oeuvre of een groot deel daarvan heeft vertaald. Boon gaf in het interview ook niet aan graag een ‘eigen schrijver’ te hebben, maar toch geeft dit aan dat hij niet een heel prominente plek inneemt in het vertaalveld: uitgeverijen stappen niet direct naar hem toe voor de vertaling van bepaalde werken van auteurs die hij eerder heeft vertaald. Boon wordt wel door uitgeverijen benaderd om romans voor hen te vertalen (hij hoeft er niet zelf om te vragen) en staat dus als literair vertaler wel dusdanig bekend in de vertaalwereld dat hij niet om werk verlegen zit. Ook mag hij werken van grote namen vertalen. Dit neemt niet weg dat de uitgeverijen hierin hun eigen weg gaan en zij degenen zijn die bepalen welke werken er vertaald moeten worden. Zo gaf Boon tijdens het interview aan dat hij ook erg graag weer Portugese boeken zou willen vertalen, maar dat uitgeverijen hem geen Portugese werken aanbieden, omdat hij vooral Spaanse werken op zijn naam heeft staan. De uitgeverijen zijn vergeten dat Boon ook uit het Portugees vertaalt en hij heeft dus zelf niet genoeg invloed om te kunnen zorgen dat hij ook weer Portugese literatuur mag vertalen. Verder gaf hij aan dat de relaties tussen de uitgeverijen onderling tegenwoordig erg goed zijn en men meestal al weet welke boeken er vertaald moeten worden, voordat de originelen überhaupt in de winkel liggen in het land van oorsprong. Voor een groot deel ligt het dus al vast wat er wel en niet vertaald gaat worden. Het is niet eenvoudig om zelf een werk aan te dragen, maar uit de door onze medestudenten verstrekte informatie blijkt dat vertalers als bijvoorbeeld Simon Vinkenoog en Hugo Claus er wel in slaagden om de werken te vertalen die ze zelf aandroegen. Vergeleken met deze grote namen, neemt Adri Boon toch een veel bescheidenere positie in het vertaalveld in. Adri Boon heeft voor heel veel verschillende uitgeverijen vertaald en voor zowel grote als kleine uitgeverijen. Hij is wat betreft zijn werkvoorziening niet afhankelijk van één of twee uitgeverijen, maar krijgt vanuit allerlei hoeken werk aangeboden en hoeft niet zelf op uitgeverijen af te stappen om aan werk te komen. Uit de analyse blijkt dat hij de meeste boeken voor grote uitgeverijen heeft vertaald. In het interview daarentegen, gaf hij aan het liefst voor kleine uitgeverijen te werken, omdat je meer persoonlijk contact hebt met de uitgeverij en meer invloed hebt. In de praktijk blijkt echter dat hij het (nog) niet heeft kunnen verwezenlijken om Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
alleen maar voor kleine uitgeverijen te vertalen en zijn de meeste van zijn vertalingen uitgegeven door grote uitgeverijen. Zo heeft hij de meeste boeken vertaald voor de grote uitgeverijen De Geus, De Arbeiderspers en de Wereldbibliotheek. Hij gaf Menken, Kasander & Wigman als voorbeeld van een uitgeverij waarmee hij een goede relatie heeft, maar uit onze gegevens blijkt dat het hem niet gelukt is om een vaste vertaler te worden van deze uitgeverij (hij heeft voor deze uitgeverij vier boeken vertaald). Wat betreft Boon’s poëticale opvattingen hebben we kunnen concluderen dat hij sterk lezersgericht is: hij vindt dat je af en toe mag afwijken van het origineel om een goed leesbare en vloeiende tekst op papier te krijgen en het is heel belangrijk dat een tekst geschreven is in correct Nederlands. Als we deze opvattingen plaatsen in de context van de heersende vertaalpoëtica, dan kunnen we concluderen dat Boon geen afwijkende vertaalopvatting heeft. Vroeger had men de opvatting dat een vertaler zo letterlijk mogelijk moest vertalen, maar tegenwoordig worden Boon’s opvattingen over vrijer en creatief vertalen door heel veel vertalers en vertaalwetenschappers gedeeld. Adri Boon houdt ook altijd de brontekst wel in de gaten wanneer hij vertaalt en maakt er niet compleet zijn eigen verhaal van. Hij is ondanks zijn redelijk vrije vertaalstijl dan ook een echte vertaler en hij heeft geen schrijvers ambities. Boon is in het vertaalveld niet erg zichtbaar, omdat hij eigenlijk maar één poëticaal artikel heeft geschreven en zich verder niet echt mengt in het vertaaldebat. Hij geeft zelf aan de publiciteit niet uit zichzelf op te zoeken. Wel deelt hij zijn poëticale opvattingen met zijn studenten op de VertalersVakschool, waar hij docent is. In het literaire veld is hij wel redelijk zichtbaar, aangezien hij een aantal artikelen over literatuur en schrijvers heeft geschreven en soms ook spreekt op symposia en congressen. De hoofdbezigheid van Boon is duidelijk vertalen en hij heeft daarnaast geen literaire werken geschreven, noch heeft hij hier de ambitie voor. Wel heeft hij, zoals hierboven al vermeld, een aantal artikelen over literatuur geschreven. Bovendien is hij sinds een paar jaar werkzaam als docent bij de VertalersVakschool. Gedurende zijn loopbaan heeft Adri Boon veel subsidie ontvangen van het Fonds voor de Letteren. In zijn beginjaren, toen hij nog niet echt was geïntegreerd in de vertaalwereld, waren dit geen grote bedragen (de eerste keer was dit iets meer dan fl. 1000, -), maar na die beginjaren heeft hij structureel genoeg geld ontvangen om rond te kunnen komen van het literair vertalen. We zullen nu in het kort per coördinaat een eindoordeel vellen, met het oog op Adri Boon’s positie in de vertaalwereld: -
-
Keuzevrijheid selectie teksten: Adri Boon heeft geen keuzevrijheid, maar hij staat wel zo goed bekend dat hij genoeg werk heeft. Relaties uitgeverijen/bronauteurs: Adri Boon werkt voor veel verschillende uitgeverijen, maar hij heeft geen vaste uitgeverij. Hij moet voor verschillende uitgeverijen werken om aan genoeg opdrachten te komen. Poëtica: dominant t.o.v. afwijkend: Dominant. Zichtbaarheid: in het vertaalveld redelijk laag, maar hij is niet onzichtbaar. ‘ook-vertalerschap’: zijn hoofdbezigheid is vertalen, hoewel hij er wel een aantal dingen naast doet. Hij schrijft geen literaire teksten. Subsidies: hij ontvangt veel subsidies van het Fonds voor de Letteren.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Conclusie: Semi-afhankelijk. Wij concluderen dat Adri Boon als vertaler semi-afhankelijk is. We maken dit op uit het feit dat hij alleen in opdracht werkt, de dominante vertaalpoëtica volgt, een redelijk lage zichtbaarheid heeft, geen andere literaire activiteiten ontplooit en wel in aanmerking komt voor subsidies. Wat betreft het hebben van exclusieve rechten op werk van bepaalde auteurs, komt de positie van Boon niet overeen met die van een semi-afhankelijke vertaler, aangezien hij deze rechten niet heeft. Wat dit betreft komt hij meer overeen met een afhankelijke vertaler. Daar staat echter tegenover dat hij meer subsidies ontvangt dan een semi-afhankelijke vertaler en wat dat betreft onder semi-onafhankelijk valt. Hij is dus niet volledig in één van de categorieën in te passen, maar zijn positie in het vertaalveld komt het meest overeen met die van semiafhankelijke vertaler.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Bibliografie Vertaalde romans: Aira, César, De nachtelijke invallen van ambtenaar Varamo, De Geus, Breda, 2007. Alice Barroso, Maria, Wie vermoorde Pacífico?, De Geus, Breda, 1995. Alice Barroso, Maria, Zeg zijn naam en ik vermoord hem, Epo, Berchem, 1994. Alice Barroso, Maria, Zeg zijn naam en ik vermoord hem,De Geus, Breda, 1994. Alice Barroso, Maria,Zeg zijn naam en ik vermoord hem, De Geus, Breda, 1996. Allende Isabel, Het oneindige plan, 1e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1992. Allende Isabel, Het oneindige plan, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1996. Allende Isabel, Het oneindige plan, 15e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2000. Allende Isabel, Het oneindige plan, 20e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2004. Allende Isabel, Het oneindige plan, 20e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2005. Allende, Isabel, Paula, 1e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1994. Allende, Isabel, Paula, 5e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1995. Allende, Isabel, Paula, 8e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1995. Allende, Isabel, Paula, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1996. Allende, Isabel, Paula, 15e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1998. Allende, Isabel, Paula, 20e druk, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2002. Allende, Isabel, Paula, Stichting Uitgeverij XL, Den Haag, 2004. Allende, Isabel, Paula, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2005. Allende, Isabel, Paula, Muntinga, Amsterdam, 2005. Allende, Isabel, Paula, 7e druk, Wereldbibliotheek , Amsterdam, 2009. Allende, Isabel, Paula, 7e druk, Muntinga Pockets, Amsterdam, 2009. `Angels Anglada, Maria, De vioolbouwer van Auswitsch, De Geus, Breda, 2010. Arias, Juan, Coelho, Paulo, Paulo Coelho: De bekentenissen van een pelgrim, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2002. Barba, Andrés, Het zusje van Katia, 1e druk, De Bezige Bij, Amsterdam, 2003. Barba, Andrés, Het zusje van Katia, 2e druk, De Bezige Bij, Amsterdam, 2008. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Birmajer, Marcelo, Drie Argentijnse musketiers, De Geus, Breda, 2004. Cercas, Javier, Sneller dan het licht, De Geus, Breda, 2006. Cercas, Javier, De soldaten van Salamis, De Geus, Breda, 2003. Cercas, Javier, Motief, De Geus, Breda, 2006. Company, Flavia, Geef me genot, De Geus, Breda, 2002. Costa Gomes, Luísa, Het leven van Ramon, Meulenhoff, Amsterdam, 1993. Costa Gomes, Luísa, Het leven van Ramon, Stichting Uitgeverij XL, Den Haag, 1995. Cozarinsky, Edgardo, Emigrantenhotel, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2004. Dalí, Salvador, Mijn impressie en persoonlijke herinneringen:dagboek 1919-1920, Menken, Kasander & Wigman, Leiden, 1995. Espinosa, Miguel, Stuitende burgers, 1e druk, Menken, Kasander & Wigman, Den Haag, 1993. Espriu, Salvador, Laia: tableau van verdwenen schaduwen van de Mare Nostrum, 1e druk, Menken, Kasander & Wigman, Den Haag, 1995. Felinto, Marilene, De vrouwen van Tijucopapo, Van Gennep, Amsterdam,1999. Felinto, Marilene, De vrouwen van Tijucopapo, Novib, Den Haag, 1999. Felinto, Marilene, De vrouwen van Tijucopapo, NCOS, Brussel,1999. Fortes, Susana, Teder verraad, De Geus, Breda, 2001. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 1e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 1994. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 1e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 1995. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 8e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 1997. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 11e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 2000. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 13e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 2002. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 14e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 2007. García Márquez, Gabriel, Over liefde en andere duivels, 15e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 2008. Glez, Montero, Als de nacht dwingt, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2007. Iparraguirre, Sylvia, Vuurland, De Geus, Breda, 2001. Marsé, Berta, De magische mossel, Signatuur, Utrecht, 2007. Maturana, Andrea, Kwetsbaarheden, Arena, Amsterdam, 1999.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Mendicutti, Eduardo, Bulgaarse minnaars, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1992. Mendoza, Eduardo, Blijspel in Barcelona, Vassallucci, Amsterdam, 1998. Mendoza, Eduardo, Blijspel in Barcelona, 3e druk, Pandora, Amsterdam, 2000. Mercè Roca, Maria, Solo voor een macho, Arena, Amsterdam, 1995. Merino, Olga, Rode as, Querido, Amsterdam, 2001. Moncada, Jesús, Het jaagpad, Meulenhoff, Amsterdam, 1992. Montero, Rosa, De dochter van de kannibaal, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1999. Mujica Lainez, Manuel, Bomarzo, 1e druk, Menken, Kasander & Wigman, Leiden, 1996. Muñoz Molina, Antonio, Sefarad: Het boek der ballingen, De Geus, Breda, 2003. Muñoz Molina, Antonio, Carlota’s minnaar, De Geus, Breda, 2007. Mutis, Álvaro, Zee en aarde : de omzwervingen van Maqroll el Gaviero, 1e druk, De Geus, Breda, 2009. Pérez Galdós, Benito, Fortunata en Jacinta: Het verhaal van twee echtgenotes, Menken, Kasander & Wigman, Leiden, 2000. Orejudo, Antonio, Dopersvuur, 1e druk, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2007. Pérez Galdós, Benito, Miauw, Menken, Kasander & Wigman, Leiden, 1997. Perucho, Juan, Een ridderroman, Bakker, Amsterdam, 1992. Pessoa, Fernando, De zeevaarder, 2001 (Dit toneelstuk is wel vertaald, maar niet uitgegeven). Pla, Joseph, Het grijze schrift, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1993. de Queiroz, Eça, De relikwie: over de ongemeen naakte werkelijkheid, de doorschijnende mantel van de fantasie, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1989. de Queiroz, Eça, Het vergrijp van vader Amaro, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1990. Rentes de Carvalho, Jose, Montedor, De Arbeiderspers, Amsterdam, 1988. Restrepo, Laura, Delirium, 1e druk, Sijthof, Amsterdam, 2006. Restrepo, Laura, Delirium, 2e druk, Poema Pocket, Amsterdam, 2009. Rivas, Manuel, Boeken branden slecht, Anthos, Amsterdam, 2009. Rodoreda, Mercé, Colometa, Meulenhoff, Amsterdam, 2007. Rodoreda, Mercé, Colometa, 2e druk, Meulenhoff, Amsterdam, 2007. Rodoreda, Mercé, Colometa, 2e druk, De Volkskrant, Amsterdam, 2007. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Salinas, Javier, Kinderen van de Masai, De Bezige Bij, Amsterdam, 2005. Salinas, Javier, Het boek van E (publicatiedatum en uitgeverij onbekend). Sánchez Piñol, Albert, In het hart van het oerwoud, Cossee, Amsterdam, 2007. Sánchez Piñol, Albert, Het narrenschip, Van Oorschot. Amsterdam, 2008. Skármeta, Antonio, De dans van Victoria, De Geus, Breda, 2006. Torrente Ballester, Gonzalo, Don Juan, Wereldbibliotheek, Amsterdam, 1992. Tusset, Pablo, In de naam van het varken, Signatuur, Utrecht, 2010. Vallejo, Fernando , “De evenwijdige rambla”, Deus ex Machina, jaargang 31, december 2007, pp. 51-55. Vallejo, Fernando , De Maradonna van de moordenaars, De Geus, Breda, 1999. Viegas, Francisco J., De tweede zeevaarder (Dit toneelstuk is wel vertaald, maar niet uitgegeven). Vila-Matas, Enrique, De waan van Montano, De Bezige Bij, Amsterdam, 2005. Vila-Matas, Enrique, Bartleby & Co, De Bezige Bij, Amsterdam, 2005.
Vertaald overig Adelaar, Dick, Alles Dali: film mode, fotografie, design, reclame, schilderkunst,Museum Booijmans Van Beuningen,Rotterdam, Nai, Rotterdam, 2005. Baeza, Concha, Wijnen van Spanje, De Lantaarn, Amsterdam, 2001. Benali, Abdelkader, Belofte aan de wereld: bloemlezing over het kind, Novib, Den Haag, 2001. Gibert, Vicenç, López, Josep, Ordoñez, Jordi , Inlegwerk in hout, Cantecleer, Baarn, 2000. Gibert, Vicenç , López, Josep,Houten meubels maken, Cantecleer, Baarn, 2000. Gibert, Vicenç, López, Josep, Stofferen, Cantecleer, Baarn, 2000. Hermans, Hub, Een Nederlandse blik op de Spaanse burgeroorlog/una mirada holandesa sobre la guerra civil española, Instituto Cervantes, Utrec ht, 2006. de Holanda, Francisco, Romeinse dialogen: gesprekken met Michelangelo en Vittoria Colonna, Meulenhoff, Amsterdam, 1993. Maria Allué, Josep, Het grote kinder-spelletjesboek, Cantecleer, Baarn, 2000. Pessoa, Fernando, Lissabon: wat de toerist moet zien, De Arbeiderspers, Amsterdam, 2000. Savater, Fernando, Het goede leven: ethiek voor mensen van morgen, Bijleveld, Utrecht, 1996.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Savater, Fernando, Het goede leven: ethiek voor mensen van morgen, 9e druk, Bijleveld, Utrecht, 2010. Savater, Fernando, Goed samen leven: politiek voor mensen van morgen, Bijleveld, Utrecht, 1998. Tinnemans, Will, Als je ouders vertrekken, Landelijke Werkgroep Remigratie Buitenlandse Jongeren, Utrecht. Vargas Llosa, Mario, Als een vis op het droge, Atlas, Antwerpen, 1992.
Poëticale teksten Bok, Anneke / van der Veer. Rob, “Ingezonden brief, Post 1, Filter, jaargang 15, nr,2, 2008, pp. 64. Boon, Adri, “Het verhaal en de woorden”, Filter, jaargang 15, nr, 1, 2008, pp. 45-49. van der Meij, Bettie, “Ingezonden brief, Post 2, Filter, jaargang 15, nr,2, 2008, pp. 65.
Recensies Adolf, Steven, “Opwekkend moralisme”, NRC Handelsblad, 6 dec., 1996. Groot, Ger, “Monsterlijk geheimschrift”, NRC Handelsblad, 8 aug., 1996. Groot, Ger, “Straf voor de Spaanse burger”, NRC Handelsblad, 6 sep., 2000. Groot, Ger, “Spanje krijgt een schop”, NRC Handelsblad, 30 mei, 2003. Hakkert, Theo, “De negentiende eeuw van nabij”, Turbantia, Najaar, 2000. Steenmeijer, Maarten, “Het magnum opus van een rasverteller”, Vrij Nederland, 16 sep., 2000. Swanborn, Peter, “Wees veelvuldig”, Volkskrant, 4 sep., 2001. de Vaan, Sander, “Van verveling gaat hier niemand dood”, De Volkskrant, 25 jun., 1999.
Brieven Boon, Adri, Brief aan uitgeverij De Harmonie, De Harmonie, 1989. Boon, Adri, Brief aan Hélène Serafia Haasse, 17 sep. 1995. Boon, Adri, Kaart aan Hélène Serafia Haasse, 4 mei 1996. Corvers, Diene, Brief van Diene Corvers van uitgeverij De Harmonie aan Adri Boon, De Harmonie, 1989. Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Overig Boon, Adri, Nawoord bij Fortunata en Jacinta, Menken, Kasander & Wigman, Leiden, 2000. Boon Adri, Nawoord bij Miauw, Menken, Kasander & Wigman, Leiden, 1997. Boon, Adri, Nawoord bij Tormeno,Menken, Kasander & Wigman, Leiden. Boon, Adri, Nawoord bij Mevrouw Bringas, Menken, Kasander & Wigman, Leiden. Boon, Adri, “Theater Pessoa”, Bzzletin, vol. 30, nr. 278, 2001, pp. 35-47. Boon, Adri, ” Portfolio/Van mijn zielstoestand is grijs de toestand die ik verkies:Joseph Pla”, Maatstaf:maandblad voor letteren, vol. 41, nr. 1, 1993, p. 36-49. Boon, Adri, “Carte Blanche”, Tzum:literair tijdschrift, nr. 33, 2006. Boon, Adri, Análasis de la casa de Bernarda Alba, Universiteit van Amsterdam, 1986. Boon, Adri, Miniwoordenboek Portugees-Nederlands Nederlands-Portugees, Kosmos, Utrecht, 2009, volledig herziene druk. Boon, Adri, Poppetgom, Stichting Octopus, Deventer, 1971. Oliemuller, Ton, “Beeldend project “plus echo” speelt in het hiernamaals”, Het Binnenhof, 07 september 1982. Website van de VertalersVakschool, http://www.vertalersvakschool.nl/docenten.htm#spaans, bezocht op 10 januari 2011. Website van Visat, http://www.visat.cat/espaitraductors/cat/traductor/214/999/Catal%C3%A0/adri-boon.html, bezocht op 20 december 2010. Interview door Natalie Nijland en Nanda Thuring met Adri Boon, 7 januari 2011, bijlage 4. Chesterman, Andrew, “Vertaalstrategieën: een classificatie” in Naaijkens, Ton et al., Denken over vertalen, Van Tilt, Nijmegen: 1997, pp. 243-262. Fonds voor de Letteren Jaarverslag Fonds voor de Letteren 1989 – 1995, bezocht op 14 december 2010. Jaarverslag Fonds voor de letteren 1996 – 2005, bezocht op 18 januari 2011. Jaarverslag Fonds voor de Letteren 2006, http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2006_Fonds_voor_de_Letteren.pdf , bezocht op 10 december 2010.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Jaarverslag Fonds voor de Letteren 2007, http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2007_Fonds_voor_de_Letteren_bin nenwerk.pdf, bezocht op 10 december 2010. Jaarverslag Fonds voor de Letteren 2008, http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2008_def_LR_voor_website.pdf, bezocht op 10 december 2010. Jaarverslag Fonds voor de Letteren 2009, http://www.fondsvoordeletteren.nl/bestanden/Jaarverslag_2009_opmaak_april_2010.pdf, bezocht op 10 december 2010.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©
Bijlagen 1. Geanalyseerde fragmenten interne poëtica: bronteksten en vertalingen. (“De dochter van de kannibaal” – Rosa Montero, “Het oneindige plan” – Isabel Allende, “Fortunata en Jacinta” – Benito Pérez Galdós.) 2. Uitwerkingen uitgeverijen. 3. Uitwerkingen subsidies. 4. Interview met Adri Boon op 17-01-2011: uitgeschreven fragmenten en audio cd’s met het gehele interview. 5. Het artikel “Het verhaal en de woorden” van Adri Boon in Filter. 6. De reacties van o.a Anneke Bok en Rob van der Veer op “Het verhaal en de woorden” in Filter. 7. Brief van Boon aan uitgeverij De Harmonie. 8. Brief van uitgeverij De Harmonie aan Adri Boon. 9. De recensie “Het magnum opus van een rasverteller” van Maarten Steenmeijer. 10. E-mail van Adri Boon aan Nanda Thuring over Isabel Allende. 11. E-mail van Caroline Meijer (eindredactrice Filter) aan Natalie Nijland over “Het verhaal en de woorden”. 12. Het artikel “Theater Pessoa” van Adri Boon. 13. Het artikel “Portfolio/Van mijn zielstoestand is grijs de toestand die ik verkies: Josep Pla” van Adri Boon. 14. Het artikel “Beelden project “plus echo” speelt in het hiernamaals van Ton Oliemuller. 15. Brief van Adri Boon aan Hélène Serafia Haasse. 16. Kaart van Adri Boon aan Hélène Serafia Haasse.
Nanda Thuring en Natalie Nijland ©