ADLO-project Arbeid ADELT Op 1 mei 2010 is het demoproject gestart betreffende de ‘Arbeidsefficiëntie en economie in de melkveehouderij: Arbeid ADELT, ook op melkveebedrijven’. ADELT staat in dit geval voor Arbeid: Doorlichten van het belang van de geleverde arbeid op melkveebedrijven Evalueren van de organisatie, veiligheid, belasting en vreugde Looplijnen bepalen en hun belang in relatie tot arbeidstijd uitzetten Tijd besparen en kosten/baten afwegen van mogelijke aanpassingen Dit project duurt 2 jaar en wordt betoelaagd door de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling (ADLO) van Landbouw- en Visserijbeleid van de Vlaamse Overheid.
Gespecialiseerde melkveebedrijven die zich voorbereiden op de toekomst, zijn de laatste jaren in zekere mate uitgebreid. Dit ging gepaard met extra kosten (quotum, stallen, meerkost voor dieren, gestegen voederkosten, enz). Op de meeste bedrijven werden deze kosten goed geanalyseerd om onverantwoorde investeringen te vermijden. De additionele arbeidsbehoefte om deze expansie te bewerkstelligen, werd daarentegen (meestal) niet intensief beschouwd. De meest gehoorde zinsnede in verband met deze arbeidsbesteding is dan ook: “We zullen wel een beetje langer werken”. Hierdoor krijgen sommige bedrijven na een uitbreiding arbeidsorganisatorische problemen, waardoor ze snel in tijdsnood komen en uiteindelijk geen zin (en tijd) meer hebben in een doorlichting. Daarnaast zijn er bedrijven die reeds duurzaam omspringen met hun arbeid, maar een bepaalde periode van het jaar een arbeidstekort ervaren, of voor bepaalde taken de kwaliteit van de arbeid zouden kunnen verbeteren. Naast arbeidstijd speelt ook de arbeidsbelasting een belangrijke rol. Bij de arbeidsbelasting onderscheidt men de fysieke (werkbelasting) en de mentale werkdruk (jobtevredenheid).
Daarenboven is arbeidsveiligheid ook een niet te negeren factor. Bij het zoeken naar arbeidsbesparende maatregelen mag de veiligheid (blootstelling, waarschijnlijkheid en ernstgraad aan of van een mogelijk falen of ongeval) zeker niet uit het oog worden verloren. Het is voornamelijk bij de bedrijven die reeds arbeidsorganisatorische problemen hebben dat de alertheid voor de veiligheid deels of volledig verdwijnt. De duurzaamheid op melkveebedrijven kan dus berekend worden op basis van de 5 voorgenoemde parameters. Naast de blootstelling, de waarschijnlijkheid en de ernst van het (menselijk) falen van/tijdens een taak, spelen ook de ervaren werkbelasting en jobtevredenheid mee in de duurzaamheidsberekening. Dankzij deze berekening kunnen pijnpunten in de dagelijkse arbeidsbesteding in kaart gebracht worden en kunnen er aanpassingen voorgesteld worden op maat van het individuele bedrijf. De variatie in duurzaamheid tussen de verschillende deelnemende melkveebedrijven geeft aan dat er nog veel ruimte voor verbetering is.
Betrouwbare cijfers ontrent de duurzaamheid van de verschillende taken op een melkveebedrijf zijn zeldzaam. Enerzijds is het namelijk onmogelijk om de duurzaamheid van een melkveebedrijf weer te geven in een beperkt aantal cijfers. Aan de andere kant hebben de melkveehouders wel degelijk advies nodig op maat van hun bedrijf qua arbeidsbesteding en – beleving om hun dagelijkse werkzaamheden bij te kunnen sturen.
Gebruikte parameters voor het opstellen van de duurzaamheid De globale duurzaamheid van een melkveebedrijf wordt bepaald door de duurzaamheid van een groot aantal parameters. In de eerste plaats is het eigenlijke melken met de aan- en afloopwerkzaamheden van groot belang, gevolgd door het voederen van zowel het melkvee, het jongvee als de droogstaande koeien. Verder komt ook de zorg voor de kalveren, het reinigen/strooien en de verzorging/vruchtbaarheid van de dieren aan bod in de berekening van de duurzaamheid. Ook minder routineuze taken die te maken hebben met melkproductie, zoals de administratie en periodieke taken (bv. onderhoud aan de stal en de melkmachine) worden meegenomen in de duurzaamheidsberekening. Elk van deze voormelde taken wordt nogmaals in een tiental subtaken onderverdeeld, om een bredere kijk te krijgen op de arbeid en arbeidsomstandigheden op het individuele bedrijf. Alle andere taken zoals de ruwvoederwinning, hoevetoerisme e.a. worden in deze duurzaamheidsberekening niet meegenomen, enkel de taken die rechtstreeks te maken hebben met de melkproductie.
Blootstelling, Waarschijnlijkheid en Ernst Deze 3 zaken worden voor elke taak op het bedrijf bepaald door de onderzoeker, door gebruik te maken van een score tussen 0,1 en 10, waarbij 10 staat voor respectievelijk continue blootstelling, zeer waarschijnlijk en een ramp met meerdere doden. Deze waarden kunnen direct opgenomen worden (zie Tabel 1).
Werkbelasting en Jobtevredenheid De werkbelasting en jobtevredenheid voor de verschillende taken worden in kaart gebracht door gebruik te maken van een Visueel Analoge Schaal (VAS, zie Figuur 1). De melkveehouder vult op een as in hoe hij/zij de verschillende taken ervaart, zowel qua werkbelasting als jobtevredenheid. Deze bekomen waarden dienen door de onderzoeker herrekend te worden naar bruikbare waarden, alvorens deze in te vullen in Tabel 1.
Ernst (E)
Werkbelasting (Wb)
Jobtevredenheid (J)
5.Melkstel aanhangen 6.Melkstel afnemen 7.Koe nabehandelen 8.Koeien wisselen 9.Probleemkoeien behandelen 10.Melkput en tanklokaal reinigen 11.Periodieke taken bij melken 12.Probleem met de melkinstallatie 13.Koe die melkstel aftrapt 14.Koe apart melken 15.Koe separeren na melken Totaal
Waarschijnlijkheid (W)
Manueel melken 1.Melkput en installatie klaarmaken 2.Koeien naar wachtruimte 3.Uier reinigen 4.Voormelken
Blootstelling (B)
Tabel 1: Parameters manueel melken
6
3
3
5
0,3
6 10 10 10 6 10 10 6
3 1 1 1 1 1 3 3
3 0,7 0,7 3 0,7 3 3 0,7
5 0,3 0,3 5 0,1 0,3 5 3
0,3 0,3 0,3 0,3 0,1 0,1 0,7 3
6
3
3
3
3
6
0,1
0,3
3
3
2
1
0,7
10
3
6 3 1 6,53
6 1 6 2,27
0,7 0,7 3 1,75
5 5 0,7 3,38
3 3 0,7 1,41
Figuur 1: VAS werkbelasting en jobtevredenheid
De resultaten uit Tabel 1 dienen als basis voor het opstellen van de duurzaamheidsster (Figuur 2) voor het manueel melken. De gemiddelde waarden voor de 5 parameters worden op de verschillende assen uitgezet, waarna de punten met elkaar verbonden worden. De oppervlakte van de op deze manier ontstane ster geeft een idee over de duurzaamheid van het bedrijf. Hoe groter de totale oppervlakte van de 5-hoek, hoe minder duurzaam het bedrijf omspringt met arbeid voor die specifieke taak. Tegelijkertijd kan er op basis van deze figuur bepaald worden welke van de 5 parameters het best aangepast worden, teneinde de duurzaamheid van – in dit geval – het melken te verhogen.
6,53 Blootstelling 7 6 5 4 3
Jobontevredenheid
Waarschijnlijkheid
2 1,41
2,27
1 0
1,75 3,38
Werkbelasting
Ernst
Figuur 2: Duurzaamheidsster manueel melken
Duurzaamheidscompas Van alle eerdergenoemde taken op het bedrijf die te maken hebben met het melkvee wordt een dergelijke duurzaamheidsster opgesteld, waarna de oppervlakte (BxWxExWbxJ) van de 5-hoeken de basis vormen voor het duurzaamheidscompas (totale duurzaamheid van het bedrijf). Alle taken die een invloed hebben op de arbeidsefficiëntie worden op één compas uitgezet, waardoor de arbeidsbesteding en -beleving op dit specifieke bedrijf weergegeven wordt. Bedrijven waarbij de meeste taken binnen de zone licht- en donkerblauw vallen en waarbij een beperkt aantal taken zich in het oranje bevinden, springen duurzaam om met hun arbeid. Bedrijven die grotendeels binnen het oranje of zelfs het rode kwadrant vallen dienen op korte termijn
doeltreffende veranderingen door te voeren om hun arbeidsbestedingen en -beleving te optimaliseren, om hun bedrijf rendabel te maken. Voor dit voorbeeldbedrijf komen we aan de volgende waarden: Duurzaamheid =
B * W * E * Wb * J 6,53 * 2,27 * 1,75 * 3,38 * 1,41 123
Figuur 3: Duurzaamheidscompas
Bij de analyse van de duurzaamheid van een bedrijf speelt de geleverde arbeid een cruciale rol. Niet alleen de arbeid op zich is belangrijk, ook de kwaliteit ervan. Dankzij deze tool kan de arbeid op een melkveebedrijf op een eenvoudige en eenduidige manier in kaart gebracht worden, zodat eventuele inefficiënties in de arbeidsbesteding doeltreffend aangepakt kunnen worden. Demonstratieproject ‘Arbeid ADELT’ wordt medegefinancierd door de Europese Unie en het Departement Landbouw en Visserij van de Vlaamse overheid. Voor dit project werken volgende verschillende partners samen
Hooibeekhoeve
ILVO – PreventAgri
Robin De Sutter MSc Scheldeweg 68 9090 Gontrode Melle 09/272.26.63
[email protected]