ACTIEPLAN WEGVERKEERSLAWAAI e 2 tranche Plan ingevolge art. 11.12 Wet milieubeheer, met maatregelen voor de vermindering van de geluidsbelasting van gedeelten van provinciale wegen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages in 2011
Vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 17 september 2013
VOORWOORD De provincie Groningen heeft ongeveer 550 kilometer weg in eigendom en beheer. Zij zorgt voor de aanleg en het onderhoud van alles wat voor de gebruiksfunctie van deze wegen van belang is. Het verkeer op de provinciale wegen kan geluidhinder veroorzaken. De provincie voelt zich hier verantwoordelijk voor. Bij aanleg en reconstructie van onze wegen, en bij plannen van woningen nabij de wegen, wordt de Wet geluidhinder toegepast, zodat wordt gezorgd dat de geluidhinder niet hoger wordt dan de normen van die wet. Door verkeersgroei kunnen echter naar verloop van tijd situaties (zijn) ontstaan met meer geluidhinder dan destijds voorzien. De Wet geluidhinder voorziet niet in deze situaties. Met de 5-jaarlijkse actieplannen wegverkeerslawaai springen Gedeputeerde Staten van Groningen hier op in met het aanbrengen van geluidreducerend asfalt voor woonomgevingen met de hoogste geluidbelastingen. Het woon- en leefklimaat verbetert hierdoor. Met het actieplan 1e tranche (vastgesteld door GS van Groningen in 2008) is 20 kilometer geluidreducerend asfalt gepland, waarvan ca. 11 kilometer is aangelegd. Met dit actieplan 2e tranche, waarvan de uitvoering loopt van medio 2013 tot medio 2018, wordt de aanleg van nog eens ca. 16,5 kilometer geluidreducerend asfalt gepland. Dit actieplan beschrijft waar in de planperiode (2013 - 2018) het geluidreducerend asfalt wordt aangelegd en wat de achtergronden van onze keuzes zijn.
Mark Boumans, Gedeputeerde Verkeer en Vervoer, Gedeputeerde Grijs Milieu.
Inhoudsopgave 0
Samenvatting.......................................................................................................................... 2
1
Inleiding ................................................................................................................................. 3 1.1 Doel van het actieplan .............................................................................................. 3 1.2 Basisinformatie geluid .............................................................................................. 3 1.3 Wettelijke kaders ...................................................................................................... 3 1.4 Acties en proces ....................................................................................................... 4
2
Evaluatie 1e tranche ............................................................................................................... 6 2.1 Uitgangspunten 1e tranche ....................................................................................... 6 2.2 Maatregelen 1e tranche ............................................................................................ 6 2.3 Verschillen 1e en 2e tranche ..................................................................................... 7
3
De geluidsbelastingkaart 2e tranche ...................................................................................... 9 3.1 Wegdelen ................................................................................................................. 9 3.2 De telgegevens van de kaart .................................................................................. 11
4
Beschrijving situatie en uitgangspunten actieplan 2e tranche ............................................. 13 4.1 Objecten waarop wordt getoetst ............................................................................ 13 4.2 Saneringsopgave wegverkeerslawaai ..................................................................... 13 4.3 Overzicht relevante infrastructurele werken, saneringen en/of RO-plannen ........ 13 4.4 Afwegingen m.b.t. plandrempel en maatregelen ................................................... 14 4.5 Plandrempel ............................................................................................................ 16
5
Maatregelen 2e tranche........................................................................................................ 17 5.1 Randvoorwaarden bij maatregelen ........................................................................ 17 5.2 Overzicht en planning van de maatregelen ............................................................ 17 5.3 Beschrijving van de effecten ................................................................................... 18
6
Procedure ............................................................................................................................ 19 6.1 Inspraak ................................................................................................................... 19 6.2 Inzage ..................................................................................................................... 19
BIJLAGE 1: BIJLAGE 2: BIJLAGE 3: BIJLAGE 4: BIJLAGE 5:
TOELICHTING OP DE BEGRIPPEN BRONNEN AANDUIDING GELUIDREDUCEREND ASFALT 2e TRANCHE INVOERGEGEVENS GELUIDMODEL GELUIDREDUCEREND ASFALT
1
0.
Samenvatting
De provincie Groningen heeft ongeveer 550 kilometer weg in eigendom en beheer. Voor de aanpak van hoge geluidbelastingen veroorzaakt door deze wegen is de provincie wettelijk verplicht iedere 5 jaar een geluidbelastingkaart te maken, en het daarop volgende jaar een actieplan vast te stellen. In dat actieplan moet worden aangegeven boven welke plandrempel (een waarde van de geluidbelasting) maatregelen worden gepland, en welke maatregelen dit zijn. De eerste tranche van de geluidbelastingkaart en het actieplan was in 2007 en 2008, en had betrekking op de allerdrukste wegdelen van de provincie, waarover in 2006 dan 6 miljoen motorvoertuigen (meer dan 16.400 per weekdag) passeerden. Dit was in totaal 24 km provinciale weg. De geluidbelastingkaart 2e tranche is in 2012 vastgesteld en te zien op te provinciale website. Deze kaart heeft betrekking op delen van provinciale wegen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages in 2011 (meer dan 8.200 per weekdag). Dit is in totaal ca. 115 km weg. De plandrempel voor dit actieplan is vastgesteld op 62 dB Lden . Dit betekent dat voor wegdelen die een geluidbelasting veroorzaken van meer dan 62 dB Lden op woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen, zo mogelijk maatregelen worden getroffen om die geluidbelasting te verminderen. Voor dit actieplan worden alleen bronmaatregelen, in de vorm van geluidreducerend asfalt beschouwd, omdat deze het meest doelmatig zijn (hiermee wordt de hele omgeving stiller). Om kapitaalvernietiging te voorkomen, wordt dit asfalt alleen aangelegd, wanneer het bestaande wegdek aan vervanging toe is. Dit heeft tot gevolg dan uiteindelijk voor ca. 35 km weg is bekeken of in de omgeving woningen staan waarop de geluidbelasting veroorzaakt door die weg hoger dan 62 dB is. Langs ca. 16 van deze 35 kilometer staan woningen die volgens de geluidbelastingkaart 2012 een geluidbelasting hoger dan 62 dB Lden hebben. Voor deze woningen wordt met dit actieplan de aanleg van geluidreducerend asfalt gepland. De geluidreductie van dit asfalt is enigszins afhankelijk van de snelheid en de verkeerssamenstelling ter plaatse, en zal naar verwachting 2 tot 3 dB bedragen. De wegdelen waarvoor met dit actieplan de aanleg van geluidreducerend asfalt wordt gepland zijn aangegeven in bijlage 3 van dit plan (kaart op A3-formaat).
2
1
Inleiding
1.1
Doel van het actieplan
Mensen kunnen last hebben van verkeerslawaai. Dit zal toenemen zijn naarmate een weg drukker is en woningen dichter bij de weg staan. Ook het type wegdek speelt een rol in de sterkte van het verkeersgeluid. Het doel van dit actieplan is het verminderen van hoge geluidbelastingen veroorzaakt door geluid op provinciale wegen in de provincie Groningen. De provincie doet dit door toepassen van geluidreducerend asfalt.
1.2
Basisinformatie geluid
De sterkte van het geluid wordt uitgedrukt in decibellen (dB). De onderstaande tabel geeft een indruk van hoe sterk een bepaalde decibel-waarde wordt ervaren. niveau in dB 20 30 40 60 70 80 90 100 110 120
voorbeeld Gehoorgrens; hieronder hoort de gemiddelde mens niets meer, stille slaapkamer Gefluister op 5 meter afstand, bibliotheek Normale woonkamer, rustig kantoor Indringende airconditioning, wasdroger, pianospel Drukke verkeersweg (snelweg) op 10 meter afstand, stofzuiger Wekkeralarm, haardroger Vrachtwagen op 15 m, passerende motorfiets Opstijgende jumbojet op 200 meter hoogte Drilboor op 1 meter afstand, disco Startend vliegtuig op 70 m, pijngrens
In dit Actieplan worden geluidniveaus van wegverkeer uitgedrukt in de maat Lden. Hierbij staat de L voor 'level' en 'den' voor 'day-evening-night'. Omdat geluid in de avond en nacht als meer hinderlijk wordt ervaren, krijgen deze een toeslag (5 dB voor de avond en 10 dB voor de nacht). Lden is een gemiddelde waarde voor een etmaal (een periode van 24 uur). Geluidniveaus kunnen niet zonder meer bij elkaar opgeteld worden. Een verdubbeling van de geluidsterkte leidt tot een 3 dB hogere waarde.
1.3
Wettelijke kaders
EU-richtlijn omgevingslawaai De Europese Richtlijn 2002/49/EG is gericht op de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai. Deze richtlijn wordt aangehaald als de Richtlijn omgevingslawaai. De Richtlijn omgevingslawaai is van toepassing op omgevingslawaai waaraan mensen worden blootgesteld en richt zich vooral op het vaststellen, beheersen en waar nodig verlagen van geluidniveaus in de leefomgeving. Het toepassingsgebied beperkt zich tot een aantal gedefinieerde brontypen, te weten weg- en railverkeer en luchtvaart en specifieke vastgelegde industriële activiteiten. Om de schadelijke gevolgen van omgevingslawaai te bestrijden, worden volgens de Richtlijn omgevingslawaai de volgende instrumenten toegepast: inventariseren van de blootstelling aan omgevingslawaai door middel van geluidbelastingkaarten; vaststellen van actieplannen om omgevingslawaai te voorkomen en/of te beperken; de plannen moeten vooral gericht zijn op plaatsen waar hoge blootstellingsniveaus schadelijke effecten kunnen hebben voor de gezondheid van de mens; ook moeten ze een goede geluidkwaliteit handhaven; voorlichten van het publiek over omgevingslawaai en de effecten daarvan; daarbij hoort het publiceren van de geluidbelastingkaarten en de mogelijkheid bieden voor inspraak over de actieplannen. 3
Uitwerking in Nederlandse wetgeving In Nederland is de Richtlijn omgevingslawaai in 2004 ingevoerd in de Wet geluidhinder. De betreffende bepalingen zijn in 2012 overgezet naar de Wet milieubeheer (Wm) en zijn nu opgenomen in titel 11.2 Wm. Een meer gedetailleerde uitwerking van de bepalingen in titel 11.2 Wm is opgenomen in het Besluit geluid milieubeheer en in de Regeling geluid milieubeheer. In het Besluit geluid milieubeheer staan onder hoofdstuk 4 de elementen genoemd die in een actieplan beschreven moeten worden. Samengevat komt dit neer op een beschrijving van de relevante wetgeving, het betrokken gebied, de resultaten van de geluidskaart, het voorgenomen beleid dat gevolgen kan hebben voor de geluidkwaliteit in de komende tien jaar, de voorgenomen maatregelen ter verbetering van de geluidkwaliteit in de komende vijf jaar en de reacties uit de inspraakprocedure. Artikel 11.14 Wm beschrijft de procedure voor de vaststelling van het actieplan. De voorbereiding gebeurt volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij in afwijking op artikel 3:15 Awb een ieder zienswijzen naar voren kan brengen. De termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen en het uitbrengen van adviezen bedraagt zes weken. Tegen het door Gedeputeerde Staten vastgestelde definitieve actieplan is geen beroep mogelijk.
1.4
Acties en proces
Algemene beschrijving proces De verplichtingen van titel 11.2 Wm hebben voor de provincie alleen betrekking op geluid van provinciale wegen. Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen (GS) zijn het bevoegde gezag voor dit actieplan. Voorafgaand aan dit actieplan is een geluidbelastingkaart opgesteld en vastgesteld. Deze geluidbelastingkaart beschrijft de situatie in 2011, voor wegdelen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages in dat jaar (dit komt overeen met gemiddeld 8.220 voertuigpassages per dag). Zie hiervoor verder §2.1. Dit actieplan borduurt hierop verder met een beschrijving het voorgenomen beleid ter beperking van de geluidbelasting en de voorgenomen te treffen maatregelen in de nabije toekomst. Volgens de EU-richtlijn moet het actieplan gaan over ‘prioritaire problemen’. Van een prioritair probleem is sprake als een ‘relevante grenswaarde’ wordt overschreden. Bij implementatie in de Nederlandse wetgeving is het begrip ‘relevante grenswaarde’ vertaald in ‘plandrempel’. Een eerste stap in het maken van een actieplan is het vaststellen van een (of meer) plandrempel(s). Op basis van de plandrempel zal beleid worden geformuleerd en voor situaties waar de geluidbelasting hoger is dan de plandrempel zullen maatregelen worden aangegeven om deze overschrijding terug te dringen. Deze maatregelen hebben betrekking op een planperiode van 5 jaar na de vaststelling van het actieplan. Tranches Het opstellen van de geluidbelastingkaart en vervolgens een actieplan, herhaalt zich iedere 5 jaar. De 1e tranche geluidbelastingkaart had betrekking op wegdelen met meer dan 6 miljoen voertuigpassages in 2006 en is medio 2007 vastgesteld. Dit betrof in totaal 24 km weg. Het actieplan eerste tranche is medio 2008 vastgesteld. Een evaluatie van het actieplan 1e tranche komt aan de orde in §2.1. Dit actieplan en de kaart waarop deze zijn gebaseerd betreffen de 2e tranche. De planperiode van het actieplan 2e tranche loopt van (medio) 2013 tot (medio) 2018. De 2e tranche heeft betrekking op wegdelen met meer dan 3 miljoen voertuigen in 2011 (dat is ca. 8.020 voertuigen per etmaal). De kaart van de 2e tranche is medio 2012 vastgesteld. Maatregelen Voordat maatregelen worden benoemd voor situaties waar de plandrempel wordt overschreden, wordt bezien in hoeverre bestaande ontwikkelingen op andere (beleids)terreinen invloed hebben op
4
de geluidkwaliteit van de relevante locaties. Mogelijk worden hierdoor enkele knelpunten al opgelost of worden er nieuwe knelpunten verwacht. Dit komt aan de orde in §4.3. De kosten van maatregelen laten zich doorgaans goed in geld uitdrukken. Dit komt verder aan de orde in §4.4 en in bijlage 5. De baten in reductie van de geluidbelasting vertalen zich naar volksgezondheid en de verkoopwaarde van onroerende goederen en zijn moeilijk in geld uit te drukken. Deze baten worden met dit actieplan niet gekwantificeerd. Vaststelling actieplan en verzending aan I&M GS stellen het actieplan voor provinciale wegen vast. De actieplannen voor rijkswegen, hoofdspoorwegen en grote luchthavens worden vastgesteld door de Minister van Infrastructuur en Milieu (I&M). Binnen één maand na de vaststelling van het definitieve actieplan worden de stukken ter beschikking gesteld aan een ieder en wordt het actieplan verstuurd naar de door I&M aangewezen instantie. I&M is ervoor verantwoordelijk dat de gegevens elke vijf jaar worden verzameld, gecategoriseerd en verzonden naar aan de Europese Commissie. [1]
5
2.1
EVALUATIE 1e TRANCHE
2.1.
Uitgangspunten 1e tranche
In het actieplan wegverkeerslawaai provincie Groningen 1e tranche zijn er 2 plandrempels gehanteerd. Er was een eerste plandrempel van 50 dB Lden. In situaties met woningen waar deze plandrempel werd overschreden, werd bij vervanging van het wegdek geluidreducerend asfalt toegepast. Dit resulteerde in de geplande aanleg van bijna 20 km geluidreducerend asfalt, waarvan bijna 11 km binnen de planperiode (2008-2013). Dit betreft: ca. 2 km op de N360 Damsterdiep Groningen; ca. 2 km op de N370 westelijke Ringweg Groningen; ca. 3 km op de N46 oostelijke Ringweg Groningen; ca. 3 km op de N366 Veendam - Pekela. Daarnaast was er een plandrempel van 62 dB Lden. Voor woningen waar na aanleg van geluidreducerend asfalt nog een geluidbelasting hoger dan deze 2e plandrempel resteerde, werden schermmaatregelen in beschouwing genomen. Dit betrof in totaal 51 woningen. Uitgangspunt hierbij was dat de schermen alleen werden geplaatst indien meer dan 50% van de bewoners (adressen) reageerde op het verzoek om aan te geven of zij voor of tegen plaatsing van een scherm zijn, en van degenen die reageerden meer dan 50% voor was. Woningisolatie is in de eerste tranche niet in beschouwing genomen. Met de in de 1e tranche gekozen aanpak lag de ambitie van de provincie Groningen relatief hoog.
2.2
Maatregelen 1e tranche
Geluidreducerend asfalt De wegvakken waarvoor in het actieplan 1e tranche besloten is geluidreducerend asfalt aan te leggen zijn, met (verwacht) jaar van aanleg, hieronder aangegeven (afbeelding 1).
6
Afbeelding 1: Geluidreducerend asfalt 1e tranche met (gepland) aanlegjaar
Afschermende maatregelen In het actieplan 1e tranche zijn schermmaatregelen aangegeven voor de volgende woningen, omdat hier na aanleg van geluidreducerend asfalt de 2e plandrempel van 62 dB nog werd overschreden: N360, Damsterdiep Groningen: 42 woningen ten noorden van het Damsterdiep. Voor de woningen Rijksweg 86 t/m 98 zijn schermmaatregelen ontworpen, en gepresenteerd aan de bewoners. Na bewonersraadpleging bleek dat geen van de bewoners voor de plaatsing van het scherm was. Hierdoor is het scherm niet gerealiseerd. Voor de woningen Rijksweg 102 t/m 129 zijn geen schermmaatregelen ontworpen, omdat dit vanwege de in-/uitritten niet inpasbaar is. Dit is aan bewoners te kennen gegeven, hier zijn geen reacties op gekomen. N370, westelijke ringweg (Friesestraatweg) Groningen: 8 woningen ten oosten van de ringweg (Rijksstraatweg 193-1, 197, 199, 201-4, 203, 205, 207 en 209 en 209). De maatregelen zijn nog niet uitgevoerd, vanwege herinrichtingsplannen voor het betreffende gebied en de nabijgelegen kruising. N370, Noorderhoogebrug Groningen: 1 woning, Groningerweg 24. De realisatie van dit scherm wordt meegenomen in het project reconstructie Noordzeeweg/Noordzeebrug.
2.3
Verschillen 1e en 2e tranche
In de onderstaande tabel worden de verschillen tussen de resultaten van de geluidbelastingkaart 1e (2006) en de 2e tranche (2011) weergegeven, alleen voor de wegdelen waarop de 1e tranche betrekking had.
7
Tabel 1: Verschillen 1e en 2e tranche, voor wegdelen van 1e tranche GEMEENTE WEGNUMMER AANTAL KM maat Lden (dB)
Lnight (dB)
klassen 55 - 59 60 - 64 65 - 69 70 - 74 ≥ 75 50 - 54 55 - 59 60 - 64 65 - 69 ≥ 70
Groningen Leek Veendam Winschoten N370/N46/N3 N372 N366 N367 60 17,2 0,8 5,8 0,2 AANTAL WONINGEN EN OVERIGE GELUIDGEVOELIGE OBJECTEN 2006 2011 2006 2011 2006 2011 2006 2011 1.351 906 1 4 16 17 0 8 1.204 809 0 0 2 6 0 0 221 22 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 844 841 0 2 5 6 0 0 598 29 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
TOTALEN
2006 1.368 1.206 221 1 0 849 598 2 0 0
2011 935 815 22 1 0 849 29 0 0 0
In de gemeente Groningen is ingevolge het actieplan 1e tranche op een deel van de provinciale wegen geluidreducerend asfalt aangebracht (zie afbeelding 1). In de tabel is te zien dat dit aanzienlijke verlagingen van aantallen woningen in de hoge geluidsbelastingklassen tot gevolg heeft gehad. Ook is te zien dat er in Leek, Veendam en Winschoten toenamen zijn. Hier is nog geen geluidreducerend asfalt aangebracht. Conclusie is dat de maatregelen 1e tranche goed werken en voor de wegen waar geen maatregelen zijn getroffen, de hinder licht is toegenomen door verkeersgroei in de periode 2006 – 2011.
8
3
De geluidbelastingkaart 2e tranche
3.1
Wegdelen
De geluidbelastingkaart 2e tranche heeft betrekking op delen van wegen in eigendom en beheer van de provincie Groningen met een wegvakbelasting van meer dan 3 miljoen motorvoertuigen in 2011. De kaart is op 17 juli 2012 vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Groningen. De kaart is te zien op de provinciale website (www.provinciegroningen.nl), volg hier: loket > kaarten > geluidbelastingkaart. Afbeelding 2: Delen van provinciale wegen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages in 2011
De betreffende wegdelen zijn beschreven in de onderstaande tabel 2. Opgemerkt wordt dat de wegdelen van de 1e tranche (met meer dan 6 miljoen voertuigpassages in 2006) ook weer deel uitmaken van de wegdelen die voor de 2e tranche moeten worden beschouwd (delen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages in 2011). De invoergegevens van het geluidmodel zijn beschreven in bijlage 4.
9
Tabel 2: Delen van provinciale wegen met meer dan 3 miljoen voertuigpassages in 2011 gemeente Groningen
Bedum Zuidhorn
weg N355 N361 N370 N370 N046 N046 N360 N046 N355
Ten Boer
N046 N360 Loppersum N046 Loppersum N360 Appingedam N360 Delfzijl Winsum Veendam Pekela
Stadskanaal Oldambt
leng- tot. te lengte (km) (km) van tot 50,163 53,620 3,457 25,665 1,080 4,667 3,587 0,000 4,283 4,283 53,620 53,900 3,380 2,451 9,348 6,897 11,000 12,670 1,670 3,234 5,625 2,391 12,670 16,730 4,060 4,060 46,320 50,163 3,843 3,843 kilometer
N360 N361 N366 N972 N367 N366 N366 N374 N362 N972
N367 N367 Bellingwedde N367 N368 Leek N372 Haren N860 Slochteren N387 N386 Hoogezand N386 N860 Grootegast N980
van -tot gemeentegrens Zuidhorn/Groningen - westelijke ringweg Boterdiepbrug - grens Groningen/Winsum Edelsteenlaan - Siersteenlaan/Pleiadenlaan westelijke ringweg - Beneluxweg knooppunt Euvelgunne - Beneluxweg Beneluxweg - grens Groningen/Bedum Oostelijke ringweg - grens Groningen/Ten Boer grens Groningen/Bedum - grens Bedum/Ten Boer provinciale weg N980 Zuidhorn - grens Zuidhorn/Groningen grens Bedum/Ten Boer - grens Ten Boer/Loppersum grens Groningen/Ten Boer - Rijksweg Ten Post grens Ten Boer/Loppersum - Delleweg Wijmersweg - grens Loppersum/Appingedam grens Loppersum/Appingedam - grens Appingedam/Delfzijl grens Appingedam/Delfzijl - Fivellaan Delfzijl gemeentegrens Groningen - prov. weg Ranum N364 Lloydsplein Veendam - grens gemeente Pekela Winschoterweg - grens Pekela/Winschoten Zuiderveen - Veendammerweg grens Veendam/Pekela - Van Boekerenweg N379 van Boekerenweg N378 - Kruisstraat Musselkanaal Hoofdstraat/Oosterstraat - Drentse grens aansluiting rijksweg A7 - Scheemdermeersterweg gemeentegrens Pekela/Winschoten - Udesweg Winschoten Rijksweg A7 - Beertsterweg Winschoten oostelijke Rondweg - Pekelerhoofddiep Pekelerhoofddiep - Turfweg Turfweg - Oosteinde Blijham provinciegrens - Rijksweg A7 aansluiting Oosterhaar - grens Haren/Hoogezand Rijksweg A7 Hoogezand - Hoofdweg Kolham Rijksweg A7 - Rengersbrug Rengersbrug - Industrieweg Foxhol grens Haren/Hoogezand - Silenkabrug Munnikeweg (N388) - Woldweg (N388) Sebaldeburen
10
16,730 5,625 20,756 18,100 20,565
20,756 14,000 24,000 20,565 25,840
4,026 12,401 8,375 3,244 5,709 2,465 5,275 5,275
25,840 4,667 0,075 5,256 8,100 4,620 14,400 2,070 17,500 5,427
27,030 14,100 4,620 5,427 13,247 14,400 24,200 2,772 18,624 7,300
1,190 1,190 9,433 9,433 4,545 4,545 0,171 15,098 5,147 9,780 9,800 10,502 0,702 1,124 3,597 1,873
0,000 0,300 0,300 3,700 4,000 0,300 4,000 5,420 1,420 2,216 4,804 5,600 0,796 13,815 17,002 3,187 3,187 1,720 3,632 1,912 1,912 0,000 1,850 1,850 2,667 0,083 0,900 0,817 0,900 1,300 0,400 2,768 3,632 6,000 2,368 8,100 8,540 0,440 0,440 TOTAAL 114,508
3.2
De telgegevens van de kaart
Overzichten per gemeente In de onderstaande tabel 3 zijn aantallen woningen en andere geluidgevoelige gebouwen, die blootgesteld zijn aan bij de wet vastgestelde geluidbelastingklassen Lden en Lnight, per gemeente aangegeven. Tabel 3: Resultaten (woningen per geluidbelastingklasse) geluidbelastingkaart 2e tranche gemeente
Appingedam Bedum Bellingwedde Delfzijl Groningen Grootegast Haren Hoogezand Leek Loppersum Oldambt Pekela Slochteren Stadskanaal Ten Boer Veendam Winsum Zuidhorn totalen
55-60 91 3 5 34 1.121 3 3 3 22 4 8 76 79 9 44 17 73 2 1.597
aantallen woningen/andere geluid geluidgevoelige gebouwen Klasse Lden Klasse Lnight 60-65 65-70 70-75 >75 50-55 55-60 60-65 65-70 29 0 0 0 42 5 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 10 6 0 0 10 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 838 52 2 0 931 64 2 0 3 12 2 0 3 12 2 0 6 0 0 0 6 0 0 0 25 6 0 0 19 11 0 0 64 29 0 0 72 20 0 0 4 0 0 0 4 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 51 1 0 0 59 3 0 0 12 0 0 0 15 1 0 0 38 2 0 0 31 3 0 0 30 36 3 0 46 32 10 0 5 0 0 0 5 0 0 0 113 30 2 0 110 41 2 0 6 5 0 0 5 6 0 0 1.235 179 9 0 1.359 204 16 0
>70 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Overzicht aantallen (ernstig) gehinderden, en slaapgestoorden In bijlage 2 van de Regeling geluid milieubeheer zijn de volgende dosis-effectrelaties voor verkeerslawaai vastgelegd: Tabel 4: dosis-effectrelaties voor verkeerslawaai Geluidbelastingklasse (Lden) 55–59 dB 60–64 dB 65–69 dB 70–74 dB 75 dB of hoger Geluidbelastingklasse (Lnight) 50–54 dB 55–59 dB 60–64 dB 64–69 dB 70 dB of hoger
Gehinderden / 100 bewoners Ernstig gehinderden / 100 bewoners 21 8 30 13 41 20 54 30 61 37 Slaapgestoorden / 100 bewoners 7 10 13 18 20
Met de gegevens van tabel 3 kunnen de aantallen (ernstig) gehinderden en slaapgestoorden van een groep bewoners langs bepaalde wegstukken worden bepaald.
11
Als gevolg van geluid van de wegdelen van de 2e tranche (zie afbeelding 1) zijn er op basis van in de Regeling omgevingslawaai vastgestelde dosis-effectrelaties en een standaard-aantal bewoners per woning van 2,3, de volgende aantallen gehinderden en slaapgerstoorden (situatie 2011): Tabel 5: Dosis effectrelaties wegdelen 2e tranche gehinderden ernstig gehinderden 1.803 751
slaapgestoorden 271
In grafiekform, per geluidbelastingklasse: Afbeelding 3: Aantallen gehinderden en ernstig gehinderden (wegdelen 2e tranche)
Afbeelding 4: Aantal personen met slaapverstoring (wegdelen 2e tranche)
NB: Deze aantallen geven een maat voor de dosis-effectrelatie (de mate van hinder voor bewoners). Hierin zitten diverse aannamen verwerkt, voor wat betreft de geluidberekening, het aantal bewoners per object (andere geluidgevoelige gebouwen zijn hierbij niet anders geteld dan woningen) en de aantallen gehinderden c.q. ernstig gehinderden bij de verschillende geluidbelastingklassen. Hierbij speelt dat niet iedereen even veel last zal hebben van dezelfde mate van geluid. Daarom zijn er bij lagere geluidbelastingklassen, hoewel minder in aantal, ook gehinderden en ernstig gehinderden. De genoemde aantallen zijn hiermee geen absolute gegevens.
12
4
Uitgangspunten en afwegingen actieplan 2e tranche
4.1
Objecten waarop wordt getoetst
De geluidbelasting wordt overeenkomstig de wettelijke bepalingen getoetst op de buitenkant (de gevels) van gebouwen waar geluidhinder kan worden ondervonden. Dit zijn: woningen, woonwagenstandplaatsen ; andere geluidsgevoelige gebouwen: scholen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen, medische centra, poliklinieken, medische kleuterdagverblijven; stille gebieden/stiltegebieden. In de provincie Groningen liggen deze op dusdanige afstand van de betrokken wegen dat de toetsing hierop geen rol speelt. De toetsingshoogte is 4 meter boven het maaiveld ter plaatse.
4.2
Saneringsopgave wegverkeerslawaai
Saneringswoningen zijn volgens de Wet geluidhinder (Wgh) woningen die al in 1986 een geluidbelasting hoger dan 60 dB(A) ondervonden. De definitieve saneringslijst van deze woningen is in 2009 door het Rijk vastgesteld. Het rijk is verantwoordelijkheid voor saneringswoningen langs rijkswegen en gemeenten zijn verantwoordelijk voor saneringswoningen langs gemeentelijke en provinciale wegen. Wanneer wegen waarlangs saneringswoningen liggen worden gereconstrueerd, wordt door de betreffende gemeente een saneringsplan voor deze woningen opgesteld. Hierin wordt vastgesteld welke geluidsbeperkende maatregelen voor deze woningen worden getroffen. Het bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV) verstrekt hiervoor op verzoek van de betrokken gemeente subsidies, controleert maatregelen en legt de geluidbelastingen na maatregelen vast in hogere waardenbesluiten. Gemeente hoeven saneringswoningen niet te laten wachten op een wegreconstructie maar kunnen zelf ook initiatief nemen en een subsidieverzoek voor een saneringsplan indienen bij BSV. Subsidieverzoeken die voor 1 februari 2012 zijn ingediend, zijn opgenomen op de prioriteitenlijst voor het jaar 2012. Het project met de hoogste prioriteit komt het eerst in aanmerking voor toekenning van een subsidie. Projecten met een te lage prioriteit voor 2012 maakt in 2013 opnieuw kans op subsidie. Bij het treffen van geluidreducerende maatregelen hebben maatregelen aan de geluidsbron, zoals geluidreducerend asfalt, de voorkeur. De aanleg van geluidreducerend asfalt levert derhalve een bijdrage aan de saneringsdoelstellingen. De gevolgen van dit actieplan voor saneringsplannen van gemeenten, zullen per geval met betrokken gemeenten worden besproken.
4.3
Overzicht relevante infrastructurele werken, saneringen en/of RO-plannen
Naast wegvakken waar in de planperiode vervanging van het wegdek is gepland, is ook rekening gehouden met wekvakken die in de komende periode gereconstrueerd worden. Dit zijn:
N355: verlegging van een gedeelte van de Friesestraatweg bij Nieuwklap en vervanging/verplaatsing van de brug over het Aduarderdiep (Nieuwklap).
N361: De gemeente Winsum is bezig met de opstelling van een saneringsprogramma ter beperking van geluidhinder vanwege de N361. Achtergrond van het saneringsprogramma is een regeling uit de Wet geluidhinder voor woningen die al sinds langere tijd (sinds 1986) blootstaan aan een verhoogde geluidbelasting vanwege verkeer. Voor de uitvoering van de maatregelen kan de gemeente een subsidie ontvangen van het Ministerie van I&M. De gemeente is voornemens eind 2013 een plan in te dienen bij het Ministerie. De maatregelen van dit actieplan zijn in overleg met de gemeente Winsum tot stand gekomen, en de maatregelen voor de N361 zullen worden betrokken bij het saneringsplan van de gemeente.
N366: In een studie uit 2004 naar het eindbeeld van de route N366 - N391 - rondweg Emmen - N34 is geconcludeerd dat de route moet worden opgewaardeerd. Het eindbeeld van de N366 gaat uit
13
van een hoogwaardige stroomweg met ongelijkvloerse kruisingen, een verbreding van de weg naar 8,60 meter en een verdubbeling van het weggedeelte Veendam - Pekela. In 2007 is gestart met de realisatie van de maatregelen (ombouw kruispunten) die in de eindbeeldstudie zijn opgenomen. In 2013 zal voor de verdubbeling Veendam - Pekela en het verbreden van de N366 op het gedeelte Pekela - Stadskanaal een realisatiebesluit worden genomen.
N366: sanering woningen Alteveer, Poortmanswijk 15, 19 en 21; in 2012 heeft de gemeente Stadskanaal al haar woningen van de B-lijst (sanering wegverkeerslawaai) aangemeld bij het Bureau Sanering Verkeerslawaai. Het gaat daarbij om in totaal 587 woningen. In 2013 wordt door de gemeente subsidie aangevraagd. Voor de 3 genoemde woningen aan de Poortmanswijk is aanvullend een doelmatigheidstoets uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat er voldoende “punten” kunnen worden gescoord om een scherm in plaats van gevelmaatregelen als doelmatig te beschouwen. In 2012 heeft tussen de gemeente Stadskanaal en de provincie Groningen een overleg plaatsgevonden of er mogelijkheden zijn om voor deze woningen het geluidniveau naar beneden te brengen op grond van bron- en/of overdracht maatregelen.
N368: verandering van dubbelbaans naar enkelbaans tussen rotonde Turfweg en rotonde Oosteinde Blijham.
4.4
Afwegingen m.b.t. plandrempel en maatregelen
Beschrijving proces In het Besluit geluid milieubeheer is opgenomen dat in het actieplan een plandrempel wordt aangegeven. De plandrempel is een geluidniveau dat geldt als ondergrens voor de bepaling van maatregelen. De provincie geeft daarmee aan dat in situaties met een hogere geluidbelasting maatregelen nodig zijn. Er is een grote vrijheid bij het vaststellen van de plandrempel. Zo staat in het Besluit dat deze voor verschillende categorieën van gevallen of per deelgebied verschillend kan worden vastgesteld. Een mogelijkheid is op basis van gezondheid de hoogte van de plandrempel vast te stellen. Wegdelen waarvoor maatregelen worden beschouwd Het totaal areaal aan wegen met een wegvakintensiteit met meer dan 3 miljoen motorvoertuigen (mvt) in 2011 is ca. 115 km (zie §3.1). Bij de bepaling van maatregelen is er in dit actieplan voor gekozen buiten beschouwing te laten:
wegdelen waarvoor in de 1e tranche tot de aanleg van geluidreducerend asfalt is besloten; wegdelen die niet in de planperiode van de 2e tranche (2013 - 2018) voor groot onderhoud in aanmerking komen. Dit vanwege het uitgangspunt dat, om kapitaalvernietiging te voorkomen, geluidreducerend asfalt alleen wordt aangelegd als het bestaande wegdek aan vervanging toe is.
Hiermee resteren de volgende wegdelen (in totaal 34,7 km).
14
Afbeelding 5: Wegdelen >3 miljoen mvt in 2011 én groot onderhoud / reconstructie in planperiode
In beschouwing te nemen maatregelen De geluidreducerende maatregelen van dit actieplan betreffen alleen het stiller maken van wegdekken. Dit sluit aan bij de voorkeursvolgorde voor maatregelen van de Wgh, volgens welke eerst wordt gekeken naar mogelijkheden om het geluid bij de bron (de weg) terug te brengen, en pas als dit niet mogelijk is de overdracht (geluidschermen of wallen) en als laatste bij de ontvanger (woningisolatie). Om kapitaalvernietiging te voorkomen, wordt geluidreducerend asfalt aangebracht op het moment dat een bestaand wegdek aan vervanging toe is. Voor wegdekken die binnen de planperiode van dit actieplan (2013-2018) niet aan vervanging toe zijn, worden hierdoor met dit actieplan geen middelen gereserveerd voor de vervanging en onderhoud van het wegdek (indien aan de orde). Dit komt aan de orde in volgende tranches. Geluidreducerend asfalt Geluidreducerend asfalt heeft minder goede sterkte-eigenschappen dan een standaardwegdek. Hierdoor zijn de onderhoudskosten van geluidreducerende wegdekken hoger. Als geluidreducerende wegdekken worden in de provincie Groningen dunne deklagen A toegepast. Een meer uitvoerige beschrijving van geluidreducerend asfalt, de toepassingsmogelijkheden daarvan en de kostenverschillen met standaardwegdekken is opgenomen in bijlage 5. Geluidbelasting en milieugezondheidskwaliteit De leefbaarheid van een omgeving wordt mede beïnvloed door wegverkeerslawaai. Afhankelijk van de mate van geluidbelasting, kunnen slaapverstoring, hinder en hart- en vaatziekten optreden. Een veel gebruikte maat om de ziektelast in een populatie weer te geven is DALY. Een DALY geeft het aantal verloren levensjaren en het aantal jaren geleefd met gezondheidsproblemen, gewogen voor de ernst hiervan (ziektejarenequivalenten) weer.
15
Van de totale ziektelast in Nederland is naar schatting 2 tot 5% toe te schrijven aan milieufactoren en bedraagt de jaarlijkse ziektelast door omgevingslawaai (let wel: hieronder vallen ook burenlawaai, industrielawaai etc.) gemiddeld 36.800 DALY's [1]. Op kleinere schaal kan de Gezondheidseffectscreening gebruikt worden om de milieugezondheidskwaliteit van een leefomgeving in kaart te brengen. Hiermee kan gestandaardiseerd worden weergegeven wat de invloed van milieufactoren (luchtkwaliteit, externe veiligheid, stank, bodemverontreiniging, bovengrondse hoogspanningsleidingen, geluid) op de gezondheid van bewoners is. De omvang van de negatieve invloed op de gezondheid wordt uitgedrukt in GES-scores van 1 t/m 8. Deze is afgeleid van dosis-effectrelaties en een maximaal toelaatbaar risico. Voor wegverkeerslawaai is dit als volgt vastgesteld: Tabel 6: relatie GES-scores - geluidbelasting wegverkeer GES-score 0 1 2 4 5 6 7 8
geluidbelasting Lden (dB) < 43 43 - 47 48 - 52 53 - 57 58 - 62 63 - 67 68 – 72 > 73
% ernstig gehinderden 0 0-3 3-5 5-9 9-14 14-21 21-31 >31
milieugezondheidskwaliteit zeer goed groen goed redelijk geel matig oranje zeer matig onvoldoende rood ruim onvoldoende zeer onvoldoende
Te zien is dat de klassenindeling en de effectinschatting niet geheel gelijk is aan die van de Regeling geluid milieubeheer (zie par. 2.3). Hierbij speelt dat de dosis-effectrelaties geen exacte wetenschap zijn, maar aannamen op basis van bevolkingsonderzoek en medische kennis. Waarden van 62 à 63 dB Lden en 55 dB Lnight zijn erkende grenzen waarboven de milieugezondheidskwaliteit onvoldoende is. [5][6]
4.5
Plandrempel
De plandrempel baseren wij alleen op de geluidbelasting Lden. Er is immers een verband tussen Lden en Lnight, aangezien Lden het gemiddelde is van de geluidbelasting over de dag-, avond, en nachtperiode. In het voortraject zijn een aantal varianten voor de bepaling van maatregelen beschouwd. Hierbij is gekozen voor de variant waarbij geluidreducerend asfalt wordt aangelegd voor wegdelen de een geluidbelasting veroorzaken van meer dan 62 dB op daarlangs gelegen woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen. Belangrijkste reden om te kiezen voor een uniforme plandrempel, is dat deze duidelijk is en dat hiermee geen ongelijkheid ontstaat bij de bepaling van maatregelen.
16
5
Maatregelen 2e tranche
5.1
Randvoorwaarden bij maatregelen
Het stil asfalt wordt, ingevolge de plandrempel van 62 dB aangelegd voor woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen, met een geluidbelasting van meer dan 62 dB op de gevel. Als minimale invloedssfeer hanteren we hierbij afstanden van 150 meter vanaf de loodlijn van een gevel van de woning naar de weg. Dit betekent dat voor een enkele woning (als deze een geluidbelasting heeft van 62 dB of hoger) minimaal 300 meter geluidreducerend asfalt (+ de breedte van de woning) wordt aangebracht.
5.2
Overzicht en planning van de maatregelen
In de onderstaande tabel zijn trajecten aangegeven die: waarover in 2011 meer dan 3 miljoen motorvoertuigen passeerden, en waarlangs woningen liggen die in 2011 een geluidbelasting hoger dan 62 dB hadden, en waar binnen de planperiode groot onderhoud (vervanging van het wegdek) is gepland en/of waarvoor binnen de planperiode (2013-2018) een wegreconstructie aan de orde is.
Tabel 7: trajecten voor aanleg geluidreducerend asfalt in planperiode WEGNR
WEGVAK
AANLEIDING
N361 N361 N361 N361 N361 N361 N361 N361 N361 N980 N355 N355 N355 N372 N372 N860 N860 N374 N374 N366 N366 N366 N367/N368
Groningen-Adorp Groningen-Adorp Groningen-Adorp Adorp Adorp-Sauwerd Sauwerd Sauwerd-Winsum Sauwerd-Winsum Winsum Sebaldeburen Aduard Aduard Aduard Rondweg Leek Leek-Midwolde Waterhuizen Waterhuizen Stadskanaal Stadskanaal Pekela zuid Alteveer noord Alteveer zuid Blijham
onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud reconstructie onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud onderhoud reconstructie reconstructie reconstructie reconstructie
*
VERWACHT HECTOMETER* LENGTE* AANLEG(km) van tot JAAR 2015 2,70 3,05 0,35 2015 3,70 4,05 0,35 2015 4,40 4,75 0,35 2018 5,60 6,50 0,90 2015 7,55 8,10 0,55 2018 8,10 9,00 0,90 2015 9,00 9,80 0,80 2015 10,20 10,60 0,40 2018 11,30 13,90 2,60 2014 8,10 8,50 0,40 2014 48,15 48,50 0,35 2014 48,70 49,40 0,70 2016 49,40 50,75 1,35 2013 14,30 14,90 0,60 2017 15,45 15,95 0,50 2017 4,00 4,65 0,65 2017 5,00 5,75 0,75 2018 2,10 2,50 0,40 2018 2,60 2,80 0,20 2015 5,80 7,40 1,60 2015 9,10 9,40 0,30 2015 9,90 10,50 0,60 2013 4,80 5,60 0,80
De in deze tabel aangeven wegdelen zijn aangeduid op de kaart van bijlage 3.
17
5.3
Beschrijving van de effecten
Te verwachten is dat door de aanleg van geluidreducerend asfalt de geluidbelasting op de gevels zal afnemen met 2 tot 3 dB. De reductie variëert afhankelijk van de snelheid ter plaatse en de verdeling van het verkeer. Na verloop van tijd kan de geluidreductie afnemen, door dichtslibben van de open ruimten van het wegdek, en door verruwing van het oppervalk (rafeling). De mate waarin dit optreedt is afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden.
18
6
Procedure
6.1
Inspraak
Het ontwerp van dit actieplan heeft in de betrokken gemeenten ter inzage gelegen van 4 juli 2013 tot en met 30 augustus 2013. Gedurende deze termijn konden door eenieder inspraakreacties worden ingebracht. Op het ontwerp-actieplan zijn geen inspraakreacties ingebracht. Dit actieplan staat niet open voor bezwaar of beroep.
6.2
Inzage
Dit actieplan is digitaal te raadplegen via de provinciale website www.provinciegroningen.nl. Volg hier: Uitvoering > Water, milieu en veiligheid. Dit actieplan ligt ter inzage in de gemeente waar maatregelen zijn gepland. Dit zijn de gemeenten: -
Bellingwedde; Groningen. Grootegast; Hoogezand-Sappemeer; Leek; Pekela; Stadskanaal; Veendam; Winschoten; Winsum; Zuidhorn;
Voor nadere gegevens over de plaatsen en tijden van de inzagemogelijkheden per gemeente wordt verwezen naar de publicatie van actieplan, of naar de betreffende gemeenten. Voorts is het actieplan in te zien op de mediatheek op het Provinciehuis Groningen, St. Jansstraat 4, Groningen.
19
BIJLAGE 1: TOELICHTING OP DE BEGRIPPEN Etmaalperiode Gedeelte van een etmaal, waarover het geluidniveau wordt bepaald (dag, avond en nacht) Geluidbelasting in dB Op een geheel getal af te ronden geluidbelasting in Lden, op een plaats, gemiddeld over alle perioden van 7 tot 19 uur (dag), 19 tot 23 uur (avond) en 23 tot 7 uur (nacht) in een jaar. dB is een afkorting van ‘decibel’. De decibel is de standaardmaat voor geluidbelasting. In alle Europese landen wordt geluidhinder van wegen met deze maat bepaald. Lden Lden is het gemiddelde van de geluidbelasting over de dag-, avond- en nachtperiode ('L' staat voor 'level', 'den' staat voor 'day-evening-night'). De dagperiode loopt hierbij van 07.00 tot 19.00 uur, de avondperiode van 19.00 tot 23.00 uur en de nachtperiode van 23.00 tot 07.00 uur. Bij de middeling weegt het geluid in de avond (19.00 – 23.00 uur) 5 dB zwaarder mee dan de dag, en het geluid in de nacht (23.00 – 07.00 uur) 10 dB zwaarder dan de dag. Dit is omdat geluid ‘s avonds en ’s nachts eerder tot hinder leidt dan overdag. Lden is een dosismaat die een indicatie geeft van de mate van geluidhinder. Lnight Lnight is de geluidbelasting over de nachtperiode ('L' staat voor 'level'). De nachtperiode loopt hierbij van 23.00 tot 07.00 uur. Lnight is een dosismaat die een indicatie geeft van de mate van slaapverstoring.
20
BIJLAGE 2: BRONNEN [1] Handreiking Omgevingslawaai 2011, Ministerie van Infrastructuur en Milieu. [2] CROW publicatie 287, Stille wegdekken, 15 juni 2010. [3] CROW publicatie 966, Herziening wegdekcorrecties voor twee categorieën dunne geluidreducerende deklagen, 1 juni 2009. [4] CROW publicatie 316, De wegdekcorrectie voor geluid van wegverkeer 2012, 06-09-2012. [5] Literatuurstudie naar de relatie wegverkeerslawaai versus gezondheid en leefbaarheid, Agentschap NL en CROW in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, 12 april 2012. [6] Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu, Handboek voor een gezonde inrichting van de woonomgeving, i.o.v. Min. van VROM, Min. van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, juli 2010.
21
BIJLAGE 4: INVOERGEGEVENS GELUIDMODEL Het verkeer is als geluidbron als een lijn in het akoestisch rekenprogramma Geomilieu (versie 1.90) ingevoerd. De betreffende lijnen zijn afkomstig uit het Nationaal Wegenbestand (NWB). Aan de rijlijnen zijn de intensiteiten voor de verschillende voertuigtypen (lichte, middelzware en zware voertuigen) voor de verschillende etmaalperioden (dag, avond, nacht) gekoppeld. Deze intensiteitsgegevens zijn verkregen vanuit geautomatiseerde verkeerstellingen. Verder zijn aan de rijlijnen de (wettelijke) voertuigsnelheden, en als volgt de wegdektypen gekoppeld: Wegdektypen code provincie
code geomilieu
omschrijving
DAB, SMA0/8, SMA0/11 DGD type 1 DGD type 2 SMA05, SMA06 OPP ELE, GEK
W0 W11 W12 W4 W8 W9
referentiewegdek dunne deklagen A dunne deklagen B SMA 0/6 oppervlakbewerking gewone elementenverharding
Met de hiervoor aangegeven gegevens is het verkeer als geluidbron gedefinieerd. Voor het opbouwen van het model zijn verder in het model ingevoerd: • iso-hoogtelijnen (bestand van Idelft) aangevuld met eigen modellen van reconstructies; • gebouwen (top 10-vector); • adressen (BAG (BasisAdministratie Adressen en Gebouwen)), hieruit zijn niet betrokken de adressen met een functie werken, omdat bedrijven geen geluidgevoelige objecten zijn; • harde oppervlakken (oppervlakken met de functie wegen, water, parkeerplaatsen e.d., uit de top 10-vector); • ontvangerpunten voor de gevels (ten behoeve van de berekening van de geluidbelasting per adres); • gridpunten op een hoogte van 4 m boven maaiveld (ten behoeve van de berekening van de geluidcontouren). De berekeningen zijn uitgevoerd met SRM-II, in Geomilieu V1.90. Bij de berekening voor de geluidbelastingkaart wordt de correctie ingevolge art. 110g Wgh/art. 3.4 Reken- en meetvoorschrift geluid 2012 niet toegepast (de betreffende correctie heeft de bedoeling voor de toekomst met een lagere geluidbelasting te rekenen, vanwege de verwachting dat voertuigen op termijn stiller worden).
23
BIJLAGE 5: GELUIDREDUCEREND ASFALT Aan wegen worden vele eisen gesteld. De beoordeling van de eigenschappen van een wegdek heeft niet alleen betrekking op geluidreductie, maar ook op veiligheid, civieltechnische duurzaamheid en kostenefficiëntie. Bij de civieltechnische duurzaamheid spelen scheurvorming, spoorvorming, oneffenheden, steenverlies en rafeling een rol. De kosten van verschillende wegdekkentypen worden bepaald door de aanlegkosten, de levensduur en eventuele onderhouds- en reinigingskosten. In een vergelijk met DAB, dunne semi-dichte deklaag, dunne open deklaag, enkellaags ZOAB en tweelaags ZOAB blijkt de dunne open deklaag het meest kostengunstig zijn te zijn. De levensduur is hierbij een belangrijke factor. Deze asfaltmengsels worden in een dunne laag (ongeveer 10-30 mm) (volgens CROW ten minste 20 mm) aangelegd op een onderlaag. Door de fijne oppervlaktextuur blijken dunne deklagen sterk geluidreducerend te werken. De meeste dunne deklagen hebben bovendien een percentage van 10 tot 15 holle ruimte. Dit leidt enerzijds tot de vermindering van geluidafstraling ten gevolge van aerodynamische processen, en anderzijds tot significante absorptie bij de deklagen met wat grotere laagdikten. Semidichte en dichte dunne geluidreducerende asfaltdeklagen hebben de voorkeur boven open dunne geluidreducerende asfaltdeklagen omdat die een ander strooiregime nodig hebben (2 keer strooien). Tevens vinden in onze provincie veel aardappeltransporten en bietentransporten plaats. Hierdoor gaan de open dunne asfaltdeklagen dichtzitten waardoor de deklaag vaker gereinigd moet worden. Binnen de provincie Groningen wordt hierdoor echter alleen gebruik gemaakt van dunne deklagen A (deklagen met tot 12% open ruimte), omdat deze minder gevoelig zijn voor wringingschade, rafeling en vervuiling, en daarmee algemener toepasbaar. Dit type wegdek wordt alleen bij dit actieplan betrokken. Hiervan wordt echter afgezien op plaatsen waar in hoge mate is van wringing (optrekkend of remmend verkeer en bochten) of van mogelijke vervuiling van het wegoppervlak. De geluidreductie van geluidreducerend asfalt neemt af in de loop van de gebruiksduur. In verband hiermee is in een recente aanpassing in de lijst van de correctiefactoren voor verschillende wegdekken de gemiddelde geluidreductie, i.p.v. de geluidreductie na aanleg opgenomen. Voor semi-dichte deklagen varieert de gemiddelde reductie ca. 2 dB bij lage snelheden tot ongeveer 3 dB(A) bij hoge snelheden. De verwachting van de levensduur bedraagt ongeveer 8 jaar. In verband met de minder gunstige sterkte-eigenschappen worden geluidreducerende wegdekken niet toegepast: - in bochten; - op - en afritten; - op korte afstand van kruispunten. Daarnaast is het vanuit kostenoogpunt van belang dat grotere, niet te ver van elkaar gelegen lengten kunnen worden aangelegd (in één dag wordt 1 tot 1,5 km aangelegd, het is niet kostenefficiënt een dag een aannemer te laten komen voor aanleg van mindere lengte). [2][3][4] Meerkosten geluidreducerend asfalt Voor de kosten van geluidreducerende wegdekken wordt gerekend met de meerkosten ten opzichte van het standaardwegdek DAB (Dicht Asfalt Beton), over de levensduur van het wegdek. Het laatste jaar is er pas meer duidelijk over de levensduur, investerings- en onderhoudskosten van geluidreducerend asfalt t.o.v. DAB, doordat de eerste geluidreducerende wegdekken er inmiddels een jaar of 8 tot 12 liggen. Volgens de laatste inzichten gaan de geluidreducerende asfaltdeklagen gemiddeld ongeveer 8 jaar mee. Bij cyclisch programmeren is de verhouding tussen levensduur van geluidreducerend asfalt en DAB altijd 1:2. Dit is ook verwoord in de beantwoording van het PVOV (Provinciaal Vakgenoten Overleg Verhardingen) aan de IPO-Werkgroep Geluid over de meerkosten toepassing geluidreducerend asfalt op provinciale wegen.
24
Voor toe te passen geluidreducerend asfalt wordt in dit actieplan uitgegaan van dunne deklagen A (deklagen met t/m 12% holle ruimte). De extra investeringskosten bij aanleg zijn verwaarloosbaar aangezien de geluidreducerende asfaltdeklaag dunner is dan een gewone DAB deklaag. De ondergrond in Groningen is lang niet overal stabiel (veen, klei) waardoor bij vervanging ook de tussenlaag vervangen dient worden en niet alleen kan worden volstaan met een deklaag. Tabel 6: Kostenoverzicht dunne geluidreducerende asfaltdeklagen vs. DAB per cyclus moment dunne deklaag DAB actie kosten (€/m2) actie kosten (€/m2) eerste aanleg aanleg 21 aanleg 21 3 na 10 jr 10% herstel 2 na 5 jaar bitumen verjongen na 8 jaar vervangen 21 na 13 jaar bitumen verjongen 3 na 16 jaar vervangen 21 vervangen 21 totale kosten over periode 69 44 Per cyclus komt de toename van kosten voor de dunne deklagen A neer op, €25,-/m2, ofwel ca. 50%. Dit komt overeen met de bevindingen uit het PVOV.
25