Ledenbulletin nr. 4-2014 April 2014
Inhoudsopgave Actueel Participatiewet – werkgelegenheid Wajongers 20.000 banen behouden door verlaagd btw tarief bouw
2 2
Arbeidsrecht Ook oproepcontract moet u opzeggen Vakantiebijslag in juni is geen nabetaling Verzuimt uw medewerker regelmatig
3 4 4
Bedrijfsvoering Controle op aankoop en verbruik rode diesel Meer tijd nodig voor invoering depotstelsel Wanneer is een uitzendbureau betrouwbaar
4 5 5
Economische zaken Economie groeit sterker dan gedacht
6
Overheid Extra controles kleine bouwlocaties Minister werkt aan aanpak malafide werkgevers
6 7
Sociale zaken Geplande maatregelen WWZ per 1 juli 2014 Hoe beoordeelt UWV een WIA-aanvraag Per 1 juli 2015 verplicht investeren in scholing - Werknemer krijgt bedenktijd na tekenen ontslag
7 8 9 9
Bijlage: Folder “Wajong werkt in de bouw!”
Voor meer informatie over artikelen in deze ledeninformatie kunt u contact opnemen met eerstelijns advies: 0318 - 544908.
Actueel Participatiewet – werkgelegenheid Wajongers Het kabinet wil dat alle mensen als volwaardige burgers mee kunnen doen aan onze samenleving. Bij voorkeur via een reguliere baan, maar als dat (nog) een brug te ver is, door op een andere manier te participeren in de samenleving. Het kabinet wil kansen creëren, ook voor mensen met een arbeidsbeperking. Om dit doel te realiseren, heeft het kabinet in het regeerakkoord afspraken gemaakt over de vorming van één regeling via de Participatiewet en over de invoering van een quotumregeling. In het sociaal akkoord, afgesloten met werkgevers en vakbonden, is afgesproken dat 125.000 mensen met een arbeidsbeperking de komende jaren bij een reguliere werkgever worden geplaatst. Er komen 100.000 extra gegarandeerde banen in het bedrijfsleven en 25.000 bij de overheid. Geen quotum arbeidsgehandicapten Werkgevers beloven mensen met een beperking aan een baan te helpen, oplopend tot tienduizend mensen per jaar in 2020. Zo komt er een garantie voor in totaal 125.000 banen voor gehandicapten, waarvan 25 duizend bij de overheid. Als werkgevers zich niet aan deze afspraak houden, volgt het eerdere quotum van 5% arbeidsgehandicapten alsnog. De WSW en Wajong blijven bestaan. Er komen 35 werkbedrijven waarin gemeenten en werkgevers samen meer mensen met een beperking aan het werk gaan helpen. Van hieruit kunnen mensen ook worden gedetacheerd naar beschut werk met behulp van een jobcoach van het werkbedrijf en een loonkostensubsidie. Hiermee verdienen ze tenminste het minimumloon en kunnen ze doorgroeien naar 120 procent van het minimumloon. Bouwnijverheid neemt verantwoordelijkheid voor plaatsing van 70 Wajongers Sociale partners in de bouwnijverheid hebben samen met het UWV en Fundeon afgesproken om dit jaar 70 Wajongers aan de slag te helpen. Het doel is om hen als vakman- of vakvrouw duurzaam op te nemen in de sector. Met enkele aanpassingen kunnen Wajongers goed functioneren en werk naar vermogen verrichten. Met (wat) extra ondersteuning en inspanning van de werkgever en een externe jobcoach staat een Wajonger zijn mannetje in de bouw. Werkgevers kunnen zelf ook een maatschappelijk steentje bijdragen. Zijn er werkzaamheden op de bouwplaats of op kantoor? Denk dan eens aan een Wajonger. Daarnaast zijn er verschillende financiële en ondersteunende voordelen. In bijgaande folder vindt u informatie over plaatsing van een Wajonger en een rekenvoorbeeld van de loonkosten met loondispensatie. 20.000 banen behouden door verlaagd btw-tarief bouw Als gevolg van de tijdelijke btw-verlaging op arbeid zijn in de gehele bouw-, installatie- en groenvoorzieningsector bijna 20.000 banen behouden. Sectorbreed zijn de bedrijven dan ook zeer tevreden met deze regeling en pleiten derhalve voor een verlenging om de komende moeilijke jaren een ferme steun in de rug te hebben. Een positief bijeffect van deze regeling is dat woningeigenaren hun woningen versneld verduurzamen. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy dat in de eerste twee weken van april is uitgevoerd onder 952 directeuren van bouw(gerelateerde-) bedrijven en 6.000 consumenten. Dit onderzoek is een vervolg op het onderzoek dat USP in juni 2013 ook heeft uitgevoerd op verzoek van vrijwel alle relevante brancheorganisaties. Verlaagd btw-tarief op arbeid zorgt voor nog meer banenbehoud dan eerst voorzien Naar aanleiding van de inwerkingtreding van deze tijdelijke regeling op 1 maart 2013, bleek uit het eerste onderzoek uit juni 2013 dat er bij een op de zeven bedrijven (15%) sprake was van banenbehoud (persbericht). Uit het tweede onderzoek, dat onlangs is uitgevoerd, blijkt dat dit percentage is opgelopen tot 30%. Dit betekent dus dat als gevolg van het verlaagd btw-tarief Ledenbulletin april 2014
Pagina 2 van 9
bijna een op de drie bedrijven geen mensen heeft hoeven ontslaan. Daarnaast zegt ook nog eens 17% van de bedrijven dat zij minder mensen hoefden te ontslaan. In totaal heeft de btwregeling bij bijna de helft van de bedrijven uit de gehele bouw-, installatie- en groenvoorzieningsector voor gezorgd dat zij niet of minder hebben hoeven snijden in hun personeelsbestand. De extra omzet die de tijdelijke regeling met zich meebrengt, heeft er voor gezorgd dat er bijna 20.000 voltijdbanen zijn behouden. Het banenbehoud geldt voor alle onderzochte sectoren: bouw B&U, installatie, gespecialiseerde aannemers, hoveniers en groenvoorziening. Woningen worden versneld verduurzaamd Verder blijkt dat onder invloed van de btw-regeling woningen sneller verduurzaamd worden. Een kwart van de bedrijven (24%) geeft aan dat er op dit moment meer duurzame materialen en/of oplossingen worden toegepast in hun opdrachten dan voor de regeling. Roep om verlenging van btw-tarief zeer sterk, verwacht herstel pas vanaf 2016 Een overgrote meerderheid van de bedrijven, maar liefst 85%, is positief over deze tijdelijke regeling en de effecten ervan. Dit is natuurlijk geen verrassing, aangezien zij als gevolg van deze regeling projecten weten binnen te halen die zij anders niet hadden kunnen uitvoeren. Dit leidt weer tot meer omzet en daarmee tot banenbehoud. Veel bedrijven hebben het echter nog zwaar: ruim een kwart van de directeuren/eigenaren maakt zich ernstige zorgen over het voortbestaan van zijn of haar bedrijf. De bouw-, installatie- en groenvoorzieningsector is aan het opkrabbelen uit een diep dal, waarbij de directeuren pas echt herstel verwachten in en na 2016. De komende anderhalf à twee jaar verwacht men geen heel snelle verbetering. Een verlenging van de regeling, die nu loopt tot 1 januari 2015, zou zeer welkom zijn. Enerzijds om banen te behouden en anderzijds om de bestaande woningvoorraad verder te verduurzamen. Uit maandelijks consumentenonderzoek van USP blijkt dat woningeigenaren sinds de inwerkingtreding van het lage btw-tarief niet alleen meer plannen maken om in hun woning te gaan investeren, maar ook daadwerkelijk meer verbouwen en/ of onderhoud plegen aan hun woning of tuin. Dit loopt redelijk parallel met het toenemende consumentenvertrouwen. Verlenging betekent een ondersteuning van herstel van het consumentenvertrouwen, waardoor meer particulieren hun woning en/of tuin gaan renoveren, verbouwen of onderhouden.
Arbeidsrecht Ook oproepcontract moet u opzeggen Als u een oproepkracht na een bepaalde periode niet meer oproept, staat dit gelijk aan ontslag. De oproepkracht kan dan een beroep doen op het rechtsvermoeden. Dat wil zeggen dat hij recht heeft om tewerk te worden gesteld voor het aantal uren dat hij gemiddeld in de afgelopen drie maanden heeft gewerkt. Dit werd onlangs bevestigd in een zaak bij de kantonrechter in Amsterdam. In de zaak besloot een werkgever een oproepkracht – met een oproepovereenkomst van een jaar –nadat zij vier maanden voor de organisatie had gewerkt, niet meer op te roepen. De oproepkracht stapte naar de rechter omdat zij vond dat ze op grond van het zogenoemde rechtsvermoeden recht had om gemiddeld 23 uur per week opgeroepen te worden. Dit was namelijk het gemiddelde aantal uren dat zij in de afgelopen drie maanden had gewerkt. Ze wou deze uren doorbetaald krijgen tot het einde van haar contract. Werkgever had ontslagvergunning moeten aanvragen De rechter bevestigde dat de oproepkracht een beroep kon doen op het rechtsvermoeden. Dit betekende dat zij recht had op loondoorbetaling voor het aantal uren dat zij gemiddeld de afgelopen drie maanden had gewerkt. Als de werkgever niet meer met de oproepkracht wilde werken, had hij hiervoor een ontslagvergunning moeten aanvragen bij UWV. Aangezien hij dit niet had gedaan, was de werkgever loon verschuldigd tot het einde van de oproepovereenkomst.
Ledenbulletin april 2014
Pagina 3 van 9
Vakantiebijslag in juni is geen nabetaling Als uw onderneming de vakantiebijslag eenmaal per jaar uitbetaalt, moet u bij loonbeslag de vakantiebijslag overmaken naar de beslaglegger. Eerder bepaalde de kantonrechter nog dat vakantiebijslag een nabetaling is, die dus deels buiten het beslag kan vallen. Bij loonbeslag moet uw onderneming vanaf het moment dat het beslag is gelegd alles wat de werknemer méér verdient dan de belastingvrije voet overmaken naar de gerechtsdeurwaarder of overheidsinstantie die het beslag heeft gelegd. Als de werknemer minder verdient dan de beslagvrije voet, wordt er in de praktijk dus niets afgelost. Kantonrechter vond vakantiebijslag een nabetaling Alleen in de maand waarin de vakantiebijslag of 13e maand wordt uitgekeerd, zou er in die situatie voor de gerechtsdeurwaarder dan iets te innen zijn. De kantonrechter heeft vorig jaar echter bepaald dat de vakantiebijslag die eens per jaar wordt uitbetaald niet (volledig) onder het beslag valt. Als de vakantiebijslag maandelijks zou worden uitbetaald, zou de werknemer er immers ook iets van overhouden, aangezien zijn loon onder de beslagvrije voet lag. De vakantiebijslag die één keer per jaar wordt uitgekeerd, is dus in feite een nabetaling van een tegoed dat in de loop van het jaar is opgebouwd. Vakantiebijslag valt toch onder het loonbeslag De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft naar aanleiding hiervan geconcludeerd dat vakantiebijslag geen nabetaling is en dus – voor zover hij boven de beslagvrije voet van het betreffende loontijdvak uitkomt – volledig aan de gerechtsdeurwaarder kan worden overgemaakt. Dit is ook het geval als het beslag nog niet was gelegd toen de opbouwperiode van de vakantiebijslag begon. Voor de eerdere uitspraak van de kantonrechter heeft dit geen gevolgen, maar dit ‘vonnis in het belang der wet’ zorgt wel voor duidelijkheid voor de toekomst. Verzuimt uw medewerker regelmatig? Het is één van de lastigste situaties die u als manager tegenkomt: een medewerker die regelmatig ziek is. Het is niet altijd eenvoudig grip op uw medewerker te krijgen en andere medewerkers kunnen met extra werkzaamheden worden opgezadeld. Kortom, er kan een behoorlijke verstoring van het productieproces optreden. Toch mag u een medewerker die frequent verzuimt niet zomaar ontslaan. Als u te maken heeft met een medewerker die regelmatig verzuimt, is het vooral belangrijk dat u met deze medewerker in gesprek blijft en hier ook goede verslagen van maakt. Daarnaast is het zaak de werkelijke oorzaak van het verzuim te achterhalen. Probeer tijdens deze gesprekken door te vragen naar de redenen van het verzuim. Is dit werkelijk gerelateerd aan ziekteverzuim of lichamelijke beperkingen, of speelt er eigenlijk iets anders? Het is aan te bevelen de bedrijfsarts hierbij te betrekken. Hij kan namelijk beoordelen of het verzuim gerelateerd is aan arbeidsongeschiktheid. Ziekteverzuim aanleiding voor ontslag Als het frequente ziekteverzuim tot ernstige organisatorische problemen leidt, kan dat voor UWV of de kantonrechter aanleiding zijn om ontslag te verlenen. U moet dan wel kunnen onderbouwen waarom de afwezigheid van de werknemer het productieproces zo zwaar verstoort of een onevenredig hoge druk legt op collega’s. Daarbij moet het zo ver gaan dat het onverwacht wegvallen van de medewerker in forse mate de werkzaamheden stagneert.
Bedrijfsvoering Controles op aankoop en verbruik rode diesel Vanaf 1 januari 2013 is in Nederland alleen de blanke, hoogbelaste, halfzware olie en gasolie te koop. De laagbelaste rode diesel, die u vroeger mocht gebruiken voor tractoren, hoogwerkers, verreikers en andere zelfrijdende werktuigen en machines is nu alleen nog toegestaan voor de beroepsscheepvaart.
Ledenbulletin april 2014
Pagina 4 van 9
De reden om u nogmaals te informeren over het verbruik van rode diesel, is omdat er dit jaar bij de controles van de Douane geen sprake meer is van coulance, zoals vorig jaar het geval was. Immers, de overgangsregeling gold tot 1 juli 2013. Die regeling was er om de gebruikers van rode diesel in de gelegenheid te stellen om hun oude voorraad op te maken. Vorig jaar heeft de Douane in augustus en september een controleactie op het gebruik van rode diesel als brandstof gehouden. Daaruit is gebleken dat een groot deel van de voormalige gebruikers, namelijk 81%, nu gebruik maakt van blanke diesel. Rode diesel uit het buitenland In Nederland is het bezit en verbruik van rode diesel definitief verboden, op enkele uitzonderingen na (zie kader). De Belastingtelefoon ontvangt regelmatig de vraag of in Nederland rode diesel mag worden gebruikt die buiten Nederland is getankt. Want in een land als België mag onder bepaalde voorwaarden wel rode diesel worden getankt en verbruikt. Het antwoord luidt dan: Ja dat mag, als die rode diesel in de normale brandstoftank van het bedrijfsvoertuig zit en als dit voor dit bedrijfsvoertuig het gebruik van rode diesel in dat land toegestaan is. Over de rode diesel hoeft u in Nederland geen accijns te betalen en u mag het in Nederland oprijden. Wel moet u kunnen aantonen dat de brandstof in het desbetreffende land is gekocht. Sinds 1 januari 2013 mag rode diesel (halfzware olie en gasolie voorzien van rode herkenningsmiddelen) alleen nog voorhanden zijn in de volgende tanks: • brandstoftanks van schepen (niet pleziervaartuigen), alleen als de minerale olie wordt verbruikt voor de aandrijving van die schepen of als scheepsbehoeften aan boord van deze schepen; • opslagtanks voor minerale oliën die zijn bestemd om van daaruit te worden afgeleverd in de brandstoftanks van schepen (niet pleziervaartuigen); • ladingtanks van vaartuigen, voertuigen en treinwagons; • tanks van waaruit minerale oliën worden afgeleverd in de brandstoftanks van schepen (niet pleziervaartuigen) alleen als deze schepen in bezit zijn van en verbruikt worden door degene die de beschikking heeft over deze tanks. Meer informatie: * Om de brochure ‘Rode diesel verdwijnt na 1 januari 2013’ te downloaden, gaat u naar www.douane.nl , en zoekt u met ‘rode diesel’ in het zoekveld rechtsboven. * Belastingtelefoon/Douane (0800) 0143 Meer tijd nodig voor invoering depotstelsel De Belastingdienst start per 1 juli 2014 nog niet met het omzetten van het systeem van de geblokkeerde rekening (g-rekening) in het depotstelsel. Er is volgens het ministerie van Financiën meer tijd nodig om de overstap succesvol te kunnen maken. De Belastingdienst kan bij u aankloppen als een uitlener of onderaannemer de loonbelasting/premie volksverzekeringen of BTW niet betaalt. U kunt deze aansprakelijkheid voorkomen door een deel van het factuurbedrag te storten op de g-rekening bij een bank. Bedragen die u als aannemer/inlener nu op de g-rekening stort van de onderaannemer of uitlener, moet u straks rechtstreeks storten op de depotrekening. De depotrekening staat op naam van de onderaannemer of uitlener en hij kan het tegoed van zijn depot gebruiken voor betalingen van BTW en loonheffingen. Startdatum depotstelsel uitgesteld De Belastingdienst wilde het depotstelsel van 1 juli 2014 tot 1 juli 2015 gefaseerd invoeren. De startdatum is nu echter uitgesteld. Reden voor het uitstel is dat het ministerie van Financiën de belangen van banken en ondernemingen die nu gebruikmaken van de g-rekening mee wil nemen bij de invoering van het depotstelsel. En dat heeft meer tijd nodig. Wanneer is een uitzendbureau betrouwbaar? Als u met een flexibele schil werkt, kunnen uitzendbureaus u prima van dienst zijn. Maar niet elk bureau staat garant voor een prettige samenwerking. Om uw kans op een succesvolle samenwerking te vergroten, kunt u gebruikmaken van de vernieuwde folder van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over zakendoen met uitzendbureaus. Ledenbulletin april 2014
Pagina 5 van 9
In de folder staat op welke aandachtspunten u moet letten als u uitzendkrachten inleent via een uitzendbureau. Zo stipt het ministerie van SZW in de folder een aantal punten aan waaraan u herkent of een uitzendorganisatie eerlijk, gezond en veilig werkt. Beantwoord voor een samenwerking met een uitzendbureau in ieder geval onderstaande vragen. Is het uitzendbureau: • Geregistreerd bij de Kamer van Koophandel (KvK)? • Gecertificeerd door de Stichting Normering Arbeid (SNA)? • Lid van een brancheorganisatie? • In het verleden weleens veroordeeld? Beoordelingspunten bij samenwerking met uitzendbureau Naast deze vragen staan in de folder diverse andere beoordelingspunten. Betaalt het bureau bijvoorbeeld het loon en de sociale lasten volgens de regels? Vraagt het uitzendbureau een zeer laag tarief voor de uitzendkrachten, dan is de kans groot dat zij hen onderbetaalt. Verder is het legitiem inhuren van buitenlandse uitzendkrachten een belangrijk thema. Wanneer mogen zij vrij bij uw organisatie aan het werk? Identiteit vaststellen van uitzendkracht Het ministerie van SZW heeft overigens één punt uit de folder gerectificeerd. Dit gaat over het rechtmatig opslaan van identiteitsgegevens van uitzendkrachten. Van uitzendkrachten die niet uit de EER of Zwitserland komen, moet u wel altijd de identiteit vaststellen door een kopie van het identiteitsbewijs in uw administratie te bewaren.
Economische zaken Economie groeit sterker dan gedacht De Nederlandse economie is in het vierde kwartaal van 2013 met 0,9 procent gegroeid ten opzichte van het derde kwartaal. Dat blijkt uit een tweede raming die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft gepubliceerd. In de eerste raming die medio februari naar buiten werd gebracht, kwam de groei ten opzichte van het voorgaande kwartaal nog uit op 0,7 procent. De bijstelling is met name het gevolg van hogere investeringen in de bouw. Ook bleek de krimp van de bestedingen van huishoudens en de overheid lager dan eerder was gemeld. Daarnaast bleek het banenverlies mee te vallen. Er waren in het vierde kwartaal 128.000 banen minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. Dat is een daling van 1,6 procent, in plaats van de eerder gemelde 1,7 procent. Het banenverlies ten opzichte van het derde kwartaal halveerde vergeleken met de vorige raming tot 4000. Bbp Ten opzichte van het vierde kwartaal van 2012 nam het bruto binnenlands product (bbp) met 0,8 procent toe. Eerder had het CBS ook op jaarbasis een toename met 0,7 procent gerapporteerd. Over heel 2013 kromp de Nederlandse economie met 0,8 procent. Dat cijfer is hetzelfde gebleven. Het ministerie van Economische Zaken ziet de opwaartse bijstelling van de economische groei als een opsteker; dit is weer een extra duwtje in de rug en het geeft goede kansen om in 2014 de overgang van krimp naar groei door te zetten.
Overheid Extra controle kleine bouwlocaties De inspectie SZW gaat in de maand mei intensief controleren op het gebruik van ladders, trappen en rolsteigers. Jaarlijks gebeuren er met deze alledaagse arbeidsmiddelen op bouwterreinen nog steeds veel ongevallen. Als er onveilige situaties worden aangetroffen, kunt u een waarschuwing of boete krijgen. Ook kunnen de werkzaamheden worden stilgelegd. Ledenbulletin april 2014
Pagina 6 van 9
Ongevallen Gemiddeld komen bij ongevallen met alledaagse arbeidsmiddelen jaarlijks vijf mensen om het leven en houden tientallen bouwvakkers blijvend letsel over door een val van een ladder of steiger. Controle Het is niet de eerste keer dat de Inspectie zo’n gerichte controle uitvoert. Bij een gelijksoortige actie vorig jaar bezocht de Inspectie 487 bouwlocaties in diverse binnensteden. Op 77 % van deze kleine bouwlocaties werd toen onveilig gewerkt met steigers, ladders en trappen. Onvoldoende veiligheidsbesef en te weinig kennis van een goede opbouw en gebruik van deze arbeidsmiddelen is volgens de Inspectie een belangrijke oorzaak van het grote aantal overtredingen. De komende inspectieronde vindt plaats in het hele land. Vooral kleine(re) bouwlocaties in de binnensteden worden bezocht. Het gaat dan om nieuwbouw, verbouw, onderhoud en reparatie door (af)bouw- en aannemingsbedrijven, schilders en installateurs. Minister werkt aan aanpak malafide werkgevers Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil malafide werkgevers harder aanpakken. Hiervoor werkt hij aan het wetsvoorstel Aanpak schijnconstructies. In tegenstelling tot wat de naam van deze wet suggereert, betreft het hier maatregelen tegen meer dan alleen schijnconstructies. Werkgevers die minder dan het minimumloon uitbetalen, illegalen aan het werk zetten, misbruik maken van premieafdracht via een A1-verklaring, werknemers ten onrechte als zelfstandige laten werken of bepalingen uit de collectieve arbeidsovereenkomst ontduiken, moeten strenger worden aangepakt. Minister Asscher heeft hiervoor een aantal maatregelen bedacht die hij onderbrengt in het wetsvoorstel Aanpak schijnconstructies. Meer duidelijkheid over schijnzelfstandigen Het wetsvoorstel is nog niet gepubliceerd, maar de minister heeft al wel via een voortgangsreportage enkele maatregelen bekendgemaakt. Zo wordt het straks verplicht om op de loonstrook aan te geven waar u precies een onkostenvergoeding voor geeft. Malafide werkgevers gebruiken niet-gespecificeerde onkostenvergoedingen soms om onder de uitbetaling van het minimumloon uit te komen. Verder wordt de ketenaansprakelijkheid uitgebreid, zodat ook opdrachtgevers aansprakelijk zijn voor een correcte betaling van het cao-loon. Meer handhaving van het minimumloon De minister wil ook dat er meer duidelijkheid komt over de grens tussen werknemerschap en zelfstandig ondernemerschap. Nu komt het regelmatig voor dat personen als een zelfstandige (met een onjuiste Verklaring Arbeidsrelatie) aan de slag gaan, terwijl ze feitelijk gewoon in dienst zijn. Het moet voor een werknemer (of schijnzelfstandige) makkelijker worden om naar de rechter te stappen. De minister wil bovendien nog enkele maatregelen voor het handhaven van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (WML) opnemen in het wetsvoorstel Wet aanpak schijnconstructies.
Sociale zaken Geplande maatregelen WWZ per 1 juli 2014 Het is de bedoeling dat er al op 1 juli 2014 een aantal maatregelen uit de Wet werk en zekerheid (WWZ) in werking treden. Alleen de Eerste Kamer moet nog met het wetsvoorstel instemmen. Dan zijn de strengere voorwaarden voor het werken met flexwerkers (per 1 juli 2014) en het gewijzigde ontslagrecht (per 1 juli 2015) definitief.
Ledenbulletin april 2014
Pagina 7 van 9
De belangrijkste wijzigingen uit de Wet werk en zekerheid – zoals de hervorming van het ontslagrecht en de verkorting van de ketenbepaling – treden pas in werking per 1 juli 2015. De onderstaande maatregelen gaan echter al in per 1 juli 2014: • Er komt een wettelijke aanzegtermijn voor tijdelijke contracten van zes maanden of langer. Let op, hoewel de officiële datum van inwerkingtreding van dit voorstel 1 juli 2014 is, geldt er voor bestaande tijdelijke contracten een overgangsregeling. Sluit u vóór 1 juli 2014 een tijdelijk contract dat tijdens de looptijd deze datum overschrijdt, dan hoeft u pas per 1 augustus rekening te houden met de aanzegtermijn. • U mag geen proeftijd meer opnemen in een tijdelijk contract van zes maanden of korter. • U mag alleen een concurrentiebeding opnemen in een tijdelijk contract als dit noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfsbelangen. U moet dit belang onderbouwen in het beding. Let hier overigens ook op bij contracten die u per 1 juli 2014 verlengt! Verkorte ketenbepaling per 1 juli 2015 De verkorting van de ketenbepaling gaat pas in per 1 juli 2015 en geldt alleen voor contracten die u per 1 juli 2015 sluit. Voor contracten die tijdens de looptijd deze datum overschrijden, gelden de oude regels en mag u dus nog de maximale termijn van drie jaar aanhouden. Houd rekening met werknemers die hun tweede jaarcontract krijgen Sluit u bijvoorbeeld per 1 juli 2014 een tweede jaarcontract met een medewerker (waarvan de einddatum 30 juni 2015 is), dan kunt u per 1 juli 2015 geen nieuw jaarcontract met hem aangaan. Wilt u de medewerker in dienst houden, dan zult u hem een vast dienstverband moeten aanbieden. Een manier om hiermee om te gaan, is om de einddatum van het contract op 29 juni 2015 te zetten, zodat u op 30 juni 2015 nog een nieuw contract kunt sluiten. Hoe beoordeelt UWV een WIA-aanvraag? Nadat UWV een WIA-aanvraag ontvangt, toetst de uitkeringsinstantie eerst of u samen met uw zieke werknemer voldoende heeft gedaan om hem te re-integreren. Daarbij let UWV op uw inspanningen vanaf de eerste ziektedag tot aan de WIA-aanvraag. Begin daarom niet te laat met het re-integreren van zieke werknemers. Als uw werknemer twee jaar ziek is, heeft hij mogelijk recht op een WIA-uitkering. Een werknemer heeft dat recht als hij door zijn ziekte nog maar 65% of minder van zijn oude loon kan verdienen. Afhankelijk van zijn situatie krijgt hij dan een WGA-uitkering of IVA-uitkering. WGA staat voor Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. IVA staat voor Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten. Voordat de werknemer een WIA-uitkering krijgt, toets UWV of u en uw werknemer zich voldoende hebben ingespannen voor de reintegratie. Zorg voor een compleet re-integratieverslag UWV beoordeelt uw inspanningen aan de hand van het re-integratieverslag. Dat verslag bestaat onder meer uit de probleemanalyse en het plan van aanpak. In het bericht ‘Wat neemt u op in het re-integratieverslag’ leest u uit welke documenten het re-integratieverslag nog meer bestaat. Is het re-integratieverslag niet compleet, dan behandelt UWV de WIA-aanvraag nog niet. De uitkeringsinstantie neemt dan contact op met u of uw werknemer om de aanvullende documenten te verkrijgen. Is het uw schuld dat er documenten ontbreken en wordt de WIAaanvraag daardoor te laat beoordeeld, dan kan UWV beslissen dat u langer het loon moet doorbetalen. UWV kan u een loonsanctie opleggen Oordeelt UWV uiteindelijk dat u niet genoeg heeft gedaan om de werknemer te re-integreren, dan kunt u een loonsanctie krijgen. U betaalt dan maximaal een jaar langer het loon door van de zieke werknemer. Het blijkt dat UWV steeds strenger oordeelt en sneller een loonsanctie oplegt. Het instellen van bezwaar en beroep tegen een loonsanctie is mogelijk, maar levert in de praktijk niet vaak iets op.
Ledenbulletin april 2014
Pagina 8 van 9
Per 1 juli 2015 verplicht investeren in scholing Vanaf 1 juli 2015 bent u mogelijk verplicht om te investeren in de scholing van uw werknemers. Als de Eerste Kamer instemt met de Wet werk en zekerheid komt er dan namelijk expliciet een scholingsrecht in de wet te staan. In de Wet werk en zekerheid – die vorige maand is aangenomen door de Tweede Kamer – is op het nippertje een scholingsrecht opgenomen. Bij de behandeling van het wetsvoorstel gaf minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan dat hij ontwikkeling en scholing belangrijk vindt, maar dat dit naar zijn mening onder goed werkgeverschap valt. PvdA en D66 pleitten echter voor een expliciet scholingsrecht in de Wet werk en zekerheid. Dit amendement is na stemming door de Tweede Kamer aangenomen. Het scholingsrecht houdt in dat u een werknemer in staat moet stellen om scholing te volgen die noodzakelijk is voor het uitoefenen van zijn functie. U heeft ook een scholingsplicht als de functie van een werknemer komt te vervallen of als hij zijn eigen functie niet langer kan vervullen. Alleen ontslag als herplaatsing niet tot de mogelijkheden behoort De nieuwe wet bepaalt ook dat u een werknemer niet mag ontslaan op grond van disfunctioneren als zijn ongeschiktheid komt doordat u onvoldoende heeft geïnvesteerd in scholing. Bovendien mag u een werknemer straks alleen ontslaan als u daarvoor een redelijke grond heeft én herplaatsing (met of zonder scholing) van de werknemer niet tot de mogelijkheden behoort. De Wet werk en zekerheid is nog niet definitief; het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden behandeld. Werknemer krijgt bedenktijd na tekenen ontslag Sluit uw onderneming een vaststellingsovereenkomst met een werknemer, dan krijgt deze werknemer per 1 juli 2015 een bedenktijd van twee weken. Hij kan in die periode terugkomen op zijn ontslaginstemming. Als u de werknemer hier niet tijdig schriftelijk over informeert, wordt de bedenktermijn verlengd naar drie weken. Uit de Wet werk en zekerheid blijkt dat een werknemer tot twee weken na het tekenen van een vaststellingsovereenkomst of instemmen met een ontslag met wederzijds goedvinden zonder opgaaf van reden mag terugkomen op zijn ontslaginstemming. Werknemer kan nietigheid ontslag inroepen U moet uw werknemer binnen twee werkdagen na het tekenen van de vaststellingsovereenkomst wijzen op deze bedenktermijn. U kunt dit ook opnemen in de vaststellingsovereenkomst. Ook als de werknemer niet een vaststellingsovereenkomst ondertekent, maar schriftelijk instemt met de opzegging, moet u hem binnen twee werkdagen op de bedenktermijn wijzen. Als een werknemer tijdens de bedenktijd besluit dat hij toch bij uw onderneming wil blijven werken, kan hij de nietigheid van het ontslag inroepen. De afspraken die in de vaststellingsovereenkomst staan, zijn dan niet meer geldig. Vergeet u de werknemer te informeren over deze bedenktermijn, dan wordt deze automatisch verlengd naar drie weken. Dit blijkt uit een amendement dat de Tweede Kamer heeft ingediend. In de Wet werk en zekerheid was oorspronkelijk bepaald dat de bedenktijd vier weken wordt als u de werknemer er niet tijdig op wijst. Per 1 juli 2014 aanzegtermijn bij tijdelijke contracten Een andere maatregel uit de Wet werk en zekerheid waarmee u – als de Eerste Kamer met het wetsvoorstel instemt – al per 1 juli 2014 rekening moet houden, is de invoering van een aanzegtermijn in tijdelijke contracten langer dan zes maanden.
Ledenbulletin april 2014
Pagina 9 van 9