Aanvraag van uitkering voor een: provincie in verband met de Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) Aanvraagperiode: 07-2008 tot 01-09-2009 SenterNovem Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Lees voor het invullen eerst zorgvuldig de toelichting bij het formulier ! Registratienummer
1.
: SLOK………………..………(niet in te vullen door aanvrager)
Algemene gegevens aanvrager
a.
Naam provincie
: Provincie Groningen
b.
Naam contactpersoon
:Mw. B. Meiberger
c.
Postadres: Postbus of straat
:Sint Jansstraat 4
Postcode, plaats
:9712 JN Groningen
d.
Telefoonnummer
:050-3164407
e.
E-mail adres
:
[email protected]
f.
Er is gekozen voor (omcirkelen wat van toepassing is)
: Programmaprestaties
g.
Er is gekozen voor (omcirkelen wat van toepassing is)
: Pluspakket
Versie 04-08-2008
1
2.
Doelstellingen
Voor provincies geldt een maatwerkaanpak. Hier formuleert u uw eigen prestaties waar u nu uitkering voor aanvraagt. U kunt zich hierbij laten inspireren door de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid voor gemeenten. Zie hiervoor bijlage 1.
Thema
Zelf geformuleerde prestatie (1)
Nummer project/ activiteit
Eigen gebouwen,
niet van toepassing, zie bijlage
voorzieningen, wagenpark, dienstreizen, etc. Woningen Utiliteitsgebouwen Bedrijven Verkeer en vervoer Grootschalige Duurzame Energie-opties Organisatieversterkende randvoorwaarden Niet onder te brengen onder één van de thema’s (1) Zie hiervoor: II. Toelichting per vraag
3.
Projecten en/of activiteiten
In dit hoofdstuk beschrijft u de projecten en/of activiteiten die uw organisatie gedurende de planperiode (maximaal 4 jaar) gaat uitvoeren en waarvoor uitkering wordt aangevraagd. Het betreft hier projecten en/of activiteiten ter realisering van de prestaties. Indien van toepassing kunt u tevens de projecten en/of activiteiten ten behoeve van de prestaties onder het thema ‘’Organisatieversterkende randvoorwaarden’’ toevoegen. Neem hiervoor per project en/of activiteit tenminste de volgende zaken op (u kunt hiervoor gebruik maken van een projectblad welke op de website van SenterNovem is te vinden): Projecttitel en projectnummer Prestatie Doelstelling van het project Resultaten Aanpak Planning (doorlooptijd project, met startmoment en einddatum) Investeringen (begrootte uren, gehanteerde uurtarieven en externe kosten)
Versie 04-08-2008
2
4.
Begroting
In dit hoofdstuk beschrijft u de kosten die uw provincie gaat maken om de nieuwe of additionele projecten en/of activiteiten uit te voeren. a. Geef daartoe getotaliseerd per project/activiteit en getotaliseerd voor de gehele Aanvraag weer wat de kosten (loon, overige arbeidskosten en externe projectkosten) bedragen. U kunt hiervoor gebruik maken van onderstaande tabel: Zie bijlage Project 1: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 2: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 3: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 4: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 5: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 6: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 7: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 8: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal
Versie 04-08-2008
3
Project 9: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 10: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 11: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 12: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 13: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Project 14: (naam) 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal Etc. etc. Organisatieversterkende randvoorwaarden 1. Loonkosten incl. opslag voor algemene kosten en overige arbeidskosten 2. Externe kosten Subtotaal TOTAAL UITVOERINGSKOSTEN
Versie 04-08-2008
zie bijlage
4
b.
Voor bovengenoemde projecten is/wordt bij andere financiële ondersteuningsregelingen van rijkswege subsidie/uitkering aangevraagd of is reeds gehonoreerd: O
Nee
zo ja: bij welke regelingen:
…………………………………………………………………………………………
voor welke projecten:
…………………………………………………………………………………………
voor welk bedrag per project: ………………………………………………………………………………………… c.
Geef vervolgens aan hoeveel uitkering u aanvraagt. Houd daarbij rekening met de maxima die de circulaire voor het basis- respectievelijk het pluspakket stelt op basis van het inwonertal en het grondoppervlak van uw provincie (zie www.senternovem.nl/rgo/slok). Houd eveneens rekening met het feit dat de te verstrekken uitkering maximaal 50% van de totale uitvoeringskosten bedraagt. Gevraagd uitkeringsbedrag: EUR 326.692,-
5.
Bijgevoegde documenten
Opgave van bijgevoegde documenten (zie toelichting) O
Kopie Besluit goedkeuring Aanvraag (altijd bijvoegen)
O
Overige documenten (bijvoegen indien van toepassing): Projectoverzicht Brief GS aanvraag SLOK Uitvoeringsprogramma SLOK
Versie 04-08-2008
5
6.
Verklaring en ondertekening van de aanvrager
Aanvrager verklaart: 1.
het basis- of pluspakket waarvoor uitkering wordt aangevraagd projecten en/of activiteiten omvat die voor de uitkeringsontvanger nieuw of additioneel zijn;
2.
dat zij hierbij instemt met de Meerjarenafspraken Energie zoals die met verschillende bedrijfstakken afgesloten zijn;
3.
dat de prestaties binnen vier jaar binnen Nederland na de verlening van een uitkering worden uitgevoerd;
4.
dat zij instemt met het, op verzoek van SenterNovem, verlenen van informatie over de uitvoering van het basis- of pluspakket waarvoor uitkering is verstrekt;
5.
dat zij akkoord gaat met controle van de overlegde gegevens;
6.
dat zij dit formulier naar waarheid en zonder voorbehoud heeft ingevuld.
Opmerking: het verstrekken van onjuiste en/of onvolledige gegevens kan leiden tot het afwijzen van de aanvraag, het intrekken van de uitkering en/of strafrechtelijke vervolging. Dit geldt voor alle gegevens die op de uitkeringverstrekking van invloed zijn. Het College van Gedeputeerde Staten van de provincie………... ……………………………………………………………..
Plaats en datum:
Versie 04-08-2008
Naam, functie en handtekening:
6
Bijlage 1: Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid Programmaprestaties Actief niveau Energiebesparing
2 % besparing per jaar op de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt
Verduurzaming
5 % van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt is duurzaam
Reductie overige
opgewekt • ofwel door duurzame opwekking binnen de gemeente • ofwel door participatie van de gemeente en/of lokale organisaties in opwekking elders (windpark, biomassacentrale e.d. Alle relevante inrichtingen waarvan de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer hebben een actuele vergunning (BBT) op het gebied van overige broeikasgassen dan wel voldoen aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer. Handhaving van vergunningen en het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, gericht op de reductie van overige broeikasgassen heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats
broeikasgassen
Voorlopend niveau Energiebesparing
3 % besparing per jaar op de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt
Verduurzaming
10 % van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt is duurzaam
Reductie overige broeikasgassen
opgewekt • ofwel door duurzame opwekking binnen de gemeente • ofwel door participatie van de gemeente en/of lokale organisaties in opwekking elders (windpark, biomassacentrale e.d.) Extra reductie van overige broeikasgassen (via vergunningverlening, handhaving, voorlichting, subsidies of andere instrumenten) bij relevante inrichtingen waarvan de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer, die verantwoordelijk zijn voor 50% van de uitstoot in de gemeente
Innovatief niveau Energiebesparing
4 % besparing per jaar op de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt
Verduurzaming
20 % van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt is duurzaam opgewekt • ofwel door duurzame opwekking binnen de gemeente • ofwel door participatie van de gemeente en/of lokale organisaties in opwekking elders (windpark, biomassacentrale e.d.)
Versie 04-08-2008
7
Reductie overige broeikasgassen
Versie 04-08-2008
Extra reductie van overige broeikasgassen (via vergunningverlening, handhaving, voorlichting, subsidies of andere instrumenten) bij relevante inrichtingen waarvan de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer, die verantwoordelijk zijn voor 70% van de uitstoot in de gemeente
8
Prestaties per Thema A. Eigen gebouwen, voorzieningen, wagenpark, dienstreizen, woon-werkverkeer en inkoop
Actief niveau Nieuwbouw van gebouwen
•
Realiseren met een met 20 % verscherpte EPC
Bestaande gebouwen
• •
Energiebesparing 2 % per jaar 40 % opwekking en/of inkoop duurzame energie
Infrastructurele voorzieningen
• •
Energiebesparing 2 % per jaar 40 % opwekking en/of inkoop duurzame energie
•
5 % besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen
(openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, pompen, gemalen e.d.) Gemeentelijk wagen-park, dienstreizen en woon-werkverkeer
Voorlopend niveau Nieuwbouw van gebouwen
•
Realiseren met een met 50 % verscherpte EPC
Bestaande gebouwen
• • • •
Energiebesparing 3 % per jaar 70 % opwekking en/of inkoop duurzame energie Energiebesparing 3 % per jaar 70 % opwekking en/of inkoop duurzame energie
•
10 % besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen
Infrastructurele voorzieningen (openbare verlichting, verkeersregelinstallaties, pompen, gemalen e.d.) Gemeentelijk wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer
Innovatief niveau Nieuwbouw van gebouwen
Minimaliseren energievraag en duurzaam opwekken en/of inkopen resterende energievraag (energieneutraal)
Bestaande gebouwen
• •
Infrastructurele voorzieningen
• •
(openbare verlichting, verkeersregel-
Energiebesparing 4 % per jaar 100 % opwekking en/of inkoop duurzame energie (energieneutraal) Energiebesparing 4 % per jaar 100 % opwekking en/of inkoop duurzame energie (energieneutraal)
installaties, pompen, gemalen e.d.) Gemeentelijk wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer
Versie 04-08-2008
•
20 % besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen
9
B. Woningen
Actief niveau Handhaving EPC
•
Nieuwbouw
• •
Bestaande
•
woningvoorraad Bewonersgedrag
Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 40 % van de bouwvergunningen Realiseren van woningen met een 10 % verscherpte EPC Realiseren van een EPL van 7,0 tot 8,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen Verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 1 % per jaar
5 % van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag: • Toepassen niet-woninggebonden energiebesparende maatregelen • Aanschaf energiezuinige apparatuur (A-label) • Inkoop 100 % duurzame elektriciteit Voorlopend niveau
Handhaving EPC
•
Nieuwbouw
• •
Bestaande
•
woningvoorraad Bewonersgedrag
Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 70 % van de bouwvergunningen Realiseren van woningen met een 25 % verscherpte EPC Realiseren van een EPL van 8,0 tot 9,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen Verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 2 % per jaar
10 % van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag: • Toepassen niet-woninggebonden energiebesparende maatregelen • Aanschaf energiezuinige apparatuur (A-label) • Inkoop 100 % duurzame elektriciteit Innovatief niveau
Handhaving EPC
•
Nieuwbouw
• • •
Bestaande
•
woningvoorraad
•
Bewonersgedrag
20 % van de huishoudens vertoont energiezuinig gedrag: • Toepassen niet-woninggebonden energiebesparende maatregelen • Aanschaf energiezuinige apparatuur (A-label) • Inkoop 100 % duurzame elektriciteit
Versie 04-08-2008
Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 90 % van de bouwvergunningen Realiseren van woningen met 75 % verscherpte EPC of: Realiseren van energieneutrale woningen Realiseren van een EPL van 9,0 tot 10,0 bij woningbouwprojecten met meer dan 200 woningen Verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 4 % per jaar of: Realiseren van energieneutrale woningen (binnen voorbeeldprojecten)
10
C. Utiliteitsgebouwen
Actief niveau Handhaving EPC
•
Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 40 % van de bouwvergunningen
Nieuwbouw van
•
Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 10 % verscherpte EPC
•
Verbeteren van de energetische kwaliteit van de utiliteitsgebouwen, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 1 % per jaar
utiliteitsgebouwen Bestaande utiliteitsgebouwen
Voorlopend niveau Handhaving EPC
•
Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 70 % van de bouwvergunningen
Nieuwbouw van
•
Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 25 % verscherpte EPC
•
Verbeteren van de energetische kwaliteit van de utiliteitsgebouwen, uitgedrukt in het Energielabel, met gemiddeld 2 % per jaar
utiliteitsgebouwen Bestaande utiliteitsgebouwen
Innovatief niveau Handhaving EPC
Toetsing van EPC-berekeningen en toezicht op de EPN op de bouwplaats bij 90 % van de bouwvergunningen
Nieuwbouw van
Realiseren van utiliteitsgebouwen met een 75 % verscherpte EPC of:
utiliteitsgebouwen
Realiseren van energieneutrale utiliteitsgebouwen
Bestaande utiliteits-
Verbeteren van de energetische kwaliteit van de utiliteitsgebouwen, uitgedrukt in
gebouwen
het Energielabel, met gemiddeld 4 % per jaar
Versie 04-08-2008
11
D. Bedrijven Actief niveau Vergunningverlening en handhaving
Reductie overige broeikasgassen
Bedrijventerreinen
•
Alle relevante inrichtingen waarvoor de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer hebben een actuele vergunning (BBT) op het gebied van energie dan wel voldoen aan het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer • Handhaving van vergunningen en het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, gericht op energieaspecten heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats • Handhaving van afspraken MJA-bedrijfstakken waarvoor gemeente bevoegd gezag is, heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats • Alle relevante inrichtingen waarvoor de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer hebben een actuele vergunning (BBT) op het gebied van overige broeikasgassen • Handhaving van vergunningen en Activiteitenbesluit, gericht op de reductie van overige broeikasgassen heeft prioriteit, is gepland en vindt plaats Structurele samenwerking met bedrijven op bedrijventerrein, gericht op minimaal 2% energiebesparing en/of opwekking van duurzame energie Voorlopend niveau
Vergunningverlening en handhaving Reductie overige broeikasgassen
Bedrijventerreinen
•
Extra energieefficiencyverbetering en/of verduurzaming van gemiddeld 2 % per jaar bij de bedrijven waarvan de gemeente bevoegd gezag is op grond van de Wet milieubeheer • Extra reductie van overige broeikasgassen (via vergunningverlening, handhaving, voorlichting, subsidies of andere instrumenten) bij relevante inrichtingen waarvan de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer, die verantwoordelijk zijn voor 50% van de uitstoot in de gemeente Structurele samenwerking met bedrijven op bedrijventerrein, gericht op minimaal 3% energiebesparing en/of opwekking van duurzame energie Innovatief niveau
Vergunningverlening en handhaving Reductie overige broeikasgassen
Bedrijventerreinen
Versie 04-08-2008
•
Extra energieefficiencyverbetering en/of verduurzaming van gemiddeld 4 % per jaar bij de bedrijven waarvan de gemeente bevoegd gezag is op grond van de Wet milieubeheer • Extra reductie van overige broeikasgassen (via vergunningverlening, handhaving, voorlichting, subsidies of andere instrumenten) bij relevante inrichtingen waarvan de gemeente bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer, die verantwoordelijk zijn voor 70% van de uitstoot in de gemeente Structurele samenwerking met bedrijven op bedrijventerrein, gericht op minimaal 4% energiebesparing en/of opwekking van duurzame energie
12
E. Verkeer en Vervoer
Actief niveau Verkeer en vervoer
•
Besparing en/of verduurzaming brandstoffen met 1 % per jaar
bevolking en bedrijven Voorlopend niveau Verkeer en vervoer
•
Besparing en/of verduurzaming brandstoffen met 2 % per jaar
bevolking en bedrijven Innovatief niveau Verkeer en vervoer
•
Besparing en/of verduurzaming brandstoffen met 4 % per jaar
bevolking en bedrijven
Versie 04-08-2008
13
F. Grootschalige Duurzame Energieopties
Actief niveau Grootschalige en/of
3 % van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt wordt
collectieve DE-opties
duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties: • Wind • Biomassa • Waterkracht • Warmte/Koudeopslag
Voorlopend niveau Grootschalige en/of
5 % van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt wordt
collectieve DE-opties
duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties: • Wind • Biomassa • Waterkracht • Warmte/Koudeopslag
Innovatief niveau Grootschalige en/of
10 % van de energie die binnen de gemeentegrenzen wordt gebruikt wordt
collectieve DE-opties
duurzaam opgewekt en geleverd via grootschalige en/of collectieve opties: • Wind • Biomassa • Waterkracht • Warmte/Koudeopslag
Versie 04-08-2008
14
Organisatieversterkende randvoorwaarden
Actief niveau •
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn vastgelegd in functieomschrijvingen en werkplannen
Beleidsmatige inbedding
•
Financiering
•
Communicatie
•
Monitoring
•
Opname van energiedoelstellingen in beleid van andere beleidsvelden (zoals Wonen, RO, BWT, Economie, Sociale Zaken) Structureel budget, randvoorwaarden en bevoegdheden vastgesteld m.b.t. investeringen in energiebesparing en duurzame energie in de gemeentelijke gebouwen en voorzieningen Structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle relevante onderdelen en niveaus van de gemeentelijke organisatie Monitoring op inspanningen (projectniveau)
Taken en verantwoordelijkheden
Voorlopend niveau •
Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn geborgd d.m.v. een kwaliteitszorgsysteem
Beleidsmatige inbedding
•
Financiering
•
Communicatie
•
Monitoring
•
Doorvertalen van energiedoelstellingen naar doelstellingen van andere beleidsvelden (zoals Wonen, RO, BWT, Economie, Sociale Zaken) Structureel budget, randvoorwaarden en bevoegdheden vastgesteld m.b.t. investeringen in energiebesparing en duurzame energie door doelgroepen Structurele communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid naar alle relevante partijen, inclusief burgers, binnen de gemeente Monitoring op resultaten (projectniveau)
Taken en verantwoordelijkheden
Innovatief niveau •
Het kwaliteitszorgsysteem wordt periodiek door een onafhankelijke partij geaudit en gecertificeerd
Beleidsmatige inbedding
•
Doorvertalen van energiedoelstellingen naar doelstellingen en instrumentarium van andere beleidsvelden (zoals Wonen, RO, BWT, Economie, Sociale Zaken)
Financiering
•
Vernieuwende financieringsconstructies vastgesteld m.b.t. investeringen in energiebesparing en duurzame energie door doelgroepen
Communicatie
•
Vernieuwende vormen van communicatie over de aanpak en resultaten van klimaatbeleid
Monitoring
•
Monitoring op doelstellingen (programmaniveau)
Taken en verantwoordelijkheden
Versie 04-08-2008
15
Toelichting bij aanvraagformulier I. Toelichting algemeen Inleiding Aan deze toelichting kunnen geen rechten worden ontleend. Daar waar de toelichting in strijd zou zijn met de circulaire Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven, is de circulaire bepalend. Alle vragen mogen vergezeld gaan van bijlagen wanneer het formulier onvoldoende ruimte biedt om de vragen toe te lichten. Deze bijlagen kunnen in enkelvoud worden bijgevoegd.
Doel van de uitkering De uitkering heeft primair als doel om gemeenten en provincies te stimuleren structurele activiteiten te ondernemen en maatregelen te treffen gericht op de reductie van broeikasgassen. Het gaat daarbij om zowel de reductie van broeikasgassen waarvoor gemeenten en provincies zelf verantwoordelijk zijn als de reductie bij de doelgroepen van het klimaatbeleid, waarbij gemeenten en provincies een rol hebben als planner van de ruimtelijke ordening, vergunningverlener, regisseur van een proces, en zo verder. Daarmee wordt een bijdrage geleverd aan de kabinetsdoelstellingen met betrekking tot het werkprogramma “schoon en zuinig”, te weten: 2% energiebesparing per jaar, 20% duurzame energie in 2020 en een 30% reductie van broeikasgassen in 2020. Om dit structureel te bereiken wordt met de onderhavige decentralisatie-uitkering tevens beoogd het klimaatbeleid in de gemeentelijke en provinciale organisatie zo veel mogelijk te verankeren en niet enkel afhankelijk te maken van de inzet en expertise van de klimaatcoördinator binnen die organisaties.
Waarom deze uitkering? De uitkering is een vervolg op de Subsidieregeling BANS klimaatconvenant die als doel had de uitvoering van het lokale klimaatbeleid door gemeenten en provincies, gericht op de CO2-reductie, te stimuleren. De uitkering dient tevens ter ondersteuning van het met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in november 2007 gesloten klimaatakkoord 20072011. Die middelen zijn niet alleen bedoeld voor CO2-reductie, maar ook voor het verminderen van andere broeikasgassen die op lokaal gebied worden uitgestoten, zoals lachgas en methaan.
Indiening en uitbetaling Een aanvraag tot uitkeringsverlening wordt ingediend voor 1 september 2009. Bij de uitkeringsverlening wordt beslist in de volgorde van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat, wanneer de aanvrager tot uitkeringsverlening krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag is aangevuld, als datum van ontvangst van de aanvraag geldt.
Een aanvraag voor een uitkering ingevolge de onderhavige uitkering kan worden ingediend bij SenterNovem. Op basis van de beoordeling door SenterNovem bepaalt de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verdeling van de uitkering. Uiterlijk binnen 4 maanden na het indienen van de aanvraag, maakt de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de verdeling van de uitkering bekend. Dit zal worden geformaliseerd in een
Versie 04-08-2008
16
beschikking op basis van een algemene maatregel van bestuur. Tegen de bekendmaking van de verdeling is geen bezwaar of beroep mogelijk. Dit kan wel tegen de genoemde beschikking.
Vragen Voor nadere informatie van inhoudelijke aard kunt u zich wenden tot het Informatiepunt SenterNovem (030 239 35 33). Indien u vragen heeft die betrekking hebben op het invullen van het aanvraagformulier en/of op de behandelprocedure, kunt u contact opnemen met het SenterNovem Den Haag. Contactpersoon is mevrouw C. Lubis (070 373 54 37). Tevens vindt u informatie op www.senternovem.nl/rgo/slok.
U dient het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier samen met de bijlagen te zenden aan: SenterNovem Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK) Postbus 93144 2509 AC Den Haag
Versie 04-08-2008
17
II. Toelichting per vraag 1. Gegevens aanvrager Vraag 1.a. Een aanvraag tot uitkeringsverlening kan alleen worden ingediend door het bevoegd bestuursorgaan van een Nederlandse provincie dat bevoegd is tot het zelfstandig uitvoeren van een klimaatbeleid. Vraag 1.g.
Basispakket: Pakket van aan de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid ontleende themaprestaties en/of door de aanvrager zelf gedefinieerde themaprestaties ter uitvoering van het lokale klimaatbeleid die in het totaal ten minste 8 punten opleveren dan wel pakket van drie aan de Prestatiekaart ontleende programmaprestaties van actief niveau.
Pluspakket: Pakket van aan de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid ontleende themaprestaties en/of door de aanvrager zelf gedefinieerde themaprestaties ter uitvoering van het lokale klimaatbeleid die in het totaal ten minste 12 punten opleveren dan wel pakket van drie aan de prestatiekaart ontleende programmaprestaties waarbij ten minste één programmaprestatie van voorlopend of innovatief niveau als bedoeld in genoemde Prestatiekaart is.
Versie 04-08-2008
18
2. Doelstellingen Algemeen Voor provincies geldt een maatwerkaanpak. Zij moeten zelf projecten formuleren die dan worden beoordeeld aan de hand van de doelstelling van de onderhavige uitkering. Zij kunnen zich hierbij laten inspireren door de Prestatiekaart voor gemeenten. Voor deze maatwerkaanpak is gekozen omdat lang niet alle prestaties die voor gemeenten gelden, direct zijn om te zetten in provinciale doelstellingen. Zo hebben provincies bijvoorbeeld veel minder invloed op het energieverbruik in hun gemeenten. Uitkeringsaanvragers kunnen bij hun aanvraag voor uitkering kiezen tussen een aanvraag op basis van programmaprestaties of op basis van themaprestaties.
Prestaties Onder een prestatie wordt verstaan: een in de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid omlijnd gebied, waarin het te behalen effect van projecten en/of activiteiten beschreven staat, dan wel een door de uitkeringsaanvrager zelf geformuleerd, qua gewicht vergelijkbaar effect. De prestaties zijn verdeeld tussen programmaprestaties en verschillende thema’s en eveneens op actief, voorlopend en innovatief niveau.
Programmaprestaties Wanneer gekozen wordt voor een uitkeringsaanvraag op basis van een programma, dient de aanvrager een keuze te maken in de programmaprestaties. Daarbij geldt: o
een programma bestaat altijd uit programmaprestaties op drie terreinen: energiebesparing, verduurzaming (duurzame energie) en de reductie van overige broeikasgassen;
o
het programma op actief niveau in de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid staat gelijk aan het basispakket;
o
de aanvrager komt voor een pluspakket in aanmerking wanneer er ten minste één programmaprestatie op voorlopend of innovatief niveau gekozen wordt.
Versie 04-08-2008
19
Themaprestaties Wanneer gekozen wordt voor een uitkeringsaanvraag op basis van themaprestaties, dient de aanvrager een keuze te maken in themaprestaties.
Daarbij geldt voor het thema Eigen gebouwen, voorzieningen, wagenpark, dienstreizen, woon-werkverkeer en inkoop dat: o
de prestaties op actief niveau worden gewaardeerd met een ½ punt;
o
de prestaties op voorlopend niveau worden gewaardeerd met 1 punt;
o
de prestaties op innovatief niveau worden gewaardeerd met 2 punten.
Daarbij geldt voor de thema’s Woningen, Utiliteitsgebouwen en Bedrijven dat: o
de prestaties op actief niveau worden gewaardeerd met 1 punt;
o
de prestaties op voorlopend niveau worden gewaardeerd met 2 punten;
o
de prestaties op innovatief niveau worden gewaardeerd met 3 punten.
Voor de thema’s Verkeer en Vervoer en Grootschalige Duurzame Energie-opties geldt dat: o
de prestaties op actief niveau worden gewaardeerd met 2 punten;
o
de prestaties op voorlopend niveau worden gewaardeerd met 3 punten;
o
de prestaties op innovatief niveau worden gewaardeerd met 4 punten.
Zelf geformuleerde prestaties hebben de waarde van het actieve niveau van het betreffende thema waartoe de prestatie gerekend kan worden, tenzij de aanvrager de beoordelaar kan overtuigen dat een zelf geformuleerde prestatie van zwaarder gewicht is (schriftelijk motiveren). De beslissing hierover is aan de beoordelaar. Wanneer een zelf geformuleerde prestatie niet ondergebracht kan worden bij één van de thema’s uit de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid, geldt een waarde van 1 punt, tenzij de aanvrager de beoordelaar kan overtuigen dat de zelf geformuleerde prestatie van zwaarder gewicht is (schriftelijk motiveren). De beslissing hierover is aan de beoordelaar.
Indien een aanvraag is gericht op de prestatie inzake “Handhaving EPC” voor zowel het thema “Woningen” als het thema “Utiliteitsgebouwen”, leveren deze prestaties slechts eenmaal punten op om in aanmerking te komen voor een basis- of pluspakket.
Indien een aanvraag is gericht op de prestaties inzake “organisatieversterkende randvoorwaarden”, bedoeld in de Prestatiekaart lokaal klimaatbeleid leveren deze prestaties geen punten op om in aanmerking te komen voor een basis- of pluspakket.
Versie 04-08-2008
20
3. Activiteiten De duur van de uitvoering van de prestaties is, vanaf de datum van verlening van de uitkering, maximaal vier jaar ter uitvoering van de projecten en/of activiteiten waarvoor uitkering wordt gevraagd.
4. Enkele specifieke financiële aspecten Vraag 4.a De loonkosten van direct betrokken personeel worden berekend als bepaald in bijlage 1, artikel 3, lid 1, onder a. van de circulaire. In afwijking daarvan mag de berekening van het uurloon geschieden ingevolge bijlage 1, artikel 3, lid 3 van de circulaire.
De opslag voor algemene kosten bedraagt 40% van de loonkosten. In afwijking daarvan mag de vaststelling van het opslagpercentage geschieden ingevolge bijlage 1, artikel 3, lid 3.
Externe kosten zijn nader omschreven in bijlage 1, artikel 3, lid 1, onder b. van de circulaire.
Vraag 4.c Voor het berekenen van de hoogte van de uitkering zie bijlage 1, artikel 4 van de circulaire.
5. Bijgevoegde documenten Let er bij de indiening op dat het aanvraagformulier plus de gevraagde bijlagen juist en volledig zijn ingevuld en ondertekend. Een kopie van het Besluit waarbij de aanvraag door het college van GS is vastgesteld, dient in elk geval te worden meegezonden.
Versie 04-08-2008
21
III. Toelichting bij bijlage 1 Prestaties EPC/EPN/EPL/Energielabel (thema’s eigen gebouwen/woningen/ utiliteitsgebouwen) De energieprestatiecoëfficiënt (EPC) geeft de energieprestatie van een nieuw te bouwen gebouw weer. De EPC-eisen zijn gegeven in het Bouwbesluit 2003. Of aan een EPC-eis wordt voldaan, wordt bepaald overeenkomstig de EPN. De EPN is een normblad dat is uitgegeven door het NNI te Delft. Er bestaan twee energieprestatienormbladen; één voor nieuw te bouwen gebouwen met een woonfunctie (NEN 5128) en één voor niet tot bewoning bestemde gebouwen (NEN 2916). Wanneer wordt gesproken over een verscherpte EPC bij nieuwbouw is dat ten opzichte van de EPC die volgens het Bouwbesluit 2003 geldt op het moment waarop de aanvraag voor de bouwvergunning wordt ingediend. Een gemeente kan aanscherping van de EPC niet eenzijdig afdwingen. Wel kan zij in overleg met de opdrachtgevers in de bouw streven naar een aanscherping van de EPC en dit op verschillende manieren stimuleren.
EPL staat voor Energie Prestatie op Locatie. De berekening van de EPL nieuwe woningbouw dient plaats te vinden volgens het rapport EPL-Energieprestatie op locatie, een nieuwe energievoorziening, Rooijers, ir F.J. e.a., CE, Delft, januari 1998. De berekening van de EPL bestaande woningbouw dient plaats te vinden volgens het rapport “EPL bestaande woningbouw; systematiek”. Sinds 1 januari 2008 is het verplicht om een energielabel voor een gebouw te hebben bij verkoop en verhuur. Het energielabel wordt berekend op basis van de Energie Index, een berekeningsmethodiek voor de energieklasse van bestaande gebouwen.
Thema Bedrijven BBT staat voor Best Beschikbare Technieken.
Thema Duurzame Energieopties De term “duurzame energieopties” wordt in de prestatiekaart in brede zin gebruikt; hieronder kunnen zowel hernieuwbare energiebronnen (zon, wind, water en biomassa) als fossiele toepassingen met een hoge energie-efficiency (bijvoorbeeld warmtekrachtkoppeling of warmtepompen) worden verstaan.
Versie 04-08-2008
22