Serie 96 Gebruikershandleiding

Serie 96 Gebruikershandleiding

1/16 DIN Temperatuurregelaar met persoonlijke werkbalk (octrooi aangevraagd)

TOTAL CUSTOMER SATISFACTION Drie jaar garantie

Gecertificeerde onderneming Winona, Minnesota USA

Watlow Controls Nederlands (Dutch) 0600-0002-0008 Rev A December 1999

1241 Bundy Blvd., Winona, Minnesota USA 55987-4873 Tel: +1 (507) 454-5300, Fax: +1 (507) 452-4507, http://www.watlow.com

Aanwijzingen voor de veiligheid

ç LET OP of WAARSCHUWING

Ó

De aanduidingen Opmerking, LET OP en Waarschuwing in het handboek vestigen uw aandacht op belangrijke operationele en veiligheidsinformatie. Met OPMERKING begint een korte mededeling die u attent maakt op een belangrijk detail. De mededeling “LET OP” betreft een veiligheidsinformatie die belangrijk is voor de bescherming en de goede werking van uw apparatuur.

Elektrisch

De mededeling “WAARSCHUWING” bevat een veiligheidsinformatie die belangrijk is voor het beschermen van personen tegen verwonding en apparatuur tegen beschadiging. Neem alle voor uw toepassing geldende waarschuwingen zeer serieus.

Gevaar voor elektrische schokken

Het ç symbool (een uitroepteken in een driehoek) gaat vooraf aan een algemene opmerking of waarschuwende mededeling. Het elektrische spanningsymbool, Ó (een bliksemschicht in een driehoek), gaat vooraf aan een waarschuwende mededeling dat men hier moet oppassen voor elektrische schokken.

Technische assistentie Indien zich een probleem voordoet bij uw Watlow controller doet u er goed aan alle configuratie-informatie te controleren om vast te stellen of de door u gekozen parameters in overeenstemming zijn met uw toepassing: ingangen, uitgangen, alarmen, grenswaarden enz. Indien, nadat u de configuratie heeft gecontroleerd en eventueel aangepast, het probleem blijft bestaan kunt u zich voor technische assistentie wenden tot uw Watlow leverancier (zie buitenzijde van achterkaft) of +1 (507) 454-5300 in de V.S. bellen. Vraag voor technische ondersteuning naar een applicatietechnicus. Zorg ervoor dat u de volgende informatie bij de hand hebt: • Volledig modelnummer

• Alle configuratie-informatie

• Deze handleiding

• Uitgelezen gegevens (readings) uit het diagnosemenu

Informatie betreffende garantie en retourzending vindt u aan de binnenzijde van de achterste bladzijde.

Uw commentaar Uw opmerkingen over en/of suggesties voor verbetering van deze handleiding zijn zeer welkom. Wij verzoeken u deze te zenden aan het Technical Literature Team, Watlow Controls, 1241 Bundy Boulevard, P.O. Box 5580, Winona, Minnesota, 55987-5580 U.S.; tel.: +1 (507) 454-5300; fax: +1 (507) 452-4507. Het auteursrecht van het Serie 96 gebruikershandleiding berust bij Watlow Winona, Inc., © december 1999, met alle rechten voorbehouden. (1697)

I

Serie 96 Inhoud Hoofdstuk 1: Overzicht . . . . . . . . . . . . . .1.1 Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .1.1 Hoofdstuk 2: Installatie . . . . . . . . . . . . . .2.1 Installatie van de Serie 96 regelaar .2.1 Uitnemen van de Serie 96 regelaar .2.2 Hoofdstuk 3: Bedrading . . . . . . . . . . . . Scheiding tussen in- en uitgangen Netspanningbedrading . . . . . . . . . Aanwijzingen voor het installeren van voelers . . . . Bedrading, ingang 1 . . . . . . . . . . . Bedrading, ingang 2 . . . . . . . . . . . Bedrading, uitgang 1 . . . . . . . . . . Bedrading, uitgang 2 . . . . . . . . . . Bedrading, uitgang 3 . . . . . . . . . . Bedrading, uitgang 4 . . . . . . . . . . Bedradingsvoorbeeld . . . . . . . . . .

. .3.1 . .3.1 . .3.1 . . . . . . . .

.3.1 .3.2 .3.3 .3.4 .3.5 .3.6 .3.7 .3.9

Hoofdstuk 4: Navigatie en software Toetsen en displays . . . . . . . . Navigeren in de Serie 96 . . . . Serie 96 software schema . . . Navigatieprincipes voor nieuwe gebruikers . . . . . . .

. . . .

. . . .

.4.1 .4.1 .4.2 .4.3

Hoofdstuk 5: Kenmerken Het systeem . . . . . . Ingang . . . . . . . . . . Regelmethoden . . . Alarmen . . . . . . . . . Fouten . . . . . . . . . . Communicatie . . . .

. . . . . . .

Watlow Serie 96

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

. . . .

. . . .

Hoofdstuk 6: Parameters Indexpagina . . . . . . Bedrijfspagina . . . . Instelpagina . . . . . . Fabriekspagina . . .

. . . . . . . . . . . . 6.1 . . . . . . . . . . . . .6.1 . . . . . . . . . . . . .6.3 . . . . . . . . . . . . .6.11 . . . . . . . . . . . . .6.26

Hoofdstuk 7: Ramping (stapsgewijze regeling) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7.1 Programmamenu prompts . . . . . . . .7.1 Serie 96 Modbus Register nummers .7.8 Aanhangsel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A.1 Opsporen en verhelpen van storingen . . . . . . . . . . . . . . .A.1 Serie 96 Modbus Register nummers A.4 Verklaring van conformiteit . . . . . . . .A.5 Bestelinformatie . . . . . . . . . . . . . . . .A.7 Specificaties . . . . . . . . . . . . . . . . . .A.8 Index . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .A.10 Prompt index . . . . . . . . . . . . . . . . . .A.12 Software schema . . . . . . . . . . . . . . .A.13 Aanbevolen parameterinstelvolgorde . . . . . . .A.14 Garantie en retourzending . . . . . . . . . . . . zie binnenzijde achterste bladzijde

. . . . .4.4 . . . . . . .

. . . . . . .

. . . . . . .

.5.1 .5.1 .5.3 .5.6 .5.10 .5.12 .5.13

Inhoud ■ i

Watlow Serie 96

Inhoud ■ ii

1

Hoofdstuk 1 Overzicht Inleiding De Serie 96 regelaar heeft één universele ingang, een hulpingang en vier uitgangen en kan voor de volgende doeleinden worden geprogrammeerd: temperatuurmeting, schakeling op basis van binnenkomende gebeurtenissen (events), invoer van externe instelwaarden, verwarming, geforceerde (boost) verwarming, koeling, alarmindicatie, digitale communicatie, ramp en soak en (analoge) retransmissie (heruitzending). Door deze eigenschappen is de regelaar bij uitstek geschikt voor toepassingen in de plastic- en verpakkingsindustrie, bij de fabricage van halfgeleiders, de bewerking van voedingsmiddelen (food processing) en in laboratoriumapparatuur. Set point ramping bewerking bevat twee files met acht stap pens in iedere file. De files mogen aan elkaar gekoppeld worden om een enkel profiel van 16 ramp en soak stappen. Met zijn hoge (10Hz) ingangmeetfrequentie, op impulspakketsturing gebaseerde uitgangen (burst firing outputs), IP65 (NEMA 4X) frontpaneel en 0,1% nauwkeurigheid heeft de Serie 96 regelaar geen enkele moeite met het regelen van vaak zeer geavanceerde toepassingen. De Serie 96 wordt gefabriceerd door Watlow Controls, een ISO 9001-gecertificeerde divisie van Watlow Inc. De betrouwbaarheid van het product wordt gewaarborgd door een garantietermijn van drie jaar.

96

Ingang 1 Proces

1

2

Ingang 2 Extern instelpunt of events

Afbeelding 1.1 — In- en uitgangen van de Serie 96 regelaar.

3

4

%

Uitgang 1 Regeling Uitgang 2 Regeling of Alarm Uitgang 3 Alarm Uitgang 4 Alarm, analoge retransmissie of communicatie

Notities

2

Hoofdstuk 2 Installatie 52 mm 45 mm tot 45,5 mm 96 1

2

3

4

%

Montagegat Chassisdikte 52 mm

1,5 tot 9,7 mm

45 mm tot 45,5 mm

14 mm minimaal

8 mm

Afbeelding 2.1 — Relevante maten voor de montage van een Serie 96 regelaar in een chassis. OPMERKING: De aangegeven maten voor de tussenruimten moeten bij voorkeur als minimale afmetingen worden aangehouden.

Installatie van de Serie 96 regelaar Voor de installatie/montage is het nodig dat de achterzijde van het chassis toegankelijk is. 1. Snijd het montagegat uit op basis van de afmetingen van afb. 2. Leg de pakking in de zitting aan de achterzijde van het frontpaneel met de ronde kant (de chassiskant) naar buiten. Zorg ervoor dat de pakking goed in de zitting past en dat deze nergens wringt. Schuif de regelaar door het montagegat. 3. Schuif de borgkraag, met één fixeergat boven en het andere onder, over de regelaar tegen de achterzijde van het chassis (afb.2.2). Schuif dan de bevestigingskraag (met de verende lippen - één boven, de andere onder - naar voren wijzend) over de regelaar, tot de lippen in de uitsparingen klikken. Houd de regelaar met één hand vast en draai met de andere hand de beide schroeven van de bevestigingskraag met een nr. 2 sterschroevendraaier zo stevig in de borgkraag dat de speling tussen de achterzijde van het frontpaneel en het chassis ten hoogste 0,63 mm bedraagt (afb.2.2b).

Watlow Serie 96

Installatie ■ 2.1

Max. speling 0,63 mm

Frontpaneel

Chassis 8,6 mm

Afbeelding 2.2a — Installatie van de regelaar.

98,4 mm

Afbeelding 2.2b — Afmetingen na correcteinstallatie van de Serie 96.

ç LET OP: Volg de installatie-instructies nauwgezet om een juiste IP65 (NEMA 4X) afdichting te krijgen. Zorg dat de pakking tussen de achterzijde van het frontpaneel en het chassis goed in de zitting ligt en nergens wringt, ter voorkoming van schade aan de apparatuur. OPMERKING: Draai de schroeven niet zo strak aan dat achterzijde frontpaneel en chassis elkaar raken; de frontpaneelkap zou kunnen bezwijken.

Uitnemen van de Serie 96 regelaar 1. Houd de regelaar met één hand vast en draai met de andere hand de beide schroeven van de bevestigingskraag met een nr. 2 sterschroevendraaier uit de borgkraag te (zie afb.2.2c). 2. Blijf de regelaar met één hand vasthouden en knijp met de andere hand de schroefkoppen samen. Met de schroeven komen de verende lippen omhoog. U kunt nu bevestigingskraag en borgkraag terugschuiven en de regelaar naar voren uitnemen.

Afbeelding 2.2c — Uitnemen van de regelaar.

2.2 ■ Installatie

Watlow Serie 96

3

Hoofdstuk 3 Bedrading

OPMERKING: Het is raadzaam de hardware van de vier uitgangen goed te controleren. Het is namelijk mogelijk dat de hardware aan bepaalde klantenwensen is aangepast en dus niet meer volledig overeenstemt met de onder het modelnummer van de regelaar beschreven hardware.

ç LET OP: Sluit nooit een hoge spanning aan op een laagspanningeenheid; onherstelbare schade kan het gevolg zijn.

ç∫ WAARSCHUWING: Ga volgens de standaard KEMA-voorschriften te werk bij het installeren van en werken met de Serie 96 regelaar. Nalatigheid kan verwonding of erger tot gevolg hebben en schade veroorzaken aan apparatuur en eigendommen.

ç LET OP: Zorg dat de scheiding tussen ingang 1 en ingang 2 gehandhaafd blijft om ontstaan van een aardlus te voorkomen. Door een aardlus kan de uitlezing verminkt raken, kunnen streepjes of foutcodes verschijnen in het bovenste display en zouden apparatuur en product beschadigd kunnen raken.

Watlow Serie 96

Scheiding tussen in- en uitgangen Gescheiden blokken Er zijn tussen deze blokken geen elektrische verbindingen. Ingang 1 Ingang 2

Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 (tenzij uitgang

Uitgang 4 (indien uitgang 4 wordt gebruikt voor communicatie)

4 wordt gebruikt voor communicatie)

Afbeelding 3.1a — Gescheiden blokken.

Netspanningbedrading 100 tot 240VÅ (ac) nominaal (85 tot 264 werkelijk) 96 A _ - _ _ _ _ - _ _ _ _ 24 tot 28V‡ (ac/dc) nominaal (21 tot 30 werkelijk) 96 B _ - _ _ _ _ - _ _ _ _

13

14

8

2

9

3

10

L2

8

-

9

+ L1 Zekering

15

1

11

4 16

17

18 12

5 6 7

19

20

21

Afbeelding 3.1b — Netspanningbedrading.

Aanwijzingen voor het installeren van voelers Thermokoppelingangen: Verlengdraad voor thermokoppels moet van dezelfde legering zijn als het thermokoppel zelf om meetfouten zoveel mogelijk te vermijden. Gebruik een niet-geaard of gescheiden thermokoppel bij toepassing van een processignaal (bijv. 4-20mA, 0-5VÎ [dc]) voor het externe instelpunt of bij toepassing van digitale ingang 2 als een spanningsingang. Indien een geaard thermokoppel vereist is moet het signaal voor ingang 2 gescheiden worden gehouden ter voorkoming van eventuele aardlussen. RTD ingang: Bij gebruik van een tweedraads RTD kan looddraad per 1Ω weerstand een +2°F fout veroorzaken. Een driedraads RTD voeler heeft dit probleem niet. Wel moeten alle drie draden dezelfde elektrische weerstand hebben (d.w.z. zelfde draadtype, gelijke lengte, geleiders van litze- of massiefdraad van hetzelfde metaalsoort). Procesingang: Ingangen 1 en 2 moeten gescheiden blijven. Indien ingang 1 en ingang 2 beide voor processignalen worden gebruikt moeten beide van een eigen voeding en zender worden voorzien. De elektrische scheiding tussen deze ingangen is nodig om aardlussen te voorkomen.

Bedrading ■ 3.1

Bedrading, ingang 1 Afbeelding 3.2a — Thermokoppel OPMERKING:

Beschikbaar op alle eenheden Impedantie: 20MΩ

Een succesvolle installatie omvat vijf stappen: • Kies hardwareconfiguratie en modelnummer van de regelaar (Aanhangsel);

13

14

15

8

1 2

9

3

10 11

4

16

17

18

19

20

21

12

5 6

-6 +7

7

• Kies een voeler (hst.3 en 6; Aanhangsel); • Installeer de regelaar (hst.2); • Bedraad de regelaar (hst.3) en • Configureer de regelaar (hst.4, 5 en 6).

Afbeelding 3.2b — RTD (2- of 3-draads) 100Ω platina Beschikbaar op alle eenheden 13 14

15

8

15

2-draads verbind 5 en 6

5 S3 S1

6

2

9

3

10 11

4

3

16

17

S2

5

S3

6

S1

7

18

5 6 7

2

3-draads

4

∫ç

14

1 13 1

19

20

21

16

17

18 12

5 6

19

7

20

21

7

WAARSCHUWING: Bij het bedraden van de Serie 96 en het aansluiten ervan op een spanningsbron, elektrische voelers of randapparaten dient u zich stipt te houden aan de veiligheidsvoorschriften van de KEMA, om elektrische schokken, verwonding of erger en eventuele schade aan apparatuur/ eigendommen te vermijden.


3.2 ■ Bedrading

Î, 1-5VÎ Î of 0-10VÎ Î (dc) proces Afbeelding 3.2c — 0-5VÎ Beschikbaar op alle eenheden Ingangsimpedantie: 20kΩ

ç

13

+ 4

15

8

2

9

3

10 11

4

LET OP: Procesingang heeft geen beveiliging tegen voelerbreuk; uitgangen kunnen dus volledig open blijven.

14

1

16

17

18 12

5

- 6

6 7

19

20

21

13

14

15

Afbeelding 3.2d — 0-20mA or 4-20mA proces Beschikbaar op alle eenheden Ingangsimpedantie: 100Ω

ç LET OP: Procesingang heeft geen beveiliging tegen voelerbreuk; uitgangen kunnen dus volledig open blijven.

8

1

+ 5 - 6

2

9

3

10

4

11 16

17

18 12

5 6 7

19

20

21

Watlow Serie 96

Bedrading, ingang 2 Afbeelding 3.3a — 0-5VÎ, 1-5VÎ of 0-10VÎ (dc) proces

ç

Universele signaalomvormer 96 _ 1 - _ _ _ _ - _ _ _ _ Ingangsimpedantie: 20kΩ - 1

WAARSCHUWING: Ga volgens de standaard KEMAvoorschriften te werk bij het installeren van en werken met de Serie 96 regelaar. Nalatigheid kan verwonding of erger tot gevolg hebben en schade veroorzaken aan apparatuur en eigendommen.


ç

13

+ 3

14

15

1

8

2

9 10

3

11

4

LET OP:

16

17

18

19

20

21

12

5 6

Procesingang heeft geen beveiliging tegen voelerbreuk; uitgangen kunnen dus volledig open blijven.

7

Afbeelding 3.3b — 0-20mA of 4-20mA proces Universele signaalomvormer 96 _ 1 - _ _ _ _ - _ _ _ _ Ingangsimpedantie: 100Ω - 1 + 2

ç

13

14

15

1

8

2

9 10

3

11

4

LET OP:

16

17

18 12

5 6

Procesingang heeft geen beveiliging tegen voelerbreuk; uitgangen kunnen dus volledig open blijven.

19

7

20

21

Afbeelding 3.3c — Digitale gebeurtenis (event) 96 _ 1 - _ _ _ _ - _ _ _ _ Spanningsingang 3-36VÎ (dc) event-ingang hoog niveau 0-2VÎ (dc) event-ingang laag niveau Contactsluiting 0-2kΩ event-ingang laag niveau > 23kΩ( event-ingang hoog niveau +5V

- 1 13

14

15

8

1

+

3

2

9

3

10

2.67kΩ Gebeurtenis

+

3

11

4

16

17

18

19

20

21

20kΩ

12

5 6 7

100Ω Gebeurtenis

-

1 Interne schakeling

Watlow Serie 96

Bedrading ■ 3.3

Bedrading, uitgang 1 Afbeelding 3.4a — ac aansluitpunten L1 L2

OPMERKING: Een succesvolle installatie omvat vijf stappen: • Kies hardwareconfiguratie en modelnummer van de regelaar (Aanhangsel);

• Elektromechanisch relais zonder contactonderdrukking 96 _ _ - _ D _ _ _ - _ _ _ _ Vorm C, 2A, blokkadeweerstand: 31MΩ • Halfgeleiderrelais zonder contactonderdrukking 96 _ _ - _ K _ _ - _ _ _ _ 0,5A, blokkadeweerstand: 31MΩ

Externe belasting

N.C. COM. N.O.

(13 alleen gebruikt voor D-uitgangen)

13

• Installeer de regelaar (hst.2); • Bedraad de regelaar (hst.3) en • Configureer de regelaar (hst.4, 5 en 6).

OPMERKING: Schakelende inductieve belastingen (relaisspoelen, solenoïden enz.) met de uitgangopties mechanisch relais of halfgeleiderrelais vereisen een RC filter. Watlow levert een RC filter van ITW Paktron. merknaam Quencharc. Watlow onderdeelnummer 0804-0147-0000.

14

15 8

1

• Kies een voeler (hst.3 en 6; Aanhangsel);

Quencharc (eigen)

13 14 15

2

9

3

10 11

4 16

17

18

Afbeelding 3.4b — Schakelende dc, open collector Externe belasting

96 _ _ - _ C _ _ - _ _ _ _ • Schakelende dc configuratie Voedingsstroom beperkt tot 30mA • Open collector configuratie Max. spanning: 42VÎ (dc) Max. stroom: 200mA

22 tot 28VÎ (dc) +VÎ (dc)

15 COM.

13

- 13 14 15 +

14 Interne schakeling 13

14

15 8

1 2

9

3

10 11

4 16

17

18 12

5

Afbeelding 3.4c — 0-20mA en 4-20mA proces +

-

96 _ _ - _ F _ _ - _ _ _ _ Max. belastingsweerstand: 800Ω 13 14

13

14

15 8

1 2

9

3

10 11

4 16

17

18

Afbeelding 3.4d — 0-5VÎ, 1-5VÎ en 0-10VÎ(dc) proces -

+

96-_ _ -F_ _ _ - _ _ _ _ Min. belastingsweerstand: 1kΩ 14 15

13

14

15 8

1 2

9

3

10 11

4 16

5

3.4 ■ Bedrading

17

18 12

Watlow Serie 96

Bedrading, uitgang 2 Afbeelding 3.5a — ac aansluitpunten OPMERKING: Schakelende inductieve belastingen (relaisspoelen, solenoïden enz.) met de uitgangopties mechanisch relais of halfgeleiderrelais vereisen een RC filter. Watlow levert een RC filter van ITW Paktron. merknaam Quencharc. Watlow onderdeelnummer 0804-0147-0000.

13

• Elektromechanisch relais zonder contactonderdrukking 96 _ _ - _ D _ _ _ - _ _ _ _ Vorm C, 2A, blokkadeweerstand: 31MΩ • Halfgeleiderrelais zonder contactonderdrukking 96 _ _ - _ K _ _ - _ _ _ _ 0,5A, blokkadeweerstand: 31MΩ

Ga volgens de standaard KEMAvoorschriften te werk bij het installeren van en werken met de Serie 96 regelaar. Nalatigheid kan verwonding of erger tot gevolg hebben en schade veroorzaken aan apparatuur en eigendommen.

8 9

16

3

10

N.O. COM. N.C. (18 alleen gebruikt

4

11 16

17

17

18 voor D-uitgangen)

18 12

Externe belasting

6 19

7

20

21

Quencharc (eigen)

L2

L1

Afbeelding 3.5b — Schakelende dc, open collector 96 _ _ - _ C _ _ - _ _ _ _ Open collector Max. spanning: 42VÎ (dc) Max. stroom: 200mA Schakelende dc Max. dc voedingsstroom: 30mA Voedingsspanning: 22 tot 28VÎ (dc)

13

14

15

1

8

2

9

22 tot 28VÎ (dc) +VÎ (dc)

+ 16

10 16

17

15

17 18 COM.

11

4

18

13

12

5 6 7

WAARSCHUWING:

15

2

5

3

ç

14

1

19

20

14

Externe belasting

21

Interne schakeling

Afbeelding 3.5c — 0-20mA en 4-20mA proces 13

96 _ _ - _ F _ _ - _ _ _ _ Max. belastingsweerstand: 800Ω

14

15 8

1 2

9

3

10

17 18

11

4 16

17

18 12

5 6 7

19

20

-

21

+

Afbeelding 3.5d — 0-5VÎ, 1-5VÎ en 0-10VÎ (dc) proces 96 _ _ - _ F _ _ - _ _ _ _ Min. belastingsweerstand: 1kΩ

13

14

15 8

1 2

9

3

10 16

17

18 12

5 6 7

Watlow Serie 96

16 17

11

4

19

20

21

+

-

Bedrading ■ 3.5

Bedrading, uitgang 3 Afbeelding 3.6 — ac aansluitpunten OPMERKING: Een succesvolle installatie omvat vijf stappen: • Kies hardwareconfiguratie en modelnummer van de regelaar (Aanhangsel); • Kies een voeler (hst.3 en 6; Aanhangsel); • Installeer de regelaar (hst.2);

Afbeelding 3.6 - ac aansluitpunten Elektromechanisch relais zonder contactonderdrukking 96 _ _ - _ _ D_ - _ _ _ _ Vorm C, 2A, blokkadeweerstand: 31MΩ

13

14

15 8

1 2

9

3

10 11

4 16

17

18 12

5 6 7

19

20

21

10

N.C.

11

COM.

12

N.O.

L1 Externe belasting

L2

Quencharc (eigen)

• Bedraad de regelaar (hst.3) en • Configureer de regelaar (hst.4, 5 en 6). OPMERKING: Schakelende inductieve belastingen (relaisspoelen, solenoïden enz.) met de uitgangopties mechanisch relais of halfgeleiderrelais vereisen een RC filter. Watlow levert een RC filter van ITW Paktron. merknaam Quencharc. Watlow onderdeelnummer 0804-0147-0000.

ç WAARSCHUWING: Ga volgens de standaard KEMAvoorschriften te werk bij het installeren van en werken met de Serie 96 regelaar. Nalatigheid kan verwonding of erger tot gevolg hebben en schade veroorzaken aan apparatuur en eigendommen.

3.6 ■ Bedrading

Watlow Serie 96

Bedrading, uitgang 4 Afbeelding 3.7a — ac aansluitpunten Elektromechanisch relais zonder contactonderdrukking 96 _ _ - _ _ _ D - _ _ _ _ Vorm C, 2A, blokkadeweerstand: 31MΩ

OPMERKING: Schakelende inductieve belastingen (relaisspoelen, solenoïden enz.) met de uitgangopties mechanisch relais of halfgeleiderrelais vereisen een RC filter. Watlow levert een RC filter van ITW Paktron. merknaam Quencharc. Watlow onderdeelnummer 0804-0147-0000.

13

14

15 8

1 2

9

3

10 11

4 16

17

18

19

20

21

12

5 6 7

19

20 21

N.O. COM. N.C.

Externe belasting

ç

Quencharc (eigen)

L2

L1

WAARSCHUWING: Ga volgens de standaard KEMAvoorschriften te werk bij het installeren van en werken met de Serie 96 regelaar. Nalatigheid kan verwonding of erger tot gevolg hebben en schade veroorzaken aan apparatuur en eigendommen.

Afbeelding 3.7b — Communicatie en (analoge) retransmissie optie EIA/TIA-232

EIA/TIA-485

Retransmissie optie

96 _ _ - _ _ _ R - _ _ _ _

96 _ _ - _ _ _ U - _ _ _ _

96_ _ - _ _ _ M - _ _ _ _

13

14

15

13

13

14

15

1

8

1

9

2

9

2

9

3

10

3

10

3

10

11

4

11

4

12

5

12

5

16

17

18

16

5 6

13

14

20

21

T uit

COM. R in

V uit

COM.

13

3

10

4

11 18 12

5 6 20

21

20 21

9

19

20

19

8

17

7

15

21

14

18

19

20

21

12

7

I uit

19

20 21

V uit

COM.

I uit

8

2

9

3

10

4

11 16

17

18 12

5 6 7

17

15

1

EIA/TIA-232 DB-25 pin uit 2 zend 3 ontvang 4 RTS 5 CTS 6 DSR 7 gemeenschappelijk 8 DCD 12 DTR

11 16

6 19

20 21

2

8

18

19

1

16

17

6 19

7

Watlow Serie 96

15

8

2

4

7

14

1

19

20

21

EIA/TIA-232 DB-9 pin uit 1 DCD 2 ontvang 3 zend 4 DTR 5 gemeenschappelijk 6 DSR 7 RTS 8 CTS

V uit: 1.000Ω min. belastingsweerstand. I uit: 800Ω max. belastingsweerstand.

Bedrading ■ 3.7

Afbeelding 3.8a — EIA-232 naar EIA-485 conversie

EIA-485

T-/RT+/R+ COM.

+12VÎ(dc) aarde +12VÎ(dc) aarde

+ –

19 20 21

EIA-485 Voeding AD-1210

120V~ (ac)

B&B omzetter (B&B Electronics Manufacturing Company, + 1 (815) 433-5100).

G 9VÎ G B A B A

DI/O DI/O

EIA-485

ADA485L

120V~ (ac)

EIA-232

Ga volgens de standaard KEMAvoorschriften te werk bij het installeren van en werken met de Serie 96 regelaar. Nalatigheid kan verwonding of erger tot gevolg hebben en schade veroorzaken aan apparatuur en eigendommen.

485OIC

WAARSCHUWING:

EIA-232

∫ç

TD (A) TD (B) RD (A) RD (B)

9VÎ (dc) (zie OPM.) COM. T+/R+ T-/R-

20 21 19

0219-0217-0000 comm. kabel (ong. 2,15m)

CMC omzetter (CMC Connecticut Micro-Computer, Inc., + 1 (800) 426-2872). OPMERKING: De CMC omzetter vereist een externe voeding bij gebruik in combinatie met een laptop computer.

Afbeelding 3.8b — Afsluiting van EIA-232 naar EIA-485 omzetter

+5V Afgewerkt in de converter via B pull-up en pull-down A weerstanden. aarde

T+/R+ T-/RCOM.

1KΩ 120Ω 1KΩ

Indien het systeem niet goed werkt moeten er mogelijk belastingsweerstanden worden geplaatst op elk van de netwerkuiteinden. Meestal gebruikt men een 120k weerstand, die parallel geschakeld is aan de zend/ontvangaansluitklemmen (19 en 20) van de laatste regelaar in het netwerk en de adapter of seriële kaart. Pull-up en pull-down weerstanden zijn mogelijk nodig om de juiste spanning te handhaven gedurende de onbelaste toestand.

3.8 ■ Bedrading

Watlow Serie 96

Bedradingsvoorbeeld L1 L2

∫ç

zekering spoel

hoge-temperatuur lampje

mechanische contactgever met hoge grenswaarde

WAARSCHUWING: Bij het bedraden van de Serie 96 en het aansluiten ervan op een spanningsbron, elektrische voelers of randapparaten dient u zich stipt te houden aan de veiligheidsvoorschriften van de KEMA, om elektrische schokken, verwonding of erger en eventuele schade aan apparatuur/ eigendommen te vermijden.

ç WAARSCHUWING: Breng in een systeem temperatuurbegrenzende voorzieningen aan indien de kans bestaat op brand of een dergelijke calamiteit ten gevolge van een te hoge temperatuur.

13

15 (+)

L1

L2 DIN-a-mite DA1C-1624-C000 T2 T1

13 (-) 13

14

15

1

8

2

9

3

10

4

11

1

optionele normaal open Verwarmingselement momentschakelaar

8 9

3

13

14 14

15 15 8

1 2

9

3

10

4

11 16

17

18

19

20

21

9

17

12

5

6 (-) 16

17

18

7 (+)

12

5

6 (-)

6 7

6

7 (+) 7

19

20

97A1-DDAA-00RR Grenswaardenregelaar

21

96AØ-CAAA-ØØRR achteraanzicht

procesvoeler

Grenswaardenvoeler

L2

1

9 1

8

3

2 4 (+)

2

5

3

Serie 96 96A0 - CAAA - 00RR Temperatuurregelaar

7

(-)

6

15 4

6 (+)

1 CR-1 1

L1

9

8

13 7 (-)

L2

2

10

DIN-a-mite DA1C-1624-C000 5

T1 11

6 7

1

8

1

7

(+)

16

10

(-)

17

8

2

Serie 97 97A1-DDAA-00RR 3 Grenswaardenregelaar

14 15

9

12

12

9

13

11

T2

Verwarmingselement

6

15 18

14 1

19

1

20

1CR

2

13

17 16 21

R

2

hoge-temperatuur lampje

Afbeelding 3.9 — Voorbeeld, systeembedrading.

Watlow Serie 96

Bedrading ■ 3.9

Notities

3.10 ■ Bedrading

Watlow Serie 96

4

Hoofdstuk 4 Navigatie en software

Toetsen en displays Dit hoofdstuk geeft uitleg over toetsen, displays en navigatievaardigheden en bevat tevens een compleet software schema. Auto-man modusindicatie: % LED: • AAN: man modus (openlusregeling). • UIT: auto modus (geslotenlusregeling). OF: Profielmodusindicatie: LED: • AAN: regelaar is in ramping modus. • UIT: regelaar is niet in ramping modus.

Actieve uitgang (1 t/m 4) indicatielampjes: Branden wanneer er spanning staat op de corresponderende regeluitgang.

Bovenste display: Toont de werkelijke proceswaarden tijdens bedrijf of de waarde voor de parameter in het onderste display.

96 1

Onderste display: Toont de instelwaarde tijdens bedrijf of de parameter waarvan de waarde in het onderste display wordt weergegeven.

Bladertoets: Laat het onderste display door de configuratieparameters stappen. Om terug te stappen, ‰ indrukken en vasthouden en ondertussen ¿ bij herhaling indrukken.

2

3

4

%

Pijl-omhoogtoets: Verhoogt de waarde in het bovenste display of stapt in opwaartse richting door een lijst met waarden. Stapt van menu naar menu in een pagina. Verhoogt de instelwaarde in het onderste display.

Pijl-omlaagtoets: Verlaagt de waarde in het bovenste display of stapt in neerwaartse richting door een lijst met waarden. Stapt van menu naar menu in een pagina. Verlaagt de instelwaarde in het onderste display.

Index/oneindigtoets: • Terugkeer naar de indexpagina (proces-/werkelijke waarde op display en persoonlijke werkbalk). • Reset van vergrendelend alarm. • Reset van een fout van een bij een vergrendelende ingang behorende voeler.

Afbeelding 4.1 — Serie 96 toetsen en displays.

Watlow Serie 96

Navigatie en software ■ 4.1

Navigeren in de Serie 96 Kies een pagina (bedrijf (operation), instelling (setup) of fabriek (factory)) en druk op de relevante toetscombinatie. De pagina verschijnt in het onderste display.

96 1

2

3

4

%

96 1

2

3

4

%

• Bedrijfspagina: houd ¯ en ¿ toetsen tegelijk 3 sec. ingedrukt. 96 1

2

3

4

%

96 1

2

3

4

%

• Instelpagina: houd ¯ en ¿ toetsen tegelijk 6 sec. ingedrukt. 96 1

2

3

4

%

96 1

2

3

4

%

• fabriekspagina: houd ‰ en ˆ toetsen tegelijk 6 sec. ingedrukt. 96 1

2

3

4

%

96 1

2

3

4

%

• Indexpagina: druk de ˆ toets, ongeacht uw locatie.

Druk ¯ (pijl omhoog) of ¿ (pijl omlaag) in om in een pagina een bepaald menu te zoeken. Het menu verschijnt in het bovenste display terwijl de pagina in het onderste display blijft staan. Druk de ‰ (blader-) toets in om in het getoonde menu de lijst van parameters te openen. De menuparameters verschijnen in het onderste display en de bijbehorende waarden in het bovenste display. U kunt terugstappen door de parameterlijst door ‰ en ¿ gelijktijdig in te drukken. Druk ¯ of ¿ in om een (alfa- of numerieke) waarde te selecteren. Druk ‰ in om de waarde in te stellen; ga dan naar de volgende parameter.

4.2 ■ Navigatie en software

Watlow Serie 96

Serie 96 software schema Indexpagina [``96] waarde, proces 1 [``96] instelwaarde, externe instelwaarde of procentuele-uitgangwaarde

[``96] persoonlijk menu**... [``P1]

Programmamenu* (zie p.7.1)

Bedrijfspagina [Mon] bewakingsmenu [OPEr] bedrijfspagina [Pr2`] [Pcnt] [rPSP] [E`St]

proces 2** procentuele uitgang ramping instelwaarde ** status, event-ingang

[USEr]

gebruikersmenu [OPEr] bedrijfspagina [A-M] auto-man bedrijfsmodus** [Àut] autotune [AtSP] autotune instelwaarde [`SP2] instelwaarde 2** [E`SP] event-instelwaarde ** [`L-r] interne of externe modus** [CAL1] kalibratie-offset

[PId1]

PID 1 menu [OPEr] bedrijfspagina [Pb`1] propband 1 [It`1] integraal 1 [rE`1] reset 1 [dE`1] afgeleide 1 [rA`1] verhouding 1 [brS1] impulspakket 1 [Ct`1] cyclustijd 1 [hYS1] hysteresis 1 [db`1] dode zone 1

[PId2]


[ALM] alarmmenu [OPEr] bedrijfspagina [A2Lo] laag alarm 2 [A2hi] hoog alarm 2 [A3Lo] laag alarm 3 [A3hi] hoog alarm 3 [A4Lo] laag alarm 4 [A4hi] hoog alarm 4 Instelpagina [InP1] menu, ingang 1 [`SEt] instelpagina

* Toegevoegd indien u voor een “ramping” (in stappen regelbare) regelaarversie heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _). ** Verwijderd indien u voor een ramping versie heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _).

Watlow Serie 96

[SEn1] [In`1] [rL`1] [rh`1] [dEC1] [Ftr1]

voelertype ingangtype 1 onderste bereik 1 bovenste bereik 1 decimaal 1 ingang software filter 1

[InP2]

menu, ingang 1

[`SEt] instelpagina [In`2] ingang 2** [rL`2] onderste bereik 2** [rh`2] bovenste bereik 2** [CAL2] kalibratie-offset 2** [E`Fn] event-functie [E`cn] event-voorwaarde [absp] verwijderinstelwaarde *

[Out1]

menu, uitgang 1

[`SEt] instelpagina [Ot`1] uitgang 1 [Prc1] procestype 1

[Out2]

menu, uitgang 2

[`SEt] instelpagina [Ot`2] uitgang 2 [Prc2] procestype 2 [AtY2] alarmtype 2 [AhY2] alarmhysteresis 2 [LAt2] vergrendeling 2 [SIL2] onderdrukking 2 [Sid2] alarm actieve zijden 2 [Lgc2] alarmlogica 2 [Anu2] alarmsignalering 2

[Out3]

menu, uitgang 3

[Unit] eenhedentype [`C-F] C of F [Èrr] ingangfoutvergrendeling [FAIL] storingsmodus ** [MAn] standaardvermogen handbediening ** [PLSP] instelpunt vermogenslimiet [PLÀ] bovenste schakellimiet boven [PL`b] bovenste schakellimiet onder [``rP] ramping modus** [rP`S] regelschaalverdeling ** [ratE] regelgrootte ** [OPLP] openlusdetectie [ptyP] programmatype*

Fabriekspagina [CUSt] persoonlijk menu** [FctY] fabriekspagina [``P1] [``P2] [``P3] [``P4] [``P5] [``P6] [``P7] [``P8] [``P9] [`P10] [`P11] [`P12] [`P13] [`P14] [`P15] [`P16]

[`LOC] blokkeermenu

[`SEt] instelpagina [Ot`3] uitgang 3 [AtY3] alarmtype 3 [Ahy3] alarmhysteresis 3 [LAt3] vergrendeling 3 [SIL3] onderdrukking 3 [Sid3] alarm actieve zijden 3 [Lgc3] alarmlogica 3 [Anu3] alarmsignalering 3

[FctY] fabriekspagina [``SP] instelwaardenvergrendeling [prog] programmamenuvergrendeling* [CuSt] vergrendeling, persoonlijk menu ** [OPEr] bedrijfspagina modus [`SEt] vergrendeling, instelpagina [`CAL] vergrendeling, kalibratiemenu

[Out4]

[FctY] fabriekspagina [MdL] modelnummer [dAtE] fabricagedatum [`Sn1] serienummer 1 [`Sn2] serienummer 2 [Soft] software ID nummer [ItY2] ingangtype 2 [`rEu] software revisie [OTY1] uitgang 1 hardware [Oty2] uitgang 2 hardware [Oty3] uitgang 3 hardware [Oty4] uitgang 4 hardware [tout] test uitgang [dISP] test displays [hrES] hoge resolutie [AMb] omgevingstemperatuur [Acnt] omgevings A-D tellingen [cnt1] kanaal 1 A-D tellingen [cnt2] kanaal 2 A-D tellingen [tSht] communicatietest/oplossen van storingen [LinE] netfrequentie

menu, uitgang 4

[`SEt] instelpagina [Ot`4] uitgang 4 [AtY4] alarmtype 4 [Ahy4] alarmhysteresis 4 [LAt4] vergrendeling 4 [SIL4] onderdrukking 4 [Sid4] alarm actieve zijden 4 [Lgc4] alarmlogica 4 [Anu4] alarmsignalering 4 [Aout] analooguitgang 4 [Prc4] procestype 4 [A`hi] analooguitgang bovenste bereik [A`lo] analooguitgang onderste bereik [ACAL] analooguitgang offset [BaUd] baudsnelheid [Addr] adres

[gLbL] globaalmenu [`SEt] instelpagina OPMERKING: Wat u te zien krijgt is afhankelijk van de opties en instellingen die op uw regelaar van toepassing zijn.

[dIAg]

diagnosemenu

De fabriekspagina omvat o.a. kalibratieparameters die niet direct noodzakelijk zijn voor het normale gebruik van de regelaar.

Navigatie en software ■ 4.3

Navigatieprincipes voor nieuwe gebruikers De bedoeling van onderstaand taakvoorbeeld is u vertrouwd te maken met de toetsen en displays. Voor nadere informatie over de in de Serie 96 beschikbare regelvoorzieningen zie hoofdstuk 5. Zie hoofdstuk 6 voor een tabel van alle parameters en waarden.

Configureren van de regelaar Ga als volgt te werk om de regelaarconfiguratie aan te passen aan uw toepassing: ga naar de instelpagina, open de menu’s en stel de systeemparameters (in- en uitgangen) in. Handeling

Toetsen

Display*

1

Druk 6 sec. op de >en Na 3 sec. verschijnt de bedrijfspagina in het [InP1] Ga van de onderste display, na 6 sec. opgevolgd door [`SEt]
2

Kies een te openen ¿ toets. menu.

3

Ga naar een parameter.

‰ toets.

[Inp2]

De instelpagina blijft in het onderste display terwijl in het bovenste display menunamen verschijnen.

[`SEt]

De parameters van het menu verschijnen in [ÒFF] [In`2] het onderste display en de bijbehorende waarden in het bovenste display. (OPMERKING: Wanneer u een menu opent verandert het display. In plaats van instelpagina en menu ziet u parameter en waarde.) De waarden verschijnen in het bovenste display wanneer de parameter in het onderste display te zien is.

[EÌn]

4

Kies een waarde.

5

U ziet de gekozen waarde in het bovenste Stel een waarde in ‰ toets (wanneer [none] [E`Fn] de gekozen waarde display. Een druk op de ‰ toets doet de en ga naar de wordt weergegeven). volgende parameter verschijnen in het volgende onderste display, met in het bovenste parameter. display een van de bijbehorende waarden. Na 5 sec. worden waarden automatisch ingevoerd.

Samenvatting

¿ toets tot u de gewenste waarde hebt bereikt.

Voor een selectie of keuze:

[In`2]

Druk ¿ of ¯ toets.

Om een locatie in een pagina of Druk ‰ of ˆ (index/oneindig) toets. menu te verplaatsen of te wijzigen:

*Wat u te zien krijgt is afhankelijk van de opties die op uw regelaar van toepassing zijn.

4.4 ■ Navigatie en software

Watlow Serie 96

5

Hoofdstuk 5 Kenmerken

Het systeem Persoonlijk menu (custom menu; octrooi aangevraagd) Met het persoonlijke menu kunt u snel en gemakkelijk veelvuldig door u gebruikte instellingen instellen, bewaken (monitor) en wijzigen. Door op ‰ te drukken gaat u rechtstreeks naar het persoonlijke menu in de indexpagina. U kunt uw persoonlijk menu samenstellen met niet minder dan 16 van de actieve parameters uit de lijst hiernaast. Een in het persoonlijke menu opgenomen parameter is toegankelijk vanuit zowel het persoonlijke menu als het menu. Indien u een parameter wijzigt in het persoonlijke menu wordt deze wijziging automatisch gekopieerd in het oorspronkelijke menu en vice versa. Er is altijd een persoonlijk menu, ook als u het niet zelf samenstelt. Dit standaard persoonlijkemenu bevat vier door de fabrikant aangebrachte parameters. Om de parameters in het persoonlijkemenu te wijzigen gaat u als volgt te werk. Roep de fabriekspagina op door de ‰ en ˆ toetsen 6 sec. gelijktijdig in te drukken. Het persoonlijkemenu [CUSt] is het eerste menu op de fabriekspagina. Druk eenmaal op de ‰ toets om naar de eerste selectie in het menu te gaan. De parameterkeuzes verschijnen in het bovenste display en het selectienummer in het onderste display. Verander met de >of de of de
Watlow Serie 96

[CUSt] persoonlijk menu (custom menu) [Fcty] fabriekspagina [nonE] → [nonE] geen parameter (none)* ‰ [``P1] parameter 1 [``P1] [`Pr2] proces 2 ¿ [Pcnt] procentuele uitgang* • ¯ • [rPSP] ramping instelwaarde (set point) [`P16] parameter 16 [E`St] status, event-ingang (event input status) [A-M] bedrijfsmodus (auto-man)* [`LOC] blokkeermenu (lockout menu) [Àut] autotune* [dIAg] diagnosemenu [AtSP] autotune instelpunt (set point) [cin1] kalibratie (calibration) menu 1 [`SP2] instelwaarde (set point) 2 [cin2] kalibratie menu 2 [E`SP] event-instelwaarde (event set point) [cout] procesuitgang kalibratiemenu 1 [`L-r] interne of externe (local/remote) modus [CAL1] kalibratie-offset (calibration offset)* [Pb`1] propband 1 [It`1] integraal 1 [dE`1] afgeleide (derivative) 1 [rE`1] reset 1 [rA`1] verhouding (rate) 1 [Ct`1] verhouding (rate) 1 [db`1] dode zone (dead band) 1 [Pb`2] propband 2 [It`2] integraal 2 [dE`2] afgeleide (derivative) 2 [rE`2] reset 2 [rA`2] verhouding (rate) 2 [Ct`2] cyclustijd 2 [db`2] dode zone (dead band) 2 [A2hi] hoog alarm 2 (alarm 2 high) [A2Lo] laag alarm 2 (alarm 2 low) [A3hi] hoog alarm 3 (alarm 3 high) [A3Lo] laag alarm 3 (alarm 3 low) [A4hi] hoog alarm 4 (alarm 4 high) [A4Lo] laag alarm 4 (alarm 4 low) [P``t] proportionele term [I``t] integraalterm [d``t] afgeleide (derivative) Term [hYS1] hysteresis 1 [hYS2] hysteresis 2 [AhY2] alarmhysteresis 2 [AhY3] alarmhysteresis 3 [AhY4] alarmhysteresis 4 [SP`1] instelwaarde (set point) 1

[FctY] → ¿ ¯

Afbeelding 5.1 — Voor het persoonlijke menu beschikbare parameters (*standaardselecties).

OPMERKING: Het persoonlijkemenu kan niet worden opgeroepen indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ).

Kenmerken ■ 5.1

Automatisch instellen (autotune)

Gebruik [AtSP] (autotune set point, autotune instelwaarde) in het gebruikersmenu om de tijdelijke instelwaarde te selecteren, als een percentage van de normale instelwaarde, waarop de regelaar zich zal instellen. Het autotune proces wordt geïnitieerd/afgesloten met [Àut] (initiate autotune, initieer autotune) in het gebruikersmenu.

[PiD2] stelt alleen PID set 2 af. Dit is de juiste optie voor het afstellen van de koelregeling bij een extruder toepassing in de exothermische modus. Automatische instelling voltooid

Automatisch instellen (autotune) begint

Autotune instelpunt (standaard 90 procent van procesinstelwaarde)

Temperatuur

Met de automatische instelvoorziening test de regelaar de gevoeligheid van het systeem en stelt op basis daarvan een doelmatige reeks parameters voor de PID regeling samen. Hiertoe wordt een autotune instelwaarde enkele malen in beide richtingen overschreden, waarna met de nieuwe parameters op de normale instelwaarde wordt geregeld.

In de modi alleen verwarmen of alleen koelen is [tunE] de enige optie. In de modi verwarmen/koelen of koelen/verwarmen zijn er drie afstel- (tuning) opties: [tunE] realiseert gelijktijdig de afstelling voor verwarmen en koelen. Dit is de juiste optie indien het systeem gewoonlijk beide doet, zoals in een klimaatkamer. [PiD1] stelt alleen PID set 1 af. Dit is de juiste optie voor het afstellen van de verwarmingsregeling bij een extruder toepassing in de endothermische modus.

Temps

Afbeelding 5.2a — Automatische instelling. LET OP: Kies een autotune instelwaarde die uw product tijdens de autotune oscillaties beschermt tegen eventuele schade ten gevolge van doorschieten (overshoot) of tekortschieten (undershoot). Zorgvuldige keuze is in het bijzonder noodzakelijk indien het een gevoelig product betreft.

Vermogenslimiet Een vermogenslimiet hoge zijde en een vermogenslimiet lage zijde stellen het max. uitgangsvermogen in tussen twee bereiken. Een vermogenslimiet lage zijde beperkt de output tot een percentage van het max. uitgangsvermogen wanneer de procestemperatuur of -waarde lager is dan het vermogenslimietinstelpunt.

Het vermogenslimietinstelpunt kan worden bekeken c.q. gewijzigd met [PLSP] (power limit set point; globaalmenu). Het werkelijke uitgangsvermogen kan worden bekeken met procentuele output [Pcnt] (bewakingsmenu).

De vermogenslimiet hoge zijde beperkt de output tot een percentage van het max. uitgangsvermogen wanneer de procestemperatuur of -waarde hoger is dan het vermogenslimietinstelpunt.

Uitgangsvermogen is beperkt tot bovenste schakellimiet

Temperatuur

De vermogenslimieten werken op dezelfde wijze in koeltoepassingen, maar de negatieve waarden worden geconverteerd in absolute (positieve) waarden om aan te geven of het bereik onder of boven het vermogenslimietinstelpunt ligt. De vermogenslimiet lage zijde kan worden bekeken c.q. gewijzigd met bovenste schakellimiet onder (high power limit below) [Pl`B] (globaalmenu).

Bovenste bereik

Schakellimietinstelwaarde (tussen onderste bereik en bovenste bereik) Uitgangsvermogen schakelt naar bovenste schakellimiet Uitgangsvermogen is beperkt tot onderste schakellimiet Onderste bereik

Procestemperatuur Tijd

De vermogenslimiet hoge zijde kan worden bekeken c.q. gewijzigd met bovenste schakellimiet boven (high power limit above) [PlÀ] (globaalmenu). 5.2 ■ Kenmerken

Afbeelding 5.2b — Vermogenslimieten.

Watlow Serie 96

Ingang

Negatieve kalibratie-offset compenseert voor het verschil tussen voeleruitlezing en werkelijke temperatuur.

Voelertemperatuuruitlezing

Kalibratie-offset stelt een apparaat in staat te compenseren voor een onnauwkeurige voeler, lijnweerstand of andere factoren die de invoerwaarde beïnvloeden. Een positieve offset verhoogt de invoerwaarde, een negatieve offset verlaagt de invoerwaarde. De offsetwaarde van ingang 1 kan worden bekeken c.q. gewijzigd met kalibratie-offset (calibration offset) 1 [CAL1] (gebruikersmenu).

Temperatuur

Kalibratie-offset

Werkelijke procestemperatuur

Tijd

Afbeelding 5.3a — Kalibratie-offset.

Filtertijdconstante

Bekijk of wijzig het tijdfilter van ingang 1 met filtertijdconstante 1 [Ftr1] (menu, ingang 1). Een positieve waarde beïnvloedt alleen de bekeken waarden. Een negatieve waarde beïnvloedt zowel de bekeken waarden als de regelwaarden.

Temperatuur

Ongefilterd ingangssignaal

Tijd

Gefilterd ingangssignaal Temperatuur

Een tijdfilter vlakt een ingangssignaal af door aan het signaal een eerste orde filtertijdconstante toe te voegen. De weergegeven waarde of de weergegeven en regelwaarden kunnen worden gefilterd. Het filteren van de weergegeven waarde maakt de bewaking eenvoudiger. Het filteren van het signaal kan het gedrag van de PID regeling in gunstige zin beïnvloeden in een lawaaiig of zeer dynamisch systeem.

Tijd

Afbeelding 5.3b — Ongefilterde en gefilterde ingangssignalen.

Voelerselectie Configureer de regelaar in overeenstemming met het invoerapparaat, gewoonlijk een thermokoppel, RTD of processignaal. Wanneer u een invoerapparaat selecteert stelt de regelaar automatisch de invoerlinearisatie in op de voeler. Ook stelt de regelaar hoge en lage grenswaarden in, die op hun

Watlow Serie 96

beurt de waarden van bovenste bereik en onderste bereik beperken. Selecteer de voor ingang 1 geschikte voeler met voelertype (sensor type) 1 [SEn1] en ingang 1 [In1`] (menu, ingang 1).

Kenmerken ■ 5.3

Onderste bereik en bovenste bereik Bovenste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Bovenste bereik (tussen bovenste grenswaarde van voeler en onderste bereik) Bovenste bereik Temperatuur

De regelaar handhaaft het instelpunt op een waarde tussen bovenste bereik en onderste bereik. Het bovenste bereik kan niet hoger ingesteld worden dan de bovenste voelerlimiet of lager dan het onderste bereik. Het onderste bereik kan niet lager ingesteld worden dan de onderste voelerlimiet of hoger dan het bovenste bereik.

Instelwaardebereik (moet liggen tussen bovenste bereik en onderste bereik) Onderste bereik

Selecteer of bekijk de waarden voor de overeenkomstige parameters van ingang 1 met instelwaarde (set point) 1.

Event-ingang Via een event-ingang kan een operator tot op zekere hoogte ingrijpen in het systeem door een schakelaar te openen of te sluiten of een dc logicasignaal aan de regelaar toe te voeren. Deze voorziening kan het bedieningsgemak van een systeem verhogen en bijdragen tot de veiligheid en de bedrijfszekerheid. Lees de toestand van de event-ingangparameter uit met event-ingangstatus (event input status) [E`St] (bewakingsmenu). Selecteer met event-functie (event function) [E`Fn] (menu, ingang 2) de wijze waarop een gebeurtenis het systeem zal beïnvloeden. [nonE] overschakelen naar de event-instelwaarde (event set point). [``SP] overschakelen naar de event-instelwaarde (event set point). [AOFF] regeluitgangen en alarmen uitschakelen (alarms off). [COFF] regeluitgangen uitschakelen (control outputs off). [`LOC] toetsenpaneel blokkeren (lock out keyboard). [A-M] overschakelen naar manuele (handmatige) modus.** [tunE] autotune initialiseren. [`ÀL] een alarm opheffen. [SLOC] Alles blokkeren behalve primaire instelwaarde (auto of man). Indien u deze optie kiest en er geen profiel in werking is (nonramping modus) zijn alle parameters voor de gebruiker ontoegankelijk behalve instelwaarde en gebeurtenis outputs. [`we] wacht op event ingang (wait-for event input).*

Onderste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik

Afbeelding 5.4a — Voelerbereiken.

[paus] [fil1] [fil2] [hold] [Absp]

pauze* profiel (profile) 1* profiel 2* handhaven (hold)* verwijderinstelwaarde (abort set point)*

Selecteer met event-voorwaarde (event condition) [E`cn] (menu, ingang 2) de voorwaarde waardoor een gebeurtenis getriggerd wordt. [``Lo] genereert een gebeurtenis indien de spanning laag (low) is (schakelaar gesloten). [``hi] genereert een gebeurtenis indien de spanning hoog (high) is (schakelaar open). [riSE] wijzigt de toestand van de gebeurtenis indien de spanning oploopt (rises). [FALL] wijzigt de toestand van de gebeurtenis indien de spanning daalt (falls).

Hoge gebeurtenis (schakelaar open)

Spanning

[SP1`] (indexpagina), onderste bereik (range low) 1 [rL1`] en bovenste bereik (range high) 1 [rh1`] (menu, ingang 1)

Onderste bereik (tussen onderste grenswaarde van voeler en bovenste bereik)

Dalende gebeurtenis

Stijgende gebeurtenis

Lage gebeurtenis (schakelaar gesloten) Tijd

Afbeelding 5.4b — Gebeurtenis inputs.

*Deze parameters worden toegevoegd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). **Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ).

5.4 ■ Kenmerken

Watlow Serie 96

Retransmissie (analoog) van een externe instelwaarde De retransmissievoorziening maakt het mogelijk voor een uitgang om een analoog signaal door te geven dat kan dienen als ingangsvariabele voor een ander apparaat. Het signaal kan dienen als externe instelwaarde voor een andere regelaar of het zou benut kunnen worden als invoer naar een registreertoestel voor het vastleggen van de systeemprestatie in de tijd. Met de externe instelwaardevoorziening kan een instelwaarde ontvangen worden van een ander apparaat of regelaar. Deze flexibiliteit maakt het mogelijk dat de output van een bepaalde regelaar de instelwaarden van andere regelaars reguleert bijvoorbeeld voor gekoppelde of multi-zone toepassingen. Voorwaarde voor het gebruik van een extern instelpunt is dat de Serie 96 uitgevoerd is met ingang 2 hardware (96_ 1 - _ _ _ _ - _ _ _ _).

Zone 1 Om de retransmissievoorziening te kunnen gebruiken moet een Serie 96 uitgevoerd zijn met een uitgang 4 geïnstalleerde universele retransmissiekaart (96_ _ - _ _ _ M - _ _ _ _). Selecteer de uitgangschaalverdeling met analooguitgang onderste bereik (analog output range low) [A`Lo] en analooguitgang bovenste bereik (range high) [A`hi] (menu, uitgang 4). Stel een offset in voor het uitgangsbereik met analooguitgang offset [ACAL] (menu, uitgang 4). Bijvoorbeeld: Indien u instelwaarde 50° tot 250° wilt heruitzenden dan stelt u [A`Lo] op 50° en [A`hi] op 250°. Selecteer de door uitgang 4 te vertegenwoordigen waarde met analooguitgangselectie [Aout] (menu, uitgang 4).

Watlow Serie 96

[ÒFF] retransmissie niet actief (off). [Proc] proceswaarde wordt heruitgezonden. [``SP] instelwaarde (set point) wordt heruitgezonden. [Pcnt] procentuele vermogensoutput wordt heruitgezonden.

Zones 2 en 3 Om de schaalverdeling van het externe instelsignaal te bepalen stelt u de instelwaarde voor het laagste (range low) signaal van ingang 2 in met [`rL2] (menu, ingang 2) en de waarde voor het hoogste (range high) signaal van ingang 2 met [`rH2] (menu, ingang 2). Bijvoorbeeld, indien u wilt dat 420mA een 50° tot 250° instelwaarde vertegenwoordigt dan stelt u [`rL2] op 50 en [`rH2] op 250. De variatie van het ingang 2 signaal tussen 4 en 20mA weerspiegelt de variatie van de externe instelwaarde tussen 50° en 250°. Gebruik de intern/extern (local-remote) parameter [`L-r] (gebruikersmenu) om te schakelen tussen de interne (local) [```L] en externe (remote) [```r] instelwaarde. Zone 1 Hoofdregelaar

Zone 2 Extern

Zone 3 Extern 96

96 1

2

3

4

%

Uitgang 4

1

Ingang 2

2

3

4

%

96 1

2

3

4

%

Ingang 2

Afbeelding 5.5 — Retransmissie van een externe instelwaarde. OPMERKING: De retransmissievoorziening kan niet worden opgeroepen indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ )

Kenmerken ■ 5.5

Regelmethoden Koeling schakelt AAN bij opstarten

Stel proportionele band 1 [Pb`1] (PID 1 menu) op 0 om de regelaar in de AAN-UIT regelmodus te brengen. Stel de hysteresis van uitgang 1 in met [hYS1] (PID 1 menu).

Hysteresis

Instelwaarde

Procestemperatuur

Koeling schakelt UIT wanneer de procestemperatuur onder de instelwaarde daalt

Tijd

Verwarming schakelt UIT wanneer de procestemperatuur boven de instelwaarde uitstijgt

Temperatuur

De AAN-UIT regeling schakelt de uitgang volledig AAN of volledig UIT, afhankelijk van de input-, instel- en hysteresiswaarde. De hysteresiswaarde geeft de mate aan waarin de proceswaarde moet afwijken van de instelwaarde om de uitgang AAN te schakelen. Verhogen van de waarde vermindert het aantal malen dat de uitgang AAN en UIT zal schakelen. Verkleinen van de hysteresis verbetert de procesregeling. Met een op 0 gestelde hysteresis zal de proceswaarde dichter bij de instelwaarde blijven maar de uitgang zal vaker AAN en UIT schakelen ("chattering": trillen).

Temperatuur

AAN-UIT regeling

Koeling schakelt AAN wanneer de procestemperatuur boven de instelwaarde plus de hysteresis uitstijgt

Instelwaarde Hysteresis Procestemperatuur

Verwarming schakelt AAN bij opstarten

Verwarming schakelt AAN wanneer de procestemperatuur onder de instelwaarde minus de hysteresis daalt Tijd

Afbeelding 5.6a — AAN-UIT regeling voor koelen en verwarmen.

Proportionele (P) regeling Sommige processen vereisen een temperatuur of proceswaarde die dichter bij de instelwaarde blijft dan waarin de AAN-UIT regeling kan voorzien. Proportionele regeling voorziet in een strakkere regeling door de output bij te stellen wanneer de temperatuur of proceswaarde zich binnen een proportionele band bevindt. Wanneer de waarde binnen die band ligt stelt de regelaar de output bij naar de mate waarop de proceswaarde de instelwaarde benadert; hoe dichter bij de instelwaarde hoe lager de output. (Vergelijk de automobilist die gas mindert bij het naderen van een stoplicht.) Het resultaat is dat de temperatuur/proceswaarde lang niet zo ver uitslaat als met een eenvoudige AANUIT regeling. Wanneer het systeem in de evenwichtstoestand is heeft de temperatuur/proceswaarde echter de neiging om permanent onder de instelwaarde te blijven hangen ("drooping").

The PID 1 proportionele band kan worden bekeken of gewijzigd met proportionele band 1 [Pb1`] (PID 1 menu).

Met proportionele regeling is het uitgangsvermogenniveau gelijk aan (instelwaarde minus proceswaarde) gedeeld door de proportionele band.

Afbeelding 5.6b — Proportionele regeling.

5.6 ■ Kenmerken

Instelwaarde

Doorschieten

Propband Temperatuur

Blijvende regelafwijking (droop)

Tijd

Watlow Serie 96

Proportionele plus integraal- (PI) regeling

Integraalwaarde

Equivalente reset-waarde

De als gevolg van een proportionele regeling optredende permanente regelafwijking kan worden gecorrigeerd door aan het systeem een integraal(reset-) regeling toe te voegen. Wanneer het systeem in de evenwichtstoestand is wordt de integraal(reset-) waarde zodanig gekozen dat de temperatuur of proceswaarde dichter bij de instelwaarde wordt gebracht. De integraal- (reset-) waarde bepaalt de snelheid van de correctie. Er is echter kans op excessief doorschieten ("overshoot") bij het opstarten of wanneer de instelwaarde wordt gewijzigd. Te veel integraal- (reset-) werking maakt het systeem onstabiel.

1 min 2 min

1 herh. per min. 0,5 herh. per min.

3 min

0,33 herh. per min.

4 min

0,25 herh. per min.

Instelwaarde

Droop Droop gecorrigeerd

Propband Temperatuur

De integraal- (reset-) werking wordt opgeheven wanneer de proceswaarde buiten de proportionele band ligt.

Tabel 5.7 — Omzetting integraal-/resetwaarden.

Reset wordt gemeten in herhalingen (herh.) per min. Een lage resetwaarde vertraagt de integratie. Integraal wordt gemeten in min. per herh. (het omgekeerde van reset). Een lage integraalwaarde versnelt de integratie. Bekijk of wijzig de integraal- of reset-waarde van uitgang 1 met integraal 1 [It1`] of reset 1 [rE1`] (PID 1 menu). Integraal verschijnt indien eenhedentype (units type) [Unit] (globaalmenu) is ingesteld op [``S1]. Reset verschijnt indien [Unit] is ingesteld op [`ÙS].

Tijd

Afbeelding 5.7a — Proportionele plus integraalregeling.

Proportionele plus integraal- plus afgeleide- (derivative) (PID) regeling

Propband Propband x 2 Temperatuur

Pas afgeleide- (verhoudings-) regeling toe om doorschieten in een systeem met PI regeling tot een minimum te beperken. Afgeleide (verhouding) stelt de output bij op basis van de snelheid waarmee de temperatuur of proceswaarde verandert. Te veel afgeleide (verhouding) maakt het systeem traag reagerend.

Beperkt doorschieten Instelwaarde

Verwarming vertraagt

Verhoudingswerking is alleen actief wanneer de proceswaarde binnen tweemaal de proportionele band ligt t.o.v. de instelwaarde. Bekijk of wijzig de afgeleide of verhoudingswaarde van uitgang 1 met afgeleide (derivative) 1 [dE1`] of verhouding (rate) 1 [rA1`] (PID 1 menu). Afgeleide verschijnt indien eenhedentype (units type) [Unit] (globaalmenu) is ingesteld op [``S1]. Verhouding verschijnt indien [Unit] is ingesteld op [`ÙS].

Watlow Serie 96

Tijd

Afbeelding 5.7b — PID regeling.

Kenmerken ■ 5.7

Tweevoudige PID Propband koelzijde

Instelwaarde Temperatuur

In een toepassing waarbij één uitgang bestemd is voor verwarmen en een andere voor koelen hebben deze elk een eigen stel PID parameters en een aparte dode zone. De verwarmingsparameters worden geactiveerd wanneer de procestemperatuur lager is dan de instelwaarde en de koelparameters wanneer de procestemperatuur hoger is dan de instelwaarde.

Dode zone koelzijde Dode zone verwarmingzijde

Propband verwarmingzijde

PID 1 parameters hebben betrekking op uitgang 1 en PID 2 parameters op uitgang 2. Bekijk of wijzig PID 1 en PID 2 parameters in de PID 1 en PID 2 menu’s (bedrijfspagina). Tijd

Afbeelding 5.8a — Tweevoudige PID.

Dode zone

Proportionele werking stopt wanneer de proceswaarde zich binnen de dode zone bevindt. Integraalwerking blijft bezig om de procestemperatuur naar de instelwaarde te brengen. Indien de waarde van de dode zone nul is wordt het verwarmingselement actief wanneer de temperatuur onder de instelwaarde zakt en wordt het koelelement ingeschakeld wanneer de temperatuur boven de instelwaarde uitstijgt.

Instelwaarde koeling Instelwaarde verwarming Temperatuur

In een toepassing met tweevoudige PID kunnen de dode zones boven en onder de instelwaarde worden gebruikt om energie te besparen en slijtage te beperken door de procestemperatuur binnen een aanvaardbaar bereik te handhaven. Door de effectieve instelwaarden voor koelen en verwarmen te verschuiven wordt een conflict tussen beide systemen voorkomen.

Propband koeling Dode zone koeling

Propband verwarming

Tijd

Afbeelding 5.8b — Dode zone, koelen.

De dode zone voor uitgang 1 kan worden bekeken of gewijzigd met dode zone (dead band) 1 [db`1] (PID 1 menu). De dode zone voor uitgang 2 kan worden bekeken of gewijzigd met dode zone 2 [db`2] (PID 2 menu).

5.8 ■ Kenmerken

Watlow Serie 96

Impulspakketsturing Impulspakketsturing zorgt voor een gelijkmatig uitgangsvermogen dat nagenoeg vrij is van RFI (Radio Frequency Interference, hoogfrequentstoringen). Impulspakketsturing is bij uitstek geschikt voor de regeling van een Ohmse belasting; de zeer korte tijdbasis zorgt ervoor dat de levensduur van de verwarmingselementen aanmerkelijk wordt verlengd.

100 procent uitgang 10 AAN, 0 UIT

De regelaar stelt vast wanneer de ac sinusgolf het 0V punt snijdt en schakelt dan de belasting alleen op dat punt AAN of UIT, waardoor praktisch geen RFI optreedt.


De impulspakketsturingvoorziening voor uitgang 1 kan AAN-UIT geschakeld worden met impulspakketsturing (burst fire) 1 [brS1] (PID 1 menu) en vereist een schakelende dc (96_ _-C _ _ _ _ _ _ _) of een halfgeleiderrelais (96_ _-K _ _ _ -_ _ _ _).


De impulspakketsturingvoorziening voor uitgang 2 kan AAN-UIT geschakeld worden met mpulspakketsturing (burst fire) 2 [brS2] (PID 2 menu) en vereist een schakelende dc (96_ _-C _ _ _ _ _ _ _) of een halfgeleiderrelais (96_ _-K _ _ _ -_ _ _ _). 66 procent uitgang 2 AAN, 1 UIT

Afbeelding 5.9a — Impulspakketsturing.

Ramping naar instelwaarde

Definieer met ramping modus [``rP] (globaalmenu) wanneer ramping actief moet worden. [ÒFF] ramping niet actief. [Strt] ramping bij opstarten. [StPt] ramping bij opstarten of bij verandering van instelwaarde. Definieer de regelgrootte in graden per min./hrs met regelschaalverdeling (ramp scale) [rP`S] (globaalmenu). Stel de ramping snelheid in met regelgrootte (ramp rate) [rAtE] (globaalmenu).

Watlow Serie 96

Temperatuur

Temperatuur stijgt snel tot instelwaarde

Tijd

Instelwaarde Temperatuur

Ramping beschermt materialen en systemen die geen abrupte temperatuurwisselingen kunnen verdragen. De waarde van de regelgrootte (ramp rate) is het max. aantal graden per min./hrs dat de systeemtemperatuur kan veranderen.

Instelwaarde

graden per min.

Temperatuur loopt stapsgewijs met een ingestelde snelheid naar de instelwaarde Tijd

Afbeelding 5.9b — Ramping naar instelwaarde.

Kenmerken ■ 5.9

Alarmen Een alarm initieert een bepaalde actie, waarbij gewoonlijk een operator gewaarschuwd wordt, wanneer de procestemperatuur buiten een gedefinieerd bereik terechtkomt. De gebruiker kan configureren hoe en wanneer een alarm wordt

getriggerd en of het automatisch stopt wanneer de alarmsituatie voorbij is.

Alarminstelpunten Het hoge alarminstelpunt definieert de temperatuur die een alarm hoge zijde triggert. Het hoge alarminstelpunt moet hoger zijn dan het lage alarminstelpunt en lager dan de bovenste grenswaarde van het voelerbereik. Het lage alarminstelpunt definieert de temperatuur die een alarm lage zijde triggert. Het lage alarminstelpunt moet lager zijn dan het hoge

alarminstelpunt en hoger dan de onderste grenswaarde van het voelerbereik. Proces- of deviatie-alarminstelpunten voor uitgang 2 kunnen worden bekeken of gewijzigd met alarm hoog 2 (alarm 2 high) [A2hi] en alarm laag 2 (alarm 2 low) [A2Lo] (alarmmenu).

Alarmhysteresis Modbus Register nr.720 r/w; waarden: (1-9999).

Een alarmsituatie wordt getriggerd wanneer de proceswaarde het hoge alarminstelpunt of het lage alarminstelpunt bereikt. De alarmhysteresis bepaalt hoever het proces moet zijn teruggekeerd binnen het normale operationele bereik voordat het alarm kan worden opgeheven. De alarmhysteresiswaarde voor uitgang 2 kan worden bekeken of gewijzigd met hysteresis 2 [hYS2] (menu, uitgang 2).

Bereik alarm hoge zijde

Instelwaarde hoog alarm

Alarmhysteresis

Temperatuur

Alarmhysteresis is een zone die naar binnen gericht aansluit op elk van de alarminstelpunten (zie afb.5.9a). De zone wordt gedefinieerd door de hysteresiswaarde op te tellen bij het lage alarminstelpunt of af te trekken van het hoge alarminstelpunt.

Normaal operationeel bereik

Alarmhysteresis

Instelwaarde laag alarm Bereik alarm lage zijde Tijd

Afbeelding 5.10 — Alarminstellingen.

Proces- of deviatiealarmen Een procesalarm gebruikt een of twee absolute instelpunten om een alarmsituatie te definiëren. Een deviatiealarm gebruikt één van twee in relatie tot het regelinstelpunt gedefinieerde instelpunten. De hoge en lage alarminstelpunten worden berekend door offsetwaarden op te tellen bij en/of af te trekken van het regelinstelpunt. Indien het instelpunt verandert zal het door de alarminstelpunten gedefinieerde venster automatisch meeveranderen. 5.10 ■ Kenmerken

Met alarmtype 2 [AtY2] (menu, uitgang 2) kunt u bekijken/bepalen of het uitgang 2 alarm dienst doet als proces- of deviatiealarm. De alarmdeviatiewaarde van uitgang 2 kan worden bekeken/gewijzigd met alarm hoog 2 (alarm 2 high) [A2hi] en alarm laag 2 (alarm 2 low) [A2Lo] (alarmmenu).

Watlow Serie 96

Alarmvergrendeling

De alarmsituatie treedt in wanneer de temperatuur de instelwaarde hoog alarm bereikt

Modbus Register nr.721 r/w; waarden: No (0), Yes (1).

Met alarmvergrendeling 2 (alarm 2 latching) [LAt2] (menu, uitgang 2) kunt u kijken/bepalen of het uitgang 2 alarm vergrendelt. Een door een vergrendeld alarm gesignaleerde, inmiddels gecorrigeerde alarmsituatie kan worden gereset door de ˆ oneindigtoets te drukken.

Alarmonderdrukking Modbus Register nr.722 r/w; waarden: No (0), Yes (1). Alarmonderdrukking kan op twee manieren toegepast worden: 1. Het wordt vaak gebruikt om een systeem tijd te geven om op te warmen nadat het gestart is. Wanneer alarmonderdrukking AAN is wordt er geen alarm getriggerd wanneer de procestemperatuur aanvankelijk lager is dan het lage alarminstelpunt. Pas wanneer de procestemperatuur zich in het normale operationele bereik bevindt boven de hysteresiszone wordt de alarmfunctie geactiveerd. 2. Alarmonderdrukking kan door de operator worden gebruikt om de alarmuitgang te blokkeren wanneer de regelaar in een alarmsituatie is. Ook hier geldt dat de alarmfunctie pas wordt geactiveerd wanneer de procestemperatuur zich in het normale operationele bereik bevindt boven de hysteresiszone. Indien een Serie 96 uitgang als een deviatiealarmuitgang functioneert, wordt het alarm onderdrukt wanneer de instelwaarde veranderd wordt, totdat de proceswaarde weer in het normale operationele bereik is teruggekeerd. Met

Watlow Serie 96

Alarmhysteresis

Temperatuur


Procestemperatuur

De alarmsituatie blijft bestaan tot de temperatuur daalttot de instelwaarde hoog alarm minus de hysteresis. Een vergrendelend alarm kan op dit punt door de operator worden afgeschakeld. Een niet-vergrendelend alarm wordt automatisch afgeschakeld. Instelwaarde laag alarm

Tijd

Afbeelding 5.11a — Alarmvergrendeling.

alarmonderdrukking 2 [SIL2] (menu, uitgang 2) kunt u bekijken of alarmonderdrukking AAN is en de gevonden toestand eventueel wijzigen. Indien de alarmsignalering (alarm annunciation) 2 [Anu2] (menu, uitgang 2) ingesteld is op [`YES] zal het indicatielampje van uitgang 2 AAN blijven en zal in het display een alarmbericht verschijnen, ook al is de alarmoutput onderdrukt.

Instelwaarde hoog alarm Hysteresis

Temperatuur

Een vergrendeld alarm blijft actief nadat de alarmsituatie voorbij is. Het kan alleen door de gebruiker worden gedeactiveerd. Een nietvergrendelend alarm wordt automatisch gedeactiveerd zodra de alarmsituatie voorbij is.

Instelwaarde hoog alarm

Alarm op dit punt geactiveerd

Procestemperatuur


Hysteresis

Opstarten, alarm geblokkeerd

Instelwaarde laag alarm

Alarm op dit punt geactiveerd Tijd

Afbeelding 5.11b — Alarmonderdrukking.

Kenmerken ■ 5.11

Fouten Openlusdetectie Modbus Register nr.210 r; waarden: Clear (opheffen) (0), Error (fout) (1). Openlusdetectie kan de gebruiker attent maken op problemen aan de invoer- of uitvoerzijde van de regelkring. Openlusdetectie werkt alleen wanneer de regelaar PID-geregeld wordt. Een openlusfout wordt getriggerd wanneer, gedurende een periode die gelijk is aan de integraalinstelling (het omgekeerde van de reset-waarde), 100 procent vermogen op de regeluitgang staat zonder dat de

ingang een 5° (°F of °C) verandering registreert. De openlusdetectievoorziening kan AAN en UIT geschakeld worden met openlusdetectie (open loop detect) [OPLP] (globaalmenu). Ingeval van een openlusfout worden de regeluitgangen afgeschakeld; in het bovenste display gaat [OPLP] knipperen. Leg het hele systeem stil, controleer de bedrading van de ingang en de regeluitgang en controleer de invoer- en uitvoerapparaten.

Systeemfouten (foutnummer op bovenste display,

[Er`9] (9) fout 9 geeft een configuratiefout aan.

foutbericht op onderste display)

[cnfg]

Modbus Register nr.209 r; (waarden hieronder tussen haakjes).

[Er10] (10) fout 10 geeft aan dat een module is

Op p. A.2 van de bijlage achter in deze handleiding vindt u tips voor het oplossen van de door de foutberichten gesignaleerde storingen. [Er`4] (4) fout (error) 4 duidt op een defecte RAM. [raM]

[Er`5] (5) fout 5 duidt op een fout in de controlesom [eecs]

(checksum) van een niet-vluchtig geheugen.

[Er`6] (6) fout 6 duidt op een defecte ROM. [rom]

[Er`7] (7) fout 7 geeft een hardware storing aan. [hard]

[chng]

gewijzigd (changed).

[Er11] (11) fout 11 geeft aan dat nieuwe software is [soft]

geïnstalleerd.

[er12] (12) fout 12 geeft beschadiging van [Cal`]

kalibratiedata aan.

[er13] (13) fout 13 geeft een analoog-digitaal timeout [Atod]

aan.

[Er14] (14) fout 14 geeft een seriële EEPROM timeout aan. [EEhd] [Er15] (15) fout 15 attendeert op de aanwezigheid [new]

van een nieuwe (new) eenheid.

[er16] (16) fout 16 duidt op een ongeldig EEPROM [Er`8] (8) fout 8 geeft een modulefout aan.

[Addr]

adres.

[plug]

Inputfouten (foutnummer op bovenste display, uitvoerpercentage op onderste display) Modbus Register nr.101 r; (waarden hieronder tussen haakjes). [Err1] (0) fout 1 geeft aan dat de input te laag is om gemeten te kunnen worden.

[Err2] (1) fout 2 geeft aan dat de input lager is dan het voelerbereik.

5.12 ■ Kenmerken

[Err3] (2) fout 3 geeft aan dat de input het voelerbereik overschrijdt.

[Err4] (3) fout 4 geeft aan dat de input het meetbereik te boven gaat.

Watlow Serie 96

Schokvrije overdracht

Indien de storingsmodus (failure mode) [FAIL] (globaalmenu) ingesteld is op schokvrij (bumpless) [BPLS] en het proces zich 2 min. vóór het voelerdefect gestabiliseerd had op een bepaald uitgangsvermogenniveau (± 5 procent) en indien dat vermogenniveau minder is dan 75 procent dan schakelt de regelaar over op handbediening op basis van het laatste automatische vermogenniveau. Indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan daalt de uitgang naar 0 procent vermogen (uitgang geblokkeerd). Indien de storingsmodus ingesteld is op handmatig (manual) [MAn], schakelt de Serie 96 over naar handbedrijf op basis van de procentuele vermogenswaarde van standaardvermogen handbediening (manual default power) [MAn] (globaalmenu). Handbediening voorziet in een openlusregelbereik van de uitgangen van -100 procent tot 100 procent output. Bij de Serie 96 is een negatieve uitgangswaarde alleen mogelijk indien uitgang 1 of 2 is ingesteld op koelen.

Werkelijke temperatuur

Temperatuur

Instelwaarde

Voelerbreekpunt

100% Uitgangsvermogen 40%

Vermogen

In het geval dat de voeler uitvalt schakelt de regelaar over van automatisch bedrijf (auto) naar handbediening (manueel: man). Indien schokvrije overdracht actief is wanneer de voeler uitvalt blijft de regeluitgang (resp. blijven de regeluitgangen) stabiel - een schokvrije, soepele overgang.

2 min. Uitgangsvermogen vergrendeld

0% Tijd

Afbeelding 5.13 — Schokvrije overdracht. OPMERKING: De schokvrije-overdrachtvoorziening kan niet worden opgeroepen indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ).

Wanneer de regelaar terugkeert naar de geslotenlusregeling wordt uitgegaan van de vorige instelwaarde.

Communicatie Een Serie 96 regelaar kan ook worden geprogrammeerd en bewaakt door middel van seriële communicatie met een PC of PLC (Programmable Logic Controller). Om deze communicatieoptie te kunnen gebruiken moet een Serie 96 uitgevoerd zijn met een voor uitgang 4 geïnstalleerde EIA/TIA 485 (96_ _ - _ _ _U - _ _ _ _) of EIA/TIA 232 (96_ _ - _ _ _R - _ _ _ _) communicatiekaart. Gebruik van de EIA/TIA 485 vereist dat uw PC of PLC via de EIA/TIA 485 interface in half duplex communiceert. Bij toepassing van een PC of PLC met een EIA/TIA 232 communicatiepoort is een interfaceomzette nodig om de half duplex communicatie te realiseren. Om met meer dan één regelaar te communiceren hebt u de EIA/TIA 485 optie nodig. Deze optie ondersteunt rechtstreeks max. 32 apparaten in een netwerk.

protocol gebruikt om in de regelaar registers uit te lezen en naar deze toe te schrijven. Zie voor de Modbus registers hoofdstuk 6. Deze registers bevatten de parameterwaarden die het functioneren van de regelaar bepalen en de waarden die de huidige input- en outputwaarden van het systeem weerspiegelen. Decimaalpunten worden niet verzonden of ontvangen in Modbus. De plaats van de decimaalpunt kunt u afleiden uit de decimaalparameter [DEC1]. Bijvoorbeeld, 127,5 graden wordt gelezen of geschreven als 1275 graden waarbij de decimaalparameter op 0,0 staat. De op de communicatie betrekking hebbende parameters worden weergegeven in het uitgang 4 menu (instelpagina). Stem de baudsnelheid [baUd] af op die van de computer en selecteer een adres [Addr] voor de Serie 96.

Om regelinstellingen met een PC te bekijken of te wijzigen hebt u software nodig die het Modbus RTU

Watlow Serie 96

Kenmerken ■ 5.13

Notities

5.14 ■ Kenmerken

Watlow Serie 96

6

Hoofdstuk 6 Parameters

Indexpagina In de rusttoestand geeft het display een van de volgende reeksen data weer, afhankelijk van de instelling van de regelaar. De eerste prompt verschijnt in het bovenste display, de tweede in het onderste. Parameter

Bereik (Modbus waarde)

[``96] proces 1 [`100] instelwaarde 1

Onderste bereik 1 tot bovenste bereik 1 [ÒFF]

100 r 300 r/w

Actief: altijd Actief indien de eventinstelwaarde niet actief is en de interne of externe modus (gebruikersmenu) is ingesteld op intern (local) [```l] of de auto-man modus (gebruikersmenu) is ingesteld op [auto]. [ÒFF] verschijnt bij een afzwaaier naar beneden tot onder de waarde van het onderste bereik (range low) 1 [rl`1].

Onderste bereik 1 tot bovenste bereik 1

100 r 202 r

Actief: altijd Actief indien het externe instelpunt actief is en de interne of externe modus (local/remote) [`L-R] (gebruikersmenu) is ingesteld op [```R] en de auto-man modus (gebruikersmenu) is ingesteld op [auto].

Onderste bereik 1 tot bovenste bereik 1

100 r 202 r/w

Actief: altijd Actief indien event-functie (event function) [E`Fn] (menu, ingang 2) is ingesteld op eventinstelwaarde (event set point) [``SP], er een eventvoorwaarde aanwezig is en de auto-man modus (gebruikersmenu) is ingesteld op [auto].

Bewaak de waarde van proces 1 en wijzig de instelwaarden.

[``96] proces 1 [`200] extern instelpunt**

Standaard

Modbus Register r/w (read/write, lezen/ schrijven)

Bewaak de waarde van proces 1 en de externe instelwaarden.

[``96] proces 1 [`5)0] manuele instelwaarde** Bewaak de waarde van proces 1 en wijzig de manuele instelwaarde.

Verschijningsvoorwaarden, parameters

**Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). OPMERKING: Zie hoofdstuk 7 voor informatie over parameters voor het creëren van de profielen “ramp” en “soak” (stapsgewijs naar instelpunt, dan vasthouden) in ramping versies van de Serie 96. OPMERKING: Voor een overzicht van de wijze waarop alle pagina’s, menu’s en parameters zijn gegroepeerd, zie p. A.13. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken.

Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.1

6.1 Indexpagina

Display

Display

Parameter

[``96] proces 1 [`5)0] manuele instelwaarde** Bewaak de waarde van proces 1 en wijzig de manuele instelwaarde.


Onderste bereik 1 tot bovenste bereik 1 modi verwarmen: 0,0 tot 100,0 modi koelen: -100,0 tot 0,0 modi verwarmen/koelen: -100,0 tot 100,0

Standaard


100 r 310 r/w


Actief: altijd Actief indien de auto-man modus (gebruikersmenu) is ingesteld op [man] of indien er een fout is opgetreden.

De in het persoonlijk menu (fabriekspagina) geselecteerde parameters zullen hier verschijnen.

**Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ).

6.2 Indexpagina OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.2 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Bedrijfspagina De bedrijfspagina omvat vijf menu’s: Display

Parameter


Standaard


[Mon] bewaken [Oper] selectie (monitor) bedrijfspagina (operations page) [User] gebruiker (user) Open een [pid1] PID 1 bedrijfsmenu. [Pid2] PID 2 (indien uitgang 2 actief is) [Alm] alarm (indien er een alarm actief is)


Actief indien vergrendeling bedrijfspaginamodus (blokkeermenu/fabriekspagina) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[mon] bewaken (monitor): (monitor menu) comms waarde (0) [Oper] bedrijfspagina (operations page) [Pr2`] proces 2**

105 r

Actief indien ingang 2 (menu, ingang 2) niet is ingesteld op UIT (off) [Òff] of [EÌn] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

103 r

Actief indien bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

203 r

Actief indien ramping modus (globaalmenu) niet is ingesteld op UIT (off) [Òff] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

201 r

Actief indien ingang 2 [E`fn] (menu, ingang 2) niet is ingesteld op geen (none) [none] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Bewaak de waarde van proces 2.

[Pcnt] procentuele uitgang Bewaak het vermogenniveau van de regeluitgang. [rpSP] ramping instelpunt** Bewaak het ramping instelpunt.

[E`St] status van eventingang Bewaak de eventingangstatus.

[true] waar (true) (1)*** [FALS] onwaar (false) (0)***

**Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). ***Getallen tussen haakjes zijn de in de Modbus communicatie gebruikte (rang-) telwoorden.

OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.3

6.3 Bedrijfspagina/bewakingsmenu

[mon] bewakingsmenu

Display

Parameter


Standaard



[User] gebruikers(user) menu [Oper] bedrijfspagina (operations page) [A-M] bedrijfsmodus auto-man**

[Auto] (0)

301 r/w


[ÒFF] UIT (off) of [ÒFF] (0) annuleer een lopende autotune (0) Initieer of annuleer [tune] initieer autotune (1) autotune. [Pid1] alleen reeks 1 (2) [Pid2] alleen reeks 2 (3)

305 r/w

Actief indien auto-man modus (gebruikersmenu) is ingesteld op [auto] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

304 r/w


Onderste bereik 1 tot 75°F, 24°C bovenste bereik 1

306 r/w

Actief indien ingang 2 (menu, ingang 2) als event-ingang (event input) [eÌn] is ingesteld, [E`Fn] is ingesteld op [``SP] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Onderste bereik 1 tot 75°F, 24°C bovenste bereik 1

319 r/w

Actief indien uitgang 2 aanwezig is (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ _), zowel uitgang 1 (menu, uitgang 1) als uitgang 2 (menu, uitgang 2) zijn ingesteld op verwarmen [heat] of koelen [COOL] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Selecteer auto- of man-besturing voor de regelaar.

[Auto] auto modus (0) [Man] man modus (1)

[Àut] automatische instelling (autotune)

[AtSP] instelwaarde automatisch instellen (autotune set point)

50 tot 150

90

6.4 Bedrijfspagina/gebruikersmenu

Stel het autotune instelpunt in als een percentage van de op het moment actieve instelwaarde. [E`SP] eventinstelwaarde 2** Bepaal de instelwaarde wanneer de eventingang actief is zoals gedefinieerd door de eventvoorwaarde. [`SP2] instelwaarde 2** Bepaal de instelwaarde voor geforceerde verwarming (boost set point).

**Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). ***Getallen tussen haakjes zijn de in de Modbus communicatie gebruikte (rang-) telwoorden. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.4 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Display

Parameter


Standaard


[```L] (0)

316 r/w

Actief indien ingang 2 (menu, ingang 2) niet is ingesteld op UIT (off) [Òff], ingang 2 niet als event-ingang (event input) is ingesteld [EÌn] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

0

605 r/w


500 r/w


0,00 (0)

501 r/w

Actief indien propband 1 (PID 1 menu) niet is ingesteld op [```0], eenhedentype (globaalmenu) is ingesteld op [``SI] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

0,00 tot 99,99 herh. per 0,00 (0) min.

502 r/w

Actief indien propband 1 (PID 1 menu) niet is ingesteld op [```0], eenhedentype (globaalmenu) is ingesteld op [`ÙS] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

0,00 tot 9,99 min.

503 r/w

Actief indien propband 1 (PID) 1 menu) niet is ingesteld op [```0], eenhedentype (globaalmenu) is ingesteld op [``SI] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[`L-r] interne of externe [```L] local (0) modus [~~~r] remote (1) (local/remote mode)** Stel de modus in op interne of externe instelwaarde.

[CAL1]

kalibratie-offset (calibration offset)

-1999 tot 9999

Stel de kalibratieoffset in voor ingang 1.


[Pid1] PID 1 menu

[Pb`1] propband (proportionele band) 1 Stel de propband voor PID regeling in.

0º tot 9999º 25ºF, 14ºC Werkt, indien [Pb`1] is ingesteld op 0, in een AAN-UIT modus.

[It`1] integraal 1

0,00 tot 99,99 min. per Stel de integraaltijd herhaling in op min. voor uitgang 1.

[rE`1] reset 1 Stel de reset- tijd in op herh./min. voor uitgang 1.

[dE`1] afgeleide (derivative) 1 Stel de afgeleide tijd in op min. voor uitgang 1.

0,00 (0)


Parameters ■ 6.5

6.5 Bedrijfspagina/PID 1 menu

[Oper] bedrijfspagina (operations page)

Display

Parameter


[rA`1] verhouding (rate) 0,00 tot 9,99 min. 1

Standaard


0,00 (0)

504 r/w

Actief indien propband 1 (PID) 1 menu) niet is ingesteld op [```0], eenhedentype (globaalmenu) is ingesteld op [`ÙS] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[``no] (0)

509 r/w

Actief indien propband 1 (PID 1 menu) niet is ingesteld op [```0], bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide] en indien uitgang 1 is ingericht voor een halfgeleiderrelais (96A _-K _ _ __ _ _ _) of schakelende dc (96A _-C _ _ _-_ _ _ _) en hoogspanningsvoeding (96A _-_ _ _ _-_ _ _ _).

Bepaald door type uitgang.

506 r/w

Actief indien propband 1 (PID 1 menu) is niet ingesteld op [```0], impulspakket 1 (PID 1 menu) is ingesteld op [``no], uitgang 1 geen procestype (niet 96 _ _-F _ _ _-_ _ _ _) is en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

1 tot 9999

3°F, 2°C

507 r/w

Actief indien uitgang 1 geen procestype is (niet 96 _ _-F _ _ _ _ _ _ _), propband 1 (PID 1 menu) ingesteld is op [```0] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

0 tot 9999

0

505 r/w

Actief indien uitgang 2 aanwezig is (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ _), één uitgang is ingesteld op verwarmen [heat] en een andere op koelen [COOL] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Stel de verhoudingstijd in op min. voor uitgang 1.

[brs1] impulspakket (burst) 1

[``no] nee (0) [`Yes] ja (1)

Selecteer impulspakketsturin gmodus voor uitgang 1.

[Ct`1] cyclustijd 1

Relais: 5,0 tot 60,0 (50 tot 600) Stel de cyclustijd in Halfgeleider: 0,1 tot op sec. voor uitgang 60,0 (1 tot 600) 1.


[hys1] hysteresis 1 Stelt de schakelhysteresis in voor uitgang 1.

[db`1] dode zone (dead band) 1 Instelpuntverschuiving voor regeling via uitgang 1.


OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.6 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Display

Parameter


Standaard



[Pb`2] propband (proportionele band) 2

510 r/w

Actief indien één uitgang ingesteld is op verwarmen en een andere op koelen en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide] en de verwarmenkoelmodus.

[It`2] integraal 2

511 r/w


0,00 tot 99,99 herh. per 0,00 (0) min. (0 tot 999)

512 r/w


0,00 tot 9,99 min. (0 tot 0,00 (0) 999)

513 r/w


[rA`2] verhouding (rate) 0,00 tot 9,99 min. (0 tot 0,00 (0) 2 999)

514 r/w


0° tot 9999° 25ºF, 14ºC Werkt, indien [Pb`2] is ingesteld op 0, in een AAN-UIT modus. Stel de propband in voor uitgang 2.

0,00 tot 99,99 min. per 0,00 (0) Stel de integraaltijd herhaling (0 tot 9999) in op min. voor uitgang 2.

[rE`2] reset 2 Stel de reset-tijd in op herh./min. voor uitgang 2.

[dE`2] afgeleide (derivative) 2 Stel de afgeleide tijd in op min. voor uitgang 2.

Stel de verhoudingstijd in op min. voor uitgang 2.


Parameters ■ 6.7


[PiD2] PID 2 menu [Oper] bedrijfspagina (operations page)

Display

Parameter

[brs2] impulspakket (burst) 2


Standaard


[``no] nee (0) [`Yes] ja (1)

[``no] (0)

519 r/w

Actief indien propband 2 (PID 2 menu) niet is ingesteld op [```0], bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide] en uitgang 2 is ingericht voor een halfgeleiderrelais (96A _-K _ _ _- _ _ _ _) of schakelende dc (96A _-C _ _ _-_ _ _ _) en hoogspanningsvoeding (96A _-_ _ _ _-_ _ _ _).

Relais: 5,0 tot 60,0 (50 tot 600) Halfgeleider: 0,1 tot 60,0 (1 tot 600)

Relais:10,0 (100) Halfgeleider: 1,0 (10)

516 r/w

Actief indien propband 2 (PID 2 menu) niet is ingesteld op [```0], impulspakket 2 (PID 2 menu) is ingesteld op [``no], uitgang 2 geen procestype (niet 96 _ _-F _ _ _-_ _ _ _) is en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

1 tot 9999

3°F, 2°C

517 r/w

Actief indien uitgang 2 aanwezig, maar geen procestype (niet 96 _ _-F _ _ _-_ _ _ _) is, uitgang 2 (menu, uitgang 2) ingesteld is op verwarmen [hEAt] of koelen [COOL] (het omgekeerde van de uitgang 1 selectie), propband 2 (PID 2 menu) ingesteld is op [```0] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

0 tot 9999

0 (0)

515 r/w

Actief indien uitgang 2 aanwezig (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ _) is, één uitgang is ingesteld op verwarmen [heat] en een andere op koelen [COOL] en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Selecteer impulspakketsturin gmodus voor uitgang 2.

[Ct`2] cyclustijd 2 Stel de cyclustijd in op sec. voor uitgang 2.

[hys2] hysteresis 2 Stelt de schakelhysteresis in voor uitgang 2.


[db`2] dode zone (dead band) 2 Instelpuntverschuiving voor regeling via uitgang 2.



Watlow Serie 96

Display

Parameter


Standaard



[Alm] alarmmenu

[A2Lo] laag alarm 2 (alarm 2 low) Stel de onderste alarminstelwaarde in voor uitgang 2.

[A2hi] hoog alarm (alarm 2 high) Stel de bovenste alarminstelwaarde in voor uitgang 2.


[A3hi] hoog alarm 3 (alarm 3 high) Stel de bovenste alarminstelwaarde in voor uitgang 3.

Proces: onderste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik naar hoog alarm 2-1 Deviatie: -1999 tot 0

Proces: 321 r/w onderste grenswaard e van geselecteerd voelerbereik Deviatie: -999

Actief indien uitgang 2 (menu, uitgang 2) is ingesteld op [`ÀL], alarm actieve zijden 2 (menu, uitgang 2) niet ingesteld is op [``hi], uitgang 2 aanwezig, maar geen procesuitgang (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ _ of 96 _ _-_ F_ _-_ _ _ _) is en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Proces: laag alarm 2+1 naar bovenste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Deviatie: 0 tot 9999

Proces: 322 r/w bovenste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Deviatie: 999

Actief indien uitgang 2 (menu, uitgang 2) is ingesteld op [`ÀL], alarm actieve zijden 2 (menu, uitgang 2) niet ingesteld is op [``lo], uitgang 2 aanwezig, maar geen procesuitgang (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ _ of 96 _ _-_ F_ _-_ _ _ _) is en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].


Proces: 340 r/w onderste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Deviatie: -999

Actief indien uitgang 3 (menu, uitgang 3) is ingesteld op [`ÀL], alarm actieve zijden 3 (menu, uitgang 3) niet ingesteld is op [``hi], uitgang 3 aanwezig is (niet 96 _ _-_ D _ _-_ _ _ _ ) en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Proces: laag alarm 3+1 Proces: 341 r/w naar bovenste bovenste grenswaarde van grenswaarde geselecteerd van voelerbereik geselecteerd Deviatie: 0 tot 9999 voelerbereik Deviatie: 999

Actief indien uitgang 3 (menu, uitgang 3) is ingesteld op [`ÀL], alarm actieve zijden 3 (menu, uitgang 3) niet ingesteld is op [``lo], uitgang 3 aanwezig is (niet 96 _ _-_ D _ _-_ _ _ _) en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].


Parameters ■ 6.9

6.9 Bedrijfspagina/alarmmenu

[Oper] bedrijfspagina (operations page)

Display

Parameter


[A4hi] hoog alarm 4 (alarm 4 high) Stel de bovenste alarminstelwaarde in voor uitgang 4.


Standaard




Proces: geen**** onderste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Deviatie: -999

Actief indien uitgang 4 (menu, uitgang 4) is ingesteld op [`ÀL], alarm actieve zijden 4 (menu, uitgang 4) niet ingesteld is op [``hi], uitgang 4 een relais (96 _ _-_ _ _ D-_ _ _ _) is en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Proces: hoog alarm 4+1 naar bovenste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Deviatie: 0 tot 9999

Proces: geen**** bovenste grenswaarde van geselecteerd voelerbereik Deviatie: 999

Actief indien uitgang 4 (menu, uitgang 4) is ingesteld op [`ÀL], alarm actieve zijden 4 (menu, uitgang 4) niet ingesteld is op [``Lo], uitgang 4 een relais (96 _ _-_ _ _ D-_ _ _ _) is en bedrijfspaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

6.10 Bedrijfspagina/alarmmenu ****Uitgang 4 parameters kunnen niet via de Modbus interface worden gewijzigd. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.10 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Instelpagina De instelpagina omvat zeven menu’s. Display

Parameter

[`Set] instelpagina (setup page) Open een instelmenu.


Standaard


[InP1] ingang (input) 1 [InP1] [Inp2] ingang 2 [Out1] uitgang (output) 1 (indien aanwezig) [Out2] uitgang 2 (indien aanwezig) [Out3] uitgang 3 (indien aanwezig) [Out4] uitgang 4 (indien aanwezig) [glbl] globaal


Actief indien instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[Inp1] menu, ingang (input) 1 [`set] instelpagina (setup page) [Sen1] voelertype (sensor type) 1

[``tc] (0)***

600 r/w


6.11 Instelpagina/menu, ingang 1

Stelt het type invoerhardware in van ingang 1.

[``tc] thermokoppel (thermocouple) (0) [`RTD] RTD (1)*** [PRoc] proces (2)

**Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). ***Getallen tussen haakjes zijn de in de Modbus communicatie gebruikte (rang-) telwoorden.


Parameters ■ 6.11

Display

Parameter


[In`1] ingang 1


Stel het onderste ingangbereik in. Deze instelling is de ondergrens van de bereikbare instelwaarde.

[rh`1] bovenste bereik (range high) 1 Stel het bovenste ingangbereik in. Deze instelling is de bovengrens van de bereikbare instelwaarde.



Indien 601 r/w voelertype (menu, ingang 1) is gewijzigd in thermokoppel: [```j] (0) Indien voelertype is gewijzigd in RTD: [`din] (11) Indien voelertype is ingesteld op proces: [4-20] (13)


Zie Specificaties in het Aanhangsel voor voelerbereiken en standaardwaarden.

Zie 602 r/w Specificaties in het Aanhangsel voor voelerbereiken en standaardwaarden.


Zie Specificaties in het Aanhangsel voor voelerbereiken en standaardwaarden.

Zie 603 r/w Specificaties in het Aanhangsel voor voelerbereiken en standaardwaarden.


Indien voelertype is ingesteld op Stelt de thermokoppel: linearisatieparameter in [```j] J (0) van ingang 1. [```H] K (1) [```T] T (2) [``è] E (3) [```n] N (4) [```C] C (5) [```d] D (6) [`Pt2] PT2 (7) [```r] R (8) [```s] S (9) [```b] B (10) Indien voelertype is ingesteld op RTD: [`din] RTD_DIN (11) [`JIS] RTD_JIS (12) Indien voelertype is ingesteld op proces: [4-20] 4-20mA (13) [0-20] 0-20mA (14) [0-`5] 0-5VÎ (dc) (15) [1-`5] 1-5VÎ (dc) (16) [0-10] 0-10VÎ (dc) (17)

[rL`1] onderste bereik (range low) 1

Standaard

****Indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ) kunnen voor de prompts van de menu’s van uitgang 1 en uitgang 2 geen bereikselecties gemaakt worden die ingesteld zijn op identieke regelmodi, bijvoorbeeld verwarmen/verwarmen of koelen/koelen. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.12 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Parameter

[dEC1] decimaal 1 Bepaalt de positie van het decimaalpunt bij inputuitleningen.

[ftr1] softwarefilter ingang 1 Stel de filtertijd voor de ingang in sec. in. De filter vlakt een snel veranderend ingangssignaal af. Positieve waarden beïnvloeden alleen de monitoruitlezingen. Negatieve waarden beïnvloeden zowel de monitoruitlezingen als de regelwaarden.


Standaard


606 r/w


0 (0) [1,0 604 r/w (10) indien [dEC1] is gesteld op 0,0].


Indien met stel 0 voelertype in een RTD of thermokoppel (excl. R, S of B thermokoppel) is aangewezen: [```0] 0 (0) [``)0] 0,0 (1) Indien met stel voelertype in een proces is aangewezen: [```0] 0 (2) [``)0] 0,0 (3) [`)00] 0,00 (4) [)000] 0,000 (5)

-60,0 tot 60,0 (-600 tot 600)


[Inp2] menu, ingang (input) 2 [`set] instelpagin (setup page) [In`2] ingang 2** Stel de typeparameter in van ingang 2.

[ÒFF] (0) [ÒFF] (0) [EÌn] event-ingang (event input): (1) [4-20] 4-20mA (2) [0-20] 0-20mA (3) [`0-5] 0-5VÎ (dc) (4) [`1-5] 1-5VÎ (dc) (5) [0-10] 0-10VÎ (dc) (6)

611 r/w

Actief indien ingang 2 hardware (96 _1 _-_ _ _ _ -_ _ _ _) aanwezig is en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

**Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.13


Display

Display

Parameter

[rL`2] onderste bereik (range low) 2** Stel het onderste ingangbereik in. Deze instelling is de waarde die [Pr`2] aangeeft indien ingang 2 in het onderste bereik is. [rh`2] bovenste bereik 2** Stel het bovenste ingangbereik in. Deze instelling is de waarde die [Pr`2] aangeeft indien ingang 2 in het bovenste bereik is. [CAL2] kalibratie-offset (calibration offset) 2**


Stel de ingang kalibratie-offset in. De kalibratie-offset stelt een apparaat in staat te compenseren voor lijnweerstand, voelerfouten en andere storende factoren.


-1999 tot [`rh2] bovenste bereik (range high) 2

Standaard



rL1

612 r/w

Actief indien ingang 2 hardware (96 _1 _-_ _ _ _ -_ _ _ _) aanwezig is, [In`2] niet is ingesteld op [EÌn] of [ÒFF] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

rh1 [`rL2] onderste bereik (range low) 2 tot 9999

613 r/w


-1999 tot 9999

615 r/w


0


Watlow Serie 96

Parameter

[E`Fn] event-functie (event function) Selecteer de eventfunctie.


Standaard

[none] geen functie (0) [nonE] (0) [``SP] overschakelen naar de eventinstelwaarde (event set point) (1)** [AOFF] regeluitgangen en alarmen uitschakelen (alarms off) (2) [COFF] regeluitgangen uitschakelen (control outputs off) (3) [`LOC] toetsenpaneel blokkeren (lock out keyboard) (4) [A-M] overschakelen naar manuele modus (5)** [tune] autotune initialiseren (6) [`ÀL] alarm opheffen (7) [SLOC] Alles blokkeren behalve primaire instelwaarde (auto of man). Indien u deze optie kiest en er geen profiel in werking is (non-ramping modus) zijn alle parameters voor de gebruiker ontoegankelijk behalve instelwaarde en gebeurtenis outputs (8). [`we] wacht op eventingang (wait-for event input) (9)* [paus] pauze (10)* [fil1] profiel (profile) 1 (11)* [fil2] profiel 2 (12)* [hold] handhaven (hold) (13)* [Absp] verwijderinstelwaarde (abort set point) (14)*


1060 r/w


Actief indien ingang 2 hardware (96 _1 _-_ _ _ _ -_ _ _ _) aanwezig is, ingang 2 (menu, ingang 2) als event-ingang (event input) [EÌn] is ingesteld en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide]. * [`we], [paus], [fil1], [fil2], [hold], en [Absp] worden toegevoegd indien u voor de ramping versie van de regelaar heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _). ** [``SP] en [A-M] worden verwijderd indien u voor de ramping versie van de regelaar heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _).


Display

*Deze parameters worden toegevoegd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). **Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.15

Display

Parameter


Standaard



[E`cn] event-voorwaarde [``LO] spanning laag [``LO] (0) (event condition) (low) (0): [``hi] spanning hoog Selecteer de (high) (1) voorwaarde [rise] spanning loopt waardoor een op (rises) (2) gebeurtenis [FALL] spanning daalt getriggerd wordt. (falls) (3)

1061 r/w

Actief indien ingang 2 hardware (96 _1 _-_ _ _ _ -_ _ _ _) aanwezig is, ingang 2 (menu, ingang 2) als event-ingang (event input) [EÌn] is ingesteld, event-functie (menu, ingang 2) niet is ingesteld op geen (none) [none] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[absp] [Òff], verwijderinstelwaarde Onderste bereik 1 tot (abort set point) bovenste bereik 1 (32768)

1211 r/w

Actief indien [E`fn] is ingesteld op [absp].

700 r/w


701 r/w

Actief indien uitgang 1 is toegerust voor een proces (96 _ _-F _ _ _-_ _ _ _) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

717 r/w

Actief indien uitgang 2 (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ _) aanwezig is en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide]. *Event-ingang wordt toegevoegd indien u voor de ramping versie van de regelaar heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _).

75°F, 24°C

[Out1] menu, uitgang (output) 2**** [`set] instelpagina (setup page) [heAt] (0) [Ot`1] uitgang (output) 1 [heAt] verwarmen (heat) (1) Bepaal of de [COOL] koelen (cool) (1) regeluitgang gebruikt zal worden voor verwarmen of koelen.

6.16 Instelpagina/menu, uitgang 2

[Prc1] procestype 1

[4-20] 4-20mA (0) [4-20] (0) [0-20] 0-20mA (1) Stelt het uitgangtype in voor [`0-5] 0-5VÎ (dc) (2) [`1-5] 1-5VÎ (dc) (3) proces 1. [0-10] 0-10VÎ (dc) (4)

[Out2] menu, uitgang (output) 2**** [`set] instelpagina (setup page) [Ot`2] uitgang (output) 2 [ÒFF] (0) [ÒFF] (0) [heat] verwarmen Selecteer functie (heat) (1) voor uitgang 2. [COOL] koelen (cool) (2) [`àl] alarm (3) [eunt] gebeurtenis (event) (4)*

****Indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ) kunnen voor de prompts van de menu’s van uitgang 1 en uitgang 2 geen bereikselecties gemaakt worden die ingesteld zijn op identieke regelmodi, bijvoorbeeld verwarmen/verwarmen of koelen/koelen. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.16 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Parameter


Standaard

[4-20] 4-20mA (0) [4-20] (0) [0-20] 0-20mA (1) Stelt het uitgangtype [0-10] 0-10VÎ (dc) (2) in voor proces 2. [`0-5] 0-5VÎ (dc) (3) [`1-5] 1-5VÎ (dc) (4)



[Prc2] procestype 2

718 r/w

Actief indien uitgang 2 is toegerust voor een proces (96 _ _-F _ _ _-_ _ _ _) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[AtY2] alarmtype 2

719 r/w

Actief indien uitgang 2 aanwezig, maar geen procestype (niet 96 _ _-_ A _ _-_ _ _ __ of 96 _ _-_ F_ _-_ _ _ _) is, uitgang 2 (menu, uitgang 2) is ingesteld op [`ÀL] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[Proc] procesalarm (0) [Proc] (0) Selecteer alarmtype. [``de] deviatiealarm (1) Een procesalarm reageert indien de temperatuur buiten een vast bereik terechtkomt. Een deviatiealarm reageert indien de temperatuur een vooraf ingesteld aantal graden van de instelwaarde afwijkt.

[ahy2] alarmhysteresis 2

1 tot 9999

3°F, 2°C

720 r/w


[``no] geen actie (0) [`Yes] vergrendeling geactiveerd (1)

[``no] (0)

721 r/w


[``no] geen actie (0) [`Yes] onderdruk alarm (1)

[``no] (0)

722 r/w


Stelt de schakelhysteresis in voor de alarmuitgang. Deze definieert een band die naar binnen gericht aansluit op het alarminstelpunt. Zolang de procestemperatuur zich in deze band bevindt verandert de alarmsituatie niet. [LAT2] vergrendeling (latching) 2 Activeer alarmvergrendeling 2.

[SIL2] onderdrukking (silencing) 2 Activeer onderdrukking 2.


Parameters ■ 6.17


Display

Display

Parameter

[Sid2] alarm actieve zijden (active sides) 2


Standaard



[both] beide (both) [both] (0) (0) [``hi] hoog (high) (1): alleen hoge zijde [``lo] laag (low) (2): alleen lage zijde

723 r/w


[AlÒ] alarmsituatie [AL`0] (0) maakt uitgang spanningsloos (storingsbeveiliging) (0) [Al`C] alarmsituatie zet spanning op uitgang (1)

724 r/w


[`yes] (0)

725 r/w


[ÒFF] (0)

734 r/w

Actief indien uitgang 3 aanwezig is (96 _ _-_ _ D _-_ _ _ _), uitgang 3 (menu, uitgang 3) is ingesteld op [`ÀL] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide]. *Event-ingang wordt toegevoegd indien u voor de ramping versie van de regelaar heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _).

[Proc] procesalarm [Proc] (0) Selecteer alarmtype (0) [``de] deviatiealarm 3. (1)

736 r/w

Actief indien uitgang 3 aanwezig is (96 _ _-_ _ D _-_ _ _ _), uitgang 3 (menu, uitgang 3) is ingesteld op [`ÀL] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Selecteer voor welke zijde(n) de alarminstelpunten kunnen worden geprogrammeerd. [Lgc2] alarmlogica 2 Selecteer de toestand van alarmuitgang 2 in de alarmsituatie.

[Anu2] alarmsignalering [``no] nee (0) (alarm [`yes] ja (1) annunciation) 2 Selecteer alarmsignaleringsoptie 2.


[Out3] menu, uitgang 3 [`set] instelpagina (setup page) [Ot`3] uitgang (output) 3 [ÒFF] (0) [`ÀL] alarm (1) Selecteer [eunt] gebeurtenis uitgangtype 3. (event) (2)*

[Aty3] alarmtype 3

*Deze parameters worden toegevoegd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.18 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Parameter


[ahy3] alarmhysteresis 3 1 tot 9999

Standaard


3°F, 2°C

737 r/w


[``no] geen actie (0) [`Yes] vergrendeling geactiveerd (1)

[``no] (0)

738 r/w


[``no] geen actie (0) [`yes] onderdrukking 3 geactiveerd (1)

[``no] (0)

739 r/w


[both] beide (both) (0) [both] (0) [``hi] hoog (high) (1) [``lo] laag (low) (2)

740 r/w


[AlÒ] alarmsituatie maakt uitgang spanningsloos (storingsbeveiliging) (0) [Al`C] alarmsituatie zet spanning op uitgang (1)

741 r/w


Stelt de schakelhysteresis in voor de alarmuitgang. Deze definieert een band die naar binnen gericht aansluit op het alarminstelpunt. Indien de procestemperatuur zich in deze band bevindt verandert de alarmsituatie niet. [Lat3] vergrendeling (latching) 3 Activeer alarmvergrendeling 3.

[SIL3] onderdrukking (silencing) 3 Activeer onderdrukking 3.

[Sid3] alarm actieve zijden (active sides) 3 Selecteer voor welke zijde(n) de alarminstelpunten kunnen worden geprogrammeerd. [Lgc3] alarmlogica 3 Selecteer de toestand van alarmuitgang 3 in de alarmsituatie.


[AlÒ] (0)

OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken.

Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.19


Display

Display

Parameter

[Anu3] alarmsignalering (alarm annunciation) 3


[``no] nee (0) [`Yes] ja (1)

Standaard



[`Yes] (1)

742 r/w


[ÒFF]

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor een relais (96 _ _-_ _ _ D-_ _ _ _) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide]. *Event-ingang wordt toegevoegd indien u voor de ramping versie van de regelaar heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA__).

[proc] procesalarm [proc] Selecteer alarmtype [``de] deviatiealarm 4.

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor een relais (96 _ _-_ _ _ D-_ _ _ _), uitgang 4 (menu, uitgang 4) is ingesteld op [`ÀL] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

geen****


geen****


Selecteer alarmsignaleringsoptie 3.

[Out4] menu, uitgang 4 [`set] instelpagina (setup page) [Ot`4] uitgang (output) 4 [ÒFF] [`ÀL] alarm Selecteer [eunt] gebeurtenis uitgangtype 4. (event)*

[AtY4] alarmtype 4


[ahy4] alarmhysteresis 4 1 tot 9999

3°F, 2°C

Stelt de schakelhysteresis in voor de alarmuitgang. Deze definieert een band die naar binnen gericht aansluit op het alarminstelpunt. Indien de procestemperatuur zich in deze band bevindt verandert de alarmsituatie niet. [Lat4] vergrendeling (latching) 4 Activeer alarmvergrendeling 4.

[``no] geen actie [``no] [`Yes] vergrendeling geactiveerd

****Uitgang 4 parameters kan niet via de Modbus interface worden gewijzigd. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.20 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Parameter

[SIL4] onderdrukking (silencing) 4


Standaard



[``no] geen actie [``no] [`yes] onderdrukking 4 geactiveerd

geen****


[both] beide (both) [``hi] hoog (high) [``lo] laag (low)

[both] beide (both)

geen****


[al`0] alarmsituatie maakt uitgang spanningsloos [al`C] alarmsitu atie zet spanning op uitgang

[al`0]

geen****


[`yes]

geen****


[Aout] analooguitgang [ÒFF] niet actief (analog output) 4 [proc] proces Selecteer (analoog) [``sp] instelwaarde (set point) retransmissiesignaal [pcnt] procentueel van uitgang 4. vermogen

[ÒFF]

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor retransmissie (96 _ _-_ _ _ M-_ _ _ _) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[Prc4] procestype 4

[4-20]

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor retransmissie (96 _ _-_ _ _ M-_ _ _ _), [Aout] (analooguitgang 4, analog output 4) niet is gesteld op [ÒFF] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Activeer onderdrukking 4.

[Sid4] alarm actieve zijden (active sides) 4 Selecteer voor welke zijde(n) de alarminstelpunten kunnen worden geprogrammeerd. [Lgc4] alarmlogica 4 Selecteer de toestand van alarmuitgang 4 in de alarmsituatie.

[Anu4] alarmsignalering [``no] nee (alarm [`Yes] ja annunciation) 4 Selecteer alarmsignaleringsoptie 4.

[4-20] 4-20 mA Stel uitgangtype in [0-20] 0-20 mA [0-`5] 0-5VÎ (dc) voor proces 4. [1-`5] 1-5VÎ (dc) [0-10] 0-10VÎ (dc)

****Uitgang 4 parameters kan niet via de Modbus interface worden gewijzigd. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.21


Display

Display

Parameter

[A`Lo] analooguitgang laag (low) Stel schaalverdeling onderste bereik in voor analooguitgang. [A`hi] analooguitgang hoog (high) Stel schaalverdeling bovenste bereik in voor analooguitgang.

[ACAL] offset van analooguitgang


Standaard


Voelertype -1999 tot [A`hi] analooguitgang hoog rL1 (high)

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor retransmissie (96 _ _-_ _ _ M-_ _ _ _), analooguitgang 4 (menu, uitgang 4) is gesteld op [ÒFF] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Voelertype [A`Lo] analooguitgang laag rh1 (low) tot 9999

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor retransmissie (96 _ _-_ _ _ M-_ _ _ _), analooguitgang 4 (menu, uitgang 4) is gesteld op [ÒFF] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

-1999 tot 9999

0

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor retransmissie (96 _ _-_ _ _ M-_ _ _ _), [Aout] (analooguitgang 4, analog output 4) niet is gesteld op [ÒFF] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[9600]

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor communicatie (96 _ _-_ _ _ R-_ _ _ _ of 96 _ _-_ _ _ U-_ _ _ _) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

1

geen****

Actief indien uitgang 4 is toegerust voor communicatie (96 _ _-_ _ _ R-_ _ _ _ of 96 _ _-_ _ _ U-_ _ _ _) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Stel offset in van analooguitgang.


[bAUd] baudsnelheid

[1200] 1200 Stel baudsnelheid in [2400] 2400 voor communicatie. [4800] 4800 [9600] 9600 [1(20] 19,2K

[Addr] adres (address) Voer communicatieadres in.


1 tot 247

*Deze parameters worden toegevoegd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). **Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). ****Uitgang 4 parameters kan niet via de Modbus interface worden gewijzigd. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.22 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Display

Parameter


Standaard



[`Ùs] propbanden in graden, reset en verhouding (1) [``sI] propbanden in graden, integraal en afgeleide (2)

[`Ùs] (1)

900 r/w


[``°F] °Fahrenheit (0) [``°F] (0) [``°C] °Celsius (1) Selecteer de temperatuurschaalverdeling voor de ingang. Converteert alle temperatuurparameters.

901 r/w

Actief indien voelertype 1 (menu, ingang 1) is ingesteld op RTD of thermokoppel en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[Unit] eenhedentype (units type) Selecteer US of SI maateenheden.

[`C-F] °C of °F

[Èrr] ingangfoutvergrendeling Selecteer modus ingangfoutvergrendeling.

[FAIL] storingsmodus (failure mode)** Selecteer storingsmodus na fouten. [MAn] standaardvermogen, manueel** Selecteer uitgangsvermogen voor manuele modus. [PLSP] instelpunt vermogenslimiet (power limit set point)

[`Lat] vergrendeling (latching) (0) [nLat] geen vergrendeling (no latching) (1)

[nLat] (1)

607 r/w


[bPLS] schokvrij (bumpless) (0) [Man] manueel (1) [ÒFF] UIT (off) (2)

[bPLS] (0)

902 r/w


verwarmen: 0,0 tot 100,0 (0 tot 1000) koelen: -100,0 tot 0,0 (-1000 tot 0) verwarmen/koelen: -100,0 tot 100,0 (-1000 tot 1000)

0,0 (0)

903 r/w

Actief indien storingsmodus (globaalmenu) is ingesteld op [MAn] (manueel) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

713 r/w


[rL`1] voeler, onderste [rh`1] (1) bereik (range low) [rh`1] voeler, bovenste bereik (range high)

Instelpunt voor vermogenslimieten, [PLÀ] boven dit punt, [PL`b] eronder.


Parameters ■ 6.23

6.23 Instelpagina/globaalmenu

[glbl] globaalmenu [`set] instelpagina (setup page)

Display

Parameter

[PLÀ] hoogste schakellimiet boven (high power limit above)


Standaard



0,0 tot 100,0 (0 tot 1000)

100,0 (1000)

714 r/w


0,0 tot 100,0 (0 tot [PL`b] hoogste vermogenslimiet onder 1000) (high power limit below)

100,0 (1000)

715 r/w


[``rP] ramping modus** [ÒFF] UIT (off) (0) [Strt] alleen bij Stel de modus in opstarten (1) voor stapsgewijs [Stpt] bij opstarten bereiken van of wijziging van instelpunt. instelwaarde (startup/set point change) (2)

[ÒFF] (0)

1100 r/w

Actief indien interne of externe modus (gebruikersmenu) niet extern (remote) [```r] is (extern instelpunt niet actief) en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[rp`S] rampingschaalverdeling**

[Min] (0)

1102 r/w

Actief indien interne of externe modus (gebruikersmenu) niet extern (remote) [```r] is, ramping modus (globaalmenu) niet is gesteld op [Òff] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

1101 r/w

Actief indien interne of externe modus (gebruikersmenu) niet ingesteld op extern (remote) [```r] is, ramping modus niet is gesteld op [Òff] en instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Stel hoogste schakellimiet in boven het vermogenslimietinstelpunt.

Stel hoogste vermogenslimiet in onder het vermogenslimietinstelpunt.


[Min] min. (0) [hour] hrs (1)

Stel de schaalverdeling voor ramping in op graden per hrs of min.

[rAtE] regelgrootte (ramp rate)** Stel de regelgrootte voor ramping in op eenheden of graden.

0,1 tot 99,9 (1 tot 999) 10,0 (1)


Watlow Serie 96

Display

Parameter

[OPLP] openlusdetectie (open loop detect)** Schakel de openlusdetectievoorziening AAN of UIT.


[`òn] AAN (on) (1) [ÒFF] UIT (off) (0)

[``ti] gebaseerd op tijd (0) Bepaal het [rate] gebaseerd op programmatype: op verhouding (rate) (1) basis van tijd of van verhouding (time based/rate based).



[ÒFF] (1)

904 r/w

Verschijnt indien instelpaginavergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[``ti] (0)

1208 r/w

Toegevoegd indien u voor de ramping versie van de regelaar heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _).


[ptyp] programmatype*

Standaard


Parameters ■ 6.25

Fabriekspagina De fabriekspagina omvat zes menu’s. Display

Parameter

[fcty] selectie, fabriekspagina (factory page) Kies te openen fabrieksmenu.


Standaard


[CUst] persoonlijk menu (custom menu)** [`LOC] blokkeermenu (lockout menu) [dIag] diagnosemenu [cin1] kalibratie(calibration) menu 1 [cin2] kalibratiemenu 2** [cout] kalibratiemenu


Actief: altijd

[CUST] persoonlijk menu (custom menu)** [Fcty] fabriekspagina (factory page)

6.26 Fabriekspagina/persoonlijk menu

[none] geen (none) [``P1] tot [`P16] (0) nummer van persoonlijke [`Pr2] proces 2 (1) prompt** (1 tot 16) [Pcnt] procentuele uitgang (2) Kies een [rPSP] ramping bedrijfsprompt voor instelwaarde (set de slot point) (3) (gereserveerde [E`St] status, eventlocatie) van de ingang (event input persoonlijke prompt. status) (4) [a-m] bedrijfsmodus (5) [àut] autotune (6) [atSP] instelwaarde (set point) autotune (7) [`SP2] instelwaarde 2 (8) [E`SP] eventinstelwaarde (event set point) (9) [`L-r] interne of externe (local/remote) modus (10) [Cal1] kalibratieoffset (calibration offset) (11) [Pb`1] propband 1 (12) (vervolg op volgende pagina)

[``p1]: [A-m] 1400-1415

Actief: altijd

(bedrijfsmodus) r/w [``p2]: [Àut]

(autotune) [``p3]: [Pcnt]

(procentueel vermogen) [``p4]: [CAL1]

(kalibratieoffset) (calibration offset) [``p5] tot [`p16]: [none]

geen (none)

*Deze parameters worden toegevoegd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). **Deze parameters worden verwijderd indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 6.26 ■ Parameters

Watlow Serie 96

Parameter


Standaard


[It`1] integraal 1 (13) [de`1] afgeleide (derivative) 1 (14) [re`1] reset 1 (15) [rA`1] verhouding (rate) 1 (16) [Ct`1] cyclustijd 1 (17) [db`1] dode zone (dead band) 1 (18) [pb`2] propband 2 (19) [IT`2] integraal 2 (20) [de`2] afgeleide (derivative) 2 (21) [rE`2] reset 2 (22) [rA`2] verhouding (rate) 2 (23) [Ct`2] cyclustijd 2 (24) [db`2] dode zone (dead band) 2 (25) [a2hi] hoog alarm 2 (alarm 2 high) (26) [A2Lo] laag alarm 2 (alarm 2 low) (27) [a3hi] hoog alarm 3 (alarm 3 high) (28) [a3Lo] laag alarm 3 (alarm 3 low) (29) [a4hi] hoog alarm 4 (alarm 4 high) (30) [a4Lo] laag alarm 4 (alarm 4 low) (31) [P``t] proportionele term (32)


[tsht] oplossen van storingen (troubleshooting) moet worden ingesteld op [`pid]. [tsht] oplossen van storingen moet worden ingesteld op [`pid]. [tsht] oplossen van storingen moet worden ingesteld op [`pid].

[I``t] integraalterm (33) [d``t] afgeleide (derivative) term (34) [hYS1] hysteresis 1 (35) [hYS2] hysteresis 2 (36) [AhY2] alarmhysteresis 2 (37) [AhY3] alarmhysteresis 3 (38) [AhY4] alarmhysteresis 4 (39) [SP`1] instelwaarde (set point) 1 (40)

[`LOC] blokkeermenu (lockout menu) [Fcty] fabriekspagina (factory page) [``Sp] instelwaardenvergrendeling (set point lock) Stel het niveau in van de instelwaardenvergrendeling.

[chng] wijzigen (change) (1) [read] alleen uitlezen (read only) (2)

[chng] (1)

1300 r/w

Actief: altijd


Parameters ■ 6.27

6.27 Instelpagina/blokkeermenu

Display

Display

Parameter


Standaard



[CUSt] vergrendeling, [hide] niet vertonen [chng] (1) persoonlijk menu (hide) (0) (custom menu [chng] wijzigen (change) (1) lock)** [read] alleen Stel het niveau in van uitlezen (read only) de persoonlijk(2) menublokkering.

1304 r/w

Actief: altijd, tenzij u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ).

[Oper] bedrijfspagina [hide] niet vertonen [chng] (1) (operations page) (hide) (0) modus[chng] wijzigen vergrendeling (change) (1) [read] alleen Stel het niveau in van uitlezen (read only) de bedrijfspagina(2) blokkering.

1301 r/w

Actief: altijd

[hide] niet vertonen [chng] (1) (hide) (0) [chng] wijzigen (change) (1) [read] alleen uitlezen (read only) (2)

1302 r/w

Actief: altijd

[`Cal] vergrendeling [hide] niet vertonen [chng] (1) kalibratiemenu (hide) (0) (calibration menu [chng] wijzigen lock) (change) (1) [read] alleen Stel het niveau in van uitlezen (read only) de kalibratiemenu(2) blokkering.

1305 r/w

Actief: altijd

[prog] vergrendeling [hide] niet vertonen [chng] (1) programmamenu* (hide) (0) [chng] wijzigen Via het blokkeermenu (change) (1) kunt u verschillende [read] alleen gebruikersblokkeeruitlezen (read only) niveaus instellen voor (2) het programmamenu.

1314 r/w

Actief indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ).

0r

Actief: altijd

[`Set] instelpagina (setup page) vergrendeling Stel het niveau in van de instelpaginablokkering.

6.28 Fabriekspagina/diagnosemenu

[dIag] diagnosemenu [Fcty] fabriekspagina (factory page) [MdL] modelnummer

96

96

Lees het modelnummer van de regelaar.


Watlow Serie 96

Display

Parameter

[dAtE] fabricagedatum (date of manufacture)


Standaard



0196 tot 9999

geen

5r

Actief: altijd

0 tot 9999

geen

1r

Actief: altijd

geen

2r

Actief: altijd

0 tot 9999

geen

3r

Actief: altijd

0,00 tot 99,99

geen

4r

Actief: altijd

[nonE] geen (none) (0) [PrEt] procesgebeurtenis (process event) (5)

(0)

9r

Actief: altijd

[none] geen (none) (0) [reLy] relais (relay) (1) [`Ssr] halfgeleiderrelais (solid-state relay) (2) [``dc] dc (3) [Proc] proces (4)

(0)

16 r

Actief: altijd

[none] geen (none) (0) [reLy] relais (relay) (1) [`Ssr] halfgeleiderrelais (solid-state relay) (2) [``dc] dc (3) [Proc] proces (4)

(0)

17 r

Actief: altijd

Geeft datum weer als WEEK:JAAR (year) (WWYY).

[`Sn1] serienummer 1 Lees de eerste vier cijfers van het serienummer. [`Sn2] serienummer 2 Lees de laatste vier cijfers van het serienummer. [Soft] software ID nummer Lees het software ID nummer.

[`reu] software revisie

[ItY2] hardware van ingang 2 geactiveerd Lees het hardwaretype van ingang 2. [OTY1] hardware van uitgang 1 Lees het hardwaretype van uitgang 1.

[OTY2] hardware van uitgang 2 Lees het hardwaretype van uitgang 2.


Lees nummer van software revisie.


Parameters ■ 6.29

Display

Parameter

[OTY3] hardware van uitgang 3


[none] geen (none) (0) [reLy] relais (relay) (1)

Standaard


18 r

Actief: altijd

(0)

19 r

Actief: altijd

[none] geen (none) (0) [out1] uitgang (output) 1 (1) [out2] uitgang 2 (2) [out3] uitgang 3 (3) [out4] uitgang 4 [àll] alle uitgangen (5)

[none] geen (none) (0)

1514 r/w

Actief: altijd

[ÒFF] schakel de cyclische displaytest UIT (off) (0) [`òn] schakel de cyclische displaytest AAN (on) (1)

[ÒFF] UIT (off) (0)

1513 r/w

Actief: altijd

0,0 tot 99,9 (0 tot 999) geen [hres] hoge resolutie Geeft hoge resolutie ingangwaarde weer.

1707 r

Actief: altijd

[amb] omgevingstemperatuur (ambient temperature)

geen

1500 r

Actief: altijd

geen

1501 r

Actief: altijd

Lees het hardwaretype van uitgang 3. [OTY4] hardware van uitgang 4 Lees het hardwaretype van uitgang 4.

[tout] test uitgang (output) Schakelt bepaalde uitgang AAN

[DISP] test displays Test de indicatielampjes op het frontpaneel.

[none] (0) [reLy] (1) [Proc] [`485] [`232]

geen (none)

(0)


relais (relay) proces (4) (6) (7)


Lees de omgevingstemperatuur in 0,1 graden Fahrenheit.

[Acnt] omgevings A-D tellingen (ambient A-D counts) Geeft de ruwe (onbewerkte) A-D tellingen weer van het omgevingskanaal.


Watlow Serie 96

Display

Parameter


[cnt1] A-D tellingen (counts) van kanaal 1

Standaard



geen

1504 r

Actief: altijd

geen

1505 r

Actief: altijd

geen

1515 r

Actief: altijd (Model 96A - alleen leverbaar met ac ingang.)

[``no] (0)

1601 w

Actief indien kalibratievergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

[``no] (0)

1602 w

Actief indien kalibratievergrendeling (blokkeermenu) niet is ingesteld op niet vertonen (hide) [hide].

Geeft de ruwe A-D tellingen weer van kanaal 1. [cnt2] A-D tellingen (counts) van kanaal 2 Geeft de ruwe A-D tellingen weer van kanaal 2. [TShT] oplossen van [``no] [``no] storingen [`Pid] activeert PID (troubleshooting) termen in persoonlijk menu Helpt bij het [Com] zendt elke sec. oplossen van een Modbuspakket eventuele uit problemen met de

[line] netfrequentie (line frequency) Geeft de ac netfrequentie weer in Hz.

[cin1] kalibratie 1 menu [Fcty] fabriekspagina (factory page) [`rSt] herstel (restore) [``no] nee (0) fabriekskalibratie [`yes] ja (1) Herstel fabriekskalibratie. Heeft geen invloed op bedrijf en instelparameters. [dflt] standaardinstellingen (default settings) Herstel standaardinstellingen.

[``no] nee (0) [`yes] ja (800)

OPMERKING: Een volledige uitleg over kalibratiemenu’s en -parameters vindt u op de Watlow website, http://www.watlow.com/prodtechinfo. Selecteer bestand 96CALE_D.pdf. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. Watlow Serie 96

Parameters ■ 6.31

6.31 Fabriekspagina/kalibratie 1 menu

regelaar.

Notities

6.32 6.32 ■ Parameters

Watlow Serie 96

7

Hoofdstuk 7 Ramping (stapsgewijze regeling)

Programmamenu prompts Open het programmamenu: druk, om het programmamenu te openen, de ‰ toets in terwijl het programma niet draait of in de pauzestand is. [eunt] event-uitgangen (event outputs) [File] bestand (file) [step} stap (stap) [Styp} staptype [Stpt] [``SP] [Hour] [min] [`seC] [rate] [eout]

instelwaardestap (set point step) instelwaarde (set point) hrs min. sec. verhouding (rate event-uitgangen (event outputs)

[soaH] [Hour] [min] [`seC] [eout]

soak-stap [``JL] hrs [``JF] min. [``JS] sec. [``JC] event-uitgangen (event outputs) [`we} wacht op event-ingang (wait-for event input) [wde} wacht op deviatiewaarde

spronglusstap (jump loop step) sprongbestand (jump file) sprongstap (jump step) optelsprong (jump count)

[ÈnD] eindstap (einde) [ÈnD] selecteer eindtype

Afbeelding 7.1 — Programmamenu. OPMERKING: Het programmamenu verschijnt alleen indien u voor de ramping software optie heeft gekozen (96 _ _ - _ _ _ _ - AA _ _ ). Display

Parameter

[Eunt] event-uitgangen (event outputs) Wijzig handmatig de status van de event-uitgang terwijl het programma niet draait.

[file] bestand (file) Vertegenwoordigt het te bekijken of te bewerken profiel.

[step] stap (step) Vertegenwoordigt de huidige stap van het te bekijken of te bewerken profiel.

[styp] staptype Kies uit vier verschillende staptypen.

Watlow Serie 96


[Òff] [```2] [```3] [```4] [`2`3} [`2`4} [`3`4} [`234]

(0) (1) (2) (4) (3) (5) (6) (7)

Standaard

[Òff] (0)

[```1] [```2]

[```1]

[```1] tot [```8]

[```1]

[stpt] instelwaarde (set [ènd] (3) point) (0) [soaH] soak (1) [``jl] spronglus (jump loop) (2) [ènd] einde (end) (3)

Modbus Register r/w (read/write, lezen/ schrijven) 1268 r/w


Actief indien hardware aanwezig is voor uitgang 2, 3 of 4 en de parameters zijn ingesteld op [Eunt]. Selecteren van een nummer voor weergave schakelt de betreffende event-ingang AAN.

Zie p.7.8

Ramping ■ 7.1

Display

Parameter


Standaard



[stpt] instelwaardestap (set point step) [``sp] instelwaarde (set point)

[Òff] (32768) [`rl1] onderste bereik (range low) 1 Geeft de eind instelwaarde [`rH1] bovenste bereik aan waar de regelaar naar toe (range high) 1 stapt tijdens de instelwaardestap.

[Hour] hrs (hours-uren)

75°F/24°C of Zie p.7.8 [``rl] waarde indien [``rl] ≥ 75°F/24°C of indien [``rH] ≤ 75°F/24°C

Actief: altijd

[``Ò] tot [``99]

[``Ò]

Zie p.7.8

Actief indien de voor [ptyp] ingestelde waarde [``ti] is of het profiel op tijd is gebaseerd.

[``Ò] tot [``59]

[``Ò]

Zie p.7.8


[``Ò] tot [``59]

[``Ò]

Zie p.7.8


[``)O] tot [36)0] °F [``)O] tot [20)0] °C [``)O] tot [36)0] eenheden

[``)O]

Zie p.7.8

Actief indien de voor [ptyp] ingestelde waarde [rate] is of het profiel op tijd is gebaseerd.

{Òff] [```2] [```3] [```4] [`2`3} [`2`4} [`3`4} [`234]

[Òff] (0)

Zie p.7.8

Actief indien hardware aanwezig is voor uitgang 2, 3 of 4 en de parameters zijn ingesteld op [Eunt]. Selecteren van een nummer voor weergave schakelt de betreffende event-ingang AAN tijdens de programmastap.

Het totaal aantal uren (plus min. en sec. parameters) dat de stap nodig heeft om de door het staptype [styp] gedefinieerde eind instelwaarde te bereiken.

[min]] min. Het totaal aantal min. (plus hrs en sec. parameters) dat de stap nodig heeft om de door het staptype [styp] gedefinieerde eind instelwaarde te bereiken.

[`SeC] Sec. Het totaal aantal sec. (plus hrs en min. parameters) dat de stap nodig heeft om de door het staptype [styp] gedefinieerde eind instelwaarde te bereiken.

[rate] verhouding (rate) Geeft in graden per min. de snelheid aan waarmee de instelwaarde verandert.

[Eout] event-uitgangen (event outputs) Bepaalt of de event-uitgang (-en) AAN of UIT is (zijn) tijdens de programmastap.

7.2 ■ Ramping

(0) (1) (2) (4) (3) (5) (6) (7)

Watlow Serie 96

Display

Parameter


Standaard



[``Ò] tot [``99]

[``Ò]

Zie p.7.8

Altijd weergegeven in dit menu.

[``Ò] tot [``59]

[``Ò]

Zie p.7.8


[``Ò] tot [``59]

[``Ò]

Zie p.7.8


{Òff] [```2] [```3] [```4] [`2`3} [`2`4} [`3`4} [`234]

(0) (1) (2) (4) (3) (5) (6) (7)

[Òff] (0)

Zie p.7.8

Actief indien hardware aanwezig is voor uitgang 2, 3 of 4 en de parameters zijn ingesteld op [Eunt]. Selecteren van een nummer voor weergave schakelt de betreffende event-ingang AAN tijdens de programmastap.

[Òff] (0) [`ÒN] (1)

[Òff] (0)

Zie p.7.8

Actief indien de parameter voor ingang 2 [e`fn] is ingesteld op [`we].

[Òff] (32768) [``Ò] tot [``99]

[Òff] (32768)

Zie p.7.8


[soaH] soak-stap [Hour] hrs (hours-uren) Het totaal aantal uren (plus min. en sec. parameters) dat de door het [soaH] staptype gedefinieerde soak-stap de instelwaarde handhaaft.

[min] min. Het totaal aantal min. (plus hrs en sec. parameters) dat de door het [soaH] staptype gedefinieerde soak-stap de instelwaarde handhaaft.

[`SeC] Sec. Het totaal aantal min. (plus hrs en sec. parameters) dat de door het [soaH] staptype gedefinieerde soak-stap de instelwaarde handhaaft.

[Eout] event-uitgangen (event outputs) Bepaalt of de event-uitgang (-en) AAN of UIT is (zijn) tijdens de programmastap.

[`we] wacht op eventingang (wait-for event input) Het programma begint pas met het verkorten van de soaktijd tijdens de geprogrammeerde stap wanneer aan de eventingangvoorwaarde is voldaan.

[wde] wacht op deviatiewaarde Het programma begint pas met het verkorten van de soak-tijd tijdens de geprogrammeerde stap wanneer de proceswaarde gelijk is aan de ingestelde wacht op deviatiewaarde of zich binnen deze waarde bevindt.

Watlow Serie 96

Ramping ■ 7.3

Display

Parameter


Standaard



[``JL] lusstapsprong (jump loop step) [``JF] bestandsprong (jump file)

[```1] tot [```2]

Huidig bestand

Zie p.7.8

[```1] tot [```8]

[```1]

Zie p.7.8

[``JC] optelsprong (jump [```0] tot [`255] count)

[```0]

Zie p.7.8

Selecteert het bestand waar naartoe gesprongen moet worden. Dit is een nultijdstap.

[``JS] stapsprong (jump step) Selecteert de stap waar naartoe gesprongen moet worden. Dit is een nultijdstap.

Geeft het aantal malen aan dat de sprong moet worden uitgevoerd.

[ènd] eindestap (end step) [Ènd] einde (end) Bepaalt de toestand waar naartoe de regelen hulpuitgangen terugkeren wanneer een profiel is voltooid.

[Hold] handhaven (hold) [Hold] (0) (0) [ÒFF] (1)

Zie p.7.8

Wanneer [Hold] is geselecteerd worden de regelen hulpuitgangen geactiveerd tot het handhaven van dezelfde toestand als tijdens de laatste stap in het zojuist afgesloten programma. Wanneer [ÒFF] is geselecteerd worden de regelen hulpuitgangen geblokkeerd en wordt [ÒFF] weergegeven in het onderste display.

Navigeren met de ramping menu’s Testmenu

Programmamenu

Uitvoermenu

Druk op de ˆ toets.

Druk op de ‰ toets.

Druk tweemaal op de ˆ toets, of eenmaal indien de profielindicator knippert.

Blader door menu. Druk op de ‰ toets.



Wijzig promptwaarden.

Druk op > en < toetsen y hacia abajo.

Druk op > en < toetsen y hacia abajo.

Menu alleen lezen.

Sluit menu.*

Druk herhaaldelijk op de ‰ toets.

Druk op de ˆ toets.

Druk herhaaldelijk op de ‰ toets.

Open menu.

* Menu sluiten betekent terugkeren naar de weergave van de proceswaarde in het bovenste display en de actieve instelwaarde in het onderste display. De ramping instelwaarde is actief tijdens het uitvoeren van een profiel en de manueel aan te passen instelwaarde is actief wanneer er geen profiel wordt uitgevoerd. OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 7.4 ■ Ramping

Watlow Serie 96

Menu’s testen en uitvoeren De prompts voor testen en uitvoeren van menu’s worden alleen weergegeven wanneer de regelaar in de test- respectievelijk uitvoermodus is. U komt in de modus testen door de ˆ toets, vanuit de locatie indexpagina, éénmaal in te drukken. Tijdens de modus testen knippert het lampje profielindicatie. Het menu testen omvat [file], [step], [resU] en prompts. Via het menu testen kunt u een profiel selecteren, het nummer van een uit te voeren stap of de hervatting van een profiel. Het menu testen bevat genoemde drie prompts en cirkelt niet rond in een continue lus. Wanneer u de ‰ toets indrukt terwijl in het display de [resU] prompt wordt weergegeven gaat u niet door naar het begin van het menu testen maar sluit u dit menu. Het display laat nu weer de proceswaarde/huidige instelwaarde zien. De uitvoermodus is actief wanneer een programma draait. U komt in de uitvoermodus door bij geopend menu testen de ˆ toets eenmaal in te drukken. Het lampje profielindicatie brandt continu zolang de uitvoermodus actief is. De bestandstap (file step) [f-st] prompt is zichtbaar in het uitvoermenu. En laat het huidige bestand en het stapnummer zien van het profiel in uitvoering. Andere prompts

in het uitvoermenu tonen de beoogde eindinstelwaarde, evenals eventueel de resterende tijd, regelgrootte, wachten op en optelsprong.

Menu testen [file] bestand (file) [step] stap (step) [resU] hervatten (resume; bestand-/stapnummer)

Uitvoermenu [f-st] bestand-/stapnummer (file/step number) [ensp] eindinstelwaarde voor stap [Hour] resterende hrs (uren) in stap [min] resterende min. in stap [`sec] resterende sec. in stap [rate] regelgrootte (ramp rate) in min. voor stap [`we] wacht op event (wait-for event) [wde] wacht op selectie van procesdeviatiewaarde voor stap [èjC] verstreken optelsprong voor laatste sprongstap

Uitvoeren van een Serie 96 profiel 1. U moet zich op de locatie indexpagina bevinden voordat u een profiel kunt gaan uitvoeren. Start uw profiel door het menu testen te openen (druk op de ˆ toets). 2. De profielindicatie LED gaat knipperen. Het bovenste display toont het nummer van het uit te voeren bestand en het onderste display toont de bestand- (file) parameter [file]. Gebruik de >en < toetsen om het nummer van het uit te voeren profiel te kiezen. 3. Druk op de ‰ toets; het bovenste display toont het nummer van de uit te voeren stap en het onderste display toont de [Step] parameter. Gebruik de >en
Watlow Serie 96

5. U kunt de parameters van het uitvoermenu oproepen met de ‰ toets terwijl het profiel in uitvoering is. Het uitvoermenu laat het bestand/stapnummer zien en de instelling van de parameters. Op elk moment kunt u het profiel stoppen door de ˆ toets in te drukken. Om het profiel weer te starten vanaf het stoppunt drukt u eenmaal op de ˆ toets; de profielindicatie LED gaat knipperen. Druk nu een aantal malen op de ‰ toets tot in het onderste display de parameter voor hervatten (resume) [resU] verschijnt; druk dan opnieuw op de ˆ toets; het profiel gaat weer lopen. Nadat het profiel geëindigd is schakelt de profielindicatie LED uit en toont het onderste display [Òff] of de instelwaarde van de laatste profielstap, afhankelijk van de instelling van de [ènd] prompt.

Ramping ■ 7.5

Hervatten van een profiel Om een gestopt profiel te hervatten drukt u, vanuit de indexpagina, eenmaal op de ˆ toets; hierdoor wordt het menu testen geopend. Druk de ‰ toets tweemaal in totdat in het onderste display de [resU] parameter verschijnt. Het onderste display toont [resU] (resume: hervatten) en het bovenste display toont bestand- en stapnummer waar vandaan zal worden doorgestart. Druk de ˆ toets opnieuw in; het profiel gaat weer lopen en de profielindicatie LED brandt continu. Hervatten kan alleen vanaf de (ongewijzigde) stap waar u bent gestopt. Indien u een profiel in uitvoering stopt en veranderingen aanbrengt in de stap van dat moment dan kunt u geen doorstart maken. De [resU] parameter verschijnt alleen wanneer een lopend profiel gestopt is.

Om uw profiel uit te voeren... Druk tweemaal op de ˆ toets. Om een profiel in uitvoering te stoppen... Druk eenmaal op de ˆ toets. Om een gestopt profiel te hervatten... Druk eenmaal op de ˆ toets, druk dan enkele malen op de ‰ toets totdat in het onderste display de [resU] parameter verschijnt; druk tenslotte op de ˆ toets.

Spronglussen De Serie 96 kan tijdens elke stap vooruit of achteruit springen. U kunt niet springen naar de stap die op het ogenblik bezig is. Voorbeeld: Stap 1

[StPt] instelwaardestap (set point step)

Stap 2

[StPt] instelwaardestap

Stap 3

[SoaH] soak-stap

Stap 4

[StPt] instelwaardestap

Stap 5

[``jl] spronglus (jump loop) [``jf] = 1 [``js] = 2 [``jC] = 1

Stap 6

In dit voorbeeld voert het programma stappen 2 t/m 4 in totaal tweemaal uit. Hierin begrepen zijn de initiële gang (pass) en de met de optelsprong (jump count) van 1 [jC`1] geassocieerde gang. Na de tweede gang wordt de [ènd] eindstap (stap 6) uitgevoerd en sluit het programma. Uw optelsprong (jump count) [``jC] kan elk getal zijn van 0 tot 255. Indien u 0 invoert definieert u een eindloze lus en wordt stap 6 nooit bereikt. Wanneer sprongbestand (jump file) [``jF] niet is ingesteld op het huidige programmabestand kan het profiel naar een willekeurige stap van het andere bestand springen.

[ènd] einde (end)

De wacht op functies van de soakstap Er zijn twee wacht op functies. De eerste is wacht op event (wait-for event) [`we]. Het profiel wacht tot de geprogrammeerde event-ingangvoorwaarde zich voordoet. De gewenste event-voorwaarde (event condition) wordt geprogrammeerd door de [e`Cn] parameter. Indien de [`we]. parameter is gesteld op [Òff] wordt de functie genegeerd. De tweede wacht op functie is wacht op procesdeviatiewaarde (wait-for process deviation value) [wde]. Indien een waarde is ingevoerd voor deze prompt wacht het profiel bij deze stap tot de gewenste proceswaarde gelijk is aan de waarde van de wacht op procesdeviatieband (wait-for process deviation value band) [wde].of zich binnen die band bevindt. Ook al wordt slechts één numeriek

getal geprogrammeerd waarop gewacht moet worden vertegenwoordigt dit absolute getal zowel een positief als een negatief venster rond de gewenste proceswaarde. Voor beide wacht op functies (indien geactiveerd) geldt dat aan de erin besloten voorwaarden moet worden voldaan voordat de in de soak-stap [sOaH] ingevoerde tijd begint af te tellen. Wanneer eenmaal aan de wacht op voorwaarde is voldaan blijft de soakstaptijd aftellen ook al doen zich event-ingang- of procesveranderingen voor tijdens de rest van de profielstap.

OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken. 7.6 ■ Ramping

Watlow Serie 96

Event-ingangfuncties De event-ingang kan, behalve voor wacht op gebeurtenis (wait-for event) [`we], ook geprogrammeerd worden om een profiel in uitvoering te doen pauzeren, een profiel te starten, een profiel te handhaven of een profiel te aborteren. Indien de event-ingang is ingesteld op [paus] ed gaat een profiel dat aan de voorwaarde eventingang voldoet schakelen tussen handhaven en hervatten. Indien de event-ingang is ingesteld op handhaven (hold) [hold] sluit het profiel wanneer aan de voorwaarde event-ingang is voldaan. De regelaar keert terug naar de non-ramping modus en bestuurt verder de uitgangen door de instelwaarde van de laatste actieve profielstap om de instellingen event-uitgang te handhaven.

Indien de event-ingang is ingesteld op profiel 1 of profiel 2 [fil1] of [fil2] gaat de besturing het met het ingevoerde nummer aangewezen profiel uitvoeren wanneer aan de voorwaarde event-ingang is voldaan en er op het moment geen profiel in uitvoering is. Er wordt begonnen met stap 1. Indien de event-ingang is ingesteld op verwijderinstelwaarde (abort set point) [absp] sluit het profiel wanneer aan de voorwaarde eventingang is voldaan. De regelaar keert terug naar de non-ramping modus en blijft het proces besturen met gebruikmaking van de met de [absp] parameter geprogrammeerde instelwaarde. De instellingen van de event-uitgang blijven in dezelfde toestand als de instellingen van de profielstap toen het profiel werd geaborteerd.

OPMERKING: Voor nadere informatie over de wijze waarop parameterinstellingen de werking van de regelaar beïnvloeden, zie hoofdstuk 5, Kenmerken.

Watlow Serie 96

Ramping ■ 7.7

Serie 96 Ramping Modbus Register nummers Opdrachtenregisters (alleen schrijven)

Bewaak huidige profielregisters (alleen lezen)

Absoluut

Relatief

Parameter

Absoluut

Relatief

Parameter

41210 41211 40001 40002 40003

1209 1210 4000 4001 4002

Hervat profiel Handhaaf profiel Start bestand Start stap Start profiel

45001 45002 45003 45004 45005 45006 45007 45008 45009 45010 45011 45012 45013 45014

5000 5001 5002 5003 5004 5005 5006 5007 5008 5009 5010 5011 5012 5013

Bestand Stap Staptype Wacht op event-ingang 4 Wacht op deviatie (procesingang) 4 Event-uitgang hrs (uren) min. sec. Huidige instelwaarde Optelsprong Eindinstelwaarde Verhouding Profieltoestand

Profieldefinitieregisters (lezen en schrijven) Bestand 1 Stap 1

OPMERKING: Tel 40001 op bij elk relatief nummer om het absolute nummer te krijgen.

Bestand 1 Stap 2

Bestand 1 Stap 3

Bestand 1 Stap 4

Bestand 1 Stap 5

Bestand 1 Stap 6

Bestand 1 Stap 7

Bestand 1 Stap 8

5020 5021 5022 5023 5024 5025 5026 Wacht op event-ingang 4 5027 5028 Wacht op deviatie (procesingang) 4 5029 Sprongbestand 5 5030 Sprongstap 5 5031 Optelsprong 5 5032 Eindtype 6

5033 5034 5035 5036 5037 5038 5039 5040 5041

5046 5047 5048 5049 5050 5051 5052 5053 5054

5059 5060 5061 5062 5063 5064 5065 5066 5067

5072 5073 5074 5075 5076 5077 5078 5079 5080

5085 5086 5087 5088 5089 5090 5091 5092 5093

5098 5099 5100 5101 5102 5103 5104 5105 5106

5111 5112 5113 5114 5115 5116 5117 5118 5119

5042 5043 5044 5045

5055 5056 5057 5058

5068 5069 5070 5071

5081 5082 5083 5084

5094 5095 5096 5097

5107 5108 5109 5110

5120 5121 5122 5123

Parameter

Bestand 2 Stap 2

Bestand 2 Stap 3

Bestand 2 Stap 4

Bestand 2 Stap 5

Bestand 2 Stap 6

Bestand 2 Stap 7

Bestand 2 Stap 8

5137 5138 5139 5140 5141 5142 5143 5144 5145

5151 5151 5152 5153 5154 5155 5156 5157 5158

5163 5164 5165 5166 5167 5168 5169 5170 5171

5176 5177 5178 5179 5180 5181 5182 5183 5184

5189 5190 5191 5192 5193 5194 5195 5196 5197

5202 5203 5204 5205 5206 5207 5208 5209 5210

5215 5216 5217 5218 5219 5220 5221 5222 5223

5146 5147 5148 5149

5159 5160 5161 5162

5172 5173 5174 5175

5185 5186 5187 5188

5198 5199 5200 5201

5211 5212 5213 5214

5224 5225 5226 5227

Parameter

Staptype Eindinstelwaarde hrs 1 of 4 min.1 of 4 sec. 1 of 4 Verhouding 2 en 3 Event-uitgang 2, 3 of 4

Bestand 2 Stap 1

Staptype 5124 Eindinstelwaarde 5125 hrs 1 of 4 5126 min.1 of 4 5127 sec. 1 of 4 5128 Verhouding 2 en 3 5129 Event-uitgang 2, 3 of 4 5130 Wacht op event-ingang 4 5131 Wacht op deviatie 5132 (procesingang) 4 Sprongbestand 5 5133 Sprongstap 5 5134 Optelsprong 5 5135 Eindtype 6 5136 * 1 2 3 4 5 6

Register Register Register Register Register Register Register

is is is is is is is

geblokkeerd of niet beschikbaar. uitsluitend beschikbaar indien programmatype is ingesteld op tijd. uitsluitend beschikbaar indien programmatype is ingesteld op verhouding. uitsluitend beschikbaar indien staptype is ingesteld op instelwaarde. uitsluitend beschikbaar indien staptype is ingesteld op soak. uitsluitend beschikbaar indien staptype is ingesteld op sprong. uitsluitend beschikbaar indien staptype is ingesteld op einde.

OPMERKING: Data dat naar registers wordt geschreven die niet beschikbaar zijn voor een bepaald staptype wordt genegeerd.

7.8 ■ Ramping

Watlow Serie 96

A

Aanhangsel

Opsporen en verhelpen van storingen Probleem Spanning • Geen spanning.

Waarschijnlijke oorzaak

Wat te doen

• • • •

• Controleer schakelaars, zekeringen, onderbrekers, beveiligingen, grenswaarden, connectoren enz. op aanwezigheid van spanning en op juiste aansluiting.

Spanning niet ingeschakeld. Defecte zekering. Onderbreker heeft aangesproken. Beveiliging (bijvoorbeeld deurschakelaar) geactiveerd. • Aparte vergrendeling regeling systeemgrenswaarde. • Losse bedrading. • Verkeerd ingangsvermogen.

• Controleer, door stroomopwaarts te meten, of spanning vereist niveau heeft. Ga a.d.h. van het stuknummer na wat het benodigde ingangsvermogen is. • Controleer draadtype. • Controleer op slechte verbindingen.

Communicatie • Adresparameter verkeerd ingesteld. • Controleer comm. instelmenu; voer correct • Geen communicatie adres in. mogelijk met regelaar. • Baudsnelheidparameter verkeerd ingesteld. • Controleer comm. instelmenu; voer correcte baudsnelheid in. • Eenhedenbusnet onderbroken. • Controleer busnet op onderbrekingen. • Communicatiebedrading verkeerd om • Controleer deugdelijkheid van verbindingen aangesloten, kortgesloten of onderbroken. en test doorgaande bedrading. • EIA-485 converter verkeerd bedraad. • Controleer bedrading van converter a.d.h. van de beschrijving. • Computer COM poort verkeerd ingesteld. • Configureer computer COM poort opnieuw en kijk of comm. nu goed werkt. • Communicatie software-instelling of adres • Raadpleeg comm. kaartdocumentatie voor niet juist. instelbare variabelen en operationele tests. • Protocol of pariteit niet in orde; moet zijn: • Start COMS software opnieuw en controleer 8, n, 1. of de instellingen onderling overeenkomen. De COM bus moet actief zijn. • Applicatie software werkt niet goed. • Controleer goede werking met Watlow comm. gereedschap. • Afsluiting, eventueel door pull-up en pull• Breng weerstanden aan volgens EIA-485 down weerstanden, vereist. normen indien deze optie wordt toegepast.

Watlow Serie 96

Aanhangsel ■ A.1

Probleem


Wat te doen

Invoerfout (foutnummer op bovenste display, % LED brandt, procentueel vermogen op onderste display) • Ingang in fouttoestand. [Err1] flow te laag [Err2] onder voeler [Err3] boven voeler [Err4] flow te hoog

• De voeler is niet correct bedraad. • Voelerbedrading verkeerd om, kortgesloten of onderbroken. • Instelling ingangtype voor verkeerde voeler/niet gekalibreerd. • Instelling ingangtype voor verkeerde voeler/niet gekalibreerd.

• Omgevingstemperatuur te hoog/te laag. • Openlusdetectie wijst op defecte voeler.

• Kalibratie-offset parameter veel te hoog/laag ingesteld. • Kalibratie in het ongerede geraakt.

Alarmen • Alarm slaat niet aan.

• Alarmuitgang niet ingeschakeld. • Incorrecte alarminstelwaarden. • Alarm onderdrukt. • Onjuiste alarmzijden. • Regelaar in diagnosemodus. • Alarm vergrendeld.

• Alarm stopt niet.

A.2 ■ Aanhangsel

• Incorrecte alarminstelwaarden. • Incorrecte alarmhysteresis. • Ingang in fouttoestand.

• Controleer voeleraansluitingen. • Controleer voeleraansluitingen en bedrading. • Wijzig de voelertypeparameter in overeenstemming met de voeler hardware • Wijzig de voelertypeparameter in overeenstemming met de voeler hardware. Probeer fabriekskalibratie te herstellen (cal. 1 menu). • Temperatuur rond de regelaar moet 0 tot 65°C zijn. • Controleer functioneren van voeler. Openlusdetectieparameter wijst op mogelijk voelerdefect. • Controleer kalibratie-offset parameterwaarde; geef parameter juiste waarde. • Herstel fabriekskalibratie. Zie p.6.31; herstel (restore) [`rSt] = [`yes].

• Configureer uitgang als alarmuitgang. • Controleer alarminstelwaarden. • Hef alarm op door alarmsituatie te elimineren; kijk of alarm is vergrendeld. • Controleer instelling alarmzijden. • Controleer instelling alarmtype. • Controleer alarmlogica: moet kunnen samenwerken met systeemrandapparatuur en signaalgevers. • Controleer instelling van vermogenslimiet. • Controleer bedrijfsmodus. • Controleer alarmuitgangfunctie. • Controleer °C of °F instelling. • Controleer kalibratie-offset waarde; instellen op lager niveau.

Watlow Serie 96

Probleem


Wat te doen

Regelaarfouten (foutnummer op bovenste display, foutbericht op onderste display) • [Er`4]

[rAM]

• RAM defect.

• [Er`5]

[EEcs]

• EEPROM data verminkt.

• [Er`6]

[roM]

• PROM defect.

• [Er`7]

[HArd]

• Logica hardware probleem.

• [Er`8]

[PLug]

• Modulefout.

• [Er`9]

[cnFg]

• [Er10]

[chng]

• Configuratiefout. Module op ongeldige plaats. • Module gewijzigd.

• [Er11]

[SoFt]

• Nieuwe firmware geïnstalleerd.

• [Er12]

[cAL`]

• Kalibratiedata verminkt.

• [Er13]

[Atod]

• Analoog-digitaal hardware fout.

• [Er14]

[EEhd]

• EEPROM hardware probleem.

• [Er15]

[nEW]

• Nieuwe regelaar voor eerste keer onder spanning.

• [Er16]

[Addr]

• EEPROM hardware probleem.

Watlow Serie 96

• Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek. •Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek. • Module defect; controleer moduleconfiguratie/vervang module. • Regelaar retourneren naar fabriek. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. • Regelaar opnieuw kalibreren. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek. • Spanning naar regelaar uit- en weer inschakelen. Indien probleem blijft, regelaar retourneren naar fabriek.

Aanhangsel ■ A.3

Serie 96 Modbus Register nummers Relatief

Parameters

Relatief

Parameters

Relatief

Parameters

0 1 2 3 4 5 9 16 17 18 19 24 100 101 103 104 105 106 110 200 201 202 203 204 205 206 4207 209 210 300 301 304 305 306 310 311 316 319 321 322 331 332 340

modelnummer serienummer 1 serienummer 2 software ID nummer software revisie fabricagedatum ingang 2 hardware geactiveerd uitgang 1 hardware uitgang 2 hardware uitgang 3 hardware uitgang 4 hardware blokkeer niet-vluchtig geheugen proces 1 fout 1 procentuele uitgang werkelijk 2 proces 2 status, alarm 2 status, alarm 3 bedrijfsmodus status, event-ingang extern instelpunt ramping instelwaarde PID vermogen 1 propterm 1 integraalterm 1 afgeleide term 1 systeemfout openlusfout instelwaarde 1 auto-man modus autotune instelwaarde 1 start, autotune 1 event-instelwaarde 1 manuele instelwaarde hef invoerfouten op intern/extern (local-remote) (L-r) 1 instelwaarde 2 laag alarm 2 hoog alarm 2 hef alarmen op onderdruk alarmen laag alarm 3

341 500 501 502 503 504 505 506 507 509 510 511 512 513 514 515 517 519 600 601 602 603 604 605 606 607 611 612 613 615 700 701 713 714 715 717 718 719 720 721 722 723 724

hoog alarm 3 propband 1 integraal 1 reset 1 afgeleide 1 verhouding 1 dode zone 1 cyclustijd 1 hysteresis 1 impulspakket 1 propband 2 integraal 2 reset 2 afgeleide 2 verhouding 2 dode zone 2 hysteresis 2 impulspakket 1 voelertype 1 ingang 1 onderste bereik 1 bovenste bereik 1 ingang software filter 1 kalibratie-offset decimaal 1 ingangfoutvergrendeling ingang 2 onderste bereik 2 bovenste bereik 2 kalibratie-offset 2 uitgang 1 proces 1 type instelpunt vermogenslimiet bovenste schakellimiet boven bovenste schakellimiet onder uitgang 2 procestype 2 alarmtype 2 alarmhysteresis 2 vergrendeling 2 onderdrukking 2 alarm actieve zijden 2 alarmlogica 2

725 734 736 737 738 739 740 741 742 900 901 902 903 904 1060 1061 1100 1101 1102 1208 1211 1300 1301 1302 1304 1305 1314 1400-1415 1500 1501 1504 1505 1513 1514 1515 1601 1602

alarmsignalering 2 uitgang 3 alarmtype 3 alarmhysteresis 3 vergrendeling 3 onderdrukking 3 alarm actieve zijden 3 alarmlogica 3 alarmsignalering 3 eenhedentype °C of °F storingsmodus manueel standaardvermogen openlusdetectie event-functie event-voorwaarde ramping modus regelgrootte regelschaalverdeling programmatype verwijderinstelwaarde instelwaardemenuvergrendeling bedrijfspaginamodusvergrendeling instelpaginavergrendeling vergrendeling, persoonlijk menu kalibratiemenuvergrendeling programmamenuvergrendeling persoonlijk promptnummer (1-16) omgevingstemperatuur omgevings A-D tellingen kanaal 1 A-D tellingen kanaal 2 A-D tellingen test displays test uitgang netfrequentie herstel fabriekskalibratie standaardinstellingen

Speciale Modbus functies De volgende Modbus Registers hebben speciale functies: blokkeer niet-vluchtig geheugen (24); alarmstatus, uitgang 2 (106); alarmstatus, uitgang 3 (110); auto-man modus (200); hef invoerfouten op (311); elimineer alarmen (331); onderdruk alarmen (332). Een "0" geeft een actieve toestand aan. Zend "1" naar het register om de functie te activeren. Wanneer de functie voltooid is volgt er een automatische reset naar "0". PMERKING: Tel 40001 op bij elk relatief nummer om het absolute Modbus nummer te krijgen. OPMERKING: Zie p.7.7 voor Modbus Register nummers voor ramping parameters.

A.4 ■ Aanhangsel

Watlow Serie 96

Declaration of Conformity Serie 96 WATLOW CONTROLS 1241 Bundy Boulevard Winona, Minnesota 55987 USA

97

Declares that the following product:

English

Designation: Model Number(s):

Series 96 96 (A or B) (0 or 1) - (C D F or K) (A C D F or K) ( A or D) (A D U M or R) - (Any four letters or numbers) Classification: Control, Installation Category II, Polution Degree II Rated Voltage: 100 to 240VÅ or 24 to 28V‡ Rated Frequency: 50/60 Hz Rated Power Consumption: 7VA maximum Meets the essential requirements of the following European Union Directive(s) using the relevant section(s) of the normalized standards and related documents shown:

89/336/EEC Electromagnetic Compatibility Directive EN 50082-2: EN 61000-4-2: EN 61000-4-4: EN 61000-4-3: EN 61000-4-6: ENV 50204: EN 50081-2:

1995 1995 1995 1996 1996 1995 1994

EMC Generic immunity standard, Part 2: Industrial environment Electrostatic discharge Electrical fast transients Radiated immunity Conducted immunity Cellular phone EMC Generic emission standard, Part 2: Industrial environment EN 55011: 1991 Limits and methods of measurement of radio disturbance characteristics of industrial, scientific and medical radio-frequency equipment (Group 1, Class A) EN 61000-3-2: 1995 Limits for harmonic current emissions EN 61000-3-3: 1995 Limitations of voltage fluctuations and flicker 1993 Safety requirements for electrical equipment for measurement, control, and laboratory use, Part 1: General requirements

Déclare que le produit suivant : Désignation : Numéro(s) de modèle(s) :

Classification :

Français Séries 96 96 (A ou B) (0 ou 1) - (C, D, F ou K) (A, C, D, F ou K) (A ou D) (A, D, U, M ou R) (quatre lettres ou chiffres quelconques) Commande, installation catégorie II, degré de pollution II 100 à 240 VÅ ou 24 à 28 V‡ 50/60 Hz

Tension nominale : Fréquence nominale : Consommation d’alimentation nominale : 7 VA maximum Conforme aux exigences de la (ou des) directive(s) suivante(s) de l’Union Européenne figurant aux sections correspondantes des normes et documents associés ci-dessous :

89/336/EEC Directive de compatibilité électromagnétique EN 50082-2 :

1995 Norme générique d’insensibilité électromagnétique, Partie 2 : Environnement industriel EN 61000-4-2: 1995 Décharge électrostatique EN 61000-4-4: 1995 Courants électriques transitoires rapides EN 61000-4-3: 1996 Insensibilité à l’énergie rayonnée EN 61000-4-6: 1996 Insensibilité à l’énergie par conduction ENV 50204: 1995 Téléphone cellulaire EN 50081-2: 1994 Norme générique sur les émissions électromagnétiques, Partie 2 : Environnement industriel EN 55011: 1991 Limites et méthodes de mesure des caractéristiques d’interférences du matériel radiofréquence industriel, scientifique et médical (Groupe 1, Classe A) EN 61000-3-2: 1995 Limites d’émission d’harmoniques EN 61000-3-3: 1995 Limitations d’écarts de tension et de papillotement

73/23/EEC Directive liée aux basses tensions EN 61010-1 :

Deutsch

Beschreibung: Modellnummer(n):

Serie 96 9 6 (A oder B) (0 oder 1) - (C D F oder K) (A C D F oder K) (A oder D) (A D U M oder R) (4 beliebige Buchstaben oder Ziffern) Klassifikation: Regelsystem, Installationskategorie II, Emissionsgrad II Nennspannung: 100 bis 240 VÅ oder 24 bis 28 V‡ Nennfrequenz: 50/60 Hz Nominaler Stromverbrauch: Max. 7 VA Erfüllt die wichtigsten Normen der folgenden Anweisung(en) der Europäischen Union unter Verwendung des wichtigsten Abschnitts bzw. der wichtigsten Abschnitte der normalisierten Spezifikationen und der untenstehenden einschlägigen Dokumente:

89/336/EEC Elektromagnetische Übereinstimmungsanweisung EN 50082-2: EN 61000-4-2: EN 61000-4-4: EN 61000-4-3: EN 61000-4-6: ENV 50204: EN 50081-2: EN 55011:

EN 61000-3-2: EN 61000-3-3:

1995 EMC-Rahmennorm für Störsicherheit,Teil 2: Industrielle Umwelt 1995 Elektrostatische Entladung 1995 Elektrische schnelle Stöße 1996 Strahlungsimmunität 1996 Leitungsimmunität 1995 Mobiltelefon 1994 EMC-Rahmennorm für Emissionen,Teil 2: Industrielle Umwelt 1991 Beschränkungen und Methoden der Messung von Funkstörungsmerkmalen industrieller, wissenschaftlicher und medizinischer Hochfrequenzgeräte (Gruppe 1, Klasse A) 1995 Grenzen der Oberwellenstromemissionen 1995 Grenzen der Spannungsschwankungen und Flimmern

72/23/EEC Niederspannungsrichtlinie zu entsprechen EN 61010-1:

1993 Sicherheitsrichtlinien für Elektrogeräte zur Messung, zur Steuerung und im Labor,Teil 1: Allgemeine Richtlinien

Declara que el producto siguiente:

73/23/EEC Low-Voltage Directive EN 61010-1:

Erklärt, daß das folgende Produkt:

1993 Exigences de sécurité pour le matériel électrique de mesure, de commande et de laboratoire, Partie 1 : Exigences générales

Designación: Números de modelo:

Clasificación:

Español

Serie 96 9 6 (A o B) (0 ó 1) - (C D F o K) (A C D F o K) (A o D) (A D U M o R) - (Cualquier combinación de cuatro números y letras) Control, categoría de instalación II, grado de contaminación ambiental II 100 a 240 VÅ o 24 a 28‡ 50/60 Hz

Tensión nominal: Frecuencia nominal: Consumo nominal de energía: 7 VA máximo Cumple con los requisitos esenciales de las siguientes directivas de la Unión Europea, usando las secciones pertinentes de las reglas normalizadas y los documentos relacionados que se muestran:

89/336/EEC Directiva de compatibilidad electromagnética EN 50082-2: EN 61000-4-2: EN 61000-4-4: EN 61000-4-3: EN 61000-4-6: ENV 50204: EN 50081-2: EN 55011:

EN 61000-3-2: EN 61000-3-3:

1995 Norma de inmunidad genérica del EMC, parte 2: Ambiente industrial 1995 Descarga electrostática 1995 Perturbaciones transitorias eléctricas rápidas 1996 Inmunidad radiada 1996 Inmunidad conducida 1995 Teléfono portátil 1994 Norma de emisión genérica del EMC, parte 2: Ambiente industrial 1991 Límites y métodos de medición de características de perturbaciones de radio correspondientes a equipos de radiofrecuencia industriales, científicos y médicos (Grupo 1, Clase A) 1995 Límites para emisiones de corriente armónica 1995 Limitaciones de fluctuaciones del voltaje

73/23/EEC Directiva de baja tensión EN 61010-1:

1993 Requerimientos de seguridad para equipos eléctricos de medición, control y uso en laboratorios, Parte 1: Requerimientos generales

Erwin D. Lowell Name of Authorized Representative

Winona, Minnesota, USA Place of Issue

General Manager Title of Authorized Representative

January 24, 1997 Date of Issue

(1721) Signature of Authorized Representative

Watlow Serie 96

Aanhangsel ■ A.5

Declaration of Conformity Dichiara che il seguente prodotto: Designazione: Numeri di modello:

Classificazione:

Italiano

Serie 96 96 (A o B) (0 o 1) - (C, D, F o K) (A, C, D, F o K) (A o D) (A, D, U, M o R) - (Quattro lettere o numeri qualsiasi tra quelli indicati) Sistema di regolazione; Installazione; Categoria II; Grado di inquinamento II Tra 100 e 240 V c.a. o tra 24 e 28 V c.c. 50/60 Hz

Tensione nominale: Frequenza nominale: Consumo di potenza nominale: 7 VA max. è conforme ai requisiti essenziale delle seguenti direttive dell'Unione Europea in base alle sezioni pertinenti delle norme e dei documenti attinenti qui di seguito indicati:

89/336/CEE Direttiva sulla compatibilità elettromagnetica EN 50082-2: EN 61000-4-2: EN 61000-4-4: EN 61000-4-3: EN 61000-4-6: ENV 50204: EN 50081-2: EN 55011:

EN 61000-3-2: EN 61000-3-3:

1995 Immunità generica relativamente alla compatibilità elettromagnetica, Parte 2: Ambienti industriali 1995 Scarica elettrostatica 1995 Transitori elettrici rapidi 1996 Immunità all'energia trasmessa per irradiazione 1996 Immunità all'energia trasmessa per conduzione 1995 Telefoni cellulari 1994 Norma sulle emissioni generiche relativamente alla compatibilità elettromagnetica, Parte 2: Ambienti industriali 1991 Limiti e metodi di misura dei disturbi radio caratteristici degli apparecchi a radiofrequenza industriali, scientifici e medici (Gruppo 1, Classe A) 1995 Limiti relativi alle emissioni di corrente di armonica 1995 Limiti delle fluttuazioni di tensione e dello sfarfallio

73/23/CEE Direttiva sulle basse tensioni EN 61010-1:

1993 Requisiti di sicurezza relativi agli apparecchi elettrici per misure, regolazione e uso in laboratorio, Parte 1: Requisiti generali

A.6 ■ Aanhangsel

Verklaart dat het volgende product: Type-aanduiding: Modelnummer(s):

Nederlands

Serie 96 96 (A of B) (0 of 1) - (C D F of K) (A C D F of K) (A of D) (A D U M of R) - (elke combinatie van vier cijfers of letters) Regeling, Installatiecategorie II, Milieufactor II 100 tot 240VÅ of 24 tot 28V‡ 50/60 Hz

Classificatie: Nominale spanning: Nominale frequentie: Nominaal opgenomen vermogen: 7VA maximum Voldoet aan de belangrijkste normen van de volgende EU richtlijn (-en) op basis van de relevante paragraaf/paragrafen van de genormaliseerde specificaties en genoemde gerelateerde documenten:

89/336/EEC Richtlijn Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) EN 50082-2: EN 61000-4-2: EN 61000-4-4: EN 61000-4-3: EN 61000-4-6: ENV 50204: EN 50081-2: EN 55011:

EN 61000-3-2: EN 61000-3-3:

1995 EMC Generieke Immuniteitsnorm, Deel 2: Industriële omgeving 1995 Elektrostatische Ontlading 1995 Snelle Elektrische Transiënten 1996 Stralingsimmuniteit 1996 Geleidingsimmuniteit 1995 Mobiele telefoon 1994 EMC Generieke Emissienorm, Deel 2: Industriële omgeving 1991 Grenswaarden van en methoden voor het meten van hoogfrequentstoringskarakteristieken van industriële, wetenschappelijke en medische hoogfrequentapparaten (Groep 1, Klasse A) 1995 Grenswaarden voor harmonische stroomemissies 1995 Begrenzingen van spanningfluctuaties en scintillatieruis

73/23/EEC Laagspanningrichtlijn EN 61010-1:

1993 Veiligheidseisen voor elektrische apparatuur t.b.v. meten, regelen enlaboratoriumgebruik, Deel 1: Algemene Eisen

Watlow Serie 96

Bestelinformatie (1699)

Serie 96

96 ——–————–————

Microprocessorgestuurd, 1/16 DIN met universele ingang 1. Opties o.a.: software, voeding, tweede ingang, vier uitgangen en displaykleur.

Voeding A = 100-240 V‡ (ac/dc) B = 24-28 V‡ (ac/dc)

Ingang 2 0 1

= geen = event-ingang en 0-5VÎ (dc)/4-20mA (externe instelpuntingang)

Uitgang 1 C = schakelende dc/open collector D = elektromechanisch relais; vorm C, 2A, zonder RC filter F = universeel proces, bereik instelbaar: 0-20mA, 4-20mA, 0-5VÎ (dc), 1-5VÎ (dc), 0-10VÎ (dc) K = 0,5A halfgeleiderrelais zonder RC filter

Uitgang 2 A C D F

= = = =

geen schakelende dc/open collector elektromechanisch relais, vorm C, 2A, zonder RC filter universeel proces, bereik instelbaar: 0-20mA, 4-20mA, 0-5VÎ (dc), 1-5VÎ (dc), 0-10VÎ (dc) K = 0,5A halfgeleiderrelais zonder RC filter

Uitgang 3 A = geen D = elektromechanisch relais, vorm C, 2A, zonder RC filter

Uitgang 4 A D R U M

= = = = =

geen elektromechanisch relais, vorm C, 2A, zonder RC filter 232 communicatieprotocol 485 communicatieprotocol universele (analoge) retransmissie, bereik instelbaar: 0-20mA, 4-20mA, 0-5VÎ (dc), 1-5VÎ (dc), 0-10VÎ (dc)

Software/vooraf ingestelde parameters 00 = standaard software AA = ramping AF = Unitparameters zijn vooraf ingesteld in SI eenheden (integraal,derivative, prop band in eenheden) en C-F parameters in °C

Display/overlay boven/onder RR = boven/onder RG= rood/groen GR= groen/rood GG= groen/groen

Ramping Display/overlay boven/onder BA = boven/onder BB = rood/groen GR= groen/rood GG= groen/groen

Watlow Serie 96

Aanhangsel ■ A.7

Specificaties (1698) Regelaar • Microprocessorgestuurd, gebruikergedefinieerde regelmodi • Automatische instelling van regeluitgangen voor verwarmen en koelen • Universele ingang 1, hulpingang 2, 4 uitgangen • Regeluitgangen door gebruiker te definiëren als AAN-UIT, P, PI, PID • Meetfrequentie op de ingang; enkelvoudige ingang 10Hz (100 msec), tweevoudige ingang 5Hz (200 msec), regelbare digitale filter • Bijwerken van display; 2Hz (500 msec), regelbare digitale filter • Bijwerken van uitgaande data; impulspakket (burst), 0,1 tot 999,9 sec • Invoer/uitvoer/communicatie gescheiden • Weergave in °C, °F of proceseenheden Operatorinterface • Twee 4-cijferige LED displays: bovenste 10,2 mm, onderste 6,2 mm • Tiptoetsen: bladeren, pijl omhoog/meer, pijl omlaag/minder, oneindig

Uitgangtypen Open collector/schakelende dc • Open-collectorconfiguratie: Maximum spanning 42VÎ (dc) Maximum stroom 200mA Maximum AAN weerstand 1,1Ω Maximum lekstroom, blokkeerstand, 100µA • Schakelende dc configuratie: Schakelende dc voedingsspanning 22 tot 28VÎ (dc) dc voedingsstroom beperkt tot 30mA Halfgeleiderrelais • Optisch geïsoleerd • Geschakelde nuldoorgang • Zonder contactonderdrukking • Minimum belastingsstroom 0,5mA RMS (effectieve waarde) • Maximum stroom 0,5A RMS bij 20 tot 280V~ (ac) • Maximum lekstroom, blokkeerstand, 10µA rms • Alleen voor Ohmse belastingen; RC onderdrukking moet worden gebruikt voor inductieve belastingen Elektromechanisch relais

Standaardvoorwaarden voor specificaties • Omgevingstemperatuur 25°C ±3°C, nominale netspanning, 50 tot 60Hz, 0 tot 90% relatieve vochtigheid, zonder condensatie, 15 min. opwarmen Universele ingang 1 Thermokoppel • Thermokoppeltypen J, K, T, N, C (W5), E, Pt 2, D (W3), B, R, S • >20MΩ ingangsimpedantie • Maximum 20Ω voedingsbronweerstand • 30µA open detectie-instelstroom RTD (Resistance Temperature Detection, weerstandstemperatuurdetectie) • 2- of 3-draads platina, 100Ω • JIS en DIN 0.385 krommen • Weergave in hele of tiende graden • 150µA nominale RTD bekrachtigingstroom Proces • Instelbare bereiken: 0-10VÎ (dc), 0-5VÎ (dc), 1-5VÎ (dc), 020mA, 4-20mA • Ingangsimpedantie, spanning 20kΩ • Ingangsimpedantie, stroom 100Ω • Minimum stroombronweerstand 1MΩ • Ingangsresolutie 50.000 bits (ongeveer) bij maximum bereik Ingang 2 Event-ingang • Contact of spanning • 20KΩ ingangsimpedantie • Spanningsingang: gebeurtenis hoog 3 tot 36VÎ (dc), gebeurtenis laag 0 tot 2VÎ(dc) • Weerstands/contactingang: gebeurtenis hoog >23 kΩ, gebeurtenis laag 0 tot 2 kΩ Externe instelpuntingang: mA of dc, bereik instelbaar • Ingangsimpedantie, spanning 20kΩ • Ingangsimpedantie, stroom 100Ω

A.8 ■ Aanhangsel

• Vorm C contactconfiguratie • Minimum belastingsstroom 10mA @ 5VÎ (dc) • Nominale Ohmse en inductieve belastingen: 2A @ 250V~ (ac) of 30VÎ (dc) maximum • Elektrische levensduur 100.000 cycli bij nominale stroom • Alleen voor Ohmse belastingen; RC onderdrukking moet worden gebruikt voor inductieve belastingen Proces • Instelbaar bereik: 0-20mA, 4-20mA, 0-5VÎ (dc), 1-5VÎ (dc), 010VÎ (dc) • Verwarmen of koelen • 0 tot 10VÎ (dc) spanningsoutput naar een minimaal 1000Ω grote belastingsweerstand • 0 tot 20mA stroomoutput naar een maximaal 800Ω grote belastingsweerstand • Resolutie: dc bereiken = 2,5mV nominaal mA bereiken = 5µA nominaal • Kalibratienauwkeurigheid: dc bereiken = ±15mV mA bereiken = ±30 µA • Temperatuurstabiliteit 100ppm/°C Retransmissie (analoog) • Instelbaar bereik: 0-20mA, 4-20mA, 0-5VÎ (dc), 1-5VÎ (dc), 010VÎ (dc) • 0 tot 10VÎ (dc) spanningsoutput naar een minimaal 1000Ω grote belastingsweerstand • 0 tot 20mA stroomoutput naar een maximaal 800Ω grote belastingsweerstand • Resolutie: dc bereiken = 2.5mV nominaal mA bereiken = 5µA nominaal • Kalibratienauwkeurigheid: dc bereiken = ±15mV mA bereiken = ±30mA • Temperatuurstabiliteit 100ppm/°C

Watlow Serie 96

Communicatie • EIA/TIA-485 of EIA/TIA-232 • Opto-geïsoleerd • Modbus™ RTU protocol • 1200, 2400, 4800, 9600, 19200 baudsnelheid • Maximaal 32 eenheden kunnen worden aangesloten (met aanvullende 485 repeater hardware, maximaal 247 eenheden) Nauwkeurigheid • Ingangbereiken Type J : 0 Type K : -200 Type T : -200 Type N : 0 Type E : -200 Type C (W5) : 0 Type D (W3) : 0 Type Pt 2 : 0 Type R : 0 Type S : 0 Type B : 870 DIN 0.385: -200 JIS : -200 Process : -1999

tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot tot

750°C 1250°C 350°C 1250°C 900°C 2315°C 2315°C 1393°C 1450°C 1450°C 1700°C 800°C 630°C 9999 eenheden

Thermokoppelingangen • Kalibratienauwkeurigheid ±0,1% bij marge ±1°C onder standaardomstandigheden Uitzonderingen: Type T; 0,12% marge voor -200°C tot -50°C Typen R and S; 0,15% marge voor 0°C tot 100°C Typen B; 0,24 % marge voor 870°C tot 1700°C • Nauwkeurigheidsmarge: 540°C minimum • Temperatuurstabiliteit: ±0,1 graad per graad verandering in omgevingstemperatuur RTD ingangen • Kalibratienauwkeurigheid ±0,1 % bij marge ±1°C onder standaardomstandigheden • Nauwkeurigheidsmarge: 540° C minimum • Temperatuurstabiliteit: ± 0,05 graad per graad verandering in omgevingstemperatuur Procesingangen • Spanningsinput bereiken Nauwkeurigheid ±10mV ±1 LSD onder standaardomstandigheden Temperatuurstabiliteit ±100ppm/°C maximum • Milliamp-input bereiken Nauwkeurigheid ±20µA ±1 LSD onder standaardomstandigheden Temperatuurstabiliteit ±100ppm/°C maximum

Aansluitklemmen • Aanraakveilig • 0,5 tot 4mm2 draadtype Vermogen • 100-240Vıõ (ac/dc) +10%, -15%; 50/60Hz, ± 5% • 24-28Võ‡ (ac/dc) +10%, -15%; 50/60Hz, ±5% • 7,0VA maximum opgenomen vermogen • Data blijft bij spanninguitval behouden in niet-vluchtig geheugen Bedrijfsomstandigheden • 0 tot 65°C • 0 tot 90% relatieve vochtigheid, zonder condensatie • Bewaartemperatuur: -40 tot 85°C Afmetingen • Breedte: 52 mm • Hoogte: 52 mm • Lengte: 107 mm • Benodigde ruimte achter paneel 98,4 mm • Gewicht controller: ongeveer 0,2 kg Plages de fonctionnement autorisées

Type J :

1,0 0,1 Type K : 1,0 0,1 Type T : 1,0 0,1 Type N : 1,0 0,1 Type E : 1,0 0,1 Type C : 1,0 0,1 Type D : 1,0 0,1 Type Pt 2 : 1,0 0,1 Type R : 1,0 Type S : 1,0 Type B : 1,0 DIN 0.385 1,0 0,1 JIS 1,0 0,1 Process -1999

0 0,0 -270 -199,9 -270 -199,9 0 0,0 -270 -199,9 0 0,0 0 0,0 0 0,0 0 0 0 -200 -199,9 -200 -199,9 tot 9999

tot 815°C tot 815,0°C tot 1370°C tot 999,9°C tot 400°C tot 400,0°C tot 1300°C tot 999,9°C tot 800°C tot 800,0°C tot 2315°C tot 999,9°C tot 2315°C tot 999,9°C tot 1395°C tot 999,9°C tot 1760°C tot 1760°C tot 1816°C tot 800°C tot 800,0°C tot 630°C tot 630,0°C eenheden

Opmerking: Wijziging van deze specificaties voorbehouden.

Functionaliteitmatrix Universele ingang

Certificeringen • CE, UL916® goedgekeurd bestandsnummer E185611, c-UL, IP65 (NEMA 4X)

Gebeurtenist en extern instelpunt

Regeling

Alarm

Retransmissie (analoog)

232/485 comm

Ingang 1 Ingang 2 Uitgang 1 Uitgang 2 Uitgang 3 Uitgang 4 Modbus™ is een handelsmerk van AEG Schneider Automation. UL® is een gedeponeerd handelsmerk van de Underwriter's Laboratories, Inc.

Watlow Serie 96

Aanhangsel ■ A.9

Index A

D

AAN-UIT regeling 5.6 actieve zijden 2 6.18 actieve zijden 3 6.19 actieve zijden 4 6.21 adres 6.22 afgeleide 1 6.5 afgeleide 2 6.7 afmetingen montagegat 2.1 alarmhysteresis 5.10 alarmhysteresis 2 6.17 alarmhysteresis 3 6.19 alarmhysteresis 4 6.20 alarminstelwaarden 5.10 alarmlogica 2 6.18 alarmlogica 3 6.19 alarmlogica 4 6.21 alarmmenu 6.9-6.10 alarmsignalering 2 6.18 alarmsignalering 3 6.20 alarmsignalering 4 6.21 alarmtype 2 6.17 alarmtype 3 6.18 alarmtype 4 6.20 analooguitgang 4 6.21 analooguitgang hoog 6.22 analooguitgang laag 6.22 analooguitgang offset 6.22 auto-man bedrijfsmodus 6.4 automatisch instellen 5.3, 6.4 autotune 6.2 autotune instelwaarde 6.4

decimaal 1 6.13 diagnosemenu 6.28-6.31 digitale gebeurtenis bedrading 3.3 dode zone 5.8 dode zone 1 6.6 dode zone 2 6.8

B baudsnelheid 6.22 bedrading 3.1-3.9 ingang 1 3.2 ingang 2 3.3 uitgang 1 3.4 uitgang 2 3.5 uitgang 3 3.6 uitgang 3.7 bedradingsvoorbeeld 3.9 bedrijfspagina 4.2, 4.3, 6.3-6.10 bedrijfspagina modusvergrendeling 6.28 bestand 7.1 bewakingsmenu 6.3 blokkeermenu 6.27-6.28 bovenste bereik 2 6.14 bovenste schakellimiet boven 6.24 bovenste vermogenslimiet onder 6.24

C °C or °F 6.23 communicatie 5.13 en transmissie optie 3.7 configureer de regelaar 4.4 cyclustijd 1 6.6 cyclustijd 2 6.8

A.10 ■ Aanhangsel

E eenhedentype 6.23 einde 7.4 eindstapmenu 7.4 event-functie 6.15 event-ingang 5.4, 7.7 event-ingangstatus 6.3 event-instelwaarde 6.4 event-uitgangen 7.3, 7.17 event-voorwaarde 6.16 extern instelpunt retransmissie 5.5

F fabricagedatum 6.29 fabriekspagina 4.2, 4.3, 6.26-6.27 filtertijdconstante 5.3 fouten, schokvrije overdracht 5.13, openlusdetectie 5.12 oplossen van storingen A.2-A.3

G garantie-informatie achterkaft gebruikersmenu 6.4-6.5 globaalmenu 6.23-6.26

H hardware van uitgang 1 6.29 hardware van uitgang 2 6.29 hardware van uitgang 3 6.30 hardware van uitgang 4 6.30 herstel fabriekskalibratie 6.31 hoge resolutie 6.30 hoog alarm 2 6.9 hoog alarm 3 6.9 hoog alarm 4 6.10 hrs 7.2, 7.3 hysteresis 1 6.6 hysteresis 2 6.8

I impulspakket 1 6.6 impulspakket 2 6.8 impulspakketsturing 5.9 in- en uitgangen (grafisch) 1.1 in-/uitgang scheiding 3.1 indexpagina 4.2, 4.3, 6.1 ingang 1 6.12 ingang 1 menu 6.11-6.13 ingang 2 6.13 geactiveerd 6.29 ingang 2 menu 6.13-6.16

ingang software filter 1 6.13 ingangbedrading 3.2-3.3 digitale gebeurtenis 3.3, proces 3.2, 3.3 RTD 3.2 thermokoppel 3.2 installatie 2.1-2.2, voeler 3.1 instelpagina 4.2, 4.3, 6.11-6.25 instelpaginavergrendeling 6.28 instelpunt vermogenslimiet 6.23 instelwaarde 2 6.4, 7.3 instelwaarde 7.2 vergrendeling 6.27 ramping - oplopen - naar 5.9 instelwaardestap 7.2 integraal 1 6.5 integraal 2 6.7 interne/externe modus 6.5 invoerfoutvergrendeling 6.23

J, K kalibratie menu 1 6.31 kalibratie-offset 5.3, 6.5 kalibratie-offset 2 6.14 kalibratiemenuvergrendeling 6.28 kanaal 1 A-D tellingen 6.31 kanaal 2 A-D tellingen 6.31

L laag alarm 2 6.9 laag alarm 3 6.9 laag alarm 4 6.10

M maten v.d. tussenruimten 2.1 min. 7.2, 7.3 modelnummer 6.28

N navigatie en software 4.1-4.4, ramping menu 7.4 netfrequentie 6.31 netspanningbedrading 3.1 nummer persoonlijke prompt 6.26-6.27

O offset vananalooguitgang 6.22 omgevings A-D tellingen 6.30 omgevingstemperatuur 6.30 onderdrukking 2 6.17 onderdrukking 3 6.19 onderdrukking 4 6.21 onderste bereik 1 6.12 onderste bereik 1 6.12 onderste bereik 2 6.14 onderste bereik en bovenste bereik 5.4 openlusdetectie 5.12, 6.25 oplossen van storingen 6.31 opsporen en verhelpen van storingen A.1-A.3 optelsprong 7.4

Watlow Serie 96

PQ persoonlijk menu 4.3, 5.1, 6.27-6.28 PI regeling 5.7 PID 1 menu 6.5-6.6 PID 2 menu 6.7-6.8 PID regeling 5.7 tweevoudig 5.7 procentuele uitgang 6.3 proces 2 6.3 procesingang bedrading 3.2, 3.3 procestype 1 6.11 procestype 2 6.11 procestype 4 6.15 procesuitgang bedrading 3.4-3.5 profielen menus 7.5 hervatten 7.5 uitvoeren 7.5 programmatype 6.17 programmavergrendeling 6.28 propband 1 6.5 propband 2 6.7 proportionele plus integraal (PI) proportionele plus integraal plus afgeleide (PID) proportionele regeling 5.6

R ramping instelwaarde 6.3 ramping modus 6.24 regelgrootte 6.24 regelschaalverdeling 6.24 reset 1 6.5 reset 2 6.7 RTD ingang bedrading 3.2

S scheidingsblokken 3.1 schokvrije overdracht 5.13 sec. 7.2, 7.3 serienummer 1 6.29 serienummer 2 6.29 soak-stap 7.3. 7.6 software ID nummer 6.29 software revisie 6.29 software schema 4.3 sprongbestand 7.4 spronglusmenu 7.4 spronglussen 7.6 sprongstap 7.4 standaardvermogen manueel 6.23 stap 7.1 staptype 7.1 storingsmodus 6.23

terugkoppeling binnenkant achterkaft test displays 6.30 test uitgang 6.30 thermokoppelingangen bedrading 3.2 toetsen en displays 4.1

UV uitbouwen regelaar 2.2 uitgang 1 6.16 uitgang 1 menu 6.16 uitgang 2 6.16 uitgang 2 menu 6.16-6.20 uitgang 3 6.18 uitgang 3 menu 6.18-6.20 uitgang 4 6.20 uitgang 4 menu 6.20-6.22 uitgangbedrading 3.4-3.7 ac 3.4-3.7 communicatie en retransmissie 3.7 proces 3.4, 3.5 schakelende dc open collector 3.4, 3.5 veiligheidsinformatie binnenzijde voorkaft vergrendeling 5.11, 6.17, 6.119, 6.20, proces of deviatie 5.10, onderdrukking 5.11 vergrendeling 2 6.17 vergrendeling 3 6.19 vergrendeling 4 6.20 vergrendeling persoonlijk menu 6.26 verhouding 7.2 verhouding 1 6.6 verhouding 2 6.7 vermogenslimiet 5.2 verwijderinstelwaarde 6.16 voeler installatie 3.1 selectie 5.3 voelertype 1 6.11

W XY Z wacht op deviatiewaarde 7.3 wacht op event-ingang 7.3 wacht op Functions 7.6

T tasks (taken) 4.4 technische assistentie binnenzijde voorkaft

Watlow Serie 96

Aanhangsel ■ A.11

Prompt index [1``1] [1``4] [1`10] [1`20] [2``1] [2``4] [2`10] [2`20] [4``1] [4``4] [4`10] [4`20]

uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie uitgangkalibratie

A [A`0u] [A2hi] [A2lo] [A3hi] [A3lo] [a`4a] [A4hi] [A4lo] [A10u] [A20a] [ACAL] [Acnt] [Addr] [A`hi] [Ahy2] [Ahy3] [Ahy4] [Alm] [A`Lo] [A-m] [Amb] [Anu2] [Anu3] [Anu4] [Aout] [AtSP] [Aty2] [Aty3] [Aty4] [Àut] [Absp]

proceskalibratie 1, 0V hoog alarm 2 6.9 laag alarm 2 6.9 hoog alarm 3 6.9 laag alarm 3 6.9 proceskalibratie 1, 4mA hoog alarm 4 6.10 laag alarm 4 6.9 proceskalibratie 1, 10V proceskalibratie 1, 20mA analooguitgang offset 6.22 omgevings A-D tellingen 6.30 adres 6.22 analooguitgang hoog 6.22 alarmhysteresis 2 6.17 alarmhysteresis 3 6.18 alarmhysteresis 4 6.20 alarmmenu 6.9-6.10 analooguitgang laag 6.22 auto-man modus 6.4 omgevingstemperatuur 6.30 alarmsignalering 2 6.18 alarmsignalering 3 6.14 alarmsignalering 4 6.15 analooguitgang 4 6.21 autotune instelwaarde 6.3 alarmtype 2 6.11 alarmtype 3 6.13 alarmtype 4 6.14 autotune 6.4 verwijderinstelwaarde 6.16

B [b`0u] [b`4a] [[b10u] [b20a] [baUd] [brs1] [brs2] C [`Cal] [Cal1] [Cal2] [cin1] [cin2] [`C-f] [cnt1] [cnt2] [cout]

1, 1, 1, 1, 2, 2, 2, 2, 4, 4, 4, 4,

1V 4mA 10V 20mA 1V 4mA 10V 20mA 1V 4mA 10V 20mA

proceskalibratie 2, 0V proceskalibratie 2, 4mA proceskalibratie 2, 10V proceskalibratie 2, 20mA baudsnelheid 6.22 impulspakket 1 6.6 impulspakket 2 6.8

[Ct`1] [Ct`2] [CUst] [CUSt] [date] [db`1] [db`2] [de`1] [de`2] [deC1] [dfLt] [dIag] [disp]

kalibratiemenuvergrendeling 6.28 kalibratie-offset 6.5 kalibratie-offset 2 6.14 kalibratiemenu 1 6.30 kalibratiemenu 2 6.14 °C of °F 6.23 kanaal 1 A-D tellingen 6.22 kanaal 2 A-D tellingen 6.31 procesuitgang kalibratiemenu (process output calibration menu) cyclustijd 1 6.6 cyclustijd 2 6.8 persoonlijk menu 6.27-6.28 vergrendeling, persoonlijk menu 6.28 fabricagedatum 6.29 dode zone 1 6.6 dode zone 2 6.8 afgeleide 1 6.5 afgeleide 2 6.7 decimaal 1 6.13 standaardinstellingen 6.31 diagnosemenu 6.28-6.31 test displays 6.30

E [E`cn] [E`Fn] [Èrr] [ènd]

event-voorwaarde 6.16 event-functie 6.15 ingangfoutvergrendeling 6.23 eindstapmenu 7.4

A.12 ■ Aanhangsel

[ènd] [E`Sp] [E`St] [Eunt] [Eout]

einde 7.4 event-instelwaarde 6.4 status, event-ingang 7.7 event-uitgangen 7.1 event-uitgangen 7.2, 7.3

F [fail] [file] [Fcty] [ftr1]

storingsmodus 6.23 bestand (file) 7.1 fabriekspagina menus 6.26-6.27 ingang software filter 1 6.13

G [glbl] globaalmenu 6.23-6.26 [`gnd] aarde-instelling H [Hour] [hres] [hys1] [hys2]

hrs 7.2, 7.3 hoge resolutie 6.30 hysteresis 1 6.6 hysteresis 2 6.8

IJK [In`1] [In`2] [Inp1] [Inp2] [It`1] [It`2] [Ity2] [``JC] [``JF] [``JL] [``JS]

ingang 1 6.11-6.13 ingang 2 6.13-6.16 ingang 1 menu 6.11-6.13 ingang 2 menu 6.11-6.13 integraal 1 6.5 integraal 2 6.7 ingang 2 hardware geactiveerd 6.29 optelsprong 7.4 sprongbestand 7.4 spronglusmenu 7.4 sprongstap 7.4

L [L9c2] [L9c3] [L9c4] [Lat2] [Lat3] [Lat4] [lead] [Line] [`LOC] [`L-r] MN [Man] [Mdl] [min] [Mon]

alarmlogica 2 6.18 alarmlogica 3 6.19 alarmlogica 4 6.21 vergrendeling 2 6.17 vergrendeling 3 6.19 vergrendeling 4 6.20 leidingweerstandkalibratie netfrequentie 6.31 blokkeermenu 6.27-6.28 interne/externe modus 6.5 standaardvermogen, manueel 6.23 modelnummer 6.28 min. 7.2, 7.3 bewakingsmenu 6.3

O [Oper] bedrijfspaginamenus 6.3-6.10 [Oper] bedrijfspagina modusvergrendeling 6.28 [Oplp] openlusdetectie 6.25 [Oty1] uitgang 1 hardware 6.29 [Oty2] uitgang 2 hardware 6.29 [Oty3] uitgang 3 hardware 6.30 [Oty4] uitgang 4 hardware 6.301 [Ot`1] uitgang 1 6.16 [Ot`2] uitgang 2 6.16 [Ot`3] uitgang 3 6.18 [Ot`4] uitgang 4 6.20 [Out1] uitgang 1 menu 6.16 [Out2] uitgang 2 menu 6.16-6.20 [Out3] uitgang 3 menu 6.18-6.20 [Out4] uitgang 4 menu 6.20-6.22

R [r`15] [r380] [rate] [rate] [ra`1] [ra`2] [re`1] [re`2] [`reu] [rh`1] [rh`2] [rl`1] [rl`2] [``rP] [rp`S] [rPSP] [`rst]

RTD kalibratie, 15Ω RTD kalibratie, 380Ω verhouding (rate) 6.4, 7.2 regelgrootte 6.24 verhouding 1 6.6 verhouding 2 6.7 reset 1 6.5 reset 2 6.7 software revisie 6.29 bovenste bereik 1 6.12 bovenste bereik 2 6.14 onderste bereik 1 6.12 onderste bereik 2 6.14 ramping modus 6.24 regelschaalverdeling 6.24 ramping instelwaarde 6.3 herstel fabriekskalibratie 6.31

S [`SeC] [sen1] [`Set] [`Set] [Sid2] [Sid3] [Sid4] [SIL2] [SIL3] [SIl4] [`Sn1] [`Sn2] [soaH] [Soft] [`SP2] [``sp] [``sp] [step] [stpt] [styp]

sec. 7.2, 7.3 voelertype 1 6.11 instelpaginamenu’s 6.11-6.25 instelpaginavergrendeling 6.28 alarm actieve zijden 2 6.18 alarm actieve zijden 3 6.19 alarm actieve zijden 4 6.21 onderdrukking 2 6.17 onderdrukking 3 6.19 onderdrukking 4 6.21 serienummer 1 6.29 serienummer 2 6.20 soak-stap menu 7.3 software ID nummer 6.29 instelwaarde 2 6.4 instelwaardenvergrendeling 6.28 instelwaarde 7.2 stap 7.1 instelwaardenstapmenu 7.2 staptype 7.1

T [tc00] [tc32] [tc50] [tout] [tSHt]

thermokoppelkalibratie, 0mV thermokoppelkalibratie, 32mV thermokoppelkalibratie, 50mV test uitgang (test output) 6.30 oplossen van storingen 6.31

UVWXYZ [Unit] eenhedentype 6.23 [User] gebruikersmenu 6.4-6.5 [wde] wacht op deviatiewaarde 7.3 [`we] wacht op event-ingang 7.3 OPMERKING: Een volledige uitleg over kalibratie prompts vindt u op de Watlow website, http://www.watlow.com/prodtechinfo. Selecteer bestand 96CALE_D.pdf.

PQ [``p1] tot [`P16] nummer van persoonlijke prompt (1-16) 6.26-6.31 [Pb`1] propband 1 6.5 [Pb`2] propband 2 6.7 [Pcnt] procentuele uitgang 6.3 [Pid1] PID 1 menu 6.5-6.6 [Pid2] PID 2 menu 6.7-6.8 [Plsp] instelwaarde vermogenslimiet 6.23 [Plà] bovenste schakellimiet boven 6.24 [Pl`b] bovenste schakellimiet onder 6.24 [Pr2`] proces 2 6.3 [Prc1] procestype 1 6.11 [Prc2] procestype 2 6.11 [Prc4] procestype 4 6.21 [Ptyp] programmatype 6.25 [Pr0g] programmavergrendeling 6.28

Watlow Serie 96

Serie 96 software schema Indexpagina [``96] waarde, proces 1 [``96] instelwaarde, externe instelwaarde of procentuele-uitgangwaarde

[``96] persoonlijk menu**... [``P1]

Programmamenu* (zie p.7.1)

Bedrijfspagina [Mon] bewakingsmenu [OPEr] bedrijfspagina [Pr2`] proces 2** [Pcnt] procentuele uitgang [rPSP] ramping instelwaarde ** [E`St] status, event-ingang

[USEr] gebruikersmenu [OPEr] bedrijfspagina [A-M] auto-man bedrijfsmodus** [Àut] autotune [AtSP] autotune instelwaarde [`SP2] instelwaarde 2** [E`SP] event-instelwaarde ** [`L-r] interne of externe modus** [CAL1] kalibratie-offset [PId1]


[PId2]


[ALM] alarmmenu [OPEr] bedrijfspagina [A2Lo] laag alarm 2 [A2hi] hoog alarm 2 [A3Lo] laag alarm 3 [A3hi] hoog alarm 3 [A4Lo] laag alarm 4 [A4hi] hoog alarm 4 Instelpagina [InP1] menu, ingang 1 [`SEt] [SEn1] [In`1] [rL`1] [rh`1]

instelpagina voelertype ingangtype 1 onderste bereik 1 bovenste bereik 1

*Toegevoegd indien u voor een “ramping” (in stappen regelbare) regelaarversie heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _). **Verwijderd indien u voor een ramping versie heeft gekozen (96_ _-_ _ _ _-AA_ _).

Watlow Serie 96

[dEC1] decimaal 1 [Ftr1] ingang software filter 1

[InP2]

menu, ingang 1 (input 1)

[`SEt] instelpagina [In`2] ingang 2** [rL`2] onderste bereik 2** [rh`2] bovenste bereik 2** [CAL2] kalibratie-offset 2** [E`Fn] event-functie [E`cn] event-voorwaarde [absp] verwijderinstelwaarde *

[Out1]

menu, uitgang 1

[`SEt] instelpagina [Ot`1] uitgang 1 [Prc1] procestype 1

[Out2]

menu, uitgang 2

[`SEt] instelpagina [Ot`2] uitgang 2 [Prc2] procestype 2 [AtY2] alarmtype 2 [AhY2] alarmhysteresis 2 [LAt2] vergrendeling 2 [SIL2] onderdrukking 2 [Sid2] alarm actieve zijden 2 [Lgc2] alarmlogica 2 [Anu2] alarmsignalering 2

[Out3]

menu, uitgang 3

[`SEt] instelpagina [Ot`3] uitgang 3 [AtY3] alarmtype 3 [Ahy3] alarmhysteresis 3 [LAt3] vergrendeling 3 [SIL3] onderdrukking 3 [Sid3] alarm actieve zijden 3 [Lgc3] alarmlogica 3 [Anu3] alarmsignalering 3

[Out4]

menu, uitgang 4

[`SEt] instelpagina [Ot`4] uitgang 4 [AtY4] alarmtype 4 [Ahy4] alarmhysteresis 4 [LAt4] vergrendeling 4 [SIL4] onderdrukking 4 [Sid4] alarm actieve zijden 4 [Lgc4] alarmlogica 4 [Anu4] alarmsignalering 4 [Aout] analooguitgang 4 [Prc4] procestype 4 [A`hi] analooguitgang bovenste bereik [A`lo] analooguitgang onderste bereik [ACAL] analooguitgang offset [BaUd] baudsnelheid [Addr] adres

[``rP] ramping modus** [rP`S] regelschaalverdeling ** [ratE] regelgrootte** [OPLP] openlusdetectie [ptyP] programmatype*

Fabriekspagina [CUSt] persoonlijk menu** [FctY] fabriekspagina [``P1] [``P2] [``P3] [``P4] [``P5] [``P6] [``P7] [``P8] [``P9] [`P10] [`P11] [`P12] [`P13] [`P14] [`P15] [`P16]

[`LOC] blokkeermenu [FctY] fabriekspagina [``SP] instelwaardenvergrendeling [prog] programmamenuvergrendeling* [CuSt] vergrendeling, persoonlijk menu ** [OPEr] bedrijfspagina modus [`SEt] vergrendeling, instelpagina [`CAL] vergrendeling, kalibratiemenu

[dIAg]

diagnosemenu

[FctY] fabriekspagina [MdL] modelnummer [dAtE] fabricagedatum [`Sn1] serienummer 1 [`Sn2] serienummer 2 [Soft] software ID nummer [ItY2] ingangtype 2 [`rEu] software revisie [OTY1] uitgang 1 hardware [Oty2] uitgang 2 hardware [Oty3] uitgang 3 hardware [Oty4] uitgang 4 hardware [tout] test uitgang [dISP] test displays [hrES] hoge resolutie [AMb] omgevingstemperatuur [Acnt] omgevings A-D tellingen [cnt1] kanaal 1 A-D tellingen [cnt2] kanaal 2 A-D tellingen [tSht] communicatietest/oplossen van storingen [LinE] netfrequentie

[gLbL] globaalmenu [`SEt] instelpagina [Unit] eenhedentype [`C-F] C of F [Èrr] ingangfoutvergrendeling [FAIL] storingsmodus ** [MAn] standaardvermogen handbediening ** [PLSP] instelpunt vermogenslimiet) [PLÀ] bovenste schakellimiet boven [PL`b] bovenste schakellimiet onder OPMERKING: Wat u te zien krijgt is afhankelijk van de opties en instellingen die op uw regelaar van toepassing zijn.

De fabriekspagina omvat o.a. kalibratieparameters die niet direct noodzakelijk zijn voor het normale gebruik van de regelaar.

Aanhangsel ■ A.13

A

alarmtype 2, 3, 4 [Aty2], 2], 2]

bovenste schakellimiet onder [PL`b]

A

ingang 2 [In`2]

bovenste schakellimiet boven [PLÀ]

decimaal 1 [DeC1]

onderste bereik (range low) [rL`1]

bovenste bereik (range high) [rh`1]

A

ingang 1 [In`1]

uitgang 2 [Ot`2]

A

voelertype (sensor type) 1 [Sen1]

uitgang 1 [Ot`1]

°C of °F [`C-F]

Verander dit Beinvloed dit

eenhedentype (units type) [Unit]

Aanbevolen parameterinstelvolgorde

eenhedentype (units type) [Unit]

Table A.14 — Stel de parameters in deze volgorde in.

°C of °F [`C-F] storingsmodus (failure mode) [Fail] uitgang 1 [Ot`1] uitgang 2 [Ot`2] uitgang 3 [Ot`3] uitgang 4 [Ot`4]

S = Verandering van deze parameter zal de standaardwaarde wijziggen. C = Verandering van deze parameter zal de temperatuurschaal converteren. A = Verandering van deze parameter zal een ander effect veroorzaken.

standaardvermogen, manueel [man] voelertype (sensor type) [Sen1] ingang 1 [In`1]

A

bovenste bereik (range high) [rh`1]

C

S

S

C

onderste bereik (range low) [rL`1]

C

S

S

C

S

S

decimaal 1 [DeC1] kalibratiemenuvergrendeling [Cal1]

C

ingang software filter [Ftr1] instelwaarde vermogenslimiet (power limit set point) [PLSP]

C

bovenste schakellimiet boven [PLÀ]

A

A

bovenste schakellimiet onder [PL`b]

A

A

S

S

C

S

S

A

S

S

A

A

C

ingang 2 [In`2] event-functie (event function) [E`fn]

A

event-voorwaarde (event condition) [E`cn]

A

bovenste bereik (range high) 2 [rh`2

C

C

S

onderste bereik (range low) 2 [rL`2]

C

C

S

kalibratie-offset 2 [CAL2]

C

C

S

analooguitgang (analog output) 4 [Aout]

S

S

analooguitgang hoog (high) [A`hi]

C

S

S

C

analooguitgang laag (low) [A`lo]

C

S

S

C

analooguitgang offset [ACAL]

C

S

S

C

C

S

S

C

hoog alarm 2, 3, 4 (alarm 2, 3, 4 high) [A2hi] 3] 4]

C

S

S

C

laag alarm 2, 3, 4 (alarm 2, 3, 4 low) [A2lo] 3] 4]

C

S

S

C

C

S

S

C

dode zone 1, 2 [db`1] 2]

C

S

S

C

hysteresis 1, 2 [Hys1] 2]

C

S

S

C

event-instelwaarde (event set point) [E`SP]

C

S

S

A

A

C

instelwaarde (set point) [`SP2]

C

S

S

A

A

C

instelwaardenvergrendeling (set point lock) 2 [``SP]

C

S

S

A

A

Manual Set Point

A

ramping modus [``rP] regelschaalverdeling (ramp scale ) [rP`S] verhouding (rate) [rAtE] alarmtype 2, 3, 4 [Aty2] 3] 4] alarmhysteresis 2, 3, 4 [Ahy2] 3] 4] vergrendeling 2, 3, 4 [Lat2] 3] 4] onderdrukking (silencing) 2, 3, 4 [Sil2] 3] 4] alarm actieve zijden (sides) 2, 3, 4 [Sid2] 3] 4] alarmlogica 2, 3, 4 [Lgc2] 3] 4]

nummer van persoonlijke prompt 1, 2 [Pb1] 2] integraal 1, 2 [It`1] 2]

C

reset 1, 2 [rE`1] 2]

C

`

A A

afgeleide (derivative) 1, 2 [dE`1] 2] verhouding 1, 2 [rA`1] 2] impulspakket (burst) 1, 2 [brS1] 2] cyclustijd 1, 2 [Ct`1] 2]

auto-man modus [A-M]

A.14 ■ Aanhangsel

A

C A

A

Watlow Serie 96

Informatie over Watlow Controls Watlow Controls is een dochteronderneming van Watlow Electric Mfg. Co., St. Louis, Missouri, fabrikant van industriële elektrische verwarmingsproducten sinds 1922. Het productenpakket van Watlow omvat o.a. elektrische verwarmingselementen, voelers, regelaars (regeleenheden) en schakelende apparaten. Watlow Controls ontwerpt sinds 1962 halfgeleider elektronische regelapparaten en geniet als leverancier aan OEM klanten (producenten onder eigen merk) een uitstekende reputatie. Voor OEM klanten en eindgebruikers is Watlow Controls de betrouwbare partner voor probleemloos in de eigen apparatuur in te bouwen kwaliteitsregelaars. Watlow Controls is gevestigd in Winona, Minnesota, waar marketing-, constructie- en fabricageactiviteiten in een 10.000 m2 groot complex geconcentreerd zijn.

Garantie Watlow garandeert dat de Serie 96 regelaar vrij is van materiaal- en afwerkinggebreken gedurende een termijn van 36 maanden na aflevering aan de eerste koper mits deze de regelaar voor eigen gebruik benut en op de juiste wijze toepast. Aangezien het gebruik (en soms misbruik) van de regelaar zich buiten het gezichtsveld van Watlow voltrekt kan geen garantie tegen storingen worden gegeven. De bereidheid van Watlow tot het verlenen van garantie in dergelijke gevallen - indien naar zijn oordeel gerechtvaardigd - beperkt zich tot reparatie of vervanging van onderdelen die defect blijken te zijn geraakt binnen de genoemde garantieperiode of terugbetaling van het koopbedrag. Van de garantie is uitgesloten schade als gevolg van transport, wijziging, verkeerd gebruik of misbruik.

Opsturen van (defecte) regelaars of onderdelen •

Bel of fax uw leverancier of het dichtstbijzijnde Watlow verkoopkantoor (zie buitenzijde achterflap) voor informatie hoe u dient te handelen bij opsturen.

•

Indien u iets rechtstreeks wilt opsturen aan Watlow Controls in de V.S., s.v.p. eerst Customer Service bellen of faxen voor een Return Material Authorization (RMA) nummer (tel.: +1 (507) 454-5300; fax: +1 (507) 452-4507).

•

Vermeld het RMA nummer op het verzenddocument en ook op een bij te voegen omschrijving van het probleem.

•

Voor alle standaardeenheden die na terugzending weer op voorraad worden genomen wordt een “restocking charge” in rekening gebracht van 20% van de nettoprijs.

Hoe kunt u ons bereiken Uw Watlow leverancier: KURVAL B.V. Haverstraat 39 2150 AE Nieuw-Vennep tel. 0252 676080 fax 0252 676104 email: [email protected]

TOTAL CUSTOMER SATISFACTION Drie jaar garantie

Kwaliteit en ondernemingsdoel: Watlow Controls streeft ernaar de beste leverancier ter wereld te worden van kwaliteitsproducten, diensten en systemen op het gebied van meet- en regeltechniek en verwarmingstechnologie.

Europe: Watlow Electric GmbH Lauchwasenstr. 1, Postfach 1165, Kronau 76709 Germany Telephone: +49 (0) 7253-9400 Fax: +49 (0) 7253-9400 99 Watlow France S.A.R.L. Immeuble Somag,16 Rue Ampère, Cergy Pontoise Cedex 95307 France Telephone: +33 (1) 3073-2425 Fax: +33 (1) 3073-2875 Watlow Italy S.r.l. Via Meucci 14, 20094 Corsico, Milano 20135 Italy Telephone: +39 (02) 458-8841 Fax: +39 (02) 458-69954 Watlow Limited Robey Close, Linby Industrial Estate, Linby, Nottingham NG15 8AA England Telephone: +44 (0) 115-9640777 Fax: +44 (0) 115-9640071

Watlow China, Inc. 179, Zhong Shan Hong Qiao Cointek Bldg, Fl. 4, Unit P Shanghai 200051 China Telephone: +86 (21) 6229-8917 Fax: +86 (21) 6228-4654 Watlow Japan Ltd. K.K. Azabu Embassy Heights 106, 1-11-12 Akasaka, Minato-ku, Tokyo 107-0052 Japan Telephone: +81 (03) 5403-4688 Fax: +81 (03) 5403-4646 Watlow Korea 3rd Fl. DuJin Bldg. 158 Samsun-dong, Kangnam-ku Seoul, 135-090 Korea Telephone: +82 (02) 563-5777 Fax: +82 (02) 563-5779

Latin America:

Watlow Singapore Pte. Ltd. Blk, 55, Ayer Rajah Crescent, #3-23, Ayer Rajah Industrial Estate, Singapore 139949 Telephone: +65 777-5488 Fax: +65 778-0323

Watlow de México Av. Fundición #5, Col. Parques Industriales, Querétaro, Qro. México CP-76130 Telephone: +52 (42) 17-6235 Fax: +52 (42) 17-6403

Watlow Electric Taiwan 10F-1 No. 189, Chi-Shen 2nd Road, Kaohsiung, Taiwan Telephone: +886 (0) 7-261-8397 Fax: +886 (0) 7-261-8420

Asia/Pacific: Watlow Australia Pty., Ltd. 3 Belmont Place, Gladstone Park, Tullamarine, Victoria 3043 Australia Telephone: +61 (3) 9335-6449 Fax: +61 (3) 9330-3566

Voor overige productinformatie kunt u bellen: Watlow FAX REPLY: +1 (908) 885-6344 buiten de V.S.; of +1 (800) 367-0430 binnen de V.S.

Serie 96 Gebruikershandleiding

Recommend Documents