Achtergrondnota inzake de Millennium Development Goals (MDG’s).
Situering De Millenniumdoelstellingen vinden hun basis in de Millenniumtop van 2000. Zij werden geformuleerd rond acht objectieven, 21 ietwat specifiekere “targets” en worden gemeten aan de hand van (nu al) 60 indicatoren. Hieronder de acht doelstellingen. In bijlage 1 gaat een overzicht met de targets en indicatoren. • • • • • • • •
MDG 1: Extreme armoede en honger bestrijden MDG 2: Basisonderwijs voor iedereen toegankelijk maken MDG 3: De gendergelijkheid bevorderen en de positie van de vrouw verstevigen MDG 4: De kindersterfte terugdringen (met 2/3) MDG 5: De gezondheid van de moeder verbeteren (met 3/4) MDG 6: HIV/AIDS, malaria en andere ziekten bestrijden MDG 7: Zorgen voor een duurzaam milieu MDG 8: Een wereldpartnerschap voor ontwikkeling creëren
Sedert negen jaar vormen de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (MDG’s) dé referentie bij uitstek voor de ontwikkelingssamenwerking. De VN en andere actoren wensen de vooruitgang (of het gebrek daaraan) op de internationale agenda te houden. Gordon Brown en de VN Secretaris-generaal hebben daartoe in 2007 (Davos) een “Call to Action” gelanceerd. De Belgische regering heeft zich daarbij aangesloten1. Waar staan wij? In Augustus 2008, heeft de VN Secretaris generaal zijn MDG 2008 Rapport vrijgegeven. De vooruitgang die werd geboekt is onvoldoende, hoewel er ook een aantal positieve tendensen zijn. Veel hangt ook af van de specifieke doelstelling en van de geografische focus. Globaal gezien zal de armoede-doelstelling (MDG 1) worden gehaald, dank zij de sterke economische groei in China en India. Niettemin zijn er vele landen die de doelstelling niet zullen behalen. De doelstellingen inzake gender (MDG 3) en onderwijs (MDG 4) zullen globaal niet worden gehaald, maar er is vaak toch enige vooruitgang. Het meest teleurstellend is de gebrekkige vooruitgang inzake kinder- en moedersterfte (MDG 4 en 5). Ook inzake watervoorziening en sanitaire voorzieningen (MDG 7 C) blijft de kloof tussen de gemaakte en de voorziene vooruitgang vrij groot. In het algemeen kan niettemin gesteld worden dat de vooropgestelde doelstellingen niet overdreven ambitieus waren2. Dat wordt bewezen door het feit dat in elke regio en voor elk thema er wel degelijk landen zijn die de Millenniumdoelstelling behalen. In het gekleurd overzicht in Bijlage 2 dat de gemaakte vooruitgang en perspectieven illustreert per regio en per doelstelling vindt men bijgevolg een genuanceerd kleurenpalet, met zowel donkergroene, gele als rode vakken. Een verontrustende vaststelling is evenwel dat ook in landen die een goed gemiddelde halen, deze vooruitgang vaak een stijgende interne ongelijkheid verbergt. De kloof tussen arm en rijk lijkt in vele landen veel groter te worden.
1 2
Brief Verhofstadt aan Gordon Brown (maart 2008) Een mogelijke uitzondering daarop is misschien de doelstelling inzake kindersterfte en vooral deze inzake moedersterfte
1
In het tweede gedeelte van deze Nota wordt verder ingegaan op de evolutie voor elk van de acht MDG-doelstellingen. Blijvende en nieuwe uitdagingen De uitdagingen die zich stellen houden verband met enkele blijvende of bijkomende bedreigingen voor een succesvolle strijd tegen de armoede. Een factor die remmend blijft optreden is ongetwijfeld de interne veiligheidssituatie. Landen in conflict boeken haast geen vooruitgang of gaan soms achteruit. Ook het gebrek aan behoorlijk bestuur heeft een zware impact op de landenprestaties. De fragiele staten vergen dus extra aandacht van de internationale gemeenschap. Daarnaast is er de sterke dreiging die uitgaat van de klimaatwijziging. De negatieve impact daarvan op ontwikkeling en armoedebestrijding en dus op de Millenniumdoelstellingen wordt steeds duidelijker en zet een zware domper op de globale perspectieven op middellange termijn. Verder is er de recente explosie van de voedselprijzen, die zeer zwaar weegt op (op zich reeds onvoldoende) vooruitgang in de strijd tegen de honger. Het staat buiten kijf dat de omschakeling naar de productie van bio-brandstoffen sterk heeft bijgedragen in 2008 tot de stijging van de voedselprijzen zelf. Deze vier uitdagingen (veiligheid, goed bestuur, klimaat en voedselprijzen) geven andermaal aan dat de oplossing voor de problematiek van armoede en ontwikkeling vooral moet gezocht worden door het nastreven van grotere coherentie tussen de verschillende beleidsdomeinen. België en de Millenniumdoelstellingen Sedert verscheidene jaren vormen de Millenniumdoelstellingen de rode draad in de beleidsdocumenten betreffende de ontwikkelingssamenwerking. Een echte wijziging in het beleid was daarvoor trouwens niet nodig. De Belgische Wet op de internationale samenwerking, die werd aangenomen vooraleer de Millenniumtop plaats had3, legde immers reeds de nadruk op veel van de thema’s die nadien in de MDG’s werden opgenomen. Sedert drie jaar moet de regering ook expliciet rapport uitbrengen aan het Parlement over de mate waarop zij heeft bijgedragen tot de realisering van de Millenniumdoelstellingen. Sinds 2008 is het activiteitsverslag van DGOS is ook zeer uitdrukkelijk opgebouwd rond de Millenniumdoelstellingen.
Analyse van de vooruitgang inzake de Millenniumdoelstellingen op globaal en regionaal vlak. Het laatste Rapport van de Secretaris Generaal van de VN en de Global Monitoring Report van de Wereldbank geven een goed overzicht van de recentste gegevens. Voor het rapport aan het Parlement en verder in deze achtergrondnota wordt echter vooral gebruik gemaakt van de gegevens die werden gepubliceerd in het Global Monitoring Report van de Wereldbank. Hieronder (pagina 3 tot 10) volgt daaruit een geselecteerd grafisch overzicht van de belangrijkste tendensen per grote regio. Daaruit zal ten overvloede blijken dat de vooruitgang ongelijkmatig verdeeld is over de verschillende regio’s. Verder zal ook blijken dat de meeste regio’s wel degelijk vooruitgang boeken, hoewel het ritme van die vooruitgang niet hoog genoeg is om de 2015 streefdatum te kunnen behalen.
3
Wet van 25 mei 1999
2
In het laatste gedeelte van deze achtergrondnota ( p. 11) wordt een beeld gepresenteerd van de evolutie in de achttien partnerlanden van de Belgische bilaterale samenwerking.
MDG 1: Armoede en honger Zoals uit de grafiek hieronder blijkt heeft Oost Azië een vrij grote voorsprong inzake het terugdringen van de armoede. Die versnelde realisatie compenseert het gebrek aan substantiële vooruitgang in enkele ander regio’s.
Waar staan wij? (armoede)
Source: « Global Monitoring Report 2008; MDGs and the Environment », World Bank, p. 252
3
Het onderstaande overzicht van het aantal landen dat op schema zit voor het behalen van de armoededoelstelling bewijst dat de meerderheid van de ontwikkelingslanden (OL) niet op schema zitten. Opvallend is het aandeel van landen waarvoor geen betrouwbare data bestaan (grijze zone van de horizontale strepen) om de vooruitgang inzake de MDG 1 op te volgen. • Onder de 71 OL waarvoor betrouwbare informaties bestaan4 hebben maar 24 OL de MDG 1 al behaald of zijn op schema om de MDG 1 te bereiken. Onder die 71 OL zijn er 47 die niet op schema zijn om die doestelling te verwezenlijken. In 15 OL van Europa en Oost Azië en in 11 OL uit Latijns Amerika (*) is het bereiken van de MDG 1 niet haalbaar. Onder de 33 “fragiele staten” zijn de 5 staten waarvoor betrouwbare gegevens bestaan helemaal niet op schema om de MDG 1 te bereiken. •
Onderstaande grafiek illustreert op sprekende wijze dat conflicten en fragiliteit aan de basis liggen van heel wat slechte prestaties.
Estimates of Extreme Poverty in Fragile and NonFragile States (in %) 30 25 20 Fragile Non-Fragile
15 10 5 0 1990
4
2005
2015
Die opmerking wordt hierna afgekort door een sterretje (*)
4
Hieronder de gegevens inzake ondervoeding. Daaruit blijkt dat er in de meeste regio’s nog heel wat landen zijn die ernstig achter lopen op het internationaal afgesproken schema.
MDG 2: Onderwijs In onderstaande grafieken over deelname aan het lager onderwijs vertegenwoordigt de zwarte lijn de gegevens voor jongens, de gele lijn deze voor de meisjes. Sub-Sahara Afrika en Zuid Azië hinken achterop, maar recentelijk werden de prestaties gevoelig opgedreven.
Waar staan wij? (onderwijs)
5
Twaalf onder de 14 landen uit Oost Azië en Stille Oceaan hebben die doelstelling al behaald maar data ontbreken voor de 10 andere landen uit die regio. 16 op 25 landen uit Latijnse Amerika en 16 op 21 landen uit Europa en Centrale Azië (*) hebben die doelstelling eveneens bereikt of zijn op schema om het waar te maken. Daarentegen zijn de landen uit Sub-saharaanse Afrika merendeels niet op schema om de MDG 2 te realiseren. In het Midden-Oosten en in Noord Afrika zitten 6 van 10 landen (*) op schema om het basis onderwijs universeel te maken (gegevens ontbreken voor 4 landen van die regio).
De gegevens hiernaast bewijzen dat sommige landen (veelal diegenen de het verst achter stonden) wel degelijk snel spectaculaire vooruitgang kunnen boeken. Deze kwantitatieve vooruitgang mag echter de aandacht niet afleiden van de grote nood aan kwalitatieve verbetering van het basisonderwijs.
MDG 3: Gender-gelijkheid De vooruitgang inzake gender-gelijkheid is weliswaar onvoldoende, maar niettemin toch reëel in een aantal ontwikkelingslanden (OL), zoals uit onderstaande grafiek blijkt voor het onderwijs. Uit onderstaande grafiek blijkt dat 27 OL uit Latijnse Amerika (*) de MDG in verband met de gender-gelijkheid in het basis en middelbaar onderwijs al hebben verwezenlijkt. Slechts 2 landen van de 18 OL uit Oost Azië en 4 landen van de 21 OL uit Europa en Centrale Azië (*) zitten niet op schema om de MDG 3 te behalen.
6
•
Anderzijds zit de helft van de landen uit Subsaharaanse Afrika (*) (18 op 37) niet in op schema om deze MDG te bereiken. Hetzelfde aandeel van de fragiele staten* (11 op 23) zullen de MDG 3 zeker niet behalen.
•
•
•
MDG 4: Kindersterfte Voor kindersterfte daarentegen zijn slechts een heel beperkt aantal landen erin geslaagd om de (zeer ambitieuze) doelstelling te behalen. De MDG 4 betreffende de kindersterfte is degene waarvoor wij over de meest betrouwbare data beschikken. Tot nu toe gaat het niettemin om de MDG die de grootste achterstand heeft opgelopen. Op een totaal van 145 OL (waarvoor data bestaan) zijn er 107 die niet of helemaal niet op schema zitten om de MDG 4 te behalen. De doelstelling inzake de kindersterfte zal allicht niet bereikt kunnen worden in alle landen van SSA en in de meeste landen van Latijnse Amerika. Het behalen van deze MDG blijft nog haalbaar in slechts twee landen van Latijnse Amerika.
MDG 5: Moedersterfte Ook inzake moedersterfte zijn de prestaties wereldwijd uiterst teleurstellend. Anderzijds kan hier toch gewezen worden op de zeer ambitieuze aard van de doelstelling (terugdringen van de moedersterfte met drie vierden). In de meeste regio’s is de vooruitgang immers duidelijk merkbaar in de cijfers.
7
MDG 6: AIDS, malaria en andere ziektes bestrijden Hoewel de prevalentie-niveaus voor AIDS nu stilaan beginnen af te zwakken, vooral in Sub Sahara Afrika, blijft de globale evolutie zorgwekkend, vooral inzake toegang tot de zorgen (anti-retrovirale behandeling). Voor elke behandeling die wordt opgestart zijn er immers twee of drie nieuwe besmettingsgevallen.
8
MDG 7: Zorgen voor een duurzaam milieu Onderstaande cijfers inzake toegang tot drinkwater illustreren andermaal dat het mogelijk is om op korte tijd voelbaar vooruitgang te boeken, maar ook dat er blijvende inspanningen nodig zijn om de toegang te kunnen handhaven.
In het algemeen is de geboekte vooruitgang inzake drinkwater en sanitaire voorzieningen niet honderd procent voldoende, vooral in Sub Sahara, maar niettemin laten enkele regio’s goede resultaten zien.
9
MDG 8: Een wereldpartnerschap voor ontwikkeling Onder deze doelstelling worden heel wat domeinen ondergebracht. Zij dekt de internationale handelsregels, investeringen, technologie-overdracht, schulden, hulp enz…Eén van de meest geciteerde en gemakkelijkst op te volgen indicatoren is het jaarlijkse bedrag van overheidshulp - Official Development Aid (ODA) vergeleken aan hun Bruto Nationaal Inkomen (BNI) die de ontwikkelde landen storten aan de ontwikkelingslanden. Meermaals hebben de Westerse landen beloofd 0,7% van hun BNI als ODA te leveren aan de ontwikkelingslanden. Zoals uit onderstaande grafiek blijkt is de recente evolutie onrustwekkend. Na de piek in 2005 zijn de hulpinspanningen van de Westerse landen nu al twee jaar op een rij gedaald. In het licht van de huidige globale crisis zijn ook de vooruitzichten voor de komende jaren niet zeer bemoedigend. Zelfs mochten de rijke landen er in slagen om de curve terug te doen stijgen, dan nog zullen zij in 2010 amper 0,35 van het BNI aan ontwikkelingshulp besteden, hetgeen slechts de helft vertegenwoordigd van de aanvaarde doelstelling. De ontwikkelingslanden uiten regelmatig zware kritieken over de niet-naleving van deze verbintenis van de Westerse landen.
ODA-Evolutie van de Westerse landen 1990-2010 0.40
Increase required to meet 2010 targets (see Chart 3) 0.35
140
0.35 0.33
0.33
120 0.28
0.30
% of GNI
0.20
ODA (2004 USD billion)
100 ODA as a % of GNI (left scale)
0.25
80
0.22
60
0.15 Total ODA (right scale)
0.10
40
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
1993
0 1992
0.00 1991
20
1990
0.05
Tegenover die algemene ongunstige tendens heeft België de mogelijkheid om zich te onderscheiden van zijn Westerse buurlanden.5 Zoals de onderstaande tabel het aangeeft heeft België een groeipad (zie Vooruitzichten) van zijn ODA voorgesteld om in 2010 de drempel van 0,7% (als aandeel ODA/BNI) te bereiken. Hoewel het Belgische ODA is afgenomen van 2003 tot 2007 is het daarna terugbegonnen te stijgen vanaf 2008. Het nakomen van dit herhaalde door de Belgische overheden engagement is zeker geen vanzelfsprekendheid. Maar sommige heroriënteringen van het Belgische samenwerkingsbeleid maken die belofte geloofwaardig.
5
In 2007 hadden alleen de volgende landen de drempel van 0,7 % (ODA/BNI) bereikt: Noorwegen, Zweden, Luxemburg, Nederland en Denemarken. In 2007 lag de ODA/BNI inspanning van alle Westerse landen beneden 0,7%.
10
ODA-Evolutie van België van 2001 tot 2010 2001
2002
2003
2004
2005
Vooruitzichten 2006
2007
2008
2009
2010
In miljoen Euros
936
1.067
1.591
1.176
1.574
1.576
1.427
1.597
2.204
2.669
In procentueel van Belgische BNI
0,37
0,43
0,60
0,41
0,53
0,49
0,43
0,46
0,60
0,70
Een blik op onderstaande grafiek, waar de evolutie van de Belgische overheidshulp per categorie wordt uitgebeeld, leert dat de sterke stijgingen van de Belgische hulpinspanningen in 2003 (2005 en 2006) in sterke mate toe te schrijven zijn aan schuldkwijtscheldingsoperaties van de Nationale Delcrederedienst (NDD). Dat zijn in essentie boekhoudkundige operaties, die slechts in zeer beperkte mate kunnen bijdragen tot armoedebestrijding en die overigens hoe langer hoe minder zullen kunnen worden toegepast. Wat er nodig is in de volgende jaren zijn dus reële budgettaire middelen voor ontwikkelingssamenwerking, hetgeen overeenstemt met de onderste zes segmenten van de kolommen in onderstaande grafiek.
Evolution Belgian ODA 2000-2007 Million current euro 1800
Debt Alleviation NDD
1600
Other Belgian actors
1400
ODA to EC
1200 1000
Other Foreign Affairs
800
Others DGCD
600 400
Multilateral cooperation Indirect cooperation
200 0
Bilateral cooperation
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Evolutie van de Millenniumdoelstellingen in de Belgische partnerlanden. In het Verslag aan het Parlement van 2008 (over het jaar 2007) werd een kleurentabel opgenomen die voor elk van de Millenniumdoelstellingen en elk van de achttien partnerlanden een vooruitzicht geeft van de kansen om die doelstellingen ook effectief te behalen. Die kleurentabel is opgenomen als bijlage 3. Bijlagen 1. Lijst van Millenniumdoelstellingen, targets en indicatoren 2. Kleurentabel met perspectieven inzake MDG ’s van de 18 Belgische partnerlanden
11
1. Lijst van Millenniumdoelstellingen, targets en indicatoren
12
13
2. Kleurentabel met perspectieven inzake MDG ’s van de 18 Belgische partnerlanden Algem ene en specifieke doelstellingen MDG 1 Arm oede/honger
Bol.
Ecu.
Per.
Viet.
Alg.
Mar.
Pal*
Sen.
Ben.
Mali
Nig.
DRC
Rwa.
Bur.
Ug.
Tanz.
Moz.
Z-A
Halv eren v an de armoede (-1$/dag)
moeil.
moeil
moeil
ok
ok
event
moeil
event
event
moeil
moeil
moeil
event
moeil
w sch
event
event
w sch
Halv eren v an de honger
event
event
event
ok
moeil
moeil
moeil
w sch
event
event
moeil
event
event
moeil
event
moeil
moeil
event
ok
event
ok
ok
w sch
w sch
moeil
w sch
w sch
event
moeil
moeil
w sch
w sch
w sch
w sch
moeil
ok
ok
event
w sch
w sch
w sch
w sch
niet
event
w sch
niet
moeil
w sch
w sch
w sch
event
w sch
moeil
w sch
event
ok
w sch
w sch
w sch
w sch
moeil
event
event
moeil
niet
niet
moeil
moeil
moeil
moeil
event
event
event
event
w sch
w sch
gn geg
w sch
moeil
event
event
niet
moeil
moeil
event
gn geg
moeil
niet
event
moeil
w sch
moeil
moeil
moeil
event
w sch
gn geg
event
event
moeil
event
event
event
moeil
ok
event
moeil
moeil
w sch
moeil
moeil
w sch
event
w sch
event
event
event
moeil
event
event
event
moeil
ok
w sch
event
w sch
w sch
event
moeil
w sch
event
w sch
moeil
w sch
event
gn geg
gn geg
event
moeil
gn geg
event
event
moeil
event
event
event
w sch
ok
moeil
w sch
moeil
event
event
w sch
moeil
moeil
event
event
w sch
w sch
moeil
ok
moeil
event
moeil
ok
w sch
w sch
gn geg
w sch
niet
niet
niet
niet
niet
niet
niet
moeil
moeil
moeil
MDG 2 Onderw ijs Voltooien basisonderwijs
MDG 3 Gelijkheid tussen de seksen Gendergelijkheid
MDG 4 Kindersterfte Kinderstef te (- 5 jaar) met 2/3 v erminderen
MDG 5 Moedersterfte Moedersterf te met 3/4 v erminderen
MDG 6 hiv/aids en andere Hiv /sida halv eren en tendens omkeren Andere ziekten halv eren en ev olutie omkeren
MDG 7 Milieu Duurzame ontw. / v erlies v an nat. rijkdommen Bev olking zonder toegang tot drinkwater halv eren Bev olking zonder toegang tot sanitaire v oorzieningen halv eren
Legende Groen: Wordt gehaald (OK) Lichtgroen: Wordt waarschijnlijk gehaald (probably be met) Geel: Wordt ev entueel gehaald (potentially be met) Oranje: Zal met moeite worden gehaald Rood: Zal zeer moeilijk of niet worden gehaald Geen gegev ens