ABN AMRO ◆
Toelichting op ABN AMRO participatie in BTC Pipeline Project Wat is het BTC Pipeline Project? BTC Company (BTC Co.), een consortium van elf aandeelhouders, legt momenteel de BTC (Bakoe-Tbilisi-Ceyhan) oliepijpleiding aan. Het goed bekendstaande BP, de grootste aandeelhouder, brengt het project ten uitvoer. De pijpleiding heeft een totale lengte van 1.760 kilometer en verbindt de rijke olievelden in de Kaspische Zee via Georgië met een terminal aan de Turkse mediterrane kust. De capaciteit van de pijpleiding bedraagt één miljoen vaten olie per dag. De pijpleiding zal naar verwachting in 2005 volledig in werking zijn en gedurende een periode van minimaal veertig jaar worden geëxploiteerd. Nadere bijzonderheden over dit project vindt u op de volgende website: www.caspiandevelopmentandexport.com. Welk effect heeft het BTC Pipeline Project op de economische ontwikkeling? Het BTC project draagt aanzienlijk bij tot de ontwikkeling van de regio. Er worden grote economische voordelen verwacht, met name voor Azerbeidzjan. De afzet van grote hoeveelheden olie op de internationale markten zal Azerbeidzjan de komende twintig jaar naar schatting omstreeks USD 30 miljard opleveren, waarmee het land tot ontwikkeling kan worden gebracht. Georgië en Turkije zullen via doorvoertarieven van de pijpleiding profiteren. Naast olie-inkomsten zal het project ook direct voor extra werkgelegenheid in de regio zorgen, vooral tijdens de aanlegfase, maar ook gedurende de exploitatieperiode van minimaal veertig jaar. Verder zijn er diverse indirecte voordelen, zoals werkgelegenheid, nieuwe infrastructuur, overdracht van technologische kennis en introductie van hoge milieu- en maatschappelijke eisen en normen. Het project heeft ook een positieve invloed op de samenwerking tussen de drie betrokken landen. Een ander belangrijk voordeel, tot slot, is dat dankzij het project wordt voorkomen dat het aantal riskante olietransporten door de Turkse zee-engten (o.a. de Bosporus, die dwars door Istanbul loopt) gaat toenemen. Een uniek project, een zorgvuldig proces De enorme lengte van de pijpleiding, de milieu-uitdagingen en de politieke, maatschappelijke en culturele diversiteit in de regio maken het BTC Pipeline Project uniek. Bepaalde NGO’s hebben hun bezorgdheid geuit over de milieu- en maatschappelijke effecten van het project. Vanwege de aard van het project heeft ABN AMRO een zorgvuldige interne procedure uitgevoerd door onder meer een uitgebreid ‘due diligence’-onderzoek uit te voeren. Het onderzoek heeft onder andere betrekking gehad op een beoordeling van alle relevante project documentatie, het rapport van de onafhankelijke milieudeskundige (aangesteld door de groep van alle betrokken financiële instellingen), diverse NGO-rapporten over het project en de antwoorden daarop. Gedurende het ‘due diligence’-onderzoek heeft ABN AMRO verschillende malen overleg gevoerd over dit project met enkele NGOs. Het belangrijkste onderdeel in het besluitvormingsproces is de beoordeling van het project geweest op basis van de Equator Principles, die wij in juni 2003 hebben ingevoerd. De Equator Principles zijn een initiatief van de financiële sector en hebben ten doel de milieu- en maatschappelijke risico’s die verbonden zijn aan projectfinanciering, te bepalen, te
beoordelen en te beheersen. De Equator Principles zijn gebaseerd op procedures en gedrags- en richtlijnen die de Wereldbank ten aanzien van genoemde risico’s heeft ontwikkeld. Op dit moment passen achttien vooraanstaande banken in projectfinanciering de Equator Principles toe. Nadere informatie over de Equator Principles is te vinden op: www.equator-principles.com . In de beoordelingsfase van het project heeft ABN AMRO overleg gevoerd met diverse internationale NGO’s. Samen met de andere betrokken banken hebben wij bovendien Mott MacDonald, een gerespecteerd consultancybedrijf op milieugebied, in de arm genomen om een totale beoordeling van het project te maken. Wat is de rol van ABN AMRO? BTC Co. heeft zelf ongeveer een derde in de vorm van eigen vermogen van de totale kosten (USD 3,6 miljard) voor haar rekening genomen. De rest van het benodigde kapitaal zal worden geleend van een omvangrijke groep financiële instellingen. Deze groep bestaat uit vijftien commerciële banken (waaronder ABN AMRO) en twee multilaterale ontwikkelingsbanken, namelijk de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (European Bank for Reconstruction and Development / EBRD) en de International Finance Corporation (IFC), de divisie van de Wereldbank voor kredietverlening aan de private sector. Deze twee ontwikkelingsbanken hebben specifiek ten doel (private) investeringen te ondersteunen die bijdragen tot vermindering van armoede en economische vooruitgang. Naast deze zeventien banken zijn tevens acht kredietverzekeringsmaatschappijen (Export Credit and Investment Agencies / ECA’s) bij het project betrokken om de financiële risico’s van het project te verminderen. De meeste van deze ECA’s, die volledig door de respectievelijke centrale overheid worden ondersteund, verschaffen exportgaranties. De aanleg, exploitatie en financiering van pijpleidingen is een bijzonder complexe aangelegenheid. ABN AMRO heeft bij de financiering van dergelijke projecten een grote deskundigheid opgebouwd. BTC Co. heeft ABN AMRO verzocht om te adviseren over de financiering van het BTC Pipeline Project. Na zorgvuldige ‘due diligence’ heeft ABN AMRO onlangs besloten in de financiering van het project te participeren. De beslissing van ABN AMRO ABN AMRO heeft besloten in de financiering van het BTC Pipeline Project te participeren. Onze eigen beoordeling – feitelijk een beoordeling van talrijke aspecten die door de Equator Principles worden bestreken – is gebaseerd op: documentatie over het BTC project; rapporten van multilaterale ontwikkelingsbanken http://www.ebrd.com/projects/psd/index.htm en http://www.ifc.org/btc; rapporten van onafhankelijke adviseurs en andere instellingen, en; rapporten van NGO’s (die in sommige gevallen zeer uitvoerig waren). Op grond van deze informatie is ABN AMRO tot de conclusie gekomen dat het BTC Pipeline Project in overeenstemming is met de Equator Principles. Bij de besluitvorming heeft ook een rol gespeeld, dat BTC Co. onder leiding staat van het gerespecteerde olieconcern BP. De goedkeuringen door de twee multilaterale ontwikkelingsbanken, de ECA’s (en indirect hun respectievelijke regeringen), de onafhankelijke consultants en andere banken die de Equator Principles hebben ondertekend, bevestigen naar onze mening de juistheid van onze beoordeling.
Amsterdam, 10 december 2003 Toetsing – Het BTC Pipeline Project en de Equator Principles
1. Wij hebben het risico van een project bepaald in overeenstemming met interne richtlijnen die zijn gebaseerd op de criteria van de IFC voor de toetsing van milieu- en maatschappelijke effecten, zoals beschreven in de bijlage bij deze Principles (Bijlage I). (Zie voor deze bijlage de website: http://www.equator-principles.com . Via deze website kunt u ook de verderop in de tekst genoemde Bijlage II en Bijlage III vinden.). De IFC heeft het BTC Pipeline Project ingedeeld in Categorie A, op grond van de toetsingscriteria die zijn vastgelegd in Operation Policy 4.01 van de IFC en die als Bijlage I zijn bijgevoegd bij de Equator Principles. Indeling in de hoogste categorie is volledig terecht voor een project van deze omvang, complexiteit en betekenis.
2. Voor alle projecten in Categorie A en B heeft de kredietnemer een Environmental Assessment (EA) opgesteld. De wijze waarop dit is gebeurd, is in overeenstemming met de uitkomst van ons classificatieproces. In deze Environmental Assessment wordt ons inziens in voldoende mate ingegaan op belangrijke milieu- en maatschappelijke aspecten die wij tijdens het classificatieproces hebben geïdentificeerd. BTC Co. heeft voor het BTC Pipeline Project analyses gemaakt van de maatschappelijke en milieueffecten. Zoals hieronder nader besproken met betrekking tot Equator Principle 3, voldoet de analyse van de milieueffecten aan de eisen voor projecten in Categorie A en wordt daarbij ingegaan op belangrijke milieu- en maatschappelijke aspecten. In Azerbeidzjan gold voor het concept Environmental and Social Impact Assessment (ESIA) een openbare inspraakperiode van 60 dagen en is in september 2002 een eindrapportage goedgekeurd door het Ministerie van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen (MvMNH). In Georgië werd het concept ESIA in april 2002 opgeleverd en in november 2002 goedgekeurd door het Georgische Ministerie van Milieu en Natuurlijke Hulpbronnen (MvMNH). Aan de goedkeuring zijn dertien voorwaarden verbonden. Aan de meeste heeft BTC Co. inmiddels voldaan en is akkoord verkregen van het MvMNH. Aan de overige voorwaarden zal in de loop van het project worden voldaan. In Turkije is het concept EIA rapport in juni 2002 afgerond en voorgelegd aan het Turkse Ministerie van Milieu (MvM) voor een evaluatieperiode van 60 dagen. Medio september 2002 is een definitief EIA ingediend. Het EIA werd in oktober 2002 goedgekeurd door het MvM. Dit goedkeuringsproces per land werd gevolgd door een volgende publieke inspraakperiode van 120 dagen, als onderdeel van het fiatteringsproces van de IFC en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (European Bank for Reconstruction and Development / EBRD).
3. Met betrekking tot dit project komen, voor zover van toepassing, in de EA rapportage de volgende punten aan de orde: a) evaluatie van de toestand van het milieu en van de maatschappelijke omstandigheden in de beginsituatie b) vereisten volgens de wet- en regelgeving van het gastland, van toepassing zijnde internationale verdragen en overeenkomsten c) duurzame ontwikkeling en gebruik van duurzame natuurlijke hulpbronnen. d) bescherming van de menselijke gezondheid, cultuurgoed en biodiversiteit, waaronder bedreigde diersoorten en kwetsbare ecosystemen e) gebruik van gevaarlijke stoffen f) belangrijke risico’s g) arbeidsomstandigheden en bedrijfsveiligheid h) brandpreventie en bescherming van mensenlevens i) sociaal-economische gevolgen j) aankoop en gebruik van grond k) gedwongen verhuizing l) gevolgen voor inheemse bevolking en gemeenschappen m) cumulatieve invloed van bestaande projecten, het voorgestelde project en verwachte toekomstige projecten n) deelname van betrokken partijen bij de opzet, beoordeling en implementatie van het project o) beoordeling van alternatieven die vanuit het oogpunt van het milieu of maatschappelijk gezien de voorkeur verdienen p) efficiënte productie, levering en gebruik van energie q) het voorkomen van vervuiling en minimaliseren van afval, milieubeheersing (afvalwater en uitstoot naar de lucht) en beheer van vast en chemisch afval. N.B.: In elk geval moet in het EA worden aangegeven of wordt voldaan aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving van het gastland en of de voor het project vereiste vergunningen zijn verkregen. Ook moeten de minimumeisen die worden gesteld volgens de Richtlijnen ter Voorkoming en Vermindering van Vervuiling (Bijlage III) van de IFC en de Wereldbank worden genoemd en moet voor projecten die zullen worden uitgevoerd in landen met een laag of gemiddeld inkomen, zoals bepaald volgens de Development Indicators Database van de Wereldbank, bovendien rekening zijn gehouden met de op dat moment van toepassing zijnde gedragslijnen (Safeguard Policies) van de IFC (Bijlage II). In elk geval moet in het EA, naar onze tevredenheid, worden aangegeven in hoeverre het project als geheel voldoet aan (of terecht afwijkt van) de hierboven genoemde respectievelijke richtlijnen en Safeguard Policies. In de E(S)IA documentatie komen de hierboven onder a) tot en met q) genoemde punten, de in het gastland van toepassing zijnde wet- en regelgeving en de minimumeisen volgens de Richtlijnen ter Voorkoming en Vermindering van Vervuiling van de Wereldbank en de IFC en de Safeguard Policies van de IFC in afdoende mate aan de orde. De E(S)IA rapportages zijn beoordeeld door Mott MacDonald, de IFC, de EBRD en de kredietverzekeringsmaatschappijen (Export Credit Agencies), waarna een aantal vragenmatrices zijn voorgelegd aan BTC Co. Naar aanleiding hiervan heeft BTC Co. een Supplementary Lenders Information Pack (SLIP) samengesteld en een Environmental and
Social Action Plan (ESAP) opgesteld. In een aantal plannen, waaronder het Resettlement Action Plan, het Regional Development Initiative (RDI) en het Community Investment Plan (CIP) die tijdens de bouw- en operationele fase van het project zullen worden geïmplementeerd, zullen maatregelen ter beheersing en vermindering van de maatschappelijke gevolgen worden opgenomen. De EBRD, de IFC en andere financiële partijen, alsmede de adviseurs, zijn van mening dat alle vragen zijn beantwoord.
4. Voor alle projecten in Categorie A, en voor alle projecten in Categorie B waarvoor dit van toepassing wordt geacht, heeft de kredietnemer of de externe deskundige een Environmental Management Plan (EMP) opgesteld, waarin wordt uitgegaan van de conclusies van het EA. In het EMP wordt ingegaan op plannen voor de vermindering van milieu- en maatschappelijke effecten, op actieplannen en op de bewaking en beheersing van risico's en planningen. BTC Co. heeft een Environmental and Social Action Plan (ESAP) opgesteld dat onder meer milieubeheersingsplannen bevat waaraan de aannemers die voor de aanleg van de pijplijn worden aangetrokken moeten voldoen (Contractor Control Plans) en die in overeenstemming zijn met de richtlijnen van de IFC en OPIC. In deze CCP’s komen de vereiste effectbeperkende maatregelen en de vereiste bewaking en beheersing van risico's en planningen aan de orde. Deze plannen kunnen worden ingezien via de website van BTC Co: http://www.caspiandevelopmentandexport.com/ASP/PD_BTC.asp .
5. Voor alle projecten in Categorie A, en voor alle projecten in Categorie B waarvoor dit van toepassing wordt geacht, is naar onze mening door de kredietnemer of externe deskundige in voldoende mate op gestructureerde en vanuit cultureel oogpunt gepaste wijze overleg gevoerd met groepen waarvoor het project consequenties zal hebben, met inbegrip van inheemse bevolkingsgroepen en lokale NGO’s. Het EA, of een samenvatting daarvan, is gedurende een redelijke minimumperiode in de lokale taal en op een vanuit cultureel oogpunt gepaste wijze beschikbaar gesteld aan het publiek. In het EA en EMP dienen dergelijke vormen van overleg aan de orde te komen. Projecten in Categorie A dienen bovendien te worden beoordeeld door een onafhankelijke deskundige. BTC Co. heeft een uitgebreid Public Consultation and Disclosure Plan (PCDP) ontwikkeld. Bij de uitvoering van het PCDP is de aard en omvang van de informatie zorgvuldig afgestemd op de diverse belanghebbenden. De E(S)IA documentatie is, zoals vereist, beschikbaar gesteld aan het publiek als onderdeel van het goedkeuringsproces in het gastland. Als onderdeel van het due diligence proces is de IFC ter plaatse getuige geweest van, en heeft zij haar goedkeuring gegeven aan, het inspraakproces en heeft zij op diverse manieren (persoonlijke gesprekken/overleg, bezoeken aan de betrokken gemeenschappen, reacties op diverse brieven van NGO’s en rapportages over “fact finding missies”) deelgenomen aan intensief en continu overleg met NGO’s, maatschappelijke organisaties, lokale gemeenschappen en lokale en nationale overheden. Tevens heeft de IFC, samen met de EBRD, Multi Stakeholder Forums (MSF) georganiseerd teneinde de IFC/EBRD in de gelegenheid te stellen haar positie ten aanzien van punten van zorg rechtstreeks te communiceren naar de lokale betrokkenen en de punten van zorg en suggesties van de betrokkenen aan te horen.
Na overleg met en goedkeuring van deskundigen van de Wereldbank, is de IFC tot de conclusie gekomen dat het beleid ten aanzien van inheemse bevolkingsgroepen niet van toepassing is op Koerden of andere bevolkingsgroepen langs het traject van de pijplijn.
6. De kredietnemer heeft zich contractueel verplicht om: a) zich bij de aanleg en tijdens de exploitatie van de pijpleiding te houden aan het EMP b) regelmatig, door eigen medewerkers of externe deskundigen opgestelde, rapportages te verschaffen over de naleving van het EMP, en c) indien van toepassing, de faciliteiten uit gebruik te nemen in overeenstemming met een akkoord bevonden Decommissioning Plan. a) Dergelijke convenanten zijn opgenomen in het Common Terms Agreement (CTA) en ESAP. b) BTC Co. zal tijdens de aanlegfase elk kwartaal en tijdens de exploitatiefase jaarlijks rapporteren aan de Lender Group. Daarnaast zal een onafhankelijke milieuconsultant het project bewaken en met dezelfde frequentie rapportages uitbrengen aan de Lender Group. c) Er is door BTC Co. nog geen Decommissioning Plan ontwikkeld, hoewel dit volgens de Host Government Agreements (HGA) wel is vereist indien de overeenkomst wordt beëindigd. Aangezien de verwachte looptijd van het project meer dan veertig jaar zal zijn, beschouwt Mott MacDonald dit niet als een probleem.
7. Zoals vereist, hebben de kredietgevers een onafhankelijke milieudeskundige aangesteld voor additionele bewaking en rapportages. Mott MacDonald is in 2002 aangesteld als Independent Environmental Consultant (IEC) voor de Lender Group en heeft in het kader van zijn bewakingstaak de locatie waar de aanleg plaatsvindt tweemaal bezocht. De Lender Group zal tot het einde van de aanlegfase gebruik blijven maken van de diensten van de IEC.
8. In situaties waarin de milieu- en maatschappelijke convenanten niet door een kredietnemer worden nageleefd, op zodanige wijze dat de verplichtingen uit hoofde van schuldfinanciering niet worden nagekomen, zullen wij ons ervoor inzetten dat de kredietnemer oplossingen zoekt die hem weer in staat stellen aan die convenanten te voldoen. Het CTA bevat mechanismen, waaronder meldingsverplichtingen en herstelperiodes, die mogelijkheden bieden om ervoor te zorgen dat het Project weer gaat voldoen aan de convenanten in het eventuele geval dat verplichtingen niet worden nagekomen.
9. Deze Principles gelden voor projecten waarin een bedrag van in totaal USD 50 miljoen of meer wordt geïnvesteerd. In totaal zal in het BTC project ruim USD 3.000 miljoen worden geïnvesteerd. Derhalve zijn de Equator Principles van toepassing.