Aanbeveling Versie 1.0
Opmaak en uitwisseling
digitale plannen van het plannenregister in rasterformaat
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Afdeling Ruimtelijke Planning GIS-VLAANDEREN IS HET SAMENWERKINGSVERBAND VOOR HET OPTIMAAL GEBRUIK VAN GEOGRAFISCHE INFORMATIE IN VLAANDEREN
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
AANBEVELING
Aanbeveling voor de opmaak en uitwisseling van
digitale plannen van het plannenregister in rasterformaat identificatie versie publicatie achtergrond
A-GISVL-006-1.0 1.0 februari 2001 De ontwikkeling van deze aanbeveling vloeit voort uit art. 93 van het decreet van 8 mei 1999 houdende de organisatie van de Ruimtelijke Ordening waarbij elke gemeente verplicht is om een plannenregister op te maken, te actualiseren, ter inzage te leggen en er uittreksels uit af te leveren (zie http://www.vlaanderen.be/ned/sites/ruimtelijk )
auteurs
Jo Van Valckenborgh (OC GIS-Vlaanderen), Stephanie Maes (AROHM, afdeling Ruimtelijke Planning)
1. Voorwerp 1.1 Doelstelling Volgens art. 93 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de Ruimtelijke Ordening is elke gemeente verplicht om een plannenregister op te maken, te actualiseren, ter inzage te leggen en er uittreksels uit af te leveren. Dit is één van de voorwaarden waaraan de gemeente moet voldoen opdat ze op autonome wijze vergunningen zou kunnen afleveren. In het uitvoeringsbesluit hierover wordt het digitaal aanmaken van een plannenregister niet verplicht, maar wel ten zeerste aangeraden. Om de aanmaak, overdracht en uitwisseling van digitale plannen van het plannenregister te harmoniseren werd in samenwerking met AROHM, afdeling Ruimtelijke Planning deze aanbeveling geschreven. Deze technische aanbeveling sluit aan bij het uitvoeringsbesluit met betrekking tot de opmaak en actualisering van het plannenregister. Hier ligt de nadruk op de opmaak en uitwisseling van digitale plannen in rasterformaat en gegeorefereerde vorm. Het betreft hier de geldende plannen van aanleg, de onteigeningsplannen en rooilijnplannen opgenomen in het conform verklaarde plannenregister. De keuze van een rasterformaat voor digitale opmaak berust op o.a. volgende uitgangspunten : − de realisatie van een digitale archivering van een (oud) analoog plan; − een eenvoudige overdracht en uitwisseling binnen de overheidsinstanties op verschillende niveaus (gemeentelijk, provinciaal, gewestelijk) mogelijk maken; − de eenduidigheid en beschikbaarheid van het plan in het plannenregister vastleggen; − de mogelijkheid om het rasterbeeld als achtergrondkaart voor vectoriële digitalisatie van de contourenkaart van het plannenregister te stimuleren; − door de verschillende schaalniveaus, nauwkeurigheden, legende-eenheden en gebruikte of verouderde referentiekaarten is het op dit ogenblik niet opportuun om een eenduidig vectorieel GIS-formaat te vragen; − de raadpleging van deze documenten binnen een GIS of intranet-omgeving promoten; − het eenvoudig raadpleging van rasterbeelden in een viewer;
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
1
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
Deze aanbeveling, die vrij technisch van aard is, biedt de opdrachtgever of aanbesteder (bv een gemeente) de mogelijkheid om bij het laten uitvoeren van een opdracht de nodige technische en inhoudelijke specificaties mee te geven. Op het einde van deze aanbeveling worden een aantal technische termen kort beschreven in een verklarende woordenlijst.
1.2 Wat is het plannenregister ? Het plannenregister bevat:1 − de bestemmings - en uitvoeringsplannen en hun ontwerpen; − de rooilijnplannen; − de onteigeningsplannen; − de bouw - en verkavelingsverordeningen; − ruimtelijke informatie op basis van andere wetgeving; Het plannenregister vormt een soort "collage" van de genoemde informatie, bestaande uit papieren of (bij voorkeur) digitale kaartbladen. Het is bedoeld om te worden geconsulteerd bij elke vraag naar de gebruiksmogelijkheden van een grond (of een gebouw), en dus in ieder geval bij de beoordeling van vergunningsaanvragen. De opgenomen informatie moet daarom in de mate van het mogelijke op kadastraal perceelsniveau beschikbaar zijn. Het plannenregister moet op elk moment de actuele en alle relevante voorschriften bevatten die gelden voor een bepaald stuk grond. Los van de keuze om digitaal te werken bepaalt het besluit echter dat het plannenregister zal bestaan uit drie gedeelten met onderlinge verwijzingen: een planneninventaris, een contourenkaart, en de eigenlijke van kracht zijnde plannen en verordeningen. 1. De planneninventaris is een (bij voorkeur digitale) tabel die een overzicht geeft van al de plannen en verordeningen die in het plannenregister moeten opgenomen worden. Er is een uniek identificatienummer voor elk plan voorzien. 2. De contourenkaart2 is een grafische samenvatting van al de plannen of gedeelten van plannen die in het register dienen opgenomen te worden. De contouren van de nog van kracht zijnde of van de conform de vervalregeling weerhouden plangedeelten worden afgebakend en verzameld op één of meerdere overzichtskaarten. Iedere contour zal via een uniek planidentificatienummer3 verwijzen naar zowel de inventaris als naar de eigenlijke plannen. De contourenkaart heeft als meerwaarde dat de eigenlijke plannen zelf niet hoeven worden bewerkt en dat het probleem van de verschillende schaalniveau's wordt ondervangen. 3. De eigenlijke plannen zijn de originele (analoge) papieren plannen met de handtekening van de goedkeurende instantie op.
2. De entiteiten 2.1 De entiteit 'plan'. In deze aanbeveling wordt met het ‘plan’, meer specifiek de geldende plannen van aanleg, de rooilijnplannen en de onteigeningsplannen of betrokken plangedeelten weerhouden in het conform 1
Art. 92 Decr. 18.05.1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, B.S., 08.06.1999, 21001. Richtlijn aangaande de analoge opmaak van contouren van plannen en verordeningen voor het plannenregister AROHM (versie 1.0) 3 Richtlijn aangaande de opmaak van de tabel planneninventaris voor het plannenregister, AROHM (versie 1.0) 2
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
2
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
verklaarde gemeentelijk plannenregister, bedoeld. De analoge plannen zijn de originele papieren plannen met de handtekening van de goedkeurende instantie op. De resulterende bestanden omvatten minimaal : - de rooilijnplannen en onteigeningsplannen in rasterformaat ; en - de geldende plannen van aanleg (BPA, APA) in rasterformaat en gegeorefereerd met een middenschalige nauwkeurigheid. Het georefereren van rooilijnplannen en onteigeningsplannen wordt niet als prioritair aanzien daar testen uitwezen dat door o.a. varianten, ouderdom, schaalniveau, referentiemateriaal of kwaliteit van het plan het niet altijd eenduidig is om deze plannen te georefereren. Indien toch gegeorefeerd wordt dan dient het conform de procedure mbt de geldende plannen van aanleg (zie verder), uiteengezet in deze aanbeveling, te gebeuren.
2.2 Digitale opmaak Onder de term digitaal wordt in deze aanbeveling verstaan “het omvormen van analoge plannen (papier, film, kalk, …) naar een (gegeorefereerd) digitaal bestand in rasterformaat”. Bij de omvorming dient met een aantal criteria rekening te worden gehouden. Algemeen worden volgende stappen genomen om een analoog document om te zetten in een digitaal gegeorefereerd raster-document dat vervolgens bv opgeslagen wordt op CD-rom. 1. Plan : Eventueel opschonen en repareren via groot formaat kopie. 2. Scanning : Het plan wordt in de scanner geplaatst. Vervolgens worden diverse parameters ingesteld zoals rasterformaat, papiersoort, de grijs- of kleurwaarde, de afmeting van de tekening, de filtering, het verwijderen van vlekjes (speckel-removal) e.d.. Als het scanningproces nu gestart wordt ontstaat een digitaal rasterbeeld van het plan in een rasterformaat. 3. Rasterrotatie/ Rastercontrole : Onvolkomenheden uit de rasterfase worden indien nodig gecorrigeerd, zoals rechtzetten van tekening t.g.v. het scannen, bepalen van de afwijkingen t.g.v. rek en krimp van het origineel. 4. Georeferentie – Resampling 5. Opsplitsen van het rasterbeeld in afzonderlijke bestanden (planbedekking en legende, zie verder) – Afhankelijk van de gebruikte techniek (o.a. snelheid) van gebruikte soft- en hardware kan de georeferentie van de planbedekking na de opsplitsing in afzonderlijke bestanden plaatsvinden. 6. Opslag op CD-rom : De documenten worden opgeslagen op CD-rom en kunnen is b.v. Imaging van windows 95 bekeken en afgedrukt worden. 2.2.1 Wijze van aanmaak 2.2.1.1. Via (kleuren)scanning Algemeen • Bij een externe opdracht : Enkel inscanning van bv. de door de opdrachtgever (bv gemeente) ter beschikking gestelde plan op maatvaste film of papier wordt aanvaard – (zoveel mogelijk de originele documenten, niet geplooid of opgerold geven de beste resultaten). Bij de oplevering van de opdracht wordt het plan en eventueel bijkomende verkregen informatie, aan de opdrachtgever terugbezorgd in de staat waarin deze ter beschikking gesteld werden (bv niet geplooid, …). • Er worden minimaal volgende bestanden gegenereerd (zie figuur 1-2) (naamgeving zie 3.4) : Voor de geldende plannen van aanleg (*): 1. het plan : alle informatie die op het plan aanwezig is, zowel lijn als tekstinformatie (bv handtekening, administratieve info, legende, noordpijl, planbedekking, …) zoals het juridisch goedgekeurd is – (optie : gegeorefereerd) 2. de planbedekking : het kaartgedeelte van het plan (zie figuur 1) - gegeorefereerd
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
3
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
3. de legende (zie figuur 2) : verklaring van symboliek, opschrift, … gebruikt in de planbedekking : niet gegeorefereerd en georïenteerd conform opschrift. Voor de rooilijnplannen en onteigeningsplannen (*) 1. het plan : alle informatie die op het plan aanwezig is, zowel lijn als tekstinformatie (bv handtekening, administratieve info, legende, noordpijl, planbedekking, …) zoals het juridisch goedgekeurd is – (optie : gegeorefereerd) 2. de planbedekking : (optie : gegeorefereerd) 3. de legende : verklaring van symboliek , opschrift, … gebruikt in de planbedekking – niet gegeorefereerd en georïenteerd confom opschrift (*) Indien het plan, omwille van technisch redenen, (bv breedte en lengte groter dan A0-formaat scanner) niet in zijn geheel, maar in delen wordt ingescand, dan kunnen de betrokken delen na het scannen te worden samengevoegd naar één digitaal bestand. •
De te leveren niet gegeorefereerde digitale rasterbestanden zijn georiënteerd overeenkomstig de oriëntatie van het opschrift/hoofding aanwezig op het betreffende plan.
De scanner • Het netto te scannen oppervlak kan A0 (118.8 x 84 cm) en groter zijn. • De vormvastheid van het scan procédé garandeert globale afwijkingen in x en y kleiner dan 0.010 inch (0.2 mm).
Specificaties van de te leveren scanningen • • •
De scanning gebeurt met minimale resolutie van 300 pixels per inch (dpi) in één enkele passage per plan. Hogere waarden zijn toelaatbaar en afhankelijk van o.a. schaal of kwaliteit van het plan. 1 bit (Black&White) voor zwart-wit plan (voornamelijk de onteigenings- en rooilijnplannen). 8 bits (indexed color) voor ingekleurd plan (voornamelijk de geldende plannen van aanleg) (optioneel 24-bit RGB, wanneer meer dan 256 kleuren vereist zijn ).
2.2.1.2 Via omvorming digitaal vectorieel bestand (optioneel) Bij overdracht naar derden is het wenselijk om over een rasterbestand te kunnen beschikken. Meer en meer worden recente plans door ontwerpers digitaal opgebouwd binnen een GIS- en of CADomgeving. Toch is het op dit ogenblik niet opportuun, door o.a. de verschillende schaalniveaus, nauwkeurigheden, variabele legende-eenheden of gebrek aan digitale handtekening om de vereiste digitale (vectoriele en/of gegeorefeerde) broninformatie van een dergelijk plan op te vragen. Een aldus opgebouwd digitaal plan is immers het samenvoegen van symbolen, figuren, logo’s, referentiekaarten, … binnen een bepaalde GIS of CAD-omgeving. Technisch is het momenteel niet haalbaar om voor elk specifiek plan de specifieke digitale info op te vragen en te hanteren. De ontvanger (overheidsdienst, derden, …) van deze informatie beschikt veelal niet over de juiste GIS- en of CAD software om op basis van deze bestanden eenzelfde digitale output te kunnen genereren. Voor deze digitaal opgemaakte plannen, binnen een GIS of CAD-omgeving gerealiseerd, is het meestal wel mogelijk sofware-matig ipv een analoge afdruk een digitale output naar een (gegeorefereerd) rasterbestand conform deze aanbevelingen te realiseren. De rasteroutput dient wel identiek te zijn aan het juridisch goedgekeurde analoge plan. Een rasterbestand opgemaakt conform deze aanbeveling is in de meest gangbare ‘imaging’ software te visualiseren.
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
4
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
Figuur 1 : Rasterbestand van de planbedekking van een bpa
Figuur 2 : Rasterbestand van de legende van een bpa
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
5
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
2.2.1.3 Omzetten van voorschriften naar alfanumerische digitale bestanden (optioneel) Algemeen Aansluitend op het inscannen van het plan is het mogelijk om de voorschriften van de geldende plannen van aanleg om te zetten van analoog naar digitaal formaat. De tekst dient hierbij letterlijk te worden overgenomen. Formaat en naamgeving van de bestanden De teksten van de voorschriften kunnen per BPA, gebundeld worden in één pdf bestand. Alleen de Acrobat Reader is dan nodig, die vrij kan meegeleverd worden. Voor meer info omtrent aanmaak van pdf-bestanden zie http://www.adobe.be/. 2.2.2 Georeferentie : coördinatenstelsel, schaal en nauwkeurigheid Dit wordt uitgevoerd voor de planbedekking van het plan : Georeferentie via een affiene (eerste orde) transformatie : • De affiene transformatie houdt rekening met volgende randvoorwaarden: De transformatie wordt gedefinieerd op basis van minstens 3 goed identificeerbare grondcontrolepunten homogeen verspreid over het plan. Een set van punten liggen zo dicht mogelijk tegen de rand van het te transformeren gebied, en dit zonder invoering van redundantie. De overige punten worden verspreid gekozen naar het centrum van het gebied toe. • In deze fase van digitale omvorming en uitwisseling wordt voor de betrokken plannen een middenschalige nauwkeurigheid (1/10.000) vereist. • Voor de georeferering op middenschalig niveau wordt prioritair gebruik gemaakt van de volgende digitale middenschalige referentiebestanden van het OC GIS-Vlaanderen : − digitale zwart-wit orthofoto’s van het NGI (grondresolutie 1m); − digitale topografische kaarten van het NGI op schaal 1/10.000; − de gescande kadasterkaarten KADSCAN (zie http://www.gisvlaanderen.be) met lokaal variabele nauwkeurigheid − digitale kleuren orthofoto’s met grondresolutie 1m (met uitzondering van de gebieden die vallen onder kaartbladen 25, 26, 33 en 34 waarvoor enkel analoge afdrukken op schaal 1/10.000 kunnen ter beschikking gesteld worden). Indien andere midden- of grootschalige referentiebestanden voor het gebied ter beschikking zijn, kunnen deze na toestemming van het OC GIS-Vlaanderen en AROHM/afdeling Ruimtelijke Planning gebruikt worden voor de georeferering. • Het type referentiepunten dat in aanmerking mag genomen worden is afhankelijk van de aard en schaal van het referentiemateriaal en kan omvatten: − duidelijke zichtbare hoekpunten van percelen die eenduidig identificeerbaar zijn op de referentiebestanden en het plan; − kruisingen van duidelijk identificerende lijnvormige kaartelementen zoals kleinere wegen, waterlopen, spoorwegen...; − hoekpunten van percelenblokken; − perceelgrenzen langs de rand van het openbaar domein; − hoekpunten van gebouwen, grenzend aan het openbaar domein; • Indien voor het opzetten van de transformatie ook projectieparameters vereist zijn in de gebruikte software, dan worden volgende parameters meegegeven voor een optimale benadering van de Belgische Lambert 72/50 projectie: eerste standaard parallel: 49°50’00”00204 N tweede standaard parallel: 51°10’00”00204 N centrale meridiaan: 4°22’02”952 O centraal punt: 50°47’57”704 N breedte van de oorsprong: 90° N false northing: 5400088,4378 false easting: 150000,01256
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
6
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
Resampling/Rectification - de transformatiewijze − zwart-wit : nearest neighbour (het naaste buur algoritme) − voor kleuren : cubic convolution of bilinear interpolation Opsplitsen Het bestand wordt opgesplitst in afzonderlijke bestanden (zie hogervermelde indeling van de beoogde bestanden 2.2.1.1). Individuele plannen die digitaal in rasterformaat en gegeorefereerd op grootschalig niveau reeds beschikbaar zijn en de aanbeveling naar bestandsformaat naleven kunnen na goedkeuring door AROHM, afdeling Ruimtelijke Planning of OC GIS-Vlaanderen intrinsiek opgenomen worden. Er wordt immers in eerste instantie alleen minimaal een middenschalige nauwkeurigheid gevraagd.
3. Implementatie 3.1 Uitvoering Verdere informatie over deze aanbeveling kan steeds aangevraagd worden bij OC GIS-Vlaanderen Vlaamse Landmaatschappij Gulden Vlieslaan 72 B 1060 Brussel
3.2 Metadata Metadata is informatie over de inhoud, de oorsprong, de kwaliteit, enz. van de dataset. Gevraagd wordt om de metadatafiche van de gegroepeerde bestandsformaten, hier voornamelijk wijze (nauwkeurigheid, gebruikte programmatuur, wijze van transformatie, schaal, …) van verrastering, aan de uitwisseling toe te voegen. Beter is het om metadata specifiek voor het geheel van de uitgewisselde bestanden op te stellen. Meer over de te volgen werkwijze vindt u op de website van het OC (http://www.gisvlaanderen.be rubriek SPIDI).
3.3 Formaat van uitwisseling 3.3.1 Rasterformaat De gescande bestanden worden bewaard in TIFF formaat: (Tagged Interchange File Format) TIFF specificatie revisie 6. Meer informatie kan gevonden worden op het internet http://partners.adobe.com/asn/developer/PDFS/TN/TIFF6.pdf • resolutie eenheid: pixels per inch (dpi) • compressie-algoritmen bij het scannen : − G4 voor Black en White (CCITT.G4) − PackBits voor kleur Opm. : LZW (Lempel-Ziv-Welch) is niet aangewezen • optioneel : tiling of striping (aan te raden strips/tiles grootte < 128 kBytes) • geen toevoeging van zogenaamde private tags (bv rotatiefactor) of
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
7
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
JPEG formaat (Joint Photographic Experts Group) (24 bit data) : JPEG-formaat is de resultante van een compressiealgoritme dat vooral wordt gebruikt voor compressie van ware kleuren, meer specifiek fotomateriaal voor het internet of intranet. Bestanden van dit type zijn te herkennen aan de extensie .jpg of .jpeg. (Er dient omzichtig met de compressiefactor te worden omgesprongen om het kwaliteitsverlies beperkt te houden.). Meer informatie kan gevonden worden op het internet http://www.faqs.org/faqs/jpeg-faq • kwaliteitsfactor > of = 6 op een schaal van 1 tot 10 De keuze van deze rasterformaten kent o.a. volgende redenen : • een algemeen gebruik binnen de GIS en CAD-sofware; • een koppeling met georeferentie-informatie; • een omzetting naar andere rasterformaten is perfect mogelijk. 3.3.2 Rasterformaat en gegeorefereerd 3.3.2.1 Formaat Voor de opmaak van gegeorefereerde rasterbeelden wordt ofwel GeoTIFF of JPEG-formaat opgelegd. Het eerste formaat (GeoTIFF) is preferentieel, door o.a. algemeen gebruik binnen een GISomgeving. GeoTIFF formaat: (Tagged Interchange File Format) met minimum volgende specificaties: • • • • • • •
Alle bovenstaande TIFF specificaties blijven behouden ! Private tags (zoals rotatiefactor) zijn niet toegelaten, met uitzondering van de GeoTIFF tag. De geografische referentie wordt toegevoegd volgens de GeoTIFF specificatie (voor verdere inlichtingen, zie internet webpagina http://www.remotesensing.org/geotiff/geotiff.html) De inhoud van de geografische referentie omvat minimaal volgende informatie: ModelTiepointTag (0, 0, 0, x, y, z) (z = 0). ModelPixelScaleTag (x-dim, y-dim, 0) (pixeldim. uitgedrukt in meter, 2 beduidende cijfers na de komma; z = 0). GeoKeyDirectoryTag: GTModelTypeGeoKey = 1 (ModelTypeProjected) GTRasterTypeGeoKey = 1 (RasterPixelIsArea) GeographicTypeGeoKey = 4313 (GCS_Belge_1972) ProjectedCSTypeGeoKey = User-Defined ProjectionGeoKey = User-Defined ProjLinearUnitsGeoKey = 9001 (Linear_Meter) ProjCoordTransGeoKey = 8 (CT_LambertConfConic_2SP) ProjStdParallel1GeoKey = 49.833333333333 ProjStdParallel2GeoKey = 51.166666666667 ProjCenterLongGeoKey = 4.367486388889 ProjNatOriginLatGeoKey = 90 ProjFalseEastingGeoKey = 150000.01256 ProjFalseNorthingGeoKey = 5400088.4378000004
JPEG formaat (Joint Photographic Experts Group) (24 bit data) : Zie hoger
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
8
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
AANBEVELING
3.3.2.2 Georeferentie hulpbestanden bij te leveren voor TIFF en JPEG Ook al wordt met een GeoTIFF gewerkt, toch dienen deze worldfiles bij elke gegeorefereerd plan te worden meegeleverd. Dit biedt immers de mogelijkheid om binnen een ruimer gamma aan GIS- en of CAD-software deze rasterdata aan te spreken. •
•
Deze ‘world’ bestanden bevatten informatie over de geografische ligging van het gelijknamige raster-bestand. Voor een TIFF-bestand gebeurt dat in de vorm van een .tfwbestand. Voor een JPEG-bestand gebeurt dat in de vorm van een .jgw bestand. Het formaat van deze bestanden is identiek. Alle georeferentie hulpbestanden zijn ASCII bestanden (tekst-bestanden) bestaande uit zes lijnen, overeenkomstig de specificaties van ‘ESRI world files’ :
x’ = Ax + By + C y’ = Dx + Ey + F met x,y als beeldcoördinaten en x’,y’ als wereldcoördinaten, en als volgt gestructureerd in het bestand: A (schaalfactor in m/pixel in x-richting (minimum 2 beduidende cijfers na de komma)) D (rotatiefactor in x (minimum 2 beduidende cijfers na de komma)) B (rotatiefactor in y (minimum 2 beduidende cijfers na de komma)) E (schaalfactor in m/pixel in y-richting (minimum 2 beduidende cijfers na de komma; negatief!!)) C (translatiefactor in x (uitgedrukt in meter, minimum 2 beduidende cijfers na de komma)) F (translatiefactor in y (uitgedrukt in meter, minimum 2 beduidende cijfers na de komma)) 5.00000000000 0.000000000000 0.000000000000 -5.000000000000 146016.027 168171.812
A D B E C F
Figuur 3 : Een tfw bestand met beschrijving
3.4 Naamgeving De entiteit plan wordt per fusiegemeente, conform hun rubrieknummer uit de planneninventaris, digitaal gegroepeerd in aparte directories. De naamgeving (Na) van elk digitaal bestand (Na.tif of Na.jpeg / Na.tfw of Na.jgw) bestaat uit het planidentificatienummer conform de planneninventaris, maar zonder decimaal teken. Conform de technische richtlijnen digitale tabel planneninventaris wordt dit voor de betrokken plannen : rubriek 2.23 2.24 2.41 2.42 2.43 2.51 2.52
Betekenis Na Algemeen Plan van Aanleg (APA) 223 Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) 224 Rooilijnplan (gewestelijk) 241 Rooilijnplan (provinciaal) 242 Rooilijnplan (gemeentelijk) 243 Onteigeningsplan voor economische expansie niet 251 verplicht in eerste plannenregister) Onteigeningsplan 252
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
9
AANBEVELING
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
Het plan (planbedekking en legende) voor een bpa (rubriek 2.24) van een bepaalde gemeente Bv. Raster van volledig plan (planbedekking en legende) : 224_1_1.tif De legendefiles krijgen een suffix ‘leg’ om aan te tonen dat de inhoud de legende omvat die is weergegeven op het plan. Bv. Voor de legende van een bpa (rubriek 2.24) van een bepaalde gemeente 224_1_1_leg.tif De planbedekking krijgt een suffix ‘plan’ om aan te tonen dat de inhoud de planbedekking omvat. Ook de georeferentiefile is vereist daar dit plan ook wordt gegeorefereerd. Bv. Voor de planbedekking van een bpa (rubriek 2.24) van een bepaalde gemeente 224_1_1_plan.tif 224_1_1_plan.tfw Optioneel : Indien voorschriftbestanden van een plan alfanumerisch digitaal ter beschikking zijn, krijgt het planidentificatienummer een suffix ‘voor’ : Bv. Voor de voorschriften van een bpa (rubriek 2.24) van een bepaalde gemeente 224_1_1_voor.pdf
3.5 Organisatie De te leveren rasterbeelden, gegroepeerd per rubriek, worden verder gegroepeerd in een administratieve gemeente-map die als naam de NIS-code van de administratieve fusiegemeente draagt.
3.6 Archivering Per globale dataset (de shapefiles) op de CD-rom wordt tevens naast de metafiches (zie hoger) een <archiefnaam>.txt (samengesteld uit nisnummer gemeente met extensie txt) toegevoegd met als inhoud: • summiere uitleg mbt de overdracht van informatie (verantwoordelijke, adres, datum van overdracht , tel, e-mail, …) datum van aanmaak CD-rom volgens JJJJMMDD notatie met JJJJ : jaartal AD, MM : maand (rechts gealigneerd en opvulling met 0 en DD: (rechts gealigneerd en opvulling met 0) • lijst van bestanden opgenomen in de dataset
3.7 Volumes en drager De digitale archieven worden op CD-rom weggeschreven en opgestuurd naar MVG - departement LIN Administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen Afdeling Ruimtelijke Planning Graaf de Ferraris-gebouw Koning Albert II-laan 20 bus 7 1000 Brussel De identificatie van de drager is samengesteld uit volgende onderdelen : - 5 karakters voor het type bestanden: PLREG (Plannenregister), - 6 karakters voor het type formaat: RASTER (Rasterformaat), - 5 karakters voor de NIS-code van de betreffende fusiegemeente
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
10
AANBEVELING -
Opmaak en uitwisseling van digitale plannen van v/h plannenregister in rasterformaat
2 karakters voor nummer CD-rom bv. PLREG_RASTER_46014_01
indien
meerder
CD-roms
vereist
zijn
4. Verklarende woordenlijst Affiene of eerste orde transformatie : meetkundige transformatie bedoeld om via resampling de meetkundige gegevens van het beeld om te zetten naar het coördinatenstelsel voor het betreffende gebied (in Belgische Lambert projectie). Een eerste orde transformatie is lineair en heeft minimaal drie punten (de georeferentie- of paspunten) nodig. Georefereren of het ruimtelijk positioneren van het plan in het Lambert-72/50 stelsel. LZW-compressie algoritme (Lempel-Ziv-Welch), zorgt ervoor dat de afbeelding in een zo klein mogelijk bestand opgeslagen en getransporteerd kan worden. Het compressie-algoritme is in 1994 gepatenteerd door Unisys. Software-bouwers die het algoritme in hun software verwerkt hadden, moeten bij Unisys een licentie aanvragen voor het gebruik van dit patent. Recentelijk heeft Unisys ook web-site houders bericht gegeven dat het opslaan en via internet verspreiden van GIF met LZWcompressie bestanden nu ook aan licentie-rechten is onderworpen. Scannen: Het aftasten van een object of beeld. Scanner: Instrument gebruikt om analoge gegevens te digitaliseren in rasterformaat (rasteren). Dit kan in wit-zwart of kleur gebeuren. De resolutie wordt uitgedrukt in het aantal dpi (dots per inch).
5. Referenties Aanbeveling digitale uitwisseling contouren van het plannenregister (versie 1.1) OC GIS-Vlaanderen Richtlijn aangaande de opmaak van de tabel planneninventaris voor het plannenregister, AROHM (versie 1.0) Richtlijn aangaande de analoge opmaak van contouren van plannen en verordeningen voor het plannenregister AROHM (versie 1.0)
Ondersteunend Centrum GIS-Vlaanderen
11