Facultair magazine voor Geesteswetenschappen Utrecht Jaargang 9 | Nummer 4 | december 2013
Actrice Hanna Verboom:
“Ik wil belangrijke verhalen vertellen” Het nut van ‘vermoeiende’ cursusevaluaties Kunsttour door Utrecht
Wat doen al die werken in de stad en waar zitten ze verstopt?
COLOFON
Geestdrift is het onafhankelijke magazine voor de faculteit Geestes wetenschappen van de Universiteit Utrecht en verschijnt in een oplage van tweeduizend exemplaren. De redactie bestaat uit studenten en het blad wordt financieel ondersteund door de Faculteit. Geestdrift verschijnt vier keer per jaar en is gratis te verkrijgen in de verschillende gebouwen van de Faculteit.
redactie Loes Aartsma (eindredacteur), Tess Kamphorst (beeldredacteur), Marcella Klinker (webredacteur), Leoni Nijland (hoofdredacteur), Louis Roghair, Rik Vangangelt verder werkten mee Thomas Jonkergouw, Lucien van Liere, Nienke Zoetbrood fotografen Loes Aartsma, Ykwinno Hensen, Tess Kamphorst, Eline Monsma, Ivar Pel, Hans Roggen, Maria Salaru , Pleunie de Wild illustratoren Floor Rehbach vormgeving Gerda Lenstra
INHOUD
GEESTDRIFT december 2013
16
6
Hoewel wij graag elk nummer actueel zouden willen zijn, is dat helaas niet mogelijk gezien de geving. Onder andere om die reden zeiden we in
Leven in een conflictgebied
het septembernummer meer aandacht te willen geven aan onze website. Dat is inmiddels gelukt.
Studente Taal- en Cultuurstudies Nienke Zoetbrood
Elke maand worden er meerdere artikelen op het
Is het jou ooit opgevallen dat onze stad barst van de
reisde af naar de Palestijnse gebieden om te ervaren hoe
prachtige kunstwerken? Grote kans van niet en daarom
mensen leven in een conflictgebied. Tijdens haar reis
leidt Geestdrift je langs een aantal opvallende en bijzon
sprak ze met de lokale bevolking en kwam er zo achter
onze Facebookpagina, die inmiddels het dubbele
dere beelden die de stad Utrecht rijk is.
hoe het is om je dagen door te brengen met een muur
aantal likers geniet ten opzichte van drie maan
in je achtertuin.
den geleden.
10
contact Postadres: Drift 13, 3512 bs Utrecht e
[email protected] w www.geestdriftmagazine.nl @GeestdriftM Facebook.com/geestdriftmagazine
organisatie Get It Done en haar acteerwerk vormen
Dat vinden we natuurlijk fantastisch, en we kunnen vertellen dat niet alleen online er veel is gebeurd. Ook het magazine heeft de nodige ver nieuwing ondergaan. Er sneuvelden een aantal ru brieken, maar daarvoor in de plaats bedachten we ook twee nieuwe: ‘Utereg m’n stadsie’ en ‘Docent als onderzoeker’. In ‘Utereg m’n stadsie’ bespreken
Interview Hanna Verboom Hanna Verboom heeft een duidelijk doel voor ogen:
internet geplaatst, mede dankzij jullie input! Een link naar de artikelen zetten we tevens op
20
we vanaf nu elke editie een andere wijk in Utrecht. We vertellen jullie over de - volgens ons - leukste
Het belang van opleidingscommissies
belangrijke verhalen vertellen. De ontwikkelings op dit moment een geschikte uitlaatklep, maar in de toekomst wil de actrice graag meer achter de camera gaan staan.
de redactie
plekjes in het betreffende gedeelte van de stad. Ook daarbij maken we weer gebruik van onze
Vrijwel alle studenten hebben wel iets aan te merken op
website, want als aanvulling op de rubriek vertel
een cursus, maar een cursusevaluatie invullen? Vergeet
len op de website studenten over hun favoriete
het maar. Dat is jammer, want studenten hebben meer
spots. In ‘Docent als onderzoeker’ zullen we tel
inspraak dan ze misschien denken!
kens een andere docent aan het woord laten over zijn of haar onderzoek. Want wat veel studenten misschien niet weten, is dat iedere docent naast
Vaste rubrieken
En ook… foto: Ykwinno Hensen
VERNIEUWEN
tijd die gaat zitten in de eindredactie en vorm
Kunst in Utrecht
druk Zalsman, Zwolle
3
het lesgeven ook bezig is met onderzoek doen. Tot zover de vernieuwingen op de website en in
Jeugdsentiment en nostalgische gevoelens
4
5
Bezuinigingen aan de Faculteit: de toekomst van onze bachelor- en masteropleidingen
Wat komt er van alfa’s terecht? Laura Lasance: “Ik moest een bijna failliete organisatie in leven zien te houden”
9
Utereg m’n stadsie: de wijk Lombok
8
Studenten en leesclubs een goede combinatie?
14
Buddy go Dutch is een melting pot van culturen
15
Is Utrecht het nieuwe Amsterdam?
19
Veranderingen in het openbaar vervoer: nooit meer GVU
22
Proza: Knap!
23
het magazine. Uiteraard blijven we nadenken over hoe we aan beiden een zo leuk mogelijke invulling kunnen geven. Heb je zelf nog ideeën, dan kun je de enquete invullen die te vinden is op onze
De Klassieker
13
website. Wie weet vind je het volgende nummer
Docent als onderzoeker: Lucien van Liere deed onderzoek in Jakarta
18
wel iets terug van wat jij hebt bedacht!
Achterkantinterview: Robin Schoonheijt acteert en studeert
Leoni Nijland 24
Hoofdredacteur Geestdrift
VROEGER WAS ALLES BETER
wat komt er van alfa’s terecht?
Vroeger: de mensen waren socialer, de straten veiliger, het fo to : El in e Mo ns ma
voetbal was spannender en de muziek beter. Volgens velen was vroeger alles beter. Gelukkig zijn er genoeg manieren om jeugd sentiment en andere vormen van nostalgie de vrije loop te laten. Geestdrift bespreekt er vijf, om oude tijden te doen herleven.
“ALS DIRECTEUR ZIJN ALLE OGEN OP JOU GERICHT”
van jongeren (SRGR). De organisatie wil dat jongeren betrokken zijn bij besluitvorming die hen direct aangaan. CHOICE werkt met een team van ambitieuze jonge mensen die worden opgeleid om internationale advocacy op VN-niveau uit te voeren. Ook ondersteunt CHOICE jongerenorganisaties in bijvoor beeld Azië en Afrika die zich bezighouden met SRGR thema’s. De organisatie geeft trai ningen, advies op maat en een relatief kleine hoeveelheid geld. Zo wordt er gezorgd voor duurzame en strategische veranderingen binnen een organisatie.”
Wat vind je het leukste aan je baan? “Dat we snel kunnen bepalen wat we willen doen, omdat we met een kleine groep jonge mensen werken. Willen we linksom, dan gaan we linksom; willen we rechtsom, dan gaan we rechtsom. Ik vind het zinvol en leuk tegelijk. Zinvol omdat er op het gebied van SRGR nog zoveel te behalen valt en leuk om dat iedereen zo resultaatgericht en vol am bitie is. Natuurlijk is het soms ook doodeng. Alle ogen zijn immers op jou als directeur gericht, al doe je het met z’n allen. Je neemt risico’s en soms gaat dat goed, maar soms ook niet. In dat laatste geval zet iedereen zich extra hard in om het de keer daarna beter te doen. Het is dan ook fantastisch om te zien dat je ook écht iets kunt bewerkstelligen. Los van SRGR leren we jongeren wereldwijd om voor zichzelf en anderen op te komen, te argumenteren, te presenteren, een organisa tie te managen, etc. Dat zijn dingen die heel je leven belangrijk zijn. In Nederland krijgen we dat met de paplepel ingegoten, maar in an dere contexten is dat helemaal geen gegeven.”
Wat is jouw functie binnen CHOICE? “Ik ben begonnen als coördinator. Mijn op dracht was om binnen een aantal maanden genoeg geld te verzamelen om de organisatie in leven te houden en duurzaam te maken. Behalve dat het thema SRGR me ontzettend aansprak en bovendien voortvloeide uit mijn master, zag ik een enorme uitdaging in het groter en beter maken van de organisatie. Dat is ook gelukt en inmiddels hebben we naast onze circa twintig youth advocates het team van betaalde krachten kunnen uitbrei den naar naast mij nog eens drie mensen en een stagiair. In dit proces veranderde mijn functie naar executive director. Ik run nu de organisatie en houd me bezig met het dagelijks management.”
Heb je tips voor studenten die in jouw werkveld terecht zouden willen komen? “Tijdens mijn studie was ik erg actief als vrij williger bij een organisatie, genaamd Critical Mass. Daar kon ik veel aspecten die ik tijdens mijn studie leerde in de praktijk toepassen. Je werkt met mensen die hetzelfde interes sant vinden als jij en dat is erg inspirerend en leuk. Als tip wil ik daarom meegeven om gebruik te maken van de tijd die je op de universiteit hebt om jezelf te ontwikkelen door te reizen of door je bij organisaties in te zetten voor iets wat jij interessant vindt. Ik dacht namelijk altijd dat ik geen tijd had tijdens mijn studie, maar nu ik aan het werk ben kom ik erachter dat ik toen toch wel heel veel tijd had om leuke dingen te doen.”
Geestdrift zoekt afgestudeerden op om te laten zien waar je zoal terecht kunt komen. Dit keer is het woord aan Laura Lasance (1985). Ze werkt momenteel bij advocacy organisatie CHOICE for Youth
Door Tess Kamphorst Plaatjes draaien
Wat is nu een betere manier om de tijd van je ouders, of misschien zelfs wel die van je grootouders, te herleven dan via muziek? Studente Eline Monsma (23, Taal- en Cul tuurstudies) weet er alles van. Toen bij het opruimen van de zolder de indrukwekkende platencollectie van haar vader weer boven water kwam, wilde ze een eigen platenspe ler. Dat werd een bordeauxrood exemplaar van Crosley, een fabrikant die prachtige vintage geluidsapparatuur maakt onder het motto vintage never sounded so good. Voor haar verjaardag kreeg Eline de oude platen van haar vader, met onder andere klassie kers als The Police, Fleetwood Mac en The Rolling Stones. Het leukste aan het plaatjes draaien vindt ze dat het een echt gezellig heidsding is om met vrienden platen uit te zoeken en te beluisteren. Ook heeft ze een bijkomend voordeel ontdekt: “Doordat je de plaat redelijk snel moet omdraaien, blijf je ook nog een beetje in beweging”. Dat het beluisteren van LP’s nog steeds leeft, is te zien aan winkels als De Plaatboef, De Gram mophoonwinkel en Plato.
“Door het omdraaien van de plaat blijf je in beweging” Kringloopwinkels
Heb je iets minder geluk met de platencol lectie van je ouders? Dan kun je naast de platenzaken in het Utrechtse centrum bij de kringloopwinkel terecht, ook dit is een verzamelplaats voor langspeelplaten. Voor een paar euro heb je zo de soundtrack van Grease, een goede jazzplaat en de beste hits van ABBA te pakken. Maar de kringloopwin
kel biedt meer dan alleen muzi kale nostalgie: hier circuleert alles dat ooit beschouwd werd als ouder wets maar juist om die reden nu weer in trek is. Wat dacht je van spelletjes uit je kindertijd, het bloemetjesservies van je oma, de geschiedenis van het Nederlands konings huis op pepermuntblikken en theelepeltjes, of jasjes met schoudervulling uit de jaren tachtig? De kringloopwinkel heeft alles voor een complete terug-in-de-tijd lifestyle.
Postcrossing zorgt voor variatie in je brievenbus
and Sexuality als Executive Director. Lasance deed een bachelor Taal- en Cultuurstudies (TCS) en een master Conflict Studies and mail of Facebook gaat, is het des te leuker om echte post in je brievenbus te vinden. Via www.postcrossing.com komen wille keurige postliefhebbers over de hele wereld met elkaar in contact door het sturen van ansichtkaarten. Met Postcrossing verstuur je een kaart naar een willekeurig persoon in de wereld. Wanneer deze kaart door de ont vanger wordt geregistreerd, ontvang jij er een van een willekeurig ander persoon. Ide aal wanneer je jouw brievenbus weer eens gevuld wil hebben met iets anders dan post van de universiteit of de Belastingdienst. Mario Kart
Analoge fotografie
Met Instagram wordt geprobeerd weer jeu te geven aan onze smartphone-foto’s zoals de echte foto’s van vroeger dat hadden. Met wat sepiatinten en uitgevaagde randen wordt elke ordinaire foto in tl-licht een plaatje. Toch kan het leuker en echter met analoge fotografie. Wegwerpcameraatjes doen het altijd goed op festivals of op vakantie. In de kringloopwinkel vind je soms goedkope analoge fototoestelletjes voor minder dan vijf euro. Filmrolletjes en ontwikkelingskos ten zijn daarentegen vaak duurder dan het toestel zelf en ook de kwaliteit is niet altijd gegarandeerd: regelmatig zal je van bijna zwarte foto’s moeten herleiden wat het ook alweer voorstelde. Toch geven de spanning of de foto leuk zal zijn en het uiteindelijke resultaat in je handen veel meer voldoening dan de eerste de beste Instagram-foto. Briefwisseling
Ze bestaan nog: mensen die elk jaar trouw kerstkaartjes sturen en af en toe nog eens een lange brief op de post doen. Nu nage noeg alle communicatie via Whatsapp, e-
Op Marktplaats zijn ze nog genoeg te vin den: retro spelcomputers als de Gameboy Color of de Nintendo 64 met bijbehorende klassieke spelletjes als Pokémon Red, Don key Kong of Mario Kart. Laatstgenoemde is het favoriete spel onder Atlassers. Sinds dit studiejaar wordt menig student Liberal Arts & Sciences verleid zijn colleges over te slaan voor een spelletje op de Nintendo 64. Bestuursleden Daan van den Berg en Natha lie Immerzeel bundelden hun krachten en zetten zijn TV en haar Nintendo op de bestuurskamer van studievereniging Atlas. Volgens Daan is gamen pure nostalgie dat hem doet denken aan uit school achter je computer kruipen totdat je geroepen wordt voor het eten. Atlas’ voorzitter Julia moest even overtuigd worden voordat de Nintendo op de bestuurskamer kwam, maar inmid dels is ‘ie er niet meer uit weg te denken: vijftig likes op een Facebookfoto van ga mende Atlassers, bestuursleden van andere studieverenigingen op deze bestuurskamer en studenten die nu afspreken voor een potje Mario Kart in plaats van een kopje koffie.
Human Rights aan de Universiteit van Utrecht. door Leoni Nijland Welk studiepad heb je gevolgd? “Binnen de bachelor Taal- en Cultuurstudies volgde ik een minor Conflict Studies and Human Rights, waarna ik ervoor koos om ook die master te doen. De keuze voor TCS kwam voort uit de ontelbare keuzes die je kunt maken binnen deze bachelor. Voor sommige van mijn medestudenten werkte zo’n brede basis niet, omdat ze maar moeilijk keuzes konden maken en daardoor niets konden uitdiepen, maar voor mij was het een heel goede keuze. Ik vond als 17-jarige kunstgeschiedenis erg leuk, maar was ook geïnteresseerd in de werking van oorlogen en conflicten. Gegrepen door de vakken die ik volgde bij het Centre of Conflict Studies kwam ik er gauw achter dat mijn grootste in teresse uit ging naar identiteit in conflicten en mensenrechten.” Hoe heb je na je studie een baan gevonden? “Tijdens mijn master deed ik een afstu deeronderzoek in Servië en Kosovo. Mijn toenmalig scriptiebegeleider vroeg me of ik na mijn afstuderen les wilde geven aan ba chelorstudenten bij het introductievak van de minor Conflict Studies. Daarnaast schreef ik met hem een artikel in het verlengde van mijn afstudeerwerk. Ik heb toen nog even getwijfeld om te gaan promoveren, maar ik wilde ook graag iets praktisch doen. Dus ben ik verder gaan kijken en stuitte ik op de vacature bij CHOICE, een jongeren organisatie die zich inzet voor Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten
foto: eigen beheer CHOICE for youth & sexuality
GEESTDRIFT december 2013
4
Enthousiast geworden? CHOICE zoekt altijd nieuwe enthousiaste vrij willigers tussen de 15 en 24 jaar die zich in willen zetten voor de rechten op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid van jongeren. Stuur een e-mail naar
[email protected] met daarin je motivatie en strijd mee voor een betere wereld voor jongeren!
5
- “Als ik zou kunnen opstaan, dan zou ik hier al niet meer liggen…” Hij werkt zich op zijn knieën, pakt een verkeersbord vast, wankelt net wat verder en leunt breed glimlachend tegen de zwarte sokkel van de Thinker on rock. Of, zoals studenten liever zeggen: het konijn bij de Neu de. Iedere student fietst er regelmatig voorbij – langs deze en ook langs
Door Rik Vangangelt
Fot o: Ykw inno Hen sen
De kunst kan al bijna met pensioen. Ten minste, 65 jaar geleden (in 1948) werd een fonds opgericht, waardoor er meer aandacht kwam voor kunst in Utrecht. Niet dat dit iets speciaals was, want dit soort fondsen schoot als paddenstoelen uit de grond na de Tweede Wereldoorlog. Het idee erachter was dat Nederland weer leefbaar moest worden. Toen het fonds vijftig jaar bestond, is er een jubileum publicatie uitgegeven, genaamd Beelden in de stad. In het voorwoord beschrijft de toenmalige wethouder van Cultuur, Paulien van der Linden-de Feijter, het doel van het fonds: “Het verfraaien van de stad met kunstwerken en het ondersteunen van kunstenaars.” Maar, er was nog een doel.
Mensen moesten betrokken worden bij de kunst: velen kwamen enkel met beeldende kunst in aanraking middels de publieke kunst. Henriëtte Heezen, schrijfster van de jubileumpublicatie, licht toe dat het vooral ging om autonome kunst die niet per se gebonden was aan een gebouw, maar kunst die gemaakt is voor parken en pleinen. In het betrekken van de mensen is het fonds geslaagd. Wanneer er nieuwe kunst geplaatst wordt, betrekt de gemeente de bevolking van Utrecht daarbij, zo staat in de nota vermeld. Bewoners worden geïnfor meerd naar hun behoeftes en wensen over de openbare ruimtes. Student Kunstbeleid en -management Patricia Lay (24) is hier een voorstander van. “Kunst moet bij het stadsbeeld en het karakter van Utrecht pas sen, maar de de inwoners zijn juist degenen die elke dag met de werken geconfronteerd worden. De kunst moet ook bij hen passen, zodat zij het kunnen waarderen.” Toen de Neude opnieuw werd ingericht waren er verschillende mogelijkheden voor te plaatsen kunst. Hoewel het proces gepaard ging met de nodige tegengeluiden, is het besluit toch echt gemaakt door de bevolking. Inwoners van Utrecht mochten stemmen: ze kozen Thinker on rock . Hoewel menig student de vergelijking wel kan maken met Rodins De denker, zullen ze vast niet blijven staan om over andere associaties na te denken. De Britse maker van het kunstwerk, Barry Flanagan, is een gerenommeerd kunstenaar. Met zijn werk wil hij het alledaagse met de verbeelding vermengen, iets waar Thinker on rock bij uit stek een voorbeeld van is. Het zogenoemde konijn is een haas, die Flanagan tijdens een
Fot o: Ykw inno Hen sen
vele andere werken, maar wat doet al die kunst in onze binnenstad?
magische ervaring eens zag rennen door de nevel, en representeert onsterfelijkheid en de relatie tussen mens en dier. Een inventarisatie
De gemeente is één van de grootste inves teerders in kunst en cultuur in Utrecht. Dat ook zij te maken heeft met flinke bezuini gingen moge duidelijk zijn: afgelopen jaar had zij nog €45 miljoen beschikbaar voor de culture sector, binnen vier jaar moet dat bedrag teruggebracht worden naar €37 miljoen. Veel culturele instellingen zijn afhankelijk van de subsidies afkomstig uit deze gelden, waardoor ze zullen moeten bezuinigen. Volgens de gemeentelijke nota Open ruimte benut – actualisering cultuurvisie 2012-2022 gaat het geld vooral naar samen werking, cultuurparticipatie en -educatie. Toch wilde de gemeente meer kunst kunnen bewerkstelligen. Zij legde zichzelf daarom een norm op van 1,5%. Dit was het per centage van de kale bouwsom van door de overheid ge- of verbouwde gebouwen dat besteed moest worden aan kunstopdrach ten. De regeling bestaat sinds 1954 en ‘viert’ komend jaar dus zijn zestigjarig jubileum.
Wilhelmina in het Wilhelminapark
In 1986, vier jaar na de dood van koningin Wilhelmina , werd een standbeeld van haar onthuld door haar dochter koningin Juliana. Wilhelmina wilde niet dat een monument nog tijdens haar leven neer gezet zou worden, waardoor de plaatsing een aantal jaar was uitgesteld. Het is voor studenten een bekend beeld waar ze in de zomer omheen liggen, biertjes drinken en naar muzikanten luisteren. Het beeld blijft statig staan, als de robuuste vorst die Wilhelmina is geweest. Het standbeeld is gemaakt door Mari Andriessen, die in de Tweede Wereldoorlog actief deelgenomen heeft aan het verzet. Hij maakte na de oor log carrière, omdat hij zo goed de volksge dachte in beelden wist te vangen, waardoor hij veel gevraagd werd voor oorlogsmonu menten. Naast het beeld van Wilhelmina heeft Andriessen nog een beeld gemaakt, wat gerust studentikoos te noemen is: een jonge Bacchus , oftewel Dionysos. Hij stond be kend om vervulling en zijn extases, vandaar dat hij ook wel de god van de wijn en de roes genoemd wordt. In de kunst wordt hij vaak óf zeer jong afgebeeld, óf als volwassen man met wijn. Bij de jonge Bacchus lijkt Andries sen hier een combinatie tussen te hebben gemaakt: een jongeling met een kelk, die baadt in overvloedigheid.
Ook op collegelocaties staat kunst waar we niet elke dag bij stilstaan. In het Acade miegebouw hangen diverse posters van maskerades: festiviteiten die het U.S.C. elke vijf jaar in de stad organiseerde ter ere van lustra. Tijdens de laatste maskerade (in 1961) werd het leven van François Villon nagespeeld. Villon is één van de grondleggers van de Franse litera tuur in de Middeleeuwen. Uit het stads archief blijkt dat het U.S.C. een door de Vereniging Nederlandse Baksteenindustrie gekregen beeld van Villon geschonken heeft aan de gemeente Utrecht. De verhalen gaan al jaren dat U.S.C. van hun overwinst af en toe beelden liet maken en die in de stad liet plaatsen.
Fot o: Ykw inno Hen sen
“Misschien moet je even opstaan?”
Zie jij François Villon Achter de Dom?
Het barst in Utrecht van kunstwerken met een verhaal erachter. Hoewel studenten er vaak in gedachten langslopen, is het ze ker de moeite waard om je eens te verdiepen in de kunst. Want de gemeente zet zoiets er niet voor niets neer. Dat studenten niet de enigen zijn die hier zomaar langslopen, illustreert Heezen door het verhaal achter haar favoriete kunstwerk te vertellen. “Afgelopen zomer stond op de manifestatie Call of the Mall in Hoog Catherijne, midden
in de loop van de mensen, Tank Man . Een nagenoeg levensechte representatie van de legendarische man die ooit op het Plein van de Hemelse Vrede tanks tegenhield, liet hier een drukte van mensen letterlijk en figuur lijk stilstaan. De maker, Fernando Sanchez Castillo, probeert voorbijgangers letterlijk te confronteren en dan met thema’s die ons allemaal aangaan. Wat hem betreft zijn dat vooral grote, politieke thema’s.” Ook Patricia noemt Call of the Mall als medium om mensen meer met kunst in de stad in contact te brengen. “In feite staat er vrij veel kunst, maar de werken vallen mij al lang niet meer op als ik door Utrecht loop. Ik vind dat er nieuwe kunstwerken mogen komen, maar vooral vernieuwende kunst. Er zijn veel kwalitatief goede bronzen figuren, maar ik mis een beetje afwisseling en ver frissing. Trajectum Lumen vind ik hier een geslaagd voorbeeld van. Een interactieve rondleiding met een deskundige langs licht kunstwerken in Utrecht. Je belicht kunst afwijkend van de standaard, en betrekt de bevolking erbij.”
Mocht je nou nieuwsgierig zijn Foto: Ykwin no Hens en
De schat van onze stad
Om betrokkenen opnieuw te informeren over en bewust te maken van de kunst in hun buurt verschijnt er een overzichtspu blicatie van alle kunst in Utrecht, tevens geschreven door kunsthistorica Henriëtte Heezen. Zij licht de aanleiding tot haar publicatie toe: “De percentagewerken zijn nooit heel goed geïnventariseerd, maar ook zijn er in de afgelopen decennia veel panden uit de wederopbouwperiode gesloopt. Daarmee is een groot aantal kunstwerken verloren gegaan, die niet geregistreerd was. Dus nu volgt een inventarisatie om te weten te komen: wat is er nog wel?”
Foto: hans rogg en
GEESTDRIFT december 2013
6
geworden en deze kunst met eigen ogen willen aanschouwen, ga dan naar het VVV-kantoor in Utrecht. Daar kun je diverse kunstroutes ophalen, die zowel te fietsen als te wandelen zijn!
7
GEESTDRIFT december 2013
8
de wijk Lombok Als ik boven op de Dom sta, kijk ik even naar benee. Dan zie ik het oude gragie, het Vreeburg en Wijk C. Ja, dan springt m’n hartsie open, ik ben trots wat dag ‘ie wat. D’r is geen mooier plekkie, als Utereg m’n stad, als Utereg m’n stad.
foto: Maria Salaru
Utereg m’n stadsie:
UU: master in vernieuwen?
foto: Tess Kamphorst
Herman Berkien bezong er al een aantal in dit lied dat menig
bespreekt elke editie een andere wijk, met zijn karakteristieken en bijzondere plekjes. Dit keer de multiculturele wijk Lombok. Door Tess Kamphorst De Kanaalstraat. Op weg naar je favoriete Turkse bakker moet je hard op de remmen van je fiets trappen. Een auto is zonder waarschuwing midden op de weg gestopt om iemand uit te laten stappen, terwijl de daaropvolgende auto’s er met een grote boog omheen rijden en de weg van de tegenlig gers blokkeren. Dan maar over de stoep, waar je zigzaggend de mensen voor de groentekraampjes probeert te ontwijken. In deze bedrijvige, multiculturele straat lijken verkeersregels er niet zo toe te doen. Gelukkig zit er om de hoek, op de J.P. Coenstraat, een fietsenmaker voor degenen wiens fiets de barre tocht niet heeft overleefd. Ook deze fietsenmaker heeft zo zijn eigen beleid: hij is alleen aanspreekbaar op de stoep voor zijn voordeur waar hij fietsen aan het maken is. Mis je hem, dan heb je pech. Maar kom je op het goede moment, dan is je band voor zo´n drie euro geplakt.
In deze bedrijvige, multiculturele straat lijken verkeersregels er niet zo toe te doen Lombok wordt grofweg begrensd door het Westplein, de Vleutenseweg, de Billiton kade en de Leidsekade, met de Kanaalstraat als het bruisende middelpunt. De van oor sprong arbeiderswijk kent vele verwijzingen
naar het koloniale Nederlands-Indië. Niet alleen is Lombok vernoemd naar het gelijkna mige Indonesische eiland, ook de straten doen denken aan het VOC-tijdperk met na men als de Palembangstraat, de Bataviastraat of de Jan Pieterszoon Coenstraat.
Het is even zoeken naar een paprika die er net zo uitziet als bij de Albert Heijn Op nummer 69 van de laatstgenoemde kun je zelfs Indische koffie drinken in cultureel dag café Kopi Susu. Hier staan tevens elke maand activiteiten als thema-avonden of livemuziek op de culturele agenda. Maar Lombok heeft meer multiculturele hoogstandjes te bieden. Zo haal je bij Surinaams Eethuis Aarti de lekkerste roti van Utrecht en bij bakkerij Mar haba Turks brood, mierzoete Turkse hapjes en broodjes falafel. Bij de vele groentewinkel tjes kun je terecht voor goedgevulde blauwe plastic zakjes met groente en fruit voor een prikkie. Het is even zoeken naar een paprika die er net zo uitziet als bij de Albert Heijn, maar je betaalt er dan ook doorgaans minder dan de helft van de prijs voor. Voor het iets chiquere gedeelte van Lombok moet je rondom de Muntkade zijn. Hier vind je statige stadspanden, oude ophaalbruggetjes en het Geldmuseum. In dit monumentale pand wordt al sinds 1911 de Nederlandse munt geslagen.
De oplettende wandelaar heeft misschien al weleens de Nederlandse guldens gezien tussen de stoeptegels van de Leidseweg. Het leukste uitzicht op dit Lombok rondom het kanaal vind je iets verderop, op het terras van Café Kanaalzicht. Naar eigen zeggen serveert dit café de lekkerste lunch van Lombok. Ook is er regelmatig livemuziek te horen. Op de Vleutenseweg vind je meer plekken voor lunch en koffie, zoals bij Koffie & Ik, Café Lombok en Café West.
De moskee is toegankelijk voor iedereen: in Lombok is voor iedereen een plekje De Vleutenseweg, waar Martin Bril al eens een mooi stukje proza over schreef, is een centrale weg in Lombok die sinds kort niet alleen wordt gekarakteriseerd door de geur van koffie uit de toren van de Douwe Egberts fabriek, maar ook door een grote moskee met minaretten die al van ver te zien zijn. De Ulu-moskee en tevens cultureel centrum is nog in aanbouw en zal in mei 2014 in gebruik worden genomen. Volgens het bestuur zal deze moskee toegankelijk zijn voor iedereen en past daarmee perfect in de wijk Lombok, waar voor iedereen een plekje is.
Benieuwd wat studenten van deze wijk vinden? Neem een kijkje op onze website! Ook vind je hier de proza van Martin Bril.
gramma’s die daar op aansluiten en twee keer zoveel mas tercursussen dan bachelorcursussen binnen onze Facul teit. Dit aanbod zal flink verminderen. Wist je dat het kan dat het masterprogramma waar je naar toe aan het werken bent misschien al volgend jaar niet meer aangeboden gaat worden?
biercantus siert en iedere Utrechter min of meer verplicht is om mee te kunnen zingen: de Utrechtse wijken. Geestdrift
Tweeëntwintig bachelorstudies, eenenzestig masterpro
door Rik Vangangelt De universiteit verkrijgt simpel gezegd op drie manieren geld: van de overheid, via onderzoeksbeurzen van publieke organisa ties en vanuit bedrijven. De bezuinigingen vanuit de overheid zijn te voelen binnen de Geesteswetenschappen: de eerste geld stroom slinkt. Omdat 90% van de kosten van de Faculteit besteed wordt aan personeel, zal daar ook het eerst op bezuinigd worden. Dit was direct merkbaar in het onderwijs. Stu denten die in 2013 begonnen zijn met stude ren, kiezen vakkenpakketten bestaande uit vier vakken, in plaats van losse cursussen: iets wat gelijk staat aan een sterke verminde ring van het aantal te kiezen cursussen. Tweedejaars studente Nederlandse Taal en Cultuur Maria van Leeuwen ziet de nega tieve kanten van dit nieuwe systeem. “Onze opleiding bestaat uit een aantal richtingen waaruit je vakken moet kiezen. Omdat de vakkenpakketten die aangeboden gaan wor den een bepaalde diversiteit willen bieden, lijkt het moeilijk je in één vakgebied te kun nen verdiepen. Studenten volgen een pakket omdat ze drie van de vier vakken interessant vinden en zijn minder gemotiveerd voor het vierde. Ik voorzie dat de diepgang van col leges dan vermindert.” Toch is het een prestatie op zich te noe men dat de bezuinigingen nog steeds gepaard gaan met onderwijsvernieuwende maatre gelen. Elke bachelorcursus bestaat vanaf volgend collegejaar uit zes contacturen. Of deze maatregel ook bij de masters wordt in gevoerd, is nog niet duidelijk. Andere regels hebben betrekking op de hele Faculteit. Er zijn normen ingevoerd voor het maximaal aantal studenten waaruit een werkgroep mag bestaan. Voor de bachelor zijn dit er dertig, voor academische masters vijfentwintig en voor researchmasters twintig studenten.
Ook drastische master-maatregelen?
In navolging van de bachelors komen ook de onderwijsherzieningen voor de masters eraan. Dit werd al door Bert van den Brink, vice-decaan onderwijs van het faculteitsbe stuur, aangekondigd tijdens de afgelopen faculteitsraad. “Er is op dit moment een werkgroep bezig met de profilering en kwa liteit van de masters. Dit kan consequenties hebben voor programma’s en opleidingen. Ook wordt naar de doelmatigheden, de rendementen, de zin van researchmasters en het onderscheid met eenjarige master programma’s gekeken. En de website wordt aangepast.”
“De masterherziening kan consequenties hebben voor programma’s en opleidingen” Het is dus duidelijk dat volgend academisch jaar ook de gevolgen binnen de masters zichtbaar worden. Het aantal cursussen wat aangeboden gaat worden, wordt gehalveerd ten opzichte van het huidige jaar. Het jaar daarna zullen niet meer alle programma’s aangeboden wor den. De faculteit Geesteswetenschappen zal zich gaan profileren. Samenwerken met zusterfaculteiten elders in het land en de programma’s zo kwalitatief mogelijk laten zijn. Dit kan bijvoorbeeld door beter aan te sluiten op de expertise die we in huis hebben, door docenten aan te laten sluiten bij programma’s die aangeboden worden. Hier de researchmaster muziektheorie, in Amsterdam populaire muziekcultuur.
Of het ene vak in Nijmegen en het andere in Utrecht, zodat het niveau van de master hoog blijft. Verbeterde voorlichting
Waar de faculteit nu aan werkt, is het tegengaan van leegloop. Dit gebeurt door goed voorlichten en nieuwe studenten werven. Zo ook op de mastervoorlichtings avonden. De voorlichtingen worden gege ven door docenten die kennis van zaken hebben, waarbij breed in wordt gegaan op het vakkenaanbod. Hier ligt de taak voor studenten om alert te blijven. Waar gaan de cursussen over, en wat is het expertise gebied van de hoogleraren verbonden aan deze opleiding? Veel bachelorstudenten beginnen zich al ruim voor de inschrijfdatum te verdie pen in mogelijke mastertrajecten. Dit mag ook wel: vaak moet je in het voorjaar al een portfolio hebben verzameld en een motiva tie hebben geschreven. Let wel: nu er wijzigingen in de pro gramma’s aankomen, zitten bestuurders te wachten op inspraak. Klop eens aan bij de faculteitsraad of je opleidingscommissie. Want wil je in de toekomst het beste mas terprogramma aan de UU volgen, dan kun je je het beste nu verdiepen in de komende veranderingen.
Doen: • 12 februari mastervoorlichting Universiteit Utrecht • Verdiepen in het cursusaanbod • Expertise van universiteiten vergelijken
9
10 Interview Hanna Verboom
Foto’s: Pleunie de Wild
Actrice Hanna Verboom: “Mijn leven is eindelijk in balans”
Het leven is een curve, ook dat van Hanna Verboom. Het bestaat niet alleen uit feest vieren, maar klagen mag ze zeker niet. Het gaat goed met haar acteercarrière, de omvang van haar project Get It Done neemt alsmaar toe én ze is druk met het maken van nieuwe plannen.
GEESTDRIFT december 2013 11 Door Leoni Nijland
De voorpremière van de film Feuten: Het feestje is net achter de rug. Hanna werkt het ene na het andere interview af en komt dan enthousiast aangesneld. Ben je de interviews al zat? “Nee, zeker niet. Ik vind het juist leuk, dat hoort erbij. Heb je de film zojuist gezien? Wat vond je ervan?” Ondanks dat ze de film zelf door andere verplichtingen niet kon zien, is ze ervan overtuigd dat het geworden is wat het moest zijn. “Een goede balans tussen aan de ene kant het corporale studentenleven en aan de andere kant thema’s als vriendschap en coming of age.” De film is gebaseerd op de ge lijknamige BNN-serie en gaat over ex-stu denten die nog een allerlaatste avond de roes van het studentenleven willen meemaken. Heb je zelf ooit overwogen om bij een dergelijke studentenvereniging te gaan? “Ik heb het zeker overwogen, maar ik ben er denk ik iets te eigenzinnig voor. Hoewel dat natuurlijk niet per se wil zeggen dat je dan niet lid kunt worden. Wat misschien ook meespeelde, is dat ik na mijn middelbare school een wereldreis in mijn eentje heb ge maakt. Dat was een soort mindset waardoor ik niet meer de behoefte voelde om erbij te gaan. Maar ik heb zeker geen oordeel over mensen die wel bij een studentenvereniging zitten, want iedereen is natuurlijk anders. Vrienden van mij zaten bij het corps en ik weet dat zij daar veel vrienden hebben ge maakt en een hele goede tijd hebben gehad. De ontgroening die ze vooraf hebben gehad, draagt daar aan bij. Het is niet bedoeld om ze te pesten, maar om een hechte band te scheppen. Als wij samen een heftig ongeluk meemaken, schept dat ook een band. Ik vind dat wel een interessant fenomeen.” Was het als niet-lid moeilijk om je in zo’n rol in te leven? “Hoewel ik het inderdaad zelf nooit heb meegemaakt, viel dat wel mee. Ik hoorde natuurlijk wel eens verhalen van vrienden over het corpsleven, dus ik kon me er wel een voorstelling bij maken. Juist door die verhalen was het extra leuk om met deze rol een kijkje in die wereld te nemen. Wat ik soms wel moeilijk vond, is dat je het ook weer niet heel typisch wilt maken. Het corpsleven is een leven dat ontzettend makkelijk is aan te dikken. Ik
vond het karakter dat ik in de film vertolkte (Marie-Claire, red.) wel goed bij mij passen, aangezien zij een beetje een vreemde eend in de bijt is die zich niet helemaal thuis voelt in het corporale leven. Zelf ben ik ook altijd een solist geweest die graag haar eigen ding doet. Ik functioneer niet zo goed in groepen, hoewel ik mezelf natuurlijk in de loop der jaren wel bepaalde dingen heb aangeleerd qua sociaal gedrag.” Hoewel Hanna niet bij een studentenver eniging zat, sloot ze zich in het eerste jaar van haar studietijd wel aan bij de toneelver eniging. Daarnaast deed ze een opleiding Filosofie en Economie aan de Universiteit van Amsterdam. Na twee jaar studeren en twee propedeuses op zak, besloot ze toch voor een acteercarrière te kiezen. “Achteraf vraag ik me wel eens af waarom ik niet naar de toneelschool ben gegaan. Tja, ik was negentien jaar, ik wist niet eens dat het een optie was.” Werd er van huis uit verwacht dat je zou gaan studeren? “Nee, dat helemaal niet. Ik kom niet uit een literair of cultureel gezin, het zijn allemaal ontwikkelingswerkers; ze zijn meer met hun handen bezig. Ik weet eigenlijk ook niet precies waarom ik niet meteen naar een toneelschool ben gegaan. Met de kennis die ik nu heb, had ik dat wel gedaan. Puur om een smaak te ontwikkelen. Ik was zo groen als gras, dus ik had geen idee toen ik begon met acteren. Ik vond alles wat op mijn pad kwam leuk en zei ook overal ‘ja’ tegen. Misschien had ik dat anders aangepakt als ik eerst een opleiding in toneel was gaan doen.” Twee verspilde jaren? “Nee, dat ook weer niet. Ik zal eerlijk bekennen dat ik voor Economie nooit zoveel deed, maar voor Filosofie wel en daar heb ik zeker iets aan gehad. Daar heb ik geleerd om op een meer wetenschappelijke manier over bepaalde zaken te denken. Ik zou het graag nog een keer willen afmaken als ik daar de rust voor heb, maar met alle dingen die ik nog wil doen, vind ik het lastig om me nu echt in een studie te verdiepen. Dat zal ook wel de reden zijn dat er veel oudere mensen in de collegezalen van Wijsbegeerte zitten. Wijs begeerte, de naam alleen al.” Ze lacht. “Maar
ik vond het heel mooi en heb er als mens ook zeker iets aan gehad. Filosofie gaat om een manier van denken leren, het zijn geen praktische lessen” Hoe heb jij die fase beleefd? “Mijn stu dententijd was kort, maar ik heb zeker een periode gehad waarin ik veel naar feestjes ging. Ik was behoorlijk rock en roll en zocht echt de grenzen op. Hoewel mensen volgens mij denken dat ik altijd heel lief ben, heb ik ook zeker wel een donker randje. Daar hoort soms een zekere melancholie bij of juist het opzoeken van de extremen. Het is heerlijk om jezelf te verliezen en te experimenteren, dat hoort ook bij die fase in je leven. Wel ben ik altijd heel voorzichtig geweest met drugs, dat is te gewoon geworden naar mijn mening. Niet iedereen kan daar goed tegen. Eigenlijk is het net als overmatig drankgebruik en ik ben de eerste die zal toegeven dat ik in mijn studententijd veel heb gedronken.” Mis je je studententijd wel eens? “Niet per se. Ik ben steeds meer tevreden over hoe mijn leven nu is. Ik merk dat ik rustiger ben nu ik wat ouder ben geworden. Ouder wor den is dus wel goed voor mij. Ik ben minder onrustig en zit lekkerder in mijn vel. Ik weet nu steeds beter wat ik wil en wie ik ben. Dat klinkt nogal cliché, maar tijdens mijn studententijd was ik me daar nooit echt van bewust. Toen zocht ik andere dingen op.”
“Ik functioneer niet goed in groepen” Inmiddels stort Hanna zich naast het acteer werk op een ontwikkelingsproject genaamd Get It Done. Een community voor, door en rondom kleinschalige, lokale ontwikke lingsprojecten. Het is een online platform dat zich manifesteert via sociale netwerken waar iedereen met een idee voor een project terecht kan. “Get It Done is ontstaan uit het verhaal van Cheruto. Een meisje uit Afrika dat ik goed kende en aids had. Ze zou nog maar twee jaar te leven hebben. Ik ben toen geld voor haar gaan inzamelen waardoor ze nu nog een lang leven kan leiden. Het is zo tastbaar, fantastisch om te zien.” Hanna
12 Interview Hanna Verboom
DE klassieker
vervolg
“Mensen denken altijd dat ik alleen lief ben, maar ik heb ook een donker randje”
GEESTDRIFT december 2013 13
Of het nu over beeldende kunst, film, theater, muziek of literatuur gaat: elk vakgebied heeft zijn eigen klassiekers waar je als student niet aan kunt ont komen. Wat zijn de favorieten van de studenten bij Geesteswetenschappen? Geestdrift vroeg twee studenten naar hun klassieker.
foto’s: Loes Aartsma
Door Loes Aartsma
groeide op in Afrika, waar haar ouders ont wikkelingswerk deden. Toen ze twaalf jaar was en naar de middelbare school zou gaan, verhuisde het gezin naar Nederland. “Het was altijd al een droom om mijn ervaringen in Afrika om te zetten in een eigen hulpor ganisatie.” Denk je op deze manier de wereld te kun nen verbeteren? “Iedereen kan de wereld verbeteren. Het verbeteren van het leven van één iemand helpt al. Ik heb er altijd een goed gevoel over als ik weer iemand heb gehol pen, maar dat heeft iedereen niet waar? Dus behalve dat ik het vooral voor de ander doe, doe ik het zeker ook voor mezelf. Het gevoel van waardering dat je ervoor terug krijgt is fijn. Je moet het natuurlijk niet doen zodat je iets te bespreken hebt aan de koffietafel, maar het is zeker prima om het ook een beetje voor jezelf te doen. Het is niet alleen geven, maar ook ontvangen. Op het moment dat je dat kan, dan zetten we iets open waar mee we in contact staan met anderen en dat is volgens mij essentieel aan wie we zijn als mens.” Denk je er wel eens over om je acteercar rière opzij te zetten om je volledig te kunnen storten op ontwikkelingswerk? “Nee, zeker niet. Ik wil me volledig storten op het vertellen van verhalen, belangrijke verhalen. Door te acteren vertel je natuurlijk verhalen, maar dat doe ik ook met Get It Done. Het zijn verhalen over kleinscha
lige projecten die worden gekoppeld aan mensen. Die verhalen bouwen bruggen. Ik ben nogal een idealist en dat is iets wat ik een beetje in mijn carrière miste. Mijn acteerwerk en dit project waar ik twee à drie dagen in de week vrijwillig mee bezig ben, vormen een mooie balans. Ik denk er over om in de toekomst wat meer achter dan voor de camera te gaan staan. Als ac trice ben je namelijk vooral gebonden die verhalen te vertellen waar je voor gevraagd wordt. Dat is natuurlijk ook leuk, maar er zijn ook verhalen die ik graag zelf zou willen vertellen.”
“Ouder worden is goed voor mij” Inmiddels is Hanna dertig jaar. Een leeftijd waarop mensen gaan vragen of ze niet al aan kinderen moet beginnen. “Vermoeiend is dat. Natuurlijk wil ik dat en het lijkt me ook niet meer dan normaal dat je een kin derwens hebt. Het is eerder een uitzonde ring als je dat niet hebt.” Heb je daarvoor de ware al ontmoet? “Op dit moment ben ik heel gelukkig in de lief de, dus we zullen zien. Hoewel ik niet geloof dat er een mister perfect bestaat die aan al je eisen voldoet, heb ik wel iemand gevonden die daar dicht bij in de buurt komt.”
Wil jij een dvd-box van het eerste en tweede seizoen van de serie Feuten winnen? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] onder vermelding van FEUTEN.
Hanna Verboom Hanna Verboom (Vilvoorde, 1983) is een Nederlandse actrice. Ze groeide op in Afrika en kwam naar Nederland om haar middelbare school en studie te doen. Na twee jaar studeren besloot Hanna dat ze verder wilde gaan als toneelspeelster. Ze werd bekend als presentatrice van het muziekprogramma Top of the Pops en speelde vervolgens onder andere in de bekende film Snowfever, de populaire televisieserie De Co-assistent en de recent verschenen film en televisieserie Feuten. Deze maand (vanaf 7 december 2013) is ze te zien in een nieuwe film, genaamd Finn. Naast acteren houdt Hanna zich bezig met ontwikkelingswerk. In 2009 richtte ze Stichting Save Cheruto op, waarna al gauw het succesvolle project Get It Done volgde. Hanna’s grootste drijfveer is het vertellen van belangrijke verhalen die mensen in beweging brengen.
Syme van der Lelij (23)
Annelien de Vries (19)
Bachelor Engelse Taal en Cultuur Klassieker: Wuthering heights (roman), Emily Brontë, 1847
Bachelor Communicatie- en Informatiewetenschappen Klassieker: Django Unchained (film), Quentin Tarantino, 2012
Waar gaat de roman over? “Het gaat over Ca therine, een meisje dat intens verliefd wordt op het pleegkind Heathcliff. Ze zijn beiden verliefd, maar kunnen niet met of zonder elkaar. Catherine kan niet met Heathcliff trouwen, omdat hij onder haar staat qua rang. Heathcliff krijgt dit te horen en verlaat het huis. Catherine trouwt hierna met een andere man. Na een lange tijd komen ze elkaar weer tegen en wil Heathcliff wraak nemen. Hiermee raakt hij bewust de familie van Catherine.”
Een nieuwe film, waarom is dit toch een klassieker? “Deze film is me sterk bijgebleven en heeft veel indruk op me gemaakt. Het is een hele heftige film waarin veel geweld voorkomt. Ik vind het aangrijpend omdat men sen echt zo behandeld zijn rond de burgeroor log in het zuiden van de Verenigde Staten in 1885. Dit type film is in het verleden vaak gecen sureerd en in sommige landen is deze film nog steeds gecensureerd, waaronder in China. Ook is het tijdloos. Het is een remake van Django, een film uit 1966 van Sergio Corbucci. Waarschijnlijk wordt er over twintig jaar nog steeds naar deze remake gekeken, dat maakt het een klassieker.”
Zou je het boek aanraden? “Het is een heel goed boek, het is intens en krachtig. Het heeft een goede structuur omdat er verschillende tijdlijnen en persona ges in voorkomen. Er zitten ook veel gaten in het boek waarvan de meeste later wel opgevuld worden, maar sommige vragen blijven onbeantwoord. Door de manier van vertellen weet je nooit zeker of je de waarheid hoort. De roman is spannend en het leest fijn weg, maar toch heeft het bij studenten Engelse Taal en Cultuur een stof fig imago. Het mooie aan het boek is de setting van het verhaal. Het speelt zich af in de middle of nowhere op boerderijen in Groot Brit tannië. Wat ook bijzonder is, is dat het simpel is gehouden.” Wat is het verschil tussen de verfilmingen en het boek? “Het boek is meerdere keren verfilmd. Het eerste deel van het boek komt overeen met de verfilmingen. Het tweede deel van het boek wordt echter weggelaten waardoor in de films enkel het lief desverhaal naar voren komt. Het is zonde dat de donkere kant van het boek over de wraak van Heathcliff wordt weggelaten, omdat dat het verhaal juist zo mooi maakt. In de verfilmingen zou het roman tische cliché verbroken moeten worden.”
Is de film een aanrader? “Ja, het is een spannende en indrukwekkende film. Het is geen standaard film en daarom is hij bij mij blijven hangen. Het heeft ook een mooie verhaallijn, waardoor de aandacht niet alleen naar de slavernij gaat. Eén van de verhaallijnen gaat over Django die zijn vrouw is kwijtgeraakt en dat maakt het verhaal romantisch. Door de combinatie van romantiek en actie spreekt de film mij erg aan. Ik denk dat er veel mensen zijn die de film kijken vanwege de actie en dat ze daardoor het verhaal in de film missen, dat is zonde.” Heeft de film je leven veranderd? “Het heeft mijn leven niet veranderd, maar wel mijn kijk op de slavernij. Het staat natuurlijk ver van ons af waardoor je je nooit volledig kan verplaatsen in de personages en de gebeurtenissen. In zoverre heeft het mijn kijk op de slavernij wel veranderd omdat er veel heftige scènes in de film zitten waarin mensen worden behan deld als dieren. Als ik nu iets hoor over slavernij, denk ik toch altijd weer terug aan de film.”
GEESTDRIFT december 2013 15
14
Camus in de kroeg:
Buddy go Dutch is een melting pot van culturen
studentenboekenclubs nader bekeken Een leesclubje lijkt in eerste instantie iets
waar alleen senioren en verveelde huisvrou
Van het mogelijk afschrik denten houden van boekenclubjes, al is het in wekkende effect een wat aangepaste vorm: met een wijntje in door docenten met indrukwekkende de hand een klassieker bespreken blijkt ook kennis van de litera prima te werken. Geestdrift onderzocht het tuur heeft Bookclub bin’ geen last. Deze fenomeen van de studentenleesclub. boekenclub, eind vorig collegejaar opgericht door een Door Marcella Klinker aantal oud-leden van De eerste leesclub van de faculteit Gees de Faculteitsraad, teswetenschappen was Leesclub Transitie, bestaat geheel uit studenten die proberen ongeveer 20 jaar geleden begonnen voor stu elke maand samen te komen om een boek te denten Nederlands. Het idee achter Transitie bespreken. Proberen, want door de drukke was om docenten en studenten de moge sociale levens van de leden lukt dit niet lijkheid te geven elkaar ook eens buiten de altijd. De bijeenkomsten vinden plaats bij colleges te ontmoeten en vrijelijk te spreken mensen thuis, waar gezamenlijk wordt gege over literatuur, zonder dat daar cijfers aan ten, of in een cafeetje. verbonden werden. In 2011 kreeg de club een eigen Facebookpagina, waar lezers informa tie konden vinden over de bijeenkomsten en over de boeken die daarvoor op de planning stonden. Erg veel publiek lijkt deze pagina niet te hebben gehad, wat beaamd wordt door Suus van de Kar, studente Theologie. Als student-assistent heeft zij zich inten sief beziggehouden met de organisatie van Transitie. “Toen ik net begon is er een aantal “Bookclubbin’ is ontstaan uit het idee dat drukbezochte bijeenkomsten geweest waar we allemaal van lezen houden, maar het veel gediscussieerd werd; dat was echt leuk. eigenlijk te weinig doen. Een dergelijke De opkomst daalde echter snel. We had bespreking schept dan een sociale den een klein vast kliekje van een aantal verplichting en daarmee een studenten en docenten, maar er is ooit een drijfveer: je wilt wel het boek bijeenkomst geweest waar maar één deeltijd gelezen hebben voordat student kwam opdraven.” Suus noemt het je erover gaat discussië idee van een boekenclub leuk, maar niet erg ren of, wat we soms ook levensvatbaar. “Misschien is er sprake van doen, naar de boekver een imagoprobleem. Ik kan me voorstellen filming gaan”, aldus dat studenten het een beetje eng vinden en Rosalinde Brouwer, denken dat de docent veel meer van boeken studente Liberal Arts weet dan zij. Wellicht vinden studenten een and Sciences en boekenclubje ook wel te saai of hebben ze er Onderwijskunde. geen tijd voor.” Wat de reden ook geweest Tot nu toe heeft mag zijn, het heeft de boekenclub helaas de de groep das omgedaan: Transitie is niet meer.
“Wellicht vinden studenten een boekenclubje wel te saai of hebben ze er geen tijd voor”
onder andere The Great Gatsby en De Vreemdeling van Albert Camus behandeld. Willen ze vooral klassiekers gaan lezen? “Daar bestaat discussie over. We doen nu dat mensen ook hun eigen lievelingsboek kunnen aandragen en dat is niet per se een klassieker.” Een leesclub waarin de focus wel op grote werken uit de literatuur ligt is BoCo, afkorting van Boeken en Co. Deze boeken club bestaat uit tien geschiedenisstudenten die elke maand onder het genot van een of meer glazen rode wijn discussiëren over het gekozen boek en de context daarvan. “In het afgelopen jaar hebben we werken van Sartre, Erasmus en Epicures besproken. De vorige keer hadden we het over de Edda, een oudIJslands epos, en voor de volgende keer staat het heiligenleven van Martinus van Tours op het programma”, aldus Aurora Haveman, studente Geschiedenis. Over het algemeen geen lichte kost dus, maar “meestal heeft iedereen het wel gelezen. Het is wel het idee dat mensen er tenminste wat aandacht aan besteden.” Ook de BoCo verbindt randacti viteiten aan het lezen: zo zijn ze eens naar de film Les Misérables geweest. En die rode wijn wordt genuttigd in, hoe toepasselijk, Café Hemingway. “Op onze meetings bespreken we in eerste instantie het boek, een drankje erbij is bijzaak, maar het is natuurlijk ook gewoon heel gezellig.” Kortom, ook zonder universitaire ver plichting lezen studenten boeken en willen ze daarover praten. Een docent is niet nodig: een klein beetje sociale dwang en veel gezel ligheid wel.
Hoewel de feestjes van ESN in de Poema redelijk bekend zijn, zie je daarbuiten maar weinig van de internationale studen foto: eigen beheer Buddy go Dutch
wen zich mee bezighouden. Maar ook stu
ten in Utrecht. Toch kunnen we in Utrecht trots zijn op een grote hoeveelheid internationale studenten, die niet alleen studeren aan het University College Utrecht, maar ook aan alle andere faculteiten. Sinds 2010 kent Utrecht het project Buddy go Dutch, dat kan worden beschouwd als een s chakel tussen Nederlandse en buitenlandse studenten.
Door Louis Roghair “Als je je opgeeft voor Buddy go Dutch word je als Nederlandse student gekoppeld aan een buitenlandse student. Aan het begin van het jaar is er een aantal speeddateavonden waarop je als buddy met een internationale student gematcht wordt. Vanaf dat moment ben je als Utrechtse stu dent voor zolang de internationale student in deze stad verblijft een persoonlijke gids en maatje om mee te borrelen en om van te leren”, zegt Esther Jansen van Buddy go Dutch. Dit is ook de filosofie achter het hele project: persoonlijke groei staat hoog in het vaandel. “Zo kan je gemakkelijk dingen over een andere cultuur te weten komen of een andere taal leren zonder dat je zelf naar het buitenland hoeft. Daarnaast is het voor buitenlandse studenten vaak lastig om met Nederlandse studenten in contact te komen. Buddy go Dutch maakt de drempel hiervoor veel lager.”
“Als buddy heb je voor je het weet slaapplekken over de hele wereld” Eline, die na een uitwisseling in Canada ook buddy is geworden, beaamt dit en zegt
dat het tussen de andere internationals vaak wel goed zit, maar dat het contact met de lo cals moeilijker te maken is. “In Canada had ik ook een buddy, wat ik zo’n toffe ervaring vond dat ik me bij terugkomst meteen heb opgegeven voor Buddy Go Dutch. Je wilt als international ook gewoon contact met Nederlanders hebben. Mijn vorige buddy kwam uit Denemarken, daarmee ging ik regelmatig wat in de stad drinken en keek ik het songfestival. Maar ook nam ik haar mee naar mijn geboorteplaats voor een typische Hollandse maaltijd bij mijn ouders.” Andersom heeft Eline ook veel van haar buddy geleerd. “Ik vind het altijd leuk om bij mensen uit ‘westerse’ culturen op zoek te gaan naar verschillen in onze culturen en bij ‘niet-westerse’ juist naar de overeenkomsten te zoeken. Omdat de internationals elkaar al lemaal kennen, ontmoet je veel meer mensen dan alleen je eigen buddy. Het is in feite één grote melting pot van culturen. Daarnaast levert het een hoop internationale contacten op”, zegt Eline. “Als buddy heb je voor je het weet slaapplekken over de hele wereld.” Ook Matteo uit Italië vindt het leuk om mensen van over de hele wereld te ontmoeten. “My aim is mainly to meet other people besides the Italian guys.” Sinds hij zich heeft opgege ven voor Buddy go Dutch heeft hij al contact met Canadese, Roemeense, Tsjechische en Braziliaanse studenten. Door het ontmoeten van Nederlandse studenten hoopt hij vooral meer te leren over de Nederlandse cultuur.
“Je wilt als international ook gewoon contact met Nederlanders hebben” Esther vertelt verder dat de organisatie, ondanks de geringe naamsbekendheid, ondertussen al driehonderd zowel Neder landse als internationale studenten heeft die regelmatig met elkaar afspreken, eten of leuke dingen doen. Om dat te bevorderen worden regelmatig borrels georganiseerd om ook de andere buddy’s te leren kennen en ervaringen uit te wisselen. Alles om de scheiding tussen Nederlandse en internati onale studenten te doen vervagen.
Lijkt het jou ook leuk om gekoppeld te worden aan een buitenlandse student? In het tweede semester van dit studiejaar kan ook jij je opgeven voor dit project! Hou daarom de website www.buddygodutch.nl de komende tijd goed in de gaten.
GEESTDRIFT december 2013 17
16
foto’s: Nienke Zoetbrood
Leven met de muur Hoe is het om te leven met een muur in je achtertuin? Om in Jeruzalem gebo ren te zijn, maar nooit meer de stad in te mogen? Om nog altijd de sleutel bij je te dragen van het huis dat je tien jaar geleden moest verlaten? Om oog in oog te staan met een jongen die net zo oud is als jij, behalve dat hij een geweer draagt en je zomaar op kan pakken? Kortom, hoe is het om te leven in het land van de wereldreligies, waar zowel de Klaagmuur staat, Jezus zijn kruis droeg, als waar de Rotskoepel glinstert in de zon?
Door Nienke Zoetbrood “Doe de groeten aan de herdertjes”, roept een vriend me toe, wanneer ik hem vertel dat ik naar Bethlehem ga. Want Bethlehem, dat klinkt als kerstklokjes, het kribbetje en de herdertjes lagen bij nachte. Twee dagen later bevind ik me in Bethlehem en sta ik met mijn neus in een schap met houten kerststalletjes. Maar als ik de stalletjes nader bekijk, valt me iets vreemds op: achter Jozef en Maria staat een houten muurtje. Een muur, in de kerststal? “Het is een protestactie tegen de muur die in Bethlehem staat”, vertelt Claire Anastas, de verkoopster van de kerststallen. De Berlijnse muur ken ik, maar een muur in Bethlehem? Bethlehem ligt op de Westelijke Jordaanoever, dat in 1967 bezet werd door Israël. Hoewel de stad sinds 1996 onder Palestijns bestuur staat, heeft het Israëlische leger nog altijd het recht om de stad binnen te gaan wanneer het wil. En om muren te bouwen, zo blijkt. Uit veiligheidsredenen begon Israël in 2002 met de bouw van de muur. Niet alleen in Bethlehem, maar langs
de gehele Groene Lijn, de grens tussen de Israëlische en Palestijnse gebieden. In totaal moet er een 700 kilometer lange afscheiding komen, gemaakt van hekwerk, versperringen, prikkeldraad of, zoals in Bethlehem, van beton. Ondanks dat ik weet wat ik moet verwachten, schrik ik de eerste keer dat ik hem zie: de muur. Gemaakt van betonnen platen torent hij acht meter boven me uit. ‘Apartheid Avenue’ heeft iemand erop geschreven. De betonnen platen zijn volgespoten met portretten van politieke gevangen en tussen leuzen van verzet en vrijheid zweeft Banksy’s bekende ballonnenmeisje naar de andere kant van de muur. Vroeger was dit een van de drukste straten van Bethlehem, met veel restaurants en bedrijfjes. Nu staat de muur letterlijk in het midden van de weg en manoeuvreren auto’s met moeite door de smalle straat. De restaurants zijn gesloten en de bedrijven verhuisd. Niemand wil een muur in zijn achtertuin. Toch is dit realiteit voor Claire Anastas. Haar huis is aan drie kanten omringd door
een muur van negen meter hoog. “De muur is er altijd”, zegt ze, terwijl ze het gordijn van het keukenraam opzij schuift. Ze woont vlakbij het graf van Rachel, een heilige plek voor Joden. De muur is voor de joodse Israëliërs gebouwd, om ervoor te zorgen dat ze veilig naar de heilige plek kunnen. “Als ik de afwas doe, kijk ik uit op de muur. Als ik in de woonkamer zit, zie ik de muur.” Dan laat ze me de slaapkamer van haar kinderen zien. Knuffels, vrolijke dekbedden en gekleurde stickers op het raam. Maar ook dit raam kijkt uit op de grauwe muur. Het raam mag onder geen voorwaarde open, want een bewakingscamera is 24 uur per dag op de kamer gericht. “We mogen ook niet op het dak van het huis. Dat is Israëlisch grondgebied”, zeiden ze. Bijna tien jaar woont ze nu tussen de drie muren. “Maar dit is mijn huis. Ik blijf hier wonen”, zegt ze vastberaden. Niet alleen Claire heeft dagelijks te maken met de muur die in Bethlehem staat. Veel inwoners van Bethlehem werken in Jeruzalem, dat tien kilometer verderop ligt. Het enige probleem is dat het aan de
andere kant van de muur ligt. Om daar te komen moeten de Palestijnen door een checkpoint. ‘s Ochtends vroeg, in de rij voor het checkpoint, kom ik Assam tegen, een vriendelijk ogende dertiger. “Gelukkig is mijn vergunning verlengd en mag ik weer in Jeruzalem werken”, zegt hij, terwijl hij zijn pas laat zien. Er heerst hoge werkeloosheid in de Palestijnse gebieden en vergunningen om in Israël te werken zijn schaars. Elke dag staat Assam om vijf uur op, om op tijd te komen voor zijn werk in de bouw. “Soms ben ik in tien minuten aan de andere kant van de muur, maar het kan ook zo zijn dat ik anderhalf uur sta te wachten. Als de militairen in een goede bui zijn, gaat het snel, maar ze kunnen het checkpoint ook zonder enige reden sluiten.” Aan verveelde soldaten, sommigen nog met jeugdpuistjes op de neus, moet hij zijn ID en vergunning laten zien. Dan wordt zijn tas gecontroleerd en moet hij door een detectiepoortje lopen. Tot slot geeft hij een vingerafdruk af en dan is hij aan de andere kant van de muur. “Het is eigenlijk net een vliegveld”, zegt hij met een sarcastisch lachje, “behalve dat je nergens
naartoe gaat.” Wat valt er tegen te doen? Assam haalt zijn schouders op. “Ik heb geen keus. Ik moet wel door het checkpoint, anders verlies ik mijn baan.” Later op de dag stel ik dezelfde vraag aan een paar studenten van de universiteit van Bethlehem. Hoe leven zij met de muur? “Eigenlijk zitten we hier opgesloten”, zegt een christelijke studente. “We krijgen maar een paar keer per jaar toestemming om naar Jeruzalem te gaan, meestal alleen met Kerst en Pasen omdat het zoveel tijd en moeite kost. Bovendien is het vernederend waardoor ik liever hier blijf, in Bethlehem.” Ze benadrukken dat ze de muur niet accepteren, maar dat er weinig tegen te doen is. “Het is onze dagelijkse realiteit. We blijven hoop houden en moeten er wel mee leren leven.” En de mogelijkheid tot verzet? De studenten halen hun schouders op. De meesten van hen hebben de tweede intifada bewust meegemaakt, de Palestijnse opstand die in 2000 begon. Zeker in een kleine stad als Bethlehem heeft iedereen familieleden, kennissen of vrienden die
gewond zijn geraakt of gevangen hebben gezeten. “Eigenlijk is de situatie alleen maar verergerd. Vóór 2000 stond er geen muur in Bethlehem. Nu wel. Wat voor goeds zou een nieuwe opstand ons brengen?” Ik blijf hen het antwoord verschuldigd en lichtelijk gedeprimeerd verlaat ik de universiteit. Wat zou ik doen, als er een muur tussen Utrecht en Amsterdam stond? Als ik elke dag door een checkpoint zou moeten gaan om naar mijn werk te gaan? Weer terug in Nederland denk ik daarover na, terwijl ik naar mijn nieuwe kerststal kijk. Een kerststal, met in het midden een houten muur.
Nienke Zoetbrood Nienke Zoetbrood (22) is vierdejaars student Taal- en Cultuurstudies. Ze richt zich op Internationale Betrekkingen en Conflict Studies, en brengt haar tijd het liefst al reizend en schrijvend door. Bij voorkeur tegelijkertijd.
GEESTDRIFT december 2013 19
18
Utrecht: het nieuwe Amsterdam?
Docent als onderzoeker Docenten geven college, maar houden zich daarnaast ook bezig met onderzoek doen. Om je een kijkje te geven in het soort onderzoek waar zij zich mee bezig houden, laat Geestdrift elke editie een andere docent aan het woord. Dit keer Lucien van Liere (1967), sinds 2008 zes jaar als docent filosofie en theologie in Jakarta. Hij doceert en pu bliceert over de rol van religie in contexten van geweld, over religieus radicalisme en over het spanningsveld van religie en seculariteit. Jakarta, 2001. “Nu moet je je computer aanzetten en kijken!” Ik deed wat me werd opgedragen. De CNN-website gaf aan dat er een vliegtuig in het WTC was ge vlogen. Een tweede volgde rap, samen met berichten over het Pentagon en een neerge stort vliegtuig in Pennsylvania. 9/11 kwam hard binnen. Ik pakte mijn koffer snel in en ging naar mijn werk, een anderhalf uur durende worsteling door traag voortgaand verkeer. Op mijn werk, een theologische faculteit, werd amper op de aanslagen gereageerd. Een student kwam op mij af en sprak zijn condoleances theatraal uit. Zijn spottende tronie ontregelde mijn emoties. Indonesië kende en kent veel geweldda dige conflicten waarbij vele duizenden en in het verleden zelfs honderdduizenden doden zijn gevallen. Deze mensen zijn over de rand van de geschiedenis gekieperd en liggen begraven in de soms heftige emotionele reacties die regionaal door nieuwe spanningen worden opgediept. Ik dankte de student voor zijn wijsheid die mij deed beseffen hoe ook ik meer geschokt was door 9/11 dan door de geweldstrauma’s die sommige van mijn eigen studenten vaak onbenoemd met zich meedragen. Ik besloot mijn passie voor postmoderne hermeneutiek achter me te laten en me te richten op de rol van religie in situaties van gewelddadig conflict. Dat was in 2001 nog een haast onontgonnen terrein. Toen de Verenigde Staten in november 2001 hun bombardementen op Afghanistan begonnen, liepen plotsklaps de spanningen in de stad hoog op. Niet 9/11 maakte indruk, maar het geclaimde recht van een natie om duizenden slachtoffers te maken met
de zegen van de VN om de eigen veiligheid te waarborgen en de eigen slachtoffers te wreken. Nu werd niet het recht op wraak betwist, maar wel de impliciete en ongeïn teresseerde rechtvaardiging van collateral damage. In Jakarta werden westerlingen bedreigd en volgde een reeks bomaansla gen op internationale hotels. Feitelijk was dit geweld allemaal symbolisch, zo bedacht ik. Het gaat er niet om wie je bent, maar om wat je representeert. De meeste slachtof fers van dit soort symbolisch geweld staan individueel buiten het proces van wraak en vergelding maar worden dit proces ingezogen door categorische identificatie. Welke rol speelt religie in dit proces? Deze vraag vond ik van belang omdat juist voor religieuze tradities sociale identificatie zo belangrijk is. Werkt religie, zoals weten schappelijk populisme dat graag claimt, initiërend en escalerend? Kan het ook deëscalerend werken? Ik sloeg met mijn Jakartaanse studenten een andere richting in. Vanaf nu zou het gaan over conflict, over historic memory, over politieke religi euze discoursen, over betekenisproductie in een mondiale samenleving en – niet onbelangrijk – over de onopgeefbare, nietcategoriseerbare, oneindige waarde van ieder mens. Utrecht, vanaf 2008. Na dik zes jaar keerde ik terug naar Nederland en kreeg net in de pre-crisis tijd een baan als ud aan de UU. De combinatie van onderwijs en onderzoek werd mij zeer lief. Hoewel ik graag onderzoek deed naar het gedrag van gelovigen in spanningsvolle situaties, merkte ik dat ik contact met studenten no dig heb om creatief te blijven denken. Niet alleen om mijn gedachten helder te blijven communiceren maar ook om op andere gedachten te komen. Zygmunt Bauman
heeft eens gezegd dat een goede leraar goed verhalen vertelt. Studenten kunnen zichzelf een plaats geven in verhalen en vaak zijn het niet de theoretische modellen die worden onthouden maar juist deze verhalen. Wan neer het over religie en conflict gaat, is het van belang voor studenten om verhalen te horen uit verschillende regio’s en om zelf het verhaal van een conflict te reconstrue ren of de spelers in een conflict proberen te begrijpen. In leeropdrachten gaat het dan ook om deze verhalen en om biografieën van sleutelfiguren. Juist de ontdekking van veel studenten, dat hoe dichter je bij een conflict komt, des te moeilijker het blijkt om heldere, omvattende en korte analyses te maken, en des te krachtiger een cate gorische wijze van nadenken over geweld en religie wordt gefrustreerd, is bijzonder waardevol. De pittigste lezing van een con flict is vaak juister dan de snelle analyse. Wie, voorbij de frustrerende complexiteit van de conflictanalyse geraakt en heel dicht bij een conflict komt, ontdekt dat het daar geen donder meer uitmaakt hoe en door wie of wat een conflict wordt ge legitimeerd, maar ontdekt alleen verdriet, kapotte taal, woede, angst en wanhoop. Juist deze basale emoties verbinden je als student of onderzoeker met slachtoffers en daders. Je verwijlt er even, op afstand, om vervolgens terug te keren naar de manier waarop het conflict uiteindelijk taal vindt, die religieus kan zijn of politiek, geweld als wedergeweld legitimeert of juist bezweert. Het trainen van een analytisch vermogen om deze lagen te bestuderen, maar ook het leren doorzien van het al te menselijke van geweld en de heftige emoties die daarom heen spelen is de passie van de onderzoe ker, maar de inzet van de docent.
Miffy exposition (Nijntje, red.) is cute, but hardly compares to the revamped Rijksmu seum.” Anderzijds zou Utrecht wel een veel na tuurgetrouwer beeld van Nederland geven. Waar het in Amsterdam voor de enorme hoeveelheid toeristen die de stad jaarlijks trekt draait om seks en drugs, zou Utrecht dorpser en gemoedelijker zijn volgens Metro. Het Zandpad en de Hardebollenstraat zijn inderdaad gesloten en de coffeeshops zijn op twee handen te tellen. Als je als toerist oprecht geïnteresseerd zou zijn in de Nederlandse cultuur, moet je dus ook naar Utrecht gaan. Daarnaast hangen hier, net als in Amsterdam, ook overal fietsen aan de gracht.
foto: Ivar Pel
fot o: Hea ring the Oth er Side
werkzaam als universitair docent aan de UU. Daarvoor werkte hij ruim
Wat door velen al een hele tijd gedacht werd, is uiteindelijk ook uitgesproken: Utrecht is het nieuwe Amsterdam. CNN travel schreef dit afgelopen september en daarmee lijkt deze stelling waarheid gewor den. Maar, is dit eigenlijk wel zo? De autoriteit van CNN op dit gebied is in twijfel te trek ken. Ook de nieuwszender zelf plaatst haar kanttekeningen.
Door Louis Roghair Voor het standpunt dat CNN inneemt is natuurlijk veel te zeggen. Utrecht heeft een voor Nederlandse begrippen imposante ka thedraal en kerktoren, een prachtige gracht en een mooie historische binnenstad. Bo vendien wordt de gotische architectuur van de Sint Willibrordkerk zeer gewaardeerd. Over de hoeveelheid cultureel erfgoed hoeven Utrechters niet te klagen. Het bouw werk dat door Utrechters veelal vergeten wordt is de Inktpot die aan het Moreelse park staat. Voor toeristen is dit bouwwerk,
wat de grootste bakstenen constructie van Nederland is, met als opvallend detail een neergestorte ufo op het dak, een absoluut hoogtepunt. CNN ziet dit ook, tot vreugde van de directie van ProRail waarvan het hoofdkantoor in de Inktpot gevestigd is. Inderdaad, Utrecht is mooi, centraal gelegen en voor Nederlandse begrippen een grote stad, maar naast Utrecht zijn er nog zo veel meer steden in ons land die veel cul tureel erfgoed bezitten. Zo wordt door een Amsterdamse blogger gesteld dat “Utrecht slechts een lange kerktoren en een mooie gracht meer heeft dan steden als Oldenzaal of Goes.” Zelfs Henk Westbroek, Utrechter in hart en nieren, geeft in een reportage van AT5 als antwoord op de vraag of Utrecht het nieuwe Amsterdam is: “Nee, natuurlijk niet!” In dezelfde reportage wordt als enige pluspunt in vergelijking met de hoofdstad de mooie en grotere Zara genoemd. Ook CNN zelf heeft haar aanmerkingen: “The
“Utrecht heeft slechts een lange kerktoren en een mooie gracht meer dan steden als Oldenzaal of Goes” Ook steden als Leiden en Haarlem kunnen voorgesteld worden als het nieuwe Amsterdam. Dit zal ook de intentie van CNN geweest zijn: kijk eens buiten de ge baande paden van het toerisme. Niet alleen de grote metropolen in de wereld hebben hun bijzonderheden, en het lijkt een trend te worden om ook eens verder dan de stan daard trekpleisters te kijken. Waar de gemiddelde toerist die Utrecht bezoekt nu nog wat ouder is in vergelijking met Amsterdam, valt wel te merken dat de stad ontdekt wordt. “Utrecht is booming en dat is te merken aan de steeds voller wordende grachten”, merkt een student op, “maar om het nu het nieuwe Amsterdam te noemen gaat wat ver, al mag er wel wat meer waardering komen voor Utrecht. De stad wordt wel eens wat onderschat.”
GEESTDRIFT december 2013 21
20
Het belang van opleidingscommissies en cursusevaluaties Aan het eind van elk blok verschijnen ze weer in je mailbox: cur susevaluaties. De ene student begint enthousiast met invullen, de ander laat ze liever aan zich voorbij gaan. Wat niet iedereen weet is dat de opleidingscommissies van alle studies aan de Universiteit Utrecht uitgebreid kijken naar de resultaten van deze evaluaties. En dat is niet het enige wat ze doen. Wat zijn de taken en het be lang van de opleidingscommissie?
illustratie: Floor Rehbach
Door Tess Kamphorst Elke bachelor- en masteropleiding van de faculteit Geesteswetenschappen is aange sloten bij een opleidingscommissie (OC). Studies die geen eigen opleidingscom missie hebben, worden ondergebracht bij andere OC’s. Dit geldt bijvoorbeeld voor sommige hoofdrichtingen die bij studies als Liberal Arts and Sciences of Taal- en Cultuurstudies kunnen worden gekozen. Opleidingscommissies zijn medezeg genschapsorganen die bestaan uit zowel docent- als studentleden. Zij geven samen gevraagd én ongevraagd advies over alles wat het onderwijs betreft. Echte actie wordt echter ondernomen door personen buiten de opleidingscommissie, zoals de onder wijsdirecteur of het faculteitsbestuur. Klachten vanuit studenten
Het ongevraagde advies dat OC’s geven, komt vaak voort uit klachten, vragen of suggesties van studenten. Vaak zijn het de studentleden van de opleidingscommissies die het contact met hun medestudenten onderhouden om zo goed mogelijk te weten te komen wat er onder hen speelt. Zo zijn bijvoorbeeld de studentleden van de OC’s van Geschiedenis en Kunstgeschiedenis bereikbaar via eigen e-mailadressen en heb ben de studentleden van de OC van Taal- en Cultuurstudies een eigen Facebookpagina opgericht. Maaike Wit, studentlid van laatstgenoemde OC, vindt het erg belangrijk
Handig om een keer door te lezen als je meer te weten wil komen over je rechten en plichten als student. Cursusevaluaties
De belangrijkste manier waarop een OC advies kan geven over cursus sen is aan
om als opleidingscommissie bereikbaar te zijn voor studenten. Volgens haar is Facebook de makkelijkste manier om stu denten te bereiken. “We willen de drempel zo laag mogelijk maken voor studenten om ons om hulp te vragen. Ook kunnen we op deze manier een grote groep studenten makkelijk herinneren aan voorlichtingen, documenten met hen delen en updates ge ven over onze bezigheden. Bovendien weten ze door onze Facebookpagina meteen welke studentleden er in de OC zitten.”
“We willen de drempel zo laag mogelijk maken voor studenten om ons om hulp te vragen” OER
Elk jaar geeft de opleidingscommissie advies over de Onderwijs- en Examenrege ling. Deze zogenaamde OER is er voor elke opleiding en betreft de wettelijke regeling omtrent inhoud, vorm en kwalificaties van een opleiding. Het is de taak van de opleidingscommissie om deze OER grondig onder de loep te nemen om te kijken of alle informatie klopt en haalbaar is. De OER is voor iedere student openbaar en beschik baar op www.uu.nl/faculty/humanities via Onderwijs > Studiepunt > Onderwijsrege lingen > Onderwijs- en examenregelingen.
bij de OC van Kunstgeschiedenis, kun je als student via de cursusevaluaties daadwer kelijk iets veranderen. Belangrijk is volgens haar wel dat zoveel mogelijk studenten de cursusevaluaties invullen. “Bij lage respon sie zien OC’s nu nog vaak de meest
de hand van de cursusevaluaties die aan het eind van elk blok je mailbox weer binnenstromen. Het lijkt misschien een on nodige of saaie activiteit, die lange lijst met vragen over de didactische kwaliteiten van de docent of de wijze van toetsen binnen de cursus. Toch staan de leden van de oplei dingscommissie te springen om deze inge vulde evaluaties. Aan de hand van opmer kingen en gemiddelde uitkomsten wordt er door OC’s advies gegeven over de cursus. De docent van de desbetreffende cursus kan hier vervolgens weer op reageren. Helaas is de responsie over het algemeen erg laag en komt deze in de meeste gevallen niet boven de veertig procent. Zonde, want wordt een mening over een cursus breed gedragen, dan zouden er weleens veranderingen kun nen plaatsvinden. Als student heb je via de cursusevaluaties meer inspraak dan je soms zou denken. Volgens Marie Stel, masterlid
uitge sproken meningen voorbij komen: vooral diegenen die de cursus heel goed óf heel slecht beoordelen, vullen de cursusevaluatie in. Omdat het gemiddelde zo belangrijk is, is het van belang dat je ook de cursusevaluatie invult als je de cursus wel prima vond.” Bij een te lage responsie worden evaluaties zelfs niet eens behandeld, omdat de betrouwbaarheid van de gemid delden dan te laag is. Daar kunnen belang rijke meningen bij verloren gaan. Volgens Marie heeft iedereen wel een mening en is het zonde als je deze niet laat horen. “Zodra je doorvraagt aan studenten blijkt dat bijna iedereen wel iets aan te merken heeft op een vak of cursus. Daarbij is het invullen van de cursusevaluaties een kleine moeite. Zie het desnoods als studieontwijkend gedrag.” samenwerking
Omdat elke OC zich op eenzelfde manier
bezig houdt met bijvoorbeeld de cursuse valuaties en de OER, is het zaak dat er eens in de zoveel tijd een overleg plaatsvindt. De studentleden van alle OC’s binnen Geestes wetenschappen komen een aantal keren per jaar bij elkaar tijdens bijeenkomsten van het Facultair Overleg Orgaan, ook wel het FOO genoemd. Deze bijeenkomst wordt georga niseerd door de Faculteitsraad, die toezicht houdt op de organisatie en het beleid van de faculteit. Het FOO is bedoeld als middel om alle OC’s met elkaar in contact te houden en de mogelijkheid te bieden tot onderling overleg en discussie. Volgens Maaike Wit zou er echter naast het FOO nog meer behaald kunnen worden op het gebied van onderling overleg. “OC’s zouden elkaars ervaringen en aanpak nog beter kunnen benutten door vaker één op één af te spreken. Sommige stu dies zijn nauw met elkaar verbonden. OC’s kunnen daardoor veel van elkaar leren.”
“Zie het invullen van de cursusevaluaties desnoods als studieontwijkend gedrag” Binnen de OC’s vindt tevens een belang rijke samenwerking plaats tussen studenten en docenten. Volgens Joost Zwarts, voorzit ter van de opleidingscommissie TCS en eerder docentlid bij de OC van Cogni tieve Kunstmatige Intelligentie, is de OC één van de weinige officiële plekken waar studenten en docenten direct en doelbewust met elkaar praten over het onderwijs. Deze wisselwerking is volgens hem erg belangrijk. Zo kunnen studenten hun vragen en opmerkingen kwijt en weten docenten wat er onder de studenten speelt. “In de OC trek ken studenten en docenten samen op, vanuit een verantwoordelijkheidsgevoel voor een opleiding.” Soms moeten studenten en docenten echter hun eigen partij verdedigen, vindt Joost. Belangen van beide partijen kunnen namelijk nog weleens tegengesteld zijn. “Studenten willen hun cijfer het liefst zo snel mo
gelijk, terwijl docenten niet direct toekomen aan het nakijken van vijftig tentamens. Als het binnen de OC dan gaat over nakijktermij nen is het goed dat er een soort krachtenspel plaatsvindt.”
Als student heb je via de cursusevaluaties meer inspraak dan je soms zou denken Samenwerking is een belangrijk concept binnen opleidingscommissies. Ook studie verenigingen dragen hier hun steentje aan bij, bijvoorbeeld door de onderwijscommis saris aan te dragen als studentlid bij de OC van hun opleiding. Toch moet ook niet de bijdrage worden vergeten van de gewone student. Zij zijn immers diegenen die mid den in de opleiding zitten en doorgaans het beste doorhebben op welke punten verbeterd zou kunnen worden. Die stem wordt voor een groot deel vertegenwoordigd door de cursusevaluaties. Als je aan het einde van het blok de soms wat vermoeiende cursuse valuaties weer in je mailbox vindt, denk dan aan de hoeveelheid inspraak die je hebt. Mis schien wordt de volgende keer wel dat veel te ingewikkelde handboek vervangen of dat ene tentamen binnen die cursus aangepast, mede dankzij jouw evaluatie!
Praktische informatie over de OC’s binnen de faculteit kun je vinden op www.uu.nl/faculty/humanities via Onderwijs > Studiepunt > Kwaliteit en Inspraak > Opleidingscommissie. Hier vind je bijvoorbeeld e-mailadressen en samenstellingen van alle OC’s. Zou je ook wel studentlid van een OC willen worden? Vraag dan eens naar de mogelijkheden bij de studentleden van de OC van jouw opleiding.
proza
Nooit meer GVU
Utrecht staat in Nederland bijna synoniem aan openbaar vervoer. In het centrum van de Domstad staat het grootste station van ons land dat al sinds 2009 aan verbouwingen en transformaties onderhevig is. Dit jaar vond er een enorme transformatie plaats van de terminal. De verbouwing had ook gevolgen voor het busvervoer in de stad: busstation zuid werd opeens busstation oost, terwijl busstation west wel west bleef. In december wisselt de stad ook nog eens van vervoerder. De Utrechtse busbanen kleuren geel in de decembermaand.
Door Louis Roghair Het lijkt niet te bevatten, maar na 109 jaar komt er een einde aan het bedrijf waar menig inwoner van Utrecht zo vaak op gescholden heeft. GVU is op zijn eindpunt aanbeland. Op 8 december van dit jaar wordt de aanbeste ding van het openbaar vervoer in Utrecht en omstreken overgenomen door Qbuzz en wor den de oude vertrouwde blauw-witte prijs winnende harmonicabussen vervangen door knalgele exemplaren onder de naam U-OV die naast in Utrecht ook in de omringende regio’s zal gaan rijden. We kunnen letterlijk spreken van the end of an era. Maar waarom won Qbuzz nu precies deze aanbesteding?
We kunnen letterlijk spreken van the end of an era Naast de verandering van het kleuren schema van de bussen zelf krijgt ook iedere lijn zijn eigen pictogrammetjes naast het
lijnnummer. Rijdt bus 11 bijvoorbeeld naar de Uithof ? Dan verschijnt naast het nummer een zonnetje, zoals in het logo van de Uni versiteit Utrecht. Rijdt een bus naar het cen trum? Dan verschijnt er een afbeelding van de Dom, zo staat in de plannen van Qbuzz. De hele verandering in het vervoers aanbod betekent ook dat de Utrechter niet meer die lijn 11 of 12 nodig heeft om plaats te kunnen nemen in de enige echte bus van het jaar 2003, een aanbeveling die nooit meer is weggehaald. Een mededeling waar menig een, als het in de ochtendspits weer proppen geblazen was in lijn 11 en 12, geërgerd naar zal hebben gekeken. Voor de problematiek rondom stamp volle bussen belooft Qbuzz beterschap door wederom een revolutionair concept uit te testen: “Er zal in de spits op lijn 12 zonder dienstregeling gereden worden. Dit houdt in dat geheel op de drukte van het moment wordt ingespeeld. Rond half negen ligt de piek van de spits waarop ingespeeld wordt met een tweede innovatie om de doorstroom te verbeteren.” Dit betreft een geheel nieuw beroep: perroncoördinator.
Iedere ochtend in de spits zorgt een man netje ervoor dat de bussen optimaal gevuld worden zonder dat het op de gebruikelijke chaos uitloopt. Als deze coördinator goed zijn werk doet komen er dus niet meer drie bussen tegelijk, waarvan twee stampvol en één helemaal leeg vertrekken met als gevolg een bussentekort op het drukste moment van de spits. Iedere bus zal voortaan met een comfortabele hoeveelheid mensen vertrek ken. Niet te leeg en ook niet te vol.
Na 109 jaar komt er een einde aan het bedrijf waar menig inwoner van Utrecht zo vaak op gescholden heeft Een frisse blik van een nieuwe vervoerder op de regio Utrecht naar aanleiding van de plannen lijkt een vooruitgang vergeleken met de huidige situatie. De vernieuwingen gaan op een innovatieve manier inspelen op de complexe situatie die in Utrecht in de loop der tijd is ontstaan. Er verandert de komende tijd echter nog een hoop. Zo komt er nog een station bij, station Vaartsche Rijn, dat de druk op Utrecht Centraal moet ontlasten doordat het een overstaphalte wordt voor de nieuwe tramlijn naar de Uithof die in 2018 gereed moet zijn. Tot die tijd moet een vervoerder flexibiliteit blijven tonen om met de stad mee te bewegen. Hier bleek GVU niet meer toe in staat.
foto: CU2030
22
GEESTDRIFT december 2013 23
Knap! Op het moment dat ik op mijn fiets spring, begin ik alweer te twijfelen. Het is koud en het motregent. Maar ja, het is dit of nog een avond alleen op mijn kamer zitten mokken. Gelukkig is het niet ver en binnen een kwartier ben ik er. Ik stal mijn fiets en bel aan. Joost doet open en begroet me enthousiast: “Robert, daar ben je! Ik had je eerder verwacht man! Hoe is het met je?” “Goed hoor”, lieg ik en loop langs hem naar binnen. “Wil je iets drinken? Bier staat op het balkon en fris in de koelkast.” “Ik pak zo wel. Dank je”, antwoord ik. Joost krijgt een cadeau in zijn handen gedrukt en begint met uitpakken. Ik kijk om me heen en zie alleen maar mensen van zijn studie. Ik heb niets met ze, weet ik. Toch probeer ik het na een tijdje maar. Ik ga bij een groepje jongens staan waarvan ik er twee wel eens vaker gezien heb. Na een poos probeer ik wat bij te dragen aan het gesprek maar niemand lijkt geïnteresseerd. Ik word straal genegeerd en probeer het ergens anders. Ook hier geen succes. Ik word wel ontvangen maar na een minuut of wat draait het gesprek terug naar onderwerpen die mij totaal niet interesseren en word ik, al dan niet bewust, zelfs fysiek buitengesloten. Ik plof neer op een krukje naast de balkondeur en pak maar een biertje. Ik zet een goed hoog drinktempo in, om mijn gedachten weg te jagen. Na een tijd zie ik een mooi blond meisje. Ze kijkt wat zoekend om zich heen. Na nog een paar flinke slokken durf ik het. Ik sta op en loop naar haar toe. Dat gaat niet zo soepel als ik had gehoopt. Ik heb meer gedronken dan ik dacht, tik een paar lege flesjes om die ik naast mijn kruk heb verzameld en waggel vervolgens naar haar toe. “Hoi”, zeg ik, en bij gebrek aan beter: “Ken je Joost ook van de studie?” “Nee”, antwoordt ze. “Ik zat al bij hem op de basisschool.” “Oh, en wat doe je nu?”, vraag ik nog redelijk scherp. Daarna wordt het gesprek een beetje een roes. Ik zie haar voor mijn ogen golven. Ik sta te tollen op mijn benen. Vraag af en toe door op wat ze zegt en kijk constant naar haar mond terwijl ze praat. Dan valt het stil. Ze kijkt diep in mijn ogen. Ze glimlacht, kantelt haar hoofd lichtjes naar links “Hmm…?”, klinkt het vragend. Ze likt even aan haar lippen en ik zoen haar. Tenminste, dat probeer ik. Ze duwt me van zich af. Ik val achterover. Het biertje valt stuk en snijdt mijn hand open. “Wat doe je!?”, roept ze verbaasd. Ik probeer op te staan maar ik ben te duizelig. De hele kamer draait en mijn hand doet pijn. Als ik eindelijk half overeind gekrabbeld ben, krijg ik een duw. Een jongen kijkt kwaad naar me. “Wat denk jij, hé!? Beetje m’n vriendin gaan aanranden hier?” Met mijn linkerarm steunend op een stoel kom ik overeind. Ook Joost is erbij komen staan: “Wat doe je Robert? Hoe is het dan met Sascha?” Ik knap uit elkaar bij die naam. Voor de zoveelste keer. “Dat is uit man! Ze heeft me verdomme gedumpt!” Ik loop weg en geef de jongen een duw, besmeur zijn shirt met bloed, roep dat hij een hufter is, gris mijn jas van de stapel af en sla de deur met een klap achter me dicht. Ik loop naar mijn fiets, worstel nog even met het hangslot, stap op en fiets weg. Het regent keihard en ik trap flink door. In de laatste bocht gaat het mis. Mijn achterband heeft geen grip op de natte straat en glijdt weg. Ik val hard, krabbel op, struikel nog een keer half over m’n fiets, die ik laat liggen en strompel naar de voordeur. Ik rommel met verschillende sleutels maar krijg de voordeur niet open. Ik besef me totaal niet dat het nacht is en bel aan. Een paar keer. Geen reactie. Ik bonk op het raam, loop heen en weer en bonk zonder het door te hebben ook op het raam van de buren. Te hard: ik sla het kapot. De buurman staat voor mijn gevoel binnen twee seconden naast me. “Wat heb je gedaan?”, vraagt hij razend. Ik brabbel iets met een dubbele tong. “Gadverdamme, dronken rotstudenten ook altijd!”, vloekt de buurman terwijl hij me een duw geeft. Ik raak uit evenwicht, herstel mezelf met behulp van het raamkozijn en zwaai mijn arm tegen zijn rechteroor. Hij trapt me op mijn dijbeen en ik val. We worden onderbroken als mijn huisgenoot Tim in zijn onderbroek naar buiten komt. “Wat is dit allemaal?”, roept hij uit. En als hij mij herkent: “Jezus, Robert! Wat doe jij hier, man?” “Hoezo? Ik wil naar binnen!” “Naar binnen?”, reageert Tim, “je bent drie weken geleden verhuisd!” “Oh God… Is het echt zo’n avond…?”
Thomas Jonkergouw Thomas Jonkergouw (21) is derdejaars student Italiaanse Taal en Cultuur, studeert volgend jaar een halfjaar in Italië en hoopt meer tijd aan schrijven te gaan besteden nu hij eindelijk eens weet hoe het voelt om een stuk af te maken.
Het is de stoute Hollywooddroom van menig student om geld te verdienen met acteren. Robin Schoonheijt Foto: Loes Aartsma
(23) studeert Theater-, Film, en Televisiewetenschappen en speelt in reclamespotjes en Nederlandse films.
Acteren en studeren: een gouden combinatie? Door Loes Aartsma Voordat Robin speelde in reclames en films, deed ze modellenwerk voor onder andere Mexx en Tommy Hilfiger. Door dit werk werd ze benaderd om auditie te doen voor series en films. “Castingbureaus benaderden mij om auditie te doen”, vertelt ze. Niet lang daarna deed Robin voor het eerst auditie voor een commercial. “Tijdens die auditie had ik geen idee waar ik mee bezig was, maar ik heb er ook niet echt veel herinneringen meer aan aangezien ik zes jaar was. Ik heb daarna een ontelbaar aantal keer auditie gedaan en ben ook ontelbaar vaak afgewe zen, maar dat hoort erbij. Er zijn een paar jonge actrices die er altijd met de grote rollen vandoor gaan.” Ondanks de hoge opkomsten bij audities, is er naar Robins gevoel weinig sprake van concurrentie. “Iedereen doet vaak zijn ding en wacht zijn of haar moment af tot de casting.” Op haar dertiende werkte Robin mee aan professionele producties. Ze speelde toen in
de musical van K3: Doornroosje. “Het was een fantastische ervaring om op tournee te gaan met zo’n grote cast. Het was op tweede kerst dag en ik mocht optreden in de Heineken Music Hall, daar heb ik hele goede herinne ringen aan overgehouden”, vertelt Robin.
“Door mijn studie weet ik dat ik geen actrice wil worden” Andere producties waar ze een rol in heeft gespeeld, waren te zien op televisie en internet. De laatste reclame waarin ze speelde was van Corny, een energiereep. “In dat spotje probeert een Duits konijn me te versieren in een bibliotheek door ‘ich bin so corny’ te zingen.” Andere commercials waarin Robin een rol heeft gespeeld zijn van Interpolis en de Postcodeloterij. Ook speelde ze een bijrol in twee films die verschenen op televisie en dvd. Dat was in De Belager
(2000) een film van Dana Nechusthan en Piere Bokma, en in Nadine (2007) van Erik de Bruyn. “Voor alle professionele projecten heb ik betaald gekregen, maar ik heb ook wel eens aan no budget films meegewerkt omdat ik het zo leuk vond om te doen.” Ondanks dat er misschien veel over eenkomsten lijken te zijn tussen de studie Theater-, Film-, en Televisiewetenschappen en acteren, blijkt dat niet het geval. Robin legt uit dat wanneer je in de richting van film gaat tijdens de studie je voornamelijk leert over het werk achter de schermen. “Het is op dit moment wel weer een tijdje geleden dat ik meewerkte aan een professioneel project, maar ik probeer mezelf wel bezig te houden”, zegt Robin. Haar studie heeft Robin niet per se geholpen bij het acteerwerk. “Ik weet nu eigenlijk zeker dat ik geen actrice wil wor den, maar dat ik liever achter de schermen werk. Daarom reageer ik nu ook niet meer altijd op audities waarvoor ik gevraagd word. Wat ik nog wel doe, zijn commercials, omdat deze best goed verdienen”, lacht Robin.