ABN AMRO Strategie Fondsen Jaarverslag 2013 31 december 2013
ABN AMRO Strategie Fondsen Besloten fonds voor gemene rekening Beheerder BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V. Burgerweeshuispad 201, Tripolis 200 Postbus 71770 1008 DG Amsterdam www.bnpparibas-ip.nl Directie C. Haas M.P. Maagdenberg D.M.J.M. van Ommeren J.L. Roebroek E.C. Stienstra Raad van commissarissen W.G.G. de Vijlder M. Diulius Bewaarder Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL Herengracht 595 Postbus 10042 1001 EA Amsterdam Accountant Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 Postbus 7883 1008 AB Amsterdam Vermogensbeheerder BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V. Amsterdam Adviseurs ABN AMRO International Advisory Centre Parijs Neuflize OBC Investissement Parijs Administrateur BNP Paribas Securities Services S.C.A. Brussel Depotbank en Transfer Agent BNP Paribas Securities Services S.C.A. Luxemburg
1
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN INHOUDSOPGAVE
Pagina
Verslag van de Beheerder
4
Economie en markten
5
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
8 8 9 11 11 12 12 13 13 14 15
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
16 16 17 19 19 20 20 21 21 22 23
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
24 24 25 27 27 28 28 29 29 30 31
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
32 32 33 35 35 36 36 37 37 38 39
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
40 40 41 42 42 43 43 44 44 45 46
2
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN INHOUDSOPGAVE
Pagina
ABN AMRO Strategie Fondsen Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting algemeen -Toelichting op de balans -Toelichting op de winst- en verliesrekening -Risicofactoren
47 47 47 48 48 49 49 50 57 60
Overige gegevens
61
3
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN VERSLAG VAN DE BEHEERDER Wij hebben het genoegen u hierbij het verslag over het boekjaar 2013 van ABN AMRO Strategie Fondsen aan te bieden. Het verslag bestrijkt de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013. Alle Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen hebben een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koersvorming. Voor elk Fonds wordt een aparte administratie gevoerd zodat alle aan een Fonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per Fonds worden verantwoord. Voor een nadere beschrijving van de ontwikkeling van de afzonderlijke Fondsen, het beleggingsbeleid gedurende de verslagperiode en de vooruitzichten wordt verwezen naar de respectievelijke verslagen van de Fondsen. Op 22 juli 2013 is de richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen (2011/61/EU) geïmplementeerd in de Wet op het financieel toezicht (‘Wft’). In dit verslag wordt gebruik gemaakt van het overgangsregime van één jaar, waarbij de laatste versie van de Wft voorafgaand aan 22 juli 2013 wordt nageleefd met inachtname van de inspanningsverplichting als bedoeld in artikel 61.1 van de richtlijn. Uiterlijk op 22 juli 2014 zal het Fonds voldoen aan de gewijzigde wet- en regelgeving. Wijziging beheervergoeding Op 1 december 2013 is de beheervergoeding van de Fondsen van ABN AMRO Strategie verlaagd. Vanaf 1 december 2013 wordt geen provisie meer betaald aan distributeurs (banken en andere beleggingsondernemingen) met betrekking tot het verlenen van beleggingsdiensten aan beleggers. Voor een vergelijkend overzicht van de beheervergoeding per Fonds voor en na wijziging zie pagina 63, onder toelichting op de winst- en verliesrekening. Toezicht De Beheerder beschikt over een vergunning in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft). ABN AMRO Strategie Fondsen is onder de vergunning van de Beheerder geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten. Fund Governance De Nederlandse wetgever heeft in artikel 17 lid 5 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) het voorschrift opgenomen dat de Beheerder, de beleggingsinstelling of de Bewaarder daarvan moeten zorgdragen voor onafhankelijk toezicht op de uitvoering van het beleid en de procedures en maatregelen van de organisatie van de Beheerder. In 2008 heeft de brancheorganisatie DUFAS (Dutch Fund and Asset Management Association) met de ‘DUFAS Principles of Fund Governance’ een raamwerk van regels vastgesteld waarmee gericht invulling wordt gegeven aan de wettelijke bepalingen voor integere bedrijfsvoering als genoemd in artikel 4:11 en 4:14 Wft, waarvan artikel 17 lid 5 Bgfo een nadere uitwerking vormt. De Beheerder onderschrijft deze regels en heeft ze geïntegreerd in zijn eigen fund governance beleid dat is vastgelegd in de Principles of Fund Governance van de Beheerder. Mede ter uitvoering van dit beleid is in juni 2009 een Raad van Commissarissen ingesteld, die erop toeziet dat de Beheerder in het belang van de deelnemers van de - door hem beheerde - fondsen handelt. De Raad van Commissarissen vergadert tenminste tweemaal per jaar met de Directie van de Beheerder en brengt verslag uit van haar activiteiten in het jaarverslag van de Beheerder. Daarnaast wordt de naleving van het fund governance beleid van de Beheerder gemonitord door de afdeling Compliance van BNP Paribas Investment Partners die daarvan periodiek verslag uitbrengt in de directievergadering van de Beheerder en aan de Raad van Commissarissen van de Beheerder. Voor de Principles of Fund Governance van de Beheerder wordt verwezen naar de website van de Beheerder (www.bnpparibas-ip.nl onder 'Informatie Wet financieel toezicht’ - ‘Beheerder’). Stembeleid Ten behoeve van een goede fund governance heeft de Beheerder een beleid inzake stemgedrag. De uitgangspunten die de Beheerder hanteert inzake stemgedrag zijn vermeld onder 'Actief aandeelhouderschap' op de website van de Beheerder (www.bnpparibas-ip.nl/Over ons). Voor de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen wordt, in verband met de aard van de onderliggende beleggingen, niet gestemd op aandeelhoudersvergaderingen. Inrichting van de bedrijfsvoering Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor ABN AMRO Strategie Fondsen te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2013 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. BNP Paribas Investment Partners De Beheerder maakt deel uit van de wereldwijd opererende vermogensbeheerorganisatie van BNP Paribas S.A., welke organisatie thans opereert onder de handelsnaam, ‘BNP Paribas Investment Partners’. De aandelen van BNP Paribas Investment Partners S.A. worden gehouden door BNP Paribas S.A., BNP Paribas Fortis SA/NV en BGL BNP Paribas S.A.
4
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN ECONOMIE EN MARKTEN Macro-economische beleggingsomgeving Terwijl aan het begin van het jaar een aantal politieke gebeurtenissen (crisis in Cyprus, verkiezingen in Italië) centraal stond, verplaatste de aandacht van beleggers zich al snel naar de centrale banken, die bevestigden hun stimuleringsbeleid voort te willen zetten, ondanks de merkbare verbetering van de conjunctuur (herstel van de indicatoren in de productiesector, einde van de recessie in de eurozone en opleving van de wereldhandel). De combinatie van een acceleratie van de wereldeconomie en aanhoudende monetaire verruiming in de G3-landen (Verenigde Staten, Japan en Duitsland) leidde tot een sterke stijging van risicovolle activa en een relatief gematigde druk op de lange rente. Verenigde Staten Los van de schommelingen van kwartaal op kwartaal, die grotendeels verband hielden met het Amerikaanse begrotingsbeleid (onzekerheid aan het einde van 2012, daling van de uitgaven aan het begin van 2013), blijft het groeitempo van de Amerikaanse economie sinds het einde van de recessie onveranderd op iets meer dan 2% en lijkt daarmee met name de gevolgen van een ander begrotingsincident – de tijdelijke sluiting van overheidsdiensten in oktober 2013 door de impasse in het Congres – van zich af te hebben geschud. Het in december 2013 in Washington bereikte compromis heeft weliswaar het risico op een nieuwe tijdelijke ‘shutdown’ afgewend, maar lost het probleem van het schuldenplafond niet op: dit plafond zal in het eerste kwartaal van 2014 weer verhoogd moeten worden. Op jaarbasis kwam de bbp-groei uit op 2% in het 3e kwartaal van 2013. Als gevolg van een iets lagere groei in de eerste helft van het jaar zal het gemiddelde voor 2013 waarschijnlijk onder de 2% liggen (2012: 2,8%). Het einde van het jaar zag een groei van de particuliere consumptie en van de productiesector (productie en vraag naar duurzame consumptiegoederen goederen). Ondanks de plotselinge druk op de hypotheekrente in de zomer bleef de onroerendgoedmarkt solide. Ofschoon de werkloosheid in november afnam tot 7% is de situatie op de arbeidsmarkt nog lang niet genormaliseerd. Door de lage participatiegraad is de verbetering sinds de piek van 10% van oktober 2009 in feite misleidend, wat de voorzichtigheid van de Federal Reserve (Fed) verklaart. Toen Ben Bernanke in december 2013 een bescheiden verlaging van de activa-aankopen aankondigde vanaf januari 2014, stelde hij meteen ook dat de basisrente nog een hele tijd laag zou blijven, ook wanneer de werkloosheid onder 6,5% zou zijn gedaald. De geloofwaardigheid van die belofte zal uiteindelijk bepalen of de lange rente zich zal normaliseren of een abrupte daling zal laten zien, wat de financiële markten en de grote economieën wereldwijd zou kunnen destabiliseren. Janet Yellen, de opvolger van Ben Bernanke als voorzitter van de Fed, zal vanaf het begin van haar mandaat een grote mate van zorgvuldigheid moeten betrachten in haar communicatie hierover. Eurozone De indicatoren in de eurozone zijn geleidelijk hersteld van hun dieptepunt in maart 2013. De PMI (inkoopmanagersindex) steeg in juli tot boven de 50 punten, terwijl de ‘composite’ index (productiesector en dienstensector tezamen) steeg van 46,5 in maart naar 52,2 in september, om zich rond dit niveau – het hoogste sinds juli 2011 - te stabiliseren. De nationale rekeningen bevestigen deze trend: na zes opeenvolgende kwartalen van krimp groeide het bbp van de eurozone in 2013 met 0,3% in het tweede kwartaal en 0,1% in het derde kwartaal. De groei blijft echter bescheiden, terwijl de bestaande verschillen tussen de landen ieder kwartaal groter lijken te worden. In Duitsland steeg de binnenlandse vraag in het derde kwartaal, onder invloed van de toename van de productie-investeringen en het inhaaleffect in de bouwsector, waar de groei tot dan toe was afgeremd door de weersomstandigheden. De vraag naar kapitaalgoederen en de verbeterde indicatoren in deze sector lijken te wijzen op een duurzaam herstel van de investeringen. In Frankrijk is het bbp echter licht gekrompen in het derde kwartaal (-0,1%, versus +0,6% in het tweede kwartaal) als gevolg van lagere investeringen en een afnemende particuliere consumptie. Op het raakvlak van het monetaire beleid en de economische groei blijft de kredietverlening onder druk staan (met name leningen aan bedrijven), maar aan het einde van het boekjaar waren er tekenen van verbetering te bespeuren. Recente gegevens van de Europese Centrale Bank (ECB) over de kredietverstrekking door de banken laten zien dat zij iets minder restrictief zijn geworden en dat de kredietvraag zich zou kunnen stabiliseren. De president van de ECB heeft gesteld dat ‘de banken nog moeten worden overgehaald om nuttige risico’s voor de economie te nemen, met name door te lenen aan middelgrote en kleinere bedrijven’. Het overbrengen van het monetaire beleid blijft immers de hoofdzorg van de ECB, die wel wat geruster is geworden ten aanzien van het deflatierisico ondanks de aanhoudend lage inflatie (daling van 2,2% eind 2012 naar 0,8% eind 2013 op jaarbasis). Japan Dit land maakte een solide groei door in 2013 dankzij het kortetermijneffect van het economische beleid van premier Abe, die eind 2012 werd gekozen. De hernieuwde uitgaven voor openbare werken leidden tot een stijging van het bbp op jaarbasis van 4,5% in het eerste kwartaal, 3,6% in het tweede kwartaal en 1,1% in het derde kwartaal. Ondanks de afvlakking van de consumptie en de export blijft de bbp-groei boven het potentieel (dat op 0,6% wordt geraamd door de OESO (Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling)). Een aantal structurele elementen ontbreekt echter nog, met als belangrijkste de hervorming van de arbeidsmarkt, die onvermijdelijk lijkt nu het effect van de daling van de yen voelbaar wordt in de inflatie (1,5% op jaarbasis in november) als gevolg van de gestegen import. In januari 2013 verhoogde de Bank of Japan (BoJ) het inflatiestreefcijfer van 1% naar 2%, om vervolgens in april 2013 een uitzonderlijk programma van monetaire versoepeling aan te kondigen (verdubbeling van de monetaire basis binnen twee jaar). Aan het einde van het jaar kondigde zij nieuwe maatregelen aan om het inflatiedoel te bereiken. Die beslissing zou al begin 2014 kunnen vallen. Dan wordt immers de btw verhoogd, terwijl de overheid ook een steunplan aankondigde om te voorkomen dat deze verhoging de consumptie onder druk zou zetten. Opkomende markten Tijdens het grootste deel van 2013 is de groei in de opkomende landen stabiel gebleven op ongeveer 4,5%. Dit is een relatief laag niveau en onder het langetermijnpotentieel, dat rond 5,5% schommelt, wat de bezorgdheid over een mogelijke abrupte afremming van de groei in China verklaart. De Chinese autoriteiten zijn er uiteindelijk in geslaagd de beleggers gerust te stellen: bij de invoering van de hervormingen zou het behoud van de groei, een cruciale factor voor de arbeidsmarkt, prioriteit blijven. Hoewel de inflatie niet in alle opkomende landen een probleem vormt, hebben de centrale banken van Brazilië en India in de tweede helft van 2013 hun basisrente opgetrokken om de inflatie in toom te houden en de waardedaling van hun valuta’s in de loop van de zomer tot stilstand te brengen. De opleving van de wereldhandel is een positief element voor de meer cyclische opkomende economieën, waar de export een herstel heeft ingezet (met name in Azië en Oost-Europa), terwijl met name in Brazilië en India de problemen (tekort op de lopende rekening en stijgende inflatie) toenemen. Aandelenmarkten In 2013 boekte de MSCI AC World index een stijging van 20,3% (in USD), het resultaat van de rally die volgde na de toezegging van de centrale banken om een context van lage (korte en lange) rente te handhaven, wat gunstig is voor de groei. De Fed en de Amerikaanse markten gaven het hele jaar de toon aan. De stijging van Wall Street verliep vrijwel zonder onderbreking tot in mei, toen de uitspraken van Ben Bernanke over een mogelijke afbouw (‘tapering’) van de activa-aankopen van de Fed de beleggers bezorgd maakten, juist toen de 5
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN economische vooruitzichten leken te verbeteren. Tijdens de zomer lieten met name de Amerikaanse en opkomende markten flinke schommelingen zien. In de herfst was de trend weer opwaarts na de wat onverwachte beslissing van de Fed om haar monetair beleid niet te wijzigen in september, ondanks de tekenen van een versnelling van de economie. Na wat aarzelingen door de begrotingsperikelen zette de S&P 500 zijn klim naar nieuwe records voort, maar steeds onder invloed van de verwachtingen inzake het monetaire beleid. Naarmate de weken vorderden, kregen de beleggers steeds meer aandacht voor de verklaringen van Ben Bernanke en zijn opvolger Janet Yellen die benadrukten dat de basisrente nog een hele tijd zeer laag zou blijven. Na een wat aarzelende ontwikkeling in november werd de aankondiging van de ‘tapering’ op 18 december gevolgd door een fraaie stijging van aandelen, dankzij de solide economische indicatoren (vooral van de arbeidsmarkt). De S&P 500 bereikte op de laatste beursdag van het jaar een nieuw record van 1848,36 punten (+29,6%). In de eurozone steeg de Eurostoxx 50 met 18% in 2013. Deze underperformance is het gevolg van de zwakke begin van het jaar op de Europese beurzen, toen de staatsschuldencrisis en de politieke aspecten ervan weer oplaaiden door de Italiaanse verkiezingen en de problemen in Cyprus. Bij de grote ontwikkelde beurzen komt Japan als grote winnaar uit de bus met +56,7% voor de Nikkei 225, dankzij de daling van bijna 18% van de yen ten opzichte van de dollar en het vertrouwen van beleggers in de economische plannen van de regering van premier Abe. De opkomende indices bleven in 2013 sterk achter (-5% voor de MSCI Emerging Markets index), vooral door de bezorgdheid over de Chinese groei in de eerste helft van het jaar en een aanzienlijke kapitaaluitstroom in juli en augustus. Zij hebben later hun achterstand echter deels weer ingehaald dankzij de verbeterende economische indicatoren en het wegebben van de bezorgdheid over de beleidswijziging bij de Fed. Onroerend goed De internationale onroerendgoedmarkten sloten een teleurstellend 2013 met verlies af. De vrees voor stijgende obligatierentes had op hoger renderende beleggingscategorieën als beursgenoteerd onroerend goed een sterk nadelig effect. Het jaar verliep bemoedigend totdat de Fed in mei liet doorschemeren dat vanwege de aantrekkende Amerikaanse economie overwogen werd om het aankoopprogramma af te bouwen. Het nieuws dreef de rente op de Treasury-markt op, wat in het tweede en derde kwartaal verkoopdruk op Amerikaanse REIT’s en, meer in het algemeen, onroerendgoedaandelen wereldwijd tot gevolg had. Beleggers switchten van hoger renderende categorieën naar meer groeigerichte alternatieven. Door de stijgende lange rente deed onroerend goed het over heel 2013 slechter dan de aandelenmarkt. Hongkong en Singapore waren de opvallendste achterblijvers, terwijl de Japanse markt onder aanvoering van onroerendgoedontwikkelaars de beste performance neerzette. De directe onroerendgoedgoedmarkten ontwikkelden zich in 2013 sterk. De transactievolumes stegen wereldwijd fors ten opzichte van 2012. Noord-Amerika was nog steeds de meeste actieve markt, gevolgd door Europa en het Midden-Oosten. Gateway-locaties en megasteden zoals Londen trokken opnieuw de meeste investeringen. De huursector vertoonde in 2013 een gemengd beeld. In sommige markten was een onregelmatig vraagherstel zichtbaar, in andere kwam het herstel maar niet op gang. In de Amerikaanse kantoorhuursector steeg de bedrijvigheid in 2013 volgens JLL met ongeveer 10%. Voor 2014 verwacht men een soortgelijke groei, waarbij de kantorenmarkten en megasteden aan de westkust de kar zullen trekken. Het rendement van wereldwijde vastgoedaandelen bedroeg aan het einde van het jaar 3,6%. De stijging van de obligatierentes in de tweede helft van het jaar ging vergezeld van een daling van de spread van onroerend goed ten opzichte van staatsobligaties. In veel markten ligt de spread niettemin nog steeds op een bijzonder aantrekkelijk niveau. In Japan en delen van het Europese vasteland bijvoorbeeld bedraagt de spread van REIT’s ten opzichte van obligaties nog steeds meer dan 250 basispunten. Bovendien noteerden wereldwijde onroerendgoedaandelen aan het einde van het jaar 10% onder hun intrinsieke waarde. Dit is de langjarige trend. Renteontwikkelingen/Geldmarkten De ECB heeft haar hele conventionele beleidsarsenaal uitgeput met de verlaging van de basisrente in mei en november. De herfinancieringsrente bedraagt nu 0,25% en de marginale leenfaciliteit – (waarop banken bij onverwachte tekorten een beroep kunnen doen) 0,75%. De depositorente ligt al sinds juli 2012 op 0%. Sinds juli 2013 stelt de ECB prognoses op voor het toekomstige traject van de rente (‘forward guidance’). Hierin wordt aangegegen dat de basisrente nog een lange tijd op het huidige niveau of nog lager zal blijven. De Raad van Bestuur van de ECB heeft overigens besloten om de procedures voor tenders met vooraf vastgestelde rente tot 7 juli 2015 te handhaven ongeacht het gevraagde bedrag (‘vaste-rentetenders met volledige toewijzing’). In de loop van de periode weerklonken er stemmen dat er onconventionele maatregelen zouden kunnen worden genomen om de kredietverstrekking te stimuleren (vooral aan kleine en middelgrote bedrijven). Er is echter nog geen beslissing in die zin genomen (liquiditeitsinjectie, activa-aankopen) en Mario Draghi heeft gesteld dat een nieuwe LTRO (Long-Term Refinancing Operation) alleen aan de orde zou zijn als er zekerheid is dat de geleende bedragen worden ingezet om de reële economie te ondersteunen, en niet voor carry trade activiteiten, zoals gebeurde bij vorige operaties. In de loop van 2013 is heel wat aandacht gegaan naar de derde fase van kwantitatieve versoepeling (QE) van de Fed. Hierbij zijn de in september 2012 aangekondigde activa-aankopen ten bedrage van USD 85 miljard per maand gedurende heel 2013 voortgezet. In het voorjaar van 2013 bracht de Fed echter voor het eerst het einde van de QE ter sprake, via een verlaging van de aankopen (‘tapering’), en later zelfs het stopzetten daarvan (daarbij stellend dat de basisrente nog een hele tijd laag zou blijven). Pas in de laatste vergadering van het jaar werd door de Fed een bescheiden verlaging van de aankopen aangekondigd (met USD10 miljard) in het licht van de conjunctuurverbetering, en hiermee haar boodschap van een aanhoudend lage basisrente onderstreept. Hierbij werd aangegeven dat de Fed Funds target rate (0% à 0,25% sinds december 2008) ongewijzigd zou blijven tot lang na het dalen van de werkloosheid tot onder 6,5%, wat een krachtige boodschap is, gelet op het werkloosheidspercentage van 7% in november. Die aankondiging verduidelijkte de eerdere verklaringen van Ben Bernanke en Janet Yellen en maakt de drempel van 6,5% minder hard.
6
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN RenteontwIkkeling
Valuta’s In de verslagperiode vertoonde de EUR/USD-koers forse schommelingen (tussen USD 1,28 en USD 1,38) en steeg deze met 4,5% op jaarbasis. Begin 2013 werd de euro ondersteund door de automatische inkrimping van de ECB balans als gevolg van de terugbetaling van de enorme bedragen die de banken eind 2011 en begin 2012 hadden geleend. Precies op het moment dat de Europese leiders hun bezorgdheid uitten over de sterke euro (bijna USD 1,37, tegen USD 1,32 eind 2012), keerde de trend. De verklaringen van de president van de ECB veroorzaakten een eerste correctie, waarna de baissetrend werd versterkt door de bezorgdheid over de eurozone (verkiezingen in Italië, crisis in Cyprus). Eind maart dook de euro weer onder USD 1,28, om tot augustus binnen een bandbreedte van USD 1,28 tot USD 1,34 te bewegen. Vervolgens steeg de euro weer naar een piek van USD 1,35 op 18 september 2013 als gevolg van het ongewijzigde monetaire beleid van de Fed. Hoewel dit een logische trend lijkt, lijden de marktspelers in zekere zin aan selectieve blindheid, want de door de ECB bekrachtigde baissetrend heeft geen duurzame impact gehad op de wisselkoersen. De ontwikkelingen van het eerste kwartaal zijn daar een goed voorbeeld van. In oktober veroorzaakte de onzekerheid rond de sluiting van de overheidsdiensten in de VS neerwaartse druk op de dollar (EUR/USD koers boven USD 1,38). Na de onverwachte verlaging van de rente door de ECB op 7 november zakte de koers onder USD 1,33, maar door het uitblijven van verdere onconventionele maatregelen daalde de koers niet verder en steeg de euro weer naar USD 1,38. Hoewel de – niet geheel verwachte – aankondiging van een verlaging van de activa-aankopen door de Fed steun bood aan de dollar in december, is de waardestijging van de greenback beperkt gebleven. De euro sloot het jaar af op USD 1,38. De daling van de yen als gevolg van het stimuleringsbeleid van de Bank of Japan (BoJ), haperde tijdens de zomer, maar zette vervolgens door. Op jaarbasis daalde de yen 17,7% ten opzichte van de dollar en 21,3% ten opzichte van de euro, met een nieuw laagste niveau van 145 yen voor een euro. De eis van premier Shinzo Abe, die eind 2012 werd verkozen, dat de nieuwe president van de Bank of Japan (BoJ) een veel agressiever beleid zou voeren ten aanzien van activa-aankopen kwam geloofwaardig over en zorgde aan het begin van 2013 voor een dalende yen. De internationale topontmoetingen werden echter afgesloten zonder specifieke referenties naar de yen, en sommige marktspelers lijken een verdere daling te verwachten. Op 9 mei steeg de USD/JPY koers boven de drempel van 100. De afwikkeling van de carry-trades door de toenemende bezorgdheid op de financiële markten bracht deze beweging tot stilstand en deed de koers tijdelijk weer tot onder 95 dalen in juni. Daarna bewoog de USD/JPY-koers vooral zijdelings tot begin november, om vervolgens weer te stijgen tot 105,15 aan het einde van het jaar, het hoogste peil sinds oktober 2008. Vastrentende markten Vanaf mei nam de druk op de lange Amerikaanse rente toe door de verwachte afname van de kwantitatieve versoepeling bij de Fed. De rente van de 10-jarige Treasury bill (1,76% eind 2012) steeg tot 3% begin september (tegen 1,60% begin mei) om weer terug te lopen tot in oktober en vervolgens weer aan te trekken door de verwachting dat de Fed haar activa-aankopen zou gaan terugschroeven. Deze ‘tapering’ werd uiteindelijk aangekondigd op 18 december. De rente steeg met 127 bp, waarbij de publicatie van een zeer solide vertrouwensindex voor de huishoudens de rente opdreef naar 3,03% op de laatste beursdag van het jaar, het hoogste niveau sinds zomer 2011. De Europese rente deed het beter dan zijn Amerikaanse tegenhanger, dankzij de twee renteverlagingen door de ECB, de baissetrend in het monetaire beleid, de lage inflatie en bescheiden economische groei. De rente op de 10-jarige Bund steeg in 2013 met 61 bp en sloot het jaar af jaar af op 1,93%, onder de piek van 2% van september. De outperformance van de Europese rente was nog duidelijker zichtbaar bij de Spaanse en Italiaanse rentevoeten. Deze daalden in de loop van het jaar als gevolg van de belofte van de ECB in september 2012 dat zij overheidspapier van eurolanden die in moeilijkheden waren geraakt zouden kopen het zogenoemde OMT (Outright Monetary Transaction). Dit zette beleggers ertoe aan, te profiteren van carry-trading in een ‘bedaarde’ rentecontext en met het vooruitzicht van een lange periode van zeer lage basisrente. De rente van de 10-jarige Italiaanse staatsobligatie sloot het jaar af op 4,13% (-37 bp) en die van zijn Spaanse tegenhanger op 4,15% (-112 bp). De afnemende rentedruk was vooral merkbaar in de tweede helft van het jaar; de eerste helft kende een wisselvalliger verloop.
7
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2013
2012
2011
236
355
580
14
20
30
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
57,41
55,57
52,03
Transactieprijs in EUR per ultimo
57,25
55,68
51,93
Rendement %
3,2
6,8
(0,6)
Rendement index %
4,3
9,2
1,1
(1,1)
(2,4)
(1,7)
2013
2012
2011
2010
2009
Opbrengsten per participatie in EUR
0,06
0,07
0,05
0,11
0,10
Lasten per participatie in EUR
0,27
0,21
0,49
0,49
0,47
Waardeveranderingen per participatie in EUR
2,06
3,87
(0,07)
2,43
3,49
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
Relatief rendement %
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
8
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 streeft naar het behalen van een aantrekkelijk rendement bij een relatief laag risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 15% MSCI World Index (NR in EUR) + 5% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 50% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR) + 30% JP Morgan Euro Cash 3 Month Index (RI). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2012 werd afgesloten met een overweging van zowel aandelen als onroerend goed en een forse onderweging in obligaties. De overweging in aandelen en onroerend goed werd genomen, vooruitlopend op een verder herstel van het economische klimaat. Het aantrekken van de economie en een lage rente rechtvaardigen de overweging in aandelen en onroerend goed. Mede door de lage rente en het feit, dat er voorlopig niet of nauwelijks inflatiegevaar is, is in mei is een onderweging in obligaties geïntroduceerd tegenover liquiditeiten. Deze onderweging is in juni vergroot, waarbij de overweging in aandelen gedeeltelijk werd afgebouwd. Tevens is de overweging in onroerend goed te gesloten. In augustus is de onderwogen positie in obligaties nog verder verhoogd tegenover liquiditeiten en aandelen. 2013 werd afgesloten met een forse onderweging in obligaties en een overwogen positie in aandelen en liquiditeiten. De positionering op onroerend goed is neutraal. Bovengenoemde tactische beslissingen hebben bijgedragen tot een positieve performance van de fondsen. Voor 2014 wordt een verdere groei van de Nederlandse economie verwacht, mede daar ook de eurozone, de VS en diverse Aziatische landen er beter voor staan. De PMI, een belangrijke vertrouwensindicator uit het bedrijfsleven bevindt zich zelfs op het hoogste niveau van alle eurolanden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De weging van aandelen is het gehele jaar op 100% gehouden om volledig belegd te blijven. In 2013 hebben wij ongeveer 35% van het vermogen aan indexproducten gealloceerd om de tracking error te reduceren. Aan het einde van het jaar waren wij nog steeds gepositioneerd in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund en Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerika en een overweging in Europa. Ook waren wij nog steeds overwogen in de opkomende markten en onderwogen in Japan. In april zijn de onderwogen posities in de VS en Japan verhoogd naar neutraal. Dat ging ten koste van de allocatie aan Europa, die van overwogen naar onderwogen werd omgebogen. De onderweging in Europese aandelen is vervolgens in augustus weer verhoogd naar neutraal. Dit ging ten koste van de allocatie aan de opkomende markten, waardoor de portefeuille in alle regio’s een neutrale weging kende. Half oktober besloten wij om de neutrale allocatie aan Europa uit te breiden tot een overweging; hiertoe werd de neutrale allocatie aan Noord-Amerika teruggeschroefd naar een onderweging. De fondsselectie droeg over 2013 als geheel nadelig bij aan de relatieve performance. Zo bleef het Franklin Technology Fund, waarmee wij invulling gaven aan onze voorkeur voor technologieaandelen, 3,5% achter bij de MSCI USA. In maart en april hebben wij de allocatie aan smallen midcaps verhoogd door de fondsen Janus US Venture en Oyster European Selection (belegt ongeveer 50% van zijn vermogen in aandelen van kleine en middelgrote bedrijven) aan de portefeuille toe te voegen. Later in het jaar is Janus US Venture vervangen door het Hermes US SMID Equity Fund. Onze nadruk op smallcaps kwam de relatieve performance in 2013 ten goede. De overwogen positionering in de opkomende markten speelde ons echter tot half augustus parten en berokkende de relatieve performance in 2013 de meeste schade. Themafonds DWS Agribusiness, dat het aanzienlijk slechter deed dan de MSCI World, leverde de op één na grootste negatieve bijdrage. Amundi US Equity Relative Value overtrof de MSCI USA met 3% en was de belangrijkste steunpilaar voor onze relatieve performance in 2013. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Aan het begin van het jaar was de portefeuille voor 40% belegd in Europese investment-grade bedrijfsobligaties, voor 13% in het Amerikaanse high-yield segment en ook voor 13% in obligaties uit de opkomende markten. In mei besloten wij om de tactische assetallocatie aan te passen en winst te nemen op Europese investment-grade obligaties. De vrijgekomen gelden zijn aangewend om de positionering in staatsobligaties in euro’s uit te breiden. In juni en juli hebben wij het totale risico van de portefeuille verminderd, waarbij de posities in obligaties uit opkomende markten volledig afgestoten zijn. In juni is de weging in Amerikaans high yield gereduceerd teneinde via een belegging in het ING Europe High Yield Fund een positionering in Europees high yield op te bouwen. In het derde en vierde kwartaal is vastgehouden aan de nadruk op Europese investment-grade bedrijfsobligaties en Europees en Amerikaans high yield. De relatieve performance van het AAMMF Euro Bonds Fund werd het meest gesteund door de nadruk op high-yield obligaties uit de VS en Europa. Ook de posities in Europese investment-grade bedrijfsobligaties droegen positief bij, zij het in heel geringe mate. De overweging in obligaties uit de opkomende markten bracht de relatieve performance in 2013 de meeste schade toe. Binnen de allocatie aan staatsobligaties in euro’s hield Natixis Euro Souverains gelijke tred met zijn benchmark en bleef JP Morgan Euro Government 0,4% achter bij de JPM EMU Global Index. Wij waren ook belegd in Mellon Euroland, een algemeen obligatiefonds dat het door zijn posities in schuldpapier uit de opkomende markten slechter deed dan zijn benchmark. In december hebben wij ons belang in Mellon Euroland voor de helft verkocht om een positie in het Pioneer Euro Aggregate Bond Fund in te nemen. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 53% in staatsobligaties in euro’s, voor 31% in Europese investment-grade bedrijfsobligaties en voor 16% in high-yield obligaties belegd.
9
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2012/2013 was voornamelijk gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. In het variabelrentende segment ging de voorkeur uit naar looptijden tussen drie maanden en één jaar. Daarmee werd de weighted average life (WAL) binnen de door kredietbeoordelaars gehanteerde limieten gehouden. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s in relatie tot staatsobligaties of emissies met staatsgarantie om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in het segment A1+ belegd dient te zijn. De lage rendementen van deze transacties, met vaak een vaste rente van 0%, drukten het totale rendement van de SICAV helaas aanzienlijk. De intrinsieke waarde van de participaties I nam dankzij het door het fonds gevoerde beleid toe met 0,053% op jaarbasis. Deze performance in de verslagperiode is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Zo bedroeg het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode 0,11%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2012 tot en met 28 februari 2013: Het jaar 2013 gaf een tweedeling te zien. De opwaartse trend van het uitstekend verlopen 2012 hield tot half mei aan en leverde de markten in die periode een aanzienlijke winst op. Na een toespraak van Ben Bernanke liep beursgenoteerd vastgoed echter forse klappen op. De president van de Federal Reserve bracht namelijk een verkoopgolf op gang toen hij voor het eerst zinspeelde op de mogelijke afbouw van de obligatieaankopen door de Fed op de openbare markt. Bernanke deed zijn uitspraak tegen de achtergrond van een aantrekkende Amerikaanse economie en een plotselinge stijging van de rendementen op Amerikaanse Treasuries. Obligatiebeleggers achtten vervolgens de tijd rijp om hun positie in de beleggingscategorie terug te schroeven, waardoor ook met obligaties correlerende categorieën zoals vastgoedaandelen wereldwijd onder verkoopdruk kwamen. Deze onrust op de vastgoedmarkten hield tot het einde van het jaar aan. De FTSE EPRA NAREIT Total Return Index eindigde 2013, gemeten in euro’s, hierdoor vrijwel op de beginstand van het jaar. De index deed het daarmee slechter dan de MSCI World Net Return Index, de graadmeter voor de wereldwijde aandelenmarkten. Regionaal gezien staken de Europese vastgoedmarkten er met een indrukwekkend rendement van 10,8% bovenuit. Binnen de regio Europa was het Verenigd Koninkrijk met een stijging van 20,7% de uitblinker. Japan spande met een rendement van 27% echter de kroon. De verbeterende fundamentele omstandigheden voor direct vastgoed, het stimuleringsbeleid van de centrale bank en de regering, de zwakkere yen en de toewijzing van de Olympische Spelen in 2020 gaven Japanse vastgoedaandelen een krachtige impuls. PARVEST Real Estate Securities World behaalde in 2013 een outperformance (voor aftrek van kosten). Dit was te danken aan de aandelenselectie, waarin onze keuzes in Japan voor de grootste positieve bijdragen zorgden en ook posities in fondsen uit Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een gunstig effect hadden. In de regioallocatie was de overweging van Japan succesvol maar viel de overweging van Hongkong ongunstig uit. Al met al was de positieve bijdrage van de aandelenselectie iets groter dan het licht negatieve effect van de allocatie. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van de toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico en renterisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de sectorverdeling verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: Mede gezien een verdere groei van de economie zijn wij positief gestemd over aandelen. Waarbij regionaal een lichte voorkeur uitgaat naar Europese aandelen boven aandelen uit de VS. Dit laatste door de gemiddeld lagere waardering van Europese aandelen ten opzichte van Amerikaanse aandelen. Hierdoor is er binnen de Europese aandelen ruimte voor positieve “verrassingen”. Obligaties: Hoewel obligaties een belangrijke beleggingscategorie blijven, enerzijds om stabiliteit en inkomen te genereren en anderzijds om het risico van de totale portefeuille te dempen, blijven wij bij de aanbeveling om in het huidige klimaat van licht stijgende rentes beleggingen in deze asset class te vermijden. Onroerend goed Wij zijn optimistisch gestemd over de marktvooruitzichten. De verbeterende macro-economische situatie in de VS en Azië zou, tezamen met een beter inzicht in de mogelijke gevolgen van de afbouw van het Amerikaanse aankoopprogramma, een positief effect op de vastgoedmarkten moeten hebben. Wel voorzien wij aanhoudende volatiliteit. Ook over de vooruitzichten voor de lange termijn zijn wij nog steeds positief. Zo zou een aanhoudende zoektocht naar inkomsten hoger renderende beleggingscategorieën als vastgoed moeten ondersteunen. Neerwaartse risico’s zijn een nieuwe renteschok op de Treasury-markt en de aanhoudende onzekerheid over de wijze waarop overheden hun balansproblemen op de lange termijn gaan aanpakken. Wij zijn sterk onderwogen in de VS, waar de vastgoedmarkt waarschijnlijk het zwaarst getroffen zal worden door de stijgende rente. Hoewel Japan de best presterende markt ter wereld was, rechtvaardigen de fundamentele situatie van de lokale directe vastgoedmarkt en de aantrekkende wereldeconomie naar onze mening onveranderd een sterk overwogen positionering. Wij hebben onze strategie gedurende 2013 aanzienlijk bijgesteld en richten ons nu vooral op bedrijven die het sterkst kunnen profiteren van een aantrekkende economie. Een goed voorbeeld is de overweging in de sector lodgings in de VS: bij een verdere verbetering van de economie zal deze sector waarschijnlijk fors aan kracht winnen.
10
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
11
31/12/13
31/12/12
13.523.827
19.724.849
150.272 150.272
15.173 15.173
-
11.994
150.272
27.167
13.674.099
19.752.016
78.373 38.401 1.416 118.190
3.078 7.104 10.182
9.746.123 3.250.951 558.835 13.555.909
16.490.883 1.538.780 1.712.171 19.741.834
13.674.099
19.752.016
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 WINST-
EN
VERLIESREKENING 2013
2012
3.290 14.079 1.223.946 (601.528) 639.787
8.192 46 25.254 1.083.800 692.851 1.810.143
212 60.481 20.259 80.952
103 82.181 15.688 97.972
558.835
1.712.171
2013
2012
558.835 (1.223.946) 601.528 (3.144.050) 9.967.979 (135.099) 29.635 6.654.882
1.712.171 (1.083.800) (692.851) (15.031.462) 27.227.760 64.173 (48.622) 12.147.369
236.292 (6.981.052) (6.744.760)
133.220 (12.296.118) (12.162.898)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(89.878) (489)
(15.529) (1.549)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(90.367) 11.994 (78.373)
(17.078) 29.072 11.994
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
12
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/13
31/12/12
(3)
19.724.849 3.144.050 (9.967.979) 1.224.435 (601.528) 13.523.827
30.142.947 15.031.462 (27.227.760) 1.085.349 692.851 19.724.849
(31)
16.490.883 236.292 (6.981.052) 9.746.123
28.653.781 133.220 (12.296.118) 16.490.883
(33)
1.538.780 1.712.171 3.250.951
1.914.778 (375.998) 1.538.780
(35)
1.712.171 (1.712.171) 558.835 558.835
(375.998) 375.998 1.712.171 1.712.171
31/12/13
31/12/12
31/12/11
14
20
30
236
355
580
57,41
55,57
52,03
EUR Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
13
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico (concentratierisico) Het aandelenmarktrisico van het Fonds wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de index. Wij hebben er daarom voor gekozen om het risiconiveau met behulp van meerdere risicoratio’s te bewaken. Het beheerteam is niet aan een harde limiet voor de tracking error gebonden, maar houdt de ex-post en ex-ante tracking error binnen aanvaardbare grenzen. De portefeuillebeheerder heeft daarbij het laatste woord. Aan het einde van het jaar bedroeg de ex-post tracking error 2,2%. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar.
TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2013
31/12/2012
Index
22,0
20,6
15,0
5,3
7,3
5,0
Obligaties
26,1
39,2
50,0
Liquiditeiten*
46,6
32,9
30,0
100,0
100,0
100,0
Aandelen Indirect onroerend goed
*Incl. liquide middelen. Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 84% in staatsobligaties en investment-grade bedrijfsobligaties belegd. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2013. AAA 10.3%
AA 19,6%
A 7,8%
BBB 39,7%
No rating other 20,3%
Cash 2,3%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in effecten of andere instrumenten die niet in de euro luiden. ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities en BNP Paribas InstiCash EUR, waarin de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen, beleggen 4,58% respectievelijk 4,84% van hun portefeuille in andere valuta dan de euro. Deze positie is door de portefeuillebeheerders van deze fondsen in het gepresenteerde boekjaar niet afgedekt naar de euro. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2013 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit.
14
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 279 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 175.401 45.070 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 819 42 Parvest Real Estate Securities World I EUR 1 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 3.511 Totaal participaties in beleggingsfondsen
Totaal beleggingen
3.514 2.772 6.346 113 345 76 358 13.524
13.524
15
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2013
2012
2011
746
1.043
1.652
44
58
84
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
59,39
55,91
50,95
Transactieprijs in EUR per ultimo
59,19
55,80
51,05
Rendement %
6,1
9,7
(2,2)
Rendement index %
7,3
12,1
0,3
(1,2)
(2,4)
(2,4)
2013
2012
2011
2010
2009
Opbrengsten per participatie in EUR
0,05
0,07
0,04
0,11
0,10
Lasten per participatie in EUR
0,34
0,31
0,66
0,66
0,58
Waardeveranderingen per participatie in EUR
3,75
5,59
(0,81)
4,52
5,82
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
Relatief rendement %
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
16
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 streeft naar het behalen van een aantrekkelijk rendement bij een gematigd laag risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 30% MSCI World Index (NR in EUR) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 50% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR) + 10% JP Morgan Euro Cash 3 Month Index (RI). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2012 werd afgesloten met een overweging van zowel aandelen als onroerend goed en een forse onderweging in obligaties. De overweging in aandelen en onroerend goed werd genomen, vooruitlopend op een verder herstel van het economische klimaat. Het aantrekken van de economie en een lage rente rechtvaardigen de overweging in aandelen en onroerend goed. Mede door de lage rente en het feit, dat er voorlopig niet of nauwelijks inflatiegevaar is, is in mei is een onderweging in obligaties geïntroduceerd tegenover liquiditeiten. Deze onderweging is in juni vergroot, waarbij de overweging in aandelen gedeeltelijk werd afgebouwd. Tevens is de overweging in onroerend goed te gesloten. In augustus is de onderwogen positie in obligaties nog verder verhoogd tegenover liquiditeiten en aandelen. 2013 werd afgesloten met een forse onderweging in obligaties en een overwogen positie in aandelen en liquiditeiten. De positionering op onroerend goed is neutraal. Bovengenoemde tactische beslissingen hebben bijgedragen tot een positieve performance van de fondsen. Voor 2014 wordt een verdere groei van de Nederlandse economie verwacht, mede daar ook de eurozone, de VS en diverse Aziatische landen er beter voor staan. De PMI, een belangrijke vertrouwensindicator uit het bedrijfsleven bevindt zich zelfs op het hoogste niveau van alle eurolanden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De weging van aandelen is het gehele jaar op 100% gehouden om volledig belegd te blijven. In 2013 hebben wij ongeveer 35% van het vermogen aan indexproducten gealloceerd om de tracking error te reduceren. Aan het einde van het jaar waren wij nog steeds gepositioneerd in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund en Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerika en een overweging in Europa. Ook waren wij nog steeds overwogen in de opkomende markten en onderwogen in Japan. In april zijn de onderwogen posities in de VS en Japan verhoogd naar neutraal. Dat ging ten koste van de allocatie aan Europa, die van overwogen naar onderwogen werd omgebogen. De onderweging in Europese aandelen is vervolgens in augustus weer verhoogd naar neutraal. Dit ging ten koste van de allocatie aan de opkomende markten, waardoor de portefeuille in alle regio’s een neutrale weging kende. Half oktober besloten wij om de neutrale allocatie aan Europa uit te breiden tot een overweging; hiertoe werd de neutrale allocatie aan Noord-Amerika teruggeschroefd naar een onderweging. De fondsselectie droeg over 2013 als geheel nadelig bij aan de relatieve performance. Zo bleef het Franklin Technology Fund, waarmee wij invulling gaven aan onze voorkeur voor technologieaandelen, 3,5% achter bij de MSCI USA. In maart en april hebben wij de allocatie aan smallen midcaps verhoogd door de fondsen Janus US Venture en Oyster European Selection (belegt ongeveer 50% van zijn vermogen in aandelen van kleine en middelgrote bedrijven) aan de portefeuille toe te voegen. Later in het jaar is Janus US Venture vervangen door het Hermes US SMID Equity Fund. Onze nadruk op smallcaps kwam de relatieve performance in 2013 ten goede. De overwogen positionering in de opkomende markten speelde ons echter tot half augustus parten en berokkende de relatieve performance in 2013 de meeste schade. Themafonds DWS Agribusiness, dat het aanzienlijk slechter deed dan de MSCI World, leverde de op één na grootste negatieve bijdrage. Amundi US Equity Relative Value overtrof de MSCI USA met 3% en was de belangrijkste steunpilaar voor onze relatieve performance in 2013. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Aan het begin van het jaar was de portefeuille voor 40% belegd in Europese investment-grade bedrijfsobligaties, voor 13% in het Amerikaanse high-yield segment en ook voor 13% in obligaties uit de opkomende markten. In mei besloten wij om de tactische assetallocatie aan te passen en winst te nemen op Europese investment-grade obligaties. De vrijgekomen gelden zijn aangewend om de positionering in staatsobligaties in euro’s uit te breiden. In juni en juli hebben wij het totale risico van de portefeuille verminderd, waarbij de posities in obligaties uit opkomende markten volledig afgestoten zijn. In juni is de weging in Amerikaans high yield gereduceerd teneinde via een belegging in het ING Europe High Yield Fund een positionering in Europees high yield op te bouwen. In het derde en vierde kwartaal is vastgehouden aan de nadruk op Europese investment-grade bedrijfsobligaties en Europees en Amerikaans high yield. De relatieve performance van het AAMMF Euro Bonds Fund werd het meest gesteund door de nadruk op high-yield obligaties uit de VS en Europa. Ook de posities in Europese investment-grade bedrijfsobligaties droegen positief bij, zij het in heel geringe mate. De overweging in obligaties uit de opkomende markten bracht de relatieve performance in 2013 de meeste schade toe. Binnen de allocatie aan staatsobligaties in euro’s hield Natixis Euro Souverains gelijke tred met zijn benchmark en bleef JP Morgan Euro Government 0,4% achter bij de JPM EMU Global Index. Wij waren ook belegd in Mellon Euroland, een algemeen obligatiefonds dat het door zijn posities in schuldpapier uit de opkomende markten slechter deed dan zijn benchmark. In december hebben wij ons belang in Mellon Euroland voor de helft verkocht om een positie in het Pioneer Euro Aggregate Bond Fund in te nemen. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 53% in staatsobligaties in euro’s, voor 31% in Europese investment-grade bedrijfsobligaties en voor 16% in high-yield obligaties belegd.
17
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2012/2013 was voornamelijk gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. In het variabelrentende segment ging de voorkeur uit naar looptijden tussen drie maanden en één jaar. Daarmee werd de weighted average life (WAL) binnen de door kredietbeoordelaars gehanteerde limieten gehouden. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s in relatie tot staatsobligaties of emissies met staatsgarantie om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in het segment A1+ belegd dient te zijn. De lage rendementen van deze transacties, met vaak een vaste rente van 0%, drukten het totale rendement van de SICAV helaas aanzienlijk. De intrinsieke waarde van de participaties I nam dankzij het door het fonds gevoerde beleid toe met 0,053% op jaarbasis. Deze performance in de verslagperiode is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Zo bedroeg het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode 0,11%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2012 tot en met 28 februari 2013: Het jaar 2013 gaf een tweedeling te zien. De opwaartse trend van het uitstekend verlopen 2012 hield tot half mei aan en leverde de markten in die periode een aanzienlijke winst op. Na een toespraak van Ben Bernanke liep beursgenoteerd vastgoed echter forse klappen op. De president van de Federal Reserve bracht namelijk een verkoopgolf op gang toen hij voor het eerst zinspeelde op de mogelijke afbouw van de obligatieaankopen door de Fed op de openbare markt. Bernanke deed zijn uitspraak tegen de achtergrond van een aantrekkende Amerikaanse economie en een plotselinge stijging van de rendementen op Amerikaanse Treasuries. Obligatiebeleggers achtten vervolgens de tijd rijp om hun positie in de beleggingscategorie terug te schroeven, waardoor ook met obligaties correlerende categorieën zoals vastgoedaandelen wereldwijd onder verkoopdruk kwamen. Deze onrust op de vastgoedmarkten hield tot het einde van het jaar aan. De FTSE EPRA NAREIT Total Return Index eindigde 2013, gemeten in euro’s, hierdoor vrijwel op de beginstand van het jaar. De index deed het daarmee slechter dan de MSCI World Net Return Index, de graadmeter voor de wereldwijde aandelenmarkten. Regionaal gezien staken de Europese vastgoedmarkten er met een indrukwekkend rendement van 10,8% bovenuit. Binnen de regio Europa was het Verenigd Koninkrijk met een stijging van 20,7% de uitblinker. Japan spande met een rendement van 27% echter de kroon. De verbeterende fundamentele omstandigheden voor direct vastgoed, het stimuleringsbeleid van de centrale bank en de regering, de zwakkere yen en de toewijzing van de Olympische Spelen in 2020 gaven Japanse vastgoedaandelen een krachtige impuls. PARVEST Real Estate Securities World behaalde in 2013 een outperformance (voor aftrek van kosten). Dit was te danken aan de aandelenselectie, waarin onze keuzes in Japan voor de grootste positieve bijdragen zorgden en ook posities in fondsen uit Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een gunstig effect hadden. In de regioallocatie was de overweging van Japan succesvol maar viel de overweging van Hongkong ongunstig uit. Al met al was de positieve bijdrage van de aandelenselectie iets groter dan het licht negatieve effect van de allocatie. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico en renterisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de sectorverdeling verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: Mede gezien een verdere groei van de economie zijn wij positief gestemd over aandelen. Waarbij regionaal een lichte voorkeur uitgaat naar Europese aandelen boven aandelen uit de VS. Dit laatste door de gemiddeld lagere waardering van Europese aandelen ten opzichte van Amerikaanse aandelen. Hierdoor is er binnen de Europese aandelen ruimte voor positieve “verrassingen”. Obligaties: Hoewel obligaties een belangrijke beleggingscategorie blijven, enerzijds om stabiliteit en inkomen te genereren en anderzijds om het risico van de totale portefeuille te dempen, blijven wij bij de aanbeveling om in het huidige klimaat van licht stijgende rentes beleggingen in deze asset class te vermijden. Onroerend goed Wij zijn optimistisch gestemd over de marktvooruitzichten. De verbeterende macro-economische situatie in de VS en Azië zou, tezamen met een beter inzicht in de mogelijke gevolgen van de afbouw van het Amerikaanse aankoopprogramma, een positief effect op de vastgoedmarkten moeten hebben. Wel voorzien wij aanhoudende volatiliteit. Ook over de vooruitzichten voor de lange termijn zijn wij nog steeds positief. Zo zou een aanhoudende zoektocht naar inkomsten hoger renderende beleggingscategorieën als vastgoed moeten ondersteunen. Neerwaartse risico’s zijn een nieuwe renteschok op de Treasury-markt en de aanhoudende onzekerheid over de wijze waarop overheden hun balansproblemen op de lange termijn gaan aanpakken. Wij zijn sterk onderwogen in de VS, waar de vastgoedmarkt waarschijnlijk het zwaarst getroffen zal worden door de stijgende rente. Hoewel Japan de best presterende markt ter wereld was, rechtvaardigen de fundamentele situatie van de lokale directe vastgoedmarkt en de aantrekkende wereldeconomie naar onze mening onveranderd een sterk overwogen positionering. Wij hebben onze strategie gedurende 2013 aanzienlijk bijgesteld en richten ons nu vooral op bedrijven die het sterkst kunnen profiteren van een aantrekkende economie. Een goed voorbeeld is de overweging in de sector lodgings in de VS: bij een verdere verbetering van de economie zal deze sector waarschijnlijk fors aan kracht winnen.
18
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) 31/12/13
31/12/12
44.296.525
58.341.464
-
55.967 55.967
Overige activa Liquide middelen
156.997
40.425
Vorderingen en overige activa
156.997
96.392
44.453.522
58.437.856
5 135.823 4.531 140.359
4 13.356 29.558 42.918
28.940.227 12.201.170 3.171.766 44.313.163
46.193.768 5.038.226 7.162.944 58.394.938
44.453.522
58.437.856
EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
19
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 WINST-
EN
VERLIESREKENING 2013
2012
11.249 39.056 4.511.864 (1.079.114) 3.483.055
24.138 164 68.546 3.977.569 3.509.065 4.532 7.584.014
623 247.564 63.102 311.289
519 374.420 46.131 421.070
3.171.766
7.162.944
2013
2012
3.171.766 (4.511.864) 1.079.114 (13.033.972) 30.510.953 55.967 97.440 17.369.404
7.162.944 (3.977.569) (3.509.065) (33.339.574) 66.479.537 213.031 (17.171) 33.012.133
1.000.492 (18.254.033) (17.253.541)
536.443 (33.467.746) (32.931.303)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
115.863 708
80.830 (10.481)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
116.571 40.421 156.992
70.349 (29.928) 40.421
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
20
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/13
31/12/12
(3)
58.341.464 13.033.972 (30.510.953) 4.511.156 (1.079.114) 44.296.525
83.984.312 33.339.574 (66.479.537) 3.988.050 3.509.065 58.341.464
(31)
46.193.768 1.000.492 (18.254.033) 28.940.227
79.125.071 536.443 (33.467.746) 46.193.768
(33)
5.038.226 7.162.944 12.201.170
7.983.206 (2.944.980) 5.038.226
(35)
7.162.944 (7.162.944) 3.171.766 3.171.766
(2.944.980) 2.944.980 7.162.944 7.162.944
31/12/13
31/12/12
31/12/11
44
58
84
746
1.043
1.652
59,39
55,91
50,95
EUR Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
21
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico van het Fonds wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de index. Wij hebben er daarom voor gekozen om het risiconiveau met behulp van meerdere risicoratio’s te bewaken. Het beheerteam is niet aan een harde limiet voor de tracking error gebonden, maar houdt de ex-post en ex-ante tracking error binnen aanvaardbare grenzen. De portefeuillebeheerder heeft daarbij het laatste woord. Aan het einde van het jaar bedroeg de ex-post tracking error 2,2%. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar. TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2013
Aandelen
31/12/2012
Index
39,4
40,5
30,0
9,9
12,2
10,0
Obligaties
25,6
39,2
50,0
Liquiditeiten*
25,1
8,1
10,0
100,0
100,0
100,0
Indirect onroerend goed
*Incl. liquide middelen. Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 84% in staatsobligaties en investment-grade bedrijfsobligaties belegd. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2013. AAA 10.3%
AA 19,6%
A 7,8%
BBB 39,7%
No rating other 20,3%
Cash 2,3%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in effecten of andere instrumenten die niet in de euro luiden. ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities en BNP Paribas InstiCash EUR, waarin de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen, beleggen 4,58% respectievelijk 4,84% van hun portefeuille in andere valuta dan de euro. Deze positie is door de portefeuillebeheerders van deze fondsen in het gepresenteerde boekjaar niet afgedekt naar de euro. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2013 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit.
22
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 905 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 1.051.946 78.067 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 3.049 259 Parvest Real Estate Securities World I EUR 4 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 22.417 Totaal participaties in beleggingsfondsen
Totaal beleggingen
11.390 16.621 10.992 421 2.120 464 2.289 44.297
44.297
23
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2013
2012
2011
819
1.073
1.608
49
58
78
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
59,50
54,27
48,70
Transactieprijs in EUR per ultimo
59,26
54,37
48,80
9,4
11,4
(4,1)
Rendement index %
10,1
12,8
(0,6)
Relatief rendement %
(1,7)
(1,3)
(4,7)
2013
2012
2011
2010
2009
Opbrengsten per participatie in EUR
0,04
0,06
0,05
0,09
0,09
Lasten per participatie in EUR
0,26
0,24
0,63
0,65
0,54
Waardeveranderingen per participatie in EUR
5,41
6,25
(1,88)
5,93
7,04
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
Rendement %
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
24
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 streeft naar het behalen van een aantrekkelijk rendement bij een gematigd hoog risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 50% MSCI World Index (NR in EUR) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 35% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR) + 5% JP Morgan Euro Cash 3 Month Index (RI). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2012 werd afgesloten met een overweging van zowel aandelen als onroerend goed en een forse onderweging in obligaties. De overweging in aandelen en onroerend goed werd genomen, vooruitlopend op een verder herstel van het economische klimaat. Het aantrekken van de economie en een lage rente rechtvaardigen de overweging in aandelen en onroerend goed. Mede door de lage rente en het feit, dat er voorlopig niet of nauwelijks inflatiegevaar is, is in mei is een onderweging in obligaties geïntroduceerd tegenover liquiditeiten. Deze onderweging is in juni vergroot, waarbij de overweging in aandelen gedeeltelijk werd afgebouwd. Tevens is de overweging in onroerend goed te gesloten. In augustus is de onderwogen positie in obligaties nog verder verhoogd tegenover liquiditeiten en aandelen. 2013 werd afgesloten met een forse onderweging in obligaties en een overwogen positie in aandelen en liquiditeiten. De positionering op onroerend goed is neutraal. Bovengenoemde tactische beslissingen hebben bijgedragen tot een positieve performance van de fondsen. Voor 2014 wordt een verdere groei van de Nederlandse economie verwacht, mede daar ook de eurozone, de VS en diverse Aziatische landen er beter voor staan. De PMI, een belangrijke vertrouwensindicator uit het bedrijfsleven bevindt zich zelfs op het hoogste niveau van alle eurolanden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De weging van aandelen is het gehele jaar op 100% gehouden om volledig belegd te blijven. In 2013 hebben wij ongeveer 35% van het vermogen aan indexproducten gealloceerd om de tracking error te reduceren. Aan het einde van het jaar waren wij nog steeds gepositioneerd in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund en Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerika en een overweging in Europa. Ook waren wij nog steeds overwogen in de opkomende markten en onderwogen in Japan. In april zijn de onderwogen posities in de VS en Japan verhoogd naar neutraal. Dat ging ten koste van de allocatie aan Europa, die van overwogen naar onderwogen werd omgebogen. De onderweging in Europese aandelen is vervolgens in augustus weer verhoogd naar neutraal. Dit ging ten koste van de allocatie aan de opkomende markten, waardoor de portefeuille in alle regio’s een neutrale weging kende. Half oktober besloten wij om de neutrale allocatie aan Europa uit te breiden tot een overweging; hiertoe werd de neutrale allocatie aan Noord-Amerika teruggeschroefd naar een onderweging. De fondsselectie droeg over 2013 als geheel nadelig bij aan de relatieve performance. Zo bleef het Franklin Technology Fund, waarmee wij invulling gaven aan onze voorkeur voor technologieaandelen, 3,5% achter bij de MSCI USA. In maart en april hebben wij de allocatie aan smallen midcaps verhoogd door de fondsen Janus US Venture en Oyster European Selection (belegt ongeveer 50% van zijn vermogen in aandelen van kleine en middelgrote bedrijven) aan de portefeuille toe te voegen. Later in het jaar is Janus US Venture vervangen door het Hermes US SMID Equity Fund. Onze nadruk op smallcaps kwam de relatieve performance in 2013 ten goede. De overwogen positionering in de opkomende markten speelde ons echter tot half augustus parten en berokkende de relatieve performance in 2013 de meeste schade. Themafonds DWS Agribusiness, dat het aanzienlijk slechter deed dan de MSCI World, leverde de op één na grootste negatieve bijdrage. Amundi US Equity Relative Value overtrof de MSCI USA met 3% en was de belangrijkste steunpilaar voor onze relatieve performance in 2013. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Aan het begin van het jaar was de portefeuille voor 40% belegd in Europese investment-grade bedrijfsobligaties, voor 13% in het Amerikaanse high-yield segment en ook voor 13% in obligaties uit de opkomende markten. In mei besloten wij om de tactische assetallocatie aan te passen en winst te nemen op Europese investment-grade obligaties. De vrijgekomen gelden zijn aangewend om de positionering in staatsobligaties in euro’s uit te breiden. In juni en juli hebben wij het totale risico van de portefeuille verminderd, waarbij de posities in obligaties uit opkomende markten volledig afgestoten zijn. In juni is de weging in Amerikaans high yield gereduceerd teneinde via een belegging in het ING Europe High Yield Fund een positionering in Europees high yield op te bouwen. In het derde en vierde kwartaal is vastgehouden aan de nadruk op Europese investment-grade bedrijfsobligaties en Europees en Amerikaans high yield. De relatieve performance van het AAMMF Euro Bonds Fund werd het meest gesteund door de nadruk op high-yield obligaties uit de VS en Europa. Ook de posities in Europese investment-grade bedrijfsobligaties droegen positief bij, zij het in heel geringe mate. De overweging in obligaties uit de opkomende markten bracht de relatieve performance in 2013 de meeste schade toe. Binnen de allocatie aan staatsobligaties in euro’s hield Natixis Euro Souverains gelijke tred met zijn benchmark en bleef JP Morgan Euro Government 0,4% achter bij de JPM EMU Global Index. Wij waren ook belegd in Mellon Euroland, een algemeen obligatiefonds dat het door zijn posities in schuldpapier uit de opkomende markten slechter deed dan zijn benchmark. In december hebben wij ons belang in Mellon Euroland voor de helft verkocht om een positie in het Pioneer Euro Aggregate Bond Fund in te nemen. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 53% in staatsobligaties in euro’s, voor 31% in Europese investment-grade bedrijfsobligaties en voor 16% in high-yield obligaties belegd.
25
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2012/2013 was voornamelijk gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. In het variabelrentende segment ging de voorkeur uit naar looptijden tussen drie maanden en één jaar. Daarmee werd de weighted average life (WAL) binnen de door kredietbeoordelaars gehanteerde limieten gehouden. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s in relatie tot staatsobligaties of emissies met staatsgarantie om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in het segment A1+ belegd dient te zijn. De lage rendementen van deze transacties, met vaak een vaste rente van 0%, drukten het totale rendement van de SICAV helaas aanzienlijk. De intrinsieke waarde van de participaties I nam dankzij het door het fonds gevoerde beleid toe met 0,053% op jaarbasis. Deze performance in de verslagperiode is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Zo bedroeg het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode 0,11%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2012 tot en met 28 februari 2013: Het jaar 2013 gaf een tweedeling te zien. De opwaartse trend van het uitstekend verlopen 2012 hield tot half mei aan en leverde de markten in die periode een aanzienlijke winst op. Na een toespraak van Ben Bernanke liep beursgenoteerd vastgoed echter forse klappen op. De president van de Federal Reserve bracht namelijk een verkoopgolf op gang toen hij voor het eerst zinspeelde op de mogelijke afbouw van de obligatieaankopen door de Fed op de openbare markt. Bernanke deed zijn uitspraak tegen de achtergrond van een aantrekkende Amerikaanse economie en een plotselinge stijging van de rendementen op Amerikaanse Treasuries. Obligatiebeleggers achtten vervolgens de tijd rijp om hun positie in de beleggingscategorie terug te schroeven, waardoor ook met obligaties correlerende categorieën zoals vastgoedaandelen wereldwijd onder verkoopdruk kwamen. Deze onrust op de vastgoedmarkten hield tot het einde van het jaar aan. De FTSE EPRA NAREIT Total Return Index eindigde 2013, gemeten in euro’s, hierdoor vrijwel op de beginstand van het jaar. De index deed het daarmee slechter dan de MSCI World Net Return Index, de graadmeter voor de wereldwijde aandelenmarkten. Regionaal gezien staken de Europese vastgoedmarkten er met een indrukwekkend rendement van 10,8% bovenuit. Binnen de regio Europa was het Verenigd Koninkrijk met een stijging van 20,7% de uitblinker. Japan spande met een rendement van 27% echter de kroon. De verbeterende fundamentele omstandigheden voor direct vastgoed, het stimuleringsbeleid van de centrale bank en de regering, de zwakkere yen en de toewijzing van de Olympische Spelen in 2020 gaven Japanse vastgoedaandelen een krachtige impuls. PARVEST Real Estate Securities World behaalde in 2013 een outperformance (voor aftrek van kosten). Dit was te danken aan de aandelenselectie, waarin onze keuzes in Japan voor de grootste positieve bijdragen zorgden en ook posities in fondsen uit Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een gunstig effect hadden. In de regioallocatie was de overweging van Japan succesvol maar viel de overweging van Hongkong ongunstig uit. Al met al was de positieve bijdrage van de aandelenselectie iets groter dan het licht negatieve effect van de allocatie. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico en renterisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de sectorverdeling verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: Mede gezien een verdere groei van de economie zijn wij positief gestemd over aandelen. Waarbij regionaal een lichte voorkeur uitgaat naar Europese aandelen boven aandelen uit de VS. Dit laatste door de gemiddeld lagere waardering van Europese aandelen ten opzichte van Amerikaanse aandelen. Hierdoor is er binnen de Europese aandelen ruimte voor positieve “verrassingen”. Obligaties: Hoewel obligaties een belangrijke beleggingscategorie blijven, enerzijds om stabiliteit en inkomen te genereren en anderzijds om het risico van de totale portefeuille te dempen, blijven wij bij de aanbeveling om in het huidige klimaat van licht stijgende rentes beleggingen in deze asset class te vermijden. Onroerend goed Wij zijn optimistisch gestemd over de marktvooruitzichten. De verbeterende macro-economische situatie in de VS en Azië zou, tezamen met een beter inzicht in de mogelijke gevolgen van de afbouw van het Amerikaanse aankoopprogramma, een positief effect op de vastgoedmarkten moeten hebben. Wel voorzien wij aanhoudende volatiliteit. Ook over de vooruitzichten voor de lange termijn zijn wij nog steeds positief. Zo zou een aanhoudende zoektocht naar inkomsten hoger renderende beleggingscategorieën als vastgoed moeten ondersteunen. Neerwaartse risico’s zijn een nieuwe renteschok op de Treasury-markt en de aanhoudende onzekerheid over de wijze waarop overheden hun balansproblemen op de lange termijn gaan aanpakken. Wij zijn sterk onderwogen in de VS, waar de vastgoedmarkt waarschijnlijk het zwaarst getroffen zal worden door de stijgende rente. Hoewel Japan de best presterende markt ter wereld was, rechtvaardigen de fundamentele situatie van de lokale directe vastgoedmarkt en de aantrekkende wereldeconomie naar onze mening onveranderd een sterk overwogen positionering. Wij hebben onze strategie gedurende 2013 aanzienlijk bijgesteld en richten ons nu vooral op bedrijven die het sterkst kunnen profiteren van een aantrekkende economie. Een goed voorbeeld is de overweging in de sector lodgings in de VS: bij een verdere verbetering van de economie zal deze sector waarschijnlijk fors aan kracht winnen.
26
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
27
31/12/13
31/12/12
48.712.235
58.399.921
324.412 324.412
164.086 164.086
-
58.546
324.412
222.632
49.036.647
58.622.553
183.306 111.341 4.985 299.632
72.731 146.053 23.387 242.171
33.356.995 10.350.930 5.029.090 48.737.015
48.029.452 2.238.175 8.112.755 58.380.382
49.036.647
58.622.553
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 WINST-
EN
VERLIESREKENING 2013
2012
8.072 31.468 4.398.724 846.583 5.284.847
17.850 1 57.053 3.402.532 4.954.498 8.431.934
732 188.716 66.309 255.757
545 273.678 44.956 319.179
5.029.090
8.112.755
2013
2012
5.029.090 (4.398.724) (846.583) (12.800.709) 27.732.861 (160.326) (53.114) 14.502.495
8.112.755 (3.402.532) (4.954.498) (23.964.946) 52.238.766 145.285 23.827 28.198.657
477.215 (15.149.672) (14.672.457)
292.240 (28.340.298) (28.048.058)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(169.962) 841
150.599 (10.863)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(169.121) (14.185) (183.306)
139.736 (153.921) (14.185)
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
28
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/13
31/12/12
(3)
58.399.921 12.800.709 (27.732.861) 4.397.883 846.583 48.712.235
78.305.848 23.964.946 (52.238.766) 3.413.395 4.954.498 58.399.921
(31)
48.029.452 477.215 (15.149.672) 33.356.995
76.077.510 292.240 (28.340.298) 48.029.452
(33)
2.238.175 8.112.755 10.350.930
7.137.052 (4.898.877) 2.238.175
(35)
8.112.755 (8.112.755) 5.029.090 5.029.090
(4.898.877) 4.898.877 8.112.755 8.112.755
31/12/13
31/12/12
31/12/11
49
58
78
819
1.073
1.608
59,50
54,27
48,70
EUR Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
29
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico van het Fonds wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de index. Wij hebben er daarom voor gekozen om het risiconiveau met behulp van meerdere risicoratio’s te bewaken. Het beheerteam is niet aan een harde limiet voor de tracking error gebonden, maar houdt de ex-post en ex-ante tracking error binnen aanvaardbare grenzen. De portefeuillebeheerder heeft daarbij het laatste woord. Aan het einde van het jaar bedroeg de ex-post tracking error 2,2%. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar.
TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2013
31/12/2012
Index
Aandelen
59,4
60,3
50,0
Indirect onroerend goed
10,1
12,2
10,0
Obligaties
15,1
26,5
35,0
Liquiditeiten*
15,4
1,0
5,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. schulden aan kredietinstellingen Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 84% in staatsobligaties en investment-grade bedrijfsobligaties belegd. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2013. AAA 10.3%
AA
A
19,6%
7,8%
BBB 39,7%
No rating other 20,3%
Cash 2,3%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in effecten of andere instrumenten die niet in de euro luiden. ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities en BNP Paribas InstiCash EUR, waarin de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen, beleggen 4,58% respectievelijk 4,84% van hun portefeuille in andere valuta dan de euro. Deze positie is door de portefeuillebeheerders van deze fondsen in het gepresenteerde boekjaar niet afgedekt naar de euro. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2013 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit.
30
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 581 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 1.747.729 54.602 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 2.392 283 Parvest Real Estate Securities World I EUR 8 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 25.227 Totaal participaties in beleggingsfondsen
Totaal beleggingen
7.313 27.614 7.688 331 2.321 870 2.575 48.712
48.712
31
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2013
2012
2011
216
293
438
12
15
20
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
56,81
50,38
44,87
Transactieprijs in EUR per ultimo
56,56
50,28
44,96
Rendement %
12,5
12,3
(6,5)
Rendement index %
15,9
13,4
(1,7)
3,4
(1,1)
(4,8)
2013
2012
2011
2010
2009
Opbrengsten per participatie in EUR
0,04
0,05
0,04
0,06
0,08
Lasten per participatie in EUR
0,31
0,29
0,70
0,69
0,59
Waardeveranderingen per participatie in EUR
6,71
6,51
(2,89)
6,96
7,63
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
Relatief rendement %
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
32
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 streeft naar het benutten van rendementsmogelijkheden onder gelijktijdige beperking van het risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 75% MSCI World Index (NR in EUR) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 15% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds 2 mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2012 werd afgesloten met een overweging van zowel aandelen als onroerend goed en een forse onderweging in obligaties. De overweging in aandelen en onroerend goed werd genomen, vooruitlopend op een verder herstel van het economische klimaat. Het aantrekken van de economie en een lage rente rechtvaardigen de overweging in aandelen en onroerend goed. Mede door de lage rente en het feit, dat er voorlopig niet of nauwelijks inflatiegevaar is, is in mei is een onderweging in obligaties geïntroduceerd tegenover liquiditeiten. Deze onderweging is in juni vergroot, waarbij de overweging in aandelen gedeeltelijk werd afgebouwd. Tevens is de overweging in onroerend goed te gesloten. In augustus is de onderwogen positie in obligaties nog verder verhoogd tegenover liquiditeiten en aandelen. 2013 werd afgesloten met een forse onderweging in obligaties en een overwogen positie in aandelen en liquiditeiten. De positionering op onroerend goed is neutraal. Bovengenoemde tactische beslissingen hebben bijgedragen tot een positieve performance van de fondsen. Voor 2014 wordt een verdere groei van de Nederlandse economie verwacht, mede daar ook de eurozone, de VS en diverse Aziatische landen er beter voor staan. De PMI, een belangrijke vertrouwensindicator uit het bedrijfsleven bevindt zich zelfs op het hoogste niveau van alle eurolanden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De weging van aandelen is het gehele jaar op 100% gehouden om volledig belegd te blijven. In 2013 hebben wij ongeveer 35% van het vermogen aan indexproducten gealloceerd om de tracking error te reduceren. Aan het einde van het jaar waren wij nog steeds gepositioneerd in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund en Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerika en een overweging in Europa. Ook waren wij nog steeds overwogen in de opkomende markten en onderwogen in Japan. In april zijn de onderwogen posities in de VS en Japan verhoogd naar neutraal. Dat ging ten koste van de allocatie aan Europa, die van overwogen naar onderwogen werd omgebogen. De onderweging in Europese aandelen is vervolgens in augustus weer verhoogd naar neutraal. Dit ging ten koste van de allocatie aan de opkomende markten, waardoor de portefeuille in alle regio’s een neutrale weging kende. Half oktober besloten wij om de neutrale allocatie aan Europa uit te breiden tot een overweging; hiertoe werd de neutrale allocatie aan Noord-Amerika teruggeschroefd naar een onderweging. De fondsselectie droeg over 2013 als geheel nadelig bij aan de relatieve performance. Zo bleef het Franklin Technology Fund, waarmee wij invulling gaven aan onze voorkeur voor technologieaandelen, 3,5% achter bij de MSCI USA. In maart en april hebben wij de allocatie aan smallen midcaps verhoogd door de fondsen Janus US Venture en Oyster European Selection (belegt ongeveer 50% van zijn vermogen in aandelen van kleine en middelgrote bedrijven) aan de portefeuille toe te voegen. Later in het jaar is Janus US Venture vervangen door het Hermes US SMID Equity Fund. Onze nadruk op smallcaps kwam de relatieve performance in 2013 ten goede. De overwogen positionering in de opkomende markten speelde ons echter tot half augustus parten en berokkende de relatieve performance in 2013 de meeste schade. Themafonds DWS Agribusiness, dat het aanzienlijk slechter deed dan de MSCI World, leverde de op één na grootste negatieve bijdrage. Amundi US Equity Relative Value overtrof de MSCI USA met 3% en was de belangrijkste steunpilaar voor onze relatieve performance in 2013. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Aan het begin van het jaar was de portefeuille voor 40% belegd in Europese investment-grade bedrijfsobligaties, voor 13% in het Amerikaanse high-yield segment en ook voor 13% in obligaties uit de opkomende markten. In mei besloten wij om de tactische assetallocatie aan te passen en winst te nemen op Europese investment-grade obligaties. De vrijgekomen gelden zijn aangewend om de positionering in staatsobligaties in euro’s uit te breiden. In juni en juli hebben wij het totale risico van de portefeuille verminderd, waarbij de posities in obligaties uit opkomende markten volledig afgestoten zijn. In juni is de weging in Amerikaans high yield gereduceerd teneinde via een belegging in het ING Europe High Yield Fund een positionering in Europees high yield op te bouwen. In het derde en vierde kwartaal is vastgehouden aan de nadruk op Europese investment-grade bedrijfsobligaties en Europees en Amerikaans high yield. De relatieve performance van het AAMMF Euro Bonds Fund werd het meest gesteund door de nadruk op high-yield obligaties uit de VS en Europa. Ook de posities in Europese investment-grade bedrijfsobligaties droegen positief bij, zij het in heel geringe mate. De overweging in obligaties uit de opkomende markten bracht de relatieve performance in 2013 de meeste schade toe. Binnen de allocatie aan staatsobligaties in euro’s hield Natixis Euro Souverains gelijke tred met zijn benchmark en bleef JP Morgan Euro Government 0,4% achter bij de JPM EMU Global Index. Wij waren ook belegd in Mellon Euroland, een algemeen obligatiefonds dat het door zijn posities in schuldpapier uit de opkomende markten slechter deed dan zijn benchmark. In december hebben wij ons belang in Mellon Euroland voor de helft verkocht om een positie in het Pioneer Euro Aggregate Bond Fund in te nemen. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 53% in staatsobligaties in euro’s, voor 31% in Europese investment-grade bedrijfsobligaties en voor 16% in high-yield obligaties belegd.
33
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2012 tot en met 31 mei 2013: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2012/2013 was voornamelijk gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. In het variabelrentende segment ging de voorkeur uit naar looptijden tussen drie maanden en één jaar. Daarmee werd de weighted average life (WAL) binnen de door kredietbeoordelaars gehanteerde limieten gehouden. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s in relatie tot staatsobligaties of emissies met staatsgarantie om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in het segment A1+ belegd dient te zijn. De lage rendementen van deze transacties, met vaak een vaste rente van 0%, drukten het totale rendement van de SICAV helaas aanzienlijk. De intrinsieke waarde van de participaties I nam dankzij het door het fonds gevoerde beleid toe met 0,053% op jaarbasis. Deze performance in de verslagperiode is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Zo bedroeg het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode 0,11%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2012 tot en met 28 februari 2013: Het jaar 2013 gaf een tweedeling te zien. De opwaartse trend van het uitstekend verlopen 2012 hield tot half mei aan en leverde de markten in die periode een aanzienlijke winst op. Na een toespraak van Ben Bernanke liep beursgenoteerd vastgoed echter forse klappen op. De president van de Federal Reserve bracht namelijk een verkoopgolf op gang toen hij voor het eerst zinspeelde op de mogelijke afbouw van de obligatieaankopen door de Fed op de openbare markt. Bernanke deed zijn uitspraak tegen de achtergrond van een aantrekkende Amerikaanse economie en een plotselinge stijging van de rendementen op Amerikaanse Treasuries. Obligatiebeleggers achtten vervolgens de tijd rijp om hun positie in de beleggingscategorie terug te schroeven, waardoor ook met obligaties correlerende categorieën zoals vastgoedaandelen wereldwijd onder verkoopdruk kwamen. Deze onrust op de vastgoedmarkten hield tot het einde van het jaar aan. De FTSE EPRA NAREIT Total Return Index eindigde 2013, gemeten in euro’s, hierdoor vrijwel op de beginstand van het jaar. De index deed het daarmee slechter dan de MSCI World Net Return Index, de graadmeter voor de wereldwijde aandelenmarkten. Regionaal gezien staken de Europese vastgoedmarkten er met een indrukwekkend rendement van 10,8% bovenuit. Binnen de regio Europa was het Verenigd Koninkrijk met een stijging van 20,7% de uitblinker. Japan spande met een rendement van 27% echter de kroon. De verbeterende fundamentele omstandigheden voor direct vastgoed, het stimuleringsbeleid van de centrale bank en de regering, de zwakkere yen en de toewijzing van de Olympische Spelen in 2020 gaven Japanse vastgoedaandelen een krachtige impuls. PARVEST Real Estate Securities World behaalde in 2013 een outperformance (voor aftrek van kosten). Dit was te danken aan de aandelenselectie, waarin onze keuzes in Japan voor de grootste positieve bijdragen zorgden en ook posities in fondsen uit Canada, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk een gunstig effect hadden. In de regioallocatie was de overweging van Japan succesvol maar viel de overweging van Hongkong ongunstig uit. Al met al was de positieve bijdrage van de aandelenselectie iets groter dan het licht negatieve effect van de allocatie. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico en renterisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de sectorverdeling verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: Mede gezien een verdere groei van de economie zijn wij positief gestemd over aandelen. Waarbij regionaal een lichte voorkeur uitgaat naar Europese aandelen boven aandelen uit de VS. Dit laatste door de gemiddeld lagere waardering van Europese aandelen ten opzichte van Amerikaanse aandelen. Hierdoor is er binnen de Europese aandelen ruimte voor positieve “verrassingen”. Obligaties: Hoewel obligaties een belangrijke beleggingscategorie blijven, enerzijds om stabiliteit en inkomen te genereren en anderzijds om het risico van de totale portefeuille te dempen, blijven wij bij de aanbeveling om in het huidige klimaat van licht stijgende rentes beleggingen in deze asset class te vermijden. Onroerend goed Wij zijn optimistisch gestemd over de marktvooruitzichten. De verbeterende macro-economische situatie in de VS en Azië zou, tezamen met een beter inzicht in de mogelijke gevolgen van de afbouw van het Amerikaanse aankoopprogramma, een positief effect op de vastgoedmarkten moeten hebben. Wel voorzien wij aanhoudende volatiliteit. Ook over de vooruitzichten voor de lange termijn zijn wij nog steeds positief. Zo zou een aanhoudende zoektocht naar inkomsten hoger renderende beleggingscategorieën als vastgoed moeten ondersteunen. Neerwaartse risico’s zijn een nieuwe renteschok op de Treasury-markt en de aanhoudende onzekerheid over de wijze waarop overheden hun balansproblemen op de lange termijn gaan aanpakken. Wij zijn sterk onderwogen in de VS, waar de vastgoedmarkt waarschijnlijk het zwaarst getroffen zal worden door de stijgende rente. Hoewel Japan de best presterende markt ter wereld was, rechtvaardigen de fundamentele situatie van de lokale directe vastgoedmarkt en de aantrekkende wereldeconomie naar onze mening onveranderd een sterk overwogen positionering. Wij hebben onze strategie gedurende 2013 aanzienlijk bijgesteld en richten ons nu vooral op bedrijven die het sterkst kunnen profiteren van een aantrekkende economie. Een goed voorbeeld is de overweging in de sector lodgings in de VS: bij een verdere verbetering van de economie zal deze sector waarschijnlijk fors aan kracht winnen.
34
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) 31/12/13
31/12/12
12.382.765
14.830.063
-
26.425 26.425
Overige activa Liquide middelen
58.434
28.810
Vorderingen en overige activa
58.434
55.235
12.441.199
14.885.298
2 155.017 1.251 156.270
21.391 48.812 7.727 77.930
9.338.557 1.301.456 1.644.916 12.284.929
13.505.912 (1.000.014) 2.301.470 14.807.368
12.441.199
14.885.298
EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
35
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 WINST-
EN
VERLIESREKENING 2013
2012
553 1 10.011 960.729 752.265 1.723.559
1.641 1 15.203 855.651 1.536.810 2.409.306
116 62.050 16.477 78.643
151 96.140 11.545 107.836
1.644.916
2.301.470
2013
2012
1.644.916 (960.729) (752.265) (1.987.105) 6.147.686 26.425 99.729 4.218.657
2.301.470 (855.651) (1.536.810) (5.680.756) 12.894.989 (25.627) 14.985 7.112.600
439.560 (4.606.915) (4.167.355)
226.909 (7.374.197) (7.147.288)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
51.302 (289)
(34.688) 181
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
51.013 7.419 58.432
(34.507) 41.926 7.419
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
36
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/13
31/12/12
(3)
14.830.063 1.987.105 (6.147.686) 961.018 752.265 12.382.765
19.652.016 5.680.756 (12.894.989) 855.470 1.536.810 14.830.063
(31)
13.505.912 439.560 (4.606.915) 9.338.557
20.653.200 226.909 (7.374.197) 13.505.912
(33)
(1.000.014) 2.301.470 1.301.456
883.272 (1.883.286) (1.000.014)
(35)
2.301.470 (2.301.470) 1.644.916 1.644.916
(1.883.286) 1.883.286 2.301.470 2.301.470
31/12/13
31/12/12
31/12/11
12
15
20
216
293
438
56,81
50,38
44,87
EUR Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
37
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico van het Fonds wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de index. Wij hebben er daarom voor gekozen om het risiconiveau met behulp van meerdere risicoratio’s te bewaken. Het beheerteam is niet aan een harde limiet voor de tracking error gebonden, maar houdt de ex-post en ex-ante tracking error binnen aanvaardbare grenzen. De portefeuillebeheerder heeft daarbij het laatste woord. Aan het einde van het jaar bedroeg de ex-post tracking error 2,2%. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar.
TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%)
31/12/2013
31/12/2012
Index
Aandelen
78,3
80,0
75,0
Indirect onroerend goed
10,0
12,2
10,0
Obligaties
6,4
7,8
15,0
Liquiditeiten*
5,3
0,0
0,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. liquide middelen. Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 84% in staatsobligaties en investment-grade bedrijfsobligaties belegd. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2013. AAA 10.3%
AA 19,6%
A 7,8%
BBB 39,7%
No rating other 20,3%
Cash 2,3%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in effecten of andere instrumenten die niet in de euro luiden. ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities en BNP Paribas InstiCash EUR, waarin de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen, beleggen 4,58% respectievelijk 4,84% van hun portefeuille in andere valuta dan de euro. Deze positie is door de portefeuillebeheerders van deze fondsen in het gepresenteerde boekjaar niet afgedekt naar de euro. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2013 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit.
38
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 64 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 601.222 4.210 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 164 76 Parvest Real Estate Securities World I EUR 2 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 6.068 Totaal participaties in beleggingsfondsen
Totaal beleggingen
800 9.499 593 23 620 229 619 12.383
12.383
39
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2013
2012
2011
119
177
262
6
8
11
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
54,20
46,19
41,12
Transactieprijs in EUR per ultimo
53,95
46,10
41,20
Rendement %
17,0
12,3
(9,6)
Rendement index %
21,2
12,3
(2,4)
Relatief rendement %
(4,2)
-
(7,2)
2013
2012
2011
2010
2009
Opbrengsten per participatie in EUR
0,05
0,04
0,04
0,06
0,08
Lasten per participatie in EUR
0,30
0,27
0,66
0,65
0,53
Waardeveranderingen per participatie in EUR
8,37
5,96
(4,07)
7,37
7,92
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
40
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 streeft naar het volledig benutten van rendementsmogelijkheden door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 100% MSCI World Index (NR in EUR). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid Gedurende heel 2013 is het fonds volledig belegd in aandelen. Mede gezien een verder herstel van het economische klimaat bleek deze visie gerechtvaardigd. Deze visie heeft positief bijgedragen aan de performance van dit fonds. Voor 2014 wordt een verdere groei van de Nederlandse economie verwacht, mede daar ook de eurozone, de VS en diverse Aziatische landen er beter voor staan. De PMI, een belangrijke vertrouwensindicator uit het bedrijfsleven bevindt zich zelfs op het hoogste niveau van alle eurolanden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De weging van aandelen is het gehele jaar op 100% gehouden om volledig belegd te blijven. In 2013 hebben wij ongeveer 35% van het vermogen aan indexproducten gealloceerd om de tracking error te reduceren. Aan het einde van het jaar waren wij nog steeds gepositioneerd in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund en Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerika en een overweging in Europa. Ook waren wij nog steeds overwogen in de opkomende markten en onderwogen in Japan. In april zijn de onderwogen posities in de VS en Japan verhoogd naar neutraal. Dat ging ten koste van de allocatie aan Europa, die van overwogen naar onderwogen werd omgebogen. De onderweging in Europese aandelen is vervolgens in augustus weer verhoogd naar neutraal. Dit ging ten koste van de allocatie aan de opkomende markten, waardoor de portefeuille in alle regio’s een neutrale weging kende. Half oktober besloten wij om de neutrale allocatie aan Europa uit te breiden tot een overweging; hiertoe werd de neutrale allocatie aan Noord-Amerika teruggeschroefd naar een onderweging. De fondsselectie droeg over 2013 als geheel nadelig bij aan de relatieve performance. Zo bleef het Franklin Technology Fund, waarmee wij invulling gaven aan onze voorkeur voor technologieaandelen, 3,5% achter bij de MSCI USA. In maart en april hebben wij de allocatie aan smallen midcaps verhoogd door de fondsen Janus US Venture en Oyster European Selection (belegt ongeveer 50% van zijn vermogen in aandelen van kleine en middelgrote bedrijven) aan de portefeuille toe te voegen. Later in het jaar is Janus US Venture vervangen door het Hermes US SMID Equity Fund. Onze nadruk op smallcaps kwam de relatieve performance in 2013 ten goede. De overwogen positionering in de opkomende markten speelde ons echter tot half augustus parten en berokkende de relatieve performance in 2013 de meeste schade. Themafonds DWS Agribusiness, dat het aanzienlijk slechter deed dan de MSCI World, leverde de op één na grootste negatieve bijdrage. Amundi US Equity Relative Value overtrof de MSCI USA met 3% en was de belangrijkste steunpilaar voor onze relatieve performance in 2013. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico en renterisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de sectorverdeling verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen Vooruitzichten Aandelen: Mede gezien een verdere groei van de economie zijn wij positief gestemd over aandelen. Waarbij regionaal een lichte voorkeur uitgaat naar Europese aandelen boven aandelen uit de VS. Dit laatste door de gemiddeld lagere waardering van Europese aandelen ten opzichte van Amerikaanse aandelen. Hierdoor is er binnen de Europese aandelen ruimte voor positieve “verrassingen”.
41
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Vorderingen inzake toetredingen
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
42
31/12/13
31/12/12
6.432.973
8.184.234
31.514 31.514
16.495 335 16.830
-
4.820
31.514
21.650
6.464.487
8.205.884
15.561 22.758 649 38.968
6 4.522 4.528
6.015.867 (823.954) 1.233.606 6.425.519
9.025.310 (2.083.560) 1.259.606 8.201.356
6.464.487
8.205.884
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 WINST-
EN
VERLIESREKENING 2013
2012
7.559 554.006 717.754 1.279.319
8.034 213.410 1.097.073 1.318.517
113 36.469 9.131 45.713
152 52.341 6.418 58.911
1.233.606
1.259.606
2013
2012
1.233.606 (554.006) (717.754) (578.412) 3.600.964 (14.684) 18.885 2.988.599
1.259.606 (213.410) (1.097.073) (1.808.606) 5.694.150 (16.780) (1.046) 3.816.841
399.499 (3.408.942) (3.009.443)
112.978 (3.941.626) (3.828.648)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(20.844) 469
(11.807) 2.360
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(20.375) 4.814 (15.561)
(9.447) 14.261 4.814
EUR Opbrengsten uit beleggingen Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
43
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/13
31/12/12
(3)
8.184.234 578.412 (3.600.964) 553.537 717.754 6.432.973
10.761.655 1.808.606 (5.694.150) 211.050 1.097.073 8.184.234
(31)
9.025.310 399.499 (3.408.942) 6.015.867
12.853.958 112.978 (3.941.626) 9.025.310
(33)
(2.083.560) 1.259.606 (823.954)
(614.057) (1.469.503) (2.083.560)
(35)
1.259.606 (1.259.606) 1.233.606 1.233.606
(1.469.503) 1.469.503 1.259.606 1.259.606
31/12/13
31/12/12
31/12/11
6
8
11
119
177
262
54,20
46,19
41,12
EUR Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
44
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico van het Fonds wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de index. Wij hebben er daarom voor gekozen om het risiconiveau met behulp van meerdere risicoratio’s te bewaken. Het beheerteam is niet aan een harde limiet voor de tracking error gebonden, maar houdt de ex-post en ex-ante tracking error binnen aanvaardbare grenzen. De portefeuillebeheerder heeft daarbij het laatste woord. Aan het einde van het jaar bedroeg de ex-post tracking error 2,2%. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar. TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%)
Aandelen
31/12/2013
31/12/2012
Index 100,0
100,2
99,9
Indirect onroerend goed
0,0
0,0
0,0
Obligaties
0,0
0,0
0,0
Liquiditeiten*
(0,2)
0,1
0,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. liquide middelen. Risico ten aanzien van beleggen met geleend geld Het Fonds heeft de mogelijkheid te beleggen met geleend geld tot ten hoogste 10% van het vermogen. Valutarisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in effecten of andere instrumenten die niet in de euro luiden. ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities, waarin de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen, belegt 4,58% van haar portefeuille in Britse ponden. Deze positie is door de portfolio beheerder van dit fonds in het boekjaar 2013 niet afgedekt naar de euro. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2013 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit.
45
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 334.181 11 Parworld Track World-X Totaal participaties in beleggingsfondsen
Totaal beleggingen
5.280 1.153 6.433
6.433
46
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) 31/12/13
31/12/12
125.348.325
159.480.531
506.198 506.198
278.146 335 278.481
Overige activa Liquide middelen
215.431
144.595
Vorderingen en overige activa
721.629
423.076
126.069.954
159.903.607
277.247 463.340 12.832 753.419
94.132 211.299 72.298 377.729
87.397.769 26.280.553 11.638.213 125.316.535
133.245.325 5.731.607 20.548.946 159.525.878
126.069.954
159.903.607
EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties Vorderingen inzake toetredingen
Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
47
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN WINST-
EN
VERLIESREKENING 2013
2012
23.164 1 102.173 11.649.269 635.960 12.410.567
51.821 212 174.090 9.532.962 11.790.297 4.532 21.553.914
1.796 595.280 175.278 772.354
1.470 878.760 124.738 1.004.968
11.638.213
20.548.946
2013
2012
11.638.213 (11.649.269) (635.960) (31.544.248) 77.960.443 (227.717) 192.575 45.734.037
20.548.946 (9.532.962) (11.790.297) (79.825.344) 164.535.202 380.082 (28.027) 84.287.600
2.553.058 (48.400.614) (45.847.556)
1.301.790 (85.419.985) (84.118.195)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(113.519) 1.240
169.405 (20.352)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(112.279) 50.463 (61.816)
149.053 (98.590) 50.463
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
48
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING TOELICHTING
ALGEMEEN
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. ABN AMRO Strategie Fondsen is een besloten fonds voor gemene rekening in de zin van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Hierdoor is ABN AMRO Strategie Fondsen niet onderworpen aan de heffing van vennootschapsbelasting en derhalve fiscaal transparant. Onderstaande gegevens zijn van toepassing op alle Fondsen. De nummers vermeld bij de posten van de Balans verwijzen naar het desbetreffende nummer van de Toelichting. Waarderingsgrondslagen Beleggingen worden gewaardeerd op basis van actuele marktwaarden. Effecten genoteerd aan een effectenbeurs worden gewaardeerd op basis van reële waarde: (slot)koersen tot stand gekomen na het Afslagmoment (gedefinieerd in de toelichting op de balans), of - indien een of meer effectenbeurzen waarop een substantieel gedeelte van de effecten wordt verhandeld zijn gesloten – een taxatie. Indien de effecten bestaan uit rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen wordt ten aanzien van die rechten van deelneming gebruikgemaakt van de meest recente intrinsieke waarde of taxatie. De overige beleggingen worden gewaardeerd op basis van reële waarde, met inachtneming van de voor de belegging gangbare maatstaven. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde. Activa en passiva luidende in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de laatst bekende koers. Baten en lasten in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de transactiekoers. Grondslagen resultatenbepaling Het resultaat van elk Fonds wordt bepaald door de aan een verslagperiode toe te rekenen interestopbrengsten en dividendopbrengsten met betrekking tot in de betreffende verslagperiode ex-dividend genoteerde beleggingen te verminderen met de aan de verslagperiode toe te rekenen kosten. De aankoopkosten van de beleggingen worden in de kostprijs geactiveerd en daardoor verantwoord als onderdeel van de waardeveranderingen. Verkoopkosten op beleggingen worden in mindering gebracht op de gerealiseerde waardeveranderingen. De in de verslagperiode opgetreden gerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen worden bepaald door de aankoopwaarde in mindering te brengen op de verkoopopbrengst. De in de verslagperiode opgetreden niet-gerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen worden bepaald door de balanswaarde aan het begin van de verslagperiode in mindering te brengen op de balanswaarde aan het einde van een verslagperiode. Deze waardeveranderingen, bestaande uit zowel koersresultaten als valutaresultaten, worden verantwoord als onderdeel van de opbrengsten. Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggingsactiviteiten en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen welke vrij ter beschikking staan aan de beleggingsinstelling, onder voorbehoud van eventueel opgenomen margeverplichtingen.
49
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/13
31/12/12
(3)
159.480.531 31.544.248 (77.960.443) 11.648.029 635.960 125.348.325
222.846.778 79.825.344 (164.535.202) 9.553.314 11.790.297 159.480.531
(31)
133.245.325 2.553.058 (48.400.614) 87.397.769
217.363.520 1.301.790 (85.419.985) 133.245.325
(33)
5.731.607 20.548.946 26.280.553
17.304.251 (11.572.644) 5.731.607
(35)
20.548.946 (20.548.946) 11.638.213 11.638.213
(11.572.644) 11.572.644 20.548.946 20.548.946
EUR Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
50
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING
OP
DE
B A L A N S (vervolg)
Beleggingen Per 31 december 2013 hadden ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 en ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 een belang van respectievelijk 15,09%, 48,90%, 31,40% en 3,43% in ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds (‘AAMMF Euro Bonds’). Tevens hadden ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 en ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 per 31 december 2013 een belang van respectievelijk 3,93%, 23,57%, 39,16%, 13,47% en 7,49% in ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (AAMMF World Equities’). AAMMF Euro Bonds en AAMMF World Equities staan onder toezicht van de Luxemburgse Commission de Surveillance de Secteur Financier en zijn ingeschreven in het Register van de Autoriteit Financiële Markten. Zij maken deel uit van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV, die in Luxemburg is gevestigd en waarvan de jaarrekening en het jaarverslag verkrijgbaar zijn bij ABN AMRO Bank N.V. op www.abnamro.com/en/aaadvisors/fund-range. Gedurende het boekjaar 1 januari 2013 – 31 december 2013 steeg de intrinsieke waarde van ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds (I) met 1,1% van EUR 12.439,72 tot 12.575,29 EUR. Hierna volgt het portefeuille-overzicht van AAMMF Euro Bonds per 31 december 2013. Voor het portefeuille-overzicht per 31 december 2012 zie de toelichting in het jaarverslag 2012 per 31 december 2012 van ABN AMRO Strategie Fondsen. Overzicht van de beleggingen en overige netto activa en -passiva ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds 31-12-2013 Overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs
Aantal
Marktwaarde EUR
% van Netto vermogen
Frankrijk 725 32
HSBC Euro Gvt Bond Fund C Natixis Asset Management Natixis - Souverains Euro
2.145.113 4.323.926 6.469.039
9,21 18,56 27,77
1.250.000
BNY Mellon Global Funds - Euroland Bond Fund
2.203.750 2.203.750
9,46 9,46
135.000 25.000 270 270.000 700 135.000
Fidelity Funds - US High Yield Fund Henderson Horizon - Euro Corporate Bond Fund ING L Inv Renta Eu Hg Yld Ih JPMorgan Funds - EU Pioneer Funds Euro Ag Bo Ieura Schroder Intl Euro Corp Cac
1.663.200 3.497.750 2.031.677 3.620.700 1.011.157 2.651.400 14.475.884
7,14 15,02 8,72 15,54 4,34 11,38 62,15
TOTAAL OVERDRAAGBARE EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE OFFICIELE NOTERING VAN EEN EFFECTENBEURS
23.148.673
99.38
BELEGGINGEN OVERIGE ACTIVA VERMINDERD MET DE PASSIVA TOTAAL NETTOVERMOGEN
23.148.673 144.497 23.293.170
99.38 0,62 100,00
Ierland
Luxemburg
51
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Gedurende het boekjaar 1 januari 2013 – 31 december 2013 steeg de intrinsieke waarde van ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) met 16,7% van EUR 13,54 tot EUR 15,80. Hierna volgt het portefeuille-overzicht per 31 december 2013 van AAMMF World Equities. Voor het portefeuille-overzicht per 31 december 2012 zie de toelichting in het jaarverslag 2012 per 31 december 2012 van ABN AMRO Strategie Fondsen. Overzicht van de beleggingen en overige nettoactiva en -passiva ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities 31-12-2013
Aantal
Overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs
61,510 45,500
SSgA US Index Equity Fund Amundi Etf Msci Japan Ucits
Marktwaarde EUR
% van Netto vermogen
Frankrijk 12.779.193 5.760.300 18.539.493
18,12 8,17 26,29
2.930.659 4.964.478
4,16 7,04
3.885.106 11.780.243
5,51 16,71
6.158.500 4.603.150 6.570.197 1.763.235 4.260.171
8,73 6,53 9,32 2,50 6.04
2.233.435 5.967.687 4.774.000 36.330.374
3,17 8,46 6,77 51,52
3.227.721 3.227.721
4,58 4,58
69.877.831
99,09
(239.621)
(0,34)
69.638.210 877.927 70.516.137
98,75 1,25 100,00
Ierland 300,000 340,000 2,200,000
BlackRock Index Selection Fund - US Index Brown Advisory US Equity Growth Fund Hermes Investment Funds - Hermes Sourcecap European Alpha Fund
Luxemburg 50,000 2,500 6,000 13,500 470,000 94,000 3,300 682,000
ABN Amro Mm Pzena Europ Eq C Allianz RCM Europe Equity Growth Amundi Fds Eq US Rel Val Iu DWS Invest - Global Agribusiness Franklin Templeton Investment Funds - Franklin Technology Fund Franklin Templeton Investment Funds - Templeton Asian Growth Fund Oyster European Select Ieur Pioneer Funds Eurold Eq Ieur
166,000
M&G Global Dividend Fund - C -
Verenigd Koninkrijk
TOTAAL OVERDRAAGBARE EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE OFFICIELE NOTERING VAN EEN EFFECTENBEURS
VALUTATERMIJNCONTRACTEN BELEGGINGEN OVERIGE ACTIVA VERMINDERD MET DE PASSIVA TOTAAL NETTOVERMOGEN
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 en ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 hadden per 31 december 2013 een belang van 0,08%, 0,14% respectievelijk 0,1% in BNP Paribas InstiCash EUR ('BNPP InstiCash EUR'). BNPP InstiCash EUR is een 'verbonden' beleggingsinstelling die onder toezicht staat van de Luxemburgse Commission de Surveillance de Secteur Financier en die is ingeschreven in het Register van de Autoriteit Financiële Markten. Dit fonds maakt onderdeel uit van BNP Paribas InstiCash S.A., welke in Luxemburg is gevestigd en waarvan de jaarrekening en het jaarverslag verkrijgbaar is bij BNP Paribas Investment Partners Luxembourg en op www.bnpparibas-ip.com. Het boekjaar van BNPP InstiCash EUR loopt van 1 juni tot en met 31 mei. Gedurende het boekjaar 1 juni 2012 – 31 mei 2013 steeg de intrinsieke waarde van BNP Paribas InstiCash EUR (I) met 0,06% van EUR 140,67 naar EUR 140,75. Hierna volgt het portefeuille-overzicht van BNPP InstiCash EUR per 31 mei 2013. Voor het portefeuille-overzicht per 31 mei 2012 zie de toelichting in het jaarverslag 2012 per 31 december 2012 van ABN AMRO Strategie Fondsen.
52
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Overzicht van de beleggingen en overige nettoactiva en -passiva BNPP InstiCash EUR per 31-05-2013 Nominal waarde
Name
Ccy
Markwaarde (in EUR)
% net assets
Money Market Instruments
2.415.139.229
31,40
200.000.000
AGENCE CENTRALE DE France 07/06/2013 ZC
Frankrijk EUR
199.974.447
2,60
100.000.000
AGENCE CENTRALE DE France 17/10/2013 EONIA +0.18
EUR
100.082.653
1,30
50.000.000
BMW FINANCE FRANCE 28/06/2013 ZC
EUR
49.987.225
0,65
70.000.000
BPCE 02/09/2013 EONIA +0.14
EUR
70.018.144
0,91
130.000.000
BPCE 01/08/2013 ZC
EUR
129.949.640
1,69
110.000.000
BPCE 03/06/2013 EONIA +0.23
EUR
110.001.760
1,43
60.000.000
BPCE 11/10/2013 EONIA +0.32
EUR
60.056.172
0,78
20.000.000
CAISSE FEDERALE 02/07/2013 EONIA+0.14
EUR
20.001.680
0,26
65.000.000
CAISSE FEDERALE 07/11/2013 EONIA +0.12
EUR
65.003.914
0,84
10.000.000
CAISSE REGIONALE DE France 24/07/2013 EONIA +0.14
EUR
10.001.565
0,13
20.000.000
CAISSE REGIONALE DE France 24/07/2013 EONIA +0.15
EUR
20.003.431
0,26
47.000.000
CRCAM CENTRE EST 26/08/2013 ZC
EUR
46.985.278
0,61
80.000.000
CREDIT AGRICOLE 02/04/2014 EONIA+0.23
EUR
80.000.000
1,04
30.000.000
CFCM MAINE ANJOU 03/06/2013 ZC
EUR
29.991.777
0,39
17.000.000
CFCM MAINE ANJOU 06/06/2013 ZC
EUR
16.995.657
0,22
18.000.000
CFCM MAINE ANJOU 14/08/2013 ZC
EUR
17.995.678
0,23
20.000.000
CFCM OCEA 04/06/2013 ZC
EUR
19.994.890
0,26
10.000.000
CFCM OCEA 16/07/2013 ZC
EUR
9.997.346
0,13
405.000.000
FRANCE EMPRUNT D’ETAT 06/06/2013 ZC
EUR
404.998.222
5,26
110.000.000
CREDIT LYONNAIS 04/11/2013 EONIA +0.15
EUR
110.023.096
1,43
43.000.000
CREDIT LYONNAIS 05/07/2013 EONIA +0.17
EUR
43.005.079
0,56
55.000.000
GDF SUEZ 12/09/2013 EONIA +0.06
EUR
55.004.903
0,72
80.000.000
GDF SUEZ 20/09/2013 EONIA +0.05
EUR
80.002.837
1,04
100.000.000
GDF SUEZ 19/07/2013 EONIA +0.04
EUR
100.002.954
1,30
30.000.000
HSBC FRANCE 08/07/2013 ZC
EUR
29.996.300
0,39
L'OREAL SA 19/06/2013 ZC
EUR
99.991.112
1,30
30.000.000
SAGESS 14/06/2013 ZC
EUR
29.997.500
0,39
25.000.000
SAGESS 25/06/2013 ZC
EUR
24.997.670
0,33
150.000.000
SOCIETE GENERALE 01/08/2013 EONIA +0.105
EUR
150.018.661
1,95
80.000.000
SOCIETE GENERALE 01/08/2013 EONIA +0.155
EUR
80.016.842
1,04
150.000.000
SOCIETE GENERALE 02/09/2013 EONIA +0.10
EUR
150.042.796
1,95
864.955.256
11,25
100.000.000
Nederland 68.000.000
ABN AMRO BANK NV 05/06/2013 ZC
EUR
67.983.012
0,89
150.000.000
ABN AMRO BANK NV 08/11/2013 ZC
EUR
149.889.247
1,95
70.000.000
ABN AMRO BANK NV 14/11/2013 ZC
EUR
69.945.022
0,91
40.000.000
ABN AMRO BANK NV 27/05/2014 EONIA +0.30
EUR
39.997.994
0,52
20.000.000
ABN AMRO BANK NV 27/08/2013 ZC
EUR
19.993.498
0,26
100.000.000
BMW FINANCE 14/08/2013 ZC
EUR
99.978.518
1,30
50.000.000
BMW FINANCE 28/06/2013 ZC
EUR
49.985.948
0,65
53
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Nominal waarde 100.000.000 20.000.000
Name
Ccy
ING BANK N.V. 03/03/2014 EONIA +0.335
EUR
Markwaarde (in EUR) 100.081.275
% net assets 1,30
ING BANK N.V. 09/07/2013 ZC
EUR
19.980.535
0,26
ING BANK N.V. 13/08/2013 EONIA +0.135
EUR
100.018.036
1,30
37.000.000
ING BANK N.V. 12/08/2013 EONIA +0.13
EUR
37.006.262
0,48
60.000.000
RABOBANK NEDERLAND 05/03/2014 EONIA +0.21
EUR
60.049.782
0,78
50.000.000
RABOBANK NEDERLAND 20/02/2014 EONIA +0.22
EUR
50.046.127
0,65
646.327.696
8,40
100.000.000
Zweden 130.000.000
NORDEA BANK 18/06/2013 ZC
EUR
129.973.427
1,69
150.000.000
NORDEA BANK 04/06/2013 ZC
EUR
149.973.171
1,95
100.000.000
NORDEA BANK 21/08/2013 ZC
EUR
99.978.282
1,30
96.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 07/10/2013 ZC
EUR
95.959.525
1,25
70.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 12/11/2013 ZC
EUR
69.974.684
0,91
78.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 18/11/2013 ZC
EUR
77.973.894
1,01
22.500.000
SVENSKA HANDELSBANK 22/07/2013 ZC
EUR
22.494.713
0,29
239.969.512
3,12
Duitsland 50.000.000
DEUTSCHE BOERSE 06/06/2013 ZC
EUR
49.997.875
0,65
110.000.000
DZ BANK AG 07/06/2013 ZC
EUR
109.985.946
1,43
80.000.000
DZ BANK AG 07/08/2013 ZC
EUR
79.985.691
1,04
177.991.129
2,31
Verenigd Koninkrijk 70.000.000 108.000.000
BARCLAYS BANK PLC 15/04/2014 EONIA +0.30
EUR
70.019.322
0,91
MITSUBISHI TRUST A 10/06/2013 ZC
EUR
107.971.807
1,40
141.974.550
1,85
Finland 10.000.000
FINGRID OYJ 13/06/2013 ZC
EUR
9.996.484
0,13
14.000.000
POHJOLA BANK PLC 07/08/2013 ZC
EUR
13.997.138
0,18
20.000.000
POHJOLA BANK PLC 11/07/2013 ZC
EUR
19.996.462
0,26
35.000.000
POHJOLA BANK PLC 14/08/2013 ZC
EUR
34.994.896
0,46
10.000.000
POHJOLA BANK PLC 16/08/2013 ZC
EUR
9.998.309
0,13
29.000.000
POHJOLA BANK PLC 18/06/2013 ZC
EUR
28.995.554
0,38
24.000.000
POHJOLA BANK PLC 31/07/2013 ZC
EUR
23.995.707
0,31
121.974.008
1,59
België 20.000.000
LVMH FINANCE 18/07/2013 ZC
EUR
19.995.451
0,26
32.000.000
LVMH FINANCE 22/07/2013 ZC
EUR
31.992.317
0,42
15.000.000
LVMH FINANCE 07/08/2013 ZC
EUR
14.996.551
0,20
55.000.000
LVMH FINANCE 14/08/2013 ZC
EUR
54.989.689
0,71
104.968.157
1,36
104.968.157
1,36
76.994.378
1,00
Japan 105.000.000
SUMITOMO MITSUI BANK 25/07/2013 ZC
EUR
Ierland
54
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Nominal waarde 10.000.000
EUR
Markwaarde (in EUR) 10.001.193
% net assets 0,13
GE CAPITAL EUROPEA 09/08/2013 ZC
EUR
33.993.918
0,44
GE CAPITAL EUROPEA 13/08/2013 ZC
EUR
18.996.602
0,25
GE CAPITAL EUROPEA 22/11/2013 EONIA+0.09
EUR
14.002.665
0,18
Name
Ccy
GE CAPITAL EUROPEA 05/07/2013 EONIA +0.10
34.000.000 19.000.000 14.000.000
69.988.880
0,91
20.000.000
Verenigde Staten van Amerika PROCTER AND GAMBLE 08/07/2013 ZC
EUR
19.996.462
0,26
50.000.000
PROCTER AND GAMBLE 26/07/2013 ZC
EUR
49.992.418
0,65
49.987.364
0,65
EUR
49.987.364
0,65
19.987.474
0,26
19.987.474
0,26
BELEGGINGEN
4.930.257.633
64,10
OVERIGE ACTIVA VERMINDERD MET DE PASSIVA
2.761.192.682
TOTAAL NETTOVERMOGEN
7.691.450.315
Malta 50.000.000
BMW MALTA FINANCE 22/07/2013 ZC
China 20.000.000
BANK OF CHINA LTD 10/06/2013 ZC
EUR
100,0
Vorderingen/kortlopende schulden De kortlopende schulden betreffen schulden met een looptijd korter dan 1 jaar en hebben onder meer betrekking op beheervergoeding en service fee. Vorderingen/schulden uit hoofde van effectentransacties betreffen vorderingen op c.q. schulden aan commissionairs. Liquide middelen Betreft tegoeden die ter vrije beschikking staan aan het Fonds.
55
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Eigen vermogen Inkoop en uitgifte van participaties en prijsvorming De Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen hebben een open-end karakter. Elk Fonds is bereid op iedere Waarderingsdag (iedere dag waarop de effectenbeurs van NYSE Euronext in Amsterdam is geopend) haar eigen participaties in te kopen ofwel uit te geven tegen de geldende Transactieprijs. De ‘Transactieprijs’ is de intrinsieke waarde van een participatie van een Fonds vermeerderd met een opslag (bij een per saldo uitgifte) dan wel verminderd met een afslag (bij een per saldo inkoop). Indien op een waarderingsdag bij een Fonds per saldo sprake is van uitgifte van participaties wordt de intrinsieke waarde vermeerderd met een opslag; bij een per saldo inkoop van participaties wordt de intrinsieke waarde verminderd met een afslag. De op- en afslag wordt door de Fondsen uitsluitend gebruikt ter dekking van de kosten van het toe- en uittreden van participanten. Dit betreft de aan- en verkoopkosten van de onderliggende beleggingen en eventueel marktimpact. De kosten c.q. opbrengsten verbonden aan de uitgifte en inkoop van participaties worden per Fonds onder de post toe- en uittredingsvergoeding verantwoord. Op- en afslagen (per ultimo boekjaar): Opslag
Afslag
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 2
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 3
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 4
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 5
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 6
0,20%
0,20%
Orders worden één maal per Waarderingsdag afgewikkeld tegen de door de Beheerder vastgestelde Transactieprijs. Orders die vóór 16.00 uur bij de Fondsen zijn ingelegd, de zogeheten ‘cut-off time’ (het ‘Afslagmoment’), worden de eerstvolgende Waarderingsdag (‘T’) omstreeks 10.00 uur uitgevoerd tegen de op die dag T door de Beheerder bekendgemaakte Transactieprijs. Orders die na het Afslagmoment worden ingelegd, worden de daaropvolgende Waarderingsdag uitgevoerd. De transactieprijs van elk Fonds zal iedere Waarderingsdag in euro worden vastgesteld en bekendgemaakt via de website van de Beheerder.
56
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING
OP
DE
WINST-
EN
VERLIESREKENING
Dividend Betreft de bruto contante dividenden, onder aftrek van niet verrekenbare dividendbelasting. Interest Betreft interestbaten op deposito’s en overige banktegoeden. Kosten en vergoedingen - Toe- en uittredingsvergoeding Hieronder zijn opgenomen de inkomsten verkregen uit de opslag bij een per saldo uitgifte van participaties van een Fonds, dan wel de afslag bij een per saldo inkoop van participaties van een Fonds. Beheervergoeding Aan elk Fonds wordt door de Beheerder een vergoeding voor beheerkosten in rekening gebracht waarmee de kosten van de vermogensbeheerder worden betaald. Vanaf 1 december 2013 wordt geen provisie meer betaald aan distributeurs (banken en andere beleggingsondernemingen) met betrekking tot het verlenen van beleggingsdiensten aan beleggers. De beheervergoeding wordt – met het percentage dat per Fonds is vermeld in onderstaande tabel - op dagbasis berekend over het vermogen van elk Fonds. De beheervergoeding wordt maandelijks zonder BTW ten laste van het resultaat van het Fonds gebracht. Beheervergoeding % tot 01-12-2013
Beheervergoeding % vanaf 01-12-2013
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 2
0,90
0,45
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 3
1,25
0,62
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 4
1,25
0,62
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 5
1,50
0,75
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 6
1,50
0,75
Als het Fonds belegt in andere door BNP Paribas Investment Partners beheerde beleggingsinstellingen (‘gelieerde beleggingsinstellingen’) wordt geen dubbele beheervergoeding in rekening gebracht. Het percentage beheervergoeding uit bovenstaande tabel is de som van de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt en de beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstellingen waarin het Fonds belegt. De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstellingen wordt verantwoord onder de post gerealiseerde waardeveranderingen. Service fee Aan elk Fonds wordt door de Beheerder een service fee in rekening gebracht. Deze service fee dient ter dekking van kosten van activiteiten ten aanzien van de Fondsen die zijn uitbesteed met uitzondering van het vermogensbeheer zoals de kosten van de Bewaarder, van administratie, verslaggeving en bewaargeving van effecten, alsmede alle andere operationele kosten zoals die van toezicht en registratie, marketing, accountantscontrole en vergaderingen van participanten. In de service fee zijn niet begrepen transactiekosten, eventuele belastingen, rente-en bankkosten, alsmede buitengewone kosten zoals juridische kosten met het oog op het verhalen van eventuele schade. Deze kosten worden rechtstreeks aan elk Fonds in rekening gebracht. De service fee wordt op dagbasis berekend over het vermogen van het Fonds. De service fee wordt maandelijks zonder BTW ten laste van het resultaat van het Fonds gebracht. Resultaatafhankelijke beheervergoeding De Beheerder kan aan elk Fonds een resultaatafhankelijke vergoeding (performance fee) in rekening brengen. Deze bedraagt 20% van het verschil tussen de intrinsieke waarde van de Fondsen en de hoogste waarde van ofwel de index van het Fonds ofwel de hoogste intrinsieke waarde van het Fonds aan het begin van enig kalenderjaar waarbij resultaatafhankelijke beheervergoeding is gerealiseerd. De resultaatafhankelijke beheervergoeding (positief of negatief) wordt op dagbasis berekend en hiervoor wordt een voorziening binnen het Fonds getroffen. Dit kan evenwel nooit een negatief bedrag worden. De voorziening wordt aan het einde van het kalenderjaar aan de Beheerder uitgekeerd en wordt ten laste van het Fondsvermogen gebracht. Over het boekjaar 2013 is voor geen van de Fondsen een resultaatafhankelijke beheervergoeding uitgekeerd. Lopende kosten De totale kosten die in de verslagperiode zijn onttrokken aan het vermogen van elk Fonds worden weergegeven als 'Lopende kosten'. Deze kostenratio wordt berekend door de totale kosten te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van elk Fonds. -
-
Onder ‘totale kosten’ worden begrepen de kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat alsmede ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties (m.u.v. instap-/ uitstapvergoedingen die de Fondsen betalen bij koop/verkoop van deelnemingsrechten in andere beleggingsinstellingen), interestkosten, een eventuele performance fee en eventuele kosten in verband met het houden van derivaten (bijv. margin calls) worden daarbij buiten beschouwing gelaten. De ‘gemiddelde intrinsieke waarde’ wordt berekend als de som van alle intrinsieke waarden berekend voor elk Fonds tijdens de verslagperiode gedeeld door het aantal intrinsieke waarden berekend tijdens deze verslagperiode.
57
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN
Beheervergoeding
Service fee
%
%
31/12/13 31/12/12
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
0,35 0,46 0,34 0,45 0,47
Lopende kosten %
31/12/13
31/12/12
31/12/13*
0,12 0,12 0,12 0,12 0,12
0,06 0,06 0,06 0,06 0,07
1,48 2,01 2,12 2,46 2,38
0,33 0,52 0,39 0,54 0,53
31/12/12
1,12 1,51 1,53 1,79 1,74
Betreft de berekende lopende kosten over 01/01/2013 tot en met 31/12/2013. Op 01/12/2013 is de beheervergoeding verlaagd. Transactiekosten Onder transactiekosten wordt verstaan: de directe kosten die door een Fonds worden gemaakt bij de aan- of verkoop van de onderliggende beleggingen van het Fonds. De hierna opgenomen omloopsnelheid van de portefeuille van elk Fonds ‘portfolio turnover ratio’ geeft een indicatie van de transactiekosten. Transactiekosten van een Fonds zijn marktconform en komen ten laste van het vermogen van dat Fonds. Onderstaande tabel laat de uitsplitsing van de transactiekosten per Fonds zien gedurende de verslagperiode. Omdat in het boekjaar 2012 de transactiekosten pas in de laatste maanden afzonderlijk kwantificeerbaar waren, is over het boekjaar 2012 geen uitsplitsing per Fonds weergegeven. 31/12/13 EUR ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
251,34 411,05 460,00 316,50 269,96 Totaal
1.708,85
Portfolio turnover ratio (%) De portfolio turnover ratio geeft de omloopsnelheid van de beleggingen ten opzichte van de gemiddelde intrinsieke waarde weer en is een maatstaf voor de gemaakte transactiekosten als gevolg van het gevoerde portefeuillebeleid en de daaruit voortkomende beleggingstransacties. Bij de gehanteerde berekening wordt het bedrag van de turnover bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van plaatsingen en terugnames van eigen participaties. De portfolio turnover ratio wordt bepaald door het bedrag van de turnover uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Voor de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde zie onder Lopende kosten. De transactiekosten van een Fonds zijn marktconform en komen ten laste van het vermogen van dat Fonds.
31/12/13
31/12/12
34,41 45,61 44,62 22,24 4,81
120,26 90,98 67,97 60,85 34,74
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
Werknemers De Beheerder heeft geen personeel in dienst.
58
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Uitbesteding - Gelieerde partijen De Beheerder heeft de volgende overeenkomsten gesloten met gelieerde partijen: -BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V.: uitbesteding portfolio management. -BNP Paribas Securities Services S.C.A., Brussel: uitbesteding administratie. -BNP Paribas Securities Services S.C.A., Luxemburg: Depotbank en Transfer Agent. De uitbestede werkzaamheden zijn tegen marktconforme condities uitgevoerd. Totaal transactievolume met gelieerde partijen (01/01/13 - 31/12/13) Fonds
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
De transacties hebben tegen marktconforme condities plaatsgevonden.
59
Volume (% totaal volume)
Kosten EUR
99,78 99,88 100,00 100,00 100,00
11,34 23,05 0,00 0,00 0,00
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN RISICOFACTOREN Aandelenmarktrisico De koersen van aandelen fluctueren dagelijks en kunnen door een groot aantal factoren worden beïnvloed, waaronder politiek en economisch nieuws, bedrijfsresultaten, demografische trends en rampen. Door te streven naar een evenwichtige verdeling over sectoren en landen, in combinatie met het actief volgen van ontwikkelingen die een impact kunnen hebben op de koersen van aandelen, wordt gestreefd naar het mitigeren van het aandelenmarktrisico. Ondanks dit beleid kan niet worden uitgesloten dat een belegging een tegenvallende ontwikkeling laat zien. Kredietrisico Als de kredietwaardigheid van een emittent verslechtert of een vermoeden hiervan bestaat bij beleggers, kan de koers van door de betreffende emittent uitgegeven schuldtitels dalen. Dit risico is doorgaans groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen kan een emittent in gebreke blijven bij het tijdig nakomen van zijn rente- en aflossingsverplichtingen, met als gevolg dat de schuldtitels waardeloos worden. Renterisico Als de rente stijgt, zullen de koersen van schuldtitels over het algemeen dalen. Hoe langer de looptijd van schuldtitels, des te groter zal doorgaans het renterisico zijn. Valutarisico De Fondsen kunnen beleggen in effecten en andere vermogensbestanddelen, waarvan de waarde wordt uitgedrukt in een andere valuta dan de euro. Dit betekent dat de resultaten van een Fonds door valutabewegingen kunnen worden beïnvloed. Deze fluctuaties kunnen zowel een positieve als een negatieve invloed uitoefenen. De Beheerder heeft de mogelijkheid om, indien dit haar wenselijk voorkomt (en binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van een Fonds), valutarisico af te dekken door gebruik te maken van financiële derivaten. Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een ten behoeve van een Fonds ingenomen positie niet tijdig of tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd. Risico beleggen met geleend geld Doordat beleggingen met geleend geld kunnen worden gefinancierd zijner weliswaar kansen op een hogere opbrengst maar zijn ook de neerwaartse risico's groter. Amsterdam, 25 april 2014 De Beheerder, BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V.
60
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN OVERIGE GEGEVENS Bestuurdersbelangen Op 1 januari 2013 en op 31 december 2013 hadden de bestuurders van de Beheerder geen persoonlijke belangen bij de beleggingen van de beleggingsinstelling. Uitkeringen Het beleggingsbeleid van de Fondsen is niet gericht op het doen van (tussentijdse) uitkeringen aan participanten, maar gericht op het behalen van vermogensgroei.
61
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN CONTROLEVERKLARING
VAN
DE
ONAFHANKELIJKE
ACCOUNTANT
Aan: De Participanten en Beheerder Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2013 van ABN AMRO Strategie Fondsen, te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2013 en de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Beheerder De Beheerder van de beleggingsinstelling is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de beheerder, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op het financieel toezicht. De Beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van ABN AMRO Strategie Fondsen per 31 december 2013 en van het resultaat over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 25 april 2014 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. J.C.J. Preijde RA
62
Burgerweeshuispad 201 - Tripolis 200, P.O. Box 71770 (2.3.6), 1008 DG Amsterdam, www.bnpparibas-ip.nl