Stichting Pensioenfonds Holland Casino
1
PENSIOENREGLEMENT 1 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Inhoudsopgave: Artikel 1
Definities
2
Artikel 2
Deelnemers
4
Artikel 3
Omschrijving van de pensioenaanspraken
6
Artikel 4
Pensioengrondslag
7
Artikel 5
Deelnemersjaren
8
Artikel 6
Ouderdomspensioen
9
Artikel 7
Arbeidsongeschiktheidspensioen
10
Artikel 8
Nabestaandenpensioen
12
Artikel 9
Bijzonder nabestaandenpensioen, Wet pensioenverevening bij scheiding
13
Artikel 10
Wezenpensioen
15
Artikel 11
Bijzondere bepalingen ten aanzien van nabestaanden- en wezenpensioen
16
Artikel 12
Financiering
17
Artikel 13
Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid
19
Artikel 14
Procentuele verhogingen
21
Artikel 15
Eventuele herverzekering
23
Artikel 16
Uitgesloten risico's
24
Artikel 17
Keuzemogelijkheden
25
Artikel 18
Einde van het deelnemerschap
29
Artikel 19
Betaling van pensioenen
33
Artikel 20
Belastingen en heffingen
33
Artikel 21
Overdracht, inpandgeving van rechten enz
34
Artikel 22
Inwerkingtreding; overgangsbepalingen
35
Artikel 23
Slotbepalingen
36
Artikel 24
Geschillen
39
Artikel 25
Wijziging pensioenovereenkomst
40
Addendum 1 Addendum 2 Addendum 3 Addendum 4
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
41 49 51 52
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
2
Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b. het bestuur : het bestuur van het fonds; c. de statuten : de statuten van het fonds; d. de werkgever : de aangesloten onderneming volgens artikel 3 van de statuten; e. de werknemers : de personen, in dienst van de werkgever; f. de deelnemers : de werknemers, die ingevolge artikel 2 van dit reglement als deelnemer zijn toegetreden; g. de partner : 1. De man of vrouw met wie de (gewezen) deelnemer vóór de pensioendatum is gehuwd; 2. De man of vrouw met wie de (gewezen) deelnemer bij de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap als omschreven in het Burgerlijk wetboek is aangegaan vóór de pensioendatum; 3. Als 1 en 2 niet van toepassing zijn: de man of vrouw met wie de (gewezen) deelnemer een samenlevingsverband heeft en die op uitdrukkelijk verzoek van de (gewezen) deelnemer als partner wordt aangemerkt vóór de pensioendatum, onder de voorwaarden dat: - er sprake is van een met het huwelijk vergelijkbare situatie; om deze reden wordt niet als partner beschouwd degene, die familie is van de (gewezen) deelnemer in de rechte lijn, zoals ouder, grootouder, kind, pleegkind en kleinkind noch degene, die broer of zus is van de (gewezen) deelnemer; en - de (gewezen) deelnemer ten genoegen van het bestuur aannemelijk maakt dat het samenlevingsverband ten minste een half jaar heeft geduurd; en - de betreffende partner geen familie is van de (gewezen) deelnemer in de rechte lijn’ en; - de (gewezen) deelnemer een notarieel verleden samenlevingscontract aan het bestuur overlegt, inhoudende: I. de naam en de geboortedatum van zowel de (gewezen) deelnemer als de partner; II. de aanvangsdatum van het samenlevingsverband. III. het woonadres op die aanvangsdatum IV. (enige) vermogensrechtelijke aangelegenheden; V. de aanwijzing van elkaar, met uitsluiting van ieder ander, als begunstigden van nabestaandenpensioen; VI. de beëindigingsvoorwaarden. De deelnemer ontvangt een bewijs van ontvangst van het notarieel verleden samenlevingscontract. h. partnerschap : de formele relatie van een partner als beschreven onder sub g van dit artikel. i. de kinderen : de kinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die tot de (gewezen) deelnemer in familierechtelijke betrekking staan, alsmede de pleegkinderen beneden de leeftijd van 18 jaar die door de (gewezen) deelnemer worden onderhouden en opgevoed, één en ander ter beoordeling van het bestuur en mits die personen door de deelnemer bij het bestuur zijn aangemeld. Studerende kinderen tot de leeftijd van 27 jaar worden met kinderen van jonger dan 18 jaar gelijk gesteld, tenzij zij aanspraak kunnen maken op een Wajong-, WAO- of WIA-uitkering j. de pensioendatum : de eerste van de maand, waarin de deelnemer 65 jaar wordt; k. arbeidsonge: arbeidsongeschiktheid conform de Wet op de
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
schiktheid
Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) of de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), voorzover ontstaan tijdens het dienstverband met de werkgever; l. mate van arbeids- : de mate van arbeidsongeschiktheid op basis waarvan de Uitkering ongeschiktheid m. FVP n. CAO
ingevolge de WAO of de WIA is vastgesteld; : de Stichting Financiering Voortzetting PensioenVerzekering; : de Collectieve Arbeidsovereenkomst voor de werknemers van de werkgever.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
3
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 2. 1.
4
Deelnemers
Als deelnemer wordt opgenomen in het fonds de werknemer van 21 jaar of ouder, met wie de werkgever bij arbeidsovereenkomst is overeengekomen dat hij als deelnemer zal toetreden.
2. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 22 lid 3, vangt het deelnemerschap aan op de datum van indiensttreding, echter niet eerder dan de eerste van de maand, waarin de 21e verjaardag valt. Voor de werknemer die nog niet als deelnemer wordt opgenomen, is er een overlijdensrisicodekking op basis waarvan een voorziening voor de partner en/of de kinderen zal worden getroffen. Daarnaast is er voor deze werknemer een risicodekking voor de premievrijstelling ingeval van arbeidsongeschiktheid. 3. De werknemer zal, alvorens hij als deelnemer wordt opgenomen, schriftelijk moeten hebben verklaard dat hij: a. akkoord gaat met de bepalingen van dit reglement en van de statuten van het fonds en de voor hem hieruit voortvloeiende verplichtingen zal nakomen; b. alle inlichtingen aan het bestuur zal verstrekken, welke in verband met de toekenning van de pensioenaanspraken nodig zijn en het bestuur in kennis zal stellen van eventuele wijzigingen in zijn burgerlijke staat, gezin, adres, mate van arbeidsongeschiktheid, niet-geregistreerde partner of notarieel bekrachtigd samenlevingscontract. Indien de deelnemer of de gewezen deelnemer geen of onjuiste inlichtingen verstrekt, is het bestuur bevoegd een hieruit voor het fonds ontstane schade op de betrokkene te verhalen en/of om een daarmee verband houdend pensioen niet of gedeeltelijk toe te kennen of te schorsen. 4. Het deelnemerschap eindigt: a. door het bereiken van de pensioendatum; b. door het overlijden van de deelnemer; c. door het eindigen van het dienstverband tussen de deelnemer en de werkgever, anders dan door overlijden van de deelnemer, tenzij: 1. Het eindigen van het dienstverband het gevolg is van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid; alsdan blijft het deelnemerschap bestaan voor zover en voor zolang de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid voortduurt, behoudens het bepaalde in de volgende volzin. Indien een gedeeltelijk arbeidsongeschikte deelnemer, nadat die recht heeft verkregen op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw conform artikel 13, een andere functie aanvaardt bij de werkgever, al dan niet op basis van een nieuwe arbeidsovereenkomst, dan wordt vanaf de datum waarop die andere functie aanvangt het bestaande deelnemerschap beëindigd en vangt een nieuw deelnemerschap aan. Dit tast het verkregen recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw conform artikel 13 niet aan. 2. de deelnemer op dat moment gebruik maakt van een regeling betreffende vrijwillig vervroegde uittreding bij de werkgever; alsdan blijft het deelnemerschap bestaan zolang de deelnemer een uitkering ontvangt uit hoofde van die regeling; 5. Indien en zolang de deelnemer met onbetaald verlof is blijven de pensioenaanspraken ongewijzigd gehandhaafd. Ook in het geval de deelnemer met levensloopverlof is als bedoeld in artikel 19g van de Wet op de Loonbelasting 1964, waarbij de deelnemer een uitkering op basis van de levensloopregeling geniet van tenminste 70% van het bruto pensioeninkomen zoals
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
5
omschreven in de CAO, dat gold direct voorafgaande aan de ingang van het levensloopverlof, wordt de opbouw van pensioenaanspraken ongewijzigd voortgezet. Indien en zolang de deelnemer een uitkering op basis van de levensloopregeling geniet van minder dan 70% van het bruto pensioeninkomen zoals omschreven in de CAO, dat gold direct voorafgaande aan de ingang van het levensloopverlof, wordt de pensioenopbouw voortgezet op basis van een breuk, zijnde de uitkering uit de levenslooprekening gedeeld door het bruto pensioeninkomen, dat gold direct voorafgaande aan het levensloopverlof. Gedurende de periode van onbetaald verlof of levensloopverlof komt de som van de werkgeversbijdrage en de deelnemersbijdrage voor rekening van de deelnemer. De deelnemer kan in afwijking van het voorgaande de opbouw van aanspraken gedurende een periode van onbetaald verlof of levensloopverlof onderbreken, uitsluitend indien de deelnemer en zijn partner een door het fonds verstrekte verklaring tekenen, waaruit blijkt dat zij zich bewust zijn van de gevolgen van de onderbreking van de pensioenopbouw en de dekking van het arbeidsongeschiktheidsrisico. Het risico van overlijden tijdens de periode van onderbreking van de pensioenopbouw blijft verplicht gedekt tegen betaling van een door het bestuur van het fonds vastgestelde dekkende premie. 6. Een werknemer die in een periode gerekend vanaf 1 januari 2000 is uitgezonden of gedetacheerd naar een vestiging / dochteronderneming of partnerorganisatie van de werkgever in of buiten Nederland en bij aanvang van de uitzending deelnemer is, blijft deelnemer in de zin van dit pensioenreglement, tot het tijdstip dat tussen de werknemer en de werkgever wordt overeengekomen dat zulks niet langer het geval zal zijn.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 3. 1.
6
Omschrijving van de pensioenaanspraken
Met inachtneming van de bepalingen van dit reglement geeft het deelnemerschap recht op: a. ouderdomspensioen ten behoeve van de deelnemer of gewezen deelnemer; b. nabestaandenpensioen ten behoeve van de partner van de (gewezen) deelnemer;. c. wezenpensioen ten behoeve van de kinderen van de deelnemer of gewezen deelnemer; d. bijzonder nabestaandenpensioen ten behoeve van de gewezen partner als bedoeld in artikel 9 lid 2. e. arbeidsongeschiktheidspensioen ten behoeve van de deelnemer.
2. Fiscale maxima a. Het ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen, respectievelijk het wezenpensioen kan niet meer bedragen dan 100%, 70%, respectievelijk 14% van het laatste bruto pensioeninkomen zoals bedoeld in artikel 4 lid 2 sub a, dan wel het laatste hogere feitelijke salaris van de deelnemer, voor zover dat krachtens fiscaal recht als pensioengevend mag worden aangemerkt. b. De fiscale maxima als omschreven sub a. worden verminderd met een bedrag ter grootte van de AOW-uitkering inclusief vakantietoeslag van één gehuwde met een partner van 65 jaar of ouder. c. Voor de vaststelling van de fiscale maxima als omschreven sub a. wordt buiten beschouwing gelaten: - de procentuele verhogingen als bedoeld in artikel 14; - de verhoging van het ouderdomspensioen in plaats van (gedeeltelijke) aanspraken op nabestaandenpensioen als omschreven in artikel 17 lid 1; - de keuze voor een (tijdelijk) hoger ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 17 lid 3; - waardeoverdrachten als bedoeld in artikel 5 lid 4 en artikel 18 lid 8. 3. Dit pensioenreglement is een uitkeringsovereenkomst in de zin van de Pensioenwet.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
7
Artikel 4. Pensioengrondslag 1.
Voor elke deelnemer wordt per 1 januari van elk jaar een pensioengrondslag bepaald. Bij toetreding in de loop van een kalenderjaar wordt de pensioengrondslag bepaald op het ogenblik van toetreding. Een pensioengrondslag blijft gedurende het jaar, waarin deze is vastgesteld, ongewijzigd.
2. De pensioengrondslag wordt als volgt vastgesteld: a. Basis voor de pensioengrondslag is 100% van het bruto pensioeninkomen zoals omschreven in de CAO (voor diegenen die onder de Hay-salarissystematiek vallen is de vakantietoeslag in de definitie van het bruto pensioeninkomen niet van toepassing; zie CAO protocollaire bepalingen artikel 16 lid 1). Indien de deelnemer minder werkt dan het volgens de CAO geldende aantal uren per week/werkdag of dienst van de normale arbeidsduur, geldend voor voltijdwerknemers, wordt het bruto pensioeninkomen gedeeld door een factor gelijk aan de overeengekomen arbeidsduur gedeeld door de normale arbeidsduur. Indien het deelnemerschap voortbestaat op grond van het bepaalde in artikel 2 lid 4 sub c2 wordt het jaarsalaris door de werkgever vastgesteld op grond van de daarvoor in de regeling betreffende vrijwillige vervroegde uittreding gestelde richtlijnen. b. Vervolgens wordt de aldus verkregen uitkomst verminderd met de franchise, die is opgenomen in addendum 1 van dit reglement. De franchise wordt vanaf 1 januari 2005, telkens wanneer zulks zich voordoet, door het bestuur procentueel verhoogd overeenkomstig artikel 14 lid 2 sub a en b van dit reglement. De franchise bedraagt evenwel tenminste de fiscaal minimaal voorgeschreven franchise. Indien het bestuur besluit dat de franchise bijstelling behoeft in het licht van de ontwikkeling van de AOW en de lonen, zal de mogelijke bijstelling worden besproken met en voor akkoord voorgelegd aan de werkgever en de vakorganisaties.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 5. Deelnemersjaren 1.
Deelnemersjaren zijn kalenderjaren waarin een persoon op grond van het bepaalde in artikel 2 als deelnemer in de pensioenregeling is opgenomen. Een gedeelte van een kalenderjaar wordt in kalendermaanden afgerond. Het fonds administreert het aantal deelnemersjaren
2. Voor de deelnemer, die bij de oprichting van het fonds is toegetreden, tellen als deelnemersjaren tevens mee de vóór dat tijdstip gelegen dienstjaren, die hem bij de oprichting van het fonds als deelnemersjaren zijn toegekend. 3. Gedurende de tijd, dat de deelnemer ingevolge ziekte, ongeval of tijdelijke arbeidsongeschiktheid niet in staat is zijn werkzaamheden te verrichten, wordt het dienstverband met de werkgever geacht niet te zijn verbroken. Deze tijd telt steeds mee voor de berekening van het aantal deelnemersjaren. Betaling van bijdragen en van contributies zal gedurende deze tijd worden voortgezet. 4. Indien een deelnemer voorafgaande aan zijn deelnemerschap premievrije pensioenaanspraken heeft verworven uit hoofde van voorgaand dienstverband en de waarde van deze aanspraken is aan het fonds overgedragen conform de Pensioenwet, zullen deze aanspraken als premievrije aanspraken toegekend worden. Deze premievrije aanspraken worden eventueel vanaf 1 januari 2005 procentueel verhoogd overeenkomstig artikel 14 van dit reglement. 5. Het aantal deelnemersjaren zal in jaren en maanden worden bepaald. Hierbij zal een aantal dagen, minder dan 15 verwaarloosd worden, terwijl 15 dagen of meer voor een volle maand zullen worden gerekend. 6. Indien het tussen de deelnemer en de werkgever in enig jaar overeengekomen aantal wekelijkse werkuren minder is dan het normale aantal werkuren zal het betreffende deelnemersjaar slechts in de verhouding van het beperkte aantal werkuren tot het normale aantal werkuren in aanmerking worden genomen. 7. Bij deelname aan het onderdeel gesubsidieerde deeltijdarbeid vanaf de leeftijd van 50 jaar tot uiterlijk 65 jaar als omschreven in artikel 16 § 2 en § 3 van de CAO (seniorenregeling), wordt pensioen opgebouwd over het voor de werknemer geldende deeltijdpercentage (70% of 80%). Bij deelname aan het onderdeel gesubsidieerde deeltijdarbeid vanaf de leeftijd van 55 jaar tot uiterlijk 65 jaar als omschreven in artikel 16 § 2 en § 3 van de CAO zal er een pensioenopbouw gelden op basis van het voltijdspercentage met de gebruikelijke verdeling van de bijdrage tussen werkgever en werknemer dan wel op basis van het deeltijdpercentage dat gold direct voorafgaand aan deelname gesubsidieerde deeltijdarbeid met de gebruikelijke verdeling van de bijdrage tussen werkgever en werknemer.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
8
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 6. 1.
9
Ouderdomspensioen
Het ouderdomspensioen gaat in op de pensioendatum en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt.
2. Het ouderdomspensioen is gelijk aan de som van de jaarlijks opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen. Per 1 januari 2006 bedraagt het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen 2,25% van de voor dat jaar geldende (parttime) pensioengrondslag. Per 1 januari 2011 bedraagt het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen 2,10% van de voor dat jaar geldende (parttime) pensioengrondslag. Per 1 januari 2013 bedraagt het jaarlijks op te bouwen ouderdomspensioen 1,80% van de voor dat jaar geldende (parttime) pensioengrondslag.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 7.
10
Arbeidsongeschiktheidspensioen
1. Het arbeidsongeschiktheidspensioen gaat in vanaf het tijdstip: a. waarop de deelnemer, die vóór 1 januari 2004 voor het eerst arbeidsongeschikt is geraakt in de zin van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), gedurende één jaar een uitkering ingevolge de WAO heeft genoten; of b. waarop de deelnemer, die op of na 1 januari 2004 voor het eerst arbeidsongeschikt is geraakt in de zin van de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), een uitkering ingevolge de WIA ontvangt; of c. waarop de deelnemer een verhoogde WAO- of WIA-uitkering ontvangt in het geval de deelnemer bij aanvang van het deelnemerschap al gedeeltelijk arbeidsongeschikt was. Het arbeidsongeschiktheidspensioen loopt tot de datum waarop de WAO- of WIAuitkering eindigt, respectievelijk de mate van arbeidsongeschiktheid is gedaald tot het niveau bij aanvang van het deelnemerschap, doch uiterlijk tot de pensioendatum of tot en met de maand van eerder overlijden van de deelnemer. Indien de WAO/WIA-uitkering wordt ingetrokken, dan wel niet ingaat op grond van een in de WAO/WIA opgenomen bepaling die geen betrekking heeft op de mate van arbeids(on)geschiktheid van de (gewezen) deelnemer, kan het bestuur wanneer een WAO/WIA-uitkering op een later tijdstip wordt heropend dan wel alsnog ingaat om redenen van redelijkheid en billijkheid besluiten om het arbeidsongeschiktheidspensioen vanaf dat tijdstip eveneens te heropenen dan wel alsnog laten ingaan. Voorwaarde hiervoor is dat de arbeidsongeschiktheid is ontstaan gedurende het dienstverband met de werkgever. De overige reglementaire voorwaarden zijn onverminderd van toepassing. 2. a. De deelnemer wordt geacht arbeidsongeschikt te zijn indien en zolang hij recht heeft op een uitkering ingevolge de WAO of de WIA. b. Het jaarlijks arbeidsongeschiktheidspensioen is gelijk aan 70% van het positieve verschil van het bruto pensioeninkomen, zoals beschreven in de CAO, zoals dat geldt per 1 januari van het jaar waarin het arbeidsongeschiktheidspensioen in gaat en het op jaarbasis omgerekende maximum dagloon krachtens de WAO of WIA per 1 januari van dat jaar, vermenigvuldigd met het toekenningspercentage zoals opgenomen in de tabellen sub e. c. Voor fooiontvangende werknemers wordt voor de toepassing van dit artikel tot het bruto pensioeninkomen gerekend de conform de CAO berekende tronc-/ fooienuitkering, die voor de toepassing van dit artikel wordt vastgesteld door het aantal aandelen tronc-/fooienregeling te vermenigvuldigen met het gemiddelde percentage tronc-/ fooienuitkering per aandeel over het voorgaande kalenderjaar. De vorige volzin kan worden aangepast als de tronc- / fooienregeling in de CAO wordt gewijzigd. d. Indien en zodra de hoogte respectievelijk de duur van de uitkering ingevolge de WAO of de WIA wezenlijk wordt gewijzigd, komt de sub c. bedoelde aanvullingsregeling te vervallen. Het bestuur zal alsdan besluiten of de aanvullingsregeling zal worden vervangen door een andere aanvullingsregeling. e. Het toekenningspercentage is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid waarop de uitkering ingevolge de WAO is gebaseerd. Een en ander op basis van onderstaande tabellen. Het toekenningspercentage ingeval van de WIA is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid welke volgt uit de navolgende tabellen: Mate van arbeidsongeschiktheid Toekennings % in de zin van de WAO minder dan 15% 0,00% 15 - 25% 20,00% 25 - 35% 30,00% 35 - 45% 40,00% 45 - 55% 50,00%
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
55 - 65% 65 - 80% 80 - 100% Mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% 35 - 45% 45 - 55% 55 - 65% 65 - 80% 80 - 100%
11
60,00% 72,50% 100,00% Toekennings% in de zin van de WIA 0,00% 40,00% 50,00% 60,00% 72,50% 100,00%
Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid wordt verlaagd, wijzigt het toekenningspercentage overeenkomstig. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid wordt verhoogd, wijzigt, zolang het dienstverband van de deelnemer met de werkgever voortduurt, het toekenningspercentage overeenkomstig. Nadat het dienstverband is verbroken blijft het toekenningspercentage bij verhoging van de mate van arbeidsongeschiktheid ongewijzigd. Voor de deelnemer die bij aanvang van het deelnemerschap, als bedoeld in artikel 2 lid 1 of in artikel 2, lid 4, letter c, sub 1, al arbeidsongeschikt was in de zin van de WAO of de WIA, wordt het toekenningspercentage bij toename van de arbeidsongeschiktheid als volgt vastgesteld. Formule:
A-B ---------100% - B
A = uitkeringspercentage (uit de tabel) behorende bij de totale mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO dan wel de WIA tijdens deelnemerschap B = uitkeringspercentage (uit de tabel) behorende bij de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO dan wel de WIA bij aanvang deelnemerschap. Voor de toepassing van de letters b en c van dit lid wordt voor deelnemers die uit een eerder deelnemerschap in de zin van artikel 2 al een arbeidsongeschiktheidspensioen genieten, het op jaarbasis omgerekende maximum dagloon krachtens de WAO of WIA per 1 januari van dat jaar vermenigvuldigd met de restcapaciteit bij aanvang van het deelnemerschap. f. Indien de deelnemer minder werkt dan het volgens de CAO geldende aantal uren per week/werkdag of dienst van de normale arbeidsduur, geldend voor voltijdwerknemers, wordt voor de toepassing van dit artikel onder bruto pensioeninkomen verstaan het bruto pensioeninkomen gedeeld door een factor gelijk aan de overeengekomen arbeidsduur gedeeld door de normale arbeidsduur. 3. In gevallen waarin toepassing van dit artikel tot onbillijkheden leidt, kan het bestuur een beslissing in afwijking van dit artikel nemen.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 8.
12
Nabestaandenpensioen
1. Het nabestaandenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt. 2. Het jaarlijkse nabestaandenpensioen bedraagt 5/7 van het volgens artikel 6 opgebouwde ouderdomspensioen. Indien de deelnemer overlijdt vóór de pensioendatum, wordt de aldus opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen verhoogd met 1,00% van de op de overlijdensdatum geldende pensioengrondslag en parttimegraad voor ieder deelnemersjaar, dat de gewezen deelnemer tussen de overlijdensdatum en de pensioendatum zou hebben kunnen behalen. Bij de bepaling van het nabestaandenpensioen blijft het ouderdomspensioen dat voortvloeit uit toepassing van artikel 23 lid 3 buiten beschouwing. Indien artikel 17 lid 1 (omzetting nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen) toepassing heeft gevonden, wordt het nabestaandenpensioen, in afwijking van het bepaalde in de vorige volzin, berekend met inachtneming van de regels in die bepalingen. 3. Indien op grond van artikel 9 bijzonder nabestaandenpensioen is toegekend, wordt dit samen met de daarover toegekende verhogingen als bedoeld in artikel 14 lid 1 op het volgens lid 2 vastgestelde nabestaandenpensioen in mindering gebracht.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Artikel 9. scheiding
13
Bijzonder nabestaandenpensioen, Wet pensioenverevening bij
1. Het bijzonder nabestaandenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin de pensioengerechtigde overlijdt. 2. Het bijzonder nabestaandenpensioen is gelijk aan het premievrije nabestaandenpensioen, dat aan de deelnemer zou zijn toegekend, indien het deelnemerschap zou zijn beëindigd op de datum van beëindiging van het partnerschap anders dan door overlijden of door vermissing met een partner. Indien beëindiging van het partnerschap met de hiervoor genoemde partner plaatsvindt na het einde van het deelnemerschap is het bijzonder nabestaandenpensioen gelijk aan het bij het einde van het deelnemerschap toegekende nabestaandenpensioen. 3. De gewezen partner als bedoeld in lid 2 van dit artikel ontvangt een bewijs van zijn/haar aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen. 4. Het bepaalde in de voorgaande leden vindt geen toepassing indien beide gewezen partners als bedoeld in lid 2 van dit artikel bij voorwaarden in verband met het partnerschap, bij notarieel verleden akte of bij een schriftelijk gesloten overeenkomst met betrekking tot de scheiding anders overeenkomen. Deze voorwaarden of overeenkomst zijn, respectievelijk is slechts geldig, indien het fonds zich bereid heeft verklaard hiermee in te stemmen en bereid is een uit de afwijking voortvloeiend risico te dekken dan wel het niveau van de uitkering aan te passen. 5. In geval van beëindiging van het partnerschap op of na 1 mei 1995 anders dan door overlijden of door vermissing met een partner als omschreven in artikel 1 sub g onder 1 of 2, vindt verevening van het tijdens het partnerschap bij het fonds opgebouwde ouderdomspensioen plaats conform de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Het bepaalde in dit lid is niet van toepassing indien partijen verevening van pensioenrechten bij scheiding hebben uitgesloten bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding. 6. De gewezen partner als bedoeld in de leden 2 en 5 van dit artikel, kan, tenzij sprake is van scheiding van tafel en bed, het deel van het te verevenen ouderdomspensioen tezamen met het bijzonder nabestaandenpensioen, omzetten in een eigen recht op ouderdomspensioen mits wordt voldaan aan het navolgende: a. De omzetting wordt door beide partijen overeengekomen bij huwelijkse voorwaarden of bij een schriftelijke overeenkomst met het oog op de scheiding; b. Binnen twee jaren na het tijdstip van de scheiding is hiervan mededeling gedaan aan het fonds door middel van het daarvoor bestemde formulier; c. Het fonds heeft ingestemd met de omzetting. 7. Het fonds zal niet instemmen met de beoogde omzetting als bedoeld in lid 6, indien een andere toeslagregeling is overeengekomen dan die welke is beschreven in artikel 14, of indien de omzetting die wordt overeengekomen voor het fonds verzekeringstechnisch nadelig is. Het fonds zal slechts instemmen met de omzetting indien het recht op ouderdomspensioen van de gewezen partner als bedoeld in de leden 2 en 5 van dit artikel ingaat op de, bij het fonds geldende, pensioendatum. Het fonds kan de instemming met de omzetting afhankelijk stellen van de uitslag van een medisch onderzoek naar de gezondheid van de (gewezen) deelnemer. 8. De (gewezen) deelnemer kan, in geval van scheiding vóór de pensioendatum van de (gewezen) deelnemer, met de gewezen partner als bedoeld in de leden 2 en 5 van dit
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
14
artikel overeenkomen dat het in de leden 1 en 2 bedoelde bijzonder nabestaandenpensioen, voor zover opgebouwd na 1 januari 2002 wordt omgezet in een hoger ouderdomspensioen en dat daarop volgend het ouderdomspensioen wordt verevend op de wijze als bedoeld in lid 5. Het in artikel 17 bepaalde omtrent de omzettingsfactoren is alsdan van overeenkomstige toepassing. 9. De kosten van verevening of omzetting zal het fonds in gelijke delen aan beide partijen in rekening brengen. 10. In geval van beëindiging van het partnerschap met een partner als omschreven in artikel 1 sub g onder 3 anders dan door overlijden, kan het fonds lid 5 tot en met lid 9 van dit artikel toepassen als ware sprake van beëindiging van het partnerschap met een partner als omschreven in artikel 1 sub g onder 1 of 2 mits beide partijen dit zijn overeengekomen in het notarieel verleden samenlevingscontract dan wel in een notariële akte opgemaakt bij de ontbinding van het samenlevingscontract. Bij beëindiging van het samenlevingscontract stelt de (gewezen) deelnemer het bestuur hiervan op de hoogte door middel van een schriftelijke verklaring van de (gewezen) deelnemer en diens partner. Indien de gewezen partner als bedoeld in dit lid hieraan niet meewerkt wordt de beëindiging uitsluitend verklaard door de (gewezen) deelnemer en ontvangt deze gewezen partner een afschrift van deze verklaring.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
15
Artikel 10. Wezenpensioen 1. Het wezenpensioen gaat in op de eerste van de maand volgend op de maand waarin de deelnemer of gewezen deelnemer overlijdt en wordt uitbetaald tot en met de maand waarin het kind 18 resp. 27 jaar wordt, of, indien het kind eerder overlijdt, tot en met de maand waarin dit overlijden plaatsvindt. 2. Het jaarlijkse wezenpensioen bedraagt per kind 1/7 van het volgens artikel 6 opgebouwde ouderdomspensioen tot het fiscaal maximum. Indien de deelnemer overlijdt vóór de pensioendatum, wordt de aldus opgebouwde aanspraak op wezenpensioen verhoogd met 0,20% van de op de overlijdensdatum geldende pensioengrondslag en parttimegraad voor ieder deelnemersjaar, dat de gewezen deelnemer tussen de overlijdensdatum en de pensioendatum zou hebben kunnen behalen. Voor volle wezen wordt het wezenpensioen verdubbeld. Bij vaststelling van de hoogte van het wezenpensioen overeenkomstig het bepaald in de vorige zin, wordt artikel 17 lid 1 (omzetting nabestaandenpensioen in ouderdomspensioen) buiten beschouwing gelaten. 3. Indien meer dan vijf kinderen recht hebben op wezenpensioen, dan genieten deze gezamenlijk niet meer dan een bedrag, gelijk aan vijf maal het wezenpensioen, bedoeld in lid 2.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
16
Artikel 11. Bijzondere bepalingen ten aanzien van nabestaanden- en wezenpensioen 1.
Indien de gewezen deelnemer na de pensioendatum een partnerschap aangaat zal geen aanspraak op nabestaanden- en wezenpensioen worden verleend.
2.
Indien de gewezen partner, van een (gewezen) deelnemer die nog aanspraken bij het fonds heeft, eerder overlijdt dan die (gewezen) deelnemer waardoor het bijzonder nabestaandenpensioen vervalt, vindt de in artikel 8 lid 3 bedoelde aftrek niet plaats, mits dat overlijden plaatsvindt na 1 januari 2002 en vóór de pensioendatum van de (gewezen) deelnemer. De vorige volzin blijft buiten toepassing indien het bijzonder nabestaandenpensioen is omgezet in een eigen recht op ouderdomspensioen voor de gewezen partner, conform het bepaalde in artikel 9 lid 6.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
17
Artikel 12. Financiering 1. De financiering voor de jaarlijkse pensioenopbouw en voor de risicodekkingen (overlijden en arbeidsongeschiktheid), welke zijn berekend conform de grondslagen en methoden zoals beschreven in de actuariële en bedrijfstechnische nota, geschiedt door betaling van bijdragen door de werkgever. De door de werkgever te betalen bijdragen, waarin de bijdragen van de deelnemers zijn begrepen, worden vastgesteld op basis van de uitvoeringsovereenkomst tussen het fonds en de werkgever. 2. De deelnemer is een bijdrage verschuldigd in de kosten van de pensioenregeling als omschreven in de CAO. De werkgever is gerechtigd de deelnemersbijdrage bij elke salarisbetaling van het salaris in te houden in evenveel gelijke termijnen als waarin het salaris wordt uitbetaald. Indien het tussen de deelnemer en de werkgever in enig jaar overeengekomen aantal wekelijkse werkuren minder is dan het normale aantal werkuren zal de pensioengrondslag voor de bepaling van de deelnemersbijdrage slechts in de verhouding van het beperkte aantal werkuren tot het normale aantal werkuren in aanmerking worden genomen. De totale bijdrage (zijnde de som van de werkgevers- en de deelnemersbijdrage) is gemaximeerd op het percentage als genoemd in zowel de uitvoeringsovereenkomst als de CAO. De wijze waarop de totale bijdrage wordt verdeeld tussen de werkgever en de deelnemers is geregeld in de CAO. Indien de totale bijdrage van het maximum zoals omschreven in de CAO heeft bereikt, en de toeslagruimte nihil is geworden, zal het fonds voor zover nodig de regeling als bedoeld in artikel 11 lid 5 van de statuten van het fonds toepassen en de pensioenregeling versoberen. Hierbij wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met het eventueel hierover bereikte tussen CAO-partijen. Een en ander met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Pensioenwet. 3. Het fonds kan verworven pensioenaanspraken en pensioenrechten uitsluitend verminderen indien: a. de technische voorziening en het minimaal vereist eigen vermogen niet meer volledig door waarden zijn gedekt; b. het fonds niet langer in staat is binnen een redelijke termijn de technische voorzieningen en het minimaal vereist eigen vermogen door waarden te dekken zonder dat de belangen van deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, andere aanspraakgerechtigden of de werkgever onevenredig worden geschaad; c. alle overige beschikbare sturingsmiddelen, met uitzondering van het beleggingsbeleid, zijn ingezet zoals uitgewerkt in het kortetermijnherstelplan als bedoeld in artkel 140 van de Pensioenwet. Indien deze situatie zich voordoet, zal een aanvullende bijdrage als bedoeld in artikel 14 lid 6 als gevolg van de bereikte maximering van de totale bijdrage niet plaatsvinden. 4. In afwijking van het in lid 1 bepaalde wordt tot de eerste van de maand waarin de werknemer 21 jaar wordt, uitsluitend een risicopremie betaald ter dekking van het overlijdensrisico van het nabestaanden- en wezenpensioen en de premievrijstelling en arbeidsongeschiktheidspensioen in geval van arbeidsongeschiktheid. De deelnemer is gedurende die periode geen bijdrage verschuldigd. 5. Indien en voorzover aanspraak bestaat op een bijdrage voor de voortzetting van de pensioenopbouw ten laste van Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering, zal het fonds na toepassing van artikel 18 lid 1 aanvullende pensioenaanspraken
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
toekennen. Op een FVP-bijdrage kan recht bestaan bij werkloosheid, terwijl wordt voldaan aan de bepalingen in de reglementen FVP. 6. De premievrije aanspraak op ouderdomspensioen dient voor de deelnemer in elk geval steeds aan het einde van ieder kalenderjaar dan wel, indien dit eerder is, bij beëindiging van de deelneming volledig te zijn gefinancierd. De werkgever behoudt zich het recht voor in geval van ingrijpende wijziging van omstandigheden, zoals financieel onvermogen of ingrijpende wijziging van Sociale wetten, de grootte van zijn bijdrage voor toekomstige jaren te verminderen of de betaling daarvan geheel te staken. Het reglement zal op dat tijdstip worden aangepast. Echter zullen pensioenaanspraken, welke op dat tijdstip op grond van verstreken jaren zijn verkregen, niet gewijzigd kunnen worden. Wanneer de werkgever voornemens is tot uitoefening van de bevoegdheid op grond van het in de eerste zin van dit lid genoemde voorbehoud over te gaan, zal hij dit onverwijld schriftelijk mededelen aan het bestuur van het fonds en aan degenen, wier pensioen of aanspraak op pensioen, daardoor wordt getroffen.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
18
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
19
Artikel 13. Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid 1. Aan een deelnemer wordt premievrije voortzetting van de pensioenopbouw verleend vanaf het tijdstip: a. waarop de deelnemer, die vóór 1 januari 2004 voor het eerst arbeidsongeschikt is geraakt in de zin van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), gedurende één jaar een uitkering ingevolge de WAO heeft genoten; of b. waarop de deelnemer, die op of na 1 januari 2004 voor het eerst arbeidsongeschikt is geraakt in de zin van de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), een uitkering ingevolge de WIA ontvangt; of c. waarop de deelnemer een verhoogde WAO- of WIA-uitkering ontvangt in het geval de deelnemer bij aanvang van het deelnemerschap al gedeeltelijk arbeidsongeschikt was. De premievrije voortzetting van de pensioenopbouw loopt tot de datum waarop de WAOof WIA-uitkering eindigt respectievelijk de mate van arbeidsongeschiktheid is gedaald tot het niveau bij aanvang van het deelnemerschap. Bij de premievrije voortzetting van de pensioenopbouw wordt uitgegaan van de percentages in de tabellen zoals opgenomen in lid 2. De premievrije voortzetting betreft het gedeelte van de pensioenopbouw dat in toekomstige jaren zou worden opgebouwd op basis van de pensioengrondslag welke geldt per 1 januari van het jaar waarin het recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw is ontstaan. Indien de WAO/WIA-uitkering wordt ingetrokken, dan wel niet ingaat op grond van een in de WAO/WIA opgenomen bepaling die geen betrekking heeft op de mate van arbeids(on)geschiktheid van de (gewezen) deelnemer, kan het bestuur wanneer een WAO/WIA-uitkering op een later tijdstip wordt heropend dan wel alsnog ingaat om redenen van redelijkheid en billijkheid besluiten om het arbeidsongeschiktheidspensioen vanaf dat tijdstip eveneens te heropenen dan wel alsnog laten ingaan. Voorwaarde hiervoor is dat de arbeidsongeschiktheid is ontstaan gedurende het dienstverband met de werkgever. De overige reglementaire voorwaarden zijn onverminderd van toepassing. 2. a. De in lid 1 bedoelde premievrije voortzetting van de pensioenopbouw is afhankelijk van het toekenningspercentage waarop de uitkering ingevolge de WAO, is gebaseerd. De in lid 1 bedoelde premievrije voortzetting van de pensioenopbouw is ingeval van de WIA afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Een en ander op basis van onderstaande tabellen: Mate van arbeidsongeschiktheid Percentage premievrije voortzetting in de zin van de WAO minder dan 15% 0,00% 15 - 25% 20,00% 25 - 35% 30,00% 35 - 45% 40,00% 45 - 55% 50,00% 55 - 65% 60,00% 65 - 80% 72,50% 80 - 100% 100,00% Mate van arbeidsongeschiktheid in de zin van de WIA minder dan 35% 35 - 45% 45 - 55% 55 - 65% 65 - 80% 80 - 100%
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Percentage premievrije voortzetting 0,00% 40,00% 50,00% 60,00% 72,50% 100,00%
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
20
b. Zolang het deelnemerschap voortduurt, zijn op het gedeelte van de pensioenopbouw waarvoor geen premievrije voortzetting wegens arbeidsongeschiktheid geldt de bepalingen met betrekking tot deeltijdwerknemers, zoals opgenomen in artikel 4 lid 2 sub a, artikel 5 lid 6 en artikel 12 lid 2 van toepassing. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid, waarop de WAO- of WIA-uitkering is gebaseerd, wordt gewijzigd, wijzigt het percentage premievrije voortzetting overeenkomstig. c. Zodra het dienstverband van de deelnemer met de werkgever wordt verbroken, is op het gedeelte van de pensioenopbouw waarvoor geen premievrije voortzetting wegens arbeidsongeschiktheid geldt, artikel 18 van toepassing. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid, waarop de WAO- of WIAuitkering is gebaseerd, wordt verlaagd, wijzigt het percentage premievrije voortzetting overeenkomstig. Indien en zodra de mate van arbeidsongeschiktheid, waarop de WAO- of WIA-uitkering is gebaseerd, wordt verhoogd, blijft het toekenningspercentage ongewijzigd. 3. Voor de deelnemer die bij aanvang van het deelnemerschap, als bedoeld in artikel 2 lid 1 of in artikel 2, lid 4, letter c, sub 1, al arbeidsongeschikt was in de zin van de WAO of de WIA, wordt het percentage premievrije voortzetting niet bepaald door in de tabellen uit te gaan van de totale mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO of de WIA, wordt het percentage premievrije voortzetting als volgt vastgesteld: Formule:
A-B ---------100% - B
A = uitkeringspercentage (uit de tabel) behorende bij de totale mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO dan wel de WIA tijdens deelnemerschap B = uitkeringspercentage (uit de tabel) behorende bij de mate van arbeidsongeschiktheid ingevolge de WAO dan wel de WIA bij aanvang deelnemerschap. 4. In gevallen waarin toepassing van dit artikel tot onbillijkheden leidt, kan het bestuur een beslissing in afwijking van dit artikel nemen.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
21
Artikel 14. Procentuele verhogingen 1.
Indien en voorzover de toeslagruimte als omschreven in lid 4 van dit artikel dat toelaat, zullen alle opgebouwde pensioenaanspraken, ingegane pensioenen (alsmede de bijbehorende uitgestelde nabestaanden- en wezenpensioenen) en premievrije pensioenaanspraken jaarlijks voor het eerst per 1 januari 2005 worden verhoogd met een toeslag. Het toeslagbeleid is in de volgende leden van dit artikel nader uitgewerkt.
2. Het toeslagpercentage wordt jaarlijks per 1 januari vastgesteld door het bestuur als de som van: a. de helft van het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens (afgeleid), zoals dit wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek, is gestegen over de maand oktober van het voorafgaande jaar ten opzichte van de maand oktober van het daaraan voorafgaande jaar; b. de helft van het percentage van de algemene loonsverhoging bij de werkgever in het voorgaande kalenderjaar. Het toeslagpercentage wordt toegekend naar rato van de toeslagruimte in lid 4 van dit artikel. Het bestuur beslist evenwel in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Indien de werkgever ophoudt te bestaan, dan zal de verhoging als bedoeld in dit lid worden vastgesteld, zijnde het percentage waarmee het consumentenprijsindexcijfer (CPI) alle huishoudens (afgeleid), zoals dit wordt berekend door het Centraal Bureau voor de Statistiek, is gestegen over de maand oktober van het voorafgaande jaar ten opzichte van de maand oktober van het daaraan voorafgaande jaar. Het toeslagpercentage wordt toegekend naar rato van de toeslagruimte in lid 4 van dit artikel. Het bestuur beslist evenwel in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. 3. Op de pensioenrechten en de pensioenaanspraken wordt jaarlijks toeslag verleend van maximaal de maatstaf als omschreven in lid 2. Het bestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke toeslagverlening is geen reserve gevormd. De toeslagen worden gefinancierd uit de groei van het vermogen ten opzichte van de verplichtingen. In de premie is tevens een toeslagcomponent opgenomen die dient als bron voor de voorwaardelijke toeslagverlening (zie leden 5 en 6). De toeslagverlening is voorwaardelijk. Een besluit om in enig jaar op basis van dit artikel een toeslag te verlenen, vormt geen garantie voor in toekomstige jaren te verlenen toeslagen en houdt geen inperking in van de beleidsvrijheid die het bestuur van het fonds heeft op grond van dit artikel. 4. De toeslagruimte is een percentage (variërend tussen 0% en 100%) dat door het bestuur wordt vastgesteld op de hierna beschreven wijze. Bepaald wordt de waarde van de nominale pensioenverplichtingen plus een opslag van 4,2%. Dit bedrag noemen we A. Bepaald wordt de waarde van de pensioenverplichtingen als deze in alle toekomstige jaren volledig geïndexeerd zouden zijn met de som van de halve prijs- en de halve looninflatie. Dit bedrag noemen we B. Voor de bepaling van de toeslagruimte geldt de volgende staffel: Fondsvermogen Toeslagruimte Gelijk aan of kleiner dan A 0% Kleiner dan B maar groter dan A (fondsvermogen –A) / (B-A) Gelijk aan of groter dan B 100%
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
22
Indien het bepaalde in lid 6 toepassing vindt, wordt de toeslagruimte na betaling door de werkgever van de aanvullende pensioenbijdrage opnieuw vastgesteld. De toeslagruimte is algemeen en is derhalve van toepassing voor alle verzekerden van het fonds. De staffel is een leidraad voor toeslagverlening. Het bestuur is bevoegd af te wijken van de staffel indien dit noodzakelijk wordt geacht in verband met de financiële positie van het fonds. 5. In de bijdrage voor de financiering van de jaarlijkse pensioenopbouw is een component opgenomen die dient als bron voor voorwaardelijke toeslagverlening. Deze toeslagcomponent in de bijdrage wordt berekend op basis van de aanname dat deze dient om financiële ruimte te scheppen voor toekomstige voorwaardelijke toeslagverlening van de pensioenen opgebouwd in het betreffende jaar tot het niveau van 75% van de prijsinflatie. De toeslagcomponent in de bijdrage komt ten goede aan de algemene toeslagruimte als omschreven in lid 4. 6. Indien in enig jaar de toeslagruimte zoals beschreven in lid 4 van dit artikel kleiner is dan 100% zal de werkgever een aanvullende pensioenbijdrage betalen teneinde de toeslagruimte gelijk aan 100% te maken. Een en ander indien en voor zover de totale bijdrage daardoor niet groter wordt dan het in artikel 12 lid 2 omschreven maximum. De aanvullende pensioenbijdrage wordt in een percentage van de pensioengrondslagsom uitgedrukt. 7. Een gedetailleerde uitwerking van de actuariële grondslagen voor de berekening van de toeslagruimte en de pensioenbijdragen wordt opgenomen in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN) van het fonds. 8. Indien na 1 januari 2005 in enig jaar het toeslagpercentage niet volledig is toegekend, kan dit in de daarop volgende jaren worden ingehaald voor zover de toeslagruimte dit naar het oordeel van het bestuur toelaat. Inhaaltoeslag mag niet uit de ontvangen bijdragen worden gefinancierd. Inhaaltoeslag zal op de hoogte van de bijdragen geen enkel effect hebben. Het bestuur zal bijhouden in hoeverre toeslagpercentages zoals omschreven in lid 2 van dit artikel niet volledig zijn toegekend om op basis daarvan te kunnen vaststellen of er, indien de toeslagruimte dat toe zou laten, aanleiding voor inhaaltoeslagverlening bestaat. Een besluit dat in enig jaar inhaaltoeslagverlening kan plaatsvinden, vormt geen garantie voor in toekomstige jaren toe te kennen aanpassingen en houdt geen beperking in van de beleidsvrijheid die het bestuur ter zake heeft.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
23
Artikel 15. Eventuele herverzekering 1.
Het bestuur kan verplichtingen, voortvloeiend uit dit reglement, geheel of ten dele dekken door het sluiten van overeenkomsten met één of meer levensverzekeringsmaatschappijen, die daartoe op grond van de Pensioenwet of van de Wet op het financieel toezicht bevoegd zijn. Behoudens indien het zuivere risicodekking betreft, behoeft een dergelijk besluit van het bestuur, om van kracht te zijn, het advies van de werkgever en van de Ondernemingsraad.
2. Het fonds zal als contractant en bevoordeelde op de desbetreffende polissen worden aangewezen. Het bestuur heeft echter het recht als bevoordeelde de belanghebbende aan te wijzen. 3. Het fonds zal zich in bepaalde omstandigheden, bijvoorbeeld bij liquidatie, ten opzichte van de belanghebbende ten volle kunnen kwijten door aan hem de desbetreffende polis, rechtgevende op gelijke uitkeringen, als waartoe het fonds gehouden is, over te dragen. Indien de polis aan de belanghebbende wordt overgedragen zal hij als contractant en bevoordeelde moeten worden aangewezen. Van deze overdracht en bevoordeling zal aantekening op de polis gesteld worden. Bovendien zal door de verzekeraar op de polis worden aangetekend, dat ten aanzien van de daarin belichaamde verzekeringen, voor zover deze betrekking hebben op tijdens het deelnemerschap in het fonds opgebouwde aanspraken, uitsluitend de bepalingen van de Pensioenwet - voor zover nog van toepassing – van toepassing zijn en dat noch afkoop is toegestaan, noch wijziging van de begunstigde anders dan ten behoeve van de verzekerde of diens nabestaanden.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
24
Artikel 16. Uitgesloten risico's 1.
Met betrekking tot de uitgesloten risico's gelden, indien en voor zover de pensioenverplichtingen zijn herverzekerd, de voorwaarden van de herverzekeraar, behoudens dat het bepaalde in lid 2 ook in dit geval van toepassing blijft. Onder uitgesloten risico’s worden in elk geval verstaan: a. de voorwaarden van de herverzekeraar bij oorlog en terrorisme, zoals opgenomen in Addendum 4 van dit reglement; b. de voorwaarden van het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschapij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT), zoals opgenomen in Addendum 4 van dit reglement.
2. Het recht op nabestaanden- en/of wezenpensioen gaat verloren voor die belanghebbende(n), door wiens (wier) opzettelijk toedoen de (gewezen) deelnemer overlijdt. 3. In de gevallen waarin het recht op nabestaanden- en/of wezenpensioen vervalt zal behoudens ingeval van overlijden als bedoeld in lid 2 een nabestaanden- en/of wezenpensioen verleend worden, gebaseerd op de som van de reservewaarden van alle op het leven van de desbetreffende deelnemer of gewezen deelnemer bij het fonds verzekerde pensioenen, waarbij het nabestaanden- en/of wezenpensioen in geen geval groter mag zijn dan het normale nabestaanden- en/of wezenpensioen.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
25
Artikel 17. Keuzemogelijkheden Verhoging van het ouderdomspensioen in plaats van (gedeeltelijk) nabestaandenpensioen 1. a. De (gewezen) deelnemer kan kiezen voor een verhoging van de aanspraak op ouderdomspensioen in plaats van een (gedeeltelijke) aanspraak op nabestaandenpensioen. Deze keuze heeft tot gevolg dat de tot de pensioendatum opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen wordt verhoogd. De opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen ten behoeve van de partner, met wie de deelnemer of gewezen deelnemer op de pensioendatum een partnerschap is aangegaan, wordt verlaagd. b. Een aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 9 leden 1 en 2 kan niet worden omgezet in ouderdomspensioen, tenzij de aanspraak op bijzonder nabestaandenpensioen is vervallen wegens het overlijden van de gerechtigde na 1 januari 2002. Indien de eerste volzin van artikel 11 lid 2 van toepassing is (vervallen bijzonder nabestaandenpensioen), komt het volledige nabestaandenpensioen onder de reglementaire voorwaarden voor omzetting in ouderdomspensioen in aanmerking. c. Voor de (gewezen) deelnemer die op de pensioendatum geen partner heeft, wordt de sub a. omschreven verhoging van het ouderdomspensioen automatisch en volledig toegepast. d. Een verhoging van het ouderdomspensioen van de (gewezen) deelnemer in plaats van een (gedeeltelijke) aanspraak op nabestaandenpensioen, is uitsluitend mogelijk voor nabestaandenpensioen dat is opgebouwd vanaf 1 januari 2002. Nabestaandenpensioen dat vóór 1 januari 2002 is opgebouwd kan derhalve niet in een hoger ouderdomspensioen worden omgezet. Bij de verhoging van het ouderdomspensioen gebruikt het fonds een voor mannen en vrouwen gelijke ruilvoet welke voldoet aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Vervroeging van het ouderdomspensioen 2. a. De (gewezen) deelnemer kan kiezen voor vervroegde ingang van het volledige ouderdomspensioen vanaf uiterlijk de leeftijd van 60 jaar, mits het dienstverband met de werkgever vanaf de vervroegde ingang is beëindigd. b. Indien de aanspraak op ouderdomspensioen op basis van lid 1 is verhoogd, dan heeft de vervroeging als bedoeld sub a. betrekking op het verhoogde ouderdomspensioen. Hoog/laag-uitkering bij vervroeging 3. a. De (gewezen) deelnemer kan bij vervroeging van het volledige ouderdomspensioen als bedoeld in lid 2 ervoor kiezen om het vervroegd ingaande ouderdomspensioen om te zetten in een ouderdomspensioen dat gedurende de periode van vervroeging tot de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt hoger is dan het oorspronkelijk uit te keren ouderdomspensioen en na afloop van deze periode lager is dan het oorspronkelijk uit te keren ouderdomspensioen. b. De keuzemogelijkheden als bedoeld sub a. van dit lid zijn als volgt: i)
het ouderdomspensioen tot de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt is 33% hoger dan het ouderdomspensioen vanaf de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt (verhouding 100:75);
ii) het ouderdomspensioen tot de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt is een bedrag gelijk aan tweemaal de AOW-uitkering voor gehuwde personen vermeerderd met de vakantietoeslag hoger dan het ouderdomspensioen vanaf de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt; iii) een combinatie van de keuzemogelijkheden zoals genoemd onder i) en ii), waarbij het ouderdomspensioen tot de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
26
bereikt 33% hoger is dan het ouderdomspensioen vanaf de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt en waarbij ten behoeve van een extra verhoging van het ouderdomspensioen tot de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt een bedrag gelijk aan tweemaal de AOW-uitkering voor gehuwde personen vermeerderd met de vakantietoeslag buiten beschouwing wordt gelaten. Deeltijdpensioen 4. a. Indien een deelnemer daarover overeenstemming met de werkgever heeft bereikt, kan de deelnemer kiezen voor vervroegde ingang van een gedeelte van het ouderdomspensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar. Een deelnemer die gebruik maakt van een regeling met gesubsidieerde deeltijdarbeid kan niet kiezen voor vervroegde ingang van een gedeelte van het ouderdomspensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar. Hierbij gelden de volgende voorwaarden: i) De deelnemer dient voor tenminste 50% van de oorspronkelijke arbeidsduur, zoals deze geldt direct voorafgaande aan de vervroegde ingang van een deel van het ouderdomspensioen, in dienst te blijven van de werkgever. ii) De deelnemer kan gedurende de periode dat hij deeltijdpensioen geniet de omvang van de arbeidsduur met instemming van de werkgever wel verkleinen tot minimaal 50% van de oorspronkelijke arbeidsduur, maar niet vergroten. b.
Bij keuze voor deeltijdpensioen wordt een deeltijdpensioenpercentage vastgesteld, dat wordt gebaseerd op de verhouding van de vermindering van de arbeidsduur van de deelnemer ten opzichte van oorspronkelijke arbeidsduur, zoals deze geldt direct voorafgaande aan het deeltijdpensioen.
c.
Voor het berekenen van de hoogte van het pensioen tijdens deeltijdpensioen wordt het opgebouwde ouderdomspensioen geldend op de pensioendatum vermenigvuldigd met het deeltijdpensioenpercentage als bedoeld in sub b. Vervolgens vindt vervroeging plaats van dit gedeelte van het ouderdomspensioen.
d.
Indien de werkgever instemt met de keuze van de deelnemer voor deeltijdpensioen en de aanpassing van de arbeidsduur, stelt de werkgever het fonds hiervan schriftelijk op de hoogte.
e.
Voor het gedeelte van de arbeidsduur dat de deelnemer in dienst blijft van de werkgever, blijft hij deelnemer in deze regeling. De opbouw van pensioenaanspraken ingevolge dit reglement vindt plaats met inachtneming van artikel 4 lid 2 sub a. De opbouw van pensioenaanspraken zal niet meer kunnen bedragen dan de opbouw, die bereikt zou zijn bij handhaving van de volledige arbeidsduur tot de pensioendatum.
Verhoging van het nabestaandenpensioen in plaats van (gedeeltelijk)ouderdomspensioen 5. De deelnemer of de gewezen deelnemer heeft het recht om bij beëindiging van de deelneming, behoudens voor zover er premievrije opbouw wegens arbeidsongeschiktheid plaatsvindt en met ingang van de datum waarop het ouderdomspensioen ingaat of kan ingaan, in plaats van ouderdomspensioen of een deel van het ouderdomspensioen te kiezen voor nabestaandenpensioen, indien het nabestaandenpensioen minder dan 70% van het ouderdomspensioen bedraagt. De hoogte van het nabestaandenpensioen zal evenwel niet meer kunnen bedragen dan 70% van het ouderdomspensioen dat na de uitruil resteert. Het resterende ouderdomspensioen zal evenwel niet minder bedragen dan het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag waarboven afkoop niet is toegestaan.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
27
Het fonds zal het in het eerste lid beschreven recht vanaf 1 januari 2009 bij beëindiging van de deelneming en in het laatste jaar voor ingang van het ouderdomspensioen standaard schriftelijk aanbieden, indien het nabestaandenpensioen minder bedraagt dan 70% van het ouderdomspensioen. Het fonds waarborgt dat bij gebruikmaking van het in dit artikel beschreven keuzerecht geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen door vaststelling van een ruilvoet welke is opgenomen in een bijlage bij dit pensioenreglement. Deze ruilvoet is door het fonds vastgesteld met inachtneming van het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde. Bij vaststelling van de ruilvoet wordt voldaan aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. De in dit artikel genoemde ruilvoet geldt voor een periode van maximaal vijf jaar en kan worden gewijzigd voor degenen die er nog geen gebruik van hebben gemaakt. De in het eerste lid omschreven mogelijkheid heeft geen betrekking op de hoogte van het wezenpensioen en op de op het tijdstip van de keuze bestaande premievrije aanspraken op bijzonder nabestaandenpensioen en op het deel van het ouderdomspensioen waarop een recht op uitbetaling rust als bedoeld in de Wet verevening pensioenrechten bij echtscheiding. Een eenmaal gemaakte keuze is onherroepelijk. Na uitruil van ouderdomspensioen in nabestaandenpensioen vervalt de aanspraak op het uitgeruilde ouderdomspensioen. Bij het in dit artikel beschreven recht zullen de fiscale maxima als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 in acht worden genomen. Factoren 6. a. In addendum 1 zijn achtereenvolgens opgenomen: i) omzettingsfactoren ten behoeve van een verhoging van de aanspraak op ouderdomspensioen in plaats van een (gedeeltelijke) aanspraak op nabestaandenpensioen als bedoeld in lid 1; ii) vervroegingsfactoren ten behoeve van vervroeging van (een gedeelte van) het opgebouwde ouderdomspensioen als bedoeld in lid 2 en lid 4, waarmee het (gedeelte van het) opgebouwde ouderdomspensioen geldend op de pensioendatum wordt vermenigvuldigd; iii) omrekenfactoren hoog/laag ten behoeve van een hoger pensioen gevolgd door een lager pensioen als bedoeld in lid 3, waarmee het opgebouwde ouderdomspensioen geldend op de pensioendatum wordt vermenigvuldigd; iv) omzettingsfactoren ten behoeve van een verhoging van de aanspraak op nabestaandenpensioen in plaats van een (gedeeltelijke) aanspraak op ouderdomspensioen als bedoeld in lid 5. b. De factoren als genoemd in sub a. worden vastgesteld op basis van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Jaarlijks worden de factoren door het bestuur getoetst en indien nodig opnieuw vastgesteld. c. Voor alle (gewezen) deelnemers die nog geen gebruik hebben gemaakt van de keuzemogelijkheden als genoemd in dit artikel, kunnen de factoren tussentijds of na afloop van bedoelde periode door het bestuur worden gewijzigd na ingewonnen advies van de actuaris. Zo nodig zal rekening worden gehouden met de bepalingen van de overeenkomst gesloten met de verzekeraar. Procedure en instemming 7. a. Het gebruik maken van een of meer van de keuzemogelijkheden als bedoeld in dit artikel dient uiterlijk 3 maanden voor de (vervroegde) pensioendatum schriftelijk te geschieden. Het bestuur stelt daartoe keuzeformulieren ter beschikking.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
28
b. Een keuze als bedoeld sub a. van de (gewezen) deelnemer is onherroepelijk. c. Een keuze voor een verhoging van het ouderdomspensioen in plaats van (gedeeltelijk) nabestaandenpensioen als bedoeld in lid 1 dient mede door de partner van de (gewezen) deelnemer ondertekend te zijn. Met uitzondering van het bepaalde in lid 1 heeft het gebruik maken van de keuzemogelijkheden als bedoeld in dit artikel geen gevolgen voor het uitgesteld nabestaandenpensioen en/of wezenpensioen.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
29
Artikel 18. Einde van het deelnemerschap 1. Indien het deelnemerschap eindigt anders dan wegens pensionering of overlijden en het bepaalde in artikel 17 is niet van toepassing, heeft de gewezen deelnemer aanspraak op uitgesteld ouderdoms-, nabestaanden- en wezenpensioen, conform het bepaalde in de artikelen 5, 6, 8 en 10. 2. Indien aanspraken zijn verkregen op grond van artikel 12 lid 4, is te allen tijde lid 1 van toepassing. 3. De gewezen deelnemer zal steeds een schriftelijk bewijs van zijn rechten ontvangen. 4. Het fonds is bevoegd om twee jaar na beëindiging van de deelneming pensioenaanspraken als bedoeld in het tweede lid, met uitzondering van het bijzonder nabestaandenpensioen, af te kopen indien de uitkering van het ouderdomspensioen op 65-jarige leeftijd, getoetst per 1 januari van dat jaar, het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag niet te boven gaat. Afkoop is niet mogelijk indien de gewezen deelnemer binnen twee jaar na beëindiging van de deelneming een procedure tot waardeoverdracht is gestart. Indien de 65-jarige leeftijd wordt bereikt vóór de genoemde termijn van twee jaar, heeft het fonds het recht om bij ingang van het ouderdomspensioen de aanspraken als bedoeld in het tweede lid af te kopen, indien de uitkering van het ouderdomspensioen op de 65jarige leeftijd het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag niet te boven gaat. Indien het fonds gebruik maakt van zijn bevoegdheid als bedoeld in dit lid, wordt de gewezen deelnemer hierover door het fonds geïnformeerd binnen zes maanden na afloop van de periode van 2 jaar na beëindiging van de deelneming respectievelijk de pensioendatum. Het fonds gaat vervolgens over tot betaling van de afkoopwaarde aan de gewezen deelnemer binnen die termijn van zes maanden. Het fonds dekt alle risico’s op basis van dit pensioenreglement tot het moment van betaling van de afkoopwaarde. De afkoopwaarde als bedoeld in dit lid is gebaseerd op een afkoopvoet waarbij met betrekking tot perioden van opbouw vanaf 1 januari 2005 geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen en wordt voldaan aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. 5. Het fonds is jegens de partner van de (gewezen) deelnemer bevoegd om de rechten op nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 8 af te kopen, indien de uitkering van het nabestaandenpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag niet te boven gaat. Het fonds is jegens de ex-partner van de (gewezen) deelnemer bevoegd om het bijzonder nabestaandenpensioen als bedoeld in artikel 9 af te kopen indien de uitkering van het bijzonder nabestaandenpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag niet te boven gaat. Indien het fonds gebruik maakt van de bevoegdheid tot afkoop als bedoeld in dit lid, wordt de partner hierover door het fonds geïnformeerd binnen zes maanden na de ingangsdatum van het nabestaandenpensioen, dan wel binnen zes maanden na melding van de scheiding. Het fonds gaat vervolgens over tot betaling van de afkoopwaarde aan de (ex-)partner binnen die termijn van zes maanden. De afkoopwaarde als bedoeld in dit lid is gebaseerd op een afkoopvoet waarbij met betrekking tot perioden van opbouw vanaf 1 januari 2005 geen onderscheid wordt
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
30
gemaakt tussen mannen en vrouwen en wordt voldaan aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het fonds kan na de termijn van zes maanden afkopen indien de (ex-)partner daarmee instemt en de hoogte van het partnerpensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag niet te boven gaat. 6. Het fonds is jegens het kind van de (gewezen) deelnemer bevoegd om de rechten op wezenpensioen als bedoeld in artikel 10 af te kopen, indien de uitkering van het wezenpensioen op jaarbasis op de ingangsdatum het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag niet te boven gaat. Indien het fonds gebruik maakt van de bevoegdheid tot afkoop als bedoeld in dit lid, wordt (de wettelijke vertegenwoordiger van) het kind hierover door het fonds geïnformeerd binnen zes maanden na de ingangsdatum van het wezenpensioen. Het fonds gaat vervolgens over tot betaling van de afkoopwaarde aan het kind binnen die termijn van zes maanden. De afkoopwaarde als bedoeld in dit lid is gebaseerd op een afkoopvoet waarbij met betrekking tot perioden van opbouw vanaf 1 januari 2005 geen onderscheid wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen en wordt voldaan aan het vereiste van collectieve actuariële gelijkwaardigheid. Het fonds kan na de termijn van zes maanden afkopen indien (de wettelijke vertegenwoordiger van) het kind daarmee instemt en de hoogte van het wezenpensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar het bij of krachtens de Pensioenwet bepaald bedrag niet te boven gaat. 7. Het fonds dekt alle risico’s op basis van dit pensioenreglement tot het moment van betaling van de afkoopwaarde. 8. Uitgaande waarde-overdracht De op grond van de in artikel 18 lid 1 in verband met een individuele beëindiging van het deelnemerschap verkregen premievrije pensioenaanspraken, worden op verzoek van de gewezen deelnemer overgedragen aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever onder de voorwaarden en met inachtneming van de termijnen zoals gesteld bij of krachtens de Pensioenwet. De gewezen deelnemer, die overweegt van deze mogelijkheid gebruik te maken, dient binnen zes maanden na indiensttreding bij de nieuwe werkgever een verzoek om een berekening van de aanspraken die uit de overdracht voortvloeien aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever te richten. De pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever zal een opgave van die aanspraken verstrekken. Daarna kan een verzoek tot waardeoverdracht worden gedaan aan de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever. Inkomende waarde-overdracht Het bepaalde in de vorige alinea is van overeenkomstige toepassing op een werknemer, die deelnemer wordt in de pensioenregeling van het fonds en van wie de vorige dienstbetrekking op of na 8 juli 1994 is beëindigd. Een aan het fonds ten behoeve van een deelnemer overgedragen waarde ingevolge het bepaalde in de vorige volzin zal worden aangewend ter verwerving van aanspraken op pensioen voor de betrokken deelnemer, waarbij de waarde volgens het bestuur vast te stellen regels zal worden toegevoegd aan het opgebouwde ouderdomspensioen.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
31
Overdracht van de waarde van het nabestaandenpensioen is slechts mogelijk na schriftelijke toestemming van de partner van de gewezen deelnemer. Het eventueel bijzonder nabestaandenpensioen kan niet worden overgedragen. Het bestuur van het Fonds is bevoegd om uitvoering te geven aan overige vormen van waardeoverdracht met inachtneming van de in de Pensioenwet genoemde voorwaarden.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
32
Artikel 19. Betaling van pensioenen 1.
Pensioenen zullen worden uitbetaald in maandelijkse termijnen, telkens aan het einde van de maand, en wel: a. Het ouderdoms- en arbeidsongeschiktheidspensioen zal worden uitbetaald aan de (gewezen) deelnemer; b. het nabestaandenpensioen zal worden uitbetaald aan de partner van de overleden (gewezen) deelnemer; c. het bijzonder nabestaandenpensioen zal worden uitbetaald aan de in aanmerking komende gewezen partner van de overleden (gewezen) deelnemer; d. het wezenpensioen zal worden uitbetaald aan de wettelijke vertegenwoordiger van het kind, indien het kind minderjarig is resp. aan het kind indien dit meerderjarig is.
2. Uitbetaling van pensioenen geschiedt tegen overlegging van een behoorlijk bewijs van in leven zijn van de pensioengerechtigde. Indien door overlijden van een deelnemer of gewezen deelnemer een (bijzonder) nabestaanden- en/of wezenpensioen moet worden uitgekeerd, zal moeten worden overgelegd een uittreksel uit het Bevolkingsregister, vermeldende de datum van overlijden van de deelnemer of gewezen deelnemer en zo mogelijk een verklaring van de geneeskundige die de overleden (gewezen) deelnemer tijdens diens laatste ziekte of na het ongeval, waardoor de deelnemer of gewezen deelnemer overleed, heeft behandeld of van de nagelaten betrekkingen van de deelnemer of gewezen deelnemer betreffende de aard van de ziekte of van het ongeval, dat de dood veroorzaakt heeft. Tevens moeten alle andere stukken, welke door het bestuur of de verzekeraar verlangd worden, worden overgelegd. 3. Het pensioen wordt uitgekeerd door overmaking op een door de pensioengerechtigde binnen de Europese Unie aangehouden bank- of girorekening. 4. Alle uitkeringen binnen Nederland geschieden zonder kosten voor de belanghebbenden, met uitzondering van die voor bovenbedoelde bewijzen en verklaringen. Het fonds is bevoegd de transactiekosten die gepaard gaan met het overmaken van de uitkering naar het buitenland op het pensioen in te houden. 5. Alle uitkeringen zullen geschieden in euro’s.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
33
Artikel 20. Belastingen en heffingen De pensioenuitkeringen zullen worden verminderd met die belastingen en heffingen, welke het fonds verplicht is af te dragen ingevolge de op het tijdstip van uitkering van kracht zijnde wetten of besluiten.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
34
Artikel 21. Overdracht, inpandgeving van rechten enz. Overdracht, inpandgeving of enige andere handeling, waardoor de deelnemer of gewezen deelnemer enig recht op zijn pensioen of zijn aanspraak op pensioen aan een ander toekent, is slechts geldig voorzover beslag op zijn pensioen geldig zou zijn bij het ontbreken van andere inkomsten. De pensioenen en de aanspraken op pensioen ingevolge dit pensioenreglement kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven, dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden, anders dan in de gevallen voorzien in dit pensioenreglement en bij of krachtens de Pensioenwet.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
35
Artikel 22. Inwerkingtreding; overgangsbepalingen 1.
Voor de deelnemer, die zowel op 31 december 2005 als op 1 januari 2006 een premievrije deelname geniet wegens arbeidsongeschiktheid, wordt per 31 december 2005 de pensioengrondslag herrekend met een verlaging van de franchise van € 12.299 naar € 11.354.
2. Degenen van wie het dienstverband met de werkgever vóór 1 januari 2006 (gedeeltelijk) is verbroken anders dan op grond van (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid en die op of ná 1 januari 2006 opnieuw bij de werkgever in dienst treden, geldt dat de waarde van de premievrije pensioenaanspraken uit hoofde van het vóór 1 januari 2006 geldende reglement met pensioenleeftijd 62 jaar, door middel van een waardeoverdracht, actuarieel neutraal wordt omgezet in premievrije aanspraken in dit reglement met pensioenleeftijd 65 jaar. 3. a. Degenen die vóór 1 januari 2005 reeds bij de werkgever in dienst waren, maar nog niet als deelnemer aan het op dat moment geldende reglement konden worden aangemerkt (omdat zij jonger dan 25 jaar waren) en op 1 januari 2005 22, 23 of 24 jaar zijn, zijn op 1 januari 2005 deelnemer aan dit reglement geworden. Voor hen wordt de periode van dienstverband tot 1 januari 2005 niet pensioengevend. b. Degenen die in december 2005 de 22 jarige leeftijd hebben bereikt en reeds bij de werkgever in dienst waren, maar nog niet als deelnemer aan het op dat moment geldende reglement konden worden aangemerkt (omdat de datum van toetreding, 1ste van de maand volgend op de maand van bereiken 22 jaar, nog niet bereikt was) zijn op 1 januari 2006 deelnemer aan dit reglement geworden. Voor hen is de maand december 2005 niet pensioengevend. c. Degenen die vóór 1 januari 2008 reeds bij de werkgever in dienst waren, maar nog niet als deelnemer aan het op dat moment geldende reglement konden worden aangemerkt (omdat zij jonger dan 22 jaar waren) zijn op 1 januari 2008 deelnemer aan dit reglement geworden. Voor hen is de periode van dienstverband tot 1 januari 2008 niet pensioengevend. 4. Per 2 september 2010 is pensioenreglement Excedent Regeling komen te vervallen. De pensioenaanspraken uit de Excedent Regeling die door deelnemers tot die datum zijn opgebouwd vormen vanaf genoemde datum één geheel met de pensioenaanspraken uit Pensioenreglement 1. Hierdoor treedt er in de hoogte van de betreffende pensioenaanspraken geen enkele wijziging op.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
36
Artikel 23. Slotbepalingen 1. Het reglement is in werking getreden per 1 januari 2005 en is laatstelijk gewijzigd per 26 juni 2013. Het bepaalde in artikel 1 (Definities) onder g. (de partners) terzake van de uitsluiting van de broer of zus van de (gewezen) deelnemer als partner in de zin van dit reglement treedt met ingang van 1 januari 2014 in werking. 2. Het bestuur verstrekt eenmalig aan de (gewezen) deelnemer een opgave van de premievrije waarde op 31 december 2005 van de aanspraken op: a. ouderdomspensioen zoals bedoeld in artikel 6 van het tot 1 januari 2006 geldende pensioenreglement 1 en wel ten behoeve van een pensioenuitkering in de periode tot de leeftijd van 65 jaar; b. tijdelijk ouderdomspensioen zoals bedoeld in het tot 1 januari 2006 geldende pensioenreglement 2; c. de aanvulling garantieregeling zoals omschreven in het tot 1 januari 2006 geldende Pensioenreglement 2, addendum 1. 3. De premievrije waarde van de in lid 2 van dit artikel genoemde aanspraken worden per 1 januari 2006 collectief actuarieel neutraal omgezet in aanspraken op ouderdomspensioen zoals bedoeld in artikel 6 van dit pensioenreglement ingaande op de leeftijd van 65 jaar. Artikel 8 lid 2 blijft buiten beschouwing bij de omzetting van deze aanspraken. 4. De deelnemer, die zowel op 31 december 2005 als op 1 januari 2006 als deelnemer bij het fonds is geregistreerd, heeft per 1 januari 2006 uitzicht op een voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen. Met ingang van 1 januari 2012 is dit uitzicht aangepast overeenkomstig het bepaalde in artikel 17 lid 13 van de Collectieve arbeidsovereenkomst 2011-2013 voor de werknemers van de Nationale Stichting tot Exploitatie van Casinospelen in Nederland. Dit voorwaardelijk recht betreft een compensatie voor het gemis aan opbouw vanaf 1 januari 2006 van aanspraken op tijdelijk ouderdomspensioen (inclusief het gedeelte dat ontleend kon worden aan de tot die datum geldende garantieregeling). Het recht is in waarde nooit groter dan de waarde van de aanspraken die het compenseert en wordt uitgedrukt als het verschil tussen: de maximaal fiscaal toegestane opbouw van ouderdomspensioen op basis van 2% eindloon, ingaand op de eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt, berekend over de per 31 december 2005 verstreken gewogen deelnemersjaren (inclusief de deelnemersjaren verkregen uit waardeoverdracht) uitgaande van de in 2005 geldende pensioengrondslag op fulltime basis gecorrigeerd voor de fiscaal minimale franchise (€ 11.354); minus het bedrag van het opgebouwde ouderdomspensioen in de tot 1 januari 2006 geldende pensioenregeling, waarbij als aanname geldt dat dit ouderdomspensioen ingaat op de eerste van de maand waarin de deelnemer 65 jaar wordt. Bij het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen behoort een nabestaandenpensioen dat 5/7 van het inhaalrecht bedraagt. De aanspraak op dit nabestaandenpensioen ontstaat pas op het moment dat aan de voorwaarden van het voorwaardelijk recht op ouderdomspensioen is voldaan. Het voorwaardelijk inhaalrecht wordt per 1 januari 2006 vastgesteld en in de jaren daarna geïndexeerd conform artikel 14. Het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen bedraagt voorts maximaal het verschil tussen de waarde van:
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
37
i)
de bereikbare aanspraken op ouderdomspensioen op grond van het tot 1 januari 2006 geldende Pensioenreglement 1 ten behoeve van een pensioenuitkering vanaf de leeftijd 62 jaar; ii) de bereikbare aanspraken op tijdelijk ouderdomspensioen op grond van het tot 1 januari 2006 geldende Pensioenreglement II (hierbij wordt rekening gehouden met de geldende parttime- en/of arbeidsongeschiktheidsgraad); en iii) de aanvulling garantieregeling op grond van het tot 1 januari 2006 geldende Pensioenreglement II, addendum 1 minus de waarde van de in lid 2 sub a t/m c van dit artikel genoemde aanspraken verhoogd met de waarde per 1 januari 2006 van de toekomstige opbouw van ouderdomspensioen in de nieuwe pensioenregeling tot de 1ste van de maand van het bereiken van de leeftijd van 62 jaar. Met ingang van 1 januari 2012 wordt het voorwaardelijk inhaalrecht, dat op of na 1 januari 2012 voor het eerst wordt toegekend en gefinancierd, verlaagd met 23,95%. 5. Het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen als bedoeld in lid 4 van dit artikel wordt verkregen door inkoop over perioden in het verleden, waarin de deelnemer minder pensioenaanspraken heeft opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving is toegestaan. Dit betekent dat het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen wordt beperkt naar de mate, waarin er in het verleden geen fiscale ruimte is om het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen in te kopen. 6. De opbouw en financiering van het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen en bijbehorende nabestaandenpensioen als bedoeld in lid 4 van dit artikel wordt uitgesteld. De opbouw en financiering vindt uiterlijk plaats op 1 januari 2021 of op een eerdere datum, namelijk op de eerste dag van de maand, waarin de betrokken deelnemer de leeftijd van 62 jaar bereikt. Indien de deelnemer ervoor kiest om conform artikel 17 lid 2 het volledige ouderdomspensioen te vervroegen tot vóór de leeftijd van 62 jaar, dan wordt de uitgestelde opbouw en financiering van het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen en bijbehorend nabestaandenpensioen berekend op basis van de volgende breuk: de deelnemersjaren zoals bedoeld in artikel 5 lid 1 liggende tussen 1 januari 2006 en het moment van vervroeging conform artikel 17 lid 1 gedeeld de deelnemersjaren liggende tussen 1 januari 2006 en de eerste dag van de maand, waarin de betrokken deelnemer de leeftijd van 62 jaar bereikt. Deze breuk zal nooit groter zijn dan 1. 7. Bij tussentijdse beëindiging van het deelnemerschap heeft de gewezen deelnemer geen recht op een rechtevenredig berekend deel van het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen als bedoeld in lid 4 van dit artikel. 8. Bij de toezegging van het voorwaardelijk inhaalrecht op ouderdomspensioen als bedoeld in lid 4 van dit artikel geldt ingevolge artikel 4 lid 5 van het Uitvoeringsbesluit pensioenaspecten Sociaal Akkoord 2004 de volgende clausule: Het pensioen dat voor u zal worden ingekocht, omdat u in het verleden gedurende uw dienstbetrekking(en) één of meer perioden hebt gehad, waarin minder pensioen is opgebouwd dan op grond van de fiscale regelgeving mogelijk is, wordt pas opgebouwd op het moment dat en voor zover de toegezegde aanspraken zijn gefinancierd. Wanneer uw deelname aan de pensioenregeling eindigt, voordat deze aanspraken (volledig) zijn gefinancierd, heeft u alleen recht op het op dat moment gefinancierde en opgebouwde deel van deze pensioenaanspraken. Indien bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling nog geen toegezegd pensioen over verstreken dienstjaren voor u is
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
38
ingekocht en opgebouwd, heeft u dus ook geen recht op dit deel van uw toezegging. Als aan u is toegezegd, dat pensioenaanspraken over verstreken dienstjaren worden ingekocht, dan moeten deze uiterlijk binnen vijftien jaren nadat de toezegging is gedaan, zijn gefinancierd. Wanneer u binnen die vijftien jaar met pensioen zou gaan, moeten de in te kopen pensioenaanspraken al eerder zijn gefinancierd, namelijk uiterlijk op het moment van uw pensionering. Een eenmaal gedane toezegging tot inkoop van aanspraken over het verleden kan in beginsel niet worden ingetrokken of gewijzigd.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
39
Artikel 24. Geschillen De rechthebbende op een reglementair pensioen ten laste van het fonds heeft het recht een klacht betreffende uitvoering van de reglementaire bepalingen van het fonds in te dienen bij het bestuur. Het bestuur stelt de belanghebbende, binnen twee maanden na indiening van de klacht, schriftelijk en gemotiveerd van zijn beslissing op de hoogte. Een klacht dient schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
40
Artikel 25. Wijziging pensioenovereenkomst De werkgever kan de pensioenovereenkomst, zoals neergelegd in dit pensioenreglement zonder instemming van de deelnemer wijzigen indien er sprake is van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de deelnemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
41
Addendum 1 Addendum 1 bij pensioenreglement 1 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Franchise, afkoopgrens en uitruilfactoren Franchise (artikel 4 lid 2 sub b) De franchise als bedoeld in artikel 4 lid 2 sub b is vastgesteld op € 13.339 (niveau 2013). Afkoopgrens (artikel 17 lid 5 en artikel 18 lid 4 t/m 6) Het bij of krachtens de Pensioenwet bepaalde bedrag waarboven afkoop niet is toegestaan, bedraagt € 451,22 (niveau 2013). De hieronder genoemde factoren zijn met ingang van 1 januari 2013 van toepassing. Omrekeningstarieven hoog/laag uitkering (artikel 17 lid 3) Hoog / laag
Pensioen vanaf de leeftijd van 65 jaar bij vervroeging ingaande op de leeftijd Verhoging van het (berekening: factor/formule vermenigvuldigen met bereikbaar ouderdomspensioen pensioen op de leeftijd van 65 jaar) tot de 1ste van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt 60 jaar 61 jaar 62 jaar 63 jaar 64 jaar Bij keuze voor hoog/laag conform: 17 lid 3 sub b 0,688 0,737 0,791 0,852 0,921 onderdeel i) 17 lid 3 sub b 0,747 -/0,789 -/0,835 -/0,885 -/0,940 -/onderdeel ii) 2xAOW incl. 2xAOW incl. 2xAOW incl. 2xAOW incl. 2xAOW incl. vakantiegeld vakantiegeld vakantiegeld vakantiegeld vakantiegeld x 0,253 x 0,211 x 0,165 x 0,115 x 0,060 17 lid 3 sub b Bereikbaar pensioen op de leeftijd van 65 jaar eerst verminderen met onderdeel iii) 2xAOW incl. 2xAOW incl. 2xAOW incl. 2xAOW incl. 2xAOW incl. vakantiegeld vakantiegeld vakantiegeld vakantiegeld vakantiegeld x 0,339 x 0,268 x 0,198 x 0,130 x 0,064 Resultaat vervolgens vermenigvuldigen met 0,688 0,737 0,791 0,852 0,921 Als gekozen wordt voor de keuzemogelijkheid als genoemd in artikel 17 lid 3 sub i), waarbij de pensioenuitkering tot de 1ste van de maand waarin de 65 jarige leeftijd wordt bereikt 33% hoger is dan de uitkering na deze periode, dan dient het bereikbare pensioen op de pensioendatum vermenigvuldigd te worden met de volgende factor: bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 60: 0,688 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 61: 0,737 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 62: 0,791 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 63: 0,852 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 64: 0,921 om tot de pensioenuitkering te komen na de pensioendatum. Als gekozen wordt voor de keuzemogelijkheid als genoemd in artikel 17 lid 3 sub ii), waarbij de pensioenuitkering een bedrag ter grootte van de dubbele AOW-uitkering voor gehuwden
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
42
inclusief vakantietoeslag hoger is dan de uitkering na deze periode, dan dient het bereikbare pensioen op de pensioendatum vermenigvuldigd te worden met de volgende formule: bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 60: 0,747 -/- (2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,253) bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 61: 0,789 -/- (2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,211) bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 62: 0,835 -/- (2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,165) bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 63: 0,885 -/- (2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,115) bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 64: 0,940 -/- (2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,060) om tot de pensioenuitkering te komen na de pensioendatum. Als gekozen wordt voor de keuzemogelijkheid als genoemd in artikel 17 lid 3 sub iii), zijnde een combinatie van keuzemogelijkheden als genoemd sub i) en ii), dan dient het bereikbare pensioen op de pensioendatum eerst verminderd te worden met de volgende formule: bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 60: 2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,339 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 61: 2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,268 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 62: 2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,198 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 63: 2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,130 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 64: 2 x de AOW-uitkering voor een gehuwde vermeerderd met vakantiegeld x 0,064. Vervolgens dient het resultaat vermenigvuldigd te worden met de volgende factor: bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 60: 0,688 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 61: 0,737 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 62: 0,791 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 63: 0,852 bij keuze voor vervroeging ingaande op de leeftijd 64: 0,921 om tot de pensioenuitkering te komen na de pensioendatum. Omzettingsfactor nabestaandenpensioen (artikel 17 lid 1) Voor iedere € 100 nabestaandenpensioen die de (gewezen) deelnemer op basis van artikel 17 lid 1 omzet, bedraagt de verhoging van het levenslang ouderdomspensioen € 18,60. Omzettingsfactor OP 62 jaar (artikel 23 lid 3) Factor voor omzetting ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 62 jaar naar ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 65 jaar = 1,269 Omzettingsfactor TOP en garantieaanvulling (artikel 23 lid 3) Factor voor omzetting Tijdelijk ouderdomspensioen en aanvulling garantie naar ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 65 jaar = 0,269 Vervroegingsfactor (artikel 17 lid 2 en 4) Bij vervroegde ingang van het ouderdomspensioen als bedoeld in artikel 17, wordt het (volledige of een gedeelte van het) opgebouwde ouderdomspensioen - al naar gelang de leeftijd waarop de deelnemer met pensioen gaat - vermenigvuldigd met de volgende vervroegingsfactor
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
43
Leeftijd pensionering (pensioenregeling tot 1 januari 2006) 62 61 60
Vervroegingsfactor
Leeftijd pensionering pensioenregeling vanaf 1 januari 2006) 65 64 63 62 61 60 59 58 57 56 55
Vervroegingsfactor
100% 94,4% 89,3%
100% 94,0% 88,5% 83,5% 78,9% 74,7% 70,8% 67,2% 63,9% 60,8% 57,9%
Omzettingsfactor verhoging nabestaandenpensioen ipv (gedeeltelijk) ouderdomspensioen (artikel 17 lid 5) Voor iedere € 18,60 ouderdomspensioen die de (gewezen) deelnemer op basis van artikel 17 lid 5 omzet, bedraagt de verhoging van het levenslag nabestaandenpensioen € 100. De omzettingsfactor is 5,376 (=1/0,186) Afkoopfactoren (artikel 18) De afkoopfactoren zijn gebaseerd op de volgende actuariële grondslagen: rekenrente : 3,00% per jaar; Sterfte : volgens de overlevingstafel AG-prognose 2012-2062 zonder leeftijdsterugstelling, inclusief de TW ervaringssterfte 2012; leeftijdsverschil : de man wordt drie jaar ouder verondersteld dan de vrouw (x – y = 3); gehuwdheid : voor de gehuwdheidsfrequenties wordt uitgegaan van de frequenties volgens de AG-tafels van 1985-1990 waarbij de gehuwdheidsfrequentie op de pensioendatum op één gesteld wordt. Na de pensioendatum wordt uitgegaan van het bepaalde partner systeem; wezenpensioen : voor het wezenpensioen wordt tot de pensioenleeftijd een opslag van 3,5% op de factoren van het latent nabestaandenpensioen toegepast; excassokosten : er wordt geen rekening gehouden met excassokosten opslag; betalingen : de pensioenen worden continu betaalbaar verondersteld. De sekseneutrale afkoopfactoren zijn gelijk aan bovenstaande grondslagen waarbij de actuariële factor voor de man voor 80% wordt meegenomen en de actuariële factor voor de vrouw voor 20%. Voor het nabestaandenpensioen wordt de verhouding 20% mannen en 80% vrouwen toegepast.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Tabel 1a:
Tabel 2a:
44
Afkoopfactoren voor afkoop van 1 euro ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 62 jaar (pensioenregeling tot 1-1-2006) leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
5,169 5,322 5,479 5,640 5,806 5,976 6,151 6,330 6,515 6,704 6,898 7,098 7,303 7,514 7,730 7,952 8,180 8,414 8,654 8,901 9,155 9,416
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
9,959 10,241 10,531 10,830 11,138 11,455 11,782 12,119 12,466 12,825 13,195 13,578 13,974 14,385 14,812 15,255 15,716 16,195 16,695 17,217 16,748 16,271
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
15,300 14,804 14,299 13,787 13,265 12,735 12,200 11,663 11,123 10,586 10,056 9,532 9,017 8,514 8,023 7,544 7,078 6,627 6,189 5,764 5,356 4,965
89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
4,246 3,917 3,616 3,338 3,088 2,859 2,639 2,451 2,279 2,126 1,989 1,873 1,778 1,694 1,618 1,551 1,491 1,439 1,392 1,351 1,314 1,282
42
9,684
65
15,789
88
4,595
Afkoopfactoren voor afkoop van 1 euro latent partnerpensioen met pensioenleeftijd 62 jaar (pensioenregeling tot 1-1-2006) leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37
0,923 0,955 0,987 1,020 1,054 1,089 1,125 1,163 1,202 1,242 1,284 1,327 1,371 1,416 1,464 1,513 1,563 1,616
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
1,964 2,029 2,095 2,162 2,230 2,299 2,368 2,438 2,508 2,580 2,651 2,722 2,793 2,864 2,933 3,001 3,068 3,135
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83
3,477 3,519 3,558 3,594 3,627 3,658 3,682 3,699 3,707 3,704 3,688 3,661 3,619 3,563 3,494 3,413 3,320 3,217
89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106
2,498 2,368 2,233 2,098 1,961 1,828 1,707 1,586 1,471 1,358 1,255 1,157 1,065 0,982 0,914 0,856 0,804 0,757
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Tabel 3a:
Tabel 1b:
45
38 39 40 41
1,670 1,725 1,782 1,840
61 62 63 64
3,201 3,259 3,321 3,378
84 85 86 87
3,108 2,995 2,877 2,755
42
1,901
65
3,430
88
2,629
107 108 109 110
0,715 0,678 0,645 0,616
Afkoopfactoren voor afkoop van 1 euro ouderdomspensioen en 5/7 euro latent partnerpensioen met pensioenleeftijd 62 jaar (pensioenregeling tot 1-1-2006) leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
5,829 6,004 6,184 6,369 6,559 6,754 6,954 7,161 7,373 7,591 7,815 8,046 8,282 8,525 8,775 9,032 9,296 9,568 9,847 10,133 10,428 10,731
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
11,362 11,690 12,028 12,375 12,731 13,097 13,473 13,860 14,258 14,667 15,089 15,522 15,970 16,431 16,907 17,399 17,908 18,435 18,981 19,545 19,119 18,684
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
17,783 17,318 16,841 16,354 15,856 15,347 14,830 14,304 13,771 13,232 12,691 12,147 11,603 11,060 10,519 9,982 9,449 8,924 8,408 7,903 7,411 6,933
89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
6,030 5,608 5,210 4,836 4,489 4,165 3,859 3,583 3,330 3,096 2,886 2,700 2,539 2,395 2,271 2,162 2,065 1,979 1,903 1,835 1,775 1,723
42
11,042
65
18,239
88
6,473
Afkoopfactoren voor afkoop van 1 euro ouderdomspensioen met pensioenleeftijd 65 jaar (pensioenregeling vanaf 1-1-2006) leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32
4,363 4,492 4,624 4,760 4,900 5,043 5,190 5,341 5,496 5,656 5,819 5,987 6,159
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
8,381 8,616 8,858 9,107 9,363 9,627 9,898 10,177 10,465 10,762 11,068 11,384 11,711
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78
15,300 14,804 14,299 13,787 13,265 12,735 12,200 11,663 11,123 10,586 10,056 9,532 9,017
89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101
4,246 3,917 3,616 3,338 3,088 2,859 2,639 2,451 2,279 2,126 1,989 1,873 1,778
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Tabel 2b:
Tabel 3b:
46
33 34 35 36 37 38 39 40 41
6,336 6,517 6,703 6,894 7,090 7,291 7,498 7,710 7,928
56 57 58 59 60 61 62 63 64
12,049 12,400 12,765 13,143 13,535 13,944 14,370 14,818 15,289
79 80 81 82 83 84 85 86 87
8,514 8,023 7,544 7,078 6,627 6,189 5,764 5,356 4,965
42
8,152
65
15,789
88
4,595
102 103 104 105 106 107 108 109 110
1,694 1,618 1,551 1,491 1,439 1,392 1,351 1,314 1,282
Afkoopfactoren voor afkoop van 1 euro latent partnerpensioen met pensioenleeftijd 65 jaar (pensioenregeling vanaf 1-1-2006) leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
0,924 0,956 0,988 1,021 1,055 1,090 1,126 1,164 1,203 1,243 1,285 1,327 1,372 1,417 1,465 1,514 1,564 1,617 1,671 1,726 1,783 1,842
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
1,965 2,030 2,096 2,163 2,232 2,300 2,369 2,439 2,510 2,581 2,653 2,724 2,796 2,867 2,936 3,004 3,072 3,139 3,205 3,270 3,330 3,387
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
3,477 3,519 3,558 3,594 3,627 3,658 3,682 3,699 3,707 3,704 3,688 3,661 3,619 3,563 3,494 3,413 3,320 3,217 3,108 2,995 2,877 2,755
89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
2,498 2,368 2,233 2,098 1,961 1,828 1,707 1,586 1,471 1,358 1,255 1,157 1,065 0,982 0,914 0,856 0,804 0,757 0,715 0,678 0,645 0,616
42
1,902
65
3,430
88
2,629
Afkoopfactoren voor afkoop van 1 euro ouderdomspensioen en 5/7 euro latent partnerpensioen met pensioenleeftijd 65 jaar (pensioenregeling vanaf 1-1-2006)
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25
5,023 5,175 5,330 5,490 5,653 5,822
43 44 45 46 47 48
9,785 10,067 10,356 10,653 10,957 11,270
66 67 68 69 70 71
17,783 17,318 16,841 16,354 15,856 15,347
89 90 91 92 93 94
6,030 5,608 5,210 4,836 4,489 4,165
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Tabel 4:
47
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
5,995 6,173 6,355 6,543 6,737 6,935 7,139 7,348 7,563 7,784 8,011 8,245 8,485 8,731 8,984 9,244
49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
11,590 11,920 12,258 12,605 12,963 13,330 13,708 14,097 14,497 14,910 15,337 15,777 16,233 16,705 17,196 17,709
72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
14,830 14,304 13,771 13,232 12,691 12,147 11,603 11,060 10,519 9,982 9,449 8,924 8,408 7,903 7,411 6,933
42
9,511
65
18,239
88
6,473
95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
3,859 3,583 3,330 3,096 2,886 2,700 2,539 2,395 2,271 2,162 2,065 1,979 1,903 1,835 1,775 1,723
Afkoopfactoren voor 1 euro tijdelijk ouderdomspensioen van 62 tot 65 jaar (pensioenregeling tot 1-1-2006) leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
0,806 0,830 0,854 0,880 0,906 0,933 0,960 0,989 1,018 1,048 1,079 1,111 1,144 1,178 1,213 1,249 1,286 1,324 1,363 1,403 1,445 1,488
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62
1,578 1,625 1,673 1,723 1,775 1,829 1,884 1,942 2,001 2,063 2,127 2,194 2,263 2,336 2,412 2,491 2,574 2,660 2,751 2,847
42
1,532
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
Tabel 5:
Tabel 6:
48
Afkoopfactor ingegaan nabestaandenpensioen leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
leeftijd
factor
20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
29,046 28,903 28,755 28,603 28,446 28,283 28,116 27,943 27,766 27,582 27,393 27,198 26,998 26,791 26,577 26,357 26,130 25,896 25,655 25,408 25,153 24,891
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64
24,343 24,057 23,764 23,462 23,153 22,836 22,512 22,179 21,839 21,491 21,135 20,772 20,400 20,018 19,629 19,230 18,822 18,403 17,975 17,538 17,090 16,635
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87
15,698 15,219 14,730 14,233 13,726 13,209 12,686 12,160 11,632 11,102 10,575 10,049 9,526 9,006 8,496 7,997 7,510 7,038 6,580 6,136 5,708 5,298
89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110
4,541 4,196 3,873 3,575 3,303 3,053 2,813 2,600 2,407 2,234 2,079 1,952 1,843 1,746 1,659 1,583 1,516 1,457 1,405 1,360 1,320 1,286
42
24,621
65
16,171
88
4,909
Afkoopfactor ingegaan wezenpensioen leeftijd
factor
leeftijd
factor
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
13,960 13,364 12,750 12,117 11,466 10,795 10,103 9,391 8,658 7,903 7,125 6,324 5,498 4,648 3,773 2,871 1,942
18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
7,903 7,125 6,324 5,498 4,648 3,773 2,871 1,942 0,985 0,000
17
0,985
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
49
Addendum 2 Addendum 2 bij pensioenreglement 1 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Informatieverplichtingen Het fonds verstrekt de werknemer die pensioenaanspraken verwerft en met wie de werkgever een pensioenovereenkomst heeft gesloten, binnen drie maanden na de start van de verwerving van de pensioenaanspraken een startbrief. Door middel van deze startbrief wordt de deelnemer geïnformeerd over: a. de inhoud van pensioenreglement 1; b. de toeslagverlening; c. het recht van de deelnemer om het voor hem geldende reglement op te vragen; d. omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van het fonds; e. het recht van de deelnemer om bij het fonds een verzoek in te dienen voor een berekening van de effecten van uitruil op zijn pensioenaanspraak; f. het bestaan van een vrijwillige pensioenregeling. Het fonds verstrekt de deelnemer jaarlijks: a. een opgave van de verworven pensioenaanspraken; b. een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken; c. informatie over toeslagverlening; d. een opgave van de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken overeenkomstig artikel 3.127 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de daarop berustende bepalingen; e. informatie over wijzigingen in het pensioenreglement en/of de statuten. Het fonds verstrekt de deelnemer bij beëindiging van de deelneming: a. een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraken; b. informatie over toeslagverlening; c. informatie die voor de deelnemer specifiek in het kader van de beëindiging relevant is; d. omstandigheden die betrekking hebben op het functioneren van de pensioenuitvoerder. Het fonds verstrekt de gewezen deelnemer tenminste een keer in de vijf jaar: a. een opgave van zijn opgebouwde pensioenaanspraken; b. informatie over toeslagverlening. Het fonds informeert de gewezen deelnemer binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging. Het fonds verstrekt de partner die gewezen partner wordt en uit dien hoofde een aanspraak verkrijgt op bijzonder partnerpensioen: a. een opgave van de opgebouwde pensioenaanspraak op partnerpensioen; b. informatie over toeslagverlening; en c. informatie die voor de gewezen partner specifiek van belang is. Tevens ontvangt de gewezen partner een keer in de vijf jaar: d. een opgave van zijn opgebouwde aanspraak op partnerpensioen; e. informatie over toeslagverlening. De pensioenuitvoerder informeert de gewezen partner binnen drie maanden na een wijziging van het toeslagbeleid over die wijziging. Het fonds verstrekt aan degene die pensioengerechtigde wordt bij pensioeningang: a. een opgave van zijn pensioenrecht; b. een opgave van de opgebouwde aanspraken op partnerpensioen en wezenpensioen; en c. informatie over toeslagverlening.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
50
Tevens ontvangt de pensioengerechtigde jaarlijks: d. een opgave van zijn pensioenrecht; e. een opgave van de opgebouwde aanspraken op partnerpensioen en wezenpensioen; en f. informatie over toeslagverlening. Binnen drie maanden na een wijziging wordt pensioengerechtigde geïnformeerd door het fonds omtrent de wijziging van het toeslagbeleid. Het fonds verstrekt de deelnemer, gewezen deelnemer, de gewezen partner en de pensioengerechtigde op verzoek: a. het voor hem geldende pensioenreglement; b. het jaarverslag en de jaarrekening van de pensioenuitvoerder; c. de uitvoeringsovereenkomst of het uitvoeringsreglement; d. de voor hem relevante informatie over beleggingen; e. het fonds verstrekt de deelnemer, gewezen deelnemer en gewezen partner op verzoek informatie die specifiek voor hem relevant is f. een verklaring inzake de beleggingsbeginselen als bedoeld in artikel 145 van de Pensioenwet; g. het kortetermijnherstelplan als bedoeld in artikel 140 van de Pensioenwet; h. het langetermijnherstelplan als bedoeld in artikel 138 van de Pensioenwet i. informatie over de dekkingsgraad; j. informatie over het van toepassing zijn van een aanwijzing als bedoeld in artikel 171 van de Pensioenwet; en k. informatie over de aanstelling van een bewindvoerder als bedoeld in artikel 173 van de Pensioenwet. Het fonds kan met betrekking tot het verstrekken van de informatie als bedoeld in de onderdelen b tot en met k kosten in rekening brengen bij de deelnemer. Het fonds verstrekt de deelnemer of gewezen deelnemer op verzoek informatie over de consequenties van uitruil als bedoeld in artikel 60,61 of 62 van de Pensioenwet. Het fonds kan met betrekking tot het verstrekken van deze informatie kosten in rekening brengen bij de deelnemer. Het pensioenfonds informeert een deelnemer voorafgaand aan de deelneming in de vrijwillige pensioenregeling over: a. de inhoud van de vrijwillige pensioenregeling; b. een opgave van de reglementair te bereiken pensioenaanspraken uit hoofde van de vrijwillige pensioenregeling; en c. de toeslagverlening. Verstrekken informatie bij vertrek naar een andere lidstaat. Het pensioenfonds verstrekt de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden informatie over pensioenaanspraken en pensioenrechten en over de mogelijkheden die hun op grond van de pensioenregeling wordt geboden.
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
51
Addendum 3 Addendum 3 bij pensioenreglement 1 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Jaar
Franchise
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
€ 12.299 € 11.566 € 11.872 € 12.209 € 12.561 € 12.674 € 12.898 € 13.062 € 13.339
Toeslag toegekend op 1 januari 0,90% 1,25% 1,40% 1,63% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00%
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Toeslagambitie 0,90% 1,25% 1,40% 1,63% 2,88% 0,20% 0,69% 1,17% 2,12%
Verlaging
1,60%
Stichting Pensioenfonds Holland Casino
52
Addendum 4 Addendum 4 bij pensioenreglement 1 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Voorwaarden van de herverzekeraar bij oorlog en terrorisme Vanaf het tijdstip waarop in Nederland een actieve oorlogstoestand intreedt, worden de herverzekerde bedragen in dit pensioenreglement verlaagd tot 90%. Ongeacht of de deelnemers op dat tijdstip al dan niet in krijgsdienst zijn. De verlaging geldt niet voor die herverzekeringen waarvan wordt aangetoond, dat de deelnemer tijdens de oorlog verbleef op het grondgebied van een of meer andere staten, die gedurende die tijd niet in oorlog waren. Dit wordt aangetoond binnen zes maanden na beëindiging van de actieve oorlogstoestand en uiterlijk bij het opeisbaar worden van de uitkering. Het jaarlijks eigen behoud blijft onverminderd van toepassing. DNB stelt de aanwezigheid en de tijdstippen van intreden en beëindiging van een actieve oorlogstoestand bindend vast. Neemt een deelnemer in dienst van een vreemde mogendheid deel aan een oorlog of aan handelingen die met oorlogshandelingen gelijk zijn te stellen? Overlijdt hij tijdens deze oorlog of handelingen? Of overlijdt hij binnen zes maanden na het sluiten van de vrede respectievelijk na beëindiging van de vijandelijkheden? Dan worden de herverzekerde prestaties op zijn of haar leven niet bij de vaststelling van de schade in aanmerking genomen. Op dit pensioenreglement is tevens het Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT) van toepassing (zie bijlage).
Pensioenreglement 1 versie 26 juni 2013
Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen In dit clausuleblad en de daarop berustende bepalingen wordt - voor zover niet anders blijkt verstaan onder:
1.1 Terrorisme: Gewelddadige handelingen en/of gedragingen - begaan buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aanslagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ontstaat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.2 Kwaadwillige besmetting: Het - buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest - (doen) verspreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische belangen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) verspreiden - al dan niet in enig organisatorisch verband - is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
1.3 Preventieve maatregelen: Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of - indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt - de gevolgen daarvan te beperken.
1.4 Nederlandse Herverzekeringmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT): Een door het Verbond van Verzekeraars opgerichte herverzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlijking van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 omschreven risico's, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
1.5 Verzekeringsovereenkomsten: a) Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij overeenkomstig het bepaalde in artikel 1:1 onder "staat waar het risico is gelegen" van de Wet op het financieel toezicht betrekking hebben op in Nederland gelegen risico's.
Versie 23 november 2007
1.
Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
b)
c)
Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een in Nederland, of, indien verzekeringnemer met gewone verblijfplaats verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft. Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
1.6 In Nederland toegelaten verzekeraars: Levens-, natura-uitvaart- en schadeverzekeraars die op grond van de Wet op het financieel toezicht bevoegd zijn om in Nederland het verzekeringsbedrijf uit te oefenen.
Artikel 2 Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico 2.1 Indien en voor zover, met inachtneming van de in artikel 1.1, 1.2 en 1.3 gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor gevolgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met: • terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, • handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen, hierna gezamenlijk aan te duiden als 'het terrorismerisico', geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar terzake van iedere bij haar ingediende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aanspraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken verzekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzekeringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw gesteld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering. 2.2 De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor genoemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vorengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen. 2.3 In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op: • schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan; • gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan, dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor alle deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in artikel 1 tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen.
Versie 23 november 2007
2.
Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risicoadres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsmede alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verzekerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzekerde objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste een op het risicoadres is gelegen. Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en vennootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen tezamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
Artikel 3 Uitkeringsprotocol NHT 3.1
Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Protocol). Op grond van de in dit Protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan bepalen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende financiële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
3.2
De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt gedaan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerechtigden.
3.3 Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, terzake van een vordering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 3.1 bedoelde uitkering terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken. 3.4 De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 16 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schadevergoeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorisrnerisico in de zin van dit Clausuleblad wordt beschouwd.
Versie 23 november 2007
3.
Clausuleblad terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
Dit Clausuleblad is gedeponeerd op 23 november 2007 onder nummer 27178761 bij de Kamer van Koophandel Amsterdam.
Versie 23 november 2007
4.