ABN AMRO Strategie Fondsen Jaarverslag 2014 31 december 2014
ABN AMRO Strategie Fondsen Besloten fonds voor gemene rekening Beheerder BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V. Herengracht 595 Postbus 71770 1008 DG Amsterdam www.bnpparibas-ip.nl Directie C. Haas (afgetreden per 31 oktober 2014) M.P. Maagdenberg D.M.J.M. van Ommeren J.L. Roebroek E.C. Stienstra Raad van commissarissen M. Diulius W.G.G. de Vijlder (afgetreden per 31 augustus 2014) M. Raynaud (benoemd m.i.v. 10 september 2014) Stichting Bewaarbedrijf Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL Herengracht 595 Postbus 10042 1001 EA Amsterdam Accountant Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 Postbus 7883 1008 AB Amsterdam Vermogensbeheerder BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V. Amsterdam Adviseurs ABN AMRO International Advisory Centre Parijs Neuflize OBC Investissement Parijs Bewaarder BNP Paribas Securities Services S.C.A. Amsterdam Administrateur BNP Paribas Securities Services S.C.A. Brussel Depotbank en Transfer Agent BNP Paribas Securities Services S.C.A. Luxemburg
Voor informatie: BNP Paribas Investment Partners Fund Client Services Postbus 71770 1008 DG Amsterdam Tel (020) 527 52 52 Email:
[email protected]
1
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN INHOUDSOPGAVE
Pagina
Verslag van de Beheerder
4
Economie en markten
6
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
10 10 11 13 13 14 14 15 15 16 18
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
19 19 20 22 22 23 23 24 24 25 27
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
28 28 29 31 31 32 32 33 33 34 36
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
37 37 38 40 40 41 41 42 42 43 45
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
46 46 47 48 48 49 49 50 50 51 52
2
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN INHOUDSOPGAVE
Pagina
ABN AMRO Strategie Fondsen Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting algemeen -Toelichting op de balans -Toelichting op de winst- en verliesrekening -Risicofactoren
53 53 53 54 54 55 55 56 64 67
Overige gegevens
68
3
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN VERSLAG VAN DE BEHEERDER Wij hebben het genoegen u hierbij het verslag over het boekjaar 2014 van ABN AMRO Strategie Fondsen aan te bieden. Het verslag bestrijkt de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014. Alle Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen hebben een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koersvorming. Voor elk Fonds wordt een aparte administratie gevoerd zodat alle aan een Fonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per Fonds worden verantwoord. Voor een nadere beschrijving van de ontwikkeling van de afzonderlijke Fondsen, het beleggingsbeleid gedurende de verslagperiode en de vooruitzichten wordt verwezen naar de respectievelijke verslagen van de Fondsen. Gedurende de verslagperiode hebben zich geen materiële wijzigingen voorgedaan in het beheer van de Fondsen en waren er geen activa waarvoor bijzondere regelingen golden vanwege de illiquide aard daarvan. Voorgenomen overdracht van het vermogen van de subfondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen aan equivalente subfondsen van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV, gevolgd door opheffing van (de subfondsen van) ABN AMRO Strategie Fondsen, waarbij participanten aandelen van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV verkrijgen Op 5 maart 2015 heeft de Beheerder van ABN AMRO Strategie Fondsen (‘AASF’) een vergadering van participanten opgeroepen in verband met: (i) het voorstel om de Voorwaarden van Beheer en Bewaring van AASF te wijzigen (de ‘voorwaardenwijziging’) om de mogelijkheid te creëren uitkeringen te doen in de vorm van aandelen en meer specifiek een liquidatie uitkering te kunnen doen in aandelen van de Luxemburgse ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV (‘AAMMF’); (ii) het voornemen om het vermogen van de afzonderlijke subfondsen van AASF in te brengen in equivalente subfondsen van AAMMF tegen uitreiking van aandelen in die betreffende subfondsen gevolgd door de opheffing van (de subfondsen van) AASF. Als liquidatie uitkering ontvangen de participanten van AASF aandelen van equivalente subfondsen van AAMMF. In overeenstemming met de Voorwaarden van Beheer en Bewaring is de sub (i) voorgestelde Voorwaardenwijziging in de vergadering van participanten op 20 maart 2015 ter stemming gebracht en goedgekeurd. Participanten zijn vervolgens geïnformeerd over de sub (ii) voorgenomen inbreng en opheffing. Op 24 maart 2015 hebben de Beheerder en Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL besloten tot de opheffing op de hierboven beschreven wijze. Met inachtneming van de termijn, genoemd in artikel 14 lid 3 van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring (zijnde 3 maanden) zal de voorwaardenwijziging naar verwachting worden uitgevoerd op 8 juni 2015 en zullen de inbreng en de opheffing naar verwachting worden uitgevoerd op 12 juni 2015. Daarna zullen de participanten van de afzonderlijke subfondsen van AASF aandeelhouder zijn van equivalente subfondsen van AAMMF. Hiervoor wordt verwezen naar onderstaande tabel: Subfonds van AASF
Equivalent subfonds van AAMMF
Subfonds
ISIN
Subfonds
Categorie
Klasse
ISIN
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 2 (‘MMPF2’)
NL0000604718
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 2 (‘Profile2’)
Klasse A
Cap
LU0121970122
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 3 (‘MMPF3’)
NL0000604726
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 3 (‘Profile3’)
Klasse A
Cap
LU0498838035
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 4 (‘MMPF4’)
NL0000604734
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 4 (‘Profile4’)
Klasse A
Cap
LU0121970809
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 5 (‘MMPF5’)
NL0000604742
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 5 (‘Profile5’)
Klasse A
Cap
LU0498838118
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 6 (‘MMPF6’)
NL0000604759
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 6 (‘Profile6’)
Klasse A
Cap
LU0121971286
Toezicht De Beheerder beschikt over een vergunning in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft). ABN AMRO Strategie Fondsen is als beleggingsinstelling onder de vergunning van de Beheerder geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten. Voor ABN AMRO Strategie Fondsen voldoet de Beheerder aan de aanvullende regels voor het aanbieden van participaties aan niet-professionele beleggers. BNP Paribas Investment Partners De Beheerder maakt deel uit van de wereldwijd opererende vermogensbeheerorganisatie van BNP Paribas Investment Partners S.A., welke organisatie thans opereert onder de handelsnaam, ‘BNP Paribas Investment Partners’. De aandelen van BNP Paribas Investment Partners S.A. worden gehouden door BNP Paribas S.A., BNP Paribas Fortis SA/NV en BGL BNP Paribas S.A. Fund Governance De Nederlandse wetgever heeft in artikel 115q Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) - overeenkomstig artikel 17 lid 5 Bgfo – het voorschrift opgenomen dat de Beheerder van beleggingsinstellingen moet zorgdragen voor onafhankelijk toezicht op de uitvoering van het beleid en de procedures en maatregelen van de organisatie van de Beheerder. In 2008 heeft de brancheorganisatie DUFAS (Dutch Fund and Asset Management Association) met de ‘DUFAS Principles of Fund Governance’ een raamwerk van regels vastgesteld waarmee gericht invulling wordt gegeven aan de wettelijke bepalingen voor integere bedrijfsvoering als genoemd in artikel 4:11 en 4:14 Wft, waarvan artikel 17 lid 5 Bgfo een nadere uitwerking vormt. De Beheerder onderschrijft deze regels en heeft ze geïntegreerd in zijn eigen fund governance beleid dat is vastgelegd in de Principles of Fund Governance van de Beheerder. Mede ter uitvoering van dit beleid is in juni 2009 een Raad van Commissarissen ingesteld, die erop toeziet dat de Beheerder in het belang van de deelnemers van de - door hem beheerde - fondsen handelt. De Raad van Commissarissen vergadert tenminste tweemaal per jaar met de Directie van de Beheerder en brengt verslag uit van haar activiteiten in het jaarverslag van de Beheerder. 4
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Daarnaast wordt de naleving van het fund governance beleid van de Beheerder gemonitord door de afdeling Compliance van BNP Paribas Investment Partners die daarvan periodiek verslag uitbrengt in de directievergadering van de Beheerder en aan de Raad van Commissarissen van de Beheerder. Voor de Principles of Fund Governance van de Beheerder wordt verwezen naar de website van de Beheerder (www.bnpparibas-ip.nl onder 'Informatie Wet financieel toezicht’ - ‘Beheerder’). Stembeleid Ten behoeve van een goede fund governance heeft de Beheerder een beleid inzake stemgedrag. De uitgangspunten die de Beheerder hanteert inzake stemgedrag zijn vermeld onder 'Actief aandeelhouderschap' op de website van de Beheerder (www.bnpparibas-ip.nl/Over ons). Voor de Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen wordt, in verband met de aard van de onderliggende beleggingen, niet gestemd op aandeelhoudersvergaderingen. Inrichting van de bedrijfsvoering Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 115y van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor ABN AMRO Strategie Fondsen te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 115y Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2014 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. Risicobeheersysteem Risicobeheer is een integraal onderdeel van BNP Paribas Investment Partners (BNPP IP). Binnen BNPP IP Nederland rapporteert het onafhankelijke onderdeel Investment Risk Management rechtstreeks aan de Beheerder en aan het hoofd Risk van de BNPP IP Institutional en Distribution business line. In het kader van het risicobeheer vinden op meerdere niveaus risicocontroles plaats. De eerste controles worden uitgevoerd binnen de beleggingsteams. Daarna vinden controles plaats door het risk team, dat investment risk en investment compliance omvat. Deze controles worden gedaan in nauwe samenwerking met de beleggingsteams, teneinde te waarborgen dat het risiconiveau van de beleggingsportefeuilles acceptabel is. Ter beheersing van de beleggingsrisico’s maakt het risk team gebruik van interne risicosoftware (CRGE) en van RiskMetrics voor de VaR berekening. Voor het beheren van het investment compliance risk wordt gebruikgemaakt van Sentinel. Liquiditeitsrisicobeheersysteem Binnen het liquiditeitsrisicobeheersysteem gebruikt de Beheerder speciaal daarvoor ontwikkelde methodes om de liquiditeit te bewaken en implementeert zij procedures die haar in staat stellen om het liquiditeitsrisico van de beleggingen te controleren. De Beheerder zorgt ervoor dat het liquiditeitsprofiel van de beleggingen overeenstemt met de onderliggende verplichtingen en voert regelmatig stresstests uit. De Beheerder zorgt ervoor dat de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid zoals vastgelegd in het prospectus, goed op elkaar afgestemd zijn. Gedurende de verslagperiode zijn geen nieuwe regelingen ingevoerd met betrekking tot het beheer van de liquiditeiten en is het liquiditeitsprofiel van de beleggingen onveranderd gebleven. Algemene beginselen van het beloningsbeleid van de Beheerder De Beheerder hanteert een zorgvuldig, beheerst en duurzaam beloningsbeleid dat in lijn is met de strategie, risicobereidheid, doelstellingen en waarden van de beleggingsinstellingen onder beheer. Het beloningsbeleid van de Beheerder wordt op het niveau van BNP Paribas Investment Partners bepaald door de board onder toezicht van de remuneratiecommissie van BNP Paribas Investment Partners. Het beloningsbeleid is in overeenstemming met en draagt bij aan een degelijke en doeltreffende risicobeheersing en moedigt niet aan tot het nemen van meer risico’s dan passend binnen het beleggingsbeleid en de voorwaarden van de beleggingsinstellingen. Het beloningsbeleid kent de volgende algemene beginselen: 1. Er wordt marktconform beloond om de Beheerder in staat te stellen de best presterende werknemers aan te trekken, te motiveren en te behouden; 2. Potentiële Conflicts of interest worden vermeden; 3. Het beloningsbeleid is degelijk en doeltreffend en gaat het nemen van buitensporige risico’s tegen; 4. Het beloningsbeleid is gericht op risicobeheersing en het belonen van lange termijn doelstellingen; 5. Het beloningsbeleid is gebaseerd op duurzame en verantwoorde uitgangspunten, met een niveau en structuur van beloning in lijn met de doelstellingen van de onderneming. Voor een meer gedetailleerde omschrijving van het beloningsbeleid wordt verwezen naar het jaarverslag van de Beheerder, dat vanaf 1 mei 2015 beschikbaar wordt gesteld op de website van de Beheerder, www.bnpparibas-ip.nl, onder ‘Informatie Wet Financieel Toezicht’ – ‘Beheerder’).
5
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN ECONOMIE EN MARKTEN Macro-economische beleggingsomgeving De tijdelijke sluiting van bepaalde federale diensten in de Verenigde Staten en de uitzonderlijk koude weersomstandigheden in Noord-Amerika lagen grotendeels aan de basis van de wisselvallige economische indicatoren tot de lente van 2014. Daarbij kwamen nog de geopolitieke gebeurtenissen in Oekraïne en later ook in het Midden-Oosten vanaf begin 2014. Dat alles resulteerde in een neerwaartse herziening van de groeiverwachtingen voor 2014, waarbij de conjunctuursituatie per regio echter sterk verschilde. Dé gebeurtenis van het tweede halfjaar blijft ongetwijfeld de pijlsnelle daling van de aardolieprijs, die in een periode van zes maanden met de helft is gezakt. Het vat Brent-aardolie sloot het jaar af onder de 60 dollar. Verenigde Staten Toen de begrotingsperikelen van eind 2013 van de baan waren, verschoof de aandacht naar het monetaire beleid en… de weerberichten. De uitzonderlijke weersomstandigheden tijdens de wintermaanden veroorzaakten een krimp van het bbp van het eerste kwartaal, gevolgd door een scherpe opleving tijdens het tweede kwartaal en het derde kwartaal, dat zelfs een groei van 5% op jaarbasis opleverde. Uit diverse enquêtes blijkt dat de versnelling van de productieactiviteit tijdens de zomer in de herfst doorzette, alvorens dit licht stabileerde aan het einde van het jaar. De ISM-index, die het vertrouwen van de inkoopmanagers meet, steeg van 55,3 in juni naar 59 in augustus, het hoogste peil sinds begin 2011, om zich vervolgens te stabiliseren. En volgens diezelfde indicator noteerde de activiteit in de dienstensector haar sterkste expansie sinds medio 2005. De daling van de aardolieprijs ondersteunde het vertrouwen en het verbruik aan het einde van het jaar. Ook de vastgoedmarkt begon aan een herstel. Tegenover deze zeer solide gegevens kan het vreemd lijken dat op een arbeidsmarkt, waar vooral aan het einde van het jaar veel banen zijn gecreëerd en waar de werkloosheid gestaag is afgenomen (5,8% in november), de loonstijgingen zo beperkt zijn gebleven. Deze ontwikkeling weerspiegelde volgens Janet Yellen, de voorzitter van de Fed, de zwakte van de arbeidsmarkt, en was ook de reden waarom de inflatie weer onder het langetermijnstreefcijfer van 2% zakte. Tegen deze relatief evenwichtige achtergrond bouwde de Fed haar aankopen van activa in het kader van haar beleid voor kwantitatieve versoepeling verder af. Eind oktober werd het programma volledig stopgezet, maar de basisrente werd nog een hele tijd laag gehouden. Toekomstige beslissingen zullen afhangen van de evolutie van de economische indicatoren en van de vooruitzichten voor de groei en inflatie, wat een grotere flexibiliteit mogelijk maakt maar een zeer duidelijke communicatie vereist om abrupte bijsturingen van de verwachtingen te voorkomen. Europa Hoewel de PMI-(inkoopmanagersindex) in april 2014 het hoogste punt in drie jaar bereikte, volgden de teleurstellingen elkaar daarna op door het onvermogen van de eurozone om de aanhoudend zwakke groei – die al aanhoudt sinds het einde van de recessie medio 2013 - te kenteren. In het tweede kwartaal van 2014 stagneerde het bbp (na de tegenvallende groei van amper 0,2% in het eerste kwartaal). In het derde kwartaal van 2014 was er opnieuw een zeer bescheiden groei van 0,2%. Vanaf de lente daalden de PMI-indices werd het jaar afgesloten op het laagste peil sinds de zomer van 2013. Bovendien stonden de verschillen tussen de grote economieën van de eurozone weer hoog op de agenda. Italië was weer in recessie beland, Spanje boekte een bevredigende bbp-groei, de Franse economie noteerde een wat artificiële opleving in het derde kwartaal van 2014, en de Duitse economie stabiliseerde zich na een solide eerste kwartaal van 2014. Door de bezorgdheid over de situatie in Oekraïne en de gevolgen van het Russische embargo daalden de investeringen en werd het vertrouwen aangetast. Dat kwam het duidelijkst tot uiting in Duitsland, dat aanzienlijke economische en commerciële banden met Oost-Europa heeft. Hoewel de eurozone als geheel aan de recessie is ontsnapt, blijft de groei zwak en kwetsbaar, wat bijdroeg tot de afname van de inflatie. Op jaarbasis daalde de index van de consumptieprijzen van 0,7% in januari 2014 naar 0,3% in november 2014. Hoewel een deel van deze daling kan worden toegeschreven aan de lage prijzen van de energieproducten, blijft het een zorgwekkend element, omdat het de deflatieverwachtingen kan aanwakkeren, wat het herstel van de activiteit nog moeilijker zou maken. Om die trend te keren, heeft de ECB nieuwe maatregelen genomen om haar monetaire beleid verder te versoepelen (naast de verlaging van de basisrente) en de kredietverstrekking aan de privésector te ondersteunen. Zij gaf ook aan bereid te zijn om nog meer te doen ‘indien nodig’. Japan De Japanse economie blijft de speelbal van het ‘Abenomics’-beleid dat is ingevoerd door de regering van Shinzo Abe, sinds einde 2012 de premier van Japan. De bbp-groei van het eerste en tweede kwartaal van 2014 was zeer wisselvallig. De vervroegde aankopen in de aanloop naar de btw-verhoging van 1 april gaven de activiteit een impuls, waarna deze logischerwijs weer afnam. De activiteit van de productiesector herstelde tijdens de zomer. Het gedrag van de consumenten oogt echter aarzelender. De Japanse economie heeft het moeilijk om de schok van de btw-verhoging te boven te komen. Uit de nationale rekeningen van het derde kwartaal van 2014 bleek dat Japan in een recessie was beland, wat Shinzo Abe ertoe aanzette het parlement te ontbinden en vervroegde verkiezingen uit te schrijven voor 14 december 2014. De regeringscoalitie kwam sterker uit de verkiezingen. Shinzo Abe heeft goed gegokt en hij heeft nu ruimte om zijn economisch beleid versneld in te voeren en en structurele hervormingen – vooral op de arbeidsmarkt - uit te werken. Dat is een broodnodige ingreep, aangezien de lonen de versnelling van de inflatie niet volgen. De inflatie steeg van 1,4% op jaarbasis in januari 2014 naar 2,4% in november 2014, door de daling van de yen en de gestegen belastingdruk. Eind december kondigde de regering een nieuw plan voor de ondersteuning van de activiteit van de productiesector aan (kredieten aan plaatselijke overheden, hulp voor gezinnen met bescheiden inkomen), waarvan de impact echter beperkt lijkt. Opkomende markten Tijdens het hele jaar bleven de economische indicatoren (bbp, industriële productie, detailverkoop, investeringen) teleurstellend. De enquêtes bij de inkoopmangers (PMI) van de productiesector kwamen hierop neer: de samengestelde index voor het geheel van de opkomende markten is zonder duidelijke trend gebleven tijdens de laatste twaalf maanden. De verbetering die werd ingezet van april 2014 tot september 2014 heeft zich daarna niet doorgezet. Bovendien boekten de verschillende regio's een zeer uiteenlopende groei, een ontwikkeling die nog versterkt werd door de abrupte val van de aardoliekoers tijdens de tweede helft van 2014. Het Internationaal Monetair Fonds stelde haar verwachtingen neerwaarts bij en gaat nu uit van een bbp-groei in de ontwikkelingslanden van slechts 4,4% in 2014 en van 5% in 2015. De Chinese economie klimt geleidelijk verder naar een nieuwe groeitempo, met een bbp dat zou moeten uitkomen op 7%, maar de autoriteiten lijken nog niet van plan dit officieel te maken. Rusland gaat niet alleen gebukt onder de gevolgen van zijn positie als aardolieproducent, maar ook onder de Oekraïense crisis en de Westerse sancties tegen het land. De val van de roebel sleurde een aantal andere opkomende valuta's mee (vooral Indiase roepie, Braziliaanse real en Turkse lire). Het snelle ingrijpen van de monetaire autoriteiten en de verwezenlijkte structurele inspanningen (vooral in Azië) beginnen echter vruchten af te werpen.
6
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Onroerend goed Voor beursgenoteerd vastgoed was 2014 een uitzonderlijk jaar doordat de lange rente in de VS veel lager bleef dan de markt had verwacht. Tegenover een solide, zij het niet spectaculaire, verbetering van de Amerikaanse economie met een forse banengroei stond een overwegend teleurstellende groei van de productie en de werkgelegenheid in Europa en Azië. De inflatieverwachtingen maakten in 2014 plaats voor deflatiezorgen en de obligatierendementen in de eurozone daalden sterk, onder aanvoering van Duitse staatsleningen (Bunds). Bovendien waren de oplopende geopolitieke spanningen in Europa, waar Russische troepen zich in de strijd in Oekraïne mengden, de verspreiding van de islamitische opstand van Syrië naar Irak en de sterk toegenomen politieke destabilisatie in die regio voor veel beleggers reden om hun toevlucht te zoeken in veilige havens, zoals de Amerikaanse staatsobligaties (Treasuries). Hierdoor eindigden Amerikaanse Treasuries het jaar dichter bij 2% dan bij 3%. Hoger renderende beleggingscategorieën, zoals REIT-vastgoedfondsen, profiteerden van de aanhoudend lage rentestand. Tegen het einde van het jaar ging de aandacht van de markt in zijn algemeenheid vooral uit naar de ontwikkelingen op de grondstoffen- en valutamarkten. Dit kwam door de aanhoudende daling van de olieprijzen. De kracht van de Amerikaanse economie, die in het derde kwartaal met 5% k-o-k (geannualiseerd) groeide en een gemiddelde banengroei van meer dan 200.000 per maand kende, stond gedurende het jaar haaks op de trends elders in de wereld. Zo lijkt de eurozone af te glijden naar deflatie: de prijzen waren hier in november slechts 0,3% hoger en dreigen in 2015 verder af te zwakken. De daling van de olieprijzen zou de Amerikaanse economie juist een impuls moeten geven en compensatie moeten bieden voor de stopzetting van de kwantitatieve verruiming door de Federal Reserve. In Azië geeft de Chinese economie een lusteloze groei te zien. De PMI voor de Chinese verwerkende industrie daalde in december tot onder de grens van 50 punten. De Japanse economie kromp in het derde kwartaal van 2014 met 0,5% en is het nadelige effect van de verhoging van de omzetbelasting in april nog niet geheel te boven. Door de economische verschillen tussen de VS en de rest van de wereld is de Amerikaanse dollar ten opzichte van andere valuta’s in de wereld in waarde gestegen; tegenover de euro won de dollar munt 14,2% in 2014. Voor wereldwijd beursgenoteerd vastgoed was 2014 dus een positief jaar, waarin deze beleggingscategorie het beter deed dan zowel aandelen als obligaties. De best presterende markt in relatieve zin was de VS, waar de krachtige waardestijging van de dollar de totaalrendementen opdreef. Japan eindigde het jaar in de min, met een forse underperformance van aandelen van projectontwikkelaars als belangrijkste boosdoener. De best presterende markten waren te vinden in Europa, waarbij de Duitse woningsector en Zweden vooropliepen. Door de bijzonder goede performance van wereldwijd beursgenoteerd vastgoed in 2014 zijn de waarderingen, gemeten naar een aantal maatstaven, minder aantrekkelijk geworden. Vastgoedaandelen worden wereldwijd tegen een licht agio ten opzichte van hun intrinsieke waarde verhandeld en noteren daarmee iets boven de historische trend. De dividendrendementen liggen onder het trendmatig niveau, vooral in Europese markten (zoals het Verenigd Koninkrijk), Azië (met inbegrip van Japan) en Australië. Vastgoedaandelen bieden in de meeste ontwikkelde markten een aanzienlijke spread ten opzichte van het rendement op tienjarige staatsobligaties. Dat hangt samen met de lage rendementen op staatspapier als gevolg van de ongekende verruiming die centrale banken wereldwijd sinds de financiële crisis hebben doorgevoerd. Renteontwikkeling/Geldmarkten De ECB verlaagde haar basisrente in juni 2014 (-10 bp) en september 2014 (-10 bp) in reactie op de zeer lage inflatie en de tegenvallende groei. Daarnaast voegde de ECB een nieuw instrument toe aan haar arsenaal: de TLTRO (Targeted longer-term refinancing operations, gerichte herfinancieringstransacties op langere termijn), die bedoeld zijn om de bancaire geldleningen aan de niet-financiële particuliere sector (hypotheken uitgezonderd) te vergroten. Op 4 september kondigde Mario Draphi vervolgens nieuwe maatregelen aan om de kredietverlening te ondersteunen en de deflatieverwachting de kop in te drukken. Zo begon de ECB zogenoemde asset-backed securities (ca EUR 1,7 miljard euro) en zekergestelde obligaties(covered bonds) voor ca 30 miljard euro te kopen. Dit blijven echter bescheiden bedragen, net als de 212 miljard euro die in totaal is toegewezen aan de twee TLTRO-operaties gedurende 2014. Via deze maatregelen zou de balans van de ECB weer op het niveau van begin 2012 moeten uitkomen. De aankondiging van Mario Draghi dat de inflatie in november 2014 was gedaald tot 0,3% op jaarbasis wakkerde de verwachting van verdere maatregelen aan. De Fed heeft gewacht tot haar laatste vergadering van 2013 om te melden dat zij de maandelijkse aankopen onder het terugkoopprogramma in januari 2014 zou terugschroeven met 10 miljard dollar. Dat afbouwtempo is aangehouden en na afloop van de vergadering van oktober 2014 kondigde de Fed aan dat het aankoopprogramma in november zou eindigen. Dit aspect van de normalisering van het monetaire beleid viel in redelijke goede aarde bij de marktpartijen, die er al in sterke mate op hadden vooruitgelopen, in tegenstelling tot de verwachtingen ten aanzien van de basisrente. Janet Yellen – de opvolger van Ben Bernanke sinds februari 2014 – herhaalde Ben Bernanke’s uitspraak dat de basisrente van de federal funds nog lange tijd zeer laag zou blijven. De communicatie hierover was steeds wisselend. Eerst moest de Fed in maart de verwijzing naar een ‘streefcijfer’ voor de werkloosheid van 6,5% laten vallen, gelet op de snelle daling van deze indicator. Rond datzelfde tijdstip, ter gelegenheid van haar eerste persconferentie als voorzitter van de Fed, gaf Janet Yellen ook de indruk dat het optrekken van de rente reeds in de lente van 2015 zou kunnen worden ingezet. De verklaringen daarna hebben dit misverstand snel rechtgezet en de teneur van de officiële communiqués is pas in december gewijzigd, toen de Fed nota nam van de verbeterde arbeidsmarkt en van de solide groei. De Fed heeft de vermelding “een aanzienlijke termijn” (ter aanduiding van het interval tussen het einde van de activa-aankopen en de eerste renteverhoging) laten vallen en stelt nu dat zij “geduldig” zal zijn alvorens de verhogingen in te zetten. Valutamarkten De EUR/USD wisselkoers schommelde tot in april tussen 1,34 en 1,39. Valutahandelaren schonken weinig aandacht aan de verklaringen van de ECB. Die verklaringen vonden meer weerklank vanaf begin mei, toen Mario Draghi aangaf dat in juni ingrijpende maatregelen (zoals een negatieve depositorente) zouden worden genomen. Het verschil in monetair beleid aan beide zijden van de oceaan is dan ook een sleutelfactor geworden voor de ontwikkeling van de wisselkoersen. Dit geldt ook voor het verschil in groei tussen de Verenigde Staten en de eurozone. Ten slotte biedt ook de toename van de geopolitieke risico's steun aan de dollar. De stijging van de dollar tegenover de euro versnelde begin september na de verlaging van de basisrente door de ECB en wat later ook na de vergadering van het FOMC waar de Fed haar voornemen om de basisrente in 2015 op te trekken bevestigde. Die trend, als gevolg waarvan de koers van meer dan 1,39 in mei daalde naar 1,25 begin oktober, is aan het einde van het jaar weggeëbd door de turbulentie op de financiële markten en, blijkbaar, een consolidatie na de snelle daling. De koers bleef vervolgens tot medio december redelijk stabiel, toen de koers weer verzwakte tot 1,21, het laagste peil sinds juli 2012, door de ongerustheid over de Russische situatie (rol van vluchthavenvaluta van de dollar) en de politieke crisis in Griekenland (die druk zette op de euro). De verklaringen van de ECB, die uitzicht bieden op de aankoop van staatsobligaties op korte termijn, hebben natuurlijk ook bijgedragen tot de daling van de euro, die het jaar afsloot op 1,2104 dollar, een daling van 12,1% op twaalf maanden.
7
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Valutamarkten (vervolg) De USD/JPY-wisselkoers, die eind december 2013 105 bedroeg, lag eind januari 2014 weer op 102 om vervolgens richtingloos te fluctueren tot medio augustus. Valutahandelaren hadden gehoopt dat de Bank of Japan een forse versoepeling van haar monetaire politiek zou aankondigen voorafgaand aan de BTW-verhoging op 1 april. Dit gebeurde echter niet. In augustus steeg de USD/JPY-wisselkoers weer, voornamelijk als gevolg van de stijgende USD. Eind oktober joeg de onverwachte beslissing van de Bank of Japan om haar reeds zeer ambitieuze doelstelling voor uitbreiding van haar monetaire basis verder te verhogen, de USD/JPY-wisselkoers vrijwel meteen op naar meer dan 112. Op hetzelfde moment kondigde het fonds voor de overheidspensioenen (GPIF) aan dat het zijn positie in buitenlandse aandelen zou vergroten. Die beweging werd later nog versterkt. De USD/JPY-wisselkoers steeg begin december tot meer dan 120 (het hoogste peil sinds medio 2007). Gedurende december liet deze wisselkoers een wisselvalliger ontwikkeling zien en werd het jaar afgesloten op 119,80 (+14% ten opzichte van eind 2013).
RenteontwIkkeling
Obligatiemarkten Aan het begin van 2014 schommelde het renteniveau van de tienjarige US Treasury bill (3,03% eind 2013) binnen een relatief smalle bandbreedte (2,60% - 2,80%), al naar gelang de economische indicatoren, de verwachtingen ten aanzien van het monetaire beleid en de veranderingen in de risicobereidheid van beleggers. De geleidelijke vermindering van de activa-aankopen van de Fed heeft niet geleid tot een afname van de vraag naar Amerikaans obligaties. Vanaf april 2014 daalde de tienjarige rente van de US Treasury bill vrijwel ononderbroken tot onder 2,40% in augustus. De toezegging van de Fed om de basisrente dichtbij de 0% te houden en de zeer soepele verklaringen van de ECB speelden hierbij een rol, evenals de vlucht naar met risicovolle activa als gevolg van oplaaiende geopolitieke spanningen (conflicten in Oekraïne en Irak). De bevestiging van de opleving van de activiteit in de Verenigde Staten na een eerste kwartaal dat op een laag pitje was gebleven door de weersomstandigheden, zorgde ervoor dat de ontspanning beperkt bleef. Vanaf september werden de bewegingen van de lange rente volatieler. In eerste instantie hebben de verwachtingen rond het monetaire beleid van de Fed een lichte spanning veroorzaakt in september, waarna de spectaculaire fluctuaties van de aandelenkoersen in oktober en december de volatiliteit van de obligaties versterkten. Het renteniveau van de tienjarige US Treasury bill zakte op 15 oktober even onder de 1,90% als gevolg van de abrupte daling van de aandelen. Die trend keerde echter al snel door een herstel op de aandelenmarkten en de economische indicatoren, die de 10-jarige rente in november weer op 2,35% brachten. Daarna werd de ontwikkeling van de 10-jarig rente opnieuw volatieler en leidde de zoektocht naar veiligheid tot een dieptepunt voor het jaar van 2,06% op 16 december door de problemen van de aandelen en de ontspanning van de Duitse rente. Het renteniveau van de tienjarige US Treasury bill daalde gedurende twaalf maanden met 86 bp en behaalde een niveau van 2,17% aan het einde van 2014.
8
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN In Duitsland kende de rente op de tienjarige Bund een dalend verloop (-139 bp: 1,95% eind 2013 naar 0,54% eind 2014), die slechts tijdelijk werd onderbroken in september. Aan deze daling lagen diverse factoren ten grondlsagen. In de eerste plaats was er het monetaire beleid van de ECB met twee renteverlagingen en de talrijke aankondigingen van Mario Draghi in juni en september, gevolgd door zeer soepele verklaringen die uitzicht boden op de aankoop van staatsobligaties op korte termijn. Vervolgens versterkten de tegenvallende groei en de afname van de inflatie de vraag naar deze obligaties. Ten slotte was ook de status van ‘veilige haven’ belegging van Duitse staatsobligaties een cruciale factor in de daling van de rente van de tienjarig Bund tot onder 1% in augustus. Door de recente ontwikkelingen op de financiële markten in Rusland en politieke ontwikkelingen in Griekenland heeft de Duitse Bund deze status van veilige haven behouden. Het steeds opnieuw uitstellen van beslissingen door de Griekse regeringscoalitie heeft geresulteerd in de ontbinding van het parlement en het uitschrijven van vervroegde wetgevende verkiezingen, die zouden kunnen leiden tot een overwinning voor een partij die vastbesloten is de onderhandelingen rond de internationale financiële steun aan Griekenland weer te openen. Die situatie wakkert de vrees voor een nieuwe crisis op Europees niveau aan. Bij de Russen roept de pijlsnelle val van de roebel samen met de daling van de aardolieprijzen, pijnlijke herinneringen op aan de crisis van 1998. De zwakke inflatie in de eurozone (0,3% in november) en de diverse expliciete verklaringen van ECB-leden zorgden ervoor dat invoering van een uitgebreide kwantitatieve versoepeling werd verwacht. Die hypothese bood vooral steun aan de perifere markten en zorgde voor een duidelijke versmalling van de rentespread met Duitsland. Gedurende 2014 daalde de rente van de tienjarige Italiaanse staatsobligatie met 224 bp tot 1,89%, terwijl de Spaanse rente met 254 bp daalde tot 1,61%. Aandelenmarkten Begin 2014 zorgden de geopolitieke situatie en de bezorgdheid over de opkomende economieën voor een eerste waarschuwing op de financiële markten. Ofschoon beleggers al snel terugkeerden naar de risicoactiva, werden de ontwikkelingen op de beurzen tot het einde van het jaar bepaald worden door geopolitieke factoren en de door de centrale banken verstrekte liquiditeit, en in het tweede halfjaar van 2014 door de pijlsnelle daling van de aardolieprijs (-50% binnen zes maanden voor het vat Brent-aardolie, dat het jaar afsloot onder de 60 dollar). De gebeurtenissen in Oekraïne en het nieuwe conflict in de Gazastrook zetten de aandelenkoersen onder druk in april, en opnieuw in de zomer, ondanks de geruststellende verklaringen van de centrale bankiers, die in mei en juni aan de basis lagen van een duidelijke rally. In augustus en begin september reageerden de beleggers enthousiast op de toezegging van Mario Draghi om de monetaire voorwaarden in de eurozone verder te versoepelen. In de herfst zorgden de geopolitieke gebeurtenissen weer voor bezorgdheid. De zeer volatiele aandelenmarkt (hoogste volatiliteit sinds medio 2012) liet in oktober en december een piek zien. De dalingen tijdens het laatste kwartaal van 2014 waren zeer abrupt en snel, maar werden ook in enkele beursdagen weggewerkt. Deze dalingen waren het gevolg van de ongerustheid over de aardoliekoers. Dat element, dat twijfel doet rijzen over de gezondheid van de wereldeconomie, zette een zware druk op de activa van de productielanden en lag aan de basis van de daling van de opkomende aandelenkoersen tijdens het jaar (-4,6% voor de MSCI Emerging index in dollar). Vooral de Russische financiële markten hadden last van deze ontwikkeling en de daling van de roebel (-35% op drie maanden, ondanks de interventies van de centrale bank) roept herinneringen op aan de Russische crisis. De Europese markten werden bovendien ook beïnvloed door de politieke situatie in Griekenland, die wel eens een nieuwe fase van instabiliteit zou kunnen inluiden. Onder deze onzekere omstandigheden zijn de centrale banken er niet in geslaagd de beleggers duurzaam vertrouwen in te boezemen. De liquiditeit blijft aanzienlijk, maar dat wordt teniet gedaan door de ontwikkeling van de aardolieprijs en de geopolitieke perikelen. De jaarlijkse performance is licht positief, met een stijging van 2,1% voor de MSCI AC World index in dollar. Het rendement kan verschillen per regio. De S&P 500 steeg 11,4% en ging van record naar record dankzij de bevredigende resultaten van de bedrijven en de talrijke financiële transacties afgezet tegen een solide economische groei. In de eurozone daarentegen bleef de stijging door de zwakke groei en inflatie en door de bezorgdheid over Rusland en Griekenland beperkt (+1,2% voor de Euro Stoxx 50). De Japanse indexen (+7,1% voor de Nikkei 225) profiteerden van de daling van de yen en het beleid van economische steun aan de bedrijven.
9
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2014
2013
2012
153
236
355
9
14
20
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
61,76
57,41
55,57
Transactieprijs in EUR per ultimo
61,73
57,25
55,68
7,6
3,2
6,8
Rendement index %
11,1
4,3
9,2
Relatief rendement %
(3,5)
(1,1)
(2,4)
2014
2013
2012
2011
2010
Opbrengsten per participatie in EUR
0,07
0,06
0,07
0,05
0,11
Lasten per participatie in EUR
0,05
0,27
0,21
0,49
0,49
Waardeveranderingen per participatie in EUR
4,99
2,06
3,87
(0,07)
2,43
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
Rendement %
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
10
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 streeft naar het behalen van een aantrekkelijk rendement bij een relatief laag risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 15% MSCI World Index (NR in EUR) + 5% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 50% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR) + 30% JP Morgan Euro Cash 3 Month Index (RI). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2013 werd afgesloten met een overweging in aandelen en een onderweging in obligaties. De gunstige vooruitzichten voor de wereldeconomie, waaronder vooral ook de lage renteniveaus en de relatief aantrekkelijke waarderingen rechtvaardigen onze huidige overweging van aandelen. Deze factoren wegen volgens ons zwaarder dan de (vooral geopolitieke) risico’s. Wel kunnen die risico’s vooralsnog tot meer onzekerheid en daardoor ook tot grotere marktfluctuaties leiden. De ontwikkelingen op de aandelenmarkten werkten veelal ook door op de obligatiemarkten. Door de toegenomen onzekerheden steeg de risicoaversie en daalden de obligatierendementen. Beleggingen in vastgoed hebben in 2014 uitstekende rendementen opgeleverd, vooral ook door de lage rente. Eind oktober is derhalve een overwogen positie ingenomen. Gedurende het boekjaar is geen gebruik gemaakt van afgeleide instrumenten voor efficiënt portefeuillebeheer voor het afdekken van valuta- en marktrisico's en voor beleggingsdoeleinden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Het ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities was het gehele jaar volledig belegd en profiteerde van de rendementen van de internationale aandelenmarkten. De samenstelling van de portefeuille was in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. De portefeuille was gedurende het jaar voor ongeveer 40% in indexproducten belegd om de tracking error te verminderen. Aan het einde van het jaar hadden wij nog posities in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund, het Amundi Index Equity North America Fund, het Lyxor ETF Australia en het Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en een overweging in Europese aandelen. De portefeuille was neutraal gewogen in aandelen uit Azië/Pacific en de opkomende markten. Halverwege juni is de neutrale allocatie aan de opkomende markten ten koste van ontwikkelde markten omgebogen tot een overweging. Onze aandelenallocatie bleef overwogen, maar de omvang van de overweging werd iets verminderd, waarbij de positie in Europese aandelen intact is gelaten en de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen is vergroot. Begin december is de overwogen allocatie aan Europese aandelen vervolgens verhoogd ten koste van de opkomende markten. In de regionale allocatie werd dus vastgehouden aan de overweging in aandelen uit Europa en opkomende markten en een sterk onderwogen positie in aandelen uit de VS. Onze fondsselectie drukte de relatieve performance over 2014 als geheel. In het eerste kwartaal namen wij winst in de technologiesector door het belang in Franklin Technology af te stoten. De opbrengst is voornamelijk herbelegd in Alger American Asset Growth. In januari hebben wij ook de allocatie aan Europese mid- en smallcaps verhoogd door Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies in de portefeuille op te nemen. In maart is het belang in M&G Global Dividend volledig verkocht om de weging van groei in opkomende landen te beperken. Medio juni werd het Fidelity Emerging Markets Fund aan de portefeuille toegevoegd. In september is de positie in Oyster European Selection afgestoten vanwege het vertrek van de portefeuillebeheerder. In plaats van dit fonds hebben wij een belang genomen in Henderson Euroland, dat de nadruk op waarde legt en in het huidige klimaat goed zou moeten gedijen. In oktober is de nadruk op small- en midcaps afgezwakt door de belangen Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies en Hermes US SMID Equity gedeeltelijk te verkopen. De tactische assetallocatie droeg over het jaar als geheel nadelig bij aan de relatieve performance, waarbij de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en de overweging in Europese aandelen de meeste schade berokkenden. Ook de nadruk op aandelen van kleine en middelgrote bedrijven deed afbreuk aan de relatieve performance. Obligaties De portefeuille van het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds was belegd conform de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. Wij gingen het jaar van start met een nadruk op Europese bedrijfsobligaties en wereldwijde high-yield obligaties. Aan het begin van het jaar was de portefeuille als volgt samengesteld: staatsobligaties in euro’s 53%, Europese bedrijfsobligaties van investment-grade kwaliteit 31% en highyield obligaties 16%. In de loop van het eerste kwartaal is de positie in Europese investment-grade bedrijfsobligaties licht teruggeschroefd en zijn de daarbij vrijgekomen gelden herbelegd in Europese staatsobligaties. Medio oktober besloot het Global Investment Committee van ABN AMRO om de positie in high-yield obligaties te halveren. De reden was een mogelijke toename van de volatiliteit in de wereldwijde high-yield markt vanwege een mogelijk eerder dan verwachte verhoging van de Fed funds rate. Aan het einde van het jaar kende de portefeuille de volgende samenstelling: staatsobligaties in euro’s 67%, Europese investment-grade bedrijfsobligaties 24% en high-yield obligaties 9%. Wij hebben de allocatie aan Europese staatsobligaties aan het begin van het jaar uitgebreid door HSBC Euro Government Bond in de portefeuille op te nemen. Tevens werd de weging van JPM EMU Government Bond gehalveerd om een belang te kunnen nemen in BlueBay Euro Government Bond, dat een outperformance van 1,5% per jaar ten opzichte van zijn index nastreeft. In februari en maart hebben wij Fidelity US High Yield vervangen door Axa US High Yield.
11
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 Het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds ondervond een nadelige invloed van de nadruk op investment-grade bedrijfsobligaties uit Europa en high-yield leningen uit de VS en Europa. Deze accenten droegen negatief bij aan de relatieve performance. De duration van fondsen die zich op bedrijfsobligaties in euro’s en/of high-yield richten, is immers twee jaar korter dan die van de index. Ook ging de high-yield markt in de zomer gebukt onder een reeks geopolitieke gebeurtenissen. Aan het einde van het jaar stond de Amerikaanse high-yield markt onder druk doordat energiebedrijven in dit segment sterk vertegenwoordigd zijn. Binnen de fondsselectie versloegen BlueBay Euro Government Bond (sinds onze aankoop in februari) en Natixis Souverains Euro de JPM EMU index in 2014 met respectievelijk 0,5% en 0,4%. Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2013 tot en met 31 mei 2014: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2013-14 was vooral gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. Bij de variabele rentes ging de voorkeur uit naar papier met een looptijd tussen drie maanden en een jaar. Wij hielden de weighted average life (WAL) daarmee binnen de door de ratingbureaus gehanteerde limieten. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s met staatsobligaties of door de staat gegarandeerde effecten om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in de kwaliteit A1+ belegd dient te zijn. De intrinsieke waarde van de I participaties nam dankzij het beleggingsbeleid van het fonds met 0,11% op jaarbasis toe. Deze performance over de verslagperiode juni 2013 - mei 2014 is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode bedroeg 0,15%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2013 tot en met 28 februari 2014: Het fonds realiseerde over 2014 een underperformance als gevolg van de top-down landen- en sectorallocatie. De negatieve allocatiebijdragen betroffen in hoofdzaak de sterke overweging in Japan, de slechtst presterende markt in 2014. Ook de onderweging in de VS, de markt met de beste performance, droeg in belangrijke mate aan de underperformance bij. De sectorallocatie binnen landen pakte eveneens teleurstellend uit. Zo werd de relatieve performance sterk gedrukt door de strategie om Japanse ontwikkelaars te overwegen en had ook de sectorallocatie in Hongkong een nadelig effect. De aandelenselectie droeg wel positief bij aan het relatieve rendement; de fondskeuzes in de VS en Duitsland kwamen de relatieve performance sterk ten goede. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van de toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico, renterisico, valutarisico en liquiditeitsrisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de tactische asset allocatie verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: De internationale aandelenmarkten zijn ook na het herstel van de correctie van oktober 2014 onrustig gebleven. De oorzaak was dit keer de politieke situatie in Griekenland, waar in drie parlementsstemmingen geen voldoende meerderheid kon worden verkregen voor een presidentskandidaat. Overigens is de positieve trend op de aandelenmarkten door de correcties heen wel intact gebleven. Obligaties: Hoewel de Amerikaanse Fed heeft aangegeven de fed funds rate in een rustig tempo te zullen verhogen, voorzien wij de eerste verhoging nog steeds voor medio 2015. Daarna kan elk kwartaal een geleidelijke verhoging volgen. Hierdoor ontstaat langzaam een opwaartse druk op de obligatierente, zij het wat minder sterk dan wij eerder aannamen. Onroerend goed Aan het begin van 2015 geeft het mondiale monetaire plaatje een steeds complexer beeld te zien. Het beleid loopt steeds verder uiteen. In Europa blijft de inflatiedruk gematigd en gaat de ECB tot kwantitatieve verruiming in de eurozone over. In de VS komt aan de lage rente naar verwachting een einde, nu de Amerikaanse economie geleidelijk aantrekt en de Federal Reserve heeft laten doorschemeren in de tweede helft van het jaar de rente te willen verhogen. Wij zijn bovendien van mening dat de markt de timing en het tempo van de toekomstige renteverhogingen momenteel onderschat. Zodra de Fed de korte rente voor het eerst optrekt, zal de lange rente daarvan ook invloed ondervinden. Dit zou met name Amerikaanse REIT’s aan tegenwind blootstellen. Wij verwachten dat de wereldeconomie in een bescheiden tempo zal groeien en dat een traag aantrekkende productie tot een geleidelijke normalisering van de Amerikaanse rente zal leiden. In de portefeuille zijn onze overwogen posities daarom gericht op markten waar wij een outperformance mogelijk achten vanwege de combinatie van enerzijds ondersteunend en expansief monetair beleid en anderzijds (cruciaal!) goede fundamentele marktomstandigheden. Wij handhaven daarom onze onderweging in de VS, waar de waarderingen aan de hoge kant lijken, en houden ook vast aan de overweging in projectontwikkelaars in Japan, die zouden moeten profiteren van een hogere vraag in de kantorenmarkt van Tokio en van de liquiditeit als gevolg van de monetaire verruiming door de Japanse centrale bank. In Europa, waar het beleid van de ECB gunstig is voor beursgenoteerde vastgoedaandelen, zijn Finland en Nederland onze belangrijkste overwegingen. De positie in de Duitse markt is om waarderingsredenen teruggeschroefd tot onderwogen.
12
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsinstellingen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
13
31/12/14
31/12/13
9.464.076
13.523.827
28.460 28.460
150.272 150.272
93.768
-
122.228
150.272
9.586.304
13.674.099
142.843 972 143.815
78.373 38.401 1.416 118.190
4.860.730 3.809.786 771.973 9.442.489
9.746.123 3.250.951 558.835 13.555.909
9.586.304
13.674.099
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten
2014
2013
2.071 1 9.848 640.731 128.772 587 782.010
3.290 14.079 1.223.946 (601.528) 639.787
55 (3.125) * 13.107 10.037
Resultaat
771.973
212 60.481 20.259 80.952 558.835
* De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling waarin het Fonds belegt is hoger dan de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt. De Beheerder heeft hiervoor gecompenseerd, waardoor de post Beheervergoeding negatief is.
KASSTROOMOVERZICHT EUR
2014
2013
771.973 (640.731) (128.772) (624.987) 5.452.072 121.812 103.998 5.055.365
558.835 (1.223.946) 601.528 (3.144.050) 9.967.979 (135.099) 29.635 6.654.882
14.277 (4.899.670) (4.885.393)
236.292 (6.981.052) (6.744.760)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
169.972 2.169
(89.878) (489)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
172.141 (78.373) 93.768
(90.367) 11.994 (78.373)
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
14
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/14
31/12/13
(3)
13.523.827 624.987 (5.452.072) 638.562 128.772 9.464.076
19.724.849 3.144.050 (9.967.979) 1.224.435 (601.528) 13.523.827
(31)
9.746.123 14.277 (4.899.670) 4.860.730
16.490.883 236.292 (6.981.052) 9.746.123
(33)
3.250.951 558.835 3.809.786
1.538.780 1.712.171 3.250.951
(35)
558.835 (558.835) 771.973 771.973
1.712.171 (1.712.171) 558.835 558.835
31/12/14
31/12/13
31/12/12
9
14
20
153
236
355
61,76
57,41
55,57
EUR Participaties in beleggingsinstellingen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
15
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico ten opzichte van de benchmark wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de tracking error van de portefeuille. Zolang de tracking error onder de vastgestelde interne limiet blijft, neemt de portefeuillebeheerder alleen beslissingen. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar.
TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2014
31/12/2013
Index
22,0
22,0
15,0
9,9
7,3
5,0
26,1
26,1
50,0
Aandelen Indirect onroerend goed Obligaties Liquiditeiten*
42,0
46,6
30,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. liquide middelen. Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 85% in investment-grade bedrijfsobligaties belegd. De overige assets werden gehouden in hoogrenderende obligaties. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2014. AAA 22,5%
AA
A
13,7%
10,7%
BBB 37,3%
BB 5,6%
B 4,7%
Lower rating 0,5%
Cash 1,6%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico Per het einde van hun boekjaar belegden de in dit verslag opgenomen onderliggende fondsen niet in effecten of andere instrumenten die niet in euro luiden. Participanten in ABN AMRO Strategie Fondsen liepen over het boekjaar 2014 derhalve geen materieel (indirect) valutarisico. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft vastrentende fondsen die binnen de belangrijkste markten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2014 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit. Per de balansdatum kan 96,60% van de portefeuille van het Fonds – onder normale omstandigheden - verkocht/geliquideerd worden binnen 1 werkdag. Dit percentage wordt berekend volgens de liquiditeitsbeheerprocedure zoals ingesteld door de Beheerder.
16
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 Hefboomfinanciering Hefboomfinanciering is de methode waarbij de Beheerder de positie van een fonds vergroot door bijvoorbeeld het lenen van geld of effecten, door derivatentransacties waarmee een hefboom wordt gevormd, of op een andere wijze. Conform het prospectus mag het Fonds gebruikmaken van financiële derivaten zoals onder andere opties, futures en swaps en heeft het de mogelijkheid om leningen aan te gaan. De Beheerder bepaalt voor elk Fonds de maximale hefboomfinanciering die zij kan gebruiken en of het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, mogen worden hergebruikt. Zij verschaft ook informatie wanneer de maximale hefboomfinanciering wijzigt. Voor dit Fonds mogen het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, niet worden hergebruikt. Voor het Fonds gelden de volgende limieten ten aanzien van de hefboomfinanciering (% AUM):
Maximale hefboomfinanciering (o.b.v. brutomethode) 200,00
risicoprofiel Maximale Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. hefboomfinanciering gedane toezeggingen) (o.b.v. brutomethode) 110,00 99,63
Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. gedane toezeggingen) 99,63
Gedurende de verslagperiode zijn de in bovenstaande genoemde maximale hefboomfinancieringen niet overschreden.
17
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 2 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSINSTELLINGEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 182 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 107.980 27.785 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 537 4.593 Parvest Real Estate Securities World I EUR Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 3.626 Totaal Participaties in beleggingsinstellingen
2.503 1.971 3.918 77 470 53 472 9.464
Totaal beleggingen
9.464
18
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2014
2013
2012
518
746
1.043
34
44
58
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
66,28
59,39
55,91
Transactieprijs in EUR per ultimo
66,24
59,19
55,80
Rendement %
11,6
6,1
9,7
Rendement index %
15,6
7,3
12,1
Relatief rendement %
(4,0)
(1,2)
(2,4)
2014
2013
2012
2011
2010
Opbrengsten per participatie in EUR
0,07
0,05
0,07
0,04
0,11
Lasten per participatie in EUR
0,04
0,34
0,31
0,66
0,66
Waardeveranderingen per participatie in EUR
8,87
3,75
5,59
(0,81)
4,52
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
19
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 streeft naar het behalen van een aantrekkelijk rendement bij een gematigd laag risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 30% MSCI World Index (NR in EUR) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 50% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR) + 10% JP Morgan Euro Cash 3 Month Index (RI). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2013 werd afgesloten met een overweging in aandelen en een onderweging in obligaties. De gunstige vooruitzichten voor de wereldeconomie, waaronder vooral ook de lage renteniveaus en de relatief aantrekkelijke waarderingen rechtvaardigen onze huidige overweging van aandelen. Deze factoren wegen volgens ons zwaarder dan de (vooral geopolitieke) risico’s. Wel kunnen die risico’s vooralsnog tot meer onzekerheid en daardoor ook tot grotere marktfluctuaties leiden. De ontwikkelingen op de aandelenmarkten werkten veelal ook door op de obligatiemarkten. Door de toegenomen onzekerheden steeg de risicoaversie en daalde de rente. Beleggingen in vastgoed hebben in 2014 uitstekende rendementen opgeleverd, vooral ook door de lage rente. Eind Oktober is derhalve een overwogen positie ingenomen. Gedurende het boekjaar is geen gebruik gemaakt van afgeleide instrumenten voor efficiënt portefeuillebeheer voor het afdekken van valuta- en marktrisico's en voor beleggingsdoeleinden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Het ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities was het gehele jaar volledig belegd en profiteerde van de rendementen van de internationale aandelenmarkten. De samenstelling van de portefeuille was in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. De portefeuille was gedurende het jaar voor ongeveer 40% in indexproducten belegd om de tracking error te verminderen. Aan het einde van het jaar hadden wij nog posities in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund, het Amundi Index Equity North America Fund, het Lyxor ETF Australia en het Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en een overweging in Europese aandelen. De portefeuille was neutraal gewogen in aandelen uit Azië/Pacific en de opkomende markten. Halverwege juni is de neutrale allocatie aan de opkomende markten ten koste van ontwikkelde markten omgebogen tot een overweging. Onze aandelenallocatie bleef overwogen, maar de omvang van de overweging werd iets verminderd, waarbij de positie in Europese aandelen intact is gelaten en de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen is vergroot. Begin december is de overwogen allocatie aan Europese aandelen vervolgens verhoogd ten koste van de opkomende markten. In de regionale allocatie werd dus vastgehouden aan de overweging in aandelen uit Europa en opkomende markten en een sterk onderwogen positie in aandelen uit de VS. Onze fondsselectie drukte de relatieve performance over 2014 als geheel. In het eerste kwartaal namen wij winst in de technologiesector door het belang in Franklin Technology af te stoten. De opbrengst is voornamelijk herbelegd in Alger American Asset Growth. In januari hebben wij ook de allocatie aan Europese mid- en smallcaps verhoogd door Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies in de portefeuille op te nemen. In maart is het belang in M&G Global Dividend volledig verkocht om de weging van groei in opkomende landen te beperken. Medio juni werd het Fidelity Emerging Markets Fund aan de portefeuille toegevoegd. In september is de positie in Oyster European Selection afgestoten vanwege het vertrek van de portefeuillebeheerder. In plaats van dit fonds hebben wij een belang genomen in Henderson Euroland, dat de nadruk op waarde legt en in het huidige klimaat goed zou moeten gedijen. In oktober is de nadruk op small- en midcaps afgezwakt door de belangen Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies en Hermes US SMID Equity gedeeltelijk te verkopen. De tactische assetallocatie droeg over het jaar als geheel nadelig bij aan de relatieve performance, waarbij de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en de overweging in Europese aandelen de meeste schade berokkenden. Ook de nadruk op aandelen van kleine en middelgrote bedrijven deed afbreuk aan de relatieve performance. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De portefeuille van het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds was belegd conform de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. Wij gingen het jaar van start met een nadruk op Europese bedrijfsobligaties en wereldwijde high-yield obligaties. Aan het begin van het jaar was de portefeuille als volgt samengesteld: staatsobligaties in euro’s 53%, Europese bedrijfsobligaties van investment-grade kwaliteit 31% en highyield obligaties 16%. In de loop van het eerste kwartaal is de positie in Europese investment-grade bedrijfsobligaties licht teruggeschroefd en zijn de daarbij vrijgekomen gelden herbelegd in Europese staatsobligaties. Medio oktober besloot het Global Investment Committee van ABN AMRO om de positie in high-yield obligaties te halveren. De reden was een mogelijke toename van de volatiliteit in de wereldwijde high-yield markt vanwege een mogelijk eerder dan verwachte verhoging van de Fed funds rate. Aan het einde van het jaar kende de portefeuille de volgende samenstelling: staatsobligaties in euro’s 67%, Europese investment-grade bedrijfsobligaties 24% en high-yield obligaties 9%. Wij hebben de allocatie aan Europese staatsobligaties aan het begin van het jaar uitgebreid door HSBC Euro Government Bond in de portefeuille op te nemen. Tevens werd de weging van JPM EMU Government Bond gehalveerd om een belang te kunnen nemen in BlueBay Euro Government Bond, dat een outperformance van 1,5% per jaar ten opzichte van zijn index nastreeft. In februari en maart hebben wij Fidelity US High Yield vervangen door Axa US High Yield. 20
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3
Het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds ondervond een nadelige invloed van de nadruk op investment-grade bedrijfsobligaties uit Europa en high-yield leningen uit de VS en Europa. Deze accenten droegen negatief bij aan de relatieve performance. De duration van fondsen die zich op bedrijfsobligaties in euro’s en/of high-yield richten, is immers twee jaar korter dan die van de index. Ook ging de high-yield markt in de zomer gebukt onder een reeks geopolitieke gebeurtenissen. Aan het einde van het jaar stond de Amerikaanse high-yield markt onder druk doordat energiebedrijven in dit segment sterk vertegenwoordigd zijn. Binnen de fondsselectie versloegen BlueBay Euro Government Bond (sinds onze aankoop in februari) en Natixis Souverains Euro de JPM EMU index in 2014 met respectievelijk 0,5% en 0,4%. Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2013 tot en met 31 mei 2014: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2013-14 was vooral gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. Bij de variabele rentes ging de voorkeur uit naar papier met een looptijd tussen drie maanden en een jaar. Wij hielden de weighted average life (WAL) daarmee binnen de door de ratingbureaus gehanteerde limieten. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s met staatsobligaties of door de staat gegarandeerde effecten om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in de kwaliteit A1+ belegd dient te zijn. De intrinsieke waarde van de I participaties nam dankzij het beleggingsbeleid van het fonds met 0,11% op jaarbasis toe. Deze performance over de verslagperiode juni 2013 - mei 2014 is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode bedroeg 0,15%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2013 tot en met 28 februari 2014: Het fonds realiseerde over 2014 een underperformance als gevolg van de top-down landen- en sectorallocatie. De negatieve allocatiebijdragen betroffen in hoofdzaak de sterke overweging in Japan, de slechtst presterende markt in 2014. Ook de onderweging in de VS, de markt met de beste performance, droeg in belangrijke mate aan de underperformance bij. De sectorallocatie binnen landen pakte eveneens teleurstellend uit. Zo werd de relatieve performance sterk gedrukt door de strategie om Japanse ontwikkelaars te overwegen en had ook de sectorallocatie in Hongkong een nadelig effect. De aandelenselectie droeg wel positief bij aan het relatieve rendement; de fondskeuzes in de VS en Duitsland kwamen de relatieve performance sterk ten goede. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico, renterisico, valutarisico en liquiditeitsrisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de tactische asset allocatie verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: De internationale aandelenmarkten zijn ook na het herstel van de correctie van oktober 2014 onrustig gebleven. De oorzaak was dit keer de politieke situatie in Griekenland, waar in drie parlementsstemmingen geen voldoende meerderheid kon worden verkregen voor een presidentskandidaat. Overigens is de positieve trend op de aandelenmarkten door de correcties heen wel intact gebleven. Obligaties: Hoewel de Amerikaanse Fed heeft aangegeven de fed funds rate in een rustig tempo te zullen verhogen, voorzien wij de eerste verhoging nog steeds voor medio 2015. Daarna kan elk kwartaal een geleidelijke verhoging volgen. Hierdoor ontstaat langzaam een opwaartse druk op de obligatierente, zij het wat minder sterk dan wij eerder aannamen. Onroerend goed Aan het begin van 2015 geeft het mondiale monetaire plaatje een steeds complexer beeld te zien. Het beleid loopt steeds verder uiteen. In Europa blijft de inflatiedruk gematigd en gaat de ECB tot kwantitatieve verruiming in de eurozone over. In de VS komt aan de lage rente naar verwachting een einde, nu de Amerikaanse economie geleidelijk aantrekt en de Federal Reserve heeft laten doorschemeren in de tweede helft van het jaar de rente te willen verhogen. Wij zijn bovendien van mening dat de markt de timing en het tempo van de toekomstige renteverhogingen momenteel onderschat. Zodra de Fed de korte rente voor het eerst optrekt, zal de lange rente daarvan ook invloed ondervinden. Dit zou met name Amerikaanse REIT’s aan tegenwind blootstellen. Wij verwachten dat de wereldeconomie in een bescheiden tempo zal groeien en dat een traag aantrekkende productie tot een geleidelijke normalisering van de Amerikaanse rente zal leiden. In de portefeuille zijn onze overwogen posities daarom gericht op markten waar wij een outperformance mogelijk achten vanwege de combinatie van enerzijds ondersteunend en expansief monetair beleid en anderzijds (cruciaal!) goede fundamentele marktomstandigheden. Wij handhaven daarom onze onderweging in de VS, waar de waarderingen aan de hoge kant lijken, en houden ook vast aan de overweging in projectontwikkelaars in Japan, die zouden moeten profiteren van een hogere vraag in de kantorenmarkt van Tokio en van de liquiditeit als gevolg van de monetaire verruiming door de Japanse centrale bank. In Europa, waar het beleid van de ECB gunstig is voor beursgenoteerde vastgoedaandelen, zijn Finland en Nederland onze belangrijkste overwegingen. De positie in de Duitse markt is om waarderingsredenen teruggeschroefd tot onderwogen.
21
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsinstellingen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
22
31/12/14
31/12/13
34.219.167
44.296.525
71.771 71.771
-
93.205
156.997
164.976
156.997
34.384.143
44.453.522
26.732 3.485 30.217
5 135.823 4.531 140.359
14.927.458 15.372.936 4.053.532 34.353.926
28.940.227 12.201.170 3.171.766 44.313.163
34.384.143
44.453.522
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten
2014
2013
7.373 3 28.362 2.674.351 1.362.037 4.784 4.076.910
11.249 39.056 4.511.864 (1.079.114) 3.483.055
158 (22.574) * 45.794 23.378
Resultaat
4.053.532
623 247.564 63.102 311.289 3.171.766
* De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling waarin het Fonds belegt is hoger dan de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt. De Beheerder heeft hiervoor gecompenseerd, waardoor de post Beheervergoeding negatief is.
KASSTROOMOVERZICHT EUR
2014
2013
4.053.532 (2.674.351) (1.362.037) (1.847.081) 15.956.255 (71.771) (110.137) 13.944.410
3.171.766 (4.511.864) 1.079.114 (13.033.972) 30.510.953 55.967 97.440 17.369.404
81.529 (14.094.298) (14.012.769)
1.000.492 (18.254.033) (17.253.541)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(68.359) 4.572
115.863 708
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(63.787) 156.992 93.205
116.571 40.421 156.992
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
23
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/14
31/12/13
(3)
44.296.525 1.847.081 (15.956.255) 2.669.779 1.362.037 34.219.167
58.341.464 13.033.972 (30.510.953) 4.511.156 (1.079.114) 44.296.525
(31)
28.940.227 81.529 (14.094.298) 14.927.458
46.193.768 1.000.492 (18.254.033) 28.940.227
(33)
12.201.170 3.171.766 15.372.936
5.038.226 7.162.944 12.201.170
(35)
3.171.766 (3.171.766) 4.053.532 4.053.532
7.162.944 (7.162.944) 3.171.766 3.171.766
31/12/14
31/12/13
31/12/12
34
44
58
518
746
1.043
66,28
59,39
55,91
EUR Participaties in beleggingsinstellingen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
24
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico ten opzichte van de benchmark wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de tracking error van de portefeuille. Zolang de tracking error onder de vastgestelde interne limiet blijft, neemt de portefeuillebeheerder alleen beslissingen. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar. TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2014
31/12/2013
Index
Aandelen
39,3
39,4
30,0
Indirect onroerend goed
14,9
12,2
10,0
Obligaties
25,8
25,6
50,0
Liquiditeiten*
20,0
25,1
10,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. liquide middelen. Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 85% in investment-grade bedrijfsobligaties belegd. De overige assets werden gehouden in hoogrenderende obligaties. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2014. AAA 22,5%
AA
A
13,7%
10,7%
BBB 37,3%
BB 5,6%
B 4,7%
Lower rating 0,5%
Cash 1,6%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico Per het einde van hun boekjaar belegden de in dit verslag opgenomen onderliggende fondsen niet in effecten of andere instrumenten die niet in euro luiden. Participanten in ABN AMRO Strategie Fondsen liepen over het boekjaar 2014 derhalve geen materieel (indirect) valutarisico. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft vastrentende fondsen die binnen de belangrijkste markten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2014 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit. Per de balansdatum kan 94,24% van de portefeuille van het Fonds – onder normale omstandigheden - verkocht/geliquideerd worden binnen 1 werkdag. Dit percentage wordt berekend volgens de liquiditeitsbeheerprocedure zoals ingesteld door de Beheerder.
25
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 Hefboomfinanciering Hefboomfinanciering is de methode waarbij de Beheerder de positie van een fonds vergroot door bijvoorbeeld het lenen van geld of effecten, door derivatentransacties waarmee een hefboom wordt gevormd, of op een andere wijze. Conform het prospectus mag het Fonds gebruikmaken van financiële derivaten zoals onder andere opties, futures en swaps en heeft het de mogelijkheid om leningen aan te gaan. De Beheerder bepaalt voor elk Fonds de maximale hefboomfinanciering die zij kan gebruiken en of het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, mogen worden hergebruikt. Zij verschaft ook informatie wanneer de maximale hefboomfinanciering wijzigt. Voor dit Fonds mogen het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, niet worden hergebruikt. Voor het Fonds gelden de volgende limieten ten aanzien van de hefboomfinanciering (% AUM):
Maximale hefboomfinanciering (o.b.v. brutomethode) 200,00
risicoprofiel Maximale Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. hefboomfinanciering gedane toezeggingen) (o.b.v. brutomethode) 110,00 99,43
Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. gedane toezeggingen) 99,43
Gedurende de verslagperiode zijn de in bovenstaande genoemde maximale hefboomfinancieringen niet overschreden.
26
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 3 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSINSTELLINGEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 642 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 700.878 47.892 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 2.022 25.469 Parvest Real Estate Securities World I EUR 3 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 19.347 Totaal Participaties in beleggingsinstellingen
8.853 12.798 6.753 291 2.605 404 2.515 34.219
Totaal beleggingen
34.219
27
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2014
2013
2012
613
819
1.073
41
49
58
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
67,75
59,50
54,27
Transactieprijs in EUR per ultimo
67,82
59,26
54,37
Rendement %
13,9
9,4
11,4
Rendement index %
17,5
10,1
12,8
Relatief rendement %
(3,6)
(1,7)
(1,3)
2014
2013
2012
2011
2010
0,07
0,04
0,06
0,05
0,09
Lasten per participatie in EUR
(0,04)
0,26
0,24
0,63
0,65
Waardeveranderingen per participatie in EUR
11,49
5,41
6,25
(1,88)
5,93
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
VIJFJAARSOVERZICHT
Opbrengsten per participatie in EUR
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
28
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 streeft naar het behalen van een aantrekkelijk rendement bij een gematigd hoog risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 50% MSCI World Index (NR in EUR) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 35% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR) + 5% JP Morgan Euro Cash 3 Month Index (RI). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2013 werd afgesloten met een overweging in aandelen en een onderweging in obligaties. De gunstige vooruitzichten voor de wereldeconomie, waaronder vooral ook de lage renteniveaus en de relatief aantrekkelijke waarderingen rechtvaardigen onze huidige overweging van aandelen. Deze factoren wegen volgens ons zwaarder dan de (vooral geopolitieke) risico’s. Wel kunnen die risico’s vooralsnog tot meer onzekerheid en daardoor ook tot grotere marktfluctuaties leiden. De ontwikkelingen op de aandelenmarkten werkten veelal ook door op de obligatiemarkten. Door de toegenomen onzekerheden steeg de risicoaversie en daalde de rente. Beleggingen in vastgoed hebben in 2014 uitstekende rendementen opgeleverd, vooral ook door de lage rente. Eind Oktober is derhalve een overwogen positie ingenomen. Gedurende het boekjaar is geen gebruik gemaakt van afgeleide instrumenten voor efficiënt portefeuillebeheer voor het afdekken van valuta- en marktrisico's en voor beleggingsdoeleinden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Het ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities was het gehele jaar volledig belegd en profiteerde van de rendementen van de internationale aandelenmarkten. De samenstelling van de portefeuille was in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. De portefeuille was gedurende het jaar voor ongeveer 40% in indexproducten belegd om de tracking error te verminderen. Aan het einde van het jaar hadden wij nog posities in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund, het Amundi Index Equity North America Fund, het Lyxor ETF Australia en het Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en een overweging in Europese aandelen. De portefeuille was neutraal gewogen in aandelen uit Azië/Pacific en de opkomende markten. Halverwege juni is de neutrale allocatie aan de opkomende markten ten koste van ontwikkelde markten omgebogen tot een overweging. Onze aandelenallocatie bleef overwogen, maar de omvang van de overweging werd iets verminderd, waarbij de positie in Europese aandelen intact is gelaten en de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen is vergroot. Begin december is de overwogen allocatie aan Europese aandelen vervolgens verhoogd ten koste van de opkomende markten. In de regionale allocatie werd dus vastgehouden aan de overweging in aandelen uit Europa en opkomende markten en een sterk onderwogen positie in aandelen uit de VS. Onze fondsselectie drukte de relatieve performance over 2014 als geheel. In het eerste kwartaal namen wij winst in de technologiesector door het belang in Franklin Technology af te stoten. De opbrengst is voornamelijk herbelegd in Alger American Asset Growth. In januari hebben wij ook de allocatie aan Europese mid- en smallcaps verhoogd door Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies in de portefeuille op te nemen. In maart is het belang in M&G Global Dividend volledig verkocht om de weging van groei in opkomende landen te beperken. Medio juni werd het Fidelity Emerging Markets Fund aan de portefeuille toegevoegd. In september is de positie in Oyster European Selection afgestoten vanwege het vertrek van de portefeuillebeheerder. In plaats van dit fonds hebben wij een belang genomen in Henderson Euroland, dat de nadruk op waarde legt en in het huidige klimaat goed zou moeten gedijen. In oktober is de nadruk op small- en midcaps afgezwakt door de belangen Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies en Hermes US SMID Equity gedeeltelijk te verkopen. De tactische assetallocatie droeg over het jaar als geheel nadelig bij aan de relatieve performance, waarbij de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en de overweging in Europese aandelen de meeste schade berokkenden. Ook de nadruk op aandelen van kleine en middelgrote bedrijven deed afbreuk aan de relatieve performance. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De portefeuille van het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds was belegd conform de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. Wij gingen het jaar van start met een nadruk op Europese bedrijfsobligaties en wereldwijde high-yield obligaties. Aan het begin van het jaar was de portefeuille als volgt samengesteld: staatsobligaties in euro’s 53%, Europese bedrijfsobligaties van investment-grade kwaliteit 31% en highyield obligaties 16%. In de loop van het eerste kwartaal is de positie in Europese investment-grade bedrijfsobligaties licht teruggeschroefd en zijn de daarbij vrijgekomen gelden herbelegd in Europese staatsobligaties. Medio oktober besloot het Global Investment Committee van ABN AMRO om de positie in high-yield obligaties te halveren. De reden was een mogelijke toename van de volatiliteit in de wereldwijde high-yield markt vanwege een mogelijk eerder dan verwachte verhoging van de Fed funds rate. Aan het einde van het jaar kende de portefeuille de volgende samenstelling: staatsobligaties in euro’s 67%, Europese investment-grade bedrijfsobligaties 24% en high-yield obligaties 9%. Wij hebben de allocatie aan Europese staatsobligaties aan het begin van het jaar uitgebreid door HSBC Euro Government Bond in de portefeuille op te nemen. Tevens werd de weging van JPM EMU Government Bond gehalveerd om een belang te kunnen nemen in BlueBay Euro Government Bond, dat een outperformance van 1,5% per jaar ten opzichte van zijn index nastreeft. In februari en maart hebben wij Fidelity US High Yield vervangen door Axa US High Yield.
29
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 Het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds ondervond een nadelige invloed van de nadruk op investment-grade bedrijfsobligaties uit Europa en high-yield leningen uit de VS en Europa. Deze accenten droegen negatief bij aan de relatieve performance. De duration van fondsen die zich op bedrijfsobligaties in euro’s en/of high-yield richten, is immers twee jaar korter dan die van de index. Ook ging de high-yield markt in de zomer gebukt onder een reeks geopolitieke gebeurtenissen. Aan het einde van het jaar stond de Amerikaanse high-yield markt onder druk doordat energiebedrijven in dit segment sterk vertegenwoordigd zijn. Binnen de fondsselectie versloegen BlueBay Euro Government Bond (sinds onze aankoop in februari) en Natixis Souverains Euro de JPM EMU index in 2014 met respectievelijk 0,5% en 0,4%. Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2013 tot en met 31 mei 2014: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2013-14 was vooral gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. Bij de variabele rentes ging de voorkeur uit naar papier met een looptijd tussen drie maanden en een jaar. Wij hielden de weighted average life (WAL) daarmee binnen de door de ratingbureaus gehanteerde limieten. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s met staatsobligaties of door de staat gegarandeerde effecten om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in de kwaliteit A1+ belegd dient te zijn. De intrinsieke waarde van de I participaties nam dankzij het beleggingsbeleid van het fonds met 0,11% op jaarbasis toe. Deze performance over de verslagperiode juni 2013 - mei 2014 is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode bedroeg 0,15%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2013 tot en met 28 februari 2014: Het fonds realiseerde over 2014 een underperformance als gevolg van de top-down landen- en sectorallocatie. De negatieve allocatiebijdragen betroffen in hoofdzaak de sterke overweging in Japan, de slechtst presterende markt in 2014. Ook de onderweging in de VS, de markt met de beste performance, droeg in belangrijke mate aan de underperformance bij. De sectorallocatie binnen landen pakte eveneens teleurstellend uit. Zo werd de relatieve performance sterk gedrukt door de strategie om Japanse ontwikkelaars te overwegen en had ook de sectorallocatie in Hongkong een nadelig effect. De aandelenselectie droeg wel positief bij aan het relatieve rendement; de fondskeuzes in de VS en Duitsland kwamen de relatieve performance sterk ten goede. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van de toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico, renterisico, valutarisico en liquiditeitsrisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de tactische asset allocatie verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: De internationale aandelenmarkten zijn ook na het herstel van de correctie van oktober 2014 onrustig gebleven. De oorzaak was dit keer de politieke situatie in Griekenland, waar in drie parlementsstemmingen geen voldoende meerderheid kon worden verkregen voor een presidentskandidaat. Overigens is de positieve trend op de aandelenmarkten door de correcties heen wel intact gebleven. Obligaties: Hoewel de Amerikaanse Fed heeft aangegeven de fed funds rate in een rustig tempo te zullen verhogen, voorzien wij de eerste verhoging nog steeds voor medio 2015. Daarna kan elk kwartaal een geleidelijke verhoging volgen. Hierdoor ontstaat langzaam een opwaartse druk op de obligatierente, zij het wat minder sterk dan wij eerder aannamen. Onroerend goed Aan het begin van 2015 geeft het mondiale monetaire plaatje een steeds complexer beeld te zien. Het beleid loopt steeds verder uiteen. In Europa blijft de inflatiedruk gematigd en gaat de ECB tot kwantitatieve verruiming in de eurozone over. In de VS komt aan de lage rente naar verwachting een einde, nu de Amerikaanse economie geleidelijk aantrekt en de Federal Reserve heeft laten doorschemeren in de tweede helft van het jaar de rente te willen verhogen. Wij zijn bovendien van mening dat de markt de timing en het tempo van de toekomstige renteverhogingen momenteel onderschat. Zodra de Fed de korte rente voor het eerst optrekt, zal de lange rente daarvan ook invloed ondervinden. Dit zou met name Amerikaanse REIT’s aan tegenwind blootstellen. Wij verwachten dat de wereldeconomie in een bescheiden tempo zal groeien en dat een traag aantrekkende productie tot een geleidelijke normalisering van de Amerikaanse rente zal leiden. In de portefeuille zijn onze overwogen posities daarom gericht op markten waar wij een outperformance mogelijk achten vanwege de combinatie van enerzijds ondersteunend en expansief monetair beleid en anderzijds (cruciaal!) goede fundamentele marktomstandigheden. Wij handhaven daarom onze onderweging in de VS, waar de waarderingen aan de hoge kant lijken, en houden ook vast aan de overweging in projectontwikkelaars in Japan, die zouden moeten profiteren van een hogere vraag in de kantorenmarkt van Tokio en van de liquiditeit als gevolg van de monetaire verruiming door de Japanse centrale bank. In Europa, waar het beleid van de ECB gunstig is voor beursgenoteerde vastgoedaandelen, zijn Finland en Nederland onze belangrijkste overwegingen. De positie in de Duitse markt is om waarderingsredenen teruggeschroefd tot onderwogen.
30
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsinstellingen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
31
31/12/14
31/12/13
41.325.791
48.712.235
195.399 195.399
324.412 324.412
27.938
-
223.337
324.412
41.549.128
49.036.647
29 17.046 4.189 21.264
183.306 111.341 4.985 299.632
20.712.449 15.380.020 5.435.395 41.527.864
33.356.995 10.350.930 5.029.090 48.737.015
41.549.128
49.036.647
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten
2014
2013
7.216 2 27.048 2.858.654 2.499.975 17.255 5.410.150
8.072 31.468 4.398.724 846.583 5.284.847
228 (76.952) * 51.479 (25.245)
Resultaat
5.435.395
732 188.716 66.309 255.757 5.029.090
* De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling waarin het Fonds belegt is hoger dan de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt. De Beheerder heeft hiervoor gecompenseerd, waardoor de post Beheervergoeding negatief is.
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
32
2014
2013
5.435.395 (2.858.654) (2.499.975) (2.800.579) 15.540.028 129.013 (95.090) 12.850.138
5.029.090 (4.398.724) (846.583) (12.800.709) 27.732.861 (160.326) (53.114) 14.502.495
427.562 (13.072.108) (12.644.546)
477.215 (15.149.672) (14.672.457)
205.592 5.623
(169.962) 841
211.215 (183.306) 27.909
(169.121) (14.185) (183.306)
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/14
31/12/13
(3)
48.712.235 2.800.579 (15.540.028) 2.853.030 2.499.975 41.325.791
58.399.921 12.800.709 (27.732.861) 4.397.883 846.583 48.712.235
(31)
33.356.995 427.562 (13.072.108) 20.712.449
48.029.452 477.215 (15.149.672) 33.356.995
(33)
10.350.930 5.029.090 15.380.020
2.238.175 8.112.755 10.350.930
(35)
5.029.090 (5.029.090) 5.435.395 5.435.395
8.112.755 (8.112.755) 5.029.090 5.029.090
31/12/14
31/12/13
31/12/12
42
49
58
613
819
1.073
67,75
59,50
54,27
EUR Participaties in beleggingsinstellingen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
33
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico ten opzichte van de benchmark wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de tracking error van de portefeuille. Zolang de tracking error onder de vastgestelde interne limiet blijft, neemt de portefeuillebeheerder alleen beslissingen. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar.
TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2014
31/12/2013
Index
Aandelen
59,6
59,4
50,0
Indirect onroerend goed
14,9
12,2
10,0
Obligaties
15,3
15,1
35,0
Liquiditeiten*
10,2
15,4
5,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. schulden aan kredietinstellingen Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 85% in investment-grade bedrijfsobligaties belegd. De overige assets werden gehouden in hoogrenderende obligaties. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2014. AAA 22,5%
AA
A
13,7%
10,7%
BBB 37,3%
BB 5,6%
B 4,7%
Lower rating 0,5%
Cash 1,6%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico Per het einde van hun boekjaar belegden de in dit verslag opgenomen onderliggende fondsen niet in effecten of andere instrumenten die niet in euro luiden. Participanten in ABN AMRO Strategie Fondsen liepen over het boekjaar 2014 derhalve geen materieel (indirect) valutarisico. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft vastrentende fondsen die binnen de belangrijkste markten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2014 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit. Per de balansdatum kan 94,16% van de portefeuille van het Fonds – onder normale omstandigheden - verkocht/geliquideerd worden binnen 1 werkdag. Dit percentage wordt berekend volgens de liquiditeitsbeheerprocedure zoals ingesteld door de Beheerder.
34
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 Hefboomfinanciering Hefboomfinanciering is de methode waarbij de Beheerder de positie van een fonds vergroot door bijvoorbeeld het lenen van geld of effecten, door derivatentransacties waarmee een hefboom wordt gevormd, of op een andere wijze. Conform het prospectus mag het Fonds gebruikmaken van financiële derivaten zoals onder andere opties, futures en swaps en heeft het de mogelijkheid om leningen aan te gaan. De Beheerder bepaalt voor elk Fonds de maximale hefboomfinanciering die zij kan gebruiken en of het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, mogen worden hergebruikt. Zij verschaft ook informatie wanneer de maximale hefboomfinanciering wijzigt. Voor dit Fonds mogen het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, niet worden hergebruikt. Voor het Fonds gelden de volgende limieten ten aanzien van de hefboomfinanciering (% AUM):
Maximale hefboomfinanciering (o.b.v. brutomethode) 200,00
risicoprofiel Maximale Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. hefboomfinanciering gedane toezeggingen) (o.b.v. brutomethode) 110,00 99,55
Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. gedane toezeggingen) 99,55
Gedurende de verslagperiode zijn de in bovenstaande genoemde maximale hefboomfinancieringen niet overschreden.
35
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 4 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSINSTELLINGEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 459 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 1.292.088 29.674 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 2.392 30.913 Parvest Real Estate Securities World I EUR 5 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 23.319 Totaal Participaties in beleggingsinstellingen
6.327 23.594 4.183 344 3.163 684 3.031 41.326
Totaal beleggingen
41.326
36
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2014
2013
2012
145
216
293
10
12
15
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
65,85
56,81
50,38
Transactieprijs in EUR per ultimo
65,89
56,56
50,28
Rendement %
15,8
12,5
12,3
Rendement index %
19,7
15,9
13,4
Relatief rendement %
(3,9)
(3,4)
(1,1)
2014
2013
2012
2011
2010
0,09
0,04
0,05
0,04
0,06
Lasten per participatie in EUR
(0,05)
0,31
0,29
0,70
0,69
Waardeveranderingen per participatie in EUR
11,30
6,71
6,51
(2,89)
6,96
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
VIJFJAARSOVERZICHT
Opbrengsten per participatie in EUR
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
37
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 streeft naar het benutten van rendementsmogelijkheden onder gelijktijdige beperking van het risico door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 75% MSCI World Index (NR in EUR) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global Index (NR in EUR) + 15% JP Morgan EMU Aggregate All Maturities Index (RI in EUR). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds 2 mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid 2013 werd afgesloten met een overweging in aandelen en een onderweging in obligaties. De gunstige vooruitzichten voor de wereldeconomie, waaronder vooral ook de lage renteniveaus en de relatief aantrekkelijke waarderingen rechtvaardigen onze huidige overweging van aandelen. Deze factoren wegen volgens ons zwaarder dan de (vooral geopolitieke) risico’s. Wel kunnen die risico’s vooralsnog tot meer onzekerheid en daardoor ook tot grotere marktfluctuaties leiden. De ontwikkelingen op de aandelenmarkten werkten veelal ook door op de obligatiemarkten. Door de toegenomen onzekerheden steeg de risicoaversie en daalde de rente. Beleggingen in vastgoed hebben in 2014 uitstekende rendementen opgeleverd, vooral ook door de lage rente. Eind Oktober is derhalve een overwogen positie ingenomen. Gedurende het boekjaar is geen gebruik gemaakt van afgeleide instrumenten voor efficiënt portefeuillebeheer voor het afdekken van valuta- en marktrisico's en voor beleggingsdoeleinden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Het ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities was het gehele jaar volledig belegd en profiteerde van de rendementen van de internationale aandelenmarkten. De samenstelling van de portefeuille was in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. De portefeuille was gedurende het jaar voor ongeveer 40% in indexproducten belegd om de tracking error te verminderen. Aan het einde van het jaar hadden wij nog posities in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund, het Amundi Index Equity North America Fund, het Lyxor ETF Australia en het Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en een overweging in Europese aandelen. De portefeuille was neutraal gewogen in aandelen uit Azië/Pacific en de opkomende markten. Halverwege juni is de neutrale allocatie aan de opkomende markten ten koste van ontwikkelde markten omgebogen tot een overweging. Onze aandelenallocatie bleef overwogen, maar de omvang van de overweging werd iets verminderd, waarbij de positie in Europese aandelen intact is gelaten en de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen is vergroot. Begin december is de overwogen allocatie aan Europese aandelen vervolgens verhoogd ten koste van de opkomende markten. In de regionale allocatie werd dus vastgehouden aan de overweging in aandelen uit Europa en opkomende markten en een sterk onderwogen positie in aandelen uit de VS. Onze fondsselectie drukte de relatieve performance over 2014 als geheel. In het eerste kwartaal namen wij winst in de technologiesector door het belang in Franklin Technology af te stoten. De opbrengst is voornamelijk herbelegd in Alger American Asset Growth. In januari hebben wij ook de allocatie aan Europese mid- en smallcaps verhoogd door Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies in de portefeuille op te nemen. In maart is het belang in M&G Global Dividend volledig verkocht om de weging van groei in opkomende landen te beperken. Medio juni werd het Fidelity Emerging Markets Fund aan de portefeuille toegevoegd. In september is de positie in Oyster European Selection afgestoten vanwege het vertrek van de portefeuillebeheerder. In plaats van dit fonds hebben wij een belang genomen in Henderson Euroland, dat de nadruk op waarde legt en in het huidige klimaat goed zou moeten gedijen. In oktober is de nadruk op small- en midcaps afgezwakt door de belangen Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies en Hermes US SMID Equity gedeeltelijk te verkopen. De tactische assetallocatie droeg over het jaar als geheel nadelig bij aan de relatieve performance, waarbij de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en de overweging in Europese aandelen de meeste schade berokkenden. Ook de nadruk op aandelen van kleine en middelgrote bedrijven deed afbreuk aan de relatieve performance. Obligaties ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in obligaties via ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds Fund (I) (‘AAMMF Euro Bonds), Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: De portefeuille van het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds was belegd conform de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. Wij gingen het jaar van start met een nadruk op Europese bedrijfsobligaties en wereldwijde high-yield obligaties. Aan het begin van het jaar was de portefeuille als volgt samengesteld: staatsobligaties in euro’s 53%, Europese bedrijfsobligaties van investment-grade kwaliteit 31% en highyield obligaties 16%. In de loop van het eerste kwartaal is de positie in Europese investment-grade bedrijfsobligaties licht teruggeschroefd en zijn de daarbij vrijgekomen gelden herbelegd in Europese staatsobligaties. Medio oktober besloot het Global Investment Committee van ABN AMRO om de positie in high-yield obligaties te halveren. De reden was een mogelijke toename van de volatiliteit in de wereldwijde high-yield markt vanwege een mogelijk eerder dan verwachte verhoging van de Fed funds rate. Aan het einde van het jaar kende de portefeuille de volgende samenstelling: staatsobligaties in euro’s 67%, Europese investment-grade bedrijfsobligaties 24% en high-yield obligaties 9%. Wij hebben de allocatie aan Europese staatsobligaties aan het begin van het jaar uitgebreid door HSBC Euro Government Bond in de portefeuille op te nemen. Tevens werd de weging van JPM EMU Government Bond gehalveerd om een belang te kunnen nemen in BlueBay Euro Government Bond, dat een outperformance van 1,5% per jaar ten opzichte van zijn index nastreeft. In februari en maart hebben wij Fidelity US High Yield vervangen door Axa US High Yield.
38
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 Het ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds ondervond een nadelige invloed van de nadruk op investment-grade bedrijfsobligaties uit Europa en high-yield leningen uit de VS en Europa. Deze accenten droegen negatief bij aan de relatieve performance. De duration van fondsen die zich op bedrijfsobligaties in euro’s en/of high-yield richten, is immers twee jaar korter dan die van de index. Ook ging de high-yield markt in de zomer gebukt onder een reeks geopolitieke gebeurtenissen. Aan het einde van het jaar stond de Amerikaanse high-yield markt onder druk doordat energiebedrijven in dit segment sterk vertegenwoordigd zijn. Binnen de fondsselectie versloegen BlueBay Euro Government Bond (sinds onze aankoop in februari) en Natixis Souverains Euro de JPM EMU index in 2014 met respectievelijk 0,5% en 0,4%. Liquiditeiten ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in liquide middelen via BNP Paribas InstiCash EUR (I) (‘BNPP InstiCash EUR’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 juni 2013 tot en met 31 mei 2014: De beleggingsstrategie van BNP Paribas InstiCash EUR in het boekjaar 2013-14 was vooral gericht op vastrentende instrumenten met een looptijd van maximaal drie maanden. Bij de variabele rentes ging de voorkeur uit naar papier met een looptijd tussen drie maanden en een jaar. Wij hielden de weighted average life (WAL) daarmee binnen de door de ratingbureaus gehanteerde limieten. Vanwege het tekort aan bankinstellingen of bedrijven met de rating A1+ hebben wij gebruikgemaakt van een reeks repo’s met staatsobligaties of door de staat gegarandeerde effecten om te voldoen aan de voorwaarde dat ten minste 50% in de kwaliteit A1+ belegd dient te zijn. De intrinsieke waarde van de I participaties nam dankzij het beleggingsbeleid van het fonds met 0,11% op jaarbasis toe. Deze performance over de verslagperiode juni 2013 - mei 2014 is niet noodzakelijkerwijs indicatief voor toekomstige resultaten. Het rekenkundig gemiddelde van de EONIA (berekend op basis van de gemiddelde overnight index swap (OIS)) over dezelfde periode bedroeg 0,15%. Onroerend goed ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 belegt in onroerend goed via onder andere PARVEST Real Estate Securities World. Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen boekjaar, lopend van 1 maart 2013 tot en met 28 februari 2014: Het fonds realiseerde over 2014 een underperformance als gevolg van de top-down landen- en sectorallocatie. De negatieve allocatiebijdragen betroffen in hoofdzaak de sterke overweging in Japan, de slechtst presterende markt in 2014. Ook de onderweging in de VS, de markt met de beste performance, droeg in belangrijke mate aan de underperformance bij. De sectorallocatie binnen landen pakte eveneens teleurstellend uit. Zo werd de relatieve performance sterk gedrukt door de strategie om Japanse ontwikkelaars te overwegen en had ook de sectorallocatie in Hongkong een nadelig effect. De aandelenselectie droeg wel positief bij aan het relatieve rendement; de fondskeuzes in de VS en Duitsland kwamen de relatieve performance sterk ten goede. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, kredietrisico, renterisico, valutarisico en liquiditeitsrisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de tactische asset allocatie verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Vooruitzichten Aandelen: De internationale aandelenmarkten zijn ook na het herstel van de correctie van oktober 2014 onrustig gebleven. De oorzaak was dit keer de politieke situatie in Griekenland, waar in drie parlementsstemmingen geen voldoende meerderheid kon worden verkregen voor een presidentskandidaat. Overigens is de positieve trend op de aandelenmarkten door de correcties heen wel intact gebleven. Obligaties: Hoewel de Amerikaanse Fed heeft aangegeven de fed funds rate in een rustig tempo te zullen verhogen, voorzien wij de eerste verhoging nog steeds voor medio 2015. Daarna kan elk kwartaal een geleidelijke verhoging volgen. Hierdoor ontstaat langzaam een opwaartse druk op de obligatierente, zij het wat minder sterk dan wij eerder aannamen. Onroerend goed Aan het begin van 2015 geeft het mondiale monetaire plaatje een steeds complexer beeld te zien. Het beleid loopt steeds verder uiteen. In Europa blijft de inflatiedruk gematigd en gaat de ECB tot kwantitatieve verruiming in de eurozone over. In de VS komt aan de lage rente naar verwachting een einde, nu de Amerikaanse economie geleidelijk aantrekt en de Federal Reserve heeft laten doorschemeren in de tweede helft van het jaar de rente te willen verhogen. Wij zijn bovendien van mening dat de markt de timing en het tempo van de toekomstige renteverhogingen momenteel onderschat. Zodra de Fed de korte rente voor het eerst optrekt, zal de lange rente daarvan ook invloed ondervinden. Dit zou met name Amerikaanse REIT’s aan tegenwind blootstellen. Wij verwachten dat de wereldeconomie in een bescheiden tempo zal groeien en dat een traag aantrekkende productie tot een geleidelijke normalisering van de Amerikaanse rente zal leiden. In de portefeuille zijn onze overwogen posities daarom gericht op markten waar wij een outperformance mogelijk achten vanwege de combinatie van enerzijds ondersteunend en expansief monetair beleid en anderzijds (cruciaal!) goede fundamentele marktomstandigheden. Wij handhaven daarom onze onderweging in de VS, waar de waarderingen aan de hoge kant lijken, en houden ook vast aan de overweging in projectontwikkelaars in Japan, die zouden moeten profiteren van een hogere vraag in de kantorenmarkt van Tokio en van de liquiditeit als gevolg van de monetaire verruiming door de Japanse centrale bank. In Europa, waar het beleid van de ECB gunstig is voor beursgenoteerde vastgoedaandelen, zijn Finland en Nederland onze belangrijkste overwegingen. De positie in de Duitse markt is om waarderingsredenen teruggeschroefd tot onderwogen.
39
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR
31/12/14
31/12/13
9.594.913
12.382.765
26.456 26.456
-
Overige activa Liquide middelen
26.841
58.434
Vorderingen en overige activa
53.297
58.434
9.648.210
12.441.199
112.451 975 113.426
2 155.017 1.251 156.270
5.111.693 2.946.372 1.476.719 9.534.784
9.338.557 1.301.456 1.644.916 12.284.929
9.648.210
12.441.199
Beleggingen Participaties in beleggingsinstellingen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
40
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten
2014
2013
573 1 9.089 964.510 488.528 5.111 1.467.812
553 1 10.011 960.729 752.265 1.723.559
105 (21.401) * 12.389 (8.907)
Resultaat
1.476.719
116 62.050 16.477 78.643 1.644.916
* De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling waarin het Fonds belegt is hoger dan de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt. De Beheerder heeft hiervoor gecompenseerd, waardoor de post Beheervergoeding negatief is.
KASSTROOMOVERZICHT EUR
2014
2013
1.476.719 (964.510) (488.528) (386.041) 4.625.450 (26.456) (42.841) 4.193.793
1.644.916 (960.729) (752.265) (1.987.105) 6.147.686 26.425 99.729 4.218.657
153.352 (4.380.216) (4.226.864)
439.560 (4.606.915) (4.167.355)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(33.071) 1.480
51.302 (289)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(31.591) 58.432 26.841
51.013 7.419 58.432
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
41
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/14
31/12/13
(3)
12.382.765 386.041 (4.625.450) 963.029 488.528 9.594.913
14.830.063 1.987.105 (6.147.686) 961.018 752.265 12.382.765
(31)
9.338.557 153.352 (4.380.216) 5.111.693
13.505.912 439.560 (4.606.915) 9.338.557
(33)
1.301.456 1.644.916 2.946.372
(1.000.014) 2.301.470 1.301.456
(35)
1.644.916 (1.644.916) 1.476.719 1.476.719
2.301.470 (2.301.470) 1.644.916 1.644.916
31/12/14
31/12/13
31/12/12
10
12
15
145
216
293
65,85
56,81
50,38
EUR Participaties in beleggingsinstellingen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
42
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico ten opzichte van de benchmark wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de tracking error van de portefeuille. Zolang de tracking error onder de vastgestelde interne limiet blijft, neemt de portefeuillebeheerder alleen beslissingen. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar.
TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%)
31/12/2014
31/12/2013
Index
Aandelen
78,6
78,3
75,0
Indirect onroerend goed
12,8
12,2
10,0
Obligaties
6,7
6,4
15,0
Liquiditeiten*
1,9
5,3
0,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. liquide middelen. Kredietrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen kunnen beleggen in obligaties, waardoor deelnemers indirect kredietrisico lopen. Hieronder wordt inzicht gegeven in dit risico bij ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds. Bij een verslechtering of vermoede verslechtering van de kredietwaardigheid van een emittent kunnen de door deze emittent uitgegeven schuldbewijzen in waarde dalen. Dit risico is over het algemeen groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen zou een emittent niet op tijd aan zijn rente- en aflossingsverplichtingen kunnen voldoen, waardoor de schuldbewijzen hun waarde volledig verliezen. Het kredietrisico wordt beperkt door te beleggen in fondsen met een brede diversificatie. Er worden in het kader van kredietrisico geen aanvullende maatregelen getroffen. Het Investment Committee bepaalt tot op welk niveau in schuldbewijzen van investment-grade en high-yield kwaliteit mag worden belegd. Aan het einde van het jaar was de portefeuille voor 85% in investment-grade bedrijfsobligaties belegd. De overige assets werden gehouden in hoogrenderende obligaties. In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de rating van de totale beleggingen in de portefeuille van ABN AMRO Multi Manager Funds Euro Bonds per 31 december 2014. AAA 22,5%
AA
A
13,7%
10,7%
BBB 37,3%
BB 5,6%
B 4,7%
Lower rating 0,5%
Cash 1,6%
Renterisico De onderliggende fondsen kunnen hun duration met behulp van futures aanpassen. Aangezien de fondsen echter breed gediversifieerd zijn doordat in fondsen wordt belegd, heeft een dergelijke aanpassing tot op heden nooit plaatsgehad. Onze algehele duration is derhalve altijd voortgevloeid uit de duration van de onderliggende fondsen. Valutarisico Per het einde van hun boekjaar belegden de in dit verslag opgenomen onderliggende fondsen niet in effecten of andere instrumenten die niet in euro luiden. Participanten in ABN AMRO Strategie Fondsen liepen over het boekjaar 2014 derhalve geen materieel (indirect) valutarisico. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2014 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit. Per de balansdatum kan 94,86% van de portefeuille van het Fonds – onder normale omstandigheden - verkocht/geliquideerd worden binnen 1 werkdag. Dit percentage wordt berekend volgens de liquiditeitsbeheerprocedure zoals ingesteld door de Beheerder.
43
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 Hefboomfinanciering Hefboomfinanciering is de methode waarbij de Beheerder de positie van een fonds vergroot door bijvoorbeeld het lenen van geld of effecten, door derivatentransacties waarmee een hefboom wordt gevormd, of op een andere wijze. Conform het prospectus mag het Fonds gebruikmaken van financiële derivaten zoals onder andere opties, futures en swaps en heeft het de mogelijkheid om leningen aan te gaan. De Beheerder bepaalt voor elk Fonds de maximale hefboomfinanciering die zij kan gebruiken en of het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, mogen worden hergebruikt. Zij verschaft ook informatie wanneer de maximale hefboomfinanciering wijzigt. Voor dit Fonds mogen het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, niet worden hergebruikt. Voor het Fonds gelden de volgende limieten ten aanzien van de hefboomfinanciering (% AUM):
Maximale hefboomfinanciering (o.b.v. brutomethode) 200,00
risicoprofiel Maximale Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. hefboomfinanciering gedane toezeggingen) (o.b.v. brutomethode) 110,00 99,61
Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. gedane toezeggingen) 99,61
Gedurende de verslagperiode zijn de in bovenstaande genoemde maximale hefboomfinancieringen niet overschreden.
44
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 5 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSINSTELLINGEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - Euro Bonds I 47 ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 404.344 1.072 BNP Paribas InstiCash EUR iShares eb.rexx Government Germany 142 6.025 Parvest Real Estate Securities World I EUR 1 Parworld Track World-X Schroder ISF Global Property Securities C 4.757 Totaal Participaties in beleggingsinstellingen
643 7.383 151 20 617 163 618 9.595
Totaal beleggingen
9.595
45
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2014
2013
2012
82
119
177
5
6
8
Intrinsieke waarde in EUR per ultimo
63,29
54,20
46,19
Transactieprijs in EUR per ultimo
63,31
53,95
46,10
Rendement %
16,8
17,0
12,3
Rendement index %
19,4
21,2
12,3
Relatief rendement %
(2,6)
(4,2)
0
2014
2013
2012
2011
2010
0,07
0,05
0,04
0,04
0,06
Lasten per participatie in EUR
(0,04)
0,30
0,27
0,66
0,65
Waardeveranderingen per participatie in EUR
11,93
8,37
5,96
(4,07)
7,37
Aantal participaties x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo
VIJFJAARSOVERZICHT
Opbrengsten per participatie in EUR
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per participatie zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande participaties gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande participaties wordt berekend als de som van de uitstaande participaties op dagbasis gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de boekjaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande participaties berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Voor de boekjaren 2011 en 2012 is som van de uitstaande participaties gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
46
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 streeft naar het volledig benutten van rendementsmogelijkheden door het vermogen wereldwijd te beleggen in verschillende beleggingscategorieën door middel van beleggingsinstellingen van verschillende beheerders. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 100% MSCI World Index (NR in EUR). Beleggingsbeleid Het Fonds streeft ernaar zijn Index te verslaan. Daartoe heeft het Fonds twee mogelijkheden: - Binnen vastgestelde bandbreedtes een beleggingscategorie te overwegen of onderwegen - het tactisch beleid. - Binnen een beleggingscategorie zal de Beheerder ernaar streven de specifieke Index te verslaan. Verslag van het tactische beleid Gedurende heel 2014 is het fonds volledig belegd in aandelen. De gunstige vooruitzichten voor de wereldeconomie, waaronder vooral ook de lage renteniveaus en de relatief aantrekkelijke waarderingen bevorderen een positieve bijdrage aan dit Fonds. Deze factoren wegen volgens ons zwaarder dan de (vooral geopolitieke) risico’s. Wel kunnen die risico’s vooralsnog tot meer onzekerheid en daardoor ook tot grotere marktfluctuaties leiden. Gedurende het boekjaar is geen gebruik gemaakt van afgeleide instrumenten voor efficiënt portefeuillebeheer voor het afdekken van valuta- en marktrisico's en voor beleggingsdoeleinden. Verslag van de beheerders van de beleggingscategorieën Aandelen ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 belegt in aandelen via ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) (‘AAMMF World Equities’). Hieronder volgt het verslag van de beheerder over het afgelopen kalenderjaar: Het ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities was het gehele jaar volledig belegd en profiteerde van de rendementen van de internationale aandelenmarkten. De samenstelling van de portefeuille was in overeenstemming met de richtlijnen van het Global Investment Committee van ABN AMRO. De portefeuille was gedurende het jaar voor ongeveer 40% in indexproducten belegd om de tracking error te verminderen. Aan het einde van het jaar hadden wij nog posities in het State Street US Index Fund, het BlackRock US Index Fund, het Amundi Index Equity North America Fund, het Lyxor ETF Australia en het Amundi ETF MSCI Japan. Wij gingen het jaar van start met een onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en een overweging in Europese aandelen. De portefeuille was neutraal gewogen in aandelen uit Azië/Pacific en de opkomende markten. Halverwege juni is de neutrale allocatie aan de opkomende markten ten koste van ontwikkelde markten omgebogen tot een overweging. Onze aandelenallocatie bleef overwogen, maar de omvang van de overweging werd iets verminderd, waarbij de positie in Europese aandelen intact is gelaten en de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen is vergroot. Begin december is de overwogen allocatie aan Europese aandelen vervolgens verhoogd ten koste van de opkomende markten. In de regionale allocatie werd dus vastgehouden aan de overweging in aandelen uit Europa en opkomende markten en een sterk onderwogen positie in aandelen uit de VS. Onze fondsselectie drukte de relatieve performance over 2014 als geheel. In het eerste kwartaal namen wij winst in de technologiesector door het belang in Franklin Technology af te stoten. De opbrengst is voornamelijk herbelegd in Alger American Asset Growth. In januari hebben wij ook de allocatie aan Europese mid- en smallcaps verhoogd door Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies in de portefeuille op te nemen. In maart is het belang in M&G Global Dividend volledig verkocht om de weging van groei in opkomende landen te beperken. Medio juni werd het Fidelity Emerging Markets Fund aan de portefeuille toegevoegd. In september is de positie in Oyster European Selection afgestoten vanwege het vertrek van de portefeuillebeheerder. In plaats van dit fonds hebben wij een belang genomen in Henderson Euroland, dat de nadruk op waarde legt en in het huidige klimaat goed zou moeten gedijen. In oktober is de nadruk op small- en midcaps afgezwakt door de belangen Henderson Gartmore Pan European Smaller Companies en Hermes US SMID Equity gedeeltelijk te verkopen. De tactische assetallocatie droeg over het jaar als geheel nadelig bij aan de relatieve performance, waarbij de onderweging in Noord-Amerikaanse aandelen en de overweging in Europese aandelen de meeste schade berokkenden. Ook de nadruk op aandelen van kleine en middelgrote bedrijven deed afbreuk aan de relatieve performance. Beleggingsresultaat In de Kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per participatie, het absolute rendement per participatie, het rendement van de index en het rendement per participatie ten opzichte van de index (‘Relatief rendement’). Het absolute rendement van het Fonds werd grotendeels veroorzaakt door de stijging van de aandelenmarkt. Het Fonds is gedurende het boekjaar geconfronteerd met een uitstroom. De liquiditeit van de belangen in de portefeuille is zodanig hoog dat de uitstroom van toevertrouwde middelen geen invloed heeft gehad op het gevoerde beleggingsbeleid. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot de belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in de aanvullende prospectussen per Fonds: aandelenmarktrisico, valutarisico en liquiditeitsrisico. De hierin opgenomen tabel met betrekking tot de tactische asset allocatie verschaft inzicht in het aandelenmarktrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achter in dit jaarverslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van ABN AMRO Strategie Fondsen Vooruitzichten Aandelen: De internationale aandelenmarkten zijn ook na het herstel van de correctie van oktober 2014 onrustig gebleven. De oorzaak was dit keer de politieke situatie in Griekenland, waar in drie parlementsstemmingen geen voldoende meerderheid kon worden verkregen voor een presidentskandidaat. Overigens is de positieve trend op de aandelenmarkten door de correcties heen wel intact gebleven. 47
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR
31/12/14
31/12/13
5.240.443
6.432.973
-
31.514 31.514
Overige activa Liquide middelen
25.063
-
Vorderingen en overige activa
25.063
31.514
5.265.506
6.464.487
11.319 55.047 532 66.898
15.561 22.758 649 38.968
3.968.861 409.652 820.095 5.198.608
6.015.867 (823.954) 1.233.606 6.425.519
5.265.506
6.464.487
Beleggingen Participaties in beleggingsinstellingen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
48
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR
2014
2013
Opbrengsten uit beleggingen Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten
4.295 466.800 342.468 2.517 816.080
7.559 554.006 717.754 1.279.319
Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten
62 (10.713) * 6.636 (4.015)
Resultaat
820.095
113 36.469 9.131 45.713 1.233.606
* De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling waarin het Fonds belegt is hoger dan de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt. De Beheerder heeft hiervoor gecompenseerd, waardoor de post Beheervergoeding negatief is.
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
49
2014
2013
820.095 (466.800) (342.468) (101.902) 2.103.093 31.514 32.171 2.075.703
1.233.606 (554.006) (717.754) (578.412) 3.600.964 (14.684) 18.885 2.988.599
50.073 (2.097.079) (2.047.006)
399.499 (3.408.942) (3.009.443)
28.697 608
(20.844) 469
29.305 (15.561) 13.744
(20.375) 4.814 (15.561)
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/14
31/12/13
(3)
6.432.973 101.902 (2.103.093) 466.193 342.468 5.240.443
8.184.234 578.412 (3.600.964) 553.537 717.754 6.432.973
(31)
6.015.867 50.073 (2.097.079) 3.968.861
9.025.310 399.499 (3.408.942) 6.015.867
(33)
(823.954) 1.233.606 409.652
(2.083.560) 1.259.606 (823.954)
(35)
1.233.606 (1.233.606) 820.095 820.095
1.259.606 (1.259.606) 1.233.606 1.233.606
31/12/14
31/12/13
31/12/12
5
6
8
82
119
177
63,29
54,20
46,19
EUR Participaties in beleggingsinstellingen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande participaties x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
50
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico Het aandelenmarktrisico ten opzichte van de benchmark wordt gemeten en beoordeeld aan de hand van de tracking error van de portefeuille. Zolang de tracking error onder de vastgestelde interne limiet blijft, neemt de portefeuillebeheerder alleen beslissingen. De hieronder opgenomen tabel geeft inzicht in de spreiding van het vermogen van het Fonds over sectoren per einde boekjaar. TACTISCHE
ASSET
A L L O C A T I E (%) 31/12/2014
31/12/2013
Index
Aandelen
99,7
100,2
Indirect onroerend goed
0,0
0,0
100,0 0,0
Obligaties
0,0
0,0
0,0
Liquiditeiten*
0,3
(0,2)
0,0
100,0
100,0
100,0
*Incl. liquide middelen. Valutarisico Per het einde van hun boekjaar belegden de in dit verslag opgenomen onderliggende fondsen niet in effecten of andere instrumenten die niet in euro luiden. Participanten in ABN AMRO Strategie Fondsen liepen over het boekjaar 2014 derhalve geen materieel (indirect) valutarisico. Liquiditeitsrisico De onderliggende fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen beleggen in ICBE’s (Instellingen voor Collectieve Belegging in Effecten) die op basis van een diepgaande kwalitatieve en kwantitatieve screening worden geselecteerd. Bij de selectie wordt ook de liquiditeit van de onderliggende beleggingen van de geselecteerde ICBE's in aanmerking genomen. Het merendeel van de geselecteerde fondsen betreft aandelenfondsen die binnen de belangrijkste aandelenmarkten in grote marktkapitalisaties of in alle marktkapitalisaties beleggen. Op fondsniveau bewaakt de portefeuillebeheerder de maximale toegestane omvang van de onderliggende ICBE's. Eind 2014 hadden de onderliggende fondsen geen illiquide effecten in portefeuille. Het Fonds belegt in dagelijks verhandelde fondsen met een hoge liquiditeit. Zo nodig worden op het niveau van het portefeuillebeheer ratio’s voor fondsomvang bewaakt en voeren analisten liquiditeitsanalyses uit. Per de balansdatum kan 100% van de portefeuille van het Fonds – onder normale omstandigheden - verkocht/geliquideerd worden binnen 1 werkdag. Dit percentage wordt berekend volgens de liquiditeitsbeheerprocedure zoals ingesteld door de Beheerder. Hefboomfinanciering Hefboomfinanciering is de methode waarbij de Beheerder de positie van een fonds vergroot door bijvoorbeeld het lenen van geld of effecten, door derivatentransacties waarmee een hefboom wordt gevormd, of op een andere wijze. Conform het prospectus mag het Fonds gebruikmaken van financiële derivaten zoals onder andere opties, futures en swaps en heeft het de mogelijkheid om leningen aan te gaan. De Beheerder bepaalt voor elk Fonds de maximale hefboomfinanciering die zij kan gebruiken en of het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, mogen worden hergebruikt. Zij verschaft ook informatie wanneer de maximale hefboomfinanciering wijzigt. Voor dit Fonds mogen het onderpand of de garanties die in het kader van deze hefboomfinanciering worden verkregen, niet worden hergebruikt. Voor het Fonds gelden de volgende limieten ten aanzien van de hefboomfinanciering (% AUM):
Maximale hefboomfinanciering (o.b.v. brutomethode) 200,00
risicoprofiel Maximale Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. hefboomfinanciering gedane toezeggingen) (o.b.v. brutomethode) 110,00 99,65
Actuele hefboomfinanciering (o.b.v. gedane toezeggingen) 99,65
Gedurende de verslagperiode zijn de in bovenstaande genoemde maximale hefboomfinancieringen niet overschreden.
51
ABN AMRO MULTI MANAGER PROFIEL FONDS 6 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSINSTELLINGEN ABN AMRO Multi-Manager Funds - World Equities I 236.602 7 Parworld Track World-X Totaal Participaties in beleggingsinstellingen
4.320 920 5.240
Totaal beleggingen
5.240
52
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR
31/12/14
31/12/13
99.844.390
125.348.325
322.086 322.086
506.198 506.198
Overige activa Liquide middelen
266.815
215.431
Vorderingen en overige activa
588.901
721.629
100.433.291
126.069.954
11.348 354.119 10.153 375.620
277.247 463.340 12.832 753.419
49.581.191 37.918.766 12.557.714 100.057.671
87.397.769 26.280.553 11.638.213 125.316.535
100.433.291
126.069.954
Beleggingen Participaties in beleggingsinstellingen
(3)
Vorderingen Vorderingen uit hoofde van effectentransacties
Activa Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Participatiekapitaal Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (33) (35)
Passiva
53
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR
2014
2013
17.233 7 78.642 7.605.046 4.821.780 30.254 12.552.962
23.164 1 102.173 11.649.269 635.960 12.410.567
608 (134.765) 129.405 (4.752)
1.796 595.280 175.278 772.354
12.557.714
11.638.213
2014
2013
12.557.714 (7.605.046) (4.821.780) (5.760.590) 43.676.898 184.112 (111.899) 38.119.409
11.638.213 (11.649.269) (635.960) (31.544.248) 77.960.443 (227.717) 192.575 45.734.037
726.793 (38.543.371) (37.816.578)
2.553.058 (48.400.614) (45.847.556)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
302.831 14.452
(113.519) 1.240
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
317.283 (61.816) 255.467
(112.279) 50.463 (61.816)
Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsvergoeding Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht
54
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING TOELICHTING
ALGEMEEN
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met Boek 2 Burgerlijk Wetboek, Titel 9 en de Wet op het financieel toezicht. Op 5 maart 2015 heeft de Beheerder van ABN AMRO Strategie Fondsen (‘AASF’) een vergadering van participanten opgeroepen in verband met: (i) het voorstel om de Voorwaarden van Beheer en Bewaring van AASF te wijzigen (de ‘voorwaardenwijziging’) om de mogelijkheid te creëren uitkeringen te doen in de vorm van aandelen en meer specifiek een liquidatie uitkering te doen in aandelen van AMRO Multi-Manager Funds SICAV (‘AAMMF’); (ii) het voornemen om het vermogen van de afzonderlijke subfondsen van AASF in te brengen in equivalente subfondsen van AAMMF tegen uitreiking van aandelen in die betreffende subfondsen gevolgd door de opheffing van (de subfondsen van) AASF. In overeenstemming met de Voorwaarden van Beheer en Bewaring is de sub (i) voorgestelde Voorwaardenwijziging in de vergadering van participanten op 20 maart 2015 ter stemming gebracht en goedgekeurd. Op 24 maart 2015 hebben de Beheerder en Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL besloten tot de opheffing op de hierboven beschreven wijze. Met inachtneming van de termijn, genoemd in artikel 14 lid 3 van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring (zijnde 3 maanden) zal de voorwaardenwijziging naar verwachting worden uitgevoerd op 8 juni 2015 en zullen de inbreng en de opheffing naar verwachting worden uitgevoerd op 12 juni 2015. Daarna zullen de participanten van de afzonderlijke subfondsen van AASF aandeelhouder zijn van equivalente subfondsen van AAMMF. Als gevolg van de opheffing zoals hierboven beschreven, worden de waarderingsgrondslagen en grondslagen resultaatbepaling op liquidatiebasis toegepast. ABN AMRO Strategie Fondsen is een besloten fonds voor gemene rekening in de zin van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Hierdoor is ABN AMRO Strategie Fondsen niet onderworpen aan de heffing van vennootschapsbelasting en derhalve fiscaal transparant. Onderstaande gegevens zijn van toepassing op alle Fondsen. De nummers vermeld bij de posten van de Balans verwijzen naar het desbetreffende nummer van de Toelichting. Waarderingsgrondslagen Beleggingen worden gewaardeerd op basis van actuele marktwaarden. Effecten genoteerd aan een effectenbeurs worden gewaardeerd op basis van reële waarde: (slot)koersen tot stand gekomen na het Afslagmoment (gedefinieerd in de toelichting op de balans), of - indien een of meer effectenbeurzen waarop een substantieel gedeelte van de effecten wordt verhandeld zijn gesloten – een taxatie. Indien de effecten bestaan uit rechten van deelneming in ICBE's of andere beleggingsinstellingen wordt ten aanzien van die rechten van deelneming gebruikgemaakt van de meest recente intrinsieke waarde of taxatie. De overige beleggingen worden gewaardeerd op basis van reële waarde, met inachtneming van de voor de belegging gangbare maatstaven. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op basis van reële waarde, die, gezien de aard van de beleggingen, gelijk is aan de nominale waarde. Activa en passiva luidende in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de laatst bekende koers. Baten en lasten in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de transactiekoers. Grondslagen resultaatbepaling Het resultaat van elk Fonds wordt bepaald door de aan een verslagperiode toe te rekenen interestopbrengsten en dividendopbrengsten met betrekking tot in de betreffende verslagperiode ex-dividend genoteerde beleggingen te verminderen met de aan de verslagperiode toe te rekenen kosten. De aankoopkosten van de beleggingen worden in de kostprijs geactiveerd en daardoor verantwoord als onderdeel van de waardeveranderingen. Verkoopkosten op beleggingen worden in mindering gebracht op de gerealiseerde waardeveranderingen. De in een verslagperiode opgetreden gerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen worden bepaald door de aankoopwaarde in mindering te brengen op de verkoopopbrengst. De in verslagperiode opgetreden niet-gerealiseerde waardeveranderingen op beleggingen worden bepaald door de balanswaarde aan het begin van de betreffende verslagperiode in mindering te brengen op de balanswaarde aan het einde van de verslagperiode. Deze waardeveranderingen, bestaande uit zowel koersresultaten als valutaresultaten, worden verantwoord als onderdeel van de opbrengsten. De kosten samenhangend met de opheffing worden gedragen door de Beheerder en komen derhalve niet ten laste van het vermogen van ABN AMRO Strategie Fondsen. Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggingsactiviteiten en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen welke vrij ter beschikking staan aan de beleggingsinstelling, onder voorbehoud van eventueel opgenomen margeverplichtingen.
55
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/14
31/12/13
(3)
125.348.325 5.760.590 (43.676.898) 7.590.593 4.821.780 99.844.390
159.480.531 31.544.248 (77.960.443) 11.648.029 635.960 125.348.325
(31)
87.397.769 726.793 (38.543.371) 49.581.191
133.245.325 2.553.058 (48.400.614) 87.397.769
(33)
26.280.553 11.638.213 37.918.766
5.731.607 20.548.946 26.280.553
(35)
11.638.213 (11.638.213) 12.557.714 12.557.714
20.548.946 (20.548.946) 11.638.213 11.638.213
EUR Participaties in beleggingsinstellingen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd koersresultaat Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode Participatiekapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Overige reserves Begin verslagperiode Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
56
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING
OP
DE
B A L A N S (vervolg)
Beleggingen Per 31 december 2014 hadden ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 en ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 een belang van respectievelijk 13,45%, 47,55%, 33,98% en 3,45% in ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds (‘AAMMF Euro Bonds’). Tevens hadden ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 en ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 per 31 december 2014 een belang van respectievelijk 3,40%, 22,04%, 40,64%, 12,72% en 7,44% in ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (AAMMF World Equities’). AAMMF Euro Bonds en AAMMF World Equities staan onder toezicht van de Luxemburgse Commission de Surveillance de Secteur Financier en zijn ingeschreven in het Register van de Autoriteit Financiële Markten. Zij maken deel uit van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV, die in Luxemburg is gevestigd en waarvan de jaarrekening en het jaarverslag verkrijgbaar zijn bij ABN AMRO Bank N.V. op www.abnamro.com/en/aaadvisors/fund-range. Gedurende het boekjaar 1 januari 2014 – 31 december 2014 steeg de intrinsieke waarde van ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds (I) met 9,6% van EUR 12.575,29 tot 13.786,86 EUR. Hierna volgt het portefeuille-overzicht van AAMMF Euro Bonds per 31 december 2014. Voor het portefeuille-overzicht per 31 december 2013 zie de toelichting in het jaarverslag 2013 per 31 december 2013 van ABN AMRO Strategie Fondsen. Overzicht van de beleggingen en overige netto activa en -passiva ABN AMRO Multi-Manager Funds Euro Bonds 31/12/2014 Overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs
Aantal
Marktwaarde EUR
% van Netto vermogen
Frankrijk 415 23
HSBC Euro Gvt Bond Fund C Natixis Asset Management - Souverains Euro IC
1.332.349 3.547.488 4.879.837
7,16 19,06 26,22
630.000
BNY Mellon Global Funds - Euroland Bond Fund
1.235.808 1.235.808
6,64 6,64
6.500 23.700 8.800 53 154.000 780 110.000
AXA World Funds – US High Yield Bond I Bluebay Investment Grade Euro Government I Henderson Horizon - Euro Corporate Bond Fund ING L Inv Renta - Europe High Yield IH JPMorgan Funds – EU Government Bonds Pioneer Funds Euro Aggregate Bo Ieura Schroder International Euro Corp Cac
1.277.380 3.522.057 1.331.000 408.800 2.339.260 1.238.773 2.359.500 12.476.770
6,86 18,93 7,15 2,20 12,57 6,66 12,68 67,05
TOTAAL OVERDRAAGBARE EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE OFFICIELE NOTERING VAN EEN EFFECTENBEURS
18.592.415
99,91
BELEGGINGEN OVERIGE ACTIVA VERMINDERD MET DE PASSIVA TOTAAL NETTOVERMOGEN
18.592.415 16.331 18.608.746
99,91 0,09 100,00
Ierland
Luxemburg
57
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Gedurende het boekjaar 1 januari 2014 – 31 december 2014 steeg de intrinsieke waarde van ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities (I) met 15,6% van EUR 15,80 tot EUR 18,26. Hierna volgt het portefeuille-overzicht per 31 december 2014 van AAMMF World Equities. Voor het portefeuille-overzicht per 31 december 2013 zie de toelichting in het jaarverslag 2013 per 31 december 2013 van ABN AMRO Strategie Fondsen. Overzicht van de beleggingen en overige nettoactiva en -passiva ABN AMRO Multi-Manager Funds World Equities 31/12/2014
Aantal
Overdraagbare effecten en geldmarktinstrumenten toegelaten tot de officiële notering van een effectenbeurs
41.600 29.000
SSgA US Index Equity Fund Amundi Etf Msci Japan Ucits
Marktwaarde EUR
% van Netto vermogen
Frankrijk 11.224.658 3.923.410 15.148.068
19,38 6,77 26,15
3.832.899 2.185.150 1.175.997 7.194.046
6,62 3,77 2,03 12,42
2.105.280 3.497.471 4.726.440 5.689.936 3.717.835 341.704 2.006.757 2.703.359 1.357.325 3.481.600 1.854.240 2.780.700 34.262.647
3,63 6,04 8,16 9,82 6,42 0,59 3,46 4,67 2,34 6,01 3,20 4,80 59,15
TOTAAL OVERDRAAGBARE EFFECTEN EN GELDMARKTINSTRUMENTEN TOEGELATEN TOT DE OFFICIELE NOTERING VAN EEN EFFECTENBEURS
56.604.761
97,72
BELEGGINGEN OVERIGE ACTIVA VERMINDERD MET DE PASSIVA TOTAAL NETTOVERMOGEN
56.604.761 1.322.631 57.927.392
97,72 2,28 100,00
Ierland 300.000 1.450.000 550.000
BlackRock Index Selection Fund - US Index Edinburgh Partners PanEuropean Opp I EUR Hermes Investment Funds – US Smid Equity Fund USD Acc
Luxemburg 17.000 34.500 109.000 2.800 2.700 230 900 290.000 250.000 320.000 48.000 390.000
ABN Amro MMF Pzena European Equities C ABN Amro MMF Aristotle US Equities Alger American Asset Growth I Allianz Europe Equity Growth Amundi Funds Equity US Relative Value IU-C Amundi Funds Index Equity Europe IE-C Amundi Funds Index Equity North America IE-C Fidelity Emerging Markets Y-Acc-USD Henderson Gartmore Pan European Small Companies I Henderson Horizon Euroland I2 EUR Acc Lyxor ETF Australia S&P - ASX 200 A Pioneer Funds Euroland Equity I EUR
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2, ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 en ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 hadden per 31 december 2014 een belang van 0,05%, 0,09% respectievelijk 0,05% in BNP Paribas InstiCash EUR ('BNPP InstiCash EUR'). BNPP InstiCash EUR is een 'verbonden' beleggingsinstelling die onder toezicht staat van de Luxemburgse Commission de Surveillance de Secteur Financier en die is ingeschreven in het Register van de Autoriteit Financiële Markten. Dit fonds maakt onderdeel uit van BNP Paribas InstiCash S.A., welke in Luxemburg is gevestigd en waarvan de jaarrekening en het jaarverslag verkrijgbaar is bij BNP Paribas Investment Partners Luxembourg en op www.bnpparibas-ip.com. Het boekjaar van BNPP InstiCash EUR loopt van 1 juni tot en met 31 mei. Gedurende het boekjaar 1 juni 2013 – 31 mei 2014 gedaald de intrinsieke waarde van BNP Paribas InstiCash EUR (I) met 0,06% van EUR 140,75 naar EUR 140,67. Hierna volgt het portefeuille-overzicht van BNPP InstiCash EUR per 31 mei 2014. Voor het portefeuille-overzicht per 31 mei 2013 zie de toelichting in het jaarverslag 2013 per 31 december 2013 van ABN AMRO Strategie Fondsen.
58
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Overzicht van de beleggingen en overige nettoactiva en -passiva BNPP InstiCash EUR per 31/05/2014 Nominal waarde
Name
Ccy
Markwaarde (in EUR)
% net assets
Money Market Instruments
2.594.117.300
33,18
80.000.000
BANQUE POSTALE 16/07/2014 OIS +0.1
Frankrijk EUR
80.000.000
1,02
120.000.000
BANQUE POSTALE 30/06/2014 OIS +0.1
EUR
120.000.000
1,53
50.000.000
BARCLAYS BANK PLC 11/07/2014 EONIA +0.31
EUR
50.010.593
0,64
50.000.000
BARCLAYS BANK PLC 21/07/2014 ZC
EUR
49.962.273
0,64
50.000.000
BARCLAYS BANK PLC 23/09/2014 OIS +0.19
EUR
50.005.721
0,64
50.000.000
BARCLAYS BANK PLC 25/09/2014 ZC
EUR
49.926.589
0,64
20.000.000
BARCLAYS BANK PLC 30/07/2014 ZC
EUR
19.983.285
0,26
60.000.000
BARCLAYS BANK PLC 31/12/2014 OIS +0.37
EUR
60.036.190
0,77
100.000.000
BPCE 01/10/2014 OIS +0.26
EUR
100.032.356
1,28
70.000.000
BPCE 01/10/2014 OIS +0.35
EUR
70.043.824
0,90
60.000.000
BPCE 02/06/2014 OIS +0.25
EUR
60.000.000
0,77
120.000.000
BPCE 31/07/2014 OIS +0.2
EUR
120.017.044
1,53
30.000.000
BPCE 31/07/2014 OIS +0.27
EUR
30.007.703
0,38
30.000.000
CREDIT AGRICOLE 01/07/2014 OIS +0.32
EUR
30.005.072
0,38
60.000.000
CREDIT AGRICOLE MUTUEL ARKEA HOME 02/09/2014 OIS +0.24
EUR
60.017.252
0,77
60.000.000
CREDIT AGRICOLE MUTUEL ARKEA HOME 03/09/2014 OIS +0.24
EUR
60.017.247
0,77
100.000.000
CREDIT LYONNAIS 09/02/2015 OIS +0.4
EUR
100.066.298
1,28
50.000.000
CREDIT LYONNAIS 20/08/2014 ZC
EUR
49.930.428
0,64
50.000.000
CREDIT MUTUEL 10/07/2014 OIS +0.12
EUR
50.000.000
0,64
20.000.000
CREDIT MUTUEL OCEAN 11/07/2014 OIS +0.12
EUR
20.000.000
0,26
100.000.000
DEXIA CREDIT LOCAL 08/09/2014 ZC
EUR
99.858.783
1,28
40.000.000
ESSILOR INTERNATIONAL 27/06/2014 ZC
EUR
39.970.351
0,51
50.000.000
FRANCE - EMPRUNT D'ETAT - BTF 05/06/2014 ZC
EUR
49.996.997
0,64
230.000.000
FRANCE - EMPRUNT D'ETAT - BTF 19/06/2014 ZC
EUR
229.898.734
2,93
68.000.000
GDF SUEZ 04/08/2014 ZC
EUR
68.000.000
0,87
51.500.000
GDF SUEZ 11/06/2014 ZC
EUR
51.479.922
0,66
170.000.000
HSBC FRANCE 28/07/2014 OIS +0.1
EUR
170.000.000
2,17
50.000.000
HSBC FRANCE 29/07/2014 OIS +0.11
EUR
50.002.951
0,64
40.000.000
L'OREAL SA 06/10/2014 ZC
EUR
39.943.548
0,51
20.000.000
S A GESTION DE STOCK DE SECURITE 15/07/2014 ZC
EUR
19.994.002
0,26
20.000.000
SOCIETE GENERALE 01/07/2014 OIS +0.34
EUR
20.003.784
0,26
80.000.000
SOCIETE GENERALE 01/08/2014 OIS +0.19
EUR
80.000.000
1,02
60.000.000
SOCIETE GENERALE 01/12/2014 OIS +0.4
EUR
60.048.748
0,77
80.000.000
SOCIETE GENERALE 31/07/2014 EONIA +0.30
EUR
80.024.474
1,02
50.000.000
UNEDIC 07/07/2014 ZC
EUR
49.968.849
0,64
190.000.000
UNEDIC 10/06/2014 ZC
EUR
189.899.588
2,43
65.000.000
UNEDIC 29/08/2014 ZC
EUR
64.964.694
0,83
1.429.507.539
18,27
30.000.000
ABN AMRO BANK N.V. 10/11/2014 ZC
29.931.456
0,38
Nederland EUR
59
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN
EUR
Markwaarde (in EUR) 25.012.018
% net assets 0,32
ABN AMRO BANK N.V. 18/08/2014 ZC
EUR
37.975.526
0,49
ABN AMRO BANK N.V. 30/06/2014 ZC
EUR
64.955.535
0,83
BANK NEDERLANDSE 09/07/2014 ZC
EUR
239.868.856
3,06
30.000.000
BMW FINANCE 06/06/2014 ZC
EUR
29.982.210
0,38
50.000.000
BMW FINANCE 12/08/2014 ZC
EUR
49.967.261
0,64
47.000.000
BMW FINANCE 13/08/2014 ZC
EUR
46.969.226
0,60
160.000.000
BMW FINANCE 27/08/2014 ZC
EUR
159.895.068
2,04
50.000.000
ING BANK N.V. 11/07/2014 EONIA +0.31
EUR
50.010.593
0,64
50.000.000
ING BANK N.V. 12/01/2015 OIS +0.35
EUR
50.022.123
0,64
40.000.000
ING BANK N.V. 17/07/2014 OIS +0.25
EUR
40.006.833
0,51
50.000.000
NEDERLAND - EMPRUNT D’ETAT 06/01/2015 ZC
EUR
49.946.132
0,64
150.000.000
NEDERLAND - EMPRUNT D’ETAT 30/06/2014 ZC
EUR
149.972.364
1,92
Nominal waarde 25.000.000
Name
Ccy
ABN AMRO BANK N.V. 11/09/2014 OIS +0.31
38.000.000 65.000.000 240.000.000
50.000.000
RABOBANK NEDERLAND 05/02/2015OIS +0.25
EUR
50.009.793
0,64
50.000.000
RABOBANK NEDERLAND 06/03/2015 OIS +0.27
EUR
50.013.763
0,64
80.000.000
RABOBANK NEDERLAND 09/01/2015 OIS +0.24
EUR
80.015.389
1,02
100.000.000
RABOBANK NEDERLAND 13/04/2015 OIS +0.28
EUR
100.027.793
1,28
50.000.000
RABOBANK NEDERLAND 20/06/2014 ZC
EUR
49.965.833
0,64
25.000.000
RABOBANK NEDERLAND 26/06/2014 OIS +0.26
EUR
25.003.056
0,32
50.000.000
UNILEVER 03/07/2014 ZC
EUR
49.956.711
0,64
704.303.054
9,01
Zweden 80.000.000
NORDEA BANK 04/06/2014 ZC
EUR
79.954.537
1,02
60.000.000
NORDEA BANK 04/08/2014 ZC
EUR
59.925.225
0,77
40.000.000
NORDEA BANK 09/06/2014 ZC
EUR
39.975.747
0,51
60.000.000
NORDEA BANK 22/07/2014 ZC
EUR
59.960.420
0,77
70.000.000
NORDEA BANK 28/07/2014 ZC
EUR
69.907.171
0,89
60.000.000
NORDEA BANK 28/11/2014 ZC
EUR
59.926.979
0,77
100.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 04/08/2014 ZC
EUR
99.875.375
1.28
15.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 04/08/2014 ZC
EUR
14.991.716
0.19
50.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 05/08/2014 ZC
EUR
49.972.034
0.64
50.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 20/08/2014 ZC
EUR
49.966.028
0.64
120.000.000
SVENSKA HANDELSBANK 23/07/2014 ZC
EUR
119.847.822
1.53
139.882.378
1.79
Duitsland 50.000.000
DEUTSCHE BOERSE 30/06/2014 ZC
EUR
49.980.270
0,64
30.000.000
DZ BANK AG 22/07/2014 ZC
EUR
29.981.675
0,38
60.000.000
DZ BANK AG 28/07/2014 ZC
EUR
59.920.433
0,77
743.217.029
9.40
Verenigd Koninkrijk 80.000.000
BANK OF TOKYO LTD 29/08/2014 ZC
EUR
79.943.418
1,02
58.000.000
CREDIT SUISSE 20/08/2014 ZC
EUR
57.959.876
0,74
100.000.000
HSBC HOLDINGS PLC 04/09/2014 ZC
EUR
99.879.888
1,28
50.000.000
HSBC HOLDINGS PLC 10/10/2014 ZC
EUR
49.933.223
0,64
60
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN
EUR
Markwaarde (in EUR) 16.987.125
% net assets 0,22
MITSUBISHI UFJ TRUST & BANK 25/07/2014 ZC
EUR
109.914.009
1,40
MITSUBISHI UFJ TRUST & BANK 28/08/2014 ZC
EUR
59.959.976
0,77
60.000.000
STANDARD CHARTERED BANK 04/08/2014 ZC
EUR
59.929.049
0,77
40.000.000
STANDARD CHARTERED BANK 08/09/2014 ZC
EUR
39.949.559
0,51
40.000.000
STANDARD CHARTERED BANK 08/12/2014 ZC
EUR
39.915.959
0,51
60.000.000
STANDARD CHARTERED BANK 22/10/2014 ZC
EUR
59.918.431
0,77
60.000.000
STANDARD CHARTERED BANK 28/07/2014 ZC
EUR
59.926.516
0,77
168.788.588
2,16
55.000.000
POHJOLA BANK PLC 04/08/2014 ZC
EUR
54.921.804
0,70
14.000.000
POHJOLA BANK PLC 07/08/2014 ZC
EUR
13.981.186
0,18
60.000.000
POHJOLA BANK PLC 22/07/2014 ZC
EUR
59.911.984
0,77
40.000.000
POHJOLA BANK PLC 30/06/2014 ZC
EUR
39.973.614
0,51
700.673.702
8,96
Nominal waarde 17.000.000
Name
Ccy
MITSUBISHI UFJ TRUST & BANK 10/07/2014 ZC
110.000.000 60.000.000
Finland
België 70.000.000
ANHEUSER-BUSCH INB 11/07/2014 ZC
EUR
69.953.746
0,89
40.000.000
BELGACOM SA 06/06/2014 ZC
EUR
39.972.330
0,51
308.000.000
BELGIQUE - EMPRUNT D'ETAT 19/06/2014 ZC
EUR
307.956.562
3,94
15.000.000
LVMH FINANCE 07/07/2014 ZC
EUR
14.990.288
0,19
40.000.000
LVMH FINANCE 09/07/2014 ZC
EUR
39.970.195
0,51
23.000.000
LVMH FINANCE 14/08/2014 ZC
EUR
22.984.759
0,29
57.000.000
LVMH FINANCE 22/07/2014 ZC
EUR
56.956.832
0,73
56.000.000
LVMH FINANCE 28/08/2014 ZC
EUR
55.959.879
0,72
42.000.000
LVMH FINANCE 31/07/2014 ZC
EUR
41.965.757
0,54
50.000.000
SUMITOMO MITSUI BANK 09/07/2014
EUR
49.963.354
0,64
69.953.823
0,89
69.953.823
0,89
Noorwegen 70.000.000
DNB ASA 22/07/2014 ZC
EUR
149.899.221
1,92
ING BANK N.V. 07/07/2014 ZC
Australië EUR
99.929.151
1,28
50.000.000
TOYOTA FINANCE AUSTRALIA 28/07/2014 ZC
EUR
49.970.070
0,64
134.508.360
1,71
30.000.000
BARCLAYS BANK PLC 31/12/2015 OIS +0.37
EUR
30.018.095
0,38
34.000.000
GENERAL ELECTRIC 13/11/2014 OIS +0.19
EUR
34.000.448
0,43
34.000.000
GENERAL ELECTRIC 14/11/2014 OIS +0.19
EUR
34.000.464
0,43
16.500.000
PROCTER AND GAMBLE 09/06/2014 ZC
EUR
16.491.781
0,21
20.000.000
PROCTER AND GAMBLE 18/06/2014 ZC
EUR
19.997.572
0,26
29.986.938
0,38
29.986.938
0,38
100.000.000
Verenigde Staten van Amerika
Canada 30.000.000
CAISSE CENTRALE DESJARDINS 27/06/2014 ZC
61
EUR
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Nominal waarde
Name
Ccy
BELEGGINGEN OVERIGE ACTIVA VERMINDERD MET DE PASSIVA TOTAAL NETTOVERMOGEN
Markwaarde (in EUR)
% net assets
6.855.837.932
87,67
964.517.241 7.820.355.173
100,0
Vorderingen/kortlopende schulden De kortlopende schulden betreffen schulden met een looptijd korter dan 1 jaar en hebben onder meer betrekking op beheervergoeding en service fee. Vorderingen/schulden uit hoofde van effectentransacties betreffen vorderingen op c.q. schulden aan commissionairs. Liquide middelen Betreft tegoeden die ter vrije beschikking staan aan het Fonds.
62
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN Eigen vermogen Inkoop en uitgifte van participaties en prijsvorming De Fondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen hebben een open-end karakter. Elk Fonds is bereid op iedere Waarderingsdag (iedere dag waarop de effectenbeurs van NYSE Euronext in Amsterdam is geopend) haar eigen participaties in te kopen ofwel uit te geven tegen de geldende Transactieprijs. De ‘Transactieprijs’ is de intrinsieke waarde van een participatie van een Fonds vermeerderd met een opslag (bij een per saldo uitgifte) dan wel verminderd met een afslag (bij een per saldo inkoop). De transactieprijs van elk Fonds zal iedere Waarderingsdag in euro worden vastgesteld en gepubliceerd via de website van de Beheerder, onder 'Informatie Wet financieel toezicht'. Indien op een waarderingsdag bij een Fonds per saldo sprake is van uitgifte van participaties wordt de intrinsieke waarde vermeerderd met een opslag; bij een per saldo inkoop van participaties wordt de intrinsieke waarde verminderd met een afslag. De op- en afslag wordt door de Fondsen uitsluitend gebruikt ter dekking van de kosten van het toe- en uittreden van participanten. Dit betreft de aan- en verkoopkosten van de onderliggende beleggingen en eventueel marktimpact. De kosten c.q. opbrengsten verbonden aan de uitgifte en inkoop van participaties worden per Fonds onder de post toe- en uittredingsvergoeding verantwoord. Op- en afslagen (per ultimo boekjaar): Opslag
Afslag
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 2
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 3
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 4
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 5
0,20%
0,20%
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 6
0,20%
0,20%
Orders worden één maal per Waarderingsdag afgewikkeld tegen de door de Beheerder vastgestelde Transactieprijs. Orders die vóór 16.00 uur bij de Fondsen zijn ingelegd, de zogeheten ‘cut-off time’ (het ‘Afslagmoment’), worden de eerstvolgende Waarderingsdag (‘T’) omstreeks 10.00 uur uitgevoerd tegen de op die dag T door de Beheerder bekendgemaakte Transactieprijs. Orders die na het Afslagmoment worden ingelegd, worden de daaropvolgende Waarderingsdag uitgevoerd. De afwikkeling van de orders vindt één werkdag na de betreffende Waarderingsdag plaats.
63
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN TOELICHTING
OP
DE
WINST-
EN
VERLIESREKENING
Dividend Betreft de bruto contante dividenden, onder aftrek van niet verrekenbare dividendbelasting. Interest Betreft interestbaten op deposito’s en overige banktegoeden. Toe- en uittredingsvergoeding Hieronder zijn opgenomen de inkomsten verkregen uit de opslag bij een per saldo uitgifte van participaties van een Fonds, dan wel de afslag bij een per saldo inkoop van participaties van een Fonds. Gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen EUR
Gerealiseerd(e)
Ongerealiseerd(e)
winst
verlies
winst
verlies
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5
643.562 2.680.918 2.867.411 964.400
2.831 6.567 8.757 1.890
140.968 1.425.737 2.594.490 519.369
12.196 63.700 94.515 30.841
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
468.690
1.890
387.780
45.312
Kosten en vergoedingen - Beheervergoeding Aan elk Fonds wordt door de Beheerder een vergoeding voor beheerkosten in rekening gebracht waarmee de kosten van de vermogensbeheerder worden betaald. De beheervergoeding wordt op dagbasis berekend over het vermogen van elk Fonds. De beheervergoeding wordt maandelijks zonder BTW ten laste van het resultaat van het Fonds gebracht. Als een Fonds belegt in andere door BNP Paribas Investment Partners beheerde beleggingsinstellingen (‘gelieerde beleggingsinstellingen’) wordt geen dubbele beheervergoeding in rekening gebracht. Het percentage beheervergoeding uit bovenstaande tabel is de som van de beheervergoeding die een Fonds zelf betaalt en de beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstellingen waarin een Fonds belegt, waarbij geldt dat de netto beheervergoeding die ten laste van een Fonds komt gelijk is aan de beheervergoeding zoals opgenomen in het Prospectus. De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstellingen wordt verantwoord onder de post gerealiseerde waardeveranderingen. In het geval de beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling hoger is dan de beheervergoeding in een sub fonds van ABN AMRO Strategie Fondsen, zal de Beheerder het betreffende Subfonds hiervoor vergoeden. Deze vergoeding is opgenomen in de regel Beheervergoeding en aangezien dit een bate voor een Fonds is kan hierdoor een negatieve beheervergoeding ontstaan. Het totaal van de Beheervergoeding en de beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstelling die is opgenomen in de post Gerealiseerde waardeveranderingen, is gelijk aan de beheervergoeding die ten laste van een Fonds komt. - Service fee Aan elk Fonds wordt door de Beheerder een service fee in rekening gebracht. Deze service fee dient ter dekking van kosten van activiteiten ten aanzien van de Fondsen die zijn uitbesteed met uitzondering van het vermogensbeheer zoals de kosten van administratie en verslaggeving, alsmede de kosten van de Bewaarder en alle andere operationele kosten zoals die van toezicht en registratie, marketing, accountantscontrole en vergaderingen van participanten. In de service fee zijn niet begrepen transactiekosten, eventuele belastingen, rente-en bankkosten, alsmede buitengewone kosten zoals juridische kosten met het oog op het verhalen van eventuele schade. Deze kosten worden rechtstreeks aan elk Fonds in rekening gebracht. De service fee wordt op dagbasis berekend over het vermogen van het Fonds. De service fee wordt maandelijks zonder BTW ten laste van het resultaat van het Fonds gebracht. - Resultaatafhankelijke beheervergoeding De Beheerder kan aan elk Fonds een resultaatafhankelijke vergoeding (performance fee) in rekening brengen. Deze bedraagt 20% van het verschil tussen de intrinsieke waarde van de Fondsen en de hoogste waarde van ofwel de index van het Fonds ofwel de hoogste intrinsieke waarde van het Fonds aan het begin van enig kalenderjaar waarbij resultaatafhankelijke vergoeding is gerealiseerd. De resultaatafhankelijke vergoeding (positief of negatief) wordt op dagbasis berekend en hiervoor wordt een voorziening binnen het Subfonds getroffen. De voorziening kan evenwel nooit een negatief bedrag worden. De voorziening wordt aan het einde van het kalenderjaar aan de Beheerder uitgekeerd en wordt ten laste van het Fondsvermogen gebracht. Over het boekjaar 2014 is voor geen van de Fondsen een resultaatafhankelijke beheervergoeding uitgekeerd.
64
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN - Lopende kosten De totale kosten die in de verslagperiode zijn onttrokken aan het vermogen van elk Fonds worden weergegeven als 'Lopende kosten'. Deze kostenratio wordt berekend door de totale kosten te delen door de gemiddelde intrinsieke waarde van elk Fonds. -
Onder ‘totale kosten’ worden begrepen de kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat alsmede ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties (m.u.v. instap-/ uitstapvergoedingen die de Fondsen betalen bij koop/verkoop van deelnemingsrechten in andere beleggingsinstellingen), interestkosten, een eventuele performance fee en eventuele kosten in verband met het houden van derivaten (bijv. margin calls) worden daarbij buiten beschouwing gelaten. De ‘gemiddelde intrinsieke waarde’ wordt berekend als de som van alle intrinsieke waarden berekend voor elk Fonds tijdens de verslagperiode gedeeld door het aantal intrinsieke waarden berekend tijdens deze verslagperiode.
-
In %
Beheervergoeding 31/12/14 31/12/13
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
(0,03) (0,06) (0,18) (0,21) (0,19)
Service fee
Lopende kosten
31/12/14
31/12/13
0,12 0,12 0,12 0,12 0,12
0,12 0,12 0,12 0,12 0,12
0,35 0,46 0,34 0,45 0,47
31/12/14 1,07 1,47 1,72 2,00 1,91
31/12/13* 1,48 2,01 2,12 2,46 2,38
* Betreft de berekende lopende kosten over 01/01/2013 tot en met 31/12/2013. Op 01/12/2013 is de beheervergoeding verlaagd. De kosten en vergoedingen zoals gemeld in de winst- en verliesrekening zijn conform het hoofdstuk kosten en vergoedingen in het Prospectus. Transactiekosten Onder transactiekosten wordt verstaan: de directe kosten die door een Fonds worden gemaakt bij de aan- of verkoop van de onderliggende beleggingen van het Fonds. De hierna opgenomen omloopsnelheid van de portefeuille van elk Fonds ‘portfolio turnover ratio’ geeft een indicatie van de transactiekosten. Transactiekosten van een Fonds zijn marktconform en komen ten laste van het vermogen van dat Fonds. Onderstaande tabel laat de uitsplitsing van de transactiekosten per Fonds zien gedurende de boekjaren 2014 en 2013.
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6 Totaal
31/12/14 EUR
31/12/13 EUR
76,01 118,07 150,00 49,51 150,01
251,34 411,05 460,00 316,50 269,96
543,60
1.708,85
Portfolio turnover ratio (%) De portfolio turnover ratio geeft de omloopsnelheid van de beleggingen ten opzichte van de gemiddelde intrinsieke waarde weer en is een maatstaf voor de gemaakte transactiekosten als gevolg van het gevoerde portefeuillebeleid en de daaruit voortkomende beleggingstransacties. Bij de gehanteerde berekening wordt het bedrag van de turnover bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van plaatsingen en terugnames van eigen participaties. De portfolio turnover ratio wordt bepaald door het bedrag van de turnover uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Voor de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde zie onder Lopende kosten.
65
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN
31/12/14
31/12/13
10,65 9,50 11,29 4,63 1,05
34,41 45,61 44,62 22,24 4,81
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
Werknemers De Beheerder heeft geen personeel in dienst. Uitbesteding - Gelieerde partijen De Beheerder heeft de volgende overeenkomsten gesloten met gelieerde partijen: -BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V.: uitbesteding portfolio management. -BNP Paribas Securities Services S.C.A., Brussel: uitbesteding administratie. -BNP Paribas Securities Services S.C.A., Luxemburg: Depotbank en Transfer Agent. -BNP Paribas Securities Services S.C.A., Amsterdam: Bewaarder. De uitbestede werkzaamheden zijn tegen marktconforme condities uitgevoerd. Totaal transactievolume met gelieerde partijen (01/01/14 - 31/12/14) Fonds
ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 2 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 3 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 4 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 5 ABN AMRO Multi Manager Profiel Fonds 6
De transacties hebben tegen marktconforme condities plaatsgevonden.
66
Volume (% totaal volume)
Kosten EUR
18,70 26,87 20,42 39,81 32,11
21,42 58,07 0,00 19,51 0,01
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN RISICOFACTOREN Aandelenmarktrisico De koersen van aandelen fluctueren dagelijks en kunnen door een groot aantal factoren worden beïnvloed, waaronder politiek en economisch nieuws, bedrijfsresultaten, demografische trends en rampen. Door te streven naar een evenwichtige verdeling over sectoren en landen, in combinatie met het actief volgen van ontwikkelingen die een impact kunnen hebben op de koersen van aandelen, wordt gestreefd naar het mitigeren van het aandelenmarktrisico. Ondanks dit beleid kan niet worden uitgesloten dat een belegging een tegenvallende ontwikkeling laat zien. Kredietrisico Als de kredietwaardigheid van een emittent verslechtert of een vermoeden hiervan bestaat bij beleggers, kan de koers van door de betreffende emittent uitgegeven schuldtitels dalen. Dit risico is doorgaans groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen kan een emittent in gebreke blijven bij het tijdig nakomen van zijn rente- en aflossingsverplichtingen, met als gevolg dat de schuldtitels waardeloos worden. Renterisico Als de rente stijgt, zullen de koersen van schuldtitels over het algemeen dalen. Hoe langer de looptijd van schuldtitels, des te groter zal doorgaans het renterisico zijn. Valutarisico De Fondsen kunnen beleggen in effecten en andere vermogensbestanddelen, waarvan de waarde wordt uitgedrukt in een andere valuta dan de euro. Dit betekent dat de resultaten van een Fonds door valutabewegingen kunnen worden beïnvloed. Deze fluctuaties kunnen zowel een positieve als een negatieve invloed uitoefenen. De Beheerder heeft de mogelijkheid om, indien dit haar wenselijk voorkomt (en binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van een Fonds), valutarisico af te dekken door gebruik te maken van financiële derivaten. Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een ten behoeve van een Fonds ingenomen positie niet tijdig of tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd. Amsterdam, 30 april 2015 De Beheerder, BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V.
67
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN OVERIGE GEGEVENS Bestuurdersbelangen Op 1 januari 2014 en op 31 december 2014 hadden de bestuurders van de Beheerder geen persoonlijke belangen bij de beleggingen van de beleggingsinstelling. Uitkeringen Het beleggingsbeleid van de Fondsen is niet gericht op het doen van (tussentijdse) uitkeringen aan participanten, maar gericht op het behalen van vermogensgroei. Belangrijke gebeurtenissen na balansdatum Voorgenomen overdracht van het vermogen van de subfondsen van ABN AMRO Strategie Fondsen aan equivalente subfondsen van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV, gevolgd door opheffing van (de subfondsen van) ABN AMRO Strategie Fondsen, waarbij participanten aandelen van ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV verkrijgen Op 5 maart 2015 heeft de Beheerder van ABN AMRO Strategie Fondsen (‘AASF’) een vergadering van participanten opgeroepen in verband met: (i) het voorstel om de Voorwaarden van Beheer en Bewaring van AASF te wijzigen (de ‘voorwaardenwijziging’) om de mogelijkheid te creëren uitkeringen te doen in de vorm van aandelen en meer specifiek een liquidatie uitkering te kunnen doen in aandelen van de Luxemburgse ABN AMRO Multi-Manager Funds SICAV (‘AAMMF’); (ii) het voornemen om het vermogen van de afzonderlijke subfondsen van AASF in te brengen in equivalente subfondsen van AAMMF tegen uitreiking van aandelen in die betreffende subfondsen gevolgd door de opheffing van (de subfondsen van) AASF. Als liquidatie uitkering ontvangen de participanten van AASF aandelen van equivalente subfondsen van AAMMF. In overeenstemming met de Voorwaarden van Beheer en Bewaring is de sub (i) voorgestelde Voorwaardenwijziging in de vergadering van participanten op 20 maart 2015 ter stemming gebracht en goedgekeurd. Participanten zijn vervolgens geïnformeerd over de sub (ii) voorgenomen inbreng en opheffing. Op 24 maart 2015 hebben de Beheerder en Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL besloten tot de opheffing op de hierboven beschreven wijze. Met inachtneming van de termijn, genoemd in artikel 14 lid 3 van de Voorwaarden van Beheer en Bewaring (zijnde 3 maanden) zal de voorwaardenwijziging naar verwachting worden uitgevoerd op 8 juni 2015 en zullen de inbreng en de opheffing naar verwachting worden uitgevoerd op 12 juni 2015. Daarna zullen de participanten van de afzonderlijke subfondsen van AASF aandeelhouder zijn van equivalente subfondsen van AAMMF. Hiervoor wordt verwezen naar onderstaande tabel: Subfonds van AASF
Equivalent subfonds van AAMMF
Subfonds
ISIN
Subfonds
Categorie
Klasse
ISIN
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 2 (‘MMPF2’)
NL0000604718
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 2 (‘Profile2’)
Klasse A
Cap
LU0121970122
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 3 (‘MMPF3’)
NL0000604726
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 3 (‘Profile3’)
Klasse A
Cap
LU0498838035
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 4 (‘MMPF4’)
NL0000604734
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 4 (‘Profile4’)
Klasse A
Cap
LU0121970809
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 5 (‘MMPF5’)
NL0000604742
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 5 (‘Profile5’)
Klasse A
Cap
LU0498838118
ABN AMRO Multi Manager Profielfonds 6 (‘MMPF6’)
NL0000604759
ABN AMRO Multi-Manager Funds Profile 6 (‘Profile6’)
Klasse A
Cap
LU0121971286
68
ABN AMRO STRATEGIE FONDSEN CONTROLEVERKLARING
VAN
DE
ONAFHANKELIJKE
ACCOUNTANT
Aan: de Participanten en Beheerder van ABN AMRO Strategie Fondsen Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2014 van ABN AMRO Strategie Fondsen te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de winst- en verliesrekening en het kasstroomoverzicht over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de Beheerder De Beheerder is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op het financieel toezicht. De Beheerder is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de beleggingsinstelling. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de Beheerder gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van ABN AMRO Strategie Fondsen per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. Benadrukking van onzekerheid omtrent de continuïteit Wij vestigen de aandacht op de Toelichting Algemeen waarin uiteen is gezet dat de Beheerder van ABN AMRO Strategie Fondsen en Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL hebben besloten om ABN AMRO Strategie Fondsen op te heffen. Als gevolg daarvan is de jaarrekening opgesteld op basis van liquidatiegrondslagen zoals uiteengezet in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zoals opgenomen in de Toelichting Algemeen. Deze situatie doet geen afbreuk aan ons oordeel. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het Verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het Verslag van de Beheerder, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amsterdam, 30 april 2015 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. J.C.J. Preijde RA
69
Burgerweeshuispad 201 - Tripolis 200, P.O. Box 71770 (2.3.6), 1008 DG Amsterdam, www.bnpparibas-ip.nl