AANGETEKEND Rechtbank Den Haag Sector Bestuursrecht Paleis van Justitie Prins Clauslaan 60 2595 AJ DEN HAAG
Amsterdam, 26 oktober 2005
Ons kenmerk Betreft
: 20050025 : Beroep tegen beslissing op bezwaar d.d. 13 september 2005 (verzonden op 15 september 2005) van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Den Haag (kenmerk: B.3.05.0773001) inzake verkeersbesluiten Amsterdamse– en Stille Veerkade (luchtverontreiniging en Besluit luchtkwaliteit)
Als uitdrukkelijk daartoe gemachtigde van - de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging Vereniging Milieudefensie, gevestigd te Amsterdam; - de rechtspersoonlijkheid bezittende stichting Stichting ’t Oude Centrum, gevestigd te Den Haag; - F. Linck, wonende aan de Amsterdamse Veerkade 9A te Den Haag; - L. Wagenaar, wonende aan de Stille Veerkade 8 F te Den Haag; - M. Monshouwer, wonende aan de Stille Veerkade 16 te Den Haag, kom ik hierbij in beroep tegen de hierboven kort aangeduide beslissing op bezwaar van Burgemeester en Wethouders van Den Haag. Een kopie van de desbetreffende beslissing gaat hierbij (bijlage 1). Appellanten hebben bezwaar tegen de bestreden beslissing en zijn van oordeel dat deze op onjuiste gronden is gegeven en dat het door hen ingediende verzoek dat ten grondslag ligt aan deze procedure ten onrechte is afgewezen. De gronden voor dit beroepschrift worden in het navolgende in het kort gegeven. Appellanten behouden zich uitdrukkelijk het recht voor deze gronden nader aan te vullen c.q. nader toe te lichten. Appellanten brengen hierbij de volgende stukken in het geding:
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6: Bijlage 7: Bijlage 8:
Pagina 2 van 10
verzoek van appellanten aan het college van burgemeester en wethouders van Den Haag d.d. 5 april 2005; aanvullend verzoek van appellanten aan het college van burgemeester en wethouders van Den Haag d.d. 27 april 2005; besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag d.d. 3 mei 2005; bezwaarschrift d.d. 14 juni 2005; aanvulling op besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag d.d. 22 juli 2005; aanvullend bezwaarschrift d.d. 27 juli 2005, inclusief “Water en vuur, de Veerkaden en de Utrechtse baan”; pleitaantekeningen partijen d.d. 2 augustus 2005.
RELEVANTE FEITEN
1. Het gaat in deze zaak om de luchtkwaliteit aan de Amsterdamse Veerkade en aan de Stille Veerkade in Den Haag. De luchtkwaliteit in deze straten is zodanig extreem slecht, dat deze straten zich de –qua luchtkwaliteit - smerigste straten van Nederland mogen noemen. 2. De problematiek van de luchtkwaliteit speelt niet alleen hier, maar ook elders in de gemeente Den Haag en overigens ook elders in Nederland, zij het in alle gevallen in mindere mate dan hier. Deze problematiek wordt niet alleen subjectief ervaren door de bewoners van straten waar veel verkeer doorheen komt, maar de gevolgen van deze problematiek zijn inmiddels ook uitvoerig onderzocht en op basis daarvan kwantificeerbaar. Zo blijken er in Nederland maar liefst 18.000 personen jaarlijks vroeger dan normaal dood te gaan ten gevolge van de hier bedoelde luchtverontreiniging (http://www.mnp.nl/ publicaties/2005). Op Europees niveau zijn terzake ook cijfers bekend. Zoals blijkt uit bijgaand memo 05/334 d.d. 21 september 2005 (bijlage 9) van de Europese Commissie, zorgt de slechte luchtkwaliteit binnen de Europese Unie voor 370.000 voortijdige sterfgevallen per jaar en wordt de levensverwachting in Europa met gemiddeld 9 maanden bekort. In de meest vervuilde gebieden is dit zelfs 2 jaar. “Altogether, air pollution robs Europe’s population of 3.6 million years of life annually, as well as causing increased hospital admissions and medical costs. The human health damage that air pollution causes is estimated to cost the European economy between € 427 and 790 billion per year. On top of this, air pollution has a significant environmental impact through the damage it causes to crops and ecosystems that support life, such as forests and fresh water bodies.” (pagina 2)
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 3 van 10
De meest schadelijke stoffen voor het milieu en de gezondheid zijn blijkens het memo: “nitrogen oxides (NOx), sulphur dioxide (SO2), ammonia (NH3), ground level ozone and airborne fine dust, known as particulate matter (PM). Ground-level ozone and particulate matter are the pollutants that cause most damage to human health. Ozone is not emitted directly but is formed through the reaction of volatile organic compounds (VOCs) and nitrogen oxides in the presence of sunshine. Fine dust can be emitted directly to the air (primary particles) or can be formed in the atmosphere by certain gases (secondary particles) such as sulphur dioxide,
(pagina 1) In geld uitgedrukt kost deze verontreiniging, volgens becijferingen van de Europese Commissie tussen de 427 en 790 miljard euro per jaar. Het nemen van de noodzakelijke maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren kost uiteraard geld. Maar, zo legt de Europese Commissie uit in het memo, het niet nemen van maatregelen is vele malen duurder: de schade is dan minstens 5 keer zo groot en loopt in de miljarden euro’s per jaar. nitrogen oxides and ammonia.”
3. Wat de bestrijding van deze luchtverontreiniging betreft moet het dan ook “alle hens aan dek” zijn, hetgeen echter niet steeds het geval is. Dit laatste geldt ook voor de onderhavige zaak. 4. Op de bijgaande plattegrond is de ligging van de Veerkades goed zichtbaar. Ook is op die plattegrond de “Centrumring” zichtbaar en, parallel aan de Veerkades, de Grote Marktstraat (bijlage 10). Het doel van de Centrumring is om het verkeer dat niet naar het centrum van Den Haag gaat, via de Centrumring andere delen van de stad te laten bereiken alsmede om het verkeer dat wel naar het centrum van Den Haag gaat eerst over de centrumring te laten rijden om vervolgens dat verkeer direct vanaf de centrumring de afslag naar het beoogde deel van het centrum te laten nemen. Op deze manier zou het autoverkeer dat door het centrum rijdt, beperkt worden. 5. Voor de Veerkades blijkt dit in de praktijk niet te werken, omdat de verkeerstoevoer, afkomstig van de Utrechtsebaan (in het verlengde van de Veerkades) geen toegang tot de Centrumring heeft maar direct via het Prins Bernhardviaduct aansluit op de Veerkaden. Deze situatie betreft een lang bestaande fout in de Centrumring, welke bij verweerders bekend is. Niet voor niets zijn van de zijde van verweerders diverse (verkeers)plannen ontwikkeld, waaronder ‘De Kern Gezond’ uit 1989, het Binnenstadsplan 2000-2010 van februari 2001 en het Verkeersplan ‘Verkeersbeleid tot 2010, naar een integrale aanpak van verkeer en stedelijke ontwikkeling in Den Haag’ van november 2001, welke plannen het weren van het doorgaand verkeer uit de binnenstad voorstaan. Geen van deze verkeersplannen is echter daadwerkelijk uitgevoerd.
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 4 van 10
6. Daarbij komt bovendien dat de Centrumring pas op de bebording van de Utrechtsebaan staat aangegeven bij de afslag naar het centrum. Hierdoor rijdt het verkeer op de Utrechtsebaan dat vanaf Voorburg komt en naar het centrum van Den Haag gaat niet al bij de eerst mogelijke afslag - dat wil zeggen de afslag in Voorburg met nummer 4 richting Brinckhorstlaan vanaf de Utrechtse baan - de Centrumring op maar rijdt het verkeer via de Utrechtsebaan en de afslag bij het Prins Bernhardviaduct de Veerkaden op om vervolgens op die manier de gewenste bestemming in het centrum te bereiken. 7. Op zichzelf is het vorenstaande een deel van de verklaring van de problematiek van de Veerkades, maar deze problematiek heeft in 1998 een extra dimensie verkregen, omdat verweerders toen de Grote Marktstraat tijdelijk hebben afgesloten voor alle verkeer in verband met de aanleg van de tramtunnel. Toen de Grote Marktstraat nog niet was afgesloten, ging een groot deel van het verkeer dat nu via de Veerkades gaat via de Grote Marktstraat. 8. Het lijkt er op dat de tijdelijke sluiting van de Grote Marktstraat definitief aan het worden is, ondanks het gegeven dat de tramtunnel inmiddels is aangelegd. Appellanten menen dat dat niet gerechtvaardigd is nu mede ten gevolge daarvan de Veerkades tot de smerigste straten van Nederland zijn geworden. 9. In deze procedure wordt van de zijde van appellanten ook gevraagd om –middels daartoe strekkende verkeersbesluiten - zogenaamde “venstertijden” in te stellen voor het vrachtverkeer dat de bevoorrading verzorgt van de aan de Veerkades gevestigde winkels. Deze venstertijden gelden overigens in een groot deel van het centrum van Den Haag en werken daar naar volle tevredenheid. 10. Op basis van onderzoek staat vast dat bewoners van ernstig vervuilde straten zoals de Veerkades een tweemaal zo hoge kans hebben op sterfte door hart- en luchtwegaandoeningen (Hoek, G., Brunekreef, B., Goldbohm, S., Fischer, P., Van den Brandt, P.A.: ‘Association Between Mortality and Indicators of Traffic-Related Air Pollution in The Netherlands: A Cohort-Study’, The Lancet 2002, 360). Het is mede om die reden, dat appellanten een aanzienlijk belang hebben bij een versnelde behandeling van dit beroep, zoals bedoeld in artikel 8:52 Awb.
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 5 van 10
JURIDISCHE BEOORDELING
Reikwijdte van dit beroepschrift 11. De ouderraad van kinderdagverblijf De Blauwe Wasbeer komt niet in beroep tegen de bestreden beslissing en legt zich neer bij het niet-ontvankelijkheidsoordeel van verweerders. 12. Het Verkeersbesluit dat bij het inleidend verzoekschrift werd gevraagd ten behoeve van het weren van streekbussen op de Veerkades, kort gezegd het plaatsen van een bord C6 met een onderbord waarop vermeld staat dat dit verbod alleen geldt voor streekbussen, maakt geen onderdeel uit van dit beroep: sinds 22 augustus 2005 is het betreffende busverkeer volledig van de Veerkades verdwenen. 13. Het in het inleidend verzoekschrift vervatte meer algemene verzoek om al die maatregelen te treffen die naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders verder beoogd zijn om op de kortst mogelijke termijn de geldende normering volledig te respecteren, maakt verder geen onderdeel uit van dit beroep. 14. Het onderhavige beroepschrift concentreert zich dan ook op de kwestie van de venstertijden en op de afsluiting van de van de A12 afkomstige verkeersstroom.
Ontvankelijkheid 15. De Vereniging Milieudefensie en de Stichting Het Oude Centrum zijn van oordeel dat verweerders hen ten onrechte niet-ontvankelijk hebben verklaard. In de pleitnota van 2 augustus 2005 (bijlage 7) is uitvoerig uiteengezet waarom zowel de Vereniging Milieudefensie en de Stichting Het Oude Centrum belanghebbend zijn bij de te nemen verkeersbesluiten. 16. Daarnaast geldt voor de Vereniging Milieudefensie nog dat de in de pleitnota onder .20 genoemde door Milieudefensie gevoerde zaken maar wat voorbeelden zijn van de honderden uiteenlopende bestuursrechtelijke procedures die al vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw door Milieudefensie zijn gevoerd en waarbij zij telkens als belanghebbende is aangemerkt. Milieudefensie heeft bijvoorbeeld bij de Afdeling bestuursrechtspraak alleen al vanaf het jaar 2002 65 verschillende bestuursrechtelijke procedures aanhangig ge-
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 6 van 10
maakt op het gebied van milieu (waaronder lucht, water en geluid) waarbij zij in alle gevallen terecht en met recht ontvankelijk is verklaard. 17. Tussen al die honderden zaken zit er ook een waarin Milieudefensie zich bestuursrechtelijk keerde tegen een besluit op grond van de Wegenverkeerswet met het oog op de luchtkwaliteit. Het ging om een ontheffing van het bepaalde in artikel 24, eerste lid van de Wegenverkeerswet welke door burgemeester en wethouders van Holten was verleend aan de Motor- en Automobielclub de Holterberg voor het houden van een voorjaarsrit voor motoren. Milieudefensie heeft de voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State verzocht om schorsing van deze ontheffing omdat volgens Milieudefensie: “in de gemeente Holten sprake is van een grote mate van luchtverontreiniging. Door de wedstrijd zal er een verhoging plaatsvinden van de achtergronddepositie van verzurende stoffen”.
Milieudefensie werd ook in deze procedure gewoon als belanghebbende bij dat besluit aangemerkt ( VzARRvS 5 maart 1993, AB 1993, 323). 18. Niet alleen werd en wordt Milieudefensie in talloze bestuursrechtelijke procedures op grond van haar statuten als belanghebbende aangemerkt, ook gelet op de belangen die zij blijkens haar feitelijke werkzaamheden behartigt, volgt dat zij belanghebbende is bij het onderhavige besluit. 19. Inmiddels heeft de rechtbank Amsterdam in een vergelijkbare zaak een gelijkluidende beslissing op bezwaar vernietigd en geoordeeld dat de Vereniging Milieudefensie in zaken als de onderhavige inderdaad belanghebbend is bij een verzoek tot het nemen van een verkeersbesluit (rechtbank Amsterdam d.d. 7 oktober 2005, procedurenummer 05/3535 &05/3542, bijlage 11). 20. Met betrekking tot de Stichting Het Oude Centrum dient het oordeel niet anders te luiden. Immers, blijkens haar statutaire doelstelling richt deze stichting zich juist op de belangen van de bewoners en ondernemers binnen haar werkgebied. Die belangen zijn, het blijkt onder meer uit de onderhavige zaak, daadwerkelijk te onderscheiden van de belangen van “iedereen” die van de Haagse binnenstad gebruik maakt. Met name de gemotoriseerde weggebruikers vallen niet onder de doelstelling van de Stichting en het is juist dit wegverkeer, dat voor een belangrijk deel verantwoordelijk is voor de problematiek van de Veerkades. Daarnaast geldt dat verweerders sinds jaar en dag de Stichting tot nu toe óók op het gebied van de verkeersproblematiek en luchtkwaliteit als gesprekspartner hebben aanvaard en ook als zodanig bejegend.
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 7 van 10
Algemeen 21. Appellanten handhaven al hetgeen zij ter (feitelijke en juridische) onderbouwing van hun verzoeken in eerste aanleg naar voren hebben gebracht onverkort. Ze zijn van oordeel dat het bestreden besluit aan de door hen gehanteerde argumenten in het geheel geen recht doet, deze niet op hun waarde heeft weten te schatten en dat het ook overigens een besluit is dat onvoldoende draagkrachtig is gemotiveerd. Daarnaast geldt, dat het bestreden besluit geen recht heeft gedaan aan de betekenis van de relevante luchtkwaliteitsregelgeving en ten onrechte is uitgegaan van de aanname dat voor besluiten als de onderhavige een ruime beoordelingsvrijheid voor het bevoegde gezag zou bestaan. 22. De zojuist bedoelde beoordelingsvrijheid zou alleen maar bestaan, indien verweerders feitelijk met succes zouden kunnen stellen dat zij al maatregelen treffen, die het te realiseren doel: het respecteren van de normen voor fijn stof en stikstofdioxide, volledig realiseren. Daarvan is echter geen sprake. Zolang dat doel niet wordt bereikt, geldt dan ook –en dit geldt ook voor verweerders als het ter zake bevoegde gezag - dat al die maatregelen die bijdragen aan het realiseren van die doelstellingen van rechtswege geboden zijn. Ook dit aspect is in het bestreden besluit onvoldoende onderkend, mede ten gevolge waarvan het besluit in strijd met de relevante regelgeving genomen is.
Venstertijden 23. Hoewel in het bestreden besluit staat dat verweerders positief staan tegenover het instellen van venstertijden voor vrachtverkeer, hebben verweerders desondanks aan het desbetreffende verzoek van appellanten niet voldaan. De motivering voor deze afwijzing lijkt te zijn dat ter zake nader onderzoek moet worden gedaan naar de aard en omvang van het vrachtverkeer aan de Veerkaden. 24. De hier bedoelde motivering is onbegrijpelijk. Op pagina 49 van het Plan van Aanpak met betrekking tot de uitstoot van schadelijke stoffen door vrachtverkeer is onder meer het volgende te lezen: “In onderstaand overzicht staan de emissiefactoren voor vrachtverkeer op autosnelwegen. Congestie en rijden over sluiproutes leiden volgens dit overzicht tot een verdubbeling van de uitstoot van Nox en PM10. Het valt op dat met name de emissies van CO2, Nox en PM10 voor vrachtverkeer aanzienlijk hoger zijn dan voor het personen vervoer. Voor Nox is dat een factor 10 tot 20 in vergelijking met personenauto’s.” (Plan
49)
van Aanpak, november 2004, p.
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 8 van 10
Dit betekent dan ook dat ook al zou het aandeel vrachtverkeer relatief gering zijn in vergelijking met het aandeel personenauto’s aan de Veerkaden, de vermindering van de uitstoot van stikstofdioxide en fijn stof door het weren van het vrachtverkeer nog steeds substantieel zal zijn. 25. Bovendien, en belangrijker nog, zoals blijkt uit het Plan van Aanpak van november 2004 zijn de effecten van deze maatregel al onderzocht. Op pagina 68 van het Plan van Aanpak (tabel B4a en B4b) staat dat het weren van zwaar vrachtverkeer aan de Amsterdamse Veerkade in het jaar 2010 een vermindering van de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide van 7 microgram per kubieke meter tot gevolg zal hebben en een vermindering van de jaargemiddelde concentratie fijn stof van 2 microgram per kubieke meter. Voor de Stille Veerkade zal deze maatregel blijkens het Plan van Aanpak in 2002 een vermindering van respectievelijk 2 en 1 microgram per kubieke meter tot gevolg hebben. Het weren van het vrachtverkeer aan de Veerkaden is dan ook niet voor niets en volledig terecht een maatregel die in dit Plan van Aanpak wordt voorgesteld. 26. Gelet op het feit dat over de relevante feiten geen onduidelijkheid meer kan bestaan én gelet op het feit dat verweerders met deze venstertijden elders in de stad ook goede ervaringen hebben, bestaat voor verweerders op dit onderdeel geen ruimte om het verzoek tot instellen van venstertijden af te wijzen.
Afsluiten op– en afritten A12 27. Verweerders stellen zich op het standpunt dat de verkeersbesluiten die leiden tot het afsluiten van de op- en afritten van de A12 niet genomen kunnen worden, omdat een dergelijk besluit –kort gezegd - zal leiden tot verplaatsing van de luchtproblematiek. Deze motivering is onvoldoende draagkrachtig, doet geen recht aan het eigen beleid van de gemeente Den Haag en houdt geen rekening met de regelgeving die hier in het geding is. 28. Zoals gezegd was de Centrumring nu juist bedoeld om de binnenstad van Den Haag te ontzien, inclusief de (ten tijde van het instellen van de Centrumring expliciet genoemde) Veerkades. Alleen al aldus bezien, kan er geen sprake van zijn dat de problematiek met de gevraagde verkeersbesluiten wordt verplaatst (en om die reden niet toelaatbaar is), nu deze verplaatsing destijds juist mede werd beoogd. Overigens hebben verweerders nagelaten aannemelijk te maken dat de door hen gestelde verplaatsing van de problematiek zodanig is dat deze –hoe dan ook – het nemen van het gevraagde besluit in de weg staat.
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 9 van 10
29. Verder geldt, dat verweerders hierbij over het hoofd zien, dat het gesloten houden van de Grote Marktstraat nu juist mede voor een verplaatsing van de problematiek heeft gezorgd, welke verplaatsing nú volgens het bestreden besluit niet redelijk/verantwoord zou zijn. Immers, het staat vast -anders dan met de nu door verweerders gestelde verplaatsing - dat de afsluiting van de Grote Marktstraat het grootste deel van het verkeer dat via deze route werd afgewikkeld naar de Veerkades heeft geleid. Zou déze problematiek wel aanvaardbaar zijn, dan is sprake van willekeur, hetgeen eveneens tot vernietiging van de bestreden beslissing moet leiden. 30. Bij uitspraak van 29 september 1998 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak in een procedure over het bestemmingsplan “Grote Marktstraat e.o.” met betrekking tot de verkeerssituatie op de Veerkaden het volgende geoordeeld: “Met appellanten zijn wij evenwel van oordeel dat, teneinde de voorgenomen verkeerskundige maatregelen te kunnen verwezenlijken, voldoende uitzicht dient te bestaan op een goed functionerende binnenstadsruit. Blijkens de stukken onderschrijft ook het gemeentebestuur dat verbetering van de verkeersafwikkeling van de binnenstadsruit een vereiste is voor de in de nota De Kern Gezond aangegeven maatregelen. Blijkens het verhandelde ter openbare vergadering van de Afdeling, voornoemd, zal de binnenstadsruit niet binnen afzienbare tijd geheel zijn voltooid. In verband hiermede staat niet vast dat vooralsnog binnen de planperiode een adequaat functionerende verkeersroute voor het doorgaande verkeer beschikbaar zal zijn, als gevolg waarvan de verkeersdruk op de Veerkadenroute voorlopig aanmerkelijk zal toenemen. Onder deze omstandigheden alsmede in aanmerking genomen dat de herinrichting van de Grote Marktstraat, zoals in dit plan voorzien, onlosmakelijk verbonden is met de herinrichting van de Veerkadenroute, zijn wij van oordeel dat de plandelen die betrekking hebben op de Grote Marktstraat en de Veerkadenroute thans uit planologisch en verkeerstechnisch oogpunt niet aanvaardbaar zijn. Het bij het bestreden besluit goedgeleurde bestemmingsplan heeft gedeeltelijk betrekking op hetzelfde plangebied als het bestemmingsplan “De Kern Gezond”. In het voorliggende plan is de mogelijkheid opgenomen om de Grote Marktstraat autoluw te maken door middel van de in artikel 15, eerste lid, van de planvoorschriften opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Aan het toepassen van deze wijzigingsbevoegdheid is de voorwaarde gesteld dat de afwikkeling van het doorgaande verkeer moet zijn gegarandeerd. Verweerders hebben overwogen dat burgemeester en wethouders pas gebruik kunnen maken van de in artikel 15, eerste lid, van de planvoorschriften opgenomen wijzigingsbevoegdheid om de Grote Marktstraat autoluw te maken, nadat de binnenstadsruit en de parkeerroute gereed zijn. (…) Blijkens de stukken werd de doorstroming van het verkeer op de binnenstadsruit ten tijde van het nemen van het bestreden besluit nog op een aantal punten belemmerd. Uit de plantoelichting blijkt echter dat het gemeentebestuur verwacht dat de binnenstadsruit in het jaar 2000 zal zijn voltooid. De Afdeling is niet gebleken dat voltooiing van de binnenstadsruit binnen de planperiode niet mogelijk zal zijn. Op grond van het vorenstaande ziet de Afdeling geen grond voor het oordeel dat het voorliggende bestemmingsplan in strijd is met de strekking van het hiervoor genoemde Koninklijk Besluit."
(AbRvS d.d. 29 september 1998, zaaknummer E01.95.0524, bijlage
12) 31. Op dit moment functioneert de centrumring nog steeds niet omdat er geen aansluiting is van de Utrechtsebaan via het Prins Bernhardviaduct naar de centrumring. Hierdoor wordt
Beroepschrift Milieudefensie e.a./Burgemeester en Wethouders Den Haag inzake Luchtkwaliteit Veerkades 26 oktober 2005
Pagina 10 van 10
het verkeer direct naar het centrum c.q. de parkeerroute geleid, en wel via de Veerkaden. Zoals gezegd, is inmiddels de Grote Markstraat wel afgesloten voor verkeer zodat er geen enkele spreiding van dit voor een groot deel doorgaand verkeer is. Deze verkeerssituatie is niet alleen in strijd met voornoemde Afdelingsuitspraak, het heeft ook gezorgd voor de huidige – extreme - luchtkwaliteitsproblemen op de Veerkaden. 32. Ook overigens geldt voor de in dit onderdeel bedoelde problematiek, dat verweerders nalaten aan te tonen, dat zij ter zake al hetgeen doen wat van hen verlangd kan worden ter nakoming van op hen rustende verplichtingen. Te denken valt aan andersoortige bewegwijzering dan in deze zaak door appellanten is gevraagd teneinde het verkeer langs andere routes dan de Veerkades te leiden. Ook zouden verweerders het collega bestuur van de gemeente Voorburg allang hebben kunnen verzoeken de bewegwijzering aan te brengen richting “Centrumring Den Haag” op de afslag nummer 4, Voorburg richting Brinckhorstlaan vanaf de Utrechtse baan.
CONCLUSIE Tegen de achtergrond van al het voorgaande verzoeken appellanten de rechtbank Den Haag dan ook het door hen ingestelde beroep gegrond te verklaren, het bestreden besluit te vernietigen en te bepalen dat verweerders binnen zes weken, althans binnen een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen termijn, een nieuw besluit nemen, met veroordeling van verweerders in de kosten van deze procedure, zowel voor wat betreft de bezwaarschriftfase als met betrekking tot het onderhavige beroep.
A.H.J. van den Biesen