Uitgangspunten en elementen voor Inpassingovereenkomst en Uitvoeringsprogramma A13/A16 Rotterdam (versie BAG d.d. 25 juni 2015)
Introductie Nu de concept-Afsprakenkaart is vastgesteld door de BAG A13/A16, worden de afspraken tussen Rijk en regionale partijen langs twee sporen uitgewerkt conform de Startnotitie ‘Inpassing in Samenhang’. Spoor 1: een Inpassingsovereenkomst tussen Rijk en regio over alle aan het tracé gerelateerde afspraken en/of die vanuit de regionale bijdrage worden gefinancierd; Spoor 2: een Uitvoeringsprogramma tussen regionale partijen over de uitvoering van de inpassingsmaatrelen vanuit de regionale bijdrage die buiten het tracégebied liggen. Zie voor verdere toelichting/context het bijgevoegde schema uit de Startnotitie (bijlage 1) Naast deze hoofdsporen zijn er - uiteraard - nog andere afspraken die bilateraal tussen de partijen moeten worden geregeld. In bijlage 2 is aangegeven welke te maken afspraken waarin worden belegd of tussen partijen worden geregeld.
1
Bespreekpunt 1: welke partijen ondertekenen de Inpassingsovereenkomst? Standpunt DGB: DGB wil dat de Inpassingsovereenkomst uitsluitend met bekostigende partijen (namens alle andere regionale partijen) wordt gesloten en dat de inhoud van de Inpassingsovereenkomst zich beperkt tot de gewijzigde besteding van de EUR 30 mln. Motivering De regio wenst de in december 2011 gemaakte bestuurlijke ‘principeafspraken’, die in 2012 na regionale besluitvorming erover zijn bekrachtigd en definitief met de Minister zijn overeengekomen, op onderdelen te wijzigen. Dit betreft specifiek de besteding van EUR 30 mln. (p.p. 2010) van de regionale bijdrage. Deze EUR 30 mln. zou worden besteed aan de groene grondwallen, het recreaduct en de langzaam verkeersverbinding. De Minister heeft deze maatregelen opgenomen in het standpunt A13/A16. De regio wil deze EUR 30 mln. anders besteden. De Minister heeft daarop aangegeven dat zij bereid is om afspraken te maken over een gewijzigde besteding van deze EUR 30 mln. van de regio. Met het sluiten van de Inpassingsovereenkomst tussen de Minister en dhr. Langenberg als portefeuillehouder MRDH en tevens wethouder gemeente Rotterdam wordt dit geregeld. De MRDH en de gemeente Rotterdam stellen (in een bepaalde verhouding) de bedoelde EUR 30 mln. ter beschikking en willen de oorspronkelijke besteding ervan wijzigen. De Minister, de MRDH (als opvolger van de stadsregio Rotterdam) en de gemeente Rotterdam zijn de partijen die destijds de bestuurlijke ‘principeafspraken’ hebben gemaakt. Ook zijn dit alle partijen die financieel bijdragen aan de A13/A16. De regio wenst tevens regionale besluitvorming te laten plaatsvinden in raden en staten, zodat dhr. Langenberg de Inpassingsovereenkomst met de Minister namens de regio (met mandaat) kan ondertekenen. De Minister is geen partij in deze regionale besluitvormingsprocedure. De Inpassingsovereenkomst beschrijft de wijziging van de eerder met de Minister gemaakte afspraken. Omdat de regio maatregelen wenst die naar hun aard in het Tracébesluit A16 dienen te worden opgenomen dient de Inpassingsovereenkomst duidelijk te zijn over wat de Minister precies in het kader van dit Tracébesluit A16 zal doen, welke (financiële) voorwaarden daarbij gelden en welke maatregelen de regio zelf uit zal voeren (en dus niet in het Tracébesluit worden opgenomen). De Minister is geen partij bij het Uitvoeringsprogramma van de regionale partijen. De Minister stelt het Tracébesluit A16 op en voert dit uit.
2
Standpunt Regiopartijen De Regionale partijen willen conform de eerder overeengekomen Startnotitie ‘Inpassing in Samenhang’ de afspraken rond de Concept-Afsprakenkaart met alle partijen vastleggen om zo breed mogelijk bestuurlijk commitment tot stand te brengen én de samenhang tussen de afspraken te benadrukken. Daarom is het ook gewenst dat alle partijen, dus ook provincie Zuid-Holland en gemeente Lansingerland, de Inpassingsovereenkomst ondertekenen. Motivering Conform de gezamenlijk overeengekomen Startnotitie ‘Inpassing in Samenhang’ worden de afspraken die voortvloeien uit de Afsprakenkaart uitgewerkt en vastgelegd in: 1) de Inpassingsovereenkomst, 2) het Uitvoeringsprogramma en 3) bilaterale uitvoeringsovereenkomsten. Zoals eerder in deze notitie aangegeven is de Inpassingsovereenkomst een overeenkomst tussen Rijk en regiopartijen over alle aan het tracé gerelateerde afspraken en/of maatregelen die vanuit de regionale bijdrage worden gefinancierd. Deze afspraken vloeien voort uit de ‘bestuurlijke ‘principeafspraken’ en de Afsprakenkaart. De Minister en de portefeuillehouder van de stadsregio (nu MRDH) zijn het eind 2011 eens geworden over de uitwerking van de A13/A16 op hoofdlijnen, de zgn. bestuurlijke ‘principeafspraken’, onder voorbehoud van besluitvorming in de (deel)gemeenteraden en provinciale staten. Medio 2012 hebben, alle regionale partijen de ‘principeafspraken’ onderschreven. Voorts is vanwege de grote samenhang tussen de weg en de omgeving ook door Rijk en de regionale partijen een gezamenlijk planuitwerkingsproces doorlopen ten einde gezamenlijk afspraken te maken over de aanvullende inpassingsmaatregelen. Gezamenlijke ondertekening van de Inpassingsovereenkomst borgt de samenhang en doet daarmee recht aan gehele voorgaande proces. Vanuit oogpunt van bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak is gezamenlijke ondertekening eveneens nodig, omdat partijen zich met ondertekening ook committeren aan de nu voorliggende uitkomsten en de medewerking in de vervolgfasen. Aandachtspunt is wel de bestuurlijke besluitvorming binnen de partijen. Meerdere ondertekenaars betekent ook dat de Overeenkomst op meerdere tafels besproken moet worden. De bestuurlijke planning biedt voldoende ruimte om dit te faciliteren. Afstemming hierover vindt plaats in de BAG.
3
Spoor 1 : Inpassingsovereenkomst tussen Rijk, MRDH, Rotterdam(,Lansingerland en PZH) 0. Overwegingen In de overwegingen wordt de aanleiding voor de Inpassingsovereenkomst geduid (verwijzing naar bestuurlijke ‘principeafspraken’, standpunt Minister, Afsprakenkaart en overige genomen besluiten) Tevens zal aandacht worden besteed aan te maken uitvoeringsafspraken, waaronder - afspraken met Lansingerland over de realisatie van een fietstunnel nabij de N209; - afspraken met de wegbeheerders over de monitoring van de gevolgen van de A13/A16 voor wegvakken op het onderliggend wegennet en de procesafspraken hierover; - afspraken met het Recreatieschap over de afwerking van de Landtunnel.
1. Landtunnel op maaiveld (uitvoering door de Minister) a. bekrachtiging bijdrage regio (EUR 70 mln.) aan de bekostiging van de Landtunnel op te nemen als onderdeel van de inhoudelijke scope van de Inpassingsovereenkomst?
Bespreekpunt 2: Standpunt Regiopartijen: De regiopartijen zien dit als onlosmakelijk onderdeel van de inpassingsafspraken (Afsprakenkaart) en als uitwerking van de bestuurlijke ‘principeafspraken’, waarin is aangegeven dat de regio EUR 100 mln. ter beschikking stelt voor extra inpassingsmaatregelen, waaronder ook de landtunnel. Per brief d.d. 10-12-2014 heeft de stadsregio Rotterdam (nu MRDH) aangegeven dat EUR 70 mln. beschikbaar wordt gesteld voor de landtunnel, met dien verstande dat dit samen met de EUR 30 mln. voor de overige inpassingsmaatregelen nog formeel bekrachtigd dient te worden in de Inpassingsovereenkomst. Met de vaststelling van de Afsprakenkaart hebben de regionale partijen de inzet van de EUR 100 mln. bepaald. Conform de tussen Rijk en regio overeengekomen startnotitie “Inpassing in Samenhang” vindt formele bekrachtiging van deze inzet plaats in de Inpassingsovereenkomst (spoor 1)en het Regionaal Uitvoeringsprogramma (spoor 2). Daarnaast speelt dat de gemeenteraad van Rotterdam het aandeel in de regionale bijdrage nog dient te voteren. Standpunt DGB In december 2011 zijn de bestuurlijke ‘principeafspraken’ gemaakt, die in 2012 na regionale besluitvorming erover zijn bekrachtigd en definitief met de Minister zijn overeengekomen. Daarmee is sprake van een definitieve bijdrage van de regio van EUR 70 mln.(p.p. 2010) voor de tunnel op maaiveld. Daarom is deze tunnel op maaiveld inmiddels in het door de Minister vastgestelde OTB A16 opgenomen. Nadien heeft dhr. Langenberg opnieuw bevestigt, dat de regio EUR 70 mln. zal bijdragen aan de tunnel op maaiveld, en wel in 2017, uitgaande van de vigerende projectplanning. Van besluitvorming door raden en staten over de regionale bijdrage aan de tunnel op maaiveld kan daarom geen sprake zijn. Deze afspraak kan daarom buiten de scope van de Inpassingsovereenkomst blijven, maar wordt wel in de overwegingen meegenomen. b. mogelijk maken van een eventuele verlaging in TB en uitvragen aan marktpartijen op basis van EMVI-criteria (maximaal tot half verdiepte ligging) (verplichting Minister);
4
c. verschuiving zuidelijke tunnelmond (verplichting Minister) indicatief :tot voorbij tweede kwelsloot d. verwijzing naar uitvoeringsafspraken met het recreatieschap Rottemeren In de Inpassingsovereenkomst zal een verwijzing worden opgenomen naar de afspraken die tussen RWS en het recreatieschap Rottemeren worden gemaakt over de basisinrichting van de landtunnel, inclusief deklaag op de tunnel, herstel van verbindingen en boswet/watercompensatie (zie overzicht in bijlage 2). 2. Recreaduct (uitvoering door Minister) - in het Tracébesluit wordt een 8 meter breed fiets- en voetgangersbrug opgenomen; - het recreaduct gaat mee in de aanbesteding van de rijksweg; - door Rotterdam wordt zo spoedig de ruimtelijke ligging en aansluitingen in parken geformuleerd en de financiële scope en de functionele eisen bepaald. Vervolgens worden de ontwerpeisen in relatie tot financiële raming door RWS getoetst; - vormgeving van het recreaduct moet passen binnen Esthetisch Programma van Eisen (Epve). RWS en Rotterdam maken nadere afspraken over de betrokkenheid van de gemeente bij de beoordeling van het recreaduct in het kader van de aanbesteding; - overige uitvoeringsafspraken waaronder beheer en onderhoud worden in een uitvoeringsovereenkomst vastgelegd (voor 1 december 2015). 3. Saldo nul maatregelen (uitvoering door Minister) a. Toepassing tweelaags ZOAB-fijn - TLZOAB-fijn wordt aangebracht op het nieuwe tracé tussen het Terbregseplein en de Oude Bovendijk, behoudens in de tunnel in verband met veiligheidsrisico’s; - De grens voor aanleg TLZOAB-fijn ter hoogte van de Oude Bovendijk wordt zodanig gekozen dat saldo nul voor woningen aan de Oude Bovendijk en de Rodenrijseweg wordt behaald. -Vanuit de regionale middelen wordt een maximale bijdrage voor de meerkosten van de investering verleend van € 1,8 mln.; - Dit bedrag wordt vanuit de regionale middelen verhoogd met een bedrag van € 1,2 mln. als afkoop voor het risico dat er sprake is van een kortere levensduur dan het normaal op deze verbinding toe te passen TLZOAB-fijn; - Aan de opdrachtnemer van het project wordt een geluidsreductie van 1,4dB als eis meegegeven; - In de naleving wordt rekening gehouden met een extra geluidsreducerend effect van stillere banden van 1dB; - TLZOAB-fijn wordt niet in het geluidregister opgenomen, waarmee bij de nalevingsrapportages kan worden gerekend met een geluidsreductie van 2,4dB; - Zie verder de brief van HID aan leden van de BAG d.d. 1 juni 2015 (bijlage 3). b. Extra schermhoogten en aanvullende schermen (uitvoering door Minister) - definiëring van de extra schermen en –hoogte (wordt nog geïnventariseerd); - saldo nul-pakket wordt nu door 1AW in het OTB-ontwerp ingepast. Dit kan nog tot beperkte wijzigingen leiden als gevolg van het huidige wegontwerp; - bekostiging vanuit de regionale middelen (inclusief beheer en onderhoud voor een bedrag van €1,6 mln.); - de vormgeving van de geluidschermen moet passen binnen Esthetisch Programma van Eisen (Epve). RWS en de gemeenten maken nadere afspraken over de betrokkenheid van gemeenten bij de totstandkoming van het Epve en de beoordeling van plannen in het kader van de aanbesteding; - de saldo nul maatregelen worden opgenomen in het Tracébesluit (en daarmee ook in het geluidsregister).
5
4. Regionale maatregelen: saldo nul op OWN en landschappelijke maatregelen met verwijzing naar uitvoeringsprogramma (uitvoering door regiopartijen) - onderdelen uit Concept-Afsprakenkaart worden genoemd in de Inpassingsovereenkomst met verantwoordelijkheid voor de uitvoering bij de regionale partijen (Polder Schieveen, Terbregseveld, Fietspadenstructuur, Vlinderstrik oost/Schiebroeksepark, Vlinderstrik west, Triangelpark zuidzijde en Lage Bergse Bos); - de raakvlakken tussen Landschapsplan behorend bij het Ontwerptracébesluit en de voorgestelde landschappelijke maatregelen uit de Concept-Afsprakenkaart worden geïnventariseerd en nader tussen regio en RWS afgestemd) Waar nodig leidt dit tot een aanpassing van het Landschapsplan; - financiële afspraken uitvoering regionale maatregelen. 5. Aanbestedingsvoordeel (procesafspraak tussen Minister en regio) - Eén jaar na feitelijke openstelling van de A13/A16 wordt het aanbestedingsvoordeel vastgesteld. Indien sprake is van aanbestedingsvoordeel blijft dit voordeel beschikbaar voor het project en worden tussen Rijk en regio aanvullende afspraken gemaakt welke extra inpassingsmaatregelen nog ten opzichte van het TB getroffen worden. De Minister beslist hier uiteindelijk over. Er wordt een voorstel gedaan voor het richtbedrag waaraan een positief aanbestedingsresultaat t.z.t. wordt afgemeten. 6. Financiële bijdrage van regio aan Rijk - bepalen totale bijdrage regio aan Rijk incl. indexering prijspeil 2014 en kasritme (uitwerking door MRDH, Rotterdam en RWS); - alle genoemde bedragen zijn inclusief BTW; - tot aan overdracht van de regionale bijdrage vanuit de MRDH VA en gemeente Rotterdam aan het Rijk wordt de regionale bijdrage jaarlijks geïndexeerd op basis van de IBOI of anders.
Bespreekpunt 3: voorstel regio voor wijze van indexering: In de bestuurlijke ‘principeafspraken’ is afgesproken dat de regionale bijdrage van EUR 100 mln. (incl. BTW) gebaseerd is op prijspeil 2010. Dit impliceert dat de bijdrage jaarlijks geïndexeerd dient te worden naar het huidige prijspeil. Vanuit het Rijk wordt voorgesteld om dit bedrag op basis van IBOI te indexeren. Dit maakt dat de regionale bijdrage met prijspeil 2014 uitkomt op ca. EUR 106,3 mln. De regio stelt echter voor om de indexering van de regionale bijdrage gelijkt te stellen aan de indexering die het Rijk hanteert bij de toekenning van de BDU Verkeer en Vervoerbijdrage aan de regio. Dit maakt dat de regionale bijdrage met prijspeil 2014 uitkomt op ca. EUR 102,9 mln. De bijdrage van de MRDH VA kan in één tranche aan het Rijk worden overgemaakt in 2017. De bijdrage van de gemeente Rotterdam kan vanaf 2020 beschikbaar worden gesteld aan het Rijk. 7. Algemene bepalingen - publiek- en privaatrechtelijke medewerking - onvoorziene omstandigheden - geschillenregeling - inwerkingtreding en looptijd (voorstel: 5 jaar na openstelling van de rijksweg) - wijziging/beëindiging van de overeenkomst Bijlagen bij de overeenkomst: - Afsprakenkaart/Uitvoeringsprogramma (met definitieve kaart) - Kaartje met ligging van het recreaduct (inclusief aansluitingen) - Specificatie bekostiging projectgebonden maatregelen (van regio => rijk)
6
Spoor 2 : Uitvoeringsprogramma tussen MRDH VA, provincie, Rotterdam, Lansingerland ( en het Recreatieschap Rottemeren) Bespreekpunt 4: Ondertekening van het Regionaal Uitvoeringsprogramma door het Recreatieschap Rottemeren Het Recreatieschap Rottemeren is eigenaar en beheerder van het Lage Bergse Bos. De herinrichting van het Lage Bergse Bos maakt onderdeel uit van de concept Afsprakenkaart. Financiering van de herinrichting komt niet vanuit de regionale middelen, maar vanuit RWS (opbrengst overdracht van gronden en herstel- en compensatieopgave) en het Recreatieschap zelf. RWS en het Recreatieschap bereiden onderlinge afspraken voor over de verdere uitwerking en realisatie van de inrichting. Met de opname van de herinrichting van het Lage Bergse Bos op de concept Afsprakenkaart hebben de regiopartijen een bepaalde verwachting naar de omgeving gewekt over de uiteindelijke herinrichting van het gebied. Geborgd dient te worden dat verdere invulling van de herinrichting conform de concept Afsprakenkaart verloopt. Vanuit regionaal perspectief is het wenselijk om (een verwijzing naar) afspraken over het Lage Bergse Bos op te nemen in het Regionaal Uitvoeringsprogramma en het Recreatieschap Rottemeren door ondertekening van de overeenkomst te committeren aan het verdere gezamenlijke proces. Het Recreatieschap heeft hier nog geen uitsluitsel over gegeven. 0. Overwegingen grotendeels conform Inpassingsovereenkomst 1. Inhoudelijke afspraken a. Toepassing stil asfalt en geluidschermen op OWN ten behoeve van saldo nul - definiëring (hectometrering, type asfalt/scherm) (wordt geïnventariseerd); - t.b.v. saldo nul worden door wegbeheerders zelf uiterlijk voor de datum van feitelijke openstelling van de A13/A16 stil asfalt en of schermen aangebracht (dunne deklaag type B of een deklaag met eenzelfde of beter geluidsmitigerende werking); - een maximale bedrag wordt beschikbaar gesteld door MRDH/Rotterdam aan de verantwoordelijke partijen voor de uitvoering van de maatregel; - beheer- en onderhoudskosten worden door de wegbeheerders zelf gedragen; - instandhoudingstermijn: 10 jaar na openstelling van de A13/A16 (indicatief 2032), daarna wordt instandhouding geborgd via algemeen beleid wegbeheerders (o.a. SWUNG II).
Bespreekpunt 5: Hoe om te gaan met de B&O-kosten voor maatregelen op het wegennet van PZH In de BAG A13/A16 is door alle aanwezige partijen afgesproken dat de beheer- en onderhoudskosten (B&O) voor maatregelen op het onderliggend wegennet door de wegbeheerders zelf gedragen dienen te worden. Provincie Zuid-Holland was niet vertegenwoordigd in deze BAG en onderschrijft deze afspraak vooralsnog niet. Door PZH worden de meerkosten voor B&O van stil asfalt geraamd op ca. €190.000,- per jaar (€ 2,85 mln. voor 15 jaar afkoop). Indien ook de B&O kosten voor geluidsschermen op het onderliggend wegennet wordt meegenomen, zal dit bedrag iets hoger uitvallen. Wanneer voor PZH een uitzondering gemaakt wordt, dan betreft dit een wijziging van de concept Afsprakenkaart en betekent dit ook dat er minder regionaal budget beschikbaar is voor de in de concept Afsprakenkaart opgenomen extra inpassingsmaatregelen. Daarnaast zijn de door PZH gecalculeerde kosten voor de extra investering (op basis van eenheidsprijzen per m2) significant hoger in vergelijking met eenheidsprijzen die door RWS en Rotterdam (€ 4 pm2 t.o.v. € 1,5 pm2 worden gehanteerd. Dit wordt tussen partijen nader besproken. De laatste stand van zaken wordt mondeling ingebracht tijdens de BAG-vergadering.
7
b. Landschappelijke maatregelen - opsomming Landschappelijke maatregelen uit Concept-Afsprakenkaart, te weten: Polder Schieveen, Terbregseveld, Fietspadenstructuur, Vlinderstrik oost/Schiebroeksepark, Vlinderstrik west, Triangelpark zuidzijde en Lage Bergse Bos: - de raakvlakken tussen Landschapsplan behorend bij het Ontwerptracébesluit en de voorgestelde landschappelijke maatregelen uit de Concept-Afsprakenkaart worden geïnventariseerd en nader tussen regio en RWS afgestemd; - uitvoering van de maatregelen buiten grenzen van het Tracébesluit zijn voor rekening en risico van de verantwoordelijke gemeente(n). De maatregelen dienen uiterlijk binnen 5 jaar na datum feitelijke openstelling van de A13/A16 gereed te zijn; - maximale bedrag investering wordt per maatregel door MRDH/Rotterdam beschikbaar gesteld. 2. Wijzigingen van de maatregelen uit het Uitvoeringsprogramma - bij buitengewone onvoorziene kosten (risico’s) treden partijen met elkaar in overleg over wijziging of alternatieve inpassingsmaatregel. 3. Financiële Afspraken - tijdstip van uitkering van vergoeding realisatiekosten per landschappelijke maatregel te koppelen aan uitvoeringstermijn. Hoe kasritmes gaan verlopen wordt uitgezocht. 4. Algemene bepalingen - overlegstructuur - publiek- en privaatrechtelijke medewerking - en ander bepalingen vergelijkbaar met Inpassingsovereenkomst Bijlagen: - uitvoeringsprogramma (beschrijvingen onderdelen) + definitieve kaart - Afsprakenkaart
8