Addendum ten behoeve van het plan ‘Excellentie’ Op basis van advies en verzoek MBO in Bedrijf, 11 juni 2015
02 Oktober 2015 Dit document is vertrouwelijk
Inleiding Aanleiding Op 11 juni 2015 ontving ROC Ter AA het bericht van MBO in bedrijf dat het ingeleverde excellentieplan was beoordeeld. Met de uitwerking van een aantal onduidelijkheden wordt het excellentieplan goedgekeurd. Doel, functie en totstandkoming van het addendum Met dit addendum wil ROC Ter AA de verduidelijkende vragen beantwoorden die gesteld zijn door MBO in bedrijf. Met deze extra informatie wordt de toekenning van de gelden extra geborgd. Door op de verschillende onderwerpen de kennisexperts te betrekken bij de uitwerking van het addendum, wordt de kwaliteit geborgd van de gemaakte keuzes. Oktober 2015 Jessica Smits, Anke Coolen, Paul de Krom, Suzy Egelmeers, Joke Loch en Edwin van Hoesel
Inhoud addendum In het Kwaliteitsplan “Excellentie” deel, opgeleverd door ROC Ter AA (april 2015) staan de volgende thema’s: Thema Skills Heroes:
Internationalisering
Overige excellentieprogramma’s
Excellentie ROC Ter AA participeert vanaf 2014-2015 actief aan de Skills Heroes 1. Commitment voor participatie aan vakwedstrijden: Vier jaar lang participeren in de Skills vakwedstrijden d.m.v. de organisatie van eigen schoolwedstrijden en inzet van een deel van het excellentiebudget in. (medio 2015-eind 2018). Inclusief actieve interne PR-voering tijdens en voorafgaand aan open dag, brancheoverleg, en de regio. 10% van de aangeboden stages vanaf cohort 2016 betreffen stages met (deels) internationale context en 3% van de studentpopulatie voert een internationale stage uit 1. Continueer het beleid en de aanpak op internationalisering met behoud van de coördinatiefunctie die voor de bekendheid in de organisatie zorgt en als contactpersoon en expert fungeert 2. Q4 2016 zijn mogelijkheden onderzocht die uitwisseling op digitale wijze kunnen bevorderen. Evt. een partnerschool in het buitenland. 3. Vanaf Q3 2016 worden internationale stages gepositioneerd in de colleges Tweetalig Onderwijs, Engels, haalbaarheidsonderzoek 1. Eind 2016 is helder of tweetalig onderwijs haalbaar is voor excellente studenten in de colleges ICT/T&T en Business. Van de studenten die doorstromen naar HBO heeft 80% aan het einde van het eerste jaar HBO voldoende studiepunten gehaald 2. Eind 2016 zijn de HBO doorstroomprogramma’s verder ontwikkeld en binnen meerdere colleges geoperationaliseerd 3. In Q4 2015 is een advies geformuleerd over hoe de contacten met het HBO verder te intensiveren, mogelijk door betere coördinatie en afstemming organisatiebreed. “Ondernemerschap” in de vorm van Mini Ondernemingen maakt onderdeel uit van het curriculum voor alle studenten van het Business college. 4. Medio 2016 is onderzocht wat mogelijkheden en onmogelijkheden zijn om excellente studenten via mini ondernemingen en e-business extra uitdaging te bieden. Advies aan MT.
NB de Mini onderneming zal in het vervolg de naam “Student Company” dragen.
2 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Benoemde verbeterpunten door MBO in bedrijf (brief d.d. 11 juni 2015): -
-
-
-
Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt; Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden; Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de idee- en onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vakwedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet; Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie; Inzet van middelen (financiën) over de programmaonderdelen; De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst).
Disclaimer Conform de ‘Overeenkomst kwaliteitsafspraken MBO’ (ondertekend door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 23 maart 2015) inzake de uitvoering van de Regeling Kwaliteitsafspraken mbo verwijst ROC Ter AA naar het daarin opgenomen artikel 6, punt 2 en 3: 2. Indien exogene ontwikkelingen die van invloed zijn op de naleving van de Regeling of de situatie van de instelling daartoe aanleiding geven, kunnen partijen in overleg treden over wijziging of voortzetting van deze overeenkomst. 3. Indien één of meer bepalingen van deze uitvoeringsovereenkomst onverbindend blijken te zijn, treden partijen in overleg om de uitvoeringsovereenkomst zo te wijzigen, dat deze geen onverbindende bepalingen meer bevat en dat het doel dat met deze uitvoeringsovereenkomst wordt beoogd zoveel mogelijk wordt bereikt. In navolging van artikel 6 lid 2 en 3 van de overeenkomst Kwaliteitsafspraken mbo hecht ROC Ter AA er aan te benadrukken dat indien exogene ontwikkelingen, die van invloed zijn op het kwaliteitsplan of op de situatie van de instelling daartoe aanleiding geven, partijen zoals genoemd in de Overeenkomst kwaliteitsafspraken mbo in overleg kunnen treden over wijziging of (al dan niet) voortzetting van het kwaliteitsplan. Vertrouwelijkheid Dit document is vertrouwelijk van aard en derhalve niet te kopiëren of de delen voor derden en door derden.
3 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................................... 2 Hoofdstuk 1:
Aanpak ..................................................................................................................................... 6
Hoofdstuk 2: Algemene vragen ........................................................................................................................... 7 2.1:
Kenmerken excellente studenten ....................................................................................................... 7
2.3
Aantallen studenten ............................................................................................................................ 8
Hoofdstuk 3:
Skills Heroes ............................................................................................................................. 9
3.1
Kenmerken van excellente studenten ................................................................................................. 9
3.2
Verzwaring van het programma .......................................................................................................... 9
3.3
Planning en concretisering .................................................................................................................. 9
3.4
Aantallen studenten .......................................................................................................................... 10
3.5
Werkveld betrokkenheid ................................................................................................................... 10
Hoofdstuk 4:
Internationalisering ............................................................................................................... 11
4.1
Kenmerken van excellente studenten ............................................................................................... 11
4.2
Verzwaring van het programma ........................................................................................................ 11
4.3
Planning en concretisering ................................................................................................................ 11
4.4
Aantallen studenten .......................................................................................................................... 12
4.5
Werkveld betrokkenheid ................................................................................................................... 12
4.6
“Buitenlandstage” ............................................................................................................................. 12
Hoofdstuk 5: Tweetalig Onderwijs .................................................................................................................... 14 5.1
Kenmerken van excellente studenten ............................................................................................... 14
5.2
Verzwaring van het programma ........................................................................................................ 14
5.3
Planning en concretisering ................................................................................................................ 15
5.4
Aantallen studenten .......................................................................................................................... 16
5.5
Werkveld betrokkenheid ................................................................................................................... 16
Hoofdstuk 6: HBO doorstroom .......................................................................................................................... 17 6.1
Kenmerken van excellente studenten ............................................................................................... 17
6.2
Verzwaring van het programma ........................................................................................................ 17
6.3
Planning en concretisering ................................................................................................................ 17
6.4
Aantallen studenten .......................................................................................................................... 18
6.5
Werkveld betrokkenheid ................................................................................................................... 18
Hoofdstuk 7: Student Company ........................................................................................................................ 19 4 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
7.1
Kenmerken van excellente studenten ............................................................................................... 19
7.2
Verzwaring van het programma ........................................................................................................ 19
7.3
Planning en concretisering ................................................................................................................ 20
7.4
Aantallen studenten .......................................................................................................................... 20
7.5
Werkveldbetrokkenheid .................................................................................................................... 20
Hoofdstuk 8:
Inzet van middelen ................................................................................................................ 22
5 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 1: Aanpak MBO in bedrijf heeft een aantal onderwerpen waar zij binnen het excellentieplan van ROC Ter AA graag verduidelijking op ziet. De onderwerpen, zoals benoemd in de inleiding, zijn verdeeld naar ‘algemene onderdelen’ en ‘thema specifieke onderdelen’: Algemene onderdelen Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie
Thema specifieke onderdelen Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de idee- en onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vakwedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst) Deze verdeling is tevens terug te zien in de navolgende hoofdstukken. De specifiekere inzet van middelen verdeeld over de programma onderdelen is terug te vinden in het laatste hoofdstuk.
6 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 2: Algemene vragen In hoofdstuk 1 is aangegeven dat de vragen van MBO in bedrijf verdeeld worden in 2 aandachtsgebieden: algemeen en specifiek per excellentie programma. Hierna volgt de onderbouwing bij de algemene vragen.
2.1: Kenmerken excellente studenten “Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt” Het gaat om het herkennen van een student die de nominale verwachting overtreft. Een student die in bepaalde competenties uitblinkt, een hoog doorzettingsvermogen heeft of sneller door de stof heen gaat en in de tijd die daardoor vrij komt een extra programma volgt. Omdat excellentie gelieerd kan zijn aan de opleiding, is het van belang hier duidelijk in te zijn. Naar de medewerkers toe maar ook naar de student toe. Bijvoorbeeld: een student die een bepaalde vaardigheid, benodigd voor de opleiding, zeer goed kan is niet per definitie een ‘excellente’ student (denk aan een zeer goede metselaar). Bij excellentie gaat het vooral om de competenties, niet (alleen) vaardigheden. Een excellente student kenmerkt zich in elk geval met twee of meer van onderstaande suggesties:
Meer leerstof kan verwerken dan de gemiddelde student en zich de stof sneller eigen maakt Hoge cijfers (resultaten en beoordeling) behaalt Een grote interesse toont in het vakgebied; zich nieuwsgierig opstelt; vanuit een intrinsieke motivatie actief op zoek is naar nieuwe kennis en ervaringen Beschikt over autodidactische vaardigheden, ofwel: zich (ook) zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden eigen kan maken Zich proactief opstelt, bijvoorbeeld door zelf ideeën aan te dragen voor opdrachten, stages of interessante ontwikkelingen om in de opleiding aandacht aan te besteden Door leerbedrijven gezien wordt als een succesvolle student (een plus of een pré meekrijgt) Beschikt over een groot probleemoplossend vermogen en zich sterkt toont in creativiteit Breder kijkt en denkt dan het eigen microniveau
Daarnaast kan een student zich op verschillende manieren laten zien als excellent, bijvoorbeeld doordat de student:
Met verrassende, innovatieve resultaten komt en daarmee de aandacht op zich gevestigd weet (hetzij binnen de opleiding of instelling, hetzij in regionale of landelijke pers) Door de opleiding of instelling naar voren wordt geschoven als ambassadeur op bijvoorbeeld open dagen en voorlichtingsbijeenkomsten Extra (bestuurs-)taken op zich neemt, bijvoorbeeld de organisatie van KabAAL of lidmaatschap van de studentenraad Ervaring heeft opgedaan in het buitenland, bijvoorbeeld via vakantiewerk of als vrijwilliger in het buitenland Zich sterk toont in samenwerkingsvaardigheden, als aanvulling (plus) op de kerntaken en werkprocessen van zijn opleiding
7 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Er mag niet verondersteld worden dat elk excellent programma voor elke excellente student geschikt is. Achtergrond, interesse en (studie) richting bepalen veelal ook voor welk excellent programma een student in aanmerking kan komen. Daarom wordt vanuit de excellentie programma’s ook een inschatting gedaan op haalbaarheid voor een student.
2.3 Aantallen studenten “Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie” Het is lastig om in te schatten hoeveel studenten precies gebruik zullen gaan maken van de excellentieprogramma’s. Dat heeft er enerzijds mee te maken dat er nu niet actief gestuurd wordt op excellentie en dus ook niet actief gezocht wordt naar excellente studenten. Dit is tot op heden iets wat meer spontaan ontstaat. Wanneer we actiever gaan zoeken en sturen op basis van standaard aangeboden programma’s, worden de aantallen wellicht groter. Excellente studenten zijn meestal studenten die in het algemeen bereid zijn meer (soms veel meer) tijd te besteden aan onderwijs dan de gemiddelde studenten. Op het moment dat extra programmaonderdelen echt in zijn totaliteit geprogrammeerd moeten worden bovenop de nominale 1600 sbu, dan is het animo wellicht minder groot.
Tweetalig Onderwijs
ICT College Zorg & Welzijn College Techniek & Technologie College Onderwijs & Kinderopvang College Business College Dienstverlening College Bouw & Design College Presta Bedrijfsopleidingen
2
2
5
0-1 2 1-2
Mini onderneming
Doorstroom HBO1 x2 10-15 20 10-15 10
?3
1
2-4 5 1-2 2-4 10-15
Skills Heros
Internationale stage
Kortom, het is lastig om nu een goede inschatting van de aantallen te maken. Om die reden hebben we een overzicht gemaakt van de aantallen studenten per college die tot op heden gemiddeld deelnemen aan de vijf onderdelen van excellentie:
alle4 12
1
Hier is benoemd hoeveel studenten gemiddeld doorstromen naar het hbo, waarbij in de opleiding iets van activiteiten is geprogrammeerd die daarop voorbereiden (soms heel beperkt, soms omvangrijker) 2 Er stromen wel studenten door naar het hbo, maar er wordt op dit moment geen apart doorstroomprogramma aangeboden 3 ICT werkt nu aan een pilot, maar kan nog niet inschatten hoeveel studenten daaraan zullen gaan deelnemen 4
De minionderneming is een standaard programmaonderdeel van de opleidingen in het business college
8 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 3: Skills Heroes 3.1 Kenmerken van excellente studenten “Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt” Skills Heroes is een excellent programma dat jaarlijks beschikbaar is en dat vooral voor de hogere jaars interessant is. Bij vak wedstrijden op school komt de excellente student boven drijven als winnaar van de schoolwedstrijd. Deze student kan zich dan verder gaan meten met studenten van andere scholen in de regionale en landelijke wedstrijden. Mocht een student ook daar de wedstrijd winnen, dan kan de student nog verder door naar de Euro- of Worldskills. Door handreikingen en normeringen vanuit Skills Heroes en het wedstrijdelement is het voor de beoordelaar eenvoudiger om de excellente student eruit te halen. Een belangrijke rol hierin zijn de interne wedstrijden die beoogd worden, als selectiemedium.
3.2 Verzwaring van het programma “Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden” Om aan een wedstrijd deel te kunnen nemen zal de student extra opdrachten moeten maken en extra moeten oefenen, naast het gewone curriculum. Deze extra oefentijd zal plaats vinden op school, maar kan ook plaats vinden op het leerbedrijf. Ook bij intern gehouden vak wedstrijden zal buiten het standaard curriculum aandacht gegeven worden aan de competenties en vaardigheden.
3.3 Planning en concretisering “Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de ideeen onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vak wedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet” In augustus 2015 is geïnventariseerd voor welke opleidingen we inschrijven voor de Skills Heroes. Daarna wordt gestart met de selectie van studenten voor de wedstrijden. In verband met de planning en de start van de Skills wedstrijden zal het eerste jaar ernaar gestreefd worden om op 1 of 2 opleidingen te starten met een interne schoolwedstrijd. De overige opleidingen zullen studenten benaderen, trainen en inschrijven voor de Skills wedstrijden. In de volgende schooljaren worden de interne schoolwedstrijden breder georganiseerd op de verschillende Colleges. Selectie opleidingen interne wedstrijden
04-09-2015
Opzetten interne wedstijden
01-11-2015
Uitvoering interne wedstrijden
11-2015
Selectie Skills 2016
15-11-2015
9 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
3.4 Aantallen studenten “Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie” Huidige aantal inschrijvingen per opleiding: ICT college
1
Zorg & Welzijn college
1
Business college
2
Bouw & Design college
4
Techniek & Technologie college
1
3.5 Werkveld betrokkenheid “De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst)” Op een aantal verschillende manieren wordt het werkveld betrokken. Dit is afhankelijk van de opleiding en in welk stadium de opleiding zit met betrekking tot de selectie van de excellente student. Bij de interne vakwedstrijden zal het werkveld betrokken worden bij de beoordeling van de studenten tijdens de wedstrijd. Mochten er nog geen interne wedstrijden zijn, dan zal het werkveld mee gevraagd worden of zij een mogelijkheden zien voor de student die bij hen een BPV-plek heeft. Daarna zal het werkveld betrokken worden bij de training van de studenten voor de wedstrijden. Op dit moment is er al ervaring op dit vlak bij het Bouw & Design college op het onderwerp ‘metselen’. Op de website van Omroep Brabant is het volgend stuk na te lezen (Publicatie: maandag 17 augustus 2015 14:25) 'We wilden boven de Duitsers eindigen en dat is gelukt' EINDHOVEN - Arjan Henst uit Vessem en Fer van Maasakkers uit Westerhoven zijn negende geworden bij het World Skillls toernooi in Brazilië. World Skills is het wereldkampioenschap voor jonge vakmensen, het grootste beroepenevenement ter wereld. Geen medailles dus, maar: "We wilden boven de Duitsers eindigen en dat is gelukt." World Skills werd in São Paulo gehouden, van 11 tot 16 augustus. Er deden 1200 jongeren aan mee uit zestig verschillende landen. Met hun negende plek waren Henst en Van Maasakkers het best presterende team uit Europa. Zij deden mee in het vakgebied mobiele robotica. Ze kregen verschillende wedstrijdopdrachten die ze 'live' voor het publiek moesten maken. Bij andere wedstrijden scoorden Brabanders ook goed. Bert van Heugten uit Lierop kwam uit op een 9e plek bij het onderdeel Bricklaying (Metselen). Antwan Venmans uit Schijndel behaalde de 15e plaats bij de wedstrijd Refrigeration technology (Koeltechniek). Een goede notering bij het kampioenschap is vaak een opmaat voor een mooie carrière.
10 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 4: Internationalisering 4.1 Kenmerken van excellente studenten “Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt” Elke student die een stage met internationaal karakter gaat doen en in staat is -en vooraf aangeeft - daar extra opdrachten te doen is een excellente student.
4.2 Verzwaring van het programma “Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden” Het ROC Ter AA huisvest een diverse studentenpopulatie; zo zijn er uiteenlopende instroomniveaus te herkennen. Dit houdt in dat er differentiatie toegepast moet worden en dat het onderwijs op maat moet worden aangeboden. Alle studenten die aangeven geïnteresseerd te zijn in een stage met een internationaal karakter, maken een aantal voorbereidende opdrachten. (40 Sbu). Excellente studenten volgen daarbovenop een extra onderwijsprogramma ( 240 sbu) (bijv. als extra keuzedeel bovenop hun nominale keuzedeel-omvang) waarin de student wordt voorbereid op de stage met internationaal karakter. In dat onderwijsprogramma komen de volgende onderdelen aan bod: persoonlijke ontwikkeling en burgerschapsvaardigheden. De differentiatie vindt plaats binnen de beroepscompetenties.
4.3 Planning en concretisering “Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de ideeen onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vak wedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet” Een geconcretiseerd tijdpad is: Q3 2015 (juli-september)
Beleidsontwikkeling: kaders bepalen voor de programmaonderdelen en curriculum van voorbereidende programmaonderdelen gericht op stage met een internationaal karakter voor excellente studenten.
Q4 2015 (oktober-december)
Euregio: bij de start van het project (oktober/november) een bijeenkomst voor deze contactpersonen beleggen met het doel om alle financieel-administratieve processen, documenten en formats met elkaar door te spreken.
Q1 2016 (januari-maart)
Ontwikkelen van voorbereidingsprogramma’s en lesmateriaal in overleg met bpv-coördinatoren. Op zoek gaan naar partnerscholen via http://www.etwinning.net/nl/pub/index.htm
Q2 2016 (april-juni)
Verfijnen en verder voorbereiden van de uitvoering
11 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Q3 2016 (juli-september)
Start uitvoering (afhankelijk van waar in de opleiding deze voorbereidende programmaonderdelen geprogrammeerd zijn.
4.4 Aantallen studenten “Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie” Het ROC Ter AA heeft zich gecommitteerd aan een percentage van 6 %. Het huidige percentage ligt naar schatting rond de 2%.
4.5 Werkveld betrokkenheid “De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst)” De relaties tussen kennisinstituten en de beroepspraktijk moeten worden geïntensiveerd. Om die reden sluit het ROC Ter AA zich aan bij de Euregio. Binnen dit samenwerkingsverband zal kennisuitwisseling plaatsvinden en kan er samengewerkt worden aan de ontwikkeling van nieuwe inzichten. De afstand tussen kennisuitwisseling aan de ene kant en kennistoepassing aan de andere kant is nog te groot. Naast het opdoen van praktijkervaringen leert de student hoofdzaken beter van bijzaken te onderscheiden. Bovendien neemt de student de opgedane praktijkervaring mee terug naar de opleiding. Dit resulteert in het feit dat de student de opgedane kennis en vaardigheden in het verder verloop van de studie kan toepassen. De desbetreffende opleiding genereert op deze manier meer diepgang aangezien studenten hun theoretische kennis weten te linken aan praktijkvaardigheden. Met het besluit om stagiair(e)s aan te nemen haalt het ontvangende bedrijf actuele kennis en ideeën in huis. Studenten hebben een frisse blik en zijn in staat om los van de soms vastgeroeste bedrijfsstructuur te denken. Dit kan in veel gevallen een waardevolle impuls zijn voor het bedrijf, waardoor studenten op hun manier een steentje kunnen bijdragen. Onder andere door onze deelname aan de Euregio hopen we ons netwerk verder uit te breiden en tot een groter een breder aanbod de komen van (internationale) BPV-plaatsen.
4.6 “Buitenlandstage” Onder de titel ‘Internationale stage begint met een cultuurshock’ stond dinsdag 22 september 2015 een mooi artikel over de buitenlandstages van ROC Ter AA in de Onderwijsbijlage bij het Eindhovens Dagblad. Hierna volgt het artikel:
12 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Meer leerlingen in het mbo zouden in het buitenland stage moeten lopen, vindt de minister. De Brabantse ROC’s maken er werk van, zoals bij ROC Ter Aa in Helmond. Door: Emmanuel Naaijkens. Je beroepspraktijkervaring – beter bekend als stage – doen in het buitenland. Voor een leerling is het een groot avontuur, weet Paul de Krom, coördinator internationalisering bij ROC Ter Aa in Helmond. “De verwachtingen zijn soms te hoog. Het romantische idee van een vakantie van drie maanden naar bijvoorbeeld Spanje. Maar leerlingen gaan op stage om te leren. En vaak is het de eerste keer dat een student zo’n lange tijd van huis is.” Toch zijn er genoeg redenen om die grote stap te zetten, aldus De Krom. “Een internationale stage staat goed op je cv. Zeker in een regio als Zuidoost Brabant – Brainport – heb je daarmee als werknemer een streepje voor op de arbeidsmarkt. En je verlegt je grenzen, je laat Nederland letterlijk achter je. Je moet openstaan voor je nieuwe omgeving, waar dingen misschien net anders gaan dan bij ons. Als je Spaanse mentor bijvoorbeeld tegen je zegt dat hij je aan het eind van de middag wil spreken, bedoelt hij het begin van de avond.” En de internationale stage is ook goed om de Engelse taalvaardigheid te verbeteren. Want op alle stageplekken waar de studenten uit Helmond terecht komen is Engels de voertaal. Dat kan zijn in de horeca, in de zorg, facilitair, onderwijs (kinderopvang), de marketing of communicatie. Op bestemmingen als het Verenigd Koninkrijk, Malta, Spanje, Italië. Duitsland en Polen. Stagelopen in het buitenland draagt bovendien bij aan de ‘Bildung’ (persoonlijke ontwikkeling). “Je moet je in vreemde omstandigheden zien te redden. Bijvoorbeeld merken dat je zaken als water en internet niet elk moment van de dag tot je beschikking hebt. Ouders zien dat hun kind anders terugkomt: zelfverzekerder, volwassener. Met een rugzak vol ervaringen.” Landelijk trekt ongeveer 2 procent van de mbo-studenten de grens over, dat geldt ook voor ROC Ter Aa. Dat moet in vijf jaar tijd verdrievoudigen, is afgesproken met de minister van Onderwijs. Leerlingen die het avontuur aandurven en gemotiveerd zijn, krijgen een stevige voorbereiding, zegt De Krom. Aan de hand van opdrachten moeten zich zo goed mogelijk inleven in allerlei (praktische) facetten van het gastland. “En dan nog zal een student op de dag van het vertrek misschien denken: waar ben ik aan begonnen. Het is ook wel een cultuurshock. Na een week of drie raken de meesten in een dip, maar met steun vanuit Nederland en de stagebegeleider op de locatie, komt het weer goed. Ik heb de afgelopen twee jaar maar één keer meegemaakt dat een leerling vanwege heimwee naar huis terugkeerde.” Dankzij de social media is het bovendien gemakkelijker om contact te blijven houden met het thuisfront. “Via Facebook kunnen ze hun ervaringen met anderen delen. De docent kan vanuit Nederland via Skype de student begeleiden.” Ongeveer tien procent van de studenten wordt zo verliefd op het gastland, of op een jongen of meisje, dat ze er zich na afronding van hun studie definitief vestigen. Een internationale stage duurt maximaal drie maanden en wordt grotendeels gefinancierd door de Europese Unie (Erasmus Plusprogramma).
Hoofdstuk 5: Tweetalig Onderwijs 5.1 Kenmerken van excellente studenten “Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt” We starten het onderzoek en de pilot bij het ICT college. Tweetalig onderwijs is een excellent programma bij het ICT college dat bij de start van de opleiding al voor een student beschikbaar moet zijn. Dat betekent dat de student bij de intake zichtbaar moet zijn als excellente student, met interesse in tweetalig onderwijs. Hiervoor moet afgegaan worden op de vooropleiding en de resultaten die daar zijn behaald. Uitbreiding naar andere colleges wordt op termijn niet uitgesloten. Tweetalig onderwijs kan op verschillende manieren in het onderwijs verweven worden. Een mogelijkheid is om na een basisjaar studenten de mogelijkheid te geven de opleiding tweetalig te vervolgen. Een andere mogelijkheid is dat het programma bij de start van de opleiding al tweetalig aangeboden wordt. Tijdens het vooronderzoek zal hierover een beslissing genomen moeten worden. Set van kenmerken waar bij de intake op gescreend kan worden:
Motivatie om TTO te willen volgen (waarom, toekomst) Verwachtingen van de opleiding resultaten vorige opleiding/eindexamen taalvaardigheidstest
5.2 Verzwaring van het programma “Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden” Om als tweetalige opleiding aangemerkt te mogen worden, moet aan de drie pijlers5 voldaan worden: 1. Europese en Internationale Oriëntatie (EIO) en het Common Framework for Europe Competence (CFEC). Studenten met een diploma van een tto-school moeten aantoonbare kennis hebben van Europa en van de rest van de wereld. De internationale oriëntatie is ingebed in het curriculum en vastgelegd volgens het ‘Common Framework for Europe Competence’ (CFEC). Aan EIO wordt gewerkt in de les, in projecten met een internationale dimensie en door de realisatie van Internationale samenwerking 2. Content and Language Integrated Learning (CLIL) CLIL is dé didactiek achter tweetalig onderwijs. Uitgangspunt is dat de vakdocent medeverantwoordelijk is voor de taalverwerving van de leerlingen. Zij geven feedback op presentaties, opdrachten en werkstukken, maar óók op de taal. In de CLIL les is veel ruimte voor interactie waardoor studenten niet alleen taal consumeren, maar vooral ook produceren. Het lesmateriaal en de opdrachten aansluiten op deze communicatieve benadering. 3. Kwaliteitsstandaard voor scholen.
5
www.europeesplatform.nl
De kwaliteitsstandaard voor TT-MBO is nog niet ontwikkeld. Deze wordt echter naar verwachting in 2016 opgeleverd. In deze Kwaliteitsstandaard staat beschreven waar een opleiding aan moet voldoen wil het een TTO-keurmerk kunnen krijgen. Dit resulteert in een duidelijke verzwaring van het traject van een student; niet alleen doorloopt de student dat deel van zijn of haar opleiding in een vreemde taal, maar ook wordt extra stof aangeboden t.b.v. de internationale oriëntatie.
5.3 Planning en concretisering “Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de ideeen onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vak wedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet” Vanaf schooljaar 2017-2018 wordt gestart met een pilot tweetalige opleiding. Op basis van nadere analyse is de conclusie dat de planning van de doelstelling naar voren moet. Nieuwe aanbod moet dan in ieder geval op de open dag 2016 (=Q3 2016) gecommuniceerd worden richting nieuwe studenten. Dit betekent dat een aantal stappen doorlopen moeten worden: Q3 2015 (juli-september) Q4 2015 (oktober-december)
Q1 2016 (januari-maart)
Q2 2016 (april-juni)
Q3 2016 (juli-september)
Q4 2016 (oktober-december)
Q1 2017 (januari-maart)
Q2 2017 (april-juni)
Q3 2017 (juli-september)
Onderzoek en Draagkracht verkenning 1. Onderzoeken eisen vanuit de Kwaliteitsstandaard TTO-MBO 2. Draagkracht inventariseren 3. Verkenning markt 4. Netwerk opzetten MT Besluit Pilot opleiding(en). Randvoorwaardelijke beleidsontwikkeling Onderwijs TT Pilot-opleiding 1. Inventariseren scholingsbehoeften: Engels, CLIL, etc. 2. Curriculum aanpassingen formuleren 3. Inventariseren materiaalbehoeften: EIO, Engelstalig lesmateriaal Voorlopig advies realisatie en tijdpad Onderwijs TT Pilot-opleiding 1. Inventariseren scholingsaanbod: Engels, CLIL, etc. 2. Curriculum aanpassingen doorvoeren 3. Kaders opstellen materiaalbehoeften: EIO, Engelstalig lesmateriaal Beschrijvingen opleiding, aanvullende eisen 1. Ontwikkeling programma’s en lesmaen financiële consequenties. (tbv informateriaal tievoorziening) 2. Scholing docenten Werving nieuwe studenten. (open dag, 1. Ontwikkeling programma’s en lesmafolders, voorlichting, Social Media, websiteriaal te) 2. Scholing docenten GO/NO GO o.b.v. inschrijvingen. 1. Ontwikkeling programma’s en lesmateriaal 2. Scholing docenten Beschrijven van de programmering in de 1. Ontwikkeling programma’s en lesmastudiegids/oer. teriaal 2. Scholing docenten Start uitvoering
15 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
5.4 Aantallen studenten “Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie” In de pilotfase zal het gaan om 1 klas (25 studenten) per opleiding, welke deel gaat nemen in de pilot. Na het eerste pilotjaar kan besloten worden dat de ingeslagen weg gecontinueerd wordt. Ook kan besloten worden meerdere klassen en/of studenten van andere opleidingen een tweetalig programma aan te bieden. In dit geval gaat het aantal studenten vanzelfsprekend ook omhoog.
5.5 Werkveld betrokkenheid “De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst)” Het werkveld/vervolgonderwijs wordt op verschillende manieren betrokken bij het tweetalig onderwijs. 1. Bij het verkennen van de Markt wordt het werkveld en het vervolgonderwijs bevraagd over de wenselijkheid van tweetalig onderwijs op het MBO. 2. Zodra een keuze is gemaakt voor de pilotopleiding(en) zal het curriculumontwerp en de EIOcomponent overlegd besproken worden met het werkveld en met het HBO. Onderwerp van gesprek is dan de relevantie, tijdsinvestering en inhoud. 3. Bij de uitvoering van het onderwijs wordt contact gelegd met het werkveld over het inzetten van native speakers uit het werkveld, en wordt ook contact gezocht met internationale contacten in binnen en buitenland. 4. Het werkveld/vervolgonderwijs wordt vervolgens betrokken bij hoe de meerwaarde voor werkveld/vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst.
16 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 6: HBO doorstroom 6.1 Kenmerken van excellente studenten “Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt” Geen aparte vereisen bij het HBO doorstroom excellentie programma.
6.2 Verzwaring van het programma “Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden” Een analyse van de opleidingsplattegronden in de vastgestelde studiegidsen (OER-en) 2015-2016 wijst uit dat wij in 3 van de 24 opleidingen op niveau 4 een expliciet HBO-doorstroomprogramma aanbieden.
Assistent Accountant BOL4: Losse doorstroomvakken in de vrije ruimte. Bedrijfsadministrateur BOL4: Losse doorstroomvakken in de vrije ruimte. Onderwijsassistent BOL4: In de vrije ruimte de mogelijkheid om een minor te kiezen die voorbereidt op de entreetoets op de PABO.
Vanaf schooljaar 2016-2017 zou de verzwaring van het programma er als volgt uit kunnen zien: Het extra programma onderdeel beschikbaar maken voor alle niveau 4 studenten als keuzedeel. Excellente studenten die al een hbo programma in het reguliere opleidingspakket hebben kunnen als excellentie programma één van de andere excellentieprogramma’s kiezen, of een verzwaard Hbo doorstroom programma. Met de komst van de keuzedelen is er een praktische manier om vorm en inhoud te geven aan de programmaonderdelen die gericht zijn op doorstroom naar het hbo. Er is één algemeen keuzedeel ‘doorstroom hbo’, met vooral aandacht voor loopbaanontwikkeling (maken van een keuze voor een passende hbo opleiding) en voor algemene competenties zoals leervaardigheden, plannen, samenwerken en reflecteren. Daarnaast zijn er zes sectorspecifieke keuzedelen gericht op doorstroom naar het hbo. En er zijn (‘AVO’)vakinhoudelijke keuzedelen die bedoeld zijn als ondersteuning van de doorstroom naar het hbo, bijvoorbeeld op het gebied van talen of wiskunde, of (specifieke voor de PABO: aardrijkskunde).
6.3 Planning en concretisering “Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de ideeen onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vak wedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet” Om vanaf schooljaar 2016-2017 via een extra keuzedeel hbo doorstroom of via een extra programmaonderdeel ‘hbo doorstroom voor excellente studenten’ te kunnen starten, dan dient de beleidsontwikkeling (randvoorwaarde) na de zomervakantie (=Q3 2015) te starten. Dit om voldoende tijd over te houden om, binnen
17 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
de vastgelegde beleidskaders, de benodigde programmaonderdelen (onderwijs en examinering) te ontwikkelen ter voorbereiding op schooljaar 2016-2017. Het geconcretiseerd tijdpad is : Q3 2015 (juli-september)
Beleidsontwikkeling: kaders bepalen voor de programmering
Q4 2015 (oktober-december)
Curriculum van programmaonderdelen gericht op hbo doorstroom voor excellente studenten, binnen de kaders van het ROC-beleid voor keuzedelen
Q1 2016 (januari-maart)
Ontwikkelen van programma’s en lesmateriaal in overleg met afnemende hbo instellingen Beschrijven van de programmering in de studiegids/oer.
Q2 2016 (april-juni)
Verfijnen en verder voorbereiden van de uitvoering
Q4 2016 (oktober-december)
Start uitvoering (afhankelijk van waar in de opleiding deze programmaonderdelen geprogrammeerd zijn
6.4 Aantallen studenten “Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie” Op dit moment wordt in een aantal van onze niveau 4 opleidingen een HBO doorstroomprogramma aangeboden (3 van de 24). Die opleidingen zijn van Business College (2 van de 3) en Onderwijs en Kinderopvang (1 van de 3). In subdoel 2 staat dat wij HBO doorstroomprogramma’s willen toepassen in meerdere colleges. De huidige doorstroom van niveau 4 studenten naar het HBO betreft bijna 40%. We streven ernaar dat alle studenten niveau 4 een HBO doorstroomprogramma kunnen volgen maar in voorkomende gevallen kiezen studenten voor een inhoudelijke verdieping ipv een HBO doorstroomprogramma. Deze excellente studenten willen we de mogelijkheid bieden om beiden te doen (inhoudelijke verdieping en HBO doorstroom).
6.5 Werkveld betrokkenheid “De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst)” In het kader van zowel subdoel 2 (verder ontwikkelen en binnen meerdere colleges toepassen van de HBO doorstroomprogramma’s) als subdoel 3 (intensiveren van de contacten met het HBO) is hier de betrokkenheid van het vervolgonderwijs relevant. In enkele gevallen is het volgen van keuzedelen gericht op hbo doorstroom een feitelijke instroomeis (namelijk voor de PABO), maar in alle andere gevallen geldt dat niet. De keuzedelen beschrijven op hoofdlijnen de relevante (vak-/competentie-) gebieden waarop groei nodig is (in het kader van doorstroom naar het hbo). De mbo-opleiding bepaalt samen met de specifieke hbo-instelling welke onderdelen de student moet beheersen om de kans op succesvolle doorstroom te verhogen. De wijze waarop we de meerwaarde van het resultaat zichtbaar gaan maken op het diploma of de resultatenlijst is afhankelijk van de wettelijke kaders die daarvoor worden vastgesteld.
18 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 7: Student Company 7.1 Kenmerken van excellente studenten “Kenmerken van een excellente student en hoe de selectie van die studenten voor de verschillende initiatieven verloopt” Ook voor de mini's (officieel Student Company) en de andere variant zijn er geen speciale eisen. Dit betekent dus ook dat leerlingen van alle leerjaren kunnen deelnemen. Met het oog op het startmoment (september) is het raadzaam om pas vanaf het tweede leerjaar de leerlingen te laten starten.
7.2 Verzwaring van het programma “Een beschrijving die duidelijk maakt dat er sprake is van verzwaarde programma’s (extra onderwijstijd). NB versnellen is geen verzwaard programma, wel als in de vrij gekomen tijd extra onderdelen gedaan worden” Het idee is dat excellente studenten met bedrijven een eigen onderneming gaan proberen op te zetten. Om het ondernemerschap bij studenten te stimuleren biedt Jong Ondernemen een tweetal mogelijkheden: de Student Company (voorheen de ‘mini onderneming’), welke in groepen van 5-8 studenten wordt doorlopen en het individueel gerichte programma Zeker van je zaak. De doelstelling van beide programma’s is gelijk, nl het stimuleren van ondernemerschap en ondernemendheid bij studenten. Voor de eenvoud zal bij deze twee programma’s de term Student Company worden gebruikt. De opzet van de programma’s is hieronder kort beschreven. De Student Company is voor studenten van de andere colleges dan het Business College een verzwaring omdat zij het kiezen als een extra bovenop het reguliere programma. Voor excellente studenten van, in eerste instantie, het Business College ontwikkelen we een mogelijkheid om een verzwaard programma te volgen dat aansluit bij het bevorderen van ondernemerschap. Zij krijgen door een samenwerking van het ROC Ter AA en lokale ondernemers de mogelijkheid het concept van de Student Company toe te passen binnen de bedrijven van deze ondernemers en naar het niveau van een “student bedrijf” te tillen. Door een samenwerking van ROC Ter AA en lokale ondernemers krijgen excellente studenten de kans om echte concepten te bedenken en te introduceren. Dit onder begeleiding van één of meer bedrijven en deze vervolgens marktrijp te maken en daadwerkelijk te introduceren. Het is een unieke mogelijkheid voor studenten om echt in de praktijk mee te maken wat er komt kijken bij het opzetten en ontwikkelen van nieuwe concepten. Het Studentbedrijf koppelen we aan een bestaand bedrijf (uit ons bestand BPV-bedrijven of misschien wel met een totaal nieuwe partner of een bedrijfsgroep) en we laten deze opdrachten uitvoeren voor dit bedrijf. Het Studentbedrijf is dan echt onderdeel van zo’n externe partner. De opdrachten kunnen van velerlei aard zijn, naargelang de samenstelling van het Studentbedrijf. Voorbeelden uit onze eigen praktijk: externe opdrachten communicatie, het organiseren van een evenement, een enquête uitvoeren, een boekhouding, etc. Het Studentbedrijf zou dan elk jaar wisselend van samenstelling zijn maar wel een continue aangelegenheid, een soort filiaal of bedrijfsonderdeel. De studenten werken in opdracht van “echte” opdrachtgevers uit de praktijk. 19 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Het is te vergelijken met de ‘Honoursprogramma’s’ van de Universiteiten en Hogescholen. De betere leerlingen MOGEN plaatsnemen in zo’n programma (studentbedrijf) maar moeten hier wel voor presteren en solliciteren. Het hoeven dan ook niet studenten uit een bepaald jaar te zijn maar ze zitten verspreid over alle leerjaren. Uiteindelijk krijgen zij bij hun diploma dan ook een extra certificaat. Het kan over de hele breedte studenten stimuleren om iets extra’s te doen boven hun normale studie waarbij het ook nog iets kan opleveren.
7.3 Planning en concretisering “Het beeld en de lijn uitgezet door ROC Ter AA is helder, veel onderdelen bevinden zich echter lang in de ideeen onderzoeksfase (Q4 2016 mogelijkheden digitale wijze, eind 2016 is helder of tweetalig mogelijk is, medio 2016 is onderzocht wat er kan via mini-ondernemingen). Dat betekent feitelijk dat in schooljaar 2015-2016, op vak wedstrijden na, weinig concreets gerealiseerd wordt op het gebied van excellentie. Wij zien graag voor 15 oktober a.s. of het mogelijk is het ambitieniveau iets naar boven bij te stellen en welke initiatieven uit de idee-fase ook uitgevoerd gaan worden, of in ieder geval starten. Deze doelen dienen in concreet te behalen resultaten te worden omgezet” Geconcretiseerde planning: Q4 2015
Bespreken in verschillende colleges van het concept Studentbedrijf, inclusief het samenwerkingsverband met de lokale ondernemers. Eerste inschatting leerlingaantallen. Go/No go beslissing
Q1 2016
Vaststellen randvoorwaarden (begeleidend docenten, planning lestijden, locaties, programmaduur Studentbedrijf, inclusief het samenwerkingsverband met de lokale ondernemers )
Q2 2016
Opstarten (werving, intake, aanmelden bij Jong Ondernemen, instrueren begeleidend docenten
Q3 2016
Met de uitvoering kan worden gestart in september 2016
7.4 Aantallen studenten “Nadere definiëring van beoogde resultaten in orde van grootte aantallen studenten (hoeveel studenten volgen welk onderdeel van het excellentie-programma). Dit in verhouding met de ambitie van ROC Ter AA en het bedrag dat beschikbaar is voor excellentie” In het eerste jaar dat leerlingen van de andere colleges kunnen starten in een Studentbedrijf zal er minimaal een groep van 6-8 studenten starten . Dit is de bezetting voor één Studentbedrijf. Het voordeel van de opzet is dat er gemakkelijk kan worden uitgebreid. Zowel wat betreft aantallen studenten als begeleiding. Een docent kan meerdere Studentbedrijven begeleiden. Ook vanuit Jong Ondernemen zal de ondersteuning niet voor problemen zorgen bij uitbreiding. Het Studentbedrijf zelf is multidisciplinair. Dit betekent dat leerlingen uit verschillende colleges samen in één Student Company zullen samenwerken. Vanuit het ondernemerschap is het mogelijk dat 20% van de studenten voor een Studentbedrijf kiezen, maar dit kan per jaar wisselen. Ook de bedrijven kunnen per jaar wisselen.
7.5 Werkveldbetrokkenheid “De wijze waarop het werkveld bij (de uitvoering van) het plan betrokken is (en hoe meerwaarde voor het werkveld, dan wel vervolgonderwijs zichtbaar wordt gemaakt op diploma of resultatenlijst)”
20 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
De leerlingen in een Studentbedrijf vormen samen het Management Team. Bij de besluitvorming en uitvoering van hun gekozen beleid worden zij ondersteund door een ervaren ondernemer en een financieel accountant. Omdat het uitgangspunt van het Studentbedrijf “Leren door doen” is, zullen deze begeleiders de leerlingen voldoende kunnen ondersteunen en van praktische tips en adviezen voorzien. De opzet en inhoud van het programma van het Studentbedrijf is door de stichting Jong Ondernemen in nauw overleg met het bedrijfsleven opgesteld. Alle competenties op het gebied van ondernemerschap zijn daardoor vertegenwoordigd. Bij het samenwerkingsverband met de lokale ondernemers zullen de ondernemers in overleg met het ROC Ter AA de programma-inhoud bepalen en de uitvoering verzorgen. Het Studentbedrijf is per definitie afgestemd met bedrijven en daardoor intensief met het werkveld betrokken. De school heeft de opdracht om de uitvoering van het Studentbedrijf aan het curriculum te koppen. Het ROC Ter AA zal de meerwaarde verantwoorden en zichtbaar te maken op resultatenlijsten en diploma’s.
21 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx
Hoofdstuk 8: Inzet van middelen “Inzet van middelen (financiën) over de programmaonderdelen” Thema Skills Heroes:
Excellentie ROC Ter AA participeert vanaf 2014-2015 actief aan de Skills Heroes
Internationalisering Overige excellentieprogramma’s
2015
2016
2017
2018
€41.228
€54.701
€54.701
€54.701
10% van de aangeboden stages vanaf cohort 2016betreffen stages met (deels) internationale context en 3% van de studentpopulatie voert een internationale stage uit Tweetalig Onderwijs, Engels, haalbaarheidsonderzoek
€33.683
€33.683
€33.683
€33.683
€11.228
€28.069
€74.911
€74.911
Van de studenten die doorstromen naar HBO heeft 80% aan het einde van het eerste jaar HBO voldoende studiepunten gehaald
€28.069
€72.980
€72.980
€72.980
€11.228
€43.683
€33.683
€33.683
€125.436
€233.117
€269.958
€269.958
“Ondernemerschap” in de vorm van Mini Ondernemingen (Student Company) maakt onderdeel uit van het curriculum voor alle studenten van het Business college.
Totale kosten Excellentie
22 Kwaliteitsplan addendum excellentie 2015-2018 02.10.2015.docx