Abstract In dit artikel wordt nagegaan of de voorstellingen die bij de bevolking over de multiculturele samenleving leven uit de media zouden kunnen komen. Over de voorbije 20 jaar kon er een negatieve evolutie bij de bevolking waargenomen worden, voor wat betreft hun voorstelling van de multiculturele samenleving. In het kader van de theorie van de symbolische samenleving, wordt hier onderzocht of we ook in de kranten kunnen spreken van een negatiever geworden voorstelling hiervan. Verder werden de verschillen in voorstelling tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws vergeleken, alsook hun evolutie die over de voorbije 20 jaar. De analyses gebeurden aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse. De resultaten gaven aan dat de voorstelling van de multiculturele samenleving in de kranten inderdaad over de voorbije twintig jaar negatiever is geworden en dat de eerder populaire krant een negatievere voorstelling van de multiculturele samenleving biedt dan de eerder elitaire krant. Abstract (English) In light of the theory of the symbolic society, this article aims to gain evidence that the collective images in society about multiculturality could be influenced by the media. Over the past twenty years we can notice a negative evolution in the way people regard multicultural society in Flanders. This article uses quantitative content analysis to assess if the portrayal of multicultural society in newspapers has also become more negative. A more popular newspaper was compared to a more elitist one, along with their evolution over the past twenty years. The results show that the portrayal of multicultural society did indeed become more negative and that this negative portrayal was stronger in the more popular newspaper than in the more elitist one. Keywords: multicultural society, newspapers, content analysis, symbolic society
Het discours van de multiculturele samenleving: een vergelijkende studie tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws in 1987 en 2007
Inleiding Over de voorbije twintig jaar lijkt de houding bij de bevolking tegenover de multiculturele samenleving een negatieve evolutie gekend te hebben. Dat kunnen we onder meer afleiden uit het gestegen succes van de extreem-rechtse partij Vlaams Belang (Witte, 1997). Het welzijnsonderzoek uitgevoerd door de TOR-groep van de VUB, bevestigt dat vermoeden (Smits & De Groof, 2006). In het kader van de theorie van de symbolische samenleving (Elchardus 2002, 2002b, 2005; Elchardus & Smits, 2002) zal in dit artikel onderzocht worden of de voorstellingen die bij de bevolking over de multiculturele samenleving leven, uit de media zouden kunnen komen. De theorie van de symbolische samenleving benadrukt de zeer grote impact die de media op onze maatschappij uitoefenen. In onze ontzuilde, gedetraditionaliseerde samenleving zouden individuen meer dan vroeger onder een constante, subtiele beïnvloeding staan die van de media uitgaan (Elchardus 2002, 2002b, 2005; Elchardus & Smits, 2002). Die beïnvloeding kan echter verschillen naargelang de strekking van de media die iemand verkiest (Williams & Dickinson, 1993; Lubbers et.al., 1998). Zo zien we dat individuen met een eerder lage scholingsgraad meer geneigd zijn om negatief te staan tegenover de multiculturele samenleving en dat zij meer geneigd zijn om een eerder populaire mediavoorkeur te hebben (Elchardus, 2002; Elchardus, 2002b, Elchardus, 2005, Elchardus & Smits, 2002). Op basis hiervan kunnen we vermoeden dat de eerder populaire media een negatievere voorstelling bieden van de multiculturele samenleving. In dit artikel zullen we aan de hand van een kwantitatieve inhoudsanalyse, onderzoeken of de door de media weergegeven voorstellingen van de multiculturele samenleving, overeenkomen met de voorstellingen die hiervan in de samenleving aanwezig zijn. Eerst zullen we nagaan of er sprake is van een negatiever geworden voorstelling van de multiculturele samenleving in de media. Hiertoe zullen kranten van het jaar 1987 en van 2007 nader onderzocht worden. Die tijdsspanne van twintig jaar werd gekozen om de evolutie in de kranten te kunnen vergelijken met de opkomst van het Vlaams Belang. Verder zal er voor beide perioden een analyse gevoerd worden op De Standaard en Het Laatste Nieuws, om het verschil tussen kranten van eerder elitaire en eerder populaire strekking te kunnen vergelijken. Ook de
2
evolutie die beide kranten over de voorbije 20 jaar gekend hebben met betrekking tot hun voorstelling van de multiculturele samenleving, zal vergeleken worden. In het eerste hoofdstuk wordt het kader van het onderzoek geschetst. Hier wordt gemotiveerd waarom we mogen spreken van een negatiever geworden houding tegenover de multiculturele samenleving bij de bevolking en waarom we kunnen vermoeden dat de media een grote invloed op die voorstelling uitoefenen. Daartoe wordt de theorie van de symbolische samenleving toegelicht en wordt er kort stilgestaan bij de notie van de nieuwe sociaal – culturele breuklijn. Het tweede hoofdstuk geeft een afbakening van de onderzoeksproblematiek en motiveert het belang van de tijdsdimensie en de dualisering van het medialandschap voor de analyses. Het derde hoofdstuk licht de methode en de operationalisering van de kranenartikels toe. In het laatste hoofdstuk voor het besluit, worden de uiteindelijke resultaten voorgesteld.
Hoofdstuk 1: Het belang van de media en haar voorstellingen in de hedendaagse samenleving
1.1 Een negatiever geworden houding tegenover de multiculturele samenleving
In onze maatschappij zijn er aanwijzingen terug te vinden die doen vermoeden dat de voorstelling van de multiculturele samenleving bij de bevolking over de laatste twintig jaar negatiever is geworden. Een eerste aanwijzing in die richting betreft de gestegen steun voor de extreem rechtse partij ‘Vlaams Belang’. Omwille van haar standpunten inzake de regularisatie van illegalen en haar houding tegenover migranten en nieuwe Belgen, kan deze partij omschreven worden als zijnde sterk etnocentrisch. (Billiet et. al. (2000), Witte (1997)). Witte bespreekt de stijging in populariteit van deze partij, voornamelijk in kansarme wijken en bij kiezers uit lagere en ongeschoolde bevolkingswijken. Zij spreekt hier van een nieuwe breuklijn in het Belgische politieke systeem, die zich in 1994 - 1995 doorzette (Witte, 1997). Ook het welzijnsonderzoek, uitgevoerd door de TOR - groep van de VUB, wijst in de richting van een steeds negatiever wordende houding tegenover de multiculturele samenleving (Smits & De Groof, 2006). Zij onderzochten de toekomstverwachtingen die de Belgen hebben met betrekking tot de multiculturele samenleving. Daaruit bleek dat slechts een kleine minderheid een positieve kijk heeft op die ontwikkeling. 53 percent van de Belgen verwacht dat de onverdraagzaamheid tussen de verschillende volkeren in de toekomst zal toenemen, 46 percent verwacht dat racisme in de toekomst het contact tussen volkeren en culturen zal doen afnemen en 52 percent verwacht dat de relaties tussen moslims en andere inwoners van Europa in de toekomst gewelddadig zullen worden. De helft van de bevolking bleek dus een samenleving te
3
verwachten die gekenmerkt zal zijn door wederzijdse, gewelddadige uitsluiting. Zij besloten dat er bij de bevolking de vrees leeft dat de onverdraagzaamheid en racisme in de toekomst alleen maar zullen toenemen (Smits & De Groof, 2006). De voorstellingen die in onze samenleving over multiculturaliteit leven, werden in menig onderzoek onder de loep genomen en laten zich ruim opsplitsten rond 2 grote thema’s. Een eerste groep voorstellingen betreft economische belangen. Billliet et al. (2000) wijzen hier op een aantal onderzoekers, waaronder Lipset (1961), Coser (1956) en Olzak (1992), die menen dat schaarste het conflict tussen bevolkingsgroepen versterkt. Volgens Tajfel & Turner (1979) zouden de leden van de ‘in – groups’, in het conflict om schaarse goederen, vrezen voor hun eigen socio - economische positie en zouden uitsluitingsmechanismen voorstaan (Billiet et al., 2000). Naast de eigen economische positie blijkt ook het beeld dat mensen van de economie hebben, van belang te zijn. Maddens (1995) en Winkler (1996), Kitschelt (1995) en Derks (2005) wijzen allen op de angst die er bij de bevolking leeft, dat er door ‘allochtonen’ van de sociale zekerheid geprofiteerd zou worden (Billiet et al., 2000; Derks, 2005). Binnen het bestek van dit artikel zal de nadruk echter liggen op het tweede grote thema omtrent multiculturaliteit: de traditionele waarden en normen en het geloof in een harde bestraffing van crimineel gedrag. Billliet et al. (2000) verwijzen hierbij naar auteurs als Lipset (1961), Adorno et al. (1950), Fromm (1942) en Baars & Scheepers (1993). Volgens hun onderzoek zou een voorkeur voor autoritarisme, gevormd door socialisatie of frustratie door een negatieve socio economische situatie, leiden tot extreem - rechts stemgedrag. Het Vlaams - Belang komt aan deze frustratie tegemoet door haar nadruk op traditionele normen en een hardere bestraffing van crimineel gedrag. Nieuwe Belgen zouden volgens deze partij op beide van deze punten sterke inbreuken plegen. In deze lijn werd in het onderzoek van Billiet et al. volgende stelling als indicator gebruikt om een negatieve houding tegenover de ‘out - group’ te meten: ‘Moslims zijn een gevaar voor onze cultuur en gebruiken’. Het onderzoek van Billiet et al. wees uit dat een negatieve houding tegenover etnische minderheden niet verklaard kon worden door een autoritaire instelling. Een zeer negatieve voorstelling van de waarden en normen van de Islam blijken echter ook uit het onderzoek van d’Haenens (2007). Ondanks het gebrek aan uitsluitsel uit het onderzoek van Billiet, wordt het hier nog steeds zeer belangrijk geacht de voorstelling van multiculturaliteit met betrekking tot traditionele normen en criminaliteit te onderzoeken.
4
1.2 De invloed van de media op onze wereldperceptie: de symbolische samenleving
In dit artikel zal er nagegaan worden of de eerder vermelde negatiever geworden houding bij de bevolking tegenover de multiculturele samenleving, zou kunnen samenhangen met de voorstelling ervan in de media. Dat wordt gedaan in het kader van de theorie van de symbolische samenleving. Deze theorie kan ons helpen begrijpen op welke manier de media in onze huidige samenleving haar invloed uitoefenen en waarom deze invloed zo diepgaand is (Elchardus 2002, 2002b, 2005; Elchardus & Smits, 2002). Volgens de these van de symbolische samenleving heeft er zich onze maatschappij een grote verschuiving voorgedaan wat betreft de manier waarop sociale controle wordt uitgeoefend. In een traditionele samenleving werd die controle voornamelijk bereikt door een zeer sterke mate van externe controle. In die maatschappijtypes werd gezag geput uit instituties die extern waren aan het individu zoals instellingen, ideologieën of geloofsovertuigingen, die stonden dan weer in voor het handelen, voelen en denken van individuen. Zulke geloofsovertuigingen en ideologieën zouden echter onder invloed van een toegenomen detraditionalisering aan belang hebben ingeboet. Ook omgevingsfactoren en materiële condities zouden minder belangrijk geworden zijn. De theorie van de symbolische samenleving stelt dat die externe modus van sociale controle is verschoven naar een interne modus van sociale controle. Er zou nu veel meer dan vroeger van individuen verwacht worden dat zij hun eigen keuzes maken. Zij worden echter blootgesteld aan een constante beïnvloeding en socialisatie, die veel subtieler en meer intern is geworden. De inspanningen die de instellingen doen om die keuzes te beïnvloeden vanuit de sturing van smaken, opvattingen, emoties, informatie, kennis etc… zouden sterk zijn toegenomen. Die inspanningen verlopen via het onderwijs, de media en de reclame (Elchardus, 2002b). De alomtegenwoordigheid en grote snelheid van zowel media als reclame maken volgens deze theorie een haast constante beïnvloeding mogelijk. Bij al deze instellingen nemen symbolen een centrale plaats in. Elchardus stelt hier dat ‘de productie en de verspreiding van de symbolen waarmee
gesocialiseerd
en
beïnvloed
wordt,
daarmee
uitgroeien
tot
een
centraal
sturingsmechanisme van de samenleving’ (Elchardus, 2002b). Door de detraditionalisering en de daarmee gepaard gaande afname van het gezag en tradities en concrete gedragsvoorschriften ontlenen mensen de illusie een zeer hoge graad van autonome keuzevrijheid te hebben. Dat idee strookt echter niet met de werkelijkheid omdat collectieve identiteiten als geslacht, de levensbeschouwing, de onderwijsvorm en niveau een grote invloed op de door hen gemaakte keuzes uitoefenen. Zij blijven belangrijk omdat de scholen en de massamedia die verschillen reproduceren (Elchardus, 2002b).
5
In de lijn van de theorie van de symbolische samenleving wordt in dit onderzoek de idee verworpen dat de media een exacte weerspiegeling van de werkelijkheid zouden zijn. De gebruikte scenario’s, de gemaakte selectie, de ideologie van een krant, de machtsverhoudingen in het medialandschap en de tijdsdruk eigen aan deze sector, doen allen vermoeden dat de media nooit een objectief beeld van onze werkelijkheid kunnen bieden (Elchardus, 2002; Gamson, 1992). Bij al het voorgaande moet wel steeds in het achterhoofd gehouden worden dat de causaliteit van het beïnvloedingsproces niet zuiver rechtlijnig geïnterpreteerd mag worden. Altheide spreekt hierbij van
een ‘complex circulair proces, waarin de inhoud van de berichtgeving en het
communicatieproces nauw samenhangen' (Altheide, 1997). Beide factoren beïnvloeden elkaar wederzijds, waardoor nieuwe informatie altijd geïnterpreteerd zal worden in het licht van reeds verworven symbolische kennis. Hieruit kan men besluiten dat het publiek ook niet aanzien mag worden als een passieve massa, in de woorden van Hall (1982) zijn mensen geen 'cultural dopes' die zomaar alles opnemen wat in de media op hen afkomt (Gamson et al., 1992).
1.3 De nieuwe sociaal – culturele breuklijn en de dualisering van het medialandschap
In het kader van de theorie van de symbolische samenleving kan het interessant zijn om kort in te gaan op de notie van de ‘nieuwe sociaal – culturele breuklijn’. Systematische verschillen in de manier waarop mensen met de eerder besproken socialiserende instellingen in contact komen, kunnen dus leiden tot systematische maatschappelijke tegenstellingen, waardoor bepaalde groepen zich verbonden gaan voelen op basis van een gedeelde situatie (Elchardus, 2005). Uit het onderzoek van Elchardus en Smits (2002) bleek dat een aantal opvattingen, houdingen en smaken die bij de bevolking werden waargenomen onderling sterk correleren. Deze houdingen laten zich meten als ‘individualisme’, ‘etnocentrisme’, ‘autoritarisme’ en ‘antipolitiek’, samen worden ze de ‘nieuwe sociaal - culturele breuklijn’ genoemd (Elchardus & Smits, 2002). Iemand met een rechtse houding op deze breuklijn ziet mensen als nutmaximaliserende wezens die radicaal hun eigenbelang nastreven. Deze houding kan verbonden worden aan een utilitair individualistisch mensbeeld, dat aanleiding geeft tot een sterke hang naar gezag. Belangrijk voor dit artikel is hun houding tegenover de multiculturele samenleving. Mensen met een rechtse positie op de breuklijn zullen alleen maar vertrouwen hebben in mensen die voor hen voorspelbaar zijn. ‘Hoe groter de verschillen, hoe groter de risico’s’. Multiculturaliteit is gevaarlijk omdat rationeel ingestelde nieuwelingen concurrenten zijn. Ze pakken werk af en
6
profiteren van een sociale zekerheid, die niet hun verdienste is. ‘Ze zijn te vreemd om te vertrouwen’ (Elchardus & Smits, 2002; Elchardus, 2002b). Een belangrijke factor die in deze theorie een effect uitoefent op die houding tegenover de multiculturele samenleving, komt van statusverlies gekoppeld aan de scholingsgraad. Volgens Elchardus en Smits (2002) ‘maken laaggeschoolden een collectief proces van statusverlies mee en voelen zich meer bedreigd door de concurrentie van immigranten, illegalen en asielzoekers’. Het belang van socialiserende instellingen in de symbolische samenleving worden hier nogmaals bevestigd. Leden van de samenleving die minder geconfronteerd zijn geweest met deze instellingen hebben het gevoel minder kansen te genieten en minder het gevoel betrokken te zijn bij onze samenleving. De instelling die voor dit artikel van groot belang is, is uiteraard de media. Zij oefenen een zeer sterke invloed uit op de 'nieuwe sociaal - culturele breuklijn' en zo kunnen we vermoeden dat zij een onrechtstreeks effect uitoefenen op de houding van mensen tegenover de multiculturele samenleving (Elchardus & Smits, 2002). In de symbolische samenleving oefenen gender, klasse en levensbeschouwing nog steeds een sterke invloed uit op het denken. Deze verschillen worden gereproduceerd aan de hand van de socialiserende instellingen, voornamelijk door het onderwijs en de media. De invloed van de media kan dus verschillen naar gender, klasse en levensbeschouwing. De reproductie van die kenmerken in de media bevestigt hun invloed op het denken, of laat ze zelfs aan belang winnen (Elchardus, 2002b). Deze eigenschap van de media bewijst dat haar invloed zeker niet uniform is. De mate waarin zij een gewelddadig beeld van de samenleving ophangen en aanleiding geven tot een rechtse positie op de 'nieuwe breuklijn' kan zeer hard verschillen. In sommige gevallen zouden ze zelfs diametraal tegenovergestelde houdingen kunnen kweken (Elchardus, 2002b). De verschillende media vertrekken vanuit een andere maatschappelijke inbedding en leiden dus waarschijnlijk tot een heel verschillende omkadering van het nieuws. Algemeen wordt in Vlaanderen een grote samenhang tussen de favoriete krant en zendervoorkeur geconstateerd. Op basis daarvan kan het publiek opgedeeld worden in een groep met een voorkeur voor meer populaire media enerzijds en anderzijds een groep die meer elitaire media verkiest. De elitaire media geniet de voorkeur van het publiek dat eerder de officiële cultuur aanhangt. Zij heeft zal smaken en opvattingen weergeven die over het algemeen veeleer 'politiek correct' te noemen zijn. Het publiek met een voorkeur voor de eerder populaire media, zou daarentegen sneller geneigd zijn zich af te zetten tegen de ‘betuttelende’ houding van de zogenaamde ‘elitaire’ media (Elchardus, 2002). Volgens Elchardus en Smits (2002) bepaalt de mediavoorkeur in sterke mate de voorstelling die iemand van de samenleving maakt (Elchardus & Smits, 2002). Zo blijken media van de populaire
7
strekking zeer sterk samen te hangen met een hoge graad van onbehagen (Elchardus, 2005). Ze lijken een rechtse positie op de 'nieuwe breuklijn' in de hand te werken. De mediavorm die iemand tussen deze 2 uitersten verkiest, blijkt sterk samen te hangen met het onderwijsniveau. Uit menig onderzoek blijkt dat mensen met een lage scholingsgraad overwegend vaker voor de populaire media kiezen, hooggeschoolden vaker voor deze van elitaire of kritische strekking. Commerciële media en een laag onderwijspeil hebben een invloed op zowel negatieve toekomstbeelden als op onveiligheidsgevoelens en anomie. Mensen die al minder in contact zijn gekomen met de socialiserende instellingen en die zich onbehaaglijker voelen in de symbolische samenleving, zullen bijgevolg bevestigd worden in hun wantrouwen (Elchardus & Smits, 2002). Zoals vermeld houdt een rechtse positie op de nieuwe sociaal – culturele breuklijn verband met een hoge graad van etnocentrisme. Een belangrijk doel van dit artikel betreft een verdere analyse van de verschillende omkadering van het nieuws bij populaire en elitaire kranten. Bij het bespreken van de houding van de bevolking tegenover de multiculturele samenleving werd aangehaald dat het Vlaams Belang veel succes kende in kansarme wijken en bij minder geschoolde bevolkingsgroepen (Witte, 1997). Ook werd aangetoond dat populaire media het meeste succes kennen bij diezelfde groepen (Elchardus & Smits, 2002). Daarboven bleken commerciële media een invloed uit te oefenen op een rechtse houding op de 'nieuwe breuklijn'. Hier zal toegespitst worden op één aspect van deze breuklijn, met name het etnocentrisme en de multiculturele samenleving. Aangezien het lezerspubliek van populaire media zeer veel gelijkenissen vertoont met het kiezerspubliek van extreem rechts, wordt hier de hypothese gesteld dat de meer populaire media een negatievere voorstelling van de multiculturele samenleving voorstaan.
Hoofdstuk 2: Afbakening van de onderzoeksproblematiek aan de hand van eerder onderzoek
Eerder werd uiteengezet hoe de media een sterke invloed op de collectieve voorstelling uitoefent en dat deze voorstelling bezwaarlijk objectief te noemen valt. Verdediging voor de idee dat de voorstelling van de multiculturele samenleving door de media beïnvloed wordt, kunnen we terugvinden in het werk van Lubbers et al. (1998). Aansluitend bij de theorie van de symbolische samenleving, citeren zij Van Dijk (1991) die stelde dat ‘racistische houdingen en ideologieën op macro - niveau, gereproduceerd worden door een ideologische reproductie zoals via het onderwijs en de media’ (Lubbers et al., 1998). Zij verklaren de voorstelling van de samenleving zoals ze uit de media voortkomt, door middel van de ‘causale attributie theorie’ van Heider (1958) en Brown (1986). Deze theorie stelt dat wanneer 2 stimuli vaak samen waargenomen worden, één stimulus
8
als causale oorzaak van de andere gezien wordt (Lubbers, 1998). Als een bepaalde etnische groep en stereotypen vaak samen wordt voorgesteld, zullen die stereotypen volgens hen dus na verloop van tijd aan die etnische groep toegeschreven worden. In dit artikel willen we nagaan of de voorstelling van de multiculturele samenleving in de Vlaamse kranten een overeenkomst vertoont met de voorstelling die er bij de bevolking over dat onderwerp leeft. Zoals eerder gesteld is de invloed van de media op de voorstelling bij de bevolking een complex circulair proces (Altheide, 1997), daarom is het belangrijk in het achterhoofd te houden dat het hier niet mogelijk zal zijn om een causaal verband te bewijzen. We zullen dus niet kunnen zeggen of de voorstelling in de kranten de oorzaak is van de voorstelling van de bevolking, maar wel of ze een oorzaak zou kunnen zijn. De analyses naar die voorstelling zal zich hier voornamelijk toespitsen op 3 grote onderzoeksvragen. Eerst willen we nagaan of de voorstelling van de multiculturele samenleving in kranten over de voorbije 20 jaar negatiever is geworden. Ten tweede willen we, aansluitend bij de theorie van de nieuwe – sociaal culturele breuklijn, nagaan wat het verschil in voorstelling is tussen de kranten van eerder elitaire en eerder populaire strekking. Tot slot zal er onderzocht worden of beide kranten een gelijkaardige evolutie gekend hebben over de voorbije 20 jaar.
2.1 De tijdsdimensie
Voor wat de tijdsdimensie betreft, willen we nagaan of de media dezelfde evolutie vertoont die bij de bevolking werd waargenomen voor de multiculturele samenleving. Eerder werd uiteengezet hoe de voorstelling hiervan bij de bevolking sterk negatiever lijkt te zijn geworden. Ook Ter Wal (2002) stelt dat 'Principes van menselijkheid en solidariteit aanvankelijk terugkomen in de berichtgeving, maar hoe langer de migranten of de vluchteling en in het land blijven, des te xenofober en racistischer de attitudes worden' (Haspelach, 2006). Lubbers et.al. (1998) wezen op een stijging van het aantal artikels over etnische minderheden. Andere onderzoeken wezen op de evolutie van de thema’s die in de kranten aan bod kwamen. Haspelach (2006) vermeldde dat de media in de jaren '70 voornamelijk over minderheden schreven in de context van bizarre of ongewone elementen als illegale immigratie, jongerenbendes of inter - etnisch geweld (Haspelach, 2006). In 1998 besloten Lubbers et al. (1998) dat de thema's die in de kranten aan bod kwamen met betrekking tot etnische minderheden, voornamelijk handelden over criminaliteit en geweld. Cultuur kwam volgens hen zeer weinig aan bod. Haspelach verwijst naar het grote aantal auteurs die stellen dat cultuur, en de Islamcultuur in het bijzonder, een steeds belangrijkere rol in de media zou krijgen (Haspelach,
9
2006). In dat verband stelde d’Haenens in 2005 dat meer dan de helft van de artikels over de multiculturele samenleving over religie handelden (Haspelach, 2006). Ook wordt er sinds de aanslagen op het WTC van 11 September 2001, door meerdere auteurs een toegenomen aandacht voor terrorisme vastgesteld. Zowel d'Haenens en Koeman (2002), d'Haenens (2007), als Bousetta (2004) wezen op het grote aandeel berichten over radicalisme en fundamentalisme (Haspelach, 2006). d'Haenens (2007) merkt echter ook een inzet van de media op om Islam steeds meer met positieve thema’s als kunst etc... in verband te brengen (d'Haenens, 2007).
2.2 De dualisering van het medialandschap
De eerder besproken dualisering van het medialandschap wordt door een aantal onderzoeken bevestigd. Zo wordt in het onderzoek van Williams & Dickinson (1993) een verschil waargenomen tussen lezers van verschillende strekkingen voor wat betreft het veiligheidsgevoel. Populaire kranten bleken in hun analyse een groter aantal criminaliteitsberichten te publiceren dan de elitaire. Hoewel het aandeel agressieve criminaliteitsberichten gelijk was voor de populaire en elitaire kranten, kenden deze eersten een hoger aantal agressieve berichten, te wijten aan hun groter aantal criminaliteitsartikels. Populaire kranten kenden een groter aantal artikels over agressieve criminaliteit op de voorpagina. Zowel op de voorpagina als in de rest van de artikels bleken de grootte van de foto's en van de koppen groter te zijn bij populaire kranten, dan bij elitaire. Uit een beoordeling van de 'judges' bleek dat de populaire kranten veel hoger scoorden dan de meer elitaire kranten op beide gebieden. Voorts concludeerden zij dat mensen die populaire kranten lazen een hogere schatting maakten van de criminaliteitsgraad in de maatschappij en zelf ook veel angstiger waren dan lezers van meer elitaire kranten. Dat verband bleek zelfs nog te bestaan na controle voor de sociaal – economische status, wat er op wijst dat deze angst door de kranten wordt opgewekt los van de status die iemand heeft. Ook de scholingsgraad bleek geen rechtstreekse invloed op angst uit te oefenen, maar deze bepaalde wel welke krant gelezen werd en dat die kranten mensen in hun angst beïnvloedden. Ook in het onderzoek van Lubbers et. al. (1998) werden grote verschillen tussen elitaire en populaire kranten waargenomen. Zij merkten bij alle strekkingen een stijging over de tijd op wat betreft het aantal artikels over etnische minderheden, die stijging bleek echter veel sterker bij de populaire krant. In die krant bleken ook meer artikels gepubliceerd waarin etnische minderheden met problemen geassocieerd werden. Ook het aantal artikels waarin minderheden met criminaliteit geassocieerd werden kwamen veel vaker voor in de populaire krant dan in de regionale en de elitaire (Lubbers et. Al., 1998).
10
Hoofdstuk 3: Methode en operationalisering
3.1 Methode en artikelkeuze
Om de inhoud van de kranten te onderzoeken naar hun voorstelling van de multiculturele samenleving, werd een kwantitatieve inhoudsanalyse uitgevoerd. Zoals gebruikelijk bij onderzoeken van die aard, werd er met kruistabellen gewerkt. De reden hiervoor is voornamelijk dat een zeer groot aantal gebruikte variabelen van categorische aard zijn, waarop geen multivariate analyse mogelijk is. De gebruikte associatiemaat betreft hier Pearson's Chi². In het verloop van dit artikel zullen alleen die resultaten besproken worden die een significante bijdrage aan de analyse boden.
Om de eerder besproken tijdsdimensie in rekening te brengen, werden de publicatiejaren 1987 en 2007 onderzocht. Om het verschil tussen populaire en elitaire kranten te vergelijken, werd er gekozen voor De Standaard en Het Laatste Nieuws. De Standaard, opgericht in 1914, geniet de reputatie een kritische, meer elitaire krant te zijn. Het Laatste Nieuws, opgericht in 1888, is de best verkopende krant in Vlaanderen en België en kan bijgevolg omschreven worden als een krant van populaire strekking. Zowel voor 1987 als voor 2007, werd er voor beide kranten een periode van 10 weken onderzocht. Van elke week werden 4 edities per krant onderzocht, waaronder telkens het weekend. Per week werden er dus 8 kranten geanalyseerd. De dagen werden zo gekozen om genoeg variatie over de edities te laten bestaan, zodat dagelijkse verschillen onder invloed van bijvoorbeeld katernen etc... een zo klein mogelijke rol zouden spelen. Beide kranten werden steeds voor dezelfde dag onderzocht. Elke weekdag kwam over deze periode 6 maal aan bod en de weekendedities 10 maal, daar zij elke week onderzocht werden. In Totaal werden 160 kranten onderzocht en 884 artikels over de multiculturele samenleving. Bij de onderzochte kranten werden de artikels weerhouden die handelden over de multiculturele samenleving. De afbakening van dat onderwerp werd zeer ruim geïnterpreteerd. Alle artikels waarin één van de eerder besproken problemen in het licht van de multiculturele samenleving werd vastgesteld werden weerhouden. Ook zijn alle artikels aan de dataset toegevoegd waar een ‘allochtoon’ aan bod kwam (zelfs alleen op basis van een buitenlandse naam) of waar problemen van, tussen en met etnische minderheden besproken werden.
11
Uit de sportrubrieken werden alleen de artikels weerhouden waarin letterlijk multiculturaliteit aan bod kwam. Het gaat hier voornamelijk over interviews met buitenlandse sportmannen en vrouwen die naar de cultuur van hun land van herkomst verwijzen of praten over hun 'allochtoon zijn'. Artikels over het buitenland werden volgens diezelfde redenering weerhouden.
3.2. De onderzochte variabelen
De analyses werden in twee grote luiken opgedeeld. In een eerste luik werden variabelen onderzocht die wezen op het belang die kranten hechten aan artikels over de multiculturele samenleving, ongeacht hun inhoud. Vervolgens werd in het tweede luik dieper ingegaan op de inhoud van de berichten. De variabelen die onderzocht werden in het kader van het belang van multiculturaliteit, waren het aantal artikels, het journalistieke genre en de lay – out van het artikel. Mede op basis van de eerder bespoken onderzoeken van Lubbers et. al. (1998) en Williams & Dickinson (1993), kunnen we het aantal artikels beschouwen als een belangrijke indicatie van de belangrijkheid dat in een krant aan een onderwerp gehecht wordt. Het algemene aantal artikels werd berekend op basis van een steekproef van 15 percent van de kranten in 2007 en 15 percent van de kranten in 1987. Van de 80 onderzochte kranten per jaar, betekent dat 12 kranten. Per jaar werden 6 kranten van De Standaard en 6 kranten van Het Laatste Nieuws geteld, allen van andere weekdagen. Hierbij moet vermeld worden dat deze variabele in een latere fase aan het onderzoek toegevoegd is en dat de steekproef in de praktijk op andere kranten dan de onderzochte is uitgevoerd. Omdat deze telling tot doel heeft een algemeen idee te verkrijgen van het aantal artikels die er in kranten bestaan, zou dit echter niet tot vertekeningen moeten leiden. Het onderzoeken van het journalistieke genre is om 2 redenen van belang. Ten eerste wijst veel voorpaginanieuws op een sterk belang dat aan een thema gehecht wordt (Liska & Baccaglini, 1990; Van Dijk, 1983). Bij de operationalisering van het voorpaginanieuws werd er rekening gehouden werd met zowel de categorie 'Voorpagina' als de categorie 'Vooraan' omdat De Standaard en Het Laatste Nieuws een vrij verschillende lay – out van hun voorpagina kennen. Het journalistieke genre kan ook van belang zijn omdat artikels die onder genres vallen die wijzen op ‘human interest’, zoals interviews, opiniestukken en reportages, ook duiden op een groter belang gehecht aan het onderzochte thema. Voor de lay – out van het artikel mogen we stellen dat hoe opvallender en duidelijker deze is, hoe meer belang aan het thema gehecht wordt (Van Dijk, 1983; Williams & Dickinson, 1993). Hier
12
wordt de lay out geoperationaliseerd op basis van de grootte van het artikel, de grootte van haar kop en de oppervlakte van de eventueel toegevoegde foto.
In het tweede luik werd nagegaan of de artikels die over de multiculturele samenleving verschenen er al dan niet een eerder negatieve voorstelling van boden. Hiervoor werd gekeken naar de thema’s die met multiculturaliteit geassocieerd werden en werd er dieper ingegaan op drie van die thema’s, met name criminaliteit, terrorisme en cultuur. (1) Bij het uiteenzetten van de tijdsdimensie werd het belang aangehaald van de thema’s waarmee de multiculturele samenleving geassocieerd wordt. Over dat onderwerp werd al menig onderzoek verricht (Lubbers et.al., 1998; d’Haenens, 2007; Van Dijk, 1983). Het is hier voornamelijk van belang na te gaan of deze thema’s overwegend negatief zijn zoals de door Lubbers (1998) en d’Haenens (2007) aangehaalde nadruk op criminaliteit en terrorisme. Verder willen we nagaan of er ook een evenwichtige hoeveelheid berichten in de kranten staan die de multiculturele samenleving in verband brengen met meer positieve thema’s als cultuur en religie, zoals d’Haenens (2007) vaststelde. Om na te gaan of de inhoud van deze berichten eerder negatief of positief gekleurd was, moest dieper op deze thema’s ingegaan worden. Hierbij moet de opmerking gemaakt worden dat naast het hoofdthema, bij de codering van de berichten ook met een bijthema gewerkt werd. Berichten die in hun bijthema handelden over criminaliteit, cultuur of terrorisme, werden bij de verdere inhoudelijke bespreking ook onderzocht. Bij de verdere analyse zal het aantal onderzochte berichten dus hoger liggen dan alleen die berichten die één van deze onderwerpen als hoofdthema kenden. Bij de analyse van de criminaliteitsartikels, was hier de vraag met welk type criminaliteit de multiculturele samenleving voornamelijk in verband werd gebracht. Het belang hiervan werd al geïllustreerd in het besproken onderzoek van Williams & Dickinson (1993). De criminaliteitsvariabele behelst 3 categorieën; 'gewelddadige criminaliteit', 'angstaanjagende criminaliteit' en 'niet angstaanjagende criminaliteit'. Wanneer er geweld voortkwam werd het artikel onmiddellijk bij gewelddadige criminaliteit ingedeeld, ongeacht de andere categorieën. Het verschil tussen angstaanjagende en niet angstaanjagende criminaliteit werd opgedeeld op basis van de theorie van Heath (1984) die erop wees dat willekeurige criminaliteit die iedereen kon overkomen een grotere indruk naliet bij de lezers. Ook werd er in navolging van Lichtenstein (1987) rekening gehouden met hoe sensationeel de vorm van criminaliteit was (Williams & Dickinson, 1993). De variabele voor Islamitisch terrorisme werd opgesteld om na te gaan of artikels over terrorisme een negatieve voorstelling van Islam als godsdienst boden. Bij het bespreken van de
13
tijdsdimensie werd verwezen naar d’Haenens die een heel aantal auteurs aanhaalde die wijzen op de veel voorkomende link in de media tussen Islam en fundamentalisme en op de ongenuanceerde berichtgeving hiervan (d’Haenens en Koeman (2002), Bousetta (2004) in d’Haenens (2007)). Ook bij Ter Wal (2005) vinden we de kritiek dat de Islam te vaak wordt voorgesteld als een homogene cultuur (d’Haenens, 2007). De variaties tussen landen of binnen geloofsgroepen kwamen volgens al deze auteurs te weinig aan bod in de kranten. Het resultaat zou dus kunnen zijn dat alle volgelingen van de Islam worden afgebeeld als geweldenaars en terroristen. Om de voorstelling van het terrorismebericht met betrekking tot de Islam te onderzoeken, werd het ingedeeld in 1 van de 3 categorieën, aan de hand van 2 vragen. Eerst werd de vraag gesteld of het artikel een onderscheid maakte tussen de Islam als godsdienst en het Islamitische terrorisme. Verder werd de vraag gesteld of het artikel neutraal stond tegenover de Islam of de religie afbeeld werd als zijnde negatief of vredelievend. Ook bij het onderzoeken van de voorstelling van de Arabische cultuur, werd veel nadruk gelegd op de mate van nuance in de artikels. Volgens Ter Wal (2005) wordt de Islam als een homogene groep omschreven, zonder onderscheid tussen religie en nationaliteit (Haspelach, 2006). Ook Shadid & Koningsveld (2002) sluiten zich aan bij de stelling dat er veel te weinig aandacht is voor de verschillende groepen en nuances binnen de Islamitische wereld (d'Haenens, 2007). Volgens d'Haenens (2007) wordt de Islamitische religie vereenzelvigd met ‘een repressieve houding tegenover vrouwen, geen scheiding tussen Kerk en staat, een tekort aan democratische waarden en het ver doorgedreven vasthouden aan oude tradities en gebruiken. Het Westen wordt beschouwd als de geciviliseerde norm en de Islam moet zich daaraan aanpassen' (d'Haenens, 2007). In dit onderzoek werd de voorstelling die een artikel gaf van de Islamitische cultuur als negatief omschreven wanneer deze de Islam als een homogene blok voorstelde of niet genoeg aandacht had voor de diversiteit binnen deze cultuur. Ook werd het artikel als negatief bestempeld wanneer Islamitische waarden voorgesteld werden als zijnde achtergesteld en onverenigbaar met de 'meer geëvolueerde' Westerse waarden van vrijheid, gelijkheid & democratie. Verder was het artikel negatief wanneer er geweld aan bod kwam, wanneer de vrouw onderdrukt leek te zijn door haar man, wanneer de hoofddoek een onderdrukkingsmiddel leek of een assertieve geloofsaffirmatie bestemd om de 'Westerse' waarden uit te dagen.
14
Hoofdstuk 4: Resultaten
Luik 1: Het belang dat in kranten gehecht wordt aan artikels over de multiculturele samenleving
1. Is het belang dat in kranten aan artikels over de MS gehecht wordt over de laatste 20 jaar gestegen?
Over het aantal artikels zien we in tabel 1 dat over de testperiode van 10 weken, in 2007 gemiddeld 156 artikels per dag werden gepubliceerd. Daarvan handelden gemiddeld 9,3 artikels per dag over de Multiculturele Samenleving (MS). Over een even lange testperiode werden in 1987 gemiddeld 130,5 artikels per dag gepubliceerd, waarvan 4,2 artikels over de MS. Over de periode van 20 jaar is het aandeel artikels over de MS gestegen van 3,2% naar 5,9%. Analoog aan het onderzoek van Lubbers et.al. (1998) blijken dus zowel het aantal als het aandeel artikels over de MS over de voorbije 20 jaar gestegen te zijn. Voor wat het journalistieke genre betreft, is het aandeel artikels over de MS die bij de binnenlandse berichtgeving ondergebracht kunnen worden, sterk gedaald over de laatste 20 jaar. Het aandeel voorpaginanieuws blijkt gelijk gebleven te zijn doorheen de tijd. De daling van het aantal artikels over de MS bij de binnenlandse berichtgeving blijkt echter ten voordele te zijn van artikels die wijzen op een sterke interesse in dat onderwerp. Zo kunnen we voor 2007 een stijging waarnemen in het aandeel artikels die gepubliceerd werden in de genre's 'regionaal nieuws', 'reportages', 'interviews' en ‘opiniestukken’. Voor de grootte van de artikels merken we een zeer sterke stijging voor zowel het aandeel als het aantal kleine artikels. Het aandeel grote artikels zijn ongeveer gelijk gebleven, maar het aandeel artikels van middenformaat lijken gedaald te zijn. Hieruit kunnen we besluiten dat het aandeel middelgrote artikels gedaald is ten gunste van de kleine artikels over de MS. De eerder besproken zeer sterke stijging van het aantal artikels over de MS lijkt zich dus voornamelijk te hebben voorgedaan bij de kleine artikels. Naast het aandeel artikels, lijken echter de absolute aantallen grote en middelgrote artikels ook sterk gestegen te zijn. Bij de grootte van de koppen kunnen we een gelijkaardige evolutie optekenen. Ook hier is het aandeel middelgrote koppen gedaald ten voordele van de kleine koppen. In absolute aantallen zien we ook hier een stijging bij alle drie types koppen. Bij de foto’s nemen we naast een stijging van het aandeel en aantal artikels met kleine foto’s, ook een stijging waar van het aandeel en aantal artikels die vergezeld zijn van grote foto’s. Net als bij
15
de grootte van de artikels en de grootte van de koppen zien we een daling van het aandeel artikels met middelgrote foto’s, het absolute aantal van dat type bericht lijkt hier echter ook gedaald.
Tabel 1: Overzicht van het aantal en aandeel onderzochte variabelen die duiden op ‘belang’ in ‘87 & ‘07 en de evolutie
1978 Jounalistieke genre Binnenland Voorpagina Regionaal Reportage Interview Opinie Aantal/ aandeel artikels MS (gemid.) Grootte van de artikels Klein Midden Groot Grootte van de koppen Klein Midden Groot Grootte van de foto Klein Midden Groot
2007
48 % 9 % 5 % 2 % / 7 % Aantal Aandeel 9,3 3,2 %
30 8 19 4 3 11
Evolutie
Aantal 4,2
% % % % % % Aandeel 5,8 %
Aantal +
= + + + + Aandeel +
89 83 33
43 % 41 % 16 %
326 206 115
50 % 32 % 18 %
+ + +
+ =
63 96 45
31 % 47 % 22 %
345 148 146
54 % 23 % 23 %
+ + +
+ =
10 22 12
23 % 50 % 27 %
101 76 101
36 % 27 % 36 %
+ + +
+ +
2. In welke krant wordt meer belang gehecht aan artikels over de multiculturele samenleving?
Voor wat betreft het aantal artikels zien we in tabel 2 dat Het Laatste Nieuws (HLN) meer artikels per dag publiceert dan De Standaard (DS). Deze bevinding bevestigt het eerder gevoerde onderzoek van Lubbers et.al. (1998). De Standaard wijdt echter een groter aandeel van haar totale aantal artikels aan berichten over de multiculturele samenleving, wat toch duidt op een groter belang dat in deze krant aan dat onderwerp gehecht wordt. Bij het journalistieke genre merken we heel duidelijk dat De Standaard een veel groter aandeel van haar artikels wijdt in die genres die wijzen op ‘human interest’. Hier moet ook het zeer hoge aandeel regionaal nieuws in Het Laatste Nieuws opgemerkt worden, waarop later terug zal gekomen worden. Ook voor de grootte van de artikels en de koppen merken we een grotere nadruk op de multiculturele samenleving in De Standaard. Het Laatste Nieuws kent weliswaar een veel groter aandeel en aantal kleine artikels dan De Standaard, deze laatste kent een veel hoger aandeel en
16
aantal middelgrote en grote artikels. Ook het aandeel grote koppen ligt veel hoger bij De Standaard dan bij Het Laatste Nieuws.
Tabel 2: Overzicht van het aantal en aandeel onderzochte variabelen die duiden op ‘belang’ in DS & HLN in ‘07
Jounalistieke genre Binnenland Voorpagina Regionaal Reportage Interview Opinie Aantal/ aandeel artikels MS gem. Grootte van de artikels Klein Midden Groot Groote van de koppen Klein Midden Groot
DS
HLN
Verhouding
26 % 10 % 4 % 8 % 4 % 15 %
35 % 6 % 34 % 3 % 2 % 6 % Aantal Aandeel 9,39 5%
HLN + DS + HLN + DS + DS + DS + Aantal Aandeel HLN + DS +
Aantal 9,14
Aandeel 7,1 %
109 128 82
34 % 40 % 26 %
217 78 33
66 % 24 % 10 %
HLN + DS + DS +
HLN + DS + DS +
123 94 95
39 % 30 % 30 %
222 54 51
68 % 17 % 16 %
HLN + DS + DS +
HLN + DS + DS +
3. Is er een verschil in evolutie op te merken tussen beide kranten omtrent het belang dat aan artikels over de MS gehecht wordt? Eerder werd uiteengezet dat zowel De Standaard als Het Laatste Nieuws over de laatste 20 jaar een stijging van het aantal artikels over de multiculturele samenleving hebben gekend. Het onderzoek van Lubbers et.al. (1998) stelde dat de stijging in het aantal artikels sterker was voor de populaire dan voor de elitaire kranten. Die vaststelling kan ook hier gemaakt worden, maar de resultaten laten echter vermoeden dat de eerder elitaire krant sterker geëvolueerd is, voor wat betreft het belang dat aan deze artikels gehecht wordt. Dat kunnen we al deels opmeten aan het feit dat De Standaard een iets grotere stijging in het aandeel artikels over de MS gekend heeft dan Het Laatste Nieuws (tabel 3). Belangrijker echter, is de evolutie van de grootte van de artikels die beide kranten gekend hebben. Het Laatste Nieuws heeft een sterkere stijging gekend van het aantal en aandeel kleine artikels, maar een daling van het aandeel grote artikels. De Standaard kende doorheen de voorbije 20 jaar net een stijging van dat aandeel. De Standaard publiceert dus meer grote artikels dan vroeger over de MS en meer grote artikels dan Het Laatste Nieuws.
17
Tabel 3: De evolutie bij DS en HLN naar variabelen die wijzen op ‘belang’
Aant. art. MS Aand. art. MS Grootte art. Klein Midden Groot
1987 4,3 4,2 % 31 % 51 % 18 %
De Standaard 2007 Evolutie 9,39 + 5,09 7,1 % + 3% 34 % 40 % 26 %
+ 3% - 11 % + 8%
Het Laatste Nieuws 1987 2007 Evolutie 4,1 9,14 + 5,04 2,6 5% + 2,4 % 55 % 31 % 14 %
66 % 24 % 10 %
Evolutie
+ 11 % - 7% - 4%
DS = HLN DS > HLN HLN > DS DS > HLN DS > HLN
Luik 2: De inhoud van de artikels over de multiculturele samenleving in de kranten 1. Is de inhoud van de artikels over de MS negatiever geworden over de voorbije 20 jaar?
1.1 Hoofdthema
Het hoofdthema wordt onderzocht om na te gaan of er zich een verschuiving heeft voorgedaan tussen 2007 en 1987 met betrekking tot de thema’s waarmee de multiculturele samenleving geassocieerd wordt in de kranten. Is er binnen deze verschuiving een grotere aandacht te merken voor negatieve en angstwekkende thema’s? De enige noemenswaardige verschuiving die in tabel 4 op te merken valt tussen deze 2 periodes, is dat de kranten in 1987 een groter aandeel van haar artikels aan criminaliteitsnieuws wijdden. In 1987 gingen hier 41 % artikels over, waar dat in 2007 33% was. In absolute aantallen echter, zien we dat het in 1987 84 artikels betrof, in 2007 echter ging het over maar liefst 215 berichten. Analoog aan het onderzoek van d’Haenens (2007) kunnen we in mindere mate ook een stijging opmerken van het aantal en aandeel berichten over terrorisme en racisme. Door het nog steeds zeer hoge aandeel criminaliteitsnieuws in 2007 en de sterke stijging van het aantal artikels in rekening gehouden, kunnen we blijven spreken van een angstaanjagende inhoud, die zelfs sterker zou kunnen geworden zijn. De stelling van d’Haenens (2007) dat artikels over cultuur meer voorkwamen sinds 11 september ziet zich hier niet bevestigd. Algemeen mogen we de hypothese aanvaarden dat de hoofdthema’s van de artikels over multiculturaliteit angstaanjagender geworden zijn over de voorbije 20 jaar.
18
Tabel 4: Het hoofdthema van de berichten over de MS in ’87 en ’07 en hun evolutie
Aantal
1987 Aandeel
Aantal
2007 Aandeel
Criminaliteit
84
41 %
215
33 %
Politiek
16
8%
93
14 %
Immigratie
30
15 %
80
12 %
Cultuur
18
9%
59
9%
Terrorisme
15
7%
56
9%
Racisme
10
5%
46
7%
Andere
8
4%
27
4%
Intern. conflict
3
2%
14
2%
Verzorgingsstaat
6
3%
12
2%
Justitie
5
3%
11
2%
Arbeid
3
2%
10
2%
Ongeval
2
1%
6
1%
Gezondheid
/
/
6
1%
Onderwijs
3
2%
5
1%
Wonen
/
/
5
1%
Evolutie Aantal Aandeel + + + + + + = + + + + + = + = + = + = + = + = + + + + +
1.2 Inhoud thema's
In 1987 handelden in totaal 103 berichten over criminaliteit binnen de berichtgeving over de multiculturele samenleving, daarvan handelde 42% over geweld. Zelfs in 1987 ligt dat veel hoger dan de volgende meest voorkomende categorie, de niet – angstaanjagende criminaliteitsberichten, die 28% van het totale aandeel criminaliteitsartikels uitmaken (tabel 5). Dat al zeer hoge aandeel gewelddadige criminaliteit is over de voorbije 20 jaar nog licht gestegen. Analoog met de eerdere bevindingen zien we naast het gestegen aandeel een zeer sterke stijging in het aantal criminaliteitsberichten en in het bijzonder bij de berichten over geweld. In 1987 werden over de afgebakende periode 21 artikels over terrorisme geschreven. Slechts 24% handelde niet over de Islam. 67% van de berichten maakten geen onderscheid tussen de Islam en terrorisme en schilderde deze af als een agressieve godsdienst. Analoog aan het onderzoek van d’Haenens (2007) zien we in 2007 een zeer hoog aandeel artikels over terrorisme. Dat aandeel ligt ook merkelijk hoger dan in 1987. Het aandeel van de artikels waar Islam als een negatieve godsdienst werd afgeschilderd lag in beide perioden zeer hoog, maar hoger in 1987. In absolute aantallen echter, zien we dat er in 2007 een veel groter aantal artikels gepubliceerd zijn
19
waarin de Islam als een agressieve godsdienst werd omschreven. In beide perioden was de berichtgeving dus negatief tegenover de Islamitische godsdienst, maar in 2007 kunnen we daar een veel hoger aantal berichten over lezen. Overeenkomstig met wat verwacht werd, plaatsten zowel in 2007 als in 1987 het grootste aandeel artikels de Islamitische cultuur in een negatief daglicht. Ook deze bevinding sluit aan bij het door d’Haenens (2007) gevoerde onderzoek. Het aandeel artikels dat in 1987 negatief stond tegenover de Islam was hoger dan in 2007, maar het aandeel blijft ook in 2007 erg hoog. In absolute aantallen zijn de negatieve artikels over de Islam binnen de berichten over cultuur zeer sterk gestegen. Tabel 5: inhoud van de artikels in ’87 & ’07 en hun evolutie
1987
2007
Evolutie
Aantal
Aandeel
Aantal
Aandeel
Aantal
Aandeel
Criminaliteit Geweld
46
42 %
127
44 %
+
+
Angstaanjagend
17
16 %
42
15 %
+
-
nt angstaanjagend
31
28 %
72
25 %
+
-
Gn onderscheid, Agressief
14
67 %
36
41 %
+
+
Onderscheid, Neutraal
2
10 %
5
6 %
+
-
Onderscheid, vredelievend
/
/
4
5 %
+
+
29
62 %
77
57 %
+
-
34 %
59
43 %
+
+
Terrorisme
Cultuur Negatief Niet negatief
18
2. Is de inhoud van de artikels over de MS negatiever voor Het Laatste Nieuws dan voor De Standaard ?
2.1 Hoofdthema
Bij het vergelijken van De Standaard en het Laatste Nieuws in 2007, zien we dat het eerder besproken hogere aantal gepubliceerde artikels over de MS in Het Laatste Nieuws voornamelijk artikels over criminaliteit betreft. Over de afgebakende periode publiceerde De Standaard 49 artikels waarin criminaliteit het hoofdthema was, Het Laatste Nieuws maar liefst 166. Dat betekent dat De Standaard 15% van haar berichtgeving over multiculturaliteit aan criminaliteit
20
wijdde, waar Het Laatste Nieuws 51% van haar artikels over de multiculturele samenleving aan dat thema schonk. Een bijkomende analyse wees ook uit dat 51 % van de criminaliteitsberichten in HLN in het regionale katern gepubliceerd werden. Dat is een belangrijke vaststelling wanneer we rekening houden met de bevinding van Liska & Baccaglini (1990) dat regionaal nieuws een grotere impact blijkt te hebben op de criminaliteitsangst. De Standaard publiceerde zowel in absolute aantallen als in aandeel een groter aantal artikels over cultuur, politiek, immigratie en terrorisme. Met de uitzondering van de artikels over terrorisme, kunnen we hier zeker stellen dat Het Laatste Nieuws zich veel meer dan De Standaard toespitst op angstaanjagende berichtgeving.
Tabel 6: Het aantal en verhouding van de hoofdthema’s 2007, verhouding DS en HLN
Politiek (2) Criminaliteit Immigratie (2) Cultuur Terrorisme
De Standaard Aantal Aandeel 75 24 % 49 15 % 45 14 % 36 11 % 35 11 %
Het Laatste Nieuws Aantal Aandeel 18 6 % 166 51 % 35 11 % 23 7 % 21 6 %
Verhouding Aantal Aandeel DS + DS + HLN + HLN + DS + DS + DS + DS + DS + DS +
2.2 Criminaliteitsnieuws
Over de afgebakende periode in 2007 publiceerde Het Laatste Nieuws bijna het dubbele van De Standaard voor wat betreft het aantal criminaliteitsartikels met betrekking tot de MS. Daarnaast lagen niet alleen het aantal gewelddadige artikels veel hoger in Het Laatste Nieuws, het aantal angstaanjagende berichten lag maar liefst 7 maal hoger. Van alle artikels die over criminaliteit in de MS geschreven werden over de afgebakende periode, werd 34 % in De Standaard gepubliceerd en 66% in Het Laatste Nieuws. Ook hier kunnen we besluiten dat hoewel De Standaard een eerder negatieve inhoud van haar criminaliteitsartikels kent, Het Laatste Nieuws op dat vlak een beduidend angstaanjagendere inhoud kent. Deze resultaten sluiten aan bij het onderzoek van Williams & Dickinson (1993). Tabel 7 : Aantal en aandeel criminaliteitsberichtgeving over MS in DS en HLN in ‘07
Geweld Angstaanjagend Nt angstaanjagend
De Standaard Aantal Aandeel 45 45,5 % 5 5,1 % 24 24,2 %
Het Laatste Nieuws Aantal Aandeel 82 43,4 % 37 19,6 % 48 25,4 %
Verhouding Aantal Aandeel HLN + DS + HLN + HLN + HLN + =
21
3. Is er een verschil in evolutie op te merken tussen beide kranten voor de inhoud van de artikels over de MS ?
Als we de evolutie van De Standaard over de laatste 20 jaar vergelijkt met die van Het Laatste Nieuws, zien we dat deze voor beide kranten gelijkaardig was. Beiden kenden een evolutie naar meer angstaanjagende berichtgeving. Voor het aandeel artikels over de verschillende thema’s binnen de artikels over de MS, zien we dat bij beide kranten het aandeel artikels over terrorisme licht gestegen is en het aandeel artikels over criminaliteit is gedaald. Wel kunnen we opmeten dat die daling sterker was voor De Standaard dan voor Het Laatste Nieuws. Bij het analyseren van deze gegevens moet echter ook rekening gehouden worden met de absolute aantallen van de artikels. Hier is het zeer opvallend dat in Het Laatste Nieuws, tijdens de afgebakende periode van tien weken, er gemiddeld 104 artikels meer over criminaliteit gepubliceerd werden dan over dezelfde periode 20 jaar geleden. Die vaststelling wordt nog opmerkelijker wanneer we zien dat die stijging bij De Standaard over dezelfde periode maar 27 artikels betrof. Hieruit kunnen we besluiten dat de berichtgeving over de multiculturele samenleving voor beide kranten angstaanjagender lijkt geworden, maar dat deze evolutie sterker is bij Het Laatste Nieuws dan bij De Standaard.
Tabel 8: Aandeel en evolutie van het hoofdthema in artikels over de MS bij DS en HLN en hun evolutie
Hoofdthema Politiek - Aantal - Aandeel Criminaliteit - Aantal - Aandeel Cultuur - Aantal - Aandeel Immigratie - Aantal - Aandeel Terrorisme - Aantal - Aandeel
1987
De Standaard 2007 Evolutie
Het Laatste Nieuws 1987 2007 Evolutie
Evolutie
DS > HLN DS > HLN
9 9%
75 24 %
+ 66 + 15
7 7%
18 6%
+ 11 -1%
22 23 %
49 15 %
+ 27 -8%
62 58 %
166 51 %
+ 104 - 7%
HLN > DS DS > HLN
14 15 %
36 11 %
+ 22 -4%
4 4 %
23 7 %
+ 19 +3%
DS > HLN DS > HLN
21 22 %
45 14 %
+ 24 -8%
9 8 %
35 11 %
+ 26 +3%
HLN > DS HLN > DS
10 10 %
35 11 %
+ 25 +1%
5 5 %
21 6 %
+ 16 +1%
DS > HLN DS = HLN
22
Hoofdstuk 5: Besluit In dit artikel wilden we nagaan of de negatieve voorstelling die bij de bevolking over de multiculturele samenleving leeft, afkomstig zou kunnen zijn van de voorstelling van die samenleving in de media. Over de voorbije 20 jaar kan tegenover multiculturaliteit een negatiever geworden houding bij de bevolking waargenomen worden. Het Vlaams Belang heeft over de voorbije 20 jaar sterk aan populariteit gewonnen (Witte, 1997; Billiet et.al., 2000) en ook het welzijnsonderzoek van de TOR-groep bevestigt een negatieve voorstelling van de multiculturele samenleving bij de bevolking (Smits & De Groof, 2006). De theorie van de symbolische samenleving legt een zeer sterke nadruk op de grote invloed die de media uitoefent op het denken en handelen van individuen (Elchardus 2002, 2002b, 2005; Elchardus & Smits, 2002). In dat kader wilden we hier onderzoeken of, analoog aan de negatiever geworden houding bij de bevolking, de voorstellingen die in de media over de multiculturele samenleving gegeven worden ook negatiever geworden zijn. Daartoe werd een inhoudsanalyse uitgevoerd op zowel kranten van het jaar 1987 als van 2007. Overeenkomstig met de onderzoeken van d’Haenens (2007) en Lubbers et.al. (1998) blijkt uit onze analyses dat het belang dat kranten hechten aan artikels over de multiculturele samenleving over de voorbije twintig jaar zeer sterk gestegen is. Zowel het gestegen aandeel en aantal berichten over de multiculturele samenleving en de stijging van het aandeel en aantal berichten in journalistieke genres die wijzen op een meer diepgaande ‘human interest’ bevestigen dat. De stijging van het belang die kranten hechten aan artikels over de multiculturele samenleving, uit zich voornamelijk in een stijging van de kleine artikels, maar ook het aantal middelgrote en grote artikels hebben een positieve evolutie gekend. Diezelfde evolutie kunnen we bij de grootte van de koppen terugvinden. Bij de foto’s zien we niet alleen een stijging van het aandeel kleine, maar ook van het aandeel grote foto’s, wat ook sterk op een gestegen belang wijst. Dat gestegen belang is echter niet noodzakelijk een positieve zaak voor de weerspiegeling van de multiculturele samenleving. Er worden dan wel meer berichten over multiculturaliteit geschreven, de voorstelling hiervan lijkt negatiever dan 20 jaar geleden. De thema’s waarover in het kader van de multiculturele samenleving geschreven wordt, zijn angstaanjagender geworden. Ook deze resultaten bevestigen het eerdere onderzoek van d’Haenens (2007). Het aandeel artikels over terrorisme lijkt licht gestegen te zijn, maar vooral de zeer sterke stijging van het aantal criminaliteitsberichten vallen op. In tegenstelling tot wat uit het onderzoek van d’Haenens (2007) blijkt, zien we hier geen hogere frequentie voor wat betreft de artikels over cultuur. Wel komen we tot gelijkaardige resultaten voor wat betreft de inhoud van de thema’s. Analoog aan de
23
verwachtingen, zien we dat de multiculturele samenleving ook inhoudelijk nog eens in een negatief daglicht geplaatst wordt. Binnen de criminaliteitsartikels is het aandeel berichten over geweld over de voorbije 20 jaar gestegen. Bij de artikels over terrorisme wordt zeer vaak een ongenuanceerde link gelegd naar Islamterrorisme, waarbij de gehele Islamitische godsdienst in een negatief daglicht geplaatst wordt. De negatieve artikels over terrorisme en ook het aantal negatieve berichten over de Islamitische cultuur zijn over de voorbije 20 jaar gestegen. Op basis van deze analyses kunnen we de hypothese bevestigen dat de voorstelling bij de bevolking van de multiculturele samenleving over de voorbije twintig jaar eenzelfde evolutie vertoont. De mogelijkheid dat de bevolking hun voorstellingen over multiculturaliteit uit de media haalt, kan hier niet weerlegd worden. Bij die vaststelling moet echter rekening gehouden worden met de mogelijkheid dat de invloed die de media uitoefenen zeer hard kan verschillen afhankelijk van de strekking van het medium (Williams & Dickinson, 1993; Lubbers et.al., 1998). Zo zien we dat respondenten die zich aan de rechter kant van de nieuwe sociaal – culturele breuklijn bevinden vaker een lage scholingsgraad kennen, sneller geneigd zijn om een negatieve houding tegenover de multiculturele samenleving te hebben en om eerder populaire media te lezen (Elchardus, 2002; Elchardus, 2002b, Elchardus, 2005, Elchardus & Smits, 2002). Op basis daarvan konden we vermoeden dat de eerder populaire media een meer negatieve voorstelling van de multiculturele samenleving te bieden. Ook stelden we ons de vraag of de evolutie die beide strekkingen gekend hebben dezelfde waren. Uit de analyses leren we dat De Standaard een groter belang lijkt te hechten aan artikels over de multiculturele samenleving dan Het Laatste Nieuws. De Standaard wijdt een groter aandeel van haar berichtgeving aan artikels over dat onderwerp en veel meer van deze artikels verschijnen in rubrieken die wijzen op een diepgaande ‘human interest’. Het hogere aandeel middelgrote en grote artikels en het hogere aandeel grotere koppen sluit aan bij de eerder vermelde stelling. De Standaard lijkt dus meer belang te hechten aan artikels over de multiculturele samenleving, maar ook de voorstelling die zij hiervan biedt lijken, zoals verwacht, minder negatief te zijn dan de voorstelling in Het Laatste Nieuws. Het aantal en aandeel berichten over cultuur, politiek en immigratie liggen hoger bij De Standaard. Artikels over terrorisme komen in deze krant weliswaar ook vaker aan bod, maar aantal en aandeel artikels over criminaliteit in Laatste Nieuws ligt echter zo hoog dat we zeker kunnen spreken van een veel angstaanjagendere berichtgeving in deze krant. Deze resultaten liggen in de lijn van wat verwacht kon worden op basis van het onderzoek van Lubbers et.al. (1998). Analoog met het onderzoek van Williams & Dickinson (1993) zien we deze polarisatie ook voor de inhoud van de criminaliteitsberichtgeving. Het aantal gewelddadige berichten ligt in Het Laatste Nieuws hoger, maar nog opvallender is de
24
waarneming dat het aantal angstaanjagende berichten in deze krant meer dan 7 maal hoger lag dan in De Standaard. Uit de vorige vaststellingen kunnen we concluderen dat zowel de eerder elitaire als de eerder populaire krant een overwegend negatieve berichtgeving over de multiculturele samenleving kennen. Zoals verwacht, lijkt deze negatieve voorstelling echter veel sterker is in de krant van eerder populaire strekking. Als we rekening houden met de door Williams & Dickinson (1993) vastgestelde invloed die criminaliteitsberichten op mensen kunnen hebben, kunnen we vermoeden dat mensen die dit soort kranten lezen angstiger zullen zijn dan mensen die eerder elitaire kranten lezen. In dat opzicht kunnen we vermoeden dat de sterke nadruk die het Vlaams belang legt op de bestraffing van crimineel gedrag voor deze lezers een sterkere aantrek zal hebben. In het onderzoek van Liska en Baccaglini (1990) bleek ook het regionaal nieuws een sterke invloed uit te oefenen op criminaliteitsangst. De waarneming dat een zeer groot deel van het criminaliteitsnieuws in Het Laatste Nieuws in het regionaal katern gepubliceerd wordt, zal de angst bij haar lezers vermoedelijk nog versterken. Voor wat betreft de evolutie die beide kranten gekend hebben, merken we dat het belang dat aan artikels over de Multiculturele Samenleving gehecht wordt, bij De Standaard positiever geëvolueerd is dan bij Het Laatste Nieuws. Zo is het aandeel artikels over de multiculturele samenleving bij De Standaard sterker gestegen dan bij Het Laatste Nieuws alsook het aantal en aandeel grote artikels die gepubliceerd worden. Aansluitend bij de vorige vaststellingen, zien we over de voorbije 20 jaar een sterkere negatieve evolutie bij de eerder populaire krant dan bij de eerder elitaire krant. Het aandeel artikels over criminaliteit kende een sterkere daling bij De Standaard dan bij Het Laatste Nieuws en het aantal criminaliteitsberichten is bij deze laatste veel sterker gestegen dan bij de krant van eerder elitaire strekking. Ook deze resultaten bevestigen het eerder gevoerde onderzoek van Lubbers et.al. (1998). Algemeen kunnen we besluiten dat er geen bewijzen werden gevonden om de stelling te weerleggen dat de voorstellingen die er bij de bevolking over de multiculturele samenlevingen leven, uit de media zouden kunnen komen. Integendeel, de voorstellingen bij de bevolking en die in de media lijken sterke gelijkenissen te vertonen. Analoog aan de opkomst van het Vlaams Belang, zien we in de media een negatiever geworden voorstelling van de multiculturele samenleving over de voorbije 20 jaar. Beide onderzochte kranten kenden een evolutie waarbij de multiculturele samenleving negatiever werd voorgesteld over de voorbije twintig jaar, maar deze evolutie leek veel sterker in de krant van populaire strekking. De stemachterban van het Vlaams Belang bestaat voor een groot deel uit kiezers die zich aan de rechter kant van de nieuwe sociaal culturele breuklijn bevinden, hetzelfde publiek dat overwegend vaker populaire kranten leest. De bevinding dat deze populaire kranten inderdaad een negatiever beeld lijken te schetsen van de
25
multiculturele samenleving, ondersteunt de stelling dat de media hun publiek kunnen beïnvloeden.
Voetnoot
(1) In de oorspronkelijke analyses werden ook de thema’s van de verzorgingsstaat en het immigratiebeleid onderzocht. Binnen het bestek van dit artikel was het echter niet mogelijk om op alle onderzochte onderwerpen in te gaan. Er werd besloten deze thema’s weg te laten omdat hier inhoudelijk de minst interessante conclusies uit getrokken konden worden. Over het thema van de verzorgingsstaat werden ook in beide periodes zeer weinig artikels gepubliceerd. Voor de analyses hiervan wordt verwezen naar Jacobs (2007). (2) Hoewel er niet dieper ingegaan werd op de categorieën ‘politiek’ en ‘immigratie’, werden deze toch in de tabellen behouden gezien het grote aantal artikels over die hierover gepubliceerd werden. Bij artikels die onder de categorie politiek vielen, lag de nadruk op het beleid met betrekking tot de MS.
26
Bibliografie Altheide, David (1997). 'The news media, the problem frame and the production of fear' The sociological quarterly, Volume 38, numer 4, pp. 647 – 668.
Billiet, J., Marcel Lubbers en Peer Schepers (2000). ‘Multilevel modeling of Vlaams Blok voting: Individual and contextual characteristics of the Vlaams Blok vote. Acta Politica, vol. 35, no. 4, pp. 399-404.
Derks, Anton (2005). ‘Populisme en de ambivalentie van het egalitarisme. Hoe rijmen sociaal zwakkeren een rechtse partijvoorkeur met hun sociaal – economische attitudes?’ Res Publica, 4, p.528 – 553.
d’Haenens, Leen & Susan Bink (2007). ‘Islam in the Dutch press: with special attention to the Algemeen dagblad.’ Media, Culture & Society, Vol: 29, Issue: 1, p. 135 – 149.
Gamson, W.A., David Croteau, William Hoynes, Theodore Sasson (1992). 'Media images and the social construction of reality.' Annual review of sociology, Vol: 18, p.373.
Elchardus, Mark (2002). Dramademocratie. Tielt, uitgeverij Lannoo.
Elchardus, Mark (2002b). 'Op in rook' in Elchardus, Mark & Ignace Glorieux (Red.)(2002). De symbolische samenleving.Tielt, uitgeverij Lannoo.
Elchardus, Mark & Wendy Smits (2002). Anatomie en oorzaken van het wantrouwen. Brussel, VUB press.
Elchardus, Mark (2005). Cultuursociologie. Brussel, VUB. p. 66 – 101. (Cursus vakgroep sociologie)
Haspelach, J. (2006). De Beeldvorming van de Islam in de media. Leuven (eindverhandeling).
Jacobs, L. (2007). Het discours van de multiculturele samenleving. Een vergelijkende studie tussen De Standaard en Het Laatste Nieuws in 1987 en 2007. VUB, Brussel (eindverhandeling).
27
Liska & Baccaglini, (1990). “Feeling safe by comparison: Crime in the newspapers.” Social problems, Vol.: 37, Issue:3, p. 360.
Lubbers, Marcel, Peers Scheepers & Fred Wester (1998). ‘Ethnic minorities in Dutch Newspapers 1990 – 5, patterns of criminalization and problematisation.’ Gazette: international journal for mass communication studies, vol. 60, no. 5, pp. 415-431.
Smits, Wendy & Saskia De Groof (2006). Het welzijn van de Belgische bevolking. Technisch verslag, veldwerk, responsanalyse, vragenlijst en schaalgegevens. Onderzoeksgroep TOR, Vakgroep Sociologie, Vrije Universiteit Brussel.
Van Dijk, T. (1983). Minderheden in de media. Een analyse in de berichtgeving over etnische minderheden in de dagbladpers. Amsterdam, SUA. Wikipedia (2007). ‘Het Laatste Nieuws’. [31/7/07] Wikipedia.org/wiki/Het_Laatste_Nieuws
Williams & Dickinson (1993). ‘Fear of crime, read all about it? The relationship between newspaper crime reporting and fear of crime. Brittish journal of criminlogy, Vol: 44, Issue: 1, p. 33 – 56.
Witte, Els (1997). Politieke geschiedenis van België. VUB Press, Brussel, 478 p.
28