&
FINANCE
CONTROL
Financial Accounting
Prakt is che waarde van financ ial account ing wordt overs chat
ACCOUNTANCY IN CRISIS De accountancywereld bevindt zich volgens de auteur in een crisis. Het accountingonderwijs is op allerlei fronten onmiskenbaar doordrongen van een wijdverbreide, structureel eenzijdige benadering, waaruit een vertekend beeld van de werkelijkheid voortvloeit dat ook in de praktijk zijn weerslag heeft. In het hoger onderwijs speelt management accounting over het algemeen een verwaarloosbare rol in het vak accountancy. De behandelde leerstof over kostprijsadministratie (cost accounting) levert volstrekt onvoldoende inzicht op in de manier waarop een bedrijf moet worden gerund; daarin wordt met name steeds maar weer ingegaan op traditionele tools voor cost accounting (zoals cost-volume-profit analysis of variantie-analyse – geen complete management accounting-methoden), verpakt in zogenaamd theoretische curriculae terwijl in feite vaak alleen nog gedetailleerder op al behandelde stof wordt ingegaan. D O O R B . D O U G L A S C L I N TO N , C PA
I
n dit artikel wordt de term cost accounting in enge zin gebruikt, dat wil zeggen als ondersteunend instrument voor de externe verslaggeving. In de Verenigde Staten geven de openbare accountancy in het algemeen, en meer in het bijzonder de National Association of State Boards of Accountancy (NASBA) en andere overheidscommissies, de Financial Accounting Standards Board (FASB), het American Institute of Certified Public Accountants (AICPA) en andere instellingen blijk van een benadering van het vakgebied die financial accounting een onverdiend prominente rol heeft bezorgd. Ook in het academisch onderzoek wordt de rol van financial accounting overgewaardeerd Alarmerende feiten Voor wat de accountancypraktijk betreft bracht een in 2003 uitgevoerd gezamenlijk onderzoek door het Institute of Management Accountants (IMA®) en Ernst & Young (E&Y) (waarvan de bevindingen in juli 2003 werden gepubliceerd in het artikel ‘Roles and Practices in Management Accounting Today’ in het magazine Strategic Finance) alarmerende feiten aan het licht waar de branche niet omheen kan. Uit het onderzoek kwam naar voren dat 98 procent van de besluitvormende gebruikers van accounting-informatie gelooft dat
deze informatie aanzienlijk vervormd is en klaagt over een gebrekkige zichtbaarheid van de kosten; tegelijkertijd antwoordde 80 procent van deze respondenten dat verandering geen prioriteit had. Ook tussen praktiserende accountants en academici wordt hevig gedebatteerd over welke management accounting-tool de voorkeur verdient; dit is in wezen een intern gevecht dat ons verhindert het management te helpen bij de besluitvorming. Tegelijkertijd ruiken talloze opportunistische consultants hun kans, die maar al te graag diensten aanbieden die uitblinken in een gebrek aan consistentie en bevredigende resultaten. Bovendien weten veel managers niet hoe ze accounting-optimalisatiemethoden als activity-based costing (ABC), resource consumption accounting (RCA) of Lean Accounting moeten vergelijken, waardoor ze de hoop verloren lijken te hebben dat welke verandering dan ook tot iets goeds zou kunnen leiden of kostenefficiënt zou kunnen zijn, gegeven het feit dat recente innovaties in de management accounting hun verwachtingen niet hebben vervuld. Deze en andere factoren hebben geresulteerd in een overmatige regelgeving en in onvoldoende geschoolde praktiserende accountants. Het ontbreekt de overheersende accountingbenadering in de bedrijfspraktijk – namelijk de traditionele standaardkostprijsberekening – aan het vermogen of de juiste
FEBRUARI 2007
|
21
W W W. K L U W E R F I N A N C I E E L M A N A G E M E N T. N L
&
FINANCE
focus om nuttige gegevens ter ondersteuning van de besluitvorming te leveren, toch het primaire en belangrijkste doel van accounting. Om de crisis te bezweren zal de wereldwijde accountancybranche het probleem moeten onderkennen en bereid moeten zijn maatregelen te treffen in het belang van de besluitvormers in organisaties en ten koste van de kortzichtige belangen van financial accounting en van degenen die uit zijn op het snelle geld. Recente geschiedenis In de late jaren negentig maakte de belangrijkste belangenbehartiger van praktiserende accountants in de Verenigde Staten, het Institute of Management Accountants (IMA®), een identiteitscrisis door die als gevolg had dat de focus verloren ging. In reactie op het dalende aantal inschrijvingen voor accounting-gerelateerde universitaire studies en het dalende aantal accountants besloot het IMA zijn programma te verbreden. De organisatie riep het certificeringsprogramma Certified Financial Manager (CFM®) in het leven, doopte zijn bekende magazine Management Accounting om in Strategic Finance en deed ook op andere vlakken het nodige om mensen uit de wereld van de financiële informatiesystemen (in plaats van alleen in de accountingwereld) aan te spreken. Daarbij kwam dat het IMA nauwelijks enig intellectueel leiderschap vertoonde en de belangen van de beroepsgroep en haar beoefenaars ook in andere opzichten matig behartigde. Door dit alles liet de dienstverlening door het IMA ernstig te wensen over, een situatie waarvan de organisatie zich nog steeds probeert te herstellen; praktiserende accountants voelden zich min of meer in de steek gelaten, adverteerders in het magazine lieten het massaal afweten en het lukte nauwelijks om professionals in financiële informatiesystemen bij het IMA te betrekken. Tegelijkertijd leek de hele branche te lijden onder een achteruitgang van het niveau van de accountancybeoefening, of beter gezegd onder een gebrek aan verantwoording voor de strikte toepassing van management-accountingmethoden. De populairste nieuwe toerekeningsmethode uit de jaren negentig, activity-based costing, verloor in veel ondernemingen terrein, en opportunistische consultants die zich presenteerden als trendsetters probeerden met alle macht doeltreffende alternatieven onder de aandacht te brengen. Terwijl praktiserende accountants en academici bleven kibbelen over de vraag welke methode of nieuwe tool beter was dan de rest, lieten veel van degenen voor wie de tools bedoeld waren (dat wil zeggen: het management) de discussie aan zich voorbijgaan omdat ze niet inzagen waarom ze zich de zoveelste nieuwe tool eigen zouden maken die door de ‘waan van de dag’ leek te worden bepaald. Bovendien bleken (en blijken) toonaange-
22
|
CONTROL
vende praktiserende accountants en docenten accountancy helaas niet zozeer prioriteit te geven aan de ondersteuning van de interne besluitvorming, maar meer aan de externe financial accounting als het hoogste doel van de accountancy. Dit wordt fraai geïllustreerd door het volgende citaat uit een interview met Steven F. Vieweg, CEO van de certified management accountants van Canada, dat in mei 2005 verscheen in de Journal of Accountancy: ‘Elke management accountant moet zijn of haar wortels in de financial accounting hebben, in het bijzonder in GAAP’. Gezien de situatie waarin we nu verkeren, is het nogal ironisch dat Vieweg bovenstaand commentaar gaf in een artikel met de titel ‘De toekomst is veelbelovender dan ooit’. Drukt financial accounting met recht zo’n zware stempel op het accountancyvak? Het feit dat openbare en financiële accountancy de accountancy domineren, berust op een heel eigen perceptie van de werkelijkheid. Feit is in elk geval – zo blijkt uit gegevens van het Bureau of Labor Statistics uit 2005 – dat van de vijf miljoen praktiserende accountants in de Verenigde Staten maar liefst 93 procent werkzaam is in waardetoevoegende, besluitvormingsondersteunende functies in organisaties (terwijl de resterende 7 procent functies uitoefent in de sfeer van beoordeling of toezicht op de naleving van voorschriften).
Wanneer zal de accountancywereld eindelijk de waarde van management accountants onderkennen? Is de branche gebaat bij een versterkte controlefunctie van openbare accountants? Het IMA heeft publiekelijk de enorme kosten van de Sarbanes-Oxley-wet voor het bedrijfsleven onderkend; daarbij schatte men dat de nieuwe regelgeving de totale aandeelhouderswaarde met maar liefst $ 35 miljard heeft doen kelderen, waarbij een groot deel van de gerelateerde kosten ten laste komen van de controlerende accountants, die de regels tot in de puntjes naleven en elk detail nauwgezet documenteren om koste wat kost gerechtelijke procedures wegens negatieve auditresultaten te vermijden. Op zoek naar de diepere oorzaken achter deze enorme klap voor het bedrijfsleven en de hele Amerikaanse economie bevestigt een recent onderzoek van het IMA – getiteld Management’s assessment of internal control over financial reporting – hetgeen kort daarvoor ook door de Securities & Exchange Commission (SEC) als de belangrijkste kostenaanjager was aangewezen: ter-
FEBRUARI 2007
&
FINANCE
wijl externe accountants een richtsnoer hebben in de vorm van auditing standard nummer 2 van de Public Company Accounting Oversight Board (PCAOB), moet het interne management het zonder dergelijke richtsnoeren stellen die het mogelijk zouden maken hun interne controlesystemen op praktische, kostenefficiënte wijze te beoordelen. Ons vakgebied bevindt zich momenteel op een tweesprong. Belangrijke ontwikkelingen als de toenemende complexiteit van de accountancy-ondersteuning van bedrijfsbeslissingen (direct samenhangend met de toenemende complexiteit van
CONTROL
de bedrijfsomgeving in het algemeen), de toenemende wereldwijde concurrentie en de beschikbaarheid van e-commerce zullen praktiserende accountants voor de keus stellen een sterkere rol op te eisen of irrelevant te worden. Om met succes voor de eerste optie te kunnen kiezen moeten ze het respect van hun belangrijkste klant, het management, terugwinnen. Dit zal gemakkelijker gaan als accountants bereid zijn een aantal essentiële veranderingen door te voeren. Oorzaak en gevolg Figuur 1 bevat een kort overzicht van de oorzaken van de hui-
Financial accounting domineert de
Er bestaat traditioneel veel kennis van en
CFO’s en andere professionals vertrouwen
accountancypraktijk (sterke kapitaalmark-
waardering voor de rol van betrokkenen
niet op interne systeeminformatie.
ten lijken externe regelgeving en toezicht
bij de externe verslaggeving (bijv. van
in de accountancy in de hand te werken).
accountants in de zin van certified public
Financiering van verbetering van de
accountants), maar niet voor de rol van
besluitvormingsondersteuning heeft geen
Handboeken over kostprijsadministratie
‘management accountants’ die het mana-
prioriteit in onderzochte organisaties
zijn in de regel meer gericht op de externe
gement van hun onderneming ondersteu-
(onderzoek IMA / E&Y 2003).
verslaggeving dan op de interne onder-
nen bij de strategische besluitvorming
steuning van het management om de
(bijv. certificied management accoun-
Andere landen zijn enthousiast over onze
beste beslissingen te nemen.
tants).
geperfectioneerde kapitaalmarkten maar
De openbare accountancy (niet de prakti-
Sterke kapitaalmarkten in de Verenigde
andere landen minder regelgeving heb-
serende accountant) is de primaire finan-
Staten en de zeer uitgebreide regelgeving
ben, kunnen ondernemingen zich daar
cieringsbron van het hoger accountingon-
verleggen het accent van accountancy-
sterker op de ondersteuning van de
derwijs, waardoor wetenschappelijk
activiteiten naar de externe financiële ver-
besluitvorming richten.).
medewerkers en docenten vooral het
slaggeving.
zijn in de markt onze meerdere. (Omdat
accent leggen op compliance accounting.
Andere landen stellen praktiserende Organisaties die praktiserende accoun-
accountants op een meer gelijke voet met
Ondernemingen kunnen onmogelijk met
tants vertegenwoordigen, hebben de
financial accountants.
de openbare accountancy concurreren als
belangen van het management-accoun-
het gaat om het financieren van het hoger
tingvak van oudsher zelden goed behar-
Er wordt te vaak gebruik gemaakt van te
onderwijs omdat ondernemingen nood-
tigd (al is hierin tegenwoordig verbetering
simplistische methoden om complexe
zakelijkerwijs álle bedrijfsfuncties moeten
zichtbaar).
situaties aan te pakken.
Er wordt te weinig gebruik gemaakt van
Het verwarren van operationele kosten
best practices en het ontbreekt aan dui-
(vaste en variabele) met beslissingsgere-
Docenten accounting cultiveren vaak het
delijke richtlijnen voor implementatie of
lateerde kosten (vermijdbaar en onver-
imago van praktiserende accountants als
zelfregulering.
mijdbaar). Zo betekent de term ‘vast’ bij-
financieren (d.w.z. niet alleen accounting).
tweederangs beroepsbeoefenaars (waar-
voorbeeld niet dat de kosten bij een
schijnlijk als gevolg van de financierings-
Het onvermogen om best practices af te
bepaalde beslissing onvermijdelijk zijn,
situatie of het gebrek aan invloed van
dwingen (d.w.z. de gezaghebbende docu-
maar alleen dat de kosten niet variëren
praktiserende accountants).
menten zijn er wel en worden doorlopend
met het productievolume.
door het IMA opgesteld, maar ondernemingen zijn niet wettelijk verplicht deze op te volgen). Figuur 1 Indicatoren voor een crisis in de accountancy
FEBRUARI 2007
|
23
W W W. K L U W E R F I N A N C I E E L M A N A G E M E N T. N L
&
FINANCE
dige crisis in de accountancy. Als ik daaruit de twee belangrijkste oorzaken zou moeten aanwijzen, zou ik zeggen: (1) handboeken richten zich in de regel meer op de externe verslaggeving dan op de interne besluitvorming en ondersteuning; en (2) de Amerikaanse kapitaalmarkten zijn onderhevig aan te veel regelgeving. De academische wereld en de beroepspraktijk houden de huidige crisis gezamenlijk in stand. Een goed inzicht in de rol die beide spelen is dan ook de eerste stap op weg naar een oplossing. De toeleveringsketen van accountancykennis in de Verenigde Staten geeft het verkrijgen en verspreiden van kennis en praktijken weer die karakteristiek zijn voor de huidige onevenwichtige toestand: een te sterke benadrukking van financial accounting. Het begint met het schrijven en uitgeven van handboeken op het gebied van cost accounting en loopt door naar de examinering van accountants, waarin de nadruk ligt op het theoretische accounting-onderwijs dat de studenten krijgen ter voorbereiding op hun functie als praktiserend accountant. Vervolgens ontwikkelen corporate accountants, controllers, interne accountants, analisten enzovoorts op grond van de ervaringen die ze in de beroepspraktijk opdoen, hun eigen overtuigingen en praktijken die grotendeels geworteld zijn in de opleiding die ze hebben genoten. Laten we daarom eerst de academische wereld nader onder de loep nemen. Academisch onderzoek Als ik onze handboeken over kostprijsadministratie bekijk, valt me op hoezeer financial accounting daarin de boventoon voert. Alleen de titels van hoofdstukken en de inhoudsopgaven zeggen al genoeg. In hoofdstukken over kostengedrag worden kosten opgesplitst in de operationele concepten variabele en vaste kosten, maar wordt volstrekt voorbijgegaan aan beslissingsgerelateerde kostenconcepten van vermijdbaar en onvermijdbaar. Dat gebeurt pas veel later, en dan nog alleen in een speciale context. De eerste hoofdstukken over kosten lijken zich meer te bekommeren om de vorm van de winst- en verliesrekening en van kostprijs van de omzet/ geproduceerde goederen dan om de kosten zelf. Orderkosten, proceskosten, activity-based costing en standard costing worden zonder uitzondering beschreven als methoden voor het toerekenen van kosten aan kostenobjecten. Alle vier deze methoden rekenen kosten op zodanige wijze toe dat bestanddelen in het algemeen grootboek ten behoeve van de externe verslaggeving worden gescheiden in voorraadkosten en kostprijs van de omzet. In de hoofdstukken over de kosten van ondersteunende afdelingen wordt ons geleerd hoe we al deze kosten in een of meer overheadpools kunnen stoppen, zodat ze volledig kunnen worden opgenomen in de gigantische massa algemene vaste kosten die
24
|
CONTROL
in hun totaliteit aan eindproducten worden toegerekend. Als we uiteindelijk bij het hoofdstuk over prestatiebeoordeling zijn aanbeland, vinden we daar de eeuwenoude methoden en meetfuncties die worden gebruikt om de resultaten te berekenen waar de hele wereld van de externe verslaggeving om draait. Daartoe behoren per definitie rentabiliteit van investering (ROI), bedrijfsresultaat minus de vermogenskosten oftewel residual income plus (vanwege de populariteit ervan) nog een andere vorm van residual income, namelijk economic value added (EVA®). Wat we met een typische tekst over cost accounting in handen hebben, is in wezen een verhandeling over financial accounting met wat populaire accountingmethoden en – ter afronding – een paar technieken ter ondersteuning van de besluitvorming. Misschien schuilt daarin ook wel de reden waarom veel docenten in hun onderwijs ogenschijnlijk moeiteloos heen en weer schakelen tussen cost accounting en financial accounting – omdat ervan uit wordt gegaan dat deze vergelijkbare belangen dienen.
Ons vakgebied bevindt zich momenteel op een tweesprong Hoeveel docenten onderwijzen bovendien ‘cost’ accounting maar adviseren hun leerlingen tegelijkertijd dat het vak van openbaar accountant de beste carrièrekansen biedt? Hoeveel betrokkenen vinden eigenlijk dat het leerplan ten onrechte door financial accounting wordt gedomineerd? Kijk maar eens naar het aantal verplichte cursussen in de laatste studiejaren. De meeste programma’s hebben maar één verplichte cursus voor praktiserende accountants, en het is in het kader van een cursus cost accounting dat nogmaals wordt ingegaan op de theoretische leerstof over kosten, maar dan meer in detail. We zouden op zijn minst moeten overwegen aan deze lijst een cursus accounting-informatiesystemen toe te voegen, aangezien deze voor de beroepspraktijk van praktiserende accountants van evident belang zijn. Hoe ziet de onderzoeksagenda van universiteiten eruit; valt daarin nog wel de nodige balans te herkennen? Nauwelijks. Tijdens een paneldiscussie afgelopen augustus op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Accounting Association (AAA) wees een panellid erop dat financial accounting-specialisaties slechts goed zijn voor 17 à 19 procent van het totale AAA-lidmaatschap, terwijl van alle artikelen die worden gepubliceerd in het meest prominente tijdschrift van AAA – The Accounting Review – meer dan 50 procent financial accounting betreft. Op dezelfde bijeenkomst gaf ook spreker Anthony
FEBRUARI 2007
&
FINANCE
Hopwoord – uitgever van Accounting, Organization and Society – blijk van zijn teleurstelling over de manier waarop het vakgebied zijn blik steeds meer heeft vernauwd tot financial accounting in een tijd waarin we onze focus juist zouden moeten verbreden tot buiten de directe bedrijfsomgeving en dwars door verschillende bedrijfsonderdelen heen. Als dan ook nog het hogere accountingonderwijs deze beperkte focus hanteert, is het alleen maar logisch dat financial accounting zo’n dominante rol speelt. De praktijk Ik verwees hierboven al naar de bevindingen van het in 2003 uitgevoerde onderzoek van IMA/E&Y, waaruit met name de volgende drie conclusies kunnen worden getrokken: – Kosten zijn niet direct zichtbaar, de toepassing van tools heeft geen prioriteit en traditionele tools zijn nog steeds in gebruik. – Weliswaar overheerst de overtuiging dat de kosten vervormd zijn, dat toegerekende kosten toenemen en dat de grootste vervorming plaatsvindt bij de toerekening, maar er wordt niets gedaan om daarin verandering te brengen. – Terwijl de complexiteit toeneemt, worden nog steeds traditionele toerekeningsmethoden gebruikt die geen recht doen aan deze complexiteit (zo is bijv. 70 procent van deze methoden direct arbeidsgerelateerd). Wat al deze punten gemeen hebben, is dat er sprake is van een toenemende complexiteit die op veel te simpele wijze wordt aangepakt. Managers (en wij allemaal) hebben de neiging de meest eenvoudige methode te gebruiken om een taak uit te voeren, en om een bepaald probleem direct bij het pijnpunt aan te pakken, of het nu gaat om naleving van de SOx-wetgeving of om een snel toenemende bedrijfscomplexiteit die vraagt om besluitvormingsondersteunende gegevens op basis waarvan iemand kan handelen. Maar meest eenvoudige valt niet automatisch te vertalen in optimaal op de lange termijn. Zo zou ik bijvoorbeeld graag aannemen dat vaste kosten altijd onvermijdelijk zijn, maar dat is een veronderstelling die niet voor álle beslissingen klopt. Organisatiedeskundigen waren het er jaren geleden al over eens dat complexe systemen nodig zijn om de complexiteit van organisaties te kunnen hanteren. Opmerkelijk genoeg worden praktiserende accountants vaak in de verleiding gebracht juist de andere kant op te gaan. Dit wordt zonder meer in de hand gewerkt door het just-in-time-systeem met zijn backflush costing, maar niet alle ondernemingen kunnen JIT gebruiken of doen er goed aan JIT te gebruiken. Het goede nieuws is dat we tegenwoordig integrale, ondernemingsbrede systemen heb-
CONTROL
ben (zoals enterprise resource planning (ERP)-systemen) die de omgang met complexiteit veel gemakkelijker maken dan voorheen. Deze systemen zijn in staat de integriteit van de informatie te handhaven terwijl deze tussen de verschillende punten in de waardeketen van de onderneming stroomt en verandert. Als managers eenmaal weten hoe de accounting zijn voordeel kan doen met deze systemen, kan complexiteit worden gehanteerd zonder dat een heel leger van accountants nodig is. (Integratie van de waardeketen is ‘het vermogen kwantitatieve elementen (kwantiteiten) in verschillende operationele toepassingen te volgen en ze te koppelen aan geldwaarden zonder de noodzaak van dataduplicatie’ en wordt gedetailleerder besproken in een artikel dat ik samen met Anton van der Merwe schreef: ‘Management accounting – approaches, techniques and management processing’, verschenen in de editie van mei/juni 2006 van Cost Management). Dat brengt ons bij de marktkrachten. De financiële kapitaalmarkten in de Verenigde Staten zijn stukken krachtiger en geperfectioneerder dan in andere landen. (Dit komt met name doordat de Verenigde Staten de grootste vrijemarkteconomie ter wereld zijn.) Terwijl de aanduiding certified public accountant (CPA) wel bij
Het is tijd dat academici afstand nemen van de dominante rol van financial accounting iedereen bekend is (ook al zal niet iedereen er het fijne van weten), geldt dat geenszins voor de term certified management accountant (CMA®). Ook is de schaal van de regelgeving voor ons bedrijfsleven ongeëvenaard voor wat betreft de eisen aan de externe verslaggeving. De afgelopen jaren, net toen we dachten dat het allemaal niet nóg erger kon worden, werd het verzoek aan het Amerikaanse Congres om ‘iets te doen’ aan het grote aantal ongekende overtredingen van ethische regels door Enron, WorldCom en Tyco beantwoord met een wel erg voorspelbare reactie en werd de markt geconfronteerd met de SOxwetgeving. De honoraria voor accountants schoten omhoog. Het IMA verklaarde publiekelijk dat het probleem niet ligt in de SOx-wetgeving op zichzelf, maar in de uitvoering daarvan, waarvan de SEC onderkent dat deze ten goede komt aan de controlerende accountancyfirma’s, ten koste van de beroepsbeoefenaars in de ‘loopgraven’ die zich hardop afvragen welke meerwaarde SOx heeft voor hun compliance-programma’s. Het Amerikaanse Congres had verzuimd te onderkennen dat
FEBRUARI 2007
|
25
W W W. K L U W E R F I N A N C I E E L M A N A G E M E N T. N L
&
FINANCE
De nodige veranderingen in management accounting
Academici moeten... – niet accepteren dat het vakgebied door financial accounting wordt gedomineerd. – zich meer opstellen als leerling dan als leraar, en openstaan voor nieuwe ideeën. – bereid zijn de rol van onbevooroordeelde, naar de waarheid handelende ‘gids’ op zich te nemen. – de klant van de praktiserende accountants – het management – ondersteunen. – zich niet beperken tot het herhalen van wat ze hebben geleerd.
Praktiserende accountants moeten... – zonder voorbehoud onderkennen dat de accountancy zich in een benarde positie en in een grote crisis bevindt. – leren wat het management wil en nodig heeft. – het management betrekken bij het ontwikkelen of aanvaarden van een oplossing. – zich sterker richten op het waarborgen van succes voor de onderneming dan op het vakgebied van de accounting. – aan regels gebonden praktijken invoeren op basis van deugdelijke besluitvormingsondersteunende beginselen.
Uitgevers moeten... – bereid zijn risico’s te nemen. – vooruitstrevende auteurs zoeken die zich daadwerkelijk om de belangrijkste klant van de accountancy willen bekommeren. – methoden vermijden die het alleen van hun populariteit moeten hebben, en zich richten op daadwerkelijk effectieve methoden. – genoegen nemen met niets minder dan content die berust op deugdelijke uitgangspunten die de praktiserende accountants/ managementaccountants helpen de beste beslissingen te nemen.
26
|
CONTROL
accountants onmogelijk ethisch gedrag kunnen inspecteren aan de hand van verslaggeving; gedragsnormen moeten door ondernemingen in hun eigen infrastructuur worden ingebouwd. Bovendien zag niemand de grote rol die praktiserende accountants bij dit alles speelden. De eerste reactie van CFO’s was een beroep te doen op externe accountants, terwijl de nieuwe regelgeving vóór alles tot doel had managers te dwingen verantwoording voor hun jaarrekening af te leggen, iets waartoe ze uiteraard ook daarvóór al verplicht waren. Het IMA heeft de hoogste geledingen binnen de SEC verduidelijkt dat zowel een accountantscontrole met een positief resultaat als een duurzaam ondernemingsresultaat kunnen worden gerealiseerd als er maar goed opgeleide praktiserende accountants zijn die hun werk op de gebieden besluitvormingsondersteuning, planning en controle ‘van binnenuit’ doen. Laten we dan nu eens kijken naar de verschillende effecten van de kennistoeleveringsketen op ons vakgebied. In de regel identificeren accountants zich liever met het vakgebied dan met de hele toeleveringsketen van accountancykennis. Dit gegeven lijkt op zichzelf misschien niet erg relevant, maar is wel degelijk van belang in de manier waarop het de praktijk beïnvloedt. Ondanks de recente schandalen vormen accountants over het algemeen nog steeds een trotse beroepsgroep met het nodige aanzien. Het probleem is dat we zo geobsedeerd zijn door onze trotse beroepsgroep dat we vaak gevangen zitten in onze eigen kleine wereld die wordt bepaald door het naleven van voorschriften. De financial accounting-wereld in de Verenigde Staten, met al zijn verfijnde en ingewikkelde regels, dwingt praktiserende accountants zich eerst druk te maken over de regels/wetgeving op het gebied van de naleving, en pas daarna over het ondersteunen van de besluitvorming (als daar nog tijd voor over is). Laten we vooral niet vergeten dat het management onze echte klant is. Op weg naar een oplossing Het zal academici en praktiserende accountants niet meevallen de crisis in de accountancy op te lossen, maar als eerste stap is het zaak het probleem te omschrijven en voorstellen te formuleren voor stappen die kunnen helpen de tekortkomingen in de accountancy op te lossen. Van een zinvolle oplossing moeten in elk geval de veranderingen deel uitmaken die worden genoemd in figuur 1 voor academici, praktiserende accountants en uitgevers. Het is tijd dat academici afstand nemen van de onaanvaardbaar dominante rol die financial accounting speelt in onze leerprogramma’s, in onze adviezen aan studenten en in ons gedrag. In plaats van eeuwig de externe focus te blijven herhalen die ons vakgebied domineert, zullen we ons moeten heroriënteren. We moeten nagaan of hetgeen we onderwijzen
FEBRUARI 2007
&
FINANCE
er in de eerste plaats op gericht is het management te ondersteunen bij de besluitvorming – en vervolgens moeten we ervoor zorgen dat dat inderdaad zo is. Het management moet samen met praktiserende accountants bij het proces worden betrokken. Managers zullen ervan moeten worden overtuigd dat praktiserende accountants ze iets te bieden hebben. Wij moeten vaststellen wat het management wil en nodig heeft en we moeten een manier vinden om dat aan het management te geven in plaats van alleen met elkaar te praten. We moeten onze aandacht zodanig verleggen dat we er niet in de eerste plaats voor zorgen dat de accountancy goede resultaten boekt, maar dat het management en de onderneming dat doen. Als ons dat lukt, zullen de goede resultaten van praktiserende accountants vanzelf volgen. Uitgevers zullen nieuwe risico’s moeten nemen bij het zoeken naar een oplossing. Dat betekent concreet dat er veel moet veranderen in de manier waarop de meeste cost accounting handboeken worden geschreven. Het moeilijkst zal het daarbij zijn om traditionele thema’s te vermijden, want veel uitgevers denken automatisch dat de klant om die thema’s vraagt. Het is dus aan de docenten betere teksten te verlangen. Daarbij is een kwaliteitscontrole nodig, in het kader waarvan wordt getoetst of in tegenstelling tot de voorgaande editie aan de belangrijkste grondslagen voor management accounting wordt voldaan. Uitgevers kunnen niet verantwoordelijk zijn voor de verandering, maar ze kunnen er wel een rol in spelen, en die rol zal belangrijk genoeg zijn. Hoop voor de toekomst De nauwkeurigheid en transparantie van kosten kunnen sterk worden verbeterd door een kostentoerekening die operationele kwantiteiten volgt (d.w.z. fysiek, niet-financieel verbruik van middelen) in geïntegreerde ERP-systemen zonder transacties opnieuw te verwerken in het administratief systeem. In ERPsystemen wordt het verbruik van bepaalde kwantiteiten middelen al door een aparte module gevolgd. Cost accounting hoeft alleen het verbruik van die hoeveelheden te waarderen. Zoals door Anton van der Merwe werd gesteld op de jaarlijkse IMA-bijeenkomst in juni 2006 en in een brief aan de uitgever in de november/december-editie van Cost Management, is het algemeen grootboek een overblijfsel uit het extern verslaggevingssysteem dat niet nodig is voor een betrouwbare ondersteuning van de managementbesluitvorming. Het algemeen grootboek moet meer een ontvanger (in plaats van een bron) van kosteninformatie worden, waarbij kostenbeheersing wordt gerealiseerd door het louter volgen van kwantiteiten en de daaraan gerelateerde waarden. Wanneer niet-financiële kwantiteiten al door een operationeel systeem worden verantwoord,
CONTROL
resulteert de traditionele benadering waarin niet-financiële kwantiteiten apart in het management accounting-systeem worden gevolgd, in duplicatie, onnauwkeurigheid en hogere kosten. Hoewel nog steeds niet wordt onderkend dat praktiserende accountants substantieel waarde toevoegen aan het nettoresultaat, is er hoop voor de toekomst. Het IMA heeft belangrijke maatregelen genomen om de accountingbranche hiervan te overtuigen. De beroepsorganisatie heeft de ernst van het probleem onderkend, heeft geëist dat de branche strategische besluitvorming de aandacht geeft die ze verdient en heeft zich ingezet voor de frequentere inschakeling van goed opgeleide accountants die daadwerkelijk waarde kunnen toevoegen aan het nettoresultaat van een organisatie. Momenteel probeert het IMA om ‘management accounting’ weer zijn verdiende plaats te geven door het uitgeven van nieuwe of geactualiseerde statements on management accounting (SMA’s), een onafhankelijk gevalideerd certificeringsprogramma, nieuwe onderzoeksinitiatieven en producten voor de ontwikkeling van professionals die aansluiten op de kennis en behoeften van de rijpere leerling. De leiders van het IMA spreken zich nu duidelijk uit, getuige het grote aantal publieke uitspraken over SOx-gerelateerde problemen (tijdens bijeenkomsten met de SEC, in persberichten, onderzoeksrapporten, artikelen enz.). We hebben de eerste noodzakelijke stap gezet op weg naar een oplossing: het onderkennen van het probleem. Maar praktiserende accountants en docenten zullen als gemeenschap van professionals samen het probleem moeten onderkennen en zich bereid moeten tonen zinvolle veranderingen te realiseren. De behoeften van besluitvormers staan op het spel. B. Douglas Clinton, CPA, Ph.D., is hoogleraar management accountancy aan Northern Illinois University, Verenigde Staten. Dit artikel is een vertaling van het artikel ‘Crisis!’, verschenen in Strategic Finance, januari 2007 Vertaling: Wilfried Simons
FEBRUARI 2007
|
27
W W W. K L U W E R F I N A N C I E E L M A N A G E M E N T. N L