Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Notitie
Aan
Jeroen Bartels (LightRec) Van
Jerry Kamperveen (TNO)
Milieu en leefomg. Princetonlaan 6 Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 30 256 42 56 F +31 30 256 44 75
[email protected]
Kopie aan
Jan Meulenbrugge (TNO) Onderwerp
Beknopte risicoanalyse van inzameling van spaarlampen
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L E-mail
[email protected]
Achtergrond Jaarlijks worden er in ons land naar schatting 30 tot 35 miljoen gasontladingslampen verkocht. Indien afgedankte lampen via inzamelaars of gemeenten worden aangeboden, worden deze onder regie van LightRec ingezameld en gerecycled. Stichting LightRec Nederland is een initiatief van de gezamenlijke fabrikanten en importeurs van lichtbronnen en verlichtingsarmaturen. De Stichting is opgericht om de collectieve aanpak van een milieuverantwoorde inzameling en recycling van verlichtingsapparatuur te bevorderen. Momenteel worden circa 12 miljoen lampen ingezameld. Een gasontladingslamp is een afgesloten glazen buis, voorzien van een interne coating van fluorescerend materiaal. De buis is met edelgas en kwik gevuld. Door het sturen van een elektrische stroom wordt van het kwik een gasontlading gecreëerd, waarin niet zichtbaar ultraviolet licht wordt opgewekt. Kwik geeft het hoogste rendement voor de omzetting van elektrische energie in (ultraviolet) licht. Het ultraviolet licht wordt door de fluorescentiecoating omgezet in zichtbaar licht. Onder normale (bedrijfs)omstandigheden komt er in de life cycle van een gasontladingslamp geen kwik vrij. Door bijv. een breuk van een lamp kan kwik ongewenst vrijkomen en het vrijgekomen kwik kan schadelijk zijn voor mens en milieu. De gecoördineerde inzameling en recycling van gasontladingslampen is juist bedoeld om te voorkomen dat kwik ongewenst vrijkomt in het milieu. Een gasontladingslamp met kwik komt voor in twee varianten: 1. Lage druk: fluorescentie (TL-buis) en compact fluorescentie (spaarlampen). Beide lampen worden veel door consumenten gebruikt en inzameling ervan vindt plaats via detaillisten en gemeentelijke milieuparken. 2. Hoge druk: metaalhalogeen (‘High-intensity discharge’) en hoge druk kwikdamp. Deze typen lampen hebben vooral een professionele toepassing in buitenverlichting, kantoorverlichting, e.d.
Doorkiesnummer +31 88 866 20 48 Doorkiesfax +31 88 866 20 50
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Probleemstelling De inzameling van spaarlampen voor de consument vindt ook plaats in winkels, supermarkten, warenhuizen, e.d. waar klanten hun afgedankte spaarlampen kunnen inleveren. Hierbij worden de lampen door de klant of retailer in een verzamelbox gedeponeerd. Tijdens de inzameling kan niet worden uitgesloten dat het glas van een lamp gebroken wordt, waardoor een hoeveelheid aan kwik ongewenst kan vrijkomen. De verzamelboxen staan zowel opgesteld in open ruimtes waar zich klanten bevinden als in gesloten opslagruimtes die enkel betreden worden door werknemers. De onderzoeksvraag is: welk risico’s lopen klanten en werknemers door een blootstelling aan kwikdampen van gebroken spaarlampen? Ook zal globaal en kort worden gekeken of het vrijgekomen kwik een interactie zou kunnen hebben met de aanwezige levensmiddelen in winkels.
Schadelijke effecten Kwik (HgO) is bij kamertemperatuur vloeibaar. Kwik heeft voor een metaal een hoge dampspanning, waardoor verdamping plaatsvindt. De ontstane damp wordt elementaire kwik genoemd en is zwaarder dan lucht. Hierdoor komen hogere concentraties vlak boven de grond voor. Behalve als elementaire kwikdamp, kan kwik bestaan als organische of anorganische kwikverbinding. Anorganische kwik in legeringen en zouten wordt metallisch kwik genoemd. Bijvoorbeeld amalgaam bestaat voor circa 50% uit metallisch kwik. Ook vloeibaar zuivere kwik (‘kwikzilver’) wordt metallisch kwik genoemd. Metallisch kwik bindt zich aan stofdeeltjes en kan als aerosol in de lucht voorkomen. Organische kwik kan in het milieu ontstaan onder invloed van micro-organismen, met methylkwik als voornaamste verbinding. Een blootstelling aan kwik kan op een viertal manieren gebeuren, te weten: 1. Incidenteel kortstondige inademing van kwikdamp. 2. Chronische inademing van kwikdamp. 3. Inname (eten of drinken) van metallisch kwik. 4. Inname van methylkwik. Het inademen van kwikdamp kan leiden tot acute schadelijke effecten. Circa 80% van de ingeademde damp wordt via de longen opgenomen in het lichaam. In het lichaam wordt het in water goed oplosbare elementaire kwik omgezet in slecht oplosbare anorganische kwikverbindingen. Een chronische blootstelling aan kwikdamp heeft een accumulerend effect in de nieren en hersenen. Bij inname van metallisch kwik via het maag-darmkanaal wordt slechts een geringe hoeveelheid werkelijk opgenomen in het lichaam (1 tot 7%). Methylkwik in voeding wordt zo goed als volledig opgenomen (meer dan 90%) en vastgehouden in het lichaam. Het accumulerend effect van methylkwik is vergelijkbaar met dat van kwikdamp. Elke vorm van kwik is schadelijk voor het ongeboren kind. Kinderen zijn gevoeliger voor kwikdamp dan volwassenen.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 2/2
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Blootstelling aan elementaire kwikdamp kan in het bijzonder leiden tot aantasting van het centrale zenuwstelsel, cardiovasculair systeem, spijsverteringskanaal en nieren. De neurologische effecten kunnen na kort- en langdurende blootstelling min of meer gelijk zijn, onder de voorwaarde dat naarmate de blootstelling langer en/of hoger is de effecten intensiever en mogelijk irreversibel gaan worden. De effecten zijn dus recht evenredig met de dosis waaraan een persoon is blootgesteld. Acute blootstelling (seconden tot minuten) aan hoge concentraties (vanaf 0,1 mg/m3) kan leiden tot tremoren, afname in motorische functies, psychische afwijkingen, hoofdpijn, pijn in de borstkast, verminderde longfunctie, ademnood en in het ergste geval coma en letaliteit. Chronische blootstelling (maanden tot jaren) aan kwikdampen kan ook leiden tot negatieve effecten in de nieren, zoals eiwitten in de urine en het zogenaamde nefrotisch syndroom (klinische manifestatie van nierfalen). In relatie tot de inzameling van spaarlampen is, gezien de wijze van opname van kwik in het menselijk lichaam, de inademing van kwikdampen bepalend voor het risico kwikvergiftiging voor klanten en werknemers in de detailhandel. Een contaminatie van levensmiddelen met kwikelementen uit een spaarlamp wordt gezien als een niet significant risico vanwege de beperkte hoeveelheid kwik in combinatie met de geringe opname van metallisch kwik via het maag-darmkanaal. De hoeveelheid aan kwik dat zich zal hechten aan levensmiddelen bij het breken van spaarlampen zal marginaal zijn. Aangezien geen organische kwikverbindingen voorkomen in spaarlampen en de omzetting van elementair kwik in het milieu plaatsvindt, wordt de inname van methylkwik ten gevolge van de inzameling van de spaarlampen als niet relevant beschouwd en zal niet verder worden behandeld.
Grenswaarden Grenswaarden voor werknemers Sinds 1 januari 2007 is in Nederland een aangepast grenswaardenstelsel voor de werknemer ingevoerd. Daarmee vervalt het vroegere stelsel van MAC-waarden (Maximaal Aanvaarde Concentratie) op de werkplek. Werkgevers en werknemers zijn meer dan voorheen zelf verantwoordelijk voor het veilig omgaan met gevaarlijke stoffen op de werkplek. Werkgevers moeten nu zelf private grenswaarden vaststellen, tot een niveau dat geen schade aan de gezondheid van werknemers kan ontstaan. Daarnaast vult het ministerie van SZW het stelsel aan met publieke, wettelijke grenswaarden. Hierbij dient te worden opgemerkt dat voor elementair kwik en kwikverbindingen geen publieke grenswaarden meer zijn gedefinieerd. De MACwaarden (tijdgewogen gemiddelde, TGG) voor kwik bedroegen voor de wijziging van het stelsel: − MAC8 uur TGG 0,02 mg/m3 (sinds 2006) − MAC15 min TGG 0,5 mg/m3 (sinds 1986)
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 3/3
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
De Amerikaanse overheid hanteert grenswaarden vergelijkbaar met het vroegere stelsel van MAC-waarden. De waarden zijn opgesteld door de federale OSHA (‘Occupational Safety and Health Administration’) en de professionele organisatie ACGIH (‘American Conference of Governmental Industrial Hygienists’). De volgende waarden (time-weighted average, TWA) worden onderscheiden: − ‘Threshold Limit Value’ (ACGIH) TLV8 hrs TWA 0,025 mg/m3 − ‘Permissible Exposure Limit’ (OSHA) PELCeiling 0,1 mg/m3 − ‘Recommended Exposure Limit’ (OSHA) REL8 hrs TWA 0,05 mg/m3
Grenswaarden voor het publiek De gemiddelde concentratie aan kwik in de buitenlucht bedraagt 2 à 3 ng/m3. Een werkgroep van de EU heeft in 2003 een gezondheidkundige advieswaarde voor kwikdamp in het binnenmilieu van 0,05 μg/m3 (jaargemiddeld) vastgesteld. Het RIVM heeft in 2001 een toelaatbare concentratie in lucht (TCL) van 0,2 μg/m3 voor kwikdamp voorgesteld. In de Verenigde Staten is een ‘Minimal risk level’ (MRL) vastgesteld voor kwikdamp van 0,2 μg/m3 voor langdurige blootstelling. De hiervoor genoemde waarden zijn publieke grenswaarden voor langdurige blootstellingen. In het kader van de inzameling van spaarlampen is behoefte aan grenswaarden bij kortstondige blootstellingen. De Amerikaanse instantie ATSDR (‘Agency for Toxic Substances and Disease Registry’) geeft aan dat de laagste concentratie aan kwik waarbij acute effecten gevonden zijn 1,1 mg/m3 bedraagt bij een blootstelling van 3 uur. De Amerikaanse overheid heeft publieke blootstelling grenswaarden (‘public exposure guidelines’) uitgegeven die hulpverleners in het kader van rampenbestrijding kunnen gebruiken om het grote publiek te beschermen. Deze grenswaarden zijn bedoeld om alle segmenten van de bevolking te beschermen, inclusief kinderen, oudere mensen, zwangere vrouwen en gevoelige personen. De meest gedetailleerde grenswaarden zijn die van de zogeheten ‘Acute Exposure Guideline Levels’ of AEGL. Deze grenswaarden geven als enige dosis-effect-relaties voor drie verschillende effectniveaus en beschrijven het risico als gevolg van een incidentele blootstelling aan chemicaliën in de lucht en houdt rekening met gevoelige individuen. Voor drie verschillende effectniveaus worden grenswaarden gegeven bij een blootstelling van 10 minuten, 30 minuten, 1 uur, 4 uur en 8 uur. De definitie van de effectniveaus is als volgt: 1. AEGL-1 geeft de concentratie van een stof weer, waarbij een algemene populatie, inclusief gevoelige individuen, een duidelijke mate van ongemak, irritatie of bepaalde niet-symptomatische non-sensorische effecten ondervinden. De effecten zijn niet dusdanig ernstig dat uitschakeling plaatsvindt. De effecten zijn reversibel. 2. AEGL-2 geeft de concentratie van een stof weer, waarbij een algemene populatie, inclusief gevoelige individuen, irreversibele of andere ernstige, langdurige gezondheidsproblemen kunnen ondervinden of waarbij de zelfredzaamheid verslechterd.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 4/4
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
3. AEGL-3 geeft de concentratie van een stof weer, waarbij een algemene populatie, inclusief gevoelige individuen, levensbedreigende gezondheidsproblemen kan ondervinden of waarbij de doodt optreedt. Sinds 2005 zijn voor kwikdamp AEGL-grenswaarden beschikbaar, welke momenteel hebben de status van ‘proposed’ hebben. In de onderstaande tabel is een opsomming gegeven van de AEGL-waarden voor kwikdamp. Tabel 1: AEGL grenswaarden voor kwikdamp Blootstelling (min of uur)
3
mg/m
10 min
30 min
1 uur
4 uur
8 uur
AEGL-1
geen aanb.*
geen aanb.*
geen aanb.*
geen aanb.*
geen aanb.*
AEGL-2
3,1
2,1
1,7
0,67
0,33
AEGL-3
16
11
8,9
2,2
2,2
* Voor dit blootstellingsniveau worden geen waarden aanbevolen als gevolg van onvoldoende gegevens
Fysische effecten van een gebroken spaarlamp In een spaarlamp of compact fluorescentielamp wordt elektromagnetische straling door kwikatomen omgezet in ultraviolet licht. Het ultraviolet ligt wordt vervolgens door aan de binnenzijde van het glas aangebrachte fluorescentiecoating omgezet in zichtbaar licht. In koude toestand bij kamertemperatuur bevat een spaarlamp een hoeveelheid kwik in vloeibare vorm of bij moderne lampen in vaste vorm (amalgaam) en beperkte hoeveelheid aan kwikdamp (circa 0,1 mg). Het kwik van lampen zal zich tijdens het gebruik in de loop der jaren deels binden aan glas en/of coating of zal worden omgezet in kwikoxide. De gemiddelde hoeveelheid aan kwik in een spaarlamp, welke voor recycling wordt aangeboden, bedraagt 5 mg binnen een bandbreedte van 1 tot 18 mg. Omdat geen kwantitatieve uitspraken kunnen worden gedaan over hoeveelheid aan kwik in vaste vorm, zal conservatief worden aangenomen dat bij het breken van een representatieve lamp de totale hoeveelheid kwik zal vrijkomen. Op basis van de eisen die worden gesteld door de Europese richtlijn ‘Restriction of Hazardous Substances’ bevatten nieuwe spaarlampen minder dan 5 mg. In deze studie wordt voor aangenomen dat een representatieve lamp 5 mg kwik bevat.. In geval een spaarlamp breekt, kan de hoeveelheid vrijgekomen kwikdamp en de snelheid van vrijkomen worden bepaald aan de hand van de uitkomsten van twee Amerikaanse studies (één uit 2004 en een studie uit 2008) of aan de hand van de fysische eigenschappen van kwik. Alle drie wijzen van aanpak worden hieronder besproken.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 5/5
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
1
‘New Jersey Department of Environmental Protection’ (2004)
Deze studie had als doel om de kwikemissies van gebroken TL-lampen in kaart te brengen. De experimenten waren opgezet om een typisch wegwerp afvalscenario te simuleren. In het scenario werden opgebrande TL-lampen in een afvalbak van 120 liter geworpen, waarbij de lamp brak door de val. De tijdsduur dat een lamp kwikdamp kon emitteren in de afvalbak werd gesteld op maximaal twee weken. Aangenomen werd dat de oude TL-lampen 4,5 mg aan kwik bevatten. De emissies werden gemeten bij drie temperaturen, respectievelijk 5, 15 en 30°C.
Figuur 1 Cummulatieve hoeveelheid geemitteerde kwik per gebroken lamp
Uit de studie is gebleken dat bij temperaturen variërend van 5 tot 30°C circa 17 tot 40% van het kwik in de lamp verdampt over een periode van twee weken. Circa 1/3 van deze hoeveelheid verdampt in de eerste 8 uren na het breken van de lamp (zie figuur 1). Circa 4 tot 7% van het totaal wordt in de eerste minuten geëmitteerd. Uit de meetwaarden werd een gemiddelde kwikemissie per tijdseenheid als functie van de verlopen tijd berekend, te weten: y = 0,06 • x -0,72 met eenheden van y (mg/hr) en x (uren na breken).
2
‘Main Department of Environmental Protection’(2008)
Het doel van deze studie was om vast te stellen of de bestaande richtlijn voor het opruimen van een gebroken spaarlamp aan een revisie toe was. Hierbij lag de focus op blootstelling aan en contaminatie van kwik in een ruimte van circa 40 m3. Tijdens de experimenten werden metingen uitgevoerd op 30 cm hoogte (kleine kinderen) en 150 cm hoogte (volwassenen). Voor de experimenten werden nieuwe spaarlampen in koude toestand op verschillende vloertypen gebroken en werd bekeken hoe efficiënt de schoonmaakacties verliepen.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 6/6
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
3
De experimenten hebben aangetoond dat de concentratie 0,3 μg/m in veel gevallen wordt overschreden gedurende een bepaalde tijd. In sommige gevallen is sprake van kortdurende overschrijdingen die oplopen van 0,025 tot 0,05 mg/m3 en mogelijk tot 1 mg/m3. De maximale concentratie die gemeten kon worden door de meetapparatuur bedroeg 0,05 mg/m3. Wanneer na het breken van de spaarlamp de ruimte kortstondig werd geventileerd, werd de concentratie aan kwik in de lucht significant gereduceerd. Zodra de ventilatie werd beëindigd, keerde de concentratie terug naar oude waardes.
3
Vluchtigheid van kwik
Vloeibaar kwik heeft een verzadigingsdruk van 0,25 Pa of 20 mg/m3 bij 25°C. Bij 20°C is dat 14 mg/m3. Uit de literatuur is het bekend dat de verdampingssnelheid van vloeibaar kwik 0,056 mg/hr/cm2 bij 20°C bedraagt. Bij toepassing van deze waarde op een gebroken spaarlamp, zal een schatting moeten worden gemaakt van het contactoppervlak van de aanwezige vloeibaar kwik. Vanwege de hoge oppervlaktespanning heeft vloeibaar kwik de neiging heeft om in kleine hoeveelheden als bolletjes bij elkaar te blijven. Kleinere bolletjes vergroten het totale contactoppervlak. Kwik is zwaarder dan lucht en zal vlak boven de grond in hogere concentraties voorkomen.
4
Berekening hoeveelheid vrijgekomen kwikdamp
Wanneer de hierboven beschreven informatiebronnen in ogenschouw worden genomen, is de studie uit 2004 het best vergelijkbaar met de inzameling van afgedankte spaarlampen. De volgende argumenten worden hiervoor aangehaald: − Toepassing van gebruikte dan wel uitgebrande lampen; − Wijze van breken is niet hetzelfde, maar wel vergelijkbaar; − Hoeveelheid vrijgekomen kwik wordt als functie van de tijd gegeven; − Totale hoeveelheid aan kwik per lamp is 4,5 mg; − Inschatting van hoeveelheid kwik in verdampbare vorm is niet noodzakelijk. − Enig nadeel is dat gemeten is aan gebroken TL-lampen.
Scenario’s LightRec heeft de intentie om een verzamelmiddel voor spaarlampen te gaan aanbieden, die voor de toonbanken van grote food retailers geplaatst gaat worden. De wijze van inzameling is vergelijkbaar met de inzameling van lege batterijen. De consumenten leveren hun afgedankte lampen bij de toonbank in en een medewerker deponeert ze in de verzamel’bak’. De verzamel’bak’ heeft 4 tot 6 afsluitbare plastic kratjes met een maximale capaciteit van 4 kg (circa 40 lampen) elk. Zodra de kratjes gevuld zijn, worden deze direct afgevoerd voor verdere verwerking.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 7/7
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
In de onderstaande paragrafen worden de volgende scenario’s doorberekend en beschouwd: 1. Een gebroken lamp in een slaapkamer 2. Twee gebroken lampen in een winkelruimte 3. Enkele gebroken lampen in een afgesloten kratje 4. Meerdere gebroken lampen in een kratje in een winkelruimte De beschreven scenario’s zijn geen veel voorkomende scenario’s maar het zijn realistische scenario’s die niet kunnen worden uitgesloten. Dit laatste maakt ze geschikt als maatgevende scenario’s voor de beoordeling van het risico. De uitkomsten voor deze scenario’s zullen het kader geven waarbinnen de reële risico’s zich zullen bevinden.
Uitgangspunten en aannames voor berekeningen De berekeningen zijn uitgevoerd met het softwareprogramma Exel, waarbij is uitgegaan van een vereenvoudigd (verspreidings)model. In het model wordt uitgegaan van een geschat volume waarin de vrijgekomen hoeveelheid kwik zich uniform zal verspreiden. In grote ruimtes zal het ‘verspreidingsvolume’ niet gelijk zijn aan het totale volume van de ruimte waarin het kwik vrijkomt. Kwikdamp heeft de neiging om vlak boven de grond in hogere concentraties voor te komen en er kunnen zich obstakels in de ruimte bevinden die de verspreiding belemmeren. Het ‘verspreidingsvolume’ brengt in rekening dat de verspreiding in grote ruimtes niet gelijkmatig over het totale volume zal plaatsvinden. De grootte van het ‘verspreidingsvolume’ wordt bepaald op basis van expert-judgement. Vanwege het belang van ventilatie in een ruimte wordt, voor elke variant die wordt doorgerekend, een berekening gedaan zonder ventilatie en één met een normale ventilatievoud. Ingeval van ventilatie wordt aangenomen dat de vrijgekomen kwik zich zal verspreiden over het ‘verspreidingsvolume’ plus het volume aan verversingslucht. De concentratie aan kwik wordt dus verdund door ventilatie. Als uitgangspunt voor de vereenvoudigde berekeningen in deze studie worden de kwikemissies per tijdseenheid overgenomen uit de Amerikaanse studie uit 2004 (zie figuur 1, 30°C). Het is aannemelijk dat een lamp breekt op het moment dat de lamp uit de armatuur wordt gehaald of wanneer de lamp naar het inzamelpunt wordt gebracht. Een lamp zal niet breken terwijl hij brandt, dus niet op bedrijfstemperatuur. Voor beoordeling van mogelijke schadelijke effecten zal worden uitgegaan van de eerder benoemde grenswaarden. Afhankelijk van de uitkomsten zal beoordeeld worden welke grenswaarde van toepassing is; AEGL en ATSDR voor een eenmalige blootstelling of MAC, TLV, PEL, REL, TCL en MRL voor een langduriger dan wel chronische blootstelling.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 8/8
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Scenario 1 Een gebroken lamp in een slaapkamer Een lamp breekt in een slecht geventileerde slaapkamer en wordt niet opgeruimd. Een blootstellingstijd van enkele uren tot zelfs dagen is niet uit te sluiten. De kamer heeft een oppervlakte van 10 m2 en een hoogte van 3,5 m (35 m3). Het vrijgekomen kwik zal zich in gehele ruimte verspreiden. Geen ventilatie (worst case situatie) Wanneer geen ventilatie plaatsvindt, wordt een concentratie van 0,011 mg/m3 na een uur en de MAC8 uur, TGG na 8 uur bereikt. Indien gedurende en na deze periode geen ventilatie dan wel opruiming plaats vindt, zouden individuen schadelijke effecten kunnen gaan ondervinden. Beperkte ventilatie Als een lamp breekt in slecht geventileerde kamer (1 keer per twee uur) worden geen schadelijke niveaus bereikt. Gedurende de eerste 30 minuten is de maximale concentratie 0,005 mg/m3 daarna neemt die geleidelijk af. Dit is een blootstellingniveau waarbij geen schadelijke effecten bekend zijn.
Scenario 2 Twee gebroken lampen in een winkelruimte Aangenomen wordt dat een klant maximaal 2 lampen kan breken in een winkelruimte tijdens het inleveren. De gebroken lampen worden niet direct opgeruimd. Het oppervlak van de winkelruimte waarin de kratjes zijn opgesteld, kan gemakkelijk oplopen tot 1.000 m2 met hoogtes tot 6 meter. De ventilatie in de winkelruimte is goed te noemen, waarbij de luchtverversingsgraad wordt geschat op 2 maal per uur. Het is onjuist om te veronderstellen dat de kwikdamp op enig moment gelijk verspreid is over de gehele winkelruimte, gezien de neiging van kwikdamp om vlak boven de grond in hogere concentraties voor te komen. Een meer reële inschatting lijkt het om een beperkt oppervlakte te nemen tussen de schappen van 60 m2 met een hoogte 4 m (240 m3) waarover zich het kwik verspreidt. Geen ventilatie (worst case situatie) Na een halfuur bedraagt de concentratie 0,002 mg/m3, wat overeenkomt met de TCL in lucht bij een levenslange blootstelling. Na 8 uur bedraagt de concentratie 0,006 mg/m3. Bij beide concentraties is het niet aannemelijk dat klanten of werknemers enige schade ondervinden van de blootstelling aan kwikdampen. Goede ventilatie Het eerste kwartier bedraagt de maximale waarde 0,001 mg/m3, daarna daalt de concentratie naar nul. Bij deze waarde zijn geen schadelijke effecten bekend. Ingeval meerdere klanten op een dag spaarlampen laten vallen, zal dat ook niet leiden tot schadelijke effecten.
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 9/9
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Scenario 3 Enkele gebroken lampen in een afgesloten kratje In dit scenario zijn drie lampen gebroken in een afgesloten kratje (luchtdicht) zonder medeweten van winkelbedienend personeel. Een krat heeft een inhoud van 0,05 m3 met een aangenomen vullinggraad van 60%. Na twee minuten is de dampruimte in het kratje verzadigd met kwik (circa 14 tot 16 mg/m3). Medewerkers kunnen deze hoge concentratie na het openen van het kratje gedurende enkele tot een tiental seconden inademen. Bij dit blootstellingniveau (AEGL-2 dan wel een schatting van AEGL-1) kunnen acuut schadelijke effecten ontstaan, die naar alle waarschijnlijkheid reversibel zijn vanwege de korte blootstellingsduur als de medewerker vervolgens in de frisse lucht wordt gebracht.
Scenario 4 Meerdere gebroken lampen in een kratje in een winkelruimte Zonder medeweten van winkelbedienend personeel worden 20 van de 40 lampen in een kratje gebroken door een zwaar object. Het uitdampende kratje wordt niet onmiddellijk verwijderd uit de winkel. Verder zijn dezelfde aannames voor de winkelruimte van toepassing die benoemd zijn het tweede scenario. Geen ventilatie (worst case situatie) Tabel 2: kwik concentraties op verschillende tijdstippen zonder ruimte ventilatie Tijdstip na breken
Kwik concentratie
(minuten)
(mg/m )
10
0,018
20
0,023
30
0,025
40
0,028
50
0,030
60
0,031
120
0,038
180
0,043
240
0,047
300
0,050
360
0,053
420
0,055
480
0,058
3
Indien niet geventileerd wordt en de emissiebron niet uit de winkel wordt verwijderd, wordt na 10 minuten de MAC8 uur, TGG waarde overschreden. De waarde van 0,1 mg/m3 waarbij acute effecten als hoofdpijn, tremoren, e.d. kunnen worden verwacht, wordt niet overschreden. Deze waarde wordt wel overschreden wanneer alle lampen in het kratje zouden breken. Geen van de waarden overschrijdt de grenzen van irreversibel (AEGL-2) of letaal letsel (AEGL-3).
Datum 24 november 2008 Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 10/10
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Datum 24 november 2008
Goede ventilatie Tabel 3: kwik concentraties op verschillende tijdstippen met ruimteventilatie (ventilatievoud 2) Tijdstip na breken
Kwik concentratie
(minuten)
(mg/m )
10
0,012
20
0,011
30
0,010
40
0,009
50
0,008
60
0,008
120
0,005
180
0,004
240
0,004
300
0,003
360
0,003
420
0,003
480
0,002
3
In dit scenario wordt geen enkele grenswaarde overschreden, waarbij acute, irreversibele of letale gevolgen kunnen optreden. Deze constatering geldt zowel kortdurende als langdurende blootstellingen.
Conclusies TNO concludeert op basis van deze beknopte studie waarin gebruik is gemaakt de bovenvermelde informatiebronnen en berekeningen, dat de inzameling van spaarlampen bij de grote food-retailers niet zal leiden tot een verhoogd risico voor klanten en werknemers, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: − de winkelruimte wordt goed geventileerd; − individuele gebroken spaarlampen worden binnen enkele uren op een correcte wijze opgeruimd; − een beschadigd kratje wordt binnen een uur uit de winkelruimte gehaald − zodra een kratje wordt gesloten, wordt deze niet meer geopend door winkelbedienend personeel; Een contaminatie van levensmiddelen met kwikelementen uit een spaarlamp wordt gezien als een niet significant risico vanwege de marginale hoeveelheid kwik in combinatie met de geringe opname van metallisch kwik via het maagdarmkanaal.
Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L Blad 11/11
Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek / Netherlands Organisation for Applied Scientific Research
Datum 24 november 2008
Aanbevelingen
Onze referentie TNO 034 UT 2008-00302 M&L
− − −
Blad 12/12
−
Plaats geen zware objecten die kunnen op- of omvallen rond de kratjes; Plaats de kratjes niet in de buurt van een warmtebron (radiator, e.d.); Indien bij zowel korte als langdurige blootstellingen geen concentratiewaardes (die kan leiden tot schadelijke effecten) mogen worden overschreden, dient geventileerd te worden met een ventilatievoud van ten minste twee; Aanbeveling overgenomen uit de ‘Maine Department of Environmental Protection’ studie uit 2008: 1. Gebroken stukken van spaarlampen mogen nooit met een stofzuiger worden opgezogen. Het kwik zal zich hechten aan onderdelen van de stofzuiger en aan de stofzuigerzak, waarna de stofzuiger bij gebruik kwikdampen zal uitstoten; 2. Indien een spaarlamp breekt in een woning verdient het aanbeveling de ruimte te verlaten en gedurende 15 minuten te ventileren. Daarna kan de gebroken lamp zonder stofzuiger opgeruimd worden en de ruimte over een langere periode goed worden geventileerd; 3. Ingeval stukken van een gebroken spaarlamp toch zijn opgezogen met een stofzuiger, de volgende keren de stofzuiger gebruiken in een goed geventileerde ruimte.