9 (build 9.6) Gebruikershandleiding

9 (build 9.6)

Gebruikershandleiding Belangrijke opmerking over de inhoud van deze handleiding De volledige Gebruikershandleiding van IRISPowerscan is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits. Een ingekorte versie van de Gebruikershandleiding is beschikbaar in verscheidene andere talen. De ingekorte versie beperkt zich tot de belangrijkste installatieprocedures en het gebruik van de software. Raadpleeg de volledige Gebruikershandleiding voor meer instructies.

Inhoud

Auteursrechten ................................................................................................................................................. 1 Over deze handleiding ...................................................................................................................................... 3

1.

Installatie ..................................................................................................................... 5 IRISPowerscan installeren............................................................................................................. 5 Uw scanner installeren ................................................................................................................. 7 Productondersteuning verkrijgen.................................................................................................. 8 Registreren .................................................................................................................................. 9

2.

Opstarten ................................................................................................................... 11 Opstarten .................................................................................................................................. 11 Opstartvenster ........................................................................................................................... 13 Hoe IRISPowerscan gebruiken? ................................................................................................... 15 Een project maken ..................................................................................................................... 17 Gebruikersinterface.................................................................................................................... 18 Beschikbare werkruimten ........................................................................................................... 24

3.

Scannen ..................................................................................................................... 27 Pagina-instelling (scanparameters) ............................................................................................. 27 Scanbewerkingen ....................................................................................................................... 29

4.

Indexvalidatie............................................................................................................. 33 Indexvalidatie ............................................................................................................................ 33

5.

Postscanbewerkingen ................................................................................................. 35 Postscanbewerkingen................................................................................................................. 35

iii

IRISPowerscan TM - Gebruikershandleiding

6.

Uitvoerverwerking...................................................................................................... 37 Uitvoerverwerking ..................................................................................................................... 37

iv

Auteursrechten Copyright ©2002-2012 I.R.I.S. Alle rechten voorbehouden. IPS9b9.6-adel/dgi-13032012-02

I.R.I.S. behoudt de auteursrechten van de IRISPowerscan-software, het online Helpsysteem en deze publicatie. De informatie in dit document is eigendom van I.R.I.S. De inhoud is onderhevig aan wijzigingen zonder kennisgeving en vertegenwoordigt geen verbintenis van de kant van I.R.I.S. De software die in dit document is beschreven, wordt geleverd onder een licentieovereenkomst die de gebruiksvoorwaarden voor dit product vermeldt. De software mag alleen worden gebruikt of gekopieerd in overeenstemming met de voorwaarden van die overeenkomst. Geen enkel deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd, verzonden, opgeslagen in een retrievalsysteem of vertaald in een andere taal zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van I.R.I.S. Deze handleiding maakt gebruik van fictieve namen voor demonstratiedoeleinden; verwijzingen naar echte personen, bedrijven of organisaties zijn zuiver toevallig. Handelsmerken Het I.R.I.S.-logo en IRISPowerscan zijn handelsmerken van I.R.I.S. OCR ("Optical Character Recognition"), taaltechnologie, ICR-technologie ("Intelligent Character Recognition"), MICR-technologie ("Magnetic Ink Character Recognition"), BCR-technologie ("Bar Code Reading"), iHQC-technologie ("intelligent High Quality Compression") en IRISFingerprint-technologie van I.R.I.S. Alle andere producten die in deze handleiding worden vermeld, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaars. iHQCTM patent-protected. US Patent No. 8,068,684.

1

Over deze handleiding Belangrijke opmerking over de inhoud van deze handleiding De volledige Gebruikershandleiding van IRISPowerscan is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits. Een ingekorte versie van de Gebruikershandleiding is beschikbaar in verscheidene andere talen. De ingekorte versie beperkt zich tot de belangrijkste installatieprocedures en het gebruik van de software. Raadpleeg de volledige Gebruikershandleiding voor meer instructies.

3

1. INSTALLATIE IRISPOWERSCAN INSTALLEREN IRISPowerscan wordt geleverd op een automatisch startende cdrom. Om de software te installeren, plaatst u de cd-rom in de cdromstation en volg daarna de instructies op het scherm. Opgelet: u moet zich aanmelden als beheerder of controleren of u over de vereiste beheerdersrechten beschikt om de software te installeren. 

Klik op IRISPowerscan-software installeren.

5




Kies de taal voor de gebruikersinterface van de software.



Kies de doelmap voor de software. Klik op Volgende om te installeren in de standaardmap of klik op Wijzigen om een andere map te installeren.



Kies het type installatie: Volledig is aanbevolen.



Klik op Installeren om de installatie daadwerkelijk te starten. Wacht tot de installatie is voltooid en klik daarna op Voltooien om het installatieprogramma te sluiten.

De software is beveiligd door een dongle. Nadat de installatie is voltooid, moet u de hardwaresleutel die bij de cd-rom is geleverd in de parallelle of USB-poort van uw pc stoppen. De hardwaresleutel bepaalt de maximale scansnelheid (in aantal beelden per minuut) van IRISPowerscan. Om de scansnelheid te verhogen, moet u uw Value Added Reseller raadplegen of contact opnemen met I.R.I.S. op [email protected] Het submenu "IRISPowerscan" in het menu "Programma's" wordt automatisch gemaakt door het installatieprogramma. 6

1. Installatie

Hetzelfde geldt voor een snelkoppeling naar IRISPowerscan op het bureaublad van Windows. Hierdoor kunt u IRISPowerscan rechtstreeks vanaf uw bureaublad starten.

Installeer, indien nodig, de software Adobe Reader die vereist is om de softwaredocumentatie te kunnen openen. De elektronische versie van de gebruiksaanwijzing wordt standaard gekopieerd naar uw harde schijf.

UW SCANNER INSTALLEREN 1. Uw scannerstuurprogramma installeren Uw scanner wordt geleverd met scannerstuurprogramma's die op uw computer moeten worden geïnstalleerd. Om uw scanner te installeren, moet u eerst de installatie-cd met de scannerstuurprogramma's in het cd-romstation van de computer plaatsen en de installatie uitvoeren. Zodra uw scanner is geïnstalleerd, is het aanbevolen enkele scantests uit te voeren met een standaard scantoepassing. Opmerking: Als uw scanner is uitgerust met een Twain-stuurprogramma, bevelen wij het gebruik van versie 1.9 of hoger aan. Zie volledige gebruiksaanwijzing: Over IRISPowerscan, Ondersteunde scanners.

2. Uw hardwaresleutel aansluiten Vergeet niet de hardwaresleutel die bij uw softwarepakket is geleverd, aan te sluiten. De sleutel bepaalt de maximale 7


scansnelheid (in aantal beelden per minuut) van IRISPowerscan. Stop de sleutel in de parallelle of USB-poort van uw pc.

Verdere stappen Scannerselectie Wanneer u IRISPowerscan uitvoert, wordt u automatisch gevraagd de scannerselectie te bevestigen. Als u documenten wilt scannen, mag u niet vergeten de selectie te bevestigen. Hierdoor wordt de Emulatiemodus* uitgeschakeld, die is ingesteld om standaard te worden uitgevoerd in de toepassing. Zie: Volledige gebruiksaanwijzing, Scannen, Scannerselectie (*) De toepassing wordt geleverd met een reeks emulatiebeelden voor demonstratieen testdoeleinden. De emulatiemodus die het mogelijk maakt deze emulatiebeelden uit te voeren, is standaard geactiveerd. Als u geen scanner aansluit op IRISPowerscan, blijft de emulatiemodus geactiveerd.

Scanparameters Voordat u het werkelijke scannen start, moet u de scanparameters definiëren. Raadpleeg de sectie over Scanbewerkingen, Paginainstelling. Twain-gebruikersinterface Wanneer u voor de eerste keer een scanner gebruikt die is uitgerust met een Twain-stuurprogramma versie 1.9 of hoger, mag u niet vergeten de Twain-gebruikersinterface voor de scanner te configureren. Zie: Scannen, Pagina-instelling.

PRODUCTONDERSTEUNING VERKRIJGEN Bezoek onze website op www.irislink.com/support voor technische ondersteuning.

8

1. Installatie

REGISTREREN Wanneer u de toepassing voor de eerste keer start, wordt u gevraagd deze te registreren. Om te registreren: 



Vul de vereiste velden in het venster IRISPowerscanregistratie in.

Vervolgens kunt u "Registreren via internet" (dit kan direct op de website van I.R.I.S. gebeuren: http://www.irislink.com/register), "het bericht naar het klembord kopiëren" om een e-mail naar I.R.I.S. te zenden, of I.R.I.S. telefoneren tijdens de kantooruren om uw softwaresleutel te ontvangen*. (*) U kunt uw software ook registreren door ons de registratiekaart die bij uw dvd-box is geleverd te sturen of te faxen.



Zodra u de softwaresleutel van I.R.I.S. hebt ontvangen, voert u deze in het veld Softwaresleutel in en klikt u op OK.

9


Registratie van invoegtoepassingen Als u een invoegtoepassing voor IRISPowerscan hebt ontvangen, moet u deze ook registreren. Een invoegtoepassing registreren: 

Selecteer in het menu Help de optie Invoegtoepassingen.



Vul de vereiste softwaresleutel in het dialoogvenster Invoegtoepassingen in.

10

2. OPSTARTEN OPSTARTEN IRISPowerscan starten: Selecteer IRISPowerscan in het menu IRISPowerscan onder het menu Start van Windows of klik op de snelkoppeling van de toepassing op uw bureaublad. De toepassing wordt geopend in het venster Opstarten.



Tip: U kunt ook een van de Snelle projecten die in IRISPowerscan beschikbaar zijn en het scannen onmiddellijk starten. Zie: Hoe IRISPowerscan gebruiken?.



Als u IRISPowerscan voor de eerste keer start, wordt u automatisch gevraagd om de toepassing te registreren. Vul de vereiste velden in het venster Registratie in (zie: Installatie, 11


Registreren?). Zodra u uw softwaresleutel hebt ontvangen van I.R.I.S., voert u deze in het vereiste veld van het venster Registratie in en klikt u op OK. Hiermee wordt uw software ontgrendeld. 

Het venster voor de scannerselectie verschijnt op uw scherm. De scanner die op uw computer is geïnstalleerd, wordt automatisch weergegeven (als dat niet gebeurt, klikt u op Geavanceerd en selecteert u de juiste bron). Selecteer de scanner en klik op OK om uw scanner te verbinden. Klik op Annuleren als u de toepassing in de Emulatiemodus* wilt gebruiken. (*) De toepassing wordt geleverd met een reeks emulatiebeelden voor demonstratieen testdoeleinden. De Emulatiemodus wordt standaard geactiveerd. Als u geen scanner aansluit op IRISPowerscan, blijft de emulatiemodus geactiveerd.

12

2. Opstarten

OPSTARTVENSTER Het opstartvenster bevat vijf vensters: Acties, Help, Systeem, Projecten en Info (onderaan)

Het venster Actie (links) Via het venster Acties kunt u acties ondernemen op het project dat in het venster Projecten is geselecteerd. De beschikbare acties zijn: - een project openen, - een project maken op basis van een bestaand project, - een project verwijderen, - een project importeren, - een project exporteren. Het Help-venster (links)

13


Het Help-venster biedt toegang tot: - De Zelfstudie - De Gebruiksaanwijzing (in de taal die voor de gebruikersinterface is gekozen), - De Film die een korte presentatie van IRISPowerscan geeft, - De adressen voor Online ondersteuning en telefoonnummers. Het venster Systeem (links) Het venster Systeem biedt toegang tot: - Het venster Scannerselectie, - het venster Aanmelden, - Het splashscherm van IRISPowerscan. Het venster Projecten (rechts) het venster Projecten toont: - een Demo-project, - vijf Snelle projecten, - twee Oplossingpakketten, - een reeks Sjabloonprojecten. Wanneer u dubbelklikt op een snel project of een oplossingenpakket wordt het project waarnaar wordt verwezen, geopend. Wanneer u dubbelklikt op een sjabloon wordt het dialoogvenster voor het maken van een project geopend. Het venster Info (onderaan) Het venster Info toont de gedetailleerde instellingen en doelstellingen van elke snelkoppeling/sjabloon die in het venster Projecten is geopend.

14

2. Opstarten

HOE IRISPOWERSCAN GEBRUIKEN? 1. Kies het geschikte vooraf geconfigureerde project. IRISPowerscan is voorzien van 3 types vooraf geconfigureerde projecten: Snelle projecten, Oplossingpakketten en Sjablonen. Het eerste wat u moet doen wanneer u IRISPowerscan start, is deze projecten bekijken en controleren of een ervan voldoet aan uw specifieke behoeften. De beschikbare projecten zijn weergegeven in het opstartvenster:

Snelle projecten Via de optie Snelle projecten kunt u bepaalde standaard functies van IRISPowerscan in slechts enkele muisklikken gebruiken. U kunt gewoon een project openen, uw documenten scannen en ze exporteren naar elke indeling die in de lijst wordt voorgesteld (Word, PDF, Excel). (Zie: Volledige gebruiksaanwijzing, Opstarten, Een snel project gebruiken). Oplossingpakketten Als u IRISPowerscan wilt gebruiken om uw documenten verder te verwerken in een toepassing van derden, kiest u 15


een project uit de oplossingpakketten. Deze projecten zijn ingesteld om perfect te voldoen aan de vereisten van de toepassing van derden. (Zie Volledige gebruiksaanwijzing, Opstarten, Een oplossingpakket gebruiken). Sjablonen Als u meer specifieke taken wilt uitvoeren met IRISPowerscan, kiest u bij voorkeur een sjabloonproject. De sjabloonprojecten bieden een uitgebreid assortiment geavanceerde functies, zoals het sorteren, indexeren, comprimeren, enz. (Zie Volledige gebruiksaanwijzing, Opstarten, Een sjabloon gebruiken). Nieuw project Als er geen vooraf geconfigureerd project voldoet aan uw behoeften, kunt u nog steeds een volledig nieuw project maken en instellen. In dit geval moet het project Demo worden gebruikt als uitgangspunt. (Zie: Opstarten, Een project maken) Nadat u het project in het opstartvenster hebt geopend, gaat u naar de eigenlijke gebruikersinterface vanaf waar u alle vereiste verwerkingen kunt starten. Zie: Opstarten, Gebruikersinterface. 2. Verfijn of wijzig de standaardinstellingen (Projectinstelling) Als het vooraf geconfigureerde project dat u hebt gekozen, niet helemaal voldoet aan uw behoeften, kunt u enkele standaardinstellingen van het project verfijnen of wijzigen. De projectinstellingen zijn toegankelijk vanaf de gebruikersinterface in het venster Projectinstelling. Zie: Volledige gebruiksaanwijzing, Projectinstelling. 3. Start de vereiste verwerkingsstappen Nadat u een project hebt gekozen en de instellingen eventueel hebt verfijnd, is uw project gereed voor gebruik. U kunt alle vereiste verwerkingsbewerkingen starten vanaf de gebruikersinterface. Zie Volledige gebruiksaanwijzing, Over IRISPowerscan, Verwerkingsstappen IRISPowerscan. 16

2. Opstarten

EEN PROJECT MAKEN Waarom een nieuw project maken? De meeste projecten die in het opstartvenster worden weergegeven, kunnen als dusdanig worden gebruikt. U kunt ze gewoon openen en onmiddellijk starten met het scannen en verwerken. Als u echter de bedoeling hebt de standaardinstellingen van een project te wijzigen, raden wij u sterk aan eerst uw persoonlijk project te maken op basis van het gekozen project, en vervolgens de instellingen te wijzigen. Uw project zal bijgevolg een eigen naam en instellingen hebben. En het bronproject zal nog steeds als dusdanig beschikbaar blijven in de lijst met projecten. Nadat u uw persoonlijk project hebt gemaakt, verschijnt het bovenaan in de lijst met projecten (in de sectie Projecten, net voor het project Demo). Een project maken: 

Selecteer het project dat moet worden verfijnd in het opstartvenster.



Klik op Maken in het menu Acties of klik op Nieuw in het snelmenu.



Voer uw projectnaam en locatie in het dialoogvenster voor het maken van projecten in en klik op OK. De Locatie is de mapnaam van de fysieke locatie van het project (raadpleeg de complete gebruiksaanwijzing: Projectinstelling, Algemene opties).

17




Uw project wordt weergegeven bovenaan in het venster Projecten. U kunt het project nu openen (dubbelklik hiervoor op het project of selecteer het en klik op Openen in het venster Acties), de instellingen controleren en verfijnen in het venster Projectinstelling (raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing: Projectinstelling) en vervolgens de eigenlijke productieworkflow in IRISPowerscan starten.

GEBRUIKERSINTERFACE Nadat een project is geopend, wordt de eigenlijke gebruikersinterface weergegeven. De gebruikersinterface bevat verschillende deelvensters waarvan de grootte kan worden gewijzigd (linkergedeelte), aanpasbare werkbalken (rechtergedeelte) en een schuifregelaar (gedeelte rechts onderaan).

18

2. Opstarten

Deelvensters Het aantal deelvensters dat op het scherm wordt weergegeven, is afhankelijk van de gekozen werkruimte (zie: Opstarten, Beschikbare werkruimten). De grootte van alle deelvensters kan worden aangepast: gebruik de horizontale en verticale grepen om de grootte aan te passen. De deelvensters kunnen worden geminimaliseerd en hersteld door op hun titelbalken te klikken. Hun inhoud kan in een afzonderlijk venster worden weergegeven: klik in de titelbalk op het Plus-teken om een afzonderlijk venster te openen. 

Het deelvenster Taken biedt toegang tot alle belangrijke scanen indexeringstaken, zoals: Starten, Bijvoegen, Opnieuw scannen, Valideren, enz.

19




Het deelvenster Batches toont de hiërarchische structuur van de gescande objecten (batches, documenten, pagina's). Via dit deelvenster kunt u een object knippen, kopiëren en plakken, objecten slepen en neerzetten en objecten splitsen of samenvoegen.



Het deelvenster Index toont de indexvelden die zijn ingevuld voor de huidige batch en/of het huidige document. Velden die niet voldoen aan de validatieregels die zijn ingesteld voor het indexeren, worden in het rood gemarkeerd.



Via het deelvenster Zoeken kunt u zoekacties uitvoeren op de indexwaarden van het document. De zoekacties worden uitgevoerd op alle documentbatches van het geopende project.

20

2. Opstarten

Als er meerdere resultaten beschikbaar zijn, kan de gebruiker van het ene resultaat naar het andere gaan door op de knop Zoeken te drukken. IRISPowerscan zal zich vervolgens plaatsen op de verschillende documenten die de gezochte waarde bevatten.



Het deelvenster Eigenschappen toont de basiseigenschappen van het object dat in de Verkenner is geselecteerd.



De Snelheidsteller toont de gemiddelde snelheid waarmee IRISPowerscan de documenten scant.

21


Werkbalken Alle werkbalken kunnen worden gekoppeld. Telkens wanneer de cursor over hun pictogrammen schuift, verschijnt de knopinfo. U kunt werkbalken verbergen of weergeven: selecteer Werkbalken in het menu Beeld en schakel vervolgens de gewenste werkbalken in of uit. 

De hoofdwerkbalk (bovenaan links) biedt toegang tot alle frequente scanen indexeringsopdrachten en tot de verschillende werkruimten (eerste pictogram aan de linkerzijde).



De balk Scanner biedt toegang tot alle belangrijkste scanparameters. De andere scanparameters worden gedefinieerd in het venster Pagina-instelling (selecteer Pagina> Instelling in het menu Instellingen).



Via de balk Bladeren (bovenaan rechts) kunt u navigeren doorheen de documentstructuur (batches/documenten/pagina's). U kunt een niveau omhoog en omlaag gaan of naar het volgende, laatste, vorige of eerste object binnen een bepaald niveau gaan. Met de laatste pijlen aan de rechterzijde kunt u in het deelvenster Index van het ene ongeldige veld naar het andere gaan.



De balk Beeld (rechts) biedt toegang tot alle bewerkingen die moeten worden uitgevoerd op de gescande beelden (selecteren, draaien, bijsnijden, aanpassen, enz.).

22

2. Opstarten

Viewer De viewer toont de beelden die in het deelvenster Batches zijn geselecteerd. Er kunnen tot 81 beelden per keer worden weergegeven. U kunt filtercriteria toepassen: u kunt alleen de voorste of achterste pagina's, gekleurde of zwart-witbeelden, enz. weergeven. Met een schuifbalk (rechts) kunt u bladeren door de beelden. De koptekst van de beelden bevat pictogrammen, getallen, markeringen. Beelden die op een lichtgrijze achtergrond worden weergegeven, zijn voorpagina's. Beelden die op een donkergrijze achtergrond worden weergegeven, zijn achterpagina's. Schuifregelaar Met de schuifregelaar kunt u gemakkelijk bladeren door de beelden van het object dat in het deelvenster Batches is geselecteerd. De regelaar bevat een navigatiebalk die overeenkomt met de balk Bladeren. Een rode stippellijn geeft de scheiding tussen documenten aan. De kleur van de beeldranden kan worden aangepast (klik met de rechtermuisknop op de viewer, selecteer Kleur wijzigen en kies de kleur van uw voorkeur).

23


BESCHIKBARE WERKRUIMTEN De toepassing wordt geleverd met verschillende standaard werkruimten (vier in totaal). Dit zijn de verschillende versies van de gebruikersinterface. Deze werkruimten worden beschikbaar gesteld voor verschillende gebruikers, afhankelijk van hun specifiek gebruikersprofiel*. (*) De toegang tot de werkruimten wordt gedefinieerd door de systeembeheerder van de toepassing via de functies voor gebruikersbeheer.

Alle werkruimten kunnen worden aangepast. De standaard werkruimten openen: 

Klik op de knop Werkruimten op de hoofdwerkbalk of selecteer Werkruimten in het vervolgkeuzemenu Beeld.

De lijst met standaard werkruimten is rechtstreeks afhankelijk van het gebruikersprofiel

Een werkruimte aanpassen: De gebruiker kan de werkruimten die voor hem toegankelijk zijn, aanpassen tot een bepaald punt*. 24

2. Opstarten

(*) Een volledige aanpassing van de werkruimten kan alleen door beheerders worden uitgevoerd. Zie: Softwareopties, Werkruimten. 

Selecteer de werkruimte die moet worden gewijzigd.



U kunt de componenten van de gebruikersinterface nu gewoon openen, verbergen en/of aanpassen (zie: Opstarten, Gebruikersinterface). U kunt ook in het vervolgkeuzemenu Beeld bepalen welke werkbalken op het scherm moeten worden weergegeven, of de statusbalk en de schuifregelaar moeten worden weergegeven en hoeveel beelden in de beeldviewer moeten worden weergegeven.



Sla uw aangepaste werkruimte op: selecteer in het menu Beeld de optie Werkruimten (de huidige werkruimte is geselecteerd in de lijst met werkruimten) en klik vervolgens op Opslaan.

25

3. SCANNEN PAGINA-INSTELLING (SCANPARAMETERS) In het venster Pagina-instelling kunt u de scanparameters instellen en alles klaarmaken voor het scannen. U kunt het volgende instellen: - de scanparameters - de beeldparameters - het automatisch samenvoegen van documenten - het automatisch splitsen van documenten Het venster Pagina-instelling openen: 

Klik op de knop Pagina-instelling in de hoofdwerkbalk of selecteer Pagina, Instelling in het vervolgkeuzemenu Instellingen (vanaf het opstartvenster of vanaf de gebruikersinterface).

27


De scannerinstellingen worden uitgeschakeld. Ze moeten in de Twaingebruikersinterface worden ingevoerd: selecteer het scannerpictogram bovenaan rechts in het venster om toegang te krijgen tot de Twaingebruikersinterface van de scanner. Opmerking: Als de versie van het Twain-stuurprogramma van uw scanner lager is dan 1.9, wordt het scannerpictogram niet weergegeven en worden de scannerinstellingen ingeschakeld op het tabblad Scanner.

Belangrijk: schakel de communicatie in tussen uw scanner en IRISPowerscan Wanneer u de scanner de eerste keer gebruikt, moet u eerst de verbinding tussen de scanner en IRISPowerscan activeren. Open hiervoor de Twaingebruikersinterface, bevestig of definieer uw instellingen indien dat nodig is en klik vervolgens op OK in de Twain-interface. De overeenkomende scannerinstellingen worden automatisch geactiveerd in het venster Paginainstelling op het tabblad Scanner. Bevestig ook de instellingen door op OK te klikken in het venster Pagina-instelling. Als u de verbinding tussen de scanner en IRISPowerscan niet activeert, zult u niet kunnen scannen en verschijnt het volgende bericht op het scherm:

Uw instellingen definiëren in het venster Pagina-instelling: 

28

Selecteer een bestaande configuratie voor de pagina-instelling in het veld Paginanaam en wijzig deze op basis van uw behoeften: stel uw scannerinstellingen, beeldparameters en vereiste bewerkingen voor het samenvoegen/splitsen in (zie: volledige gebruiksaanwijzing).

3. Scannen

Als u de scanneropties in de Twain-gebruikersinterface wijzigt, is het aanbevolen de configuratie een nieuwe naam te geven. De nieuwe naam verschijnt later in het bovenste gedeelte van de gebruikersinterface (balk Scanner). De configuratie opslaan met de nieuwe naam: - Voer de nieuwe naam in het veld Paginanaam in en klik aan de rechterzijde op het pictogram Opslaan.



Klik op OK om uw scanconfiguratie te bevestigen.

SCANBEWERKINGEN Belangrijk Voordat u begint met het scannen van documenten, moet u het volgende doen: - Controleer of de hardwaresleutel die bij uw software is geleverd, goed is aangesloten op de USB-poort van uw computer. - Controleer of uw scanner goed is geïnstalleerd en verbonden is met IRISPowerscan. Zie: Installatie, Uw scanner installeren, en de volledige gebruiksaanwijzing, Scannen, Scannerselectie. - Definieer uw scanparameters in het venster Pagina-instelling. Zie: Scanbewerkingen, Pagina-instelling.

Alle frequente opdrachten met betrekking tot het scannen zijn beschikbaar via de hoofdwerkbalk of via het deelvenster Taken.

29


Uw documenten scannen: 

Plaats de documenten in de scannerinvoer.



Klik op de knop Scannen in de hoofdwerkbalk of op Start in het deelvenster Taken. Gebruik alle andere scanfuncties die beschikbaar zijn in het deelvenster Taken. Gebruik het deelvenster Batches om de hiërarchische structuur van de gescande documenten te organiseren.

Het scannen onderbreken: 

30

Klik op de knop Stoppen (blauw vierkantje) in de hoofdwerkbalk of in het deelvenster Taken. Nadat het scannen is gestart, verschijnt het blauwe vierkantje in plaats van de knop Starten (blauwe pijl).

3. Scannen

Alternatieven 1. Emulatiebeelden scannen (voor het vastleggen van emulatiebeelden die bij de toepassing zijn geleverd) Zie: Volledige gebruiksaanwijzing, Scannen, Emulatiebeelden uitvoeren. 2. 'Scannen vanaf bestanden'(voor het ophalen van bestaande beelden in de toepassing) Zie: Volledige gebruiksaanwijzing, Scannen, Bestaande bestanden vastleggen. Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing Raadpleeg ook de volledige gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde instructies voor het volgende: - Nieuwe batches/documenten maken - Documenten koppelen - Pagina's invoegen - Pagina's opnieuw scannen

31

4. INDEXVALIDATIE INDEXVALIDATIE De batch/documentindexering wordt automatisch uitgevoerd tijdens het scanproces in overeenstemming met de parameters die zijn gedefinieerd in de projectinstelling (zie Volledige gebruiksaanwijzing, Projectinstelling, Indexering). De indexwaarden worden weergegeven in het deelvenster Index (zie: Opstarten, Gebruikersinterface) voor controle. Als een indexwaarde niet overeenkomt met de validatieregels die voor die waarde zijn ingesteld in de projectinstelling, wordt deze waarde automatisch in het rood gemarkeerd. Om de indexvalidatie uit te voeren, moet de gebruiker de ongeldige waarden wijzigen om ze geldig te maken.

Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing Raadpleeg ook de volledige gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde instructies voor het volgende: - Indexeringsbewerkingen - Indexeringshulpprogramma's - Slepen&neerzetten OCR

33


- Vervolgkeuzelijsten - Laatste vijf waarden

34

5. POSTSCANBEWERKINGEN POSTSCANBEWERKINGEN Nadat het scannen van een bepaald aantal documenten is voltooid, kunt u wijzigingen aanbrengen in de hiërarchische structuur die werd opgebouwd (u kunt de bestanden opnieuw sorteren, ze samenvoegen, splitsen, enz.). U kunt ook beeldbewerkingen uitvoeren in de viewer (beeld draaien, beeld binariseren, beeld bijsnijden, enz.). Klik met de rechtermuisknop in het deelvenster Batches om toegang te krijgen tot de meeste postscanbewerkingen. Gebruik ook de balk Beeld voor de beeldbewerking. Beeldbewerking

35


Beeld(re)organisatie

Raadpleeg de volledige gebruiksaanwijzing Raadpleeg ook de volledige gebruiksaanwijzing voor gedetailleerde instructies voor het volgende: - Beelden bewerken - Beelden in/uitzoomen en schuiven - Beelden selecteren en filteren - Beelden draaien en spiegelen - Beeldzones wissen - Beelden bijsnijden - Beelden aanpassen - Beelden (her)organiseren - Beelden opnieuw schikken - Splitsen en samenvoegen

36

6. UITVOERVERWERKING UITVOERVERWERKING Met de uitvoerverwerking kunt u de gescande beelden converteren of exporteren in overeenstemming met de instellingen die op het niveau van de projectinstelling zijn ingevoerd (zie volledige gebruiksaanwijzing: Projectinstelling, Verwerking, Verwerkingsopties). Deze verwerking kan op één batch of op verschillende documentbatches tegelijk worden uitgevoerd zodra alle indexeringsvelden geldig zijn voor de toepassing. Tip: Als de optie Automatische verwerking is geselecteerd in de Projectinstelling of als u werkt met een project dat is ingesteld met de automatische verwerking, wordt u automatisch gevraagd de verwerking te starten wanneer dat nodig is.

De uitvoerverwerking op één batch starten: 

Klik op de knop Verwerken in de hoofdwerkbalk of in het deelvenster Taken. U kunt ook op P klikken of in het menu Bewerken de opdracht Verwerken selecteren.



Bevestig de bewerking in het dialoogvenster Verwerken.

De uitvoerverwerking op meerdere batches starten:

37




Klik op de knop Alles verwerken in de hoofdwerkbalk of selecteer in het menu Bewerken de optie Alles verwerken.



Bevestig de batches die moeten worden verwerkt in het dialoogvenster Alles verwerken en klik op OK om te bevestigen.

38

9 (build 9.6) Gebruikershandleiding

Recommend Documents