Programma Binnenstad
BW.090490 – 12 mei 2009 (inspraak verwerkt)
B1 / 88
Voorwoord In het coalitieakkoord 2008-2010 heeft de Leidse binnenstad een prominente plek gekregen. De aanleiding hiervoor waren gesprekken in 2007 tussen het College van B&W van de gemeente Leiden en het Centrummanagement over de ontwikkeling van de binnenstad. Hieraan vooraf gingen afspraken om te komen tot verbetering van de bereikbaarheid van de binnenstad en verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte. De ontstane situatie rond bereikbaarheid maakte de gesprekken wenselijk. De kwaliteit van de binnenstad is een van de ambities van het stadsbestuur, die is vastgelegd in het coalitieakkoord. Een paar citaten: ‘Wellicht de grootste kans voor Leiden is de kwaliteit van haar historische binnenstad. De historische binnenstad is een sterk onderscheidende kwaliteit van Leiden ten opzichte van andere gemeenten. De combinatie met kenniseconomie biedt Leiden veel kansen. (…) Voor de centrumpositie van Leiden is het eveneens cruciaal dat de bezoekersfunctie wordt versterkt. (…) Wij zetten in op een aantrekkelijker winkel- en verblijfsgebied (…). De inrichting van de openbare ruimte verdient verbetering. Prioriteit daarbij heeft de entree van de stad vanaf het station tot het historische centrum.’ Dit heeft ertoe geleid, dat de tijd rijp is voor een integraal programma binnenstad. Hierin moet een lange termijn beeld zijn opgenomen, die op draagvlak kan rekenen bij het centrummanagement, bij de bewoners en de politiek. Het programma moet gericht zijn op verbetering van de kracht en de kwaliteit van de gehele binnenstad volgens de principes: langdurig, integraal, duurzaam. Met dit vertrekpunt heeft in februari 2008 de gemeenteraad van Leiden het college van B&W opdracht gegeven een meerjarig en integraal programma Binnenstad op te stellen, waarbij externe partijen nadrukkelijk worden betrokken. Het programma geeft invulling aan de thema’s kennis en kwaliteit uit de toekomstvisie ‘Leiden Stad van Ontdekkingen’. Partners leveren niet alleen een bijdrage aan het ontstaan van een sterke binnenstad. Zij plukken er ook de vruchten van. Zo vormt de sterke historische binnenstad voor de kennisinstelling Universiteit van Leiden een unique selling point in haar (internationale) concurrentie positie. Nu, januari 2009, kunnen wij met trots het resultaat van deze opdracht aanbieden. Trots, omdat er een compleet en volwaardig programma ligt. En niet alleen zijn de partners van de stad betrokken in het wordingsproces, maar ook zullen zij bijdragen leveren aan het bereiken van de doelen van het programma. Het programma vertrekt vanuit een integrale visie En dat is nodig! Leiden is niet alleen een “woonstad”; Leiden is niet alleen een “werkstad”; Leiden is een complete stad, waar veel te ontdekken valt. Om de doelen te bereiken is een visie op de ontwikkeling van de binnenstad nodig. De visie schrijft voor op welke manier de betrokken partijen (partners in de stad, ontwikkelaars / beleggers en de gemeente Leiden) samen werken aan de ontwikkeling van de stad. Een visie schets enerzijds een eindplaatje van de binnenstad en anderzijds de weg waarlangs deze bereikt moet worden. Overigens is de binnenstad nooit ‘af’… De opstellers van de visie zijn een ontdekkingsreis begonnen door van buiten naar binnen te kijken. Op die reis hebben zij de ruimte genomen voor benchmarks met andere steden; voor top-down analyses, gecontroleerd met bottom-up realisme; en heel belangrijk: specifieke marktexpertise toegevoegd op gebied van retail en binnenstadeconomie. En tot slot hebben marktpartijen hun feedback gegeven op de ontwikkelde visie, met een positief resultaat. De visie op de binnenstad van Leiden geeft hiermee een meerjarig, langdurig kader voor de ontwikkeling van de aantrekkelijke, complete binnenstad, die meer bezoekers trekt, meer bestedingen genereert en die hoog wordt gewaardeerd. Het programma is compleet B2 / 88
Het economische gehalte van het programma Binnenstad (doelen: meer bezoekers en meer bestedingen) maakt dat de het zwaartepunt van de visie gericht is op het economisch functioneren van de binnenstad. Een aantrekkelijke binnenstad bestaat echter niet alleen maar uit winkels, terrasjes en parkeergarages. De Leidse binnenstad is pas aantrekkelijk wanneer: − een breed publiek (gezinnen met kinderen, ouderen, toeristen en zakelijke bezoekers) wat van hun gading kan vinden en er met plezier komt; − het voorzieningenaanbod van goede kwaliteit en diversiteit is; − er speciale attracties en evenementen zijn, die maakt dat mensen naar de binnenstad komen; − de historische binnenstad ook echt het unique selling point vormt; − inwoners in de binnenstad er graag wonen en daarmee de stad levendig en sociaal veilig karakter geven; − de openbare ruimte (groen, bestrating, straatmeubilair, bewegwijzering, etc.) aantrekkelijk is; − en natuurlijk de bereikbaarheid en het parkeren van auto en fiets goed geregeld zijn. Het programma voorziet met alle inspanningen in het bereiken van die aantrekkelijke Leidse binnenstad. Het programma is realistisch Het bestuur van Leiden zet vol in op het vergroten van de bereikbaarheid van de stad: een structuur van ringwegen, hoogwaardig openbaar vervoer en parkeervoorzieningen. Dit betekent ook dat daar veel financiële middelen voor nodig zijn. Zo veel zelfs, dat vele andere gewenste ontwikkelingen niet zo maar door de lokale overheid kunnen worden gefinancierd. Dat betekent ook dat partners in de stad, belanghebbenden als corporaties, beleggers / ontwikkelaars worden uitgenodigd om aan de aantrekkelijkheid van de stad bij te dragen. De lokale overheid biedt ruimte aan deze partijen en beperkt zich tot het stellen van de maatschappelijk gewenste kaders en de uitoefening van de publieke rol. Deze rolverdeling is opgenomen in het programma Binnenstad. Dit sluit aan bij de aanbevelingen zoals gedaan in de rapportage van de onderzoekscommissie Overschrijding Grote Projecten 2008. Het programma inspireert, motiveert en vergt een lange adem Het samenstellen van het programma heeft ruim negen maanden geduurd. Met de geboorte van dit programma hoopt het bestuur van Leiden de ontwikkeling van de binnenstad op een natuurlijke manier te laten verlopen. Stap voor stap groeien en leren; een manier die motiveert omdat het boeken van resultaten – door partners en gemeente samen – de beste inspiratie vormt om door te gaan en door te ontwikkelen. De negen maanden zijn nodig geweest. Ook voor het ambtelijk apparaat van de gemeente. Ook daar is een grote stap gezet in het verbinden van doelen en vele verschillende inspanningen. Het nu voorliggende programma is niet “af”. Het vormt het vertrekpunt van een lange weg, maar eentje die uitdagend genoeg is en perspectief biedt voor een ieder die de Leidse binnenstad een mooie toekomst gunt…
januari 2009, Het college van Burgemeester en Wethouders
B3 / 88
B4 / 88
Inhoudsopgave DEEL I – Het programma Binnenstad inhoudelijk 1.
Introductie programma Binnenstad...................................................................................... 6 1.1 1.2 1.3 1.4
2. 3.
Procesverantwoording...................................................................................................................... 6 Het programma Binnenstad inhoudelijk ........................................................................................... 7 Bezoekers en bezoeksmotief ........................................................................................................... 8 Wonen in het programma Binnenstad.............................................................................................. 8
Gegevens.......................................................................................................................... 10 Analyse ............................................................................................................................. 13 3.1 3.2 3.3
4.
Leiden in de regionale context ....................................................................................................... 13 De binnenstad van Leiden als geheel ............................................................................................ 14 Analyse op de acht ambities .......................................................................................................... 15
Doelen............................................................................................................................... 21 4.1
5.
De hoofddoelen en subdoelen ....................................................................................................... 21
Visie .................................................................................................................................. 23 5.1 5.2 5.3
6.
Strategieën voor succesvolle steden ............................................................................................. 23 De visie op de ontwikkeling van de binnenstad van Leiden........................................................... 25 De ontwikkellocaties....................................................................................................................... 29
Wensbeelden en globale inspanningen ............................................................................. 32 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Betere kwaliteit van de openbare ruimte........................................................................................ 32 Beter beheer van de openbare ruimte ........................................................................................... 33 Betere kwaliteit van de gebouwde omgeving................................................................................. 33 Betere bereikbaarheid .................................................................................................................... 34 Meer en betere parkeermogelijkheden .......................................................................................... 35 Meer en betere winkel- en horecavoorzieningen ........................................................................... 36 Meer en beter aanbod van culturele activiteiten en evenementen ................................................ 37 Meer en betere promotie ................................................................................................................ 39
DEEL II – De organisatie van het programma Binnenstad 7.
De uitvoeringsstrategie...................................................................................................... 41 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7
8.
Partners dragen vanuit hun belang bij aan het programma........................................................... 41 Partnerbetrokkenheid maximaal .................................................................................................... 43 De visie als instrument ................................................................................................................... 44 Een locatiegerichte aanpak ............................................................................................................ 44 Co-financiering ............................................................................................................................... 44 Toepassen Programmasturing ....................................................................................................... 45 Een dubbele aanpak: 8 ambitielijnen en 18 ontwikkellocaties ....................................................... 45
De programmasturing........................................................................................................ 46 8.1 8.2 8.3 8.4
9.
Inrichting van de programmasturing............................................................................................... 46 Betrokkenheid en uitvoering........................................................................................................... 47 Het uitvoeringsprogramma ............................................................................................................. 47 Risicobeheersing............................................................................................................................ 48
De communicatie-aanpak.................................................................................................. 49 9.1 9.2 9.3
10. 11.
Communicatiedoelen en doelgroepen ........................................................................................... 49 De communicatiestrategie.............................................................................................................. 50 Organisatie van de communicatie.................................................................................................. 50
De financiële strategie ....................................................................................................... 51 De monitoring en evaluatie ................................................................................................ 53
11.1 11.2
Kwantificering van ambities............................................................................................................ 53 Monitoring van ambities ................................................................................................................. 53
DEEL III – De uitvoering van programma Binnenstad in 2009 12.
Uitvoeringsprogramma 2009 ............................................................................................ 57
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4:
Gegevens Een aantrekkelijke binnenstad (Ecorys) Een Inspanningenoverzicht 2010 en verder De ontwikkellocaties
B5 / 88
Introductie programma Binnenstad Procesverantwoording Hoe is het programma tot stand gekomen? Het vertrekpunt is het coalitieakkoord van het college van Burgemeester en Wethouders dat in 2007 is geformeerd. Hierin is opgenomen: “Wellicht de grootste kans voor Leiden is de kwaliteit van haar historische binnenstad. De historische binnenstad is een sterk onderscheidende kwaliteit van Leiden ten opzichte van andere gemeenten. De combinatie met kenniseconomie biedt Leiden veel kansen. (…) Voor de centrumpositie van Leiden is het eveneens cruciaal dat de bezoekersfunctie wordt versterkt. (…) Wij zetten in op een aantrekkelijker winkel- en verblijfsgebied (…). De inrichting van de openbare ruimte verdient verbetering. Prioriteit daarbij heeft de entree van de stad vanaf het station tot het historische centrum.’ In februari 2008 is het Stardocument Programma Binnenstad door het College vastgesteld en openbaar gemaakt en op basis daarvan zijn twee kwartiermakers aangesteld die de opdracht hebben gekregen om een programma binnenstad vorm te geven. De raad heeft dit stardocument in mei jl bekrachtigd waarbij een motie is aangenomen om wonen boven winkels in het programma op te nemen. Allereerst is er intern binnen de gemeente gewerkt aan draagvlak voor het programma en inzicht in de taken van de verschillende afdelingen en teams. Door Anders Werken was op dat moment nog niet duidelijk waar welke taken waren belegd. Vervolgens zijn veel partners in de stad die een rol spelen in de aantrekkelijkheid van de binnenstad voor bezoekers geïnterviewd. Aan hen is gevraagd wat zij vinden van de ambitielijnen, maar ook welke rol zij zelf kunnen spelen bij de verbetering van de kwaliteit en het aantrekken van bezoekers. De volgende partners zijn allemaal geïnterviewd: ROC, Universiteit, organisatoren Filmfestival, Leidse schouwburg, Museumgroep Leiden, Pieterskerk, Bomenbond, t Gilde, Centrummanagement, Leiden marketing, Kamer van Koophandel, Vecovab (Leidse vastgoedeigenaren van de binnenstad), SLS, Koninklijke Nederlandse Horecabond, Jeroen Maters (eigenaar idee Quartier Leyden), Fons Verheijen (Leidse architect), bewonervertegenwoordigers die zitting hebben in de twee districtsraden van de binnenstad. Daarnaast zijn er een aantal onderzoeken uitgevoerd. Onder meer is een onderzoek uitgevoerd naar de detailhandel van Leidse binnenstad. Hoe zit het Leidse winkelaanbod in elkaar, welke tekortkomingen kent het en wat moet er gebeuren om het winkelen aantrekkelijker te maken. Tevens is als gevolg van de keuze om de Rijn Gouwe lijn niet door de Breestraat te laten lopen maar door de hooigracht lange gracht een onderzoek uitgevoerd naar de ruimtelijk economische potenties van de binnenstad en hoe de mogelijke effecten van de gevolgen van de keuze van de RGL-tracé positief kan worden beïnvloedt zodanig dat er sprak is van een versterking van de economische functie van de binnenstad. Tot slot is een onderzoek uitgevoerd tijdens de monumentendagen van 2008 onder bezoekers van de stad en is een Leiden panel raadpleging over de binnenstad afgenomen. Dit is een digitaal onderzoek onder vaste panelleden, een steekproef van bewoners uit Leiden. Met leden van de Kamer van Koophandel en centrummanagement en ambtenaren van de gemeente Leiden zijn bezoeken afgelegd aan diverse steden,: Amersfoort, Delft, Haarlem, Den Bosch en Maastricht en zijn in het kader van het retailonderzoek de steden Tilburg, Nijmegen, Arnhem en Breda bezocht.
B6 / 88
Verder is een conferentie georganiseerd voor ontwikkelaars, beleggers en vastgoedeigenaren voor de binnenstad waarin de voorlopige visie is neergelegd en de reactie van de markt is gepeild op de plannen. Op 21 november 2008 is een raadsbezoek afgelegd aan Maastricht waarin onderwerpen als fietsparkeren, wonen boven winkels, herbestemming van monumenten, centrummanagement, realisatie van twee grote binnenstedelijke winkelprojecten en parkeergarages aan bod zijn gekomen. Bij dit raadsbezoek zijn bewonersvertegenwoordigers van de districtsraden, centrummanagement, Vecovab, de raad van Nederlandse detailhandel, stichting Aalmarkt, vereniging oud leiden en winkeliersverenigingen en ambtenaren mee gegaan. Het bezoek had niet alleen een inhoudelijk doel maar heeft ook tot doel gehad een gezamenlijke mindsetting te bereiken, vanwaar we uiteindelijk met elkaar in de Leidse binnenstad naar streven. Met de geïnterviewde partners wordt nog gestreefd naar het opstellen van het gezamenlijke convenant dat bij de uiteindelijke vaststelling van het programma door de gemeenteraad kan worden bekrachtigd en dat de gezamenlijke ambities voor de komende jaren vastlegt.
Het programma Binnenstad inhoudelijk In de aanpak van het programma wordt onderscheid gemaakt tussen gegevens, analyse en visie. De gegevens staan voor de objectieve weergave van bezoekersgedrag, aan- / afwezigheid van voorzieningen en vele andere feitelijke aspecten. De analyse is de interpretatie van die gegevens: Wat is de betekenis van de feiten? Welke interpretatie wordt gegeven aan die feiten? En waar leidt die interpretatie toe? Maar voordat er kwantitatieve doelen en inspanningen (activiteiten) kunnen worden geformuleerd, is het noodzakelijk om een visie te formuleren. Een visie is dan geen doel op zich, maar eigenlijk een instrument om het ‘handelen te richten’. En dat richten is noodzakelijk! Het werken vanuit een gedeelde visie is een absolute noodzaak om een programma succesvol te kunnen laten zijn. Een visie geeft een eindplaatje weer, niet in detail, maar op hoofdlijnen. En als er overeenstemming is over dat nog vage eindplaatje, dan kunnen met behulp van de programmatechniek doelen concreet worden gemaakt en inspanningen worden gedefinieerd. Die inspanningen bestaan uit resultaat gerichte projecten, (lijn-) activiteiten en maatregelen. In overzicht voor het programma Binnenstad: Gegevens:
Analyse: Visie:
Doelen: Inspanningen: Projecten, activiteiten en maatregelen:
Feiten over regionale positie; economische factoren als retail, winkelunits, koopkracht, werkgelegenheid; bereikbaarheid en parkeren; waardering. Sterkte – Zwakte analyse; Ontwikkeling van de binnenstad van Leiden a.h.v. retail, bronpunten, gebied- / projectontwikkeling, inrichting openbare ruimte. Meer bezoekers, meer bestedingen, hogere waardering. Verdeeld over 8 ambitielijnen. Uitvoeringsprogramma 2009 en Inspanningenoverzicht MT, LT.
Het economisch gehalte van het programma Binnenstad De aanleiding van het programma Binnenstad is economisch van aard. Dat wordt onderbouwd in de eerste hoofdstukken over feiten, analyse en visie. Maar in de aanpak is het programma gericht op alle functies van en in de binnenstad. Juist de investering in de kwaliteit van de binnenstad zal een positieve uitwerking hebben op de leefomgeving van B7 / 88
bewoners, de beleving van de bezoekers en het ondernemersklimaat voor binnenstad ondernemers. De acht ambitielijnen reflecteren deze brede aanpak. De inventarisatie van de vele inspanningen op deze ambitielijnen maken het ook mogelijk dat deze aanpak in praktijk wordt gebracht en niet alleen een mooie zin in een programmaplan is.
Bezoekers en bezoeksmotief Het voeren van een academische discussie over de definitie van een bezoeker leidt alleen maar af van de feiten: bezoekers komen in de binnenstad van Leiden, omdat ze een bezoekmotief hebben, of misschien wel meerdere (vb: museumbezoek en een terrasje pakken). Voor de detaillist (bezoekmotief: winkelen) maakt het niet uit of de bezoeker uit Leiden komt of elders vandaan. Voor het museum, dat een nationaal gerichte tentoonstelling heeft gecreëerd, maakt het wel uit waar de bezoeker vandaan komt. Is de landelijk gerichte promotie geslaagd? En als Leiden de centrumfunctie wil terugwinnen, dan maakt het ook uit dat de regiobewoners de weg naar Leiden weer weten te vinden. En als Leiden Marketing zich onder andere richt op internationale promotie van “Leiden. City of Discoveries” dan is het wenselijk dat de internationale toerist Leiden bezoekt. Kortom, de bezoeker staat voor: • De bewoners van de binnenstad • De Leidenaar • De regio-inwoner • De landelijke bezoeker • De internationale bezoeker De bezoekmotieven zijn divers; vele bezoekers zullen er meerdere hebben en in sommige gevallen zijn de bezoekmotieven een combinatie van zakelijke en private motieven.
Wonen in het programma Binnenstad ‘Wonen’ maakte geen expliciet deel uit van de acht ambities zoals opgenomen in het startdocument. Echter het programma heeft ook tot doel de leefkwaliteit toe te laten nemen. En de bewoners vormen ook een belangrijk bezoekerspotentieel. De studentenpopulatie behoeft specifieke woonvormen. Ontwikkelaars / beleggers combineren woningen vaak in een programma vanwege de verdiencapaciteit. En daarnaast is de binnenstad voor specifieke groepen een zeer aantrekkelijk woongebied, zeker als op termijn de doelen van het programma worden gerealiseerd. Kortom, wonen vormt een belangrijk bestanddeel in het programma. Dit uit zich in diverse inspanningen door het gehele programma heen. Er wordt een inspanning geleverd om hoogwaardige woonmilieus toe te voegen in de binnenstad op diverse locaties. Met name de noord oost flank van de binnenstad leent zich daarvoor. In de programma’s voor de achttien ontwikkellocaties (zie hoofdstuk ‘visie’) is op veel locaties wonen in het programma opgenomen. Op gebied van studentenhuisvesting wordt het onderzoek naar woonbehoefte geactualiseerd. Vervolgens wordt basis van dit onderzoek een plan van aanpak opgesteld voor het produceren van voldoende kwantitatieve en kwalitatieve studentenwoningen voor de verschillende studentendoelgroepen. Wonen boven Winkels Om de leefbaarheid en de sociale veiligheid in de binnenstad te vergroten, met name ook in het kernwinkelgebied, wordt gepoogd wonen boven winkels mogelijk te maken. Dit is geen nieuw initiatief, er zijn immers al enkele projecten met dit doel uitgevoerd. Deze projecten kenden veelal een pandgerichte benadering, d.w.z. per pand werd geprobeerd een woning met eigen of gedeelde toegang toe te voegen. In praktijk bleek deze toegang vaak niet meer B8 / 88
te bestaan en was het niet meer mogelijk deze te reconstrueren. Nu wordt gekozen voor een blokgerichte benadering waarbij juist voor meerdere panden één gedeelde toegang wordt gecreëerd. Allereerst wordt naar voorbeeld van Maastricht een onderzoek gedaan naar de marktmechanismen en de publiekrechtelijke instrumenten om dit mogelijk te maken en te stimuleren. Specifiek zal ook de gewenste financiering worden onderzocht, bijvoorbeeld door mogelijke oprichting van een NV Wonen boven Winkels of vergelijkbare instrumenten. Kanttekening bij wonen boven winkels is dat de ambities van het gehele programma in evenwicht moeten worden gebracht. Daar waar uitbreiding van retail in het kernwinkelgebied is gewenst – door verheling en benutting van de bovengelegen verdiepingen – staat dit op gespannen voet met de wens om wonen boven winkels mogelijk te maken. De beste aanpak is om ook hier de locatie-gerichte aanpak te kiezen en niet alle ambities te stapelen, hetgeen vaak programmatisch en financieel niet realistisch is. De aanpak is dan: op een specifieke locatie worden de meest kansrijke ambities (in termen van effect en financiering) gerealiseerd. Uit de ‘optelling’ van alle locaties zal dan blijken of aan de ambities van het programma is voldaan. Zo kan in het kernwinkelgebied gekozen worden om expliciet de ruimte te bieden aan retail over alle verdiepingen. Maar zodra blijkt (uit het genoemde onderzoek) dat een locatie zich daar niet voor leent, er wordt gekozen om op die locatie wonen mogelijk te maken. En zo kan voor locaties die niet tot het kernwinkelgebied behoren, worden gekozen voor het voorkomen van retail op bovenliggende etages. In de uitvoering van de motie ‘Wonen boven Winkels’ zal het college: − een blokgerichte aanpak kiezen voor het creëren van gedeelde toegang tot woningen boven winkels; − onderzoek doen naar de marktmechanismen en publiekrechtelijke instrumenten; − de beschreven locatie specifieke aanpak - ter middeling van alle ambities - als uitgangspunt hanteren; − een plan van aanpak – inclusief financieel consequenties - opstellen, op te nemen in het programma Binnenstad; en − dit plan van aanpak in 2009 aan de gemeenteraad aan te bieden.
B9 / 88
DEEL I – Het programma Binnenstad inhoudelijk
Gegevens Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de feiten die gebruikt zijn voor het maken van een analyse van de Leidse binnenstad. Deze gegevens zijn afkomstig van verschillende bronnen: • onderzoeken waar Leiden aan deelneemt: Continu Vakantie Onderzoek, Koopstromenonderzoek, Bedrijvenregister Zuid-Holland. • Specifiek onderzoek naar: o Ruimtelijk-economische ontwikkelpotenties (Ecorys, Ontwikkelingspotenties Binnenstad, 16 sep 2008) o Retail in de Leidse binnenstad (Dallinga Retail en Vastgoed Advies, Voorstel tbv (retail)programma binnenstad, juli 2008) o Bezoekerswensen (Uitkomst enquête Binnenstad Leiden 13/14 sep 2008 2008) De gegevens worden telkens samengevat, met verwijzing naar het bronmateriaal (zie bijlage 1). De geografische ligging van Leiden: 1. Leiden ligt in de Randstad aan de A4 en de A44 - de Noord Zuid verbinding – en aan de Oost - West verbinding (N11 - N206). 2. Leiden ligt dichtbij economische centra als Den Haag, Amsterdam en ook Haarlem, Zoetermeer en Alphen aan de Rijn. De (beroeps) bevolking: 3. In Leiden en ook in de regio Holland Rijnland zal het aantal inwoners tot 2025 nauwelijks groeien. 4. In Leiden en ook in de regio zal de ontwikkeling van het aantal inwoners fors verschuiven naar leeftijdscategorie 65+. 5. Leiden zal tot 2025 een toename kennen van 14,5% in het aantal eenpersoonshuishoudens, waar dit aantal de regio met 23.5 % zal groeien. 6. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens was in 2004 € 28.700 en is er in de meeste gevallen op vooruit gegaan t.o.v. 2003. 7. Vergeleken met de G31 is de inkomenssituatie van Leidse huishoudens goed te noemen: in een rangorde staat Leiden op de vierde plaats. In een zelfde vergelijking met de regiogemeenten komt Leiden er minder goed uit: dan neemt de stad de onderste positie in. 8. De beroepsbevolking in Leiden is zeer goed opgeleid in vergelijking tot De G27 steden en in vergelijking tot Nederland: 57% heeft een hoge opleiding (cijfers 2006). 9. De werkgelegenheid in de bezoekerseconomie is na 2002 afgenomen. 10. Dit is vooral toe te rekenen aan de detailhandel, de werkgelegenheid in de overige sectoren is min of meer constant gebleven. 11. Van de werknemers die in Leiden werken, woont in 2006 40% in Leiden, 31% in de regio Holland Rijnland, 19% op overige locaties in Zuid-Holland en 10% buiten Zuid-Holland. De bezoekers en bezoekgedrag: 12. Het aantal bezoekers afkomstig uit het binnenland aan Leiden – aanname de binnenstad van Leiden – is sinds 2002 niet sterk gestegen, zelfs in de tussenliggende jaren gedaald. 13. Het aantal afgelegde bezoeken per bezoeker is sinds 2002 gedaald. 14. Het aantal afgelegde bezoeken in 2005, 2006 en 2007 is lager dan 2002, 2003 en 2004. 15. De gemiddelde besteding per bezoek is sinds 2003 gelijk gebleven. 16. Na ‘winkelen’ vormt het ‘museumbezoek’ de belangrijkste hoofdreden van een bezoek aan Leiden. 17. Sinds 2005 is het museumbezoek aan de Leidse musea jaarlijks toegenomen. 18. Het aantal overnachtingen is sinds 2002 nauwelijks veranderd met uitzondering van een piek in het Rembrandtjaar 2006: zo rond de 185.000 – 190.000. B10 / 88
19. De koopkrachtbinding van Leiden op de bewoners van de regio Leiden neemt af. 20. De detailshandelomzet van ‘Leiden Centrum’ is in de afgelopen 10 jaren toegenomen. 21. Ecorys zegt: Leiden-Centrum verliest terrein: marktaandeel van niet-dagelijkse goederen in de provincie Zuid-Holland daalde van 4,5% in 1988 naar 3,1% in 2004 (bron: Koopstromenonderzoek Zuid-Holland) 22. De Koopkrachtbinding van Leiden-Centrum met de bevolking van Leiden is 52%, van alle omzet in Leiden-centrum wordt 45% behaald door bestedingen van niet-Leidenaren (=toevloeiing) Dit is vergelijkbaar met Alphen aan de Rijn (voor uitbreiding Stadshart) en lager dan Lisse. Economie in de regionale context 23. Leiden zal een gezonde groei kennen van de dienstensector (2,7% in de periode 200511, NL = 2,5%). 24. Leiden zal een sterke groei kennen in de industrie o.m. Bio Science (3,1% in de periode 2005-11, NL=2,2%). 25. Leiden is de tweede aankoopplaats voor winkelen in de regio, na Den Haag. 26. De Leidse binnenstad is de belangrijkste aankoopplaats in de directe regio en heeft een sterke positie in ‘fun’. 27. De (sub)regionale centra versterken zich: Alphen a/d Rijn-Stadshart, LeiderdorpWoonboulevard, Winkelhof, IKEA; Katwijk-Valkenburg, Katwijk-Centrum. 28. De planvoorraad kantoren in de regio Holland Rijnland bedraagt 415.000 m² bvo tot 2015. Deze omvang bedraagt 70% van de bestaande kantorenvoorraad in de regio. 29. De woningbouwproductie van Leiden is beperkt. Leiden specifiek: retail 30. Het zwaartepunt van de bewinkeling is langs de assen Haarlemmerstraat en Breestraat. 31. Er zijn weinig winkels in tussenliggende dwarsstraatjes, maar op veel locaties zijn interessante zwerfgebieden. 32. Er is nauwelijks bewinkeling op de Hooigracht en Langegracht. 33. Het hart van het A1 winkelgebied wordt gevormd door de Haarlemmerstraat. 34. Noties over retail in de binnenstad (bron: Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008): • De Haarlemmerstraat is erg lang met “aflopende” uiteinden • De V&D ligt a-centrisch en is geen onderdeel van “rondje” • Aalmarkt project heeft te weinig retailmassa om substantieel andere passantenstromen op gang te brengen. • De Breestraat wordt steeds meer een straat van “bestemmingswinkels” omdat het feitelijk geen deel uitmaakt van het A1 kernwinkelgebied • Er is te weinig aanbod grotere units voor retailers (> 1000 m2) 35. Private investeringen en concrete realisaties blijven uit. De V&D dateert uit 1967 en is sindsdien nooit grootscheeps verbouwd. Voor project Aalmarkt vind een heroriëntatie plaats, het project loopt inmiddels meer dan 10 jaar en ‘startbouw’ laat voorlopig op zich wachten (bron: Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008). 36. Een benchmark van Leiden vergeleken met de detailhandel van de binnensteden van Den Bosch, Maastricht levert op: • Leiden heeft een laag wvo per inwoner (0,74 m²) • Slechts 8 units van 1.000 m² of groter (V&D, Hoogvliet, C&A, Bristol, Hema, Digros, Vogele Mode, De Slegte). In Den Bosch zijn het er 11 en 13 in Maastricht. De helft van deze grote units wordt beschouwd als ‘voorziening van basiskwaliteit’. • Formules (>1.000 m²) die wel in de andere steden gevestigd zijn: Bijenkorf, Perry Sport, Intersport, AH, Esprit, Zara, New Yorker. • Leiden mist dus grootschalige warenhuizen, sportzaken en hoogwaardige kledingwinkels. • Laag aandeel ‘Kleding & mode’ branche: 22%. In Den Bosch is dat 32%, Maastricht 35%. B11 / 88
• •
Laag aandeel ‘Warenhuis’ branche: 8%. In Den Bosch is dat 11%, Maastricht 15%. Het aandeel warenhuis loopt landelijk gezien terug. Leiden heeft in vergelijking met andere steden veel minder merken, ketenwinkels en franchise-winkels in de binnenstad.
37. De beoordeling van Leidenaren voor de Leidse binnenstad als winkelcentrum is sinds
2004 toegenomen. 38. Evenals in eerdere jaren worden drogisterij- en parfumerie artikelen het vaakst in Leiden zelf (de binnenstad of elders in Leiden) gekocht. Ruim negen op de tien respondenten koopt dit in Leiden. Andere artikelen die veelal in Leiden zelf worden gekocht zijn kleine elektrische apparaten, schoenen/lederwaren en kleding. Voor de aankoop van meubels en woninginterieur gaat men meestal ergens anders naar toe in of buiten Holland Rijnland, met name naar Leiderdorp of Zoeterwoude. 39. Driekwart van de Leidenaren winkelt wel eens gewoon voor de gezelligheid. Naast Leiden worden Den Haag en in mindere mate Amsterdam regelmatig bezocht voor funshopping. Rotterdam en Utrecht worden hiervoor veel minder bezocht. Leiden specifiek: bereikbaarheid en parkeren 40. De auto vormt het grootste aandeel in het vervoersmiddel waarmee Nederlandse bezoekers naar Leiden komen: 57% auto, 19% trein, 12% fiets. 41. Op gebied van parkeren kenmerkt Leiden zich door versnippering van parkeerlocaties; is er geen hiërarchie in P-voorzieningen; zijn er nauwelijks oriëntatie punten; is de kwaliteit van de garages matig en is er geen echte parkeerring (bron Ecorys onderzoek 2008) 42. Inwoners uit de Binnenstad moeten hun auto gemiddeld het verst van huis parkeren, maar beoordelen hun parkeermogelijkheden toch vrijwel gemiddeld. Dit kan te maken hebben met de uitgifte van vergunningen en/of omdat ze beseffen dat een zekere mate van parkeerproblemen bij de Binnenstad hoort. 43. De fiets wordt met name gebruikt voor het doen van boodschappen (winkelen) of als vervoermiddel naar het werk, school, binnenstad of het station. Naar doelgroep zijn er, logische, verschillen. Zo gebruiken 35-plussers de fiets relatief vaker om boodschappen te doen, 55-minners om naar het werk of school te gaan en 55-plussers om tochtjes te maken. Leiden specifiek: beoordeling door de Leidse inwoners 44. Het rapportcijfer van Leidenaren naar de waardering van de Leidse binnenstad in
vergelijking tot Haarlem, Delft en Dordrecht is sinds 2002 stabiel, maar in vergelijking tot 2007 afgenomen. 45. De top drie van de door alle bewoners ervaren problemen van Leiden zijn in 2007 parkeerproblemen, overlast door vuil en verkeersproblemen. Dit geldt eveneens voor de bewoners van de districten Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en het Stationsdistrict. 46. De stad Leiden is onlosmakelijk verbonden met zijn historische kern. Dit blijkt ook wel als de Leidenaren wordt gevraagd om aan te geven welke aspecten Leiden aantrekkelijk maken voor een stadsbezoek. Het historische karakter en de (oude) binnenstad worden hierbij het vaakst genoemd, maar ook de verschillende musea, de binnenstad, de gezellige sfeer, de grachten, het culturele aanbod, de terrasjes en het dorpse karakter. Ruim zeven op de tien Leidenaren geeft aan zelf ook wel eens door de stad te wandelen om van de historische kern van Leiden te genieten. 47. De Leidenaar drukt de tevredenheid over de levendigheid van Leiden uit in een rapportcijfer: gemiddeld een 7,1. Dit is lager dan twee jaar geleden toen het gemiddelde een 7,3 was. Vier op de tien Leidenaren geeft een acht of hoger, eenderde een zeven en een kwart beoordeelt de levendigheid met een 6 of lager. In de grafiek is te zien dat Leidenaren met een lagere opleiding een lagere beoordeling geven. 48. Tot slot is aan alle bezoekers van de binnenstad gevraagd of ze nog verbetertips hebben. Er volgt een groot scala aan antwoorden met betrekking tot bereikbaarheid, parkeren, onderhoud, diversiteit winkels, horeca, etc.
B12 / 88
Analyse De analyse richt zich op Leiden in de regionale context; op de Leidse binnenstad en op de acht benoemde ambitielijnen. De analyse is tot stand gekomen op basis van de gerichte onderzoeken en de beschikbare feiten. Het Ecorys onderzoek (Ontwikkelingspotenties Binnenstad, 16 sep 2008) vormt de basis voor de analyse op regionaal en binnenstad niveau. Voor de analyse op de acht ambitielijnen is vooral gebruik gemaakt van de stadsenquête, de resultaten van Leiden Panel en van de bezoekersenquête (Uitkomst enquête Binnenstad Leiden 13/14 sep 2008). Op gebied van winkelen is gebruik gemaakt van de rapportage van Dallinga Retail en Vastgoed advies (Voorstel tbv (retail)programma binnenstad, juli 2008). Het benoemen van een feit als een sterkte of een zwakte wordt soms bepaald door het perspectief van waaruit de beoordeling plaatsvindt. Zeker bij de analyse op niveau van de ambitielijnen is het raadzaam om het totale beeld te volgen en te waarderen.
Leiden in de regionale context De Leidse regio als geheel staat er goed voor. Leiden heeft als centrumgemeente een uitstekende uitgangspositie in een groeiend verzorgingsgebied. De bedreigingen voor Leiden worden voornamelijk gevormd door de groei van omringende kernen als woon, werk, winkel en verblijflocaties en door de knelpunten in de bereikbaarheid van Leiden. Sterk Strategische ligging als scharnier tussen Noord- en Zuidvleugel van de Randstad Grote studentenpopulatie, beroepsbevolking is overwegend hoog opgeleid, de creatieve klasse in Leiden sterk vertegenwoordigd Er is een gezonde groei van de dienstensector en Leiden heeft een sterke groei in de industrie (Bio Science). De kantorenmarkt is vrij dynamisch met zo’n 20-25.000 m²/jaar voor de gemeente Leiden Leiden heeft een totaal aantal monumenten van circa 3.000, waarvan 1.199 rijksmonumenten (2003)
Zwak Stagnerende bevolkingsgroei en een groei in kleinere huishoudens in de gemeente Leiden Er zijn nog diverse knelpunten aanwezig in de autobereikbaarheid aan Zuid en Westzijde).
Kans De toekomstige bouwopgave in de Randstad is groot (+500.000 woningen tot 2040). Er zijn grote uitleglocaties in de regio: Valkenburg (+5.000 woningen), Haarlemmermeer/Bollenstreek (+25.000 woningen) en Haagse regio (Leidschendam-Ypenbrug). De infrastructuur zal zich verbeteren onder meer met de komst van de RijnGouwelijn.
Bedreiging Er is een flinke planvoorraad kantoren in de regio Het winkelaanbod in de regio versterkt zich over de gehele linie.
Bron: Ecorys 2008
B13 / 88
De binnenstad van Leiden als geheel Leiden heeft een aantrekkelijke binnenstad voor bezoekers van binnen en buiten de stad. Het potentieel van de binnenstad wordt niet ten volle benut door een aantal onaantrekkelijke aspecten als diversiteit in het aanbod, uitstraling en routering. Daarmee kiezen bezoekers – en dus ook bewoners - gemakkelijk voor een andere bestemming. Sterk Historische structuur binnen de singel Groot aanbod aan monumentale panden Cultureel aanbod: veel musea Hoog opgeleide en financieel krachtige bevolking Hoog aandeel studenten en creatieve klasse
Zwak Diversiteit en kwaliteit winkel- en woonaanbod Stedelijke dynamiek Stedelijke structuur tussen station en centrum Kwaliteit openbare ruimte en groenstructuur Uitstraling en beleving van station naar centrum Identiteit en imago binnenstad Ontbreken van kwaliteitsvolle bronpunten voor parkeerders en winkelend publiek Ontbreken van een duidelijke routing voor parkeerders, bezoekers en winkelend publiek
Kans Structureren en begeleiden van passantenstroom van station naar centrum en van de bronpunten naar de winkelassen Grootschalige, monumentaal/moderne herontwikkeling van de stadszijde van het station Ontwikkelen van bronpunten: d.w.z. inzetten op concentratiepunten voor Pplaatsen in combinatie met de ontwikkeling van commercieel vastgoed en wonen Aanbieden van beeldbepalende gebouwen aan initiatiefnemers van bijzondere formules
Bedreiging Uitblijven van een effectieve koppeling van het huidige RGL-tracé met de hoofdwinkelassen Onvoldoende resultaatgericht faciliteren van private initiatieven d.w.z. het uitblijven van concrete transacties met private partijen
Bron: Ecorys 2008
B14 / 88
Analyse op de acht ambities De binnenstad van Leiden: Kwaliteit van de openbare ruimte De uitstraling van de kwaliteit van de Leidse binnenstad is hoog. Althans, voor dat deel dat inwoners en stadsbezoekers als de binnenstad ervaren: de historische kern, waar Pieterswijk en Pancras-West deel van uitmaken. Het stationsgebied, entree van de stad (Beestenmarkt) en Haarlemmerstraat en de parkeerterreinen worden als onaantrekkelijk beschouwd. Het upgraden van de kwaliteit van de openbare ruimte in deze gebieden maken een groter gebied aantrekkelijk voor de bezoeker. Sterk • Hooglandse Kerkgracht • Leidse lantaarns • Binnenste Beter bestrating • Het water en de bruggen • Verlichting in bomen rondom Nieuwe Rijn
Zwak • Banken en prullenbakken passen niet binnen historisch karakter • Rommelige uitstraling door diversiteit kleurgebruik en materialen van straatmeubilair • Rommelig uiterlijk door toevoegingen van prullenbakken en palen nadat ontwerp is gerealiseerd • Rommelige uitstraling Haarlemmerstraat • Geen bloemen • Te stenig, te weinig bomen • Uitstraling singels • Onkruid in bestrating • Beestenmarkt kaal • Garenmarkt, Kaasmarkt en Lammermarkt onaantrekkelijke pleinen door parkeren • Te weinig banken • Ontbreken van sfeer op stationsplein
De binnenstad van Leiden: Beheer van de openbare ruimte Hoe schoon en heel de binnenstad ook is - objectief gezien – als winkeliers en bezoekers de stad anders ervaren, dan is die ervaring bepalend voor de waardering. Veelal zijn negatieve ervaringen bepalend voor de overall impressie. Het voorkomen en snel aanpakken van vervuiling op plekken waar veel bezoekers komen en waar vervuiling in het oog sprint, maakt dat het beeld van een schone stad sterker wordt. Sterk • Schone straten • Veelvuldig legen van prullenbakken • Verwijderen graffity • Reiniging hoge drukspuit markt en omgeving • Schoonvissen water na markt
Zwak • Kapotte trottoirbanden Breestraat en Stationsweg • Onkruid in bestrating • Sigarettenpeuken op straat • Kauwgom op straat • Opengeprikte zakken door meeuwen • Plantsoenonderhoud rondom koppen van singels • Bedrijfsafval op straat • Bootwrakken in het water • Fietswrakken op straat
B15 / 88
De binnenstad van Leiden: Kwaliteit van de gebouwde omgeving De grote hoeveelheid en kwaliteit van historische panden en monumenten wordt onmiskenbaar gewaardeerd. Het typeert Leiden als historische binnenstad. De architectuur uit de 70-er jaren verstoort dit beeld op gezichtbepalende locaties. En ook is soms de aanwezige kwaliteit onzichtbaar door de veelheid aan visuele uitingen op gevels en/of in de directe omgeving. Door het vervangen van ontsierende gebouwen door nieuwe gebouwen met passende architectuur en door het beter zichtbaar maken van de reeds bestaande kwaliteit, zal de bezoeker een ‘grotere’ en ‘aangenamere’ historische binnenstad ervaren. Sterk • Historische panden en monumenten • Molens • Burcht • Stadhuis • Universiteitsgebouwen • Sterrenwacht • Musea • Stadsschouwburg • Bibliotheek • Rapenbrug en Pieterswijk • Oude Vest en omgeving • 31 hofjes
Zwak • Schreeuwerige reclames op gevels • Winkelpuien die het historische karakter van gevel verstoren • Moderne bebouwing zoals Rijnlandblok (Breestraat), bebouwing rondom stationsplein en Hoogvlietgarage, bebouwing rondom Lange gracht • Stationsplein • Stationsweg en Steenstraat • Extra onderhoudskosten vanwege monumentale status panden • Woonruimten boven winkels onvoldoende benut • Onvoldoende woonruimte voor topmilieu en internationale studenten
De binnenstad van Leiden: Bereikbaarheid De bereikbaarheid van de binnenstad van Leiden is voor autobezoek onvoldoende ontwikkeld. Het is een economische noodzaak voor het functioneren van de binnenstad en daarmee de stad als geheel om de bereikbaarheid te verbeteren. Sterk • Goede bereikbaarheid via de fiets
Zwak • Onduidelijke verkeerscirculatie voor autobezoekers van buiten naar binnenstad • Stagnatie voor in- en uitgaand verkeer naar en van binnenstad van en naar uitvalswegen • Entree vanuit station naar binnenstad onduidelijk • Breestraat onaantrekkelijk door bus- en fietsverkeer • Ontbreken van aantrekkelijk hoogwaardig openbaar vervoer vanuit regio naar Leiden • Onoverzichtelijke kruispunten bij Hogewoerd / Breestraat en Blauwpoortsbrug / Turfmarkt voor langzaam verkeer • Dam bij de EON waardoor rondje varen singels niet kan
B16 / 88
De binnenstad van Leiden: Parkeren De parkeermogelijkheden voor auto- en fietsbezoeker in de binnenstad van Leiden is onvoldoende ontwikkeld. Het is een economische noodzaak voor het functioneren van de binnenstad en daarmee de stad als geheel om de parkeergelegenheid te verbeteren. Sterk • Haagwegterrein (SSL) • P-tarieven redelijk in lijn met omliggende / vergelijkbare steden • Huidige en geplande parkeercapaciteit is (conform parkeerbalans) voldoende
Zwak • Garages zijn moeilijk te vinden en niet goed bereikbaar • PRIS functioneert niet goed • Garages zijn onaantrekkelijk • P-locaties zijn alleen stallingpunten, geen bronpunten met logische aantakking op routes en voorzieningen • P-tarieven van de garages “duur” ten opzichte van gratis garages in andere winkelkernen (Alphen, Leidschenhage) • Imago van onvoldoende parkeerplaatsen • Te weinig fietsparkeerplaatsen op straat • Inpandige fietsenstallingen te weinig • Openbare fietsenstalling station onaantrekkelijk • Onduidelijk beeld straatparkeren (vrij parkeren, betaald parkeren, vergunninghouders)
De binnenstad van Leiden: Winkelen en Horeca Doordat er een gebrek aan panden is met een grotere oppervlakte zijn er een aantal retailers nog niet in Leiden aanwezig of hebben een “niet ideale” winkel. Dit heeft tot gevolg dat het basisaanbod retail (formules en assortiment) niet aanwezig is. Dit leidt tot teleurstelling bij de consumenten met als gevolg dat zij in omliggende steden gaan winkelen. Wanneer die basisbehoefte in balans is met de verwachting van de bezoeker, dan heeft de binnenstad juist veel extra’s (mooie historische binnenstad met ook leuke kleine winkeltjes) te bieden in vergelijking met omliggende steden. Horeca vormt zowel een bezoekmotief (uitgaan op de Nieuwe Beestenmarkt) als een ondersteunende functie (theater bezoek met hapje vooraf en een drankje na, wandeling in Pieterswijk in combinatie met kwaliteit restaurant bezoek). Toevoeging van ontbrekende horeca als bezoeksmotief en uitbreiden ondersteunende horeca maakt de binnenstad compleet. Sterk • Winkelen in een historisch centrum • Aantrekkelijk zwerfmilieu • Actieve winkeliersverenigingen binnenstad • Centrummanagement • Terrasboten op Nieuwe Rijn
Zwak • Te weinig A1 retail • Te weinig vloeroppervlak per winkelunit • Nog niet in ontwikkeling gebrachte Aalmarkt • Kwaliteit winkels in Breestraat • Ontbreken van goede bronpunten dichtbij kernwinkelgebied • Ontbreken van uitgaansgelegenheid voor jongeren • Onvoldoende terrassen in kernwinkelgebied • Onvoldoende hotelkamers in hoger segment B17 / 88
•
Onvoldoende benutting van Haven en Beestenmarkt voor horecafunctie
B18 / 88
De binnenstad van Leiden: Culturele programmering en Evenementen Het historische culturele aanbod van Leiden is compleet, maar het gebruik kan door versterking in de promotie worden vergroot. De nieuwe cultuur ontwikkelt zich in Leiden (Scheltema). Door de ontwikkeling van de verbinding tussen het (creatieve) talent, cultuur en bedrijvigheid zal de nieuwe cultuur groeien (concept Quartier Leyden). De cultuur van de stadsevenementen (3 Oktober, Lakenfeesten) is waardevol voor de Leidenaar en Leidse regiobewoners en blijft behouden. Evenementen vormen een belangrijk bezoekmotief om bezoekers te trekken en te verleiden om terug te komen. Ook zullen nieuwe evenementen een sterk imago creëren, passend bij Leiden. Stad van Ontdekkingen. Sterk • Sterke, zichtbare cultuurhistorie • Uitstraling van Universtiteitsstad • Musea-aanbod van hoge kwaliteit • Stadsschouwburg en Stadsgehoorzaal • Renovatie en uitbreiding Lakenhal • Muziekcentrum in Nobelcomplex • Het Rembrandtjaar • Ontwikkeling Leids Filmfestival • 3 Oktoberfeest • Congresmogelijkheden • Ontwikkeling van de Meelfabriek als internationaal centrum voor moderne communicatie, wonen, cultuur, hotel en horeca
Zwak • Veel evenementen, maar met nog onvoldoende herkenning en kwaliteit • Nog onvoldoende verbinding tussen programmering en promotie van diverse cultuuruitingen • Nog onvoldoende benutting van Leiden als congresstad • Ontbreken van grote bioscoop • Exploitatie stadsschouwburg • Te weinig cultuur voor creatievelingen van de stad • Inzet van studenten voor de stad bij evenementen, toerisme, horeca
De binnenstad van Leiden: Promotie De noodzaak om samen te werken aan het verkopen van de stad is al gevoeld: het Netwerk Stadspartners Citymarketing heeft zich ontwikkeld tot Leiden Marketing. En Leiden Marketing onderneemt al enkele activiteiten. Uitbreiding van de productontwikkeling gericht op combinatiebezoek en van promotionele activiteiten is zeer gewenst. Als de binnenstad zich verbetert en meer te bieden heeft, moeten de potentiële bezoekers dat ook weten en daarvan gebruik kunnen maken. Sterk • Gezamenlijke citymarketing in Leiden Marketing • Realisatie van het Visitors Centre • Ontwikkeling van een gezamenlijk merkkader voor promotie door alle stadspartners • ‘t Gilde Leyden • Watertoerisme • Leidse Loper
Zwak • Nog onvoldoende promotie van Leiden in landelijke en regionale pers • Producten voor bezoekers om snel en handig informatie, kaartjes etc, te vinden en te reserveren • Meerdaagse arrangementen voor toeristen
B19 / 88
In het onderzoek van Ecorys naar de ruimtelijk economische potenties van de binnenstad werd de volgende eindconclusie geformuleerd:
De binnenstad van Leiden weet sleutelrol binnen de regio niet waar te maken •
Er is weliswaar sprake van een grote en attractieve binnenstad: een historische ambiance met veel monumenten, hoog aandeel studenten/creatieve klasse en musea (25% van de binnenstadbezoekers komt primair voor een museum, waarmee Leiden koploper is in Nederland).
Desondanks: •
zijn diverse knelpunten in binnenstad nog niet opgelost, waaronder: bereikbaarheid en parkeren, het aantrekkelijker maken van het doorsnee kernwinkelapparaat (weinig verrassing, diversiteit, grote units), duidelijke routering, aansluiting van het stationsgebied op het A1-winkelgebied, kwaliteit van de openbare ruimte en groenstructuur;
•
staat het functioneren van de Leidse binnenstad als winkelgebied onder druk. LeidenCentrum weet regiopositie niet waar te maken gezien lage koopkrachtbinding (52%) en –toevloeiing (45%);
•
blijven investeringen uit in de Leidse binnenstad;
•
vinden binnen dit ideale podium te weinig bijzondere evenementen plaats;
•
leidt de aanwezige dynamiek in de stationsomgeving (initiatieven), vooralsnog niet tot een gewenste publiek-private herontwikkeling.
B20 / 88
Doelen Als opdracht is meegegeven een meerjarig en integraal programma Binnenstad op te stellen, waarbij externe partijen nadrukkelijk worden betrokken en de volgende doelstellingen voor het programma Binnenstad te benoemen: • meer bezoekers; • hogere bestedingen; en • hogere waardering; en in het programma Binnenstad de volgende ambities te benoemen: • vergroten kwaliteit openbare ruimte; • verbeteren beheer openbare ruimte; • hogere kwaliteit (openbaar waarneembare) bebouwde omgeving; • betere bereikbaarheid; • uitbreiden en verbeteren parkeergelegenheid; • uitbreiden en verbeteren winkel- en horecavoorzieningen; • uitbreiden en verbeteren cultureel aanbod en evenementen; • meer marketing en promotie. In de uitvoering van het programma zullen vele projecten, activiteiten en maatregelen (de “inspanningen”) worden uitgevoerd om de acht genoemde ambities te realiseren. Door het realiseren van de acht ambities wordt verwacht dat de drie hoofddoelen worden verwezenlijkt.
De hoofddoelen en subdoelen Door uiteenrafeling van de drie hoofddoelen kan worden bepaald wat het programma Binnenstad beoogt te bereiken: Meer bezoekers • Meer bezoekers – de bewoners van de binnenstad, de inwoner van Leiden, de regioinwoner, de landelijke bezoeker en de internationale bezoeker) leggen een (herhaald) bezoek af aan de binnenstad van Leiden. • Er worden meer bezoeken aan de binnenstad afgelegd door bezoekers en/of door herhalingsbezoek. • Het aantal combinatiebezoeken - meerdere activiteiten ondernemen in één afgelegd bezoek – neemt toe. • Het aantal meerdaagse bezoeken – bezoek met minimaal een één overnachting – neemt toe. Hogere bestedingen • De bezoeker besteed per bezoek een groter bedrag in de binnenstad. • De omzet van aanbieders in de binnenstad neemt toe ten gevolge van het toegenomen aantal bezoeken en/of de toename in het bestede bedrag per bezoek. • De werkgelegenheid in de binnenstad neemt toe ten gevolge van de omzetstijging en de zich uitbreidende vraag naar bezoekaanbod. • Het investeringsvermogen van de aanbieders en eigenaren in de binnenstad neemt toe. Hogere waardering • De verschillende bezoekersgroepen hebben een hoge waardering voor het genoten aanbod in de binnenstad. • De binnenstad van Leiden heeft een positief imago bij de verschillende potentiële bezoekersgroepen.
B21 / 88
Er is een veelheid en verscheidenheid aan inspanningen voor korte, middellange en lange termijn geformuleerd. Uiteenrafeling van de acht subdoelen zal eerder leiden tot een onoverzichtelijk geheel van subdoelen dan tot een eenvoudig inzicht in de onderdelen van de subdoelen. Verdere uiteenrafeling van de subdoelen met als oogmerk om beter inzicht te verschaffen vindt dan ook niet plaats. De acht subdoelen worden als voldoende inzichtelijk beschouwd: Subdoel 1: Betere kwaliteit van de openbare ruimte Subdoel 2: Beter beheer van de openbare ruimte Subdoel 3: Betere kwaliteit van de gebouwde omgeving Subdoel 4: Betere bereikbaarheid Subdoel 5: Meer en betere parkeermogelijkheden Subdoel 6: Meer en betere winkel- en horecavoorzieningen Subdoel 7: Meer en beter aanbod van culturele activiteiten en evenementen Subdoel 8: Meer en betere promotie
B22 / 88
Visie Om de overeen te komen doelen te bereiken is een visie op de ontwikkeling van de binnenstad nodig. De visie schets enerzijds een eindplaatje van de binnenstad en anderzijds de weg waarlangs deze bereikt moet worden. De visie schrijft voor op welke manier de betrokken partijen (partners in de stad, aanbieders in de stad, ontwikkelaars / beleggers en de gemeente Leiden) samen werken aan de ontwikkeling van de stad. Overigens is de binnenstad nooit ‘af’… De visie is geformuleerd op basis van de analyse van de feiten. De sterkte - zwakte analyse van Leiden in de regio, van de binnenstad van Leiden en van de acht ambitielijnen geeft dwingt het integrale karakter van de visie af. Het ‘eindplaatje’ van de visie wordt bereikt door het realiseren van de (nu) achttien benoemde ontwikkellocaties en door het uitvoeren van de inspanningen op de acht ambitielijnen.
Strategieën voor succesvolle steden De manier waarop moderne, succesvolle steden zich ontwikkelen en vernieuwen is het voeren van een tweesporenbeleid: de oude – in geval van Leiden “historische” – binnenstad verbeteren én nieuwe creatieve stadswijken toevoegen. Als voorbeelden: Groninger museum, IJ-oevers Amsterdam, Rotterdam met de Kop van Zuid en Ceramique in Maastricht. Nu verschilt Leiden op essentiële punten met deze voorbeelden, maar Leiden heeft een enorme kans aan de noordoostelijke rand van de binnenstad. De innoverende strategie Aan die noordoostelijke rand ontstaan momenteel nieuwe functies. Met de aanstaande ontwikkeling van de Meelfabriek (herontwikkeling tot een complex met vele functies: creatieve bedrijvigheid, onderwijs, wonen, designhotel, kunst & cultuur, sport & welness, detailhandel, horeca en parkeren) en met Nieuw Leyden (ontwikkeling: wonen, kunst, ateliers) worden de eerste stappen gezet op het creëren van een nieuwe creatieve, culturele, bruisende wijk voor wonen, werken, leren en recreëren. Aan deze rand worden reeds bestaande en nieuwe initiatieven verbonden en samen vormen die een nieuwe wijk: de innoverende strategie. De conserverende strategie In de historische binnenstad liggen vele kwaliteiten van Leiden. Deze zijn genoegzaam beschreven in de voorgaande hoofdstukken. Het benutten van wat er al is en het versterken waar nodig is de uitwerking van de conserverende strategie in Leiden. Conserveren betekent natuurlijk naast behouden, ook ‘ontwikkelen’. Maar wel binnen de kaders van de historische binnenstad en gericht op versterking. Het samenlopen van deze strategieën biedt het perspectief op een prachtig eindresultaat: Er ontstaat een mooi evenwicht tussen de historische binnenstad en de innoverende mogelijkheden aan de noord-oost rand.
B23 / 88
Om het te verbeelden: Yin en Yang zijn Chinese begrippen. Yin en Yang zijn de twee tegengestelde elementen van het universum. De stad toont zich in twee tegengestelde waarden: yin en yang, die in evenwicht met elkaar zijn en zo elkaar versterken en aanvullen om één dynamisch geheel te vormen. Yin is in dit geval de noordoostelijke rand met de Haven / Meelfabriek als bruisend veelzijdig cultureel centrum. En Yang staat voor de historische binnenstad met de Haarlemmerstraat–Donkersteeg en Aalmarkt als centrum van het kernwinkelgebied. Beide versterken elkaar en ontwikkelen Leiden in de komende periode.
De waterstructuur is de van oudsher belangrijke onderlegger van de stad. De nieuwe en oude plekken worden met elkaar verbonden door aantrekkelijke en levendige assen. Veel van de oude assen zijn de inmiddels gedempte waterstructuren. Door de komst van de RGL over de Hooigracht en Langegracht ontstaan er nieuwe assen en zullen oude assen van betekenis veranderen. Dat is de opgave voor de ontwikkeling van de visie op de binnenstad van Leiden. Wat wordt de betekenis van de Haarlemmerstraat – blijft dit een (te lang) uitgerekte winkelstraat met risico van afnemende betekenis? Hoe ontwikkelt de Breestraat zich zonder de economische impuls van de RGL? Welke ingrepen zijn daarbij noodzakelijk? Wanneer de Aalmarkt wordt ontwikkeld als toevoeging op het hart van het kernwinkelgebied, hoe wordt de bereikbaarheid goed gefaciliteerd? Waar moeten de bronpunten komen? Wanneer de bronpunten niet direct in het kernwinkelgebied liggen, welke eisen stelt dat aan afstanden en aan de aantrekkelijkheid van de looproutes? De Langegracht vormt een aantrekkelijke kansenzone door de combinatie van op termijn vrij te spelen fysieke ruimte, gewenste en mogelijke programmering, de goede bereikbaarheid, B24 / 88
een aangenamer verblijfsklimaat en als scharnierpunt tussen het historische centrum en de innovatieve nieuwe stedelijke noordelijke singelrand. Welke kansen biedt de Langegracht voor ontwikkeling van publieks-, cultuur- en woonfuncties? En hoe kunnen deze kansen worden benut? Wat wordt de economische betekenis van de Hooigracht? Kijkend naar de binnenstad, dan hebben de wijken en buurten binnen de singels allen hun eigen karakter. Zo ervaren bezoekers in de Pieterswijk de klassieke universitaire wijk met statige gebouwen en daarbij passende horeca. Het gebied rond de Beestenmarkt is veel minder statig er de bebouwing is veel kleinschaliger, dit is het populaire uitgaansgebied van Leiden. Ten oosten van de Hooigracht wordt voornamelijk gewoond, maar ook daar is een verschillend signatuur zichtbaar. Dit geldt ook voor de woonfunctie ten zuiden van het Levendaal. Zo heeft elke wijk een andere ruimtelijke opbouw en andere sfeer. De groene singelrand vormt de duidelijke begrenzing van de binnenstad.
De visie op de ontwikkeling van de binnenstad van Leiden Al de adviezen, afgepast op de Leidse binnenstad, inclusief de noordoostelijke singelrand, zijn vertaald in de visie op de ontwikkeling van de binnenstad Leiden. De kern van deze visie bestaat uit: 1. het gebied Haarlemmerstraat – Donkersteeg – Hoogstraat – Aalmarkt vormt het economische hart van de binnenstad; 2. de bereikbaarheid van dit stadshart is goed geregeld via de hoofdbronpunten Centraal Station, Morspoort en Garenmarkt; en via de ondersteunende bronpunten Kaasmarkt en Lammermarkt. 3. aantrekkelijke wandelroutes verbinden de bronpunten met het economisch hart van de binnenstad; 4. de Beestenmarkt en de Haven zijn aantrekkelijke verblijfgebieden (horeca) en vormen de scharnierpunten tussen het economische hart en bronpunten (Beestenmarkt) en andere centra zoals het Meelfabriekcomplex (Haven); 5. de eigen functie en signatuur van verschillende delen van de binnenstad zijn versterkt (historische / academische cultuur in de Pieterswijk, stedelijke cultuur in het cultuurkwartier, moderne creatieve cultuur aan de noordoostelijke singelrand en hoge kwaliteit wonen in diverse gebieden en in diverse categorieën). 6. de binnenstad is omsloten door de verbinding van alle openbare ruimtes (parken e.d.) aan de binnenzijde van de singels (doorgaande singelwandeling).
B25 / 88
•
• • • •
•
1
Het A1 kernwinkelgebied1 concentreert zich op de Haarlemmerstraat, de kruising met de Mare, de verbinding met de V&D via de Donkersteeg en Hoogstraat. Uitbreiding van dit gebied wordt gerealiseerd met de ontwikkeling van de Aalmarkt met ruimte voor grotere units. De Breestraat wordt een kwaliteitwinkelgebied. Het zwerfmilieu in de kleine straten en stegen rond het kernwinkelgebied, tussen de Breestraat en de Haarlemmerstraat en tussen de Pieterswijk en de Breestraat blijft behouden en bij voorkeur versterkt. Om de belevingskwaliteit van het kernwinkelgebied en de zwerfgebieden te vergroten worden deze autoluw gemaakt. Om bezoekers naar dit kernwinkelgebied te brengen, moeten goed bereikbare bronpunten worden gecreëerd aan de rand van de binnenstad (parkeren en openbaar vervoer en aanvullende retailvoorzieningen). Het verschil tussen hoofdbronpunten en ondersteunende bronpunten is de schaal: bij de hoofdbronpunten moeten parkeervoorzieningen van zo’n 1000 plaatsen gerealiseerd worden. De hoofdbronpunten zijn het Centraal Station, de parkeervoorzieningen op de Morspoort en op de Garenmarkt. Ondersteunende bronpunten zijn de Kaasmarkt en de Lammermarkt. Het stationsgebied wordt een aantrekkelijk verblijfsgebied met vele functies in een mooie, nieuwe architectuur (hotel, bioscoop, discotheek, horeca, Visitor Centre). De overstapfunctie tussen trein, tram, bus, taxi, fiets, auto en wandelen is goed en
In een A1 winkelgebied komen de grootste groepen winkelende mensen. Daar zitten vooral de landelijke merken en ketens. Deze kunnen ook de hoogste huren betalen. A1 is dus een maat voor aantal, niet voor de aanduiding van een ‘kwaliteitwinkel’. Juist de speciaal- en kwaliteitwinkels zoeken locaties met lagere huren buiten het A1 gebied, in het zwerfmilieu, maar wel in de nabijheid van het A1 gebied. B26 / 88
• • • • •
•
•
• •
• •
•
• •
• •
aantrekkelijk ingericht. Het station zelf biedt retail en ontspanning voor de treinreiziger en andere publieksgroepen. Het autogebruik is beperkt. Het doorgaande verkeer wordt buiten de binnenstad om gerouteerd. Alleen bezoekers met bestemming binnenstad vinden hun weg en een parkeerplaats in de binnenstad. Dynamische route- en parkeer informatie moet beschikbaar zijn. Voor bezoekers die met de fiets komen, moeten er toegankelijke fietsstallingen bij de bestemming zijn en op diverse plaatsen klemmen in straten en stegen. De routes van de bronpunten naar het hart van de stad moeten kort en aantrekkelijk zijn, hiervoor is een kwaliteitsslag nodig in de openbare ruimte, maar ook in de functies die erlangs liggen. De bestemming moet herkenbaar zijn op het bronpunt en op de route. De entree van de stad vanaf het stations wordt verbeterd: de openbare ruimte biedt een minder rommelig aanzien, er komt grab&go retail voor de flinke stroom passanten en de kwaliteituitstraling van de overgang vanaf de Stationsweg tot in de Steenstraat wordt sterk verbeterd. De scharniergebieden op de wandel vanaf de bronpunten routes moeten ruimte tot ontspanning bieden en een kwaliteit uitstraling hebben. De Beestenmarkt is een belangrijke schakel in de stad, omdat daar de loopstromen uit het station en de Morspoortgarage samenkomen. Het aantrekkelijk verblijfsgebied wordt mede gevormd door het samenbrengen van terrassen en watertoerisme. Ditzelfde geldt op een kleinere schaal voor de Haven in de Ververbuurt. Dit vormt de schakel tussen de ontwikkelingen in de Meelfabriek en de Haarlemmerstraat. Ontwikkelingen in de horeca en het watertoerisme moeten ook hier bij elkaar komen. In de ‘Jonkpanden’ trekt een up-market restaurant publiek van in en buiten Leiden. De Haven gaat kwaliteit uitstralen door de nieuwe galerieën, designshops en terrassen die daar een plek zullen vinden. De Lammermarkt en de Beestenmarkt vormen de locatie voor grootschaliger evenementen. De Lammermarkt krijgt een groene uitstraling (vgl Museumplein A’dam) en de Beestenmarkt is een plein. Delen van de binnenstad hebben en houden een eigen signatuur: historische / academische cultuur in de Pieterswijk, stedelijke cultuur in het cultuurkwartier, moderne creatieve cultuur aan de noordoostelijke singelrand en hoge kwaliteit wonen in diverse gebieden). Deze delen van de binnenstad met eigen signatuur vormen het decor voor specifiek daarbij passende evenementen. Er ontstaat een sterke en bruisende cultuurclustering bij de Oude Vest en Oude Singel – de Schouwburg, het Scheltema, de Lakenhal, Muziekcentrum de Nobel en de Marekerk met de ruime programmering en diverse faciliteiten. Deze cultuurclustering vormt ook de verbinding met de noordoostelijke singelrand. De delen van de binnenstad die niet ‘economisch’ ontwikkeld worden, blijven bewust rustiger woongebieden (diverse gebieden). Kwaliteitsverbetering is in sommige delen noodzakelijk. Ruimte wordt geboden voor Topmilieu wonen, met name in de noord oost flank van de binnenstad. Wonen voor verschillende publieksgroepen wordt mogelijk in de noordoostelijke singelrand. In het kernwinkelgebied wordt studentenhuisvesting mogelijk gemaakt door de woningen boven winkels voor deze doelgroep te ontwikkelen. Verder leveren de ontwikkelingen in de noord oostelijke singelrand – de mix van cultuur, creativiteit en bedrijvigheid – een passende woon- en leefomgeving voor studenten met een wat meer stedelijke, moderne cultuursmaak. Er zijn horecaconcentratie gebieden met een verschillend, bij de locatie / het gebied passend karakter en publieksgroep, zoals de Beestenmarkt en de Haven. Nieuwe betekenis voor de assen van de RGL route: Hooigracht en Langegracht. Aan de nieuwe groene Langegracht kunnen publieke en culturele functies komen. En de Hooigracht wordt aantrekkelijker door het doorgaand verkeer eruit te halen. B27 / 88
• • •
• •
Ontwikkeling van de Meelfabriek als multifunctioneel nieuw centrum met vele functies: creatieve bedrijvigheid, onderwijs, wonen, designhotel, kunst & cultuur, sport & welness, detailhandel, horeca en parkeren. Een extra haven is bij de Meelfabriek gekomen en er is een onafgebroken doorvaart over de singels mogelijk. Op de gehele route zijn nieuwe afmeerlocaties. Aan de noodoostelijke singelrand zijn oude industriële complexen herontwikkeld als culturele centra en ruimten voor creatief ondernemerschap. Zo biedt de Nieuwe Energie ruimte aan creatieve bedrijvigheid: “nieuwe economie in oude gebouwen”. In het 50KV station wordt kunst gemaakt en getoond. In Nieuw Leyden is nieuwe architectuur op woningen toegepast door particulier opdrachtgeverschap. De verschillende locaties op deze singelrand zijn onderling verbonden door groene, op beleving van cultuur gerichte parken. Deze hebben elk een eigen thema gekregen. Nieuwe bruggen verbinden de verschillende wateroevers aan elkaar. Nieuwe architectuur toont zich in alle (her)ontwikkelingen. Een aaneengeregen wandel-, skate- (en mogelijk fiets-) promenade verbindt alle elementen. Beleving staat centraal en levert een diversiteit aan aantrekkelijke indrukken op.
B28 / 88
De ontwikkellocaties Uit de visie volgen nu achttien ontwikkellocaties, elk met een eigen typering, doelstelling, focus en programma.
1. Gebied/projectontwikkeling Aalmarkt, in het hart van de stad, als A1-retail project, met focus op fashion. 2. Gebied/projectontwikkeling Morspoort als bronpunt/hoofdentree, met focus op parkeren en met binnenstad versterkende grootschalige retail. 3. Gebiedontwikkeling Stationsgebied als bronpunt/hoofdentree, met focus op Openbaar Vervoer als comfortabele overstapfunctie, als het gezicht van de stad en met een aanvullend programma van retail (grab&go), leisure (bioscoop), congres/conferentie, horeca (ook hotel), kantoren en woningen. 4. Gebied/projectontwikkeling Morssingel/Stationsweg binnenterrein, nog nader uit te werken. 5. Gebied/projectontwikkeling Rijnsburgersingel/Stationsweg binnenterrein, nog nader uit te werken.
B29 / 88
6. Gebied/projectontwikkeling Garenmarkt als bronpunt/hoofdentree, met focus op parkeren, tramhalte Openbaar Vervoer en met binnenstad versterkende hoogwaardige retail, woningen en eventueel kantoor / supermarkt. 7. Projectontwikkeling Kaasmarkt als aanvullend bronpunt, met focus op historie, aanvullend parkeren en tramhalte Openbaar Vervoer en met een programma van retail (lifestyle, food), horeca (evt. hotel) en wonen. 8. Projectontwikkeling / Inrichting Openbare Ruimte Lammermarkt als aanvullend bronpunt, met focus op groen en cultuur, aanvullend parkeren en tramhalte Openbaar Vervoer en met een programma van evenementenplein/park, Lakenhal, hotel en evt woningen. 9. Gebied/projectontwikkeling de Meelfabriek als innoverende stad met focus op creatieve economie en met een divers programma bestaande uit bedrijven/kantoren, wonen, hotel, sport, retail, horeca, culturele voorzieningen en wonen. 10. Gebied/projectontwikkeling Nuon-terrein als innoverende stad, met focus op cultuur en verblijf, met een programma gericht op park en culturele voorzieningen, meet noodzakelijk aanvullend programma met publieke kantoorvoorzieningen, leisure en wonen, en geen retail! 11. Inrichting Openbare Ruimte Beestenmarkt als schakelgebied met focus op verblijf als een herkenbare, kwalitatieve verblijfsplek, met een programma van horeca (focus terrassen) en haven/rondvaart met een mogelijk extra programma van retail aan de Steenstraat. 12. Inrichting Openbare Ruimte Haven als schakelgebied met focus op verblijf als een herkenbare, kwalitatieve verblijfsplek, met een programma van horeca (focus terrassen) en haven/rondvaart met een mogelijk extra programma van retail aan de Haven. 13. Inrichting Openbare Ruimte Stationsweg als as tussen station en binnenstad met focus op verblijf / wandelroute als prettig voetgangers / fiets gebied, met een programma van horeca, retail en eventueel kantoren en wonen. 14. Inrichting Openbare Ruimte / Vastgoed Haarlemmerstraat als winkelas met focus op A1-winkelroute als prettig winkelgebied met een extra programma van toegevoegde grote units voor retail, horeca en eventueel wonen boven winkels. 15. Inrichting Openbare Ruimte / Vastgoed Breestraat als half winkelas / aangename wandel en fietsroute met focus op kwaliteit een programma van kwaliteitretail en passende horeca en wonen boven winkels en voorzieningen. 16. Inrichting Openbare Ruimte Langegracht met focus op een groene route als prettig voetgangersgebied / tram / auto / fiets / bus met een programma van culturele voorzieningen, publieke kantoorvoorzieningen, wonen en leisure en geen retail. 17. Inrichting Openbare Ruimte Hooigracht als as met focus op aangename route als prettig voetgangersgebied / tram / auto / fiets / bus met een programma van bestemmingsretail, wonen en horeca. 18. Inrichting Openbare Ruimte Groene singelroute met focus op verblijf door een aaneengesloten groene wandelroute, met een programma van park, extra bruggen, horeca en cultuur. De projecten voor deze locaties zullen worden opgenomen in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s (zie hierna). B30 / 88
B31 / 88
Wensbeelden en globale inspanningen Om de diversiteit en complexiteit van de vele inspanningen inzichtelijk te maken wordt een globaal overzicht van de inspanningen gegeven. Dit overzicht wordt gegeven aan de hand van wendbeelden en te bereiken resultaten. Een wensbeeld is een beschrijving van het gewenste eindbeeld op een ambitie. Dit wensbeeld moet vooral worden gelezen als een ideaalbeeld met een mix van sfeerbeschrijvingen en fysieke en programmatische elementen.
Betere kwaliteit van de openbare ruimte Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu Wensbeeld: De hoge kwaliteit van de buitenruimte maakt dat bezoekers zich welkom voelen in Leiden. Dit gevoel ontstaat meteen bij het station en de parkeergarages dichtbij het kernwinkelgebied, de zogenaamde bronpunten voor de bezoekers. Al wandelend of fietsend ervaren bezoekers deze buitenruimte als een prettige en mooie omgeving, die sfeer en kwaliteit uitstraalt. Het visitekaartje van de stad! Door de keuze voor eenheid in straatmeubilair, in materiaalkeuze en in kleur en ook passend of aansluitend bij het historische karakter van de stad – is dit beeld versterkt. Het handboek inrichting openbare ruimte binnenstad heeft hiertoe z’n bijdrage geleverd. Door toepassing van de ontwerpprincipes van Binnenste Beter II – gericht op o.a. bestrating, reclamezuilen, bewegwijzering - heeft de inrichting van de straten en de pleinen een hoogwaardig karakter gekregen. De fonteinen verlevendigen de pleinen en vormen een aantrekkelijke plaats om te zitten. De hoogwaardigheid is verder versterkt door de toepassing van kunst in de openbare ruimte. Door toevoeging van grote bomen en door de op de wandelroutes geplaatste bloembakken wordt een prettige sfeer in de binnenstad gecreëerd: “ville fleurie”. Op enkele plekken zijn de bomen in grote plantenbakken gezet, zodat ze verplaatsbaar zijn – handig voor de kermis op de Beestenmarkt. Waar het mogelijk is wordt het parkeren van auto’s op straat teruggedrongen. De bezoeker ervaart al een veel beter verblijfsklimaat. De herinrichting van pleinen en straten zijn integraal aangepakt, dat wil zeggen samen met ondernemers en bewoners is een plan gemaakt en in een convenant afgesproken wat ieders bijdrage is. Zo levert de gemeente bestrating en beheer van de openbare ruimte, en spreken bewoners en ondernemers af hun gevels op te knappen en andere beheerinspanningen te doen. Het wandelpad langs de binnenzijde van de singels maakt het mogelijk om een ‘rondje singels’ te lopen. Daarvoor zijn op enkele plaatsen voetgangersbruggen gelegd. Waar directe toegang tot de singel niet mogelijk was, is gekozen voor een alternatieve route. De herinrichting van de parken draagt bij aan de groene beleving van de singels. Bij de herinrichting van straten die grenzen aan water in de binnenstad, zijn op vele plaatsen zitplekken toegevoegd. Zo is water zichtbaar onderdeel van het verblijfsgebied geworden. Door het opengraven van grachten, zoals bijvoorbeeld de Lange Mare en de Doezastraat is dit alles nog verder versterkt. Globale inspanningen richten zich op: 1A Betere inrichting van straten en pleinen 1B Betere verbinden en versterking van de singels 1C Meer bomen en bloemen in de stad 1D Grotere benutting van het water
B32 / 88
Beter beheer van de openbare ruimte Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu Wensbeeld: Bezoekers waarderen de buitenruimte vanwege het verzorgde en opgeruimde beeld. Dit is niet alleen de verdienste van de inspanningen van de gemeente maar ook van het centrummanagement en bewoners gezamenlijk. De stad is schoon door de extra maatregelen die zijn genomen. De meeuwenoverlast is voorbij, tussen de fietsenrekken is het schoon, en de intensieve belopen route van het station naar de binnenstad wordt zeer intensief gereinigd. Het vuilnis van de bewoners kan ondergronds worden opgeslagen. Rondom containers wordt zeer veelvuldig ernaast geplaatst afval verwijderd. De buitenruimte is opgeruimd, doordat er een regisseur in de openbare ruimte is die beslist welke elementen in de buitenruimte worden neergezet. Er worden alleen prullenbakken, bewegwijzering, etc. geplaatst na toestemming van de regisseur. In het kernwinkelgebied staan geen fietsen en reclame-uitingen van winkeliers meer op straat. Van gevel tot gevel is de vloer vrij van obstakels. Fietsers stallen hun fietsen in de directe nabijheid in daarvoor ingerichte plaatsen, in de stegen of in de openbare fietsenstallingen. Het bedrijfsafval is inpandig opgeslagen en wordt alleen op de ophaaldagen op straat gezet. Papier en karton worden na sluitingstijd aangeboden op afgesproken ophaalplaatsen. Door het aantrekkelijke beleid, zorgvuldige communicatie en efficiënte en effectieve toezicht en handhaving wordt een aanzienlijke bijdrage geleverd aan dit verzorgde en opgeruimde beeld. Door het goede handhaven op het ligplaatsenplan is het Leidse water aantrekkelijk om te zien. Het groen wordt intensief onderhouden. Ook is er geen onkruid meer in de stad op de entrees en de bronpunten. Globale inspanningen richten zich op: 2A Betere uitstraling openbare ruimte 2B Extra maatregelen schoon en heel 2C Betere handhaving (en communicatie over) regels gebruik openbare ruimte en handhaving
Betere kwaliteit van de gebouwde omgeving Wethouder Pieter van Woensel - Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Wethouder Jan-Jaap de Haan - Cultuur, Werk en Inkomen Wensbeeld: De visie op de gebouwde omgeving verleidt marktpartijen – ontwikkelaars en beleggers - om met initiatieven te komen. Leiden is op Amsterdam na de grootste historische binnenstad die voor alle doelgroepen veel te bieden heeft. De stad bestaat uit een palet van delen, die elk een eigen sfeer en kwaliteit uitstralen. De sfeer sluit aan bij het karakter van het gebied, maar de sfeer is altijd een goed en prettig. De historische stad bestaat uit meerdere delen met elk hun eigen karakter. De Pieterswijk met het Rapenburg en de Pieterskerk ademt een andere sfeer uit dan de Hooglandse Kerkgracht of het cultuurkwartier rondom de Oude Vest en oude Singel. De Breestraat straalt allure uit als winkelstaat met winkels uit het hogere segment en de Haarlemmerstraat is samen met de nieuwe Aalmarkt een drukbezocht A1 winkelgebied. De historische gevels van de winkelpanden zijn goed zichtbaar gemaakt door de verwijdering van opzichtige reclames. De ondernemers en de gemeente hebben samen hard aan gewerkt. Het resultaat is er naar, de winkelstraten stralen allure uit. B33 / 88
De Langegracht ademt een hippe, moderne sfeer uit in oude industriële complexen, waarin de nieuwe kantoorpanden en overheidspublieksfuncties van een moderne architectuur niet misstaan. Het stationsgebied staat voor levendigheid. Voetgangers, fietsers, reizigers van bussen, tram, trein en taxi komen er samen. De overstapfuncties zijn goed aan elkaar verbonden. De moderne sfeer vormt een aanvulling op de historische binnenstad. De van oudsher aanwezige iconen in de stad – zoals de Meelfabriek – zijn behouden en verbeelden door nieuwe functies de dynamiek van een zich ontwikkelende stad. Het historische karakter van de binnenstad is sterk vergroot. De looproute van station naar het winkelgebied, de Haarlemmerstraat en de Breestraat staat vol historische panden. De gevels zijn opgeknapt, de eigenaren hebben dezen aangepast aan het historische karakter van de panden. Er is een NV Stadsherstel opgericht. Hierin worden de incourante monumentale panden van de gemeente in ondergebracht, die opgeknapt zijn en geëxploiteerd worden. Een NV heeft als voordeel dat er meer fondsen geworven zijn en dat er met de markt samengewerkt wordt. Aan panden in gemeentelijk eigendom die voorlopig nog niet worden ontwikkeld, zijn cosmetische ingrepen aangebracht zodat ze niet uit de toon vallen bij de prachtige gerenoveerde panden van menige particulier. De winkelstraten zijn niet alleen overdag levendig door het winkelend publiek, maar tonen zich ook in de avonduren en zondagen als levendige en leefbare straten. De sociale veiligheid is hiermee natuurlijk ook vergroot. Dit is bereikt door de ruimtes boven winkels als woningen te ontwikkelen. Het tekort aan studentenhuisvesting in de binnenstad is opgelost, deels ook al omdat de campus Leeuwenhoek is gerealiseerd. Waar mogelijk zijn er min of meer traditionele studentenwoningen toegevoegd, maar ook kwalitatief hoogwaardige woningen voor het toegenomen aantal buitenlandse studenten en docenten die voor een kortere periode verbonden zijn aan de universiteit. In het topsegment zijn nieuwbouwwoningen toegevoegd. De stad heeft hierdoor een uitstekend vestigingsklimaat voor de universiteit, expats en het bedrijfsleven. Maar niet alleen de bijzonder groepen bewoners voelen zich thuis in de binnenstad. Voor de 22.000 huidige bewoners van de binnenstad is en blijft de binnenstad een goed bewoonbare en leefbare omgeving. Globale inspanningen richten zich op: 3A Uitvoering van gebied- / projectontwikkeling / herinrichting op ontwikkellocaties 3B Betere kwaliteit van het beschermd stadsgezicht “Leiden, binnen de singels” 3C Meer woningen in het topmilieu 3C Meer studentenhuisvesting 3D Meer wonen boven winkels
Betere bereikbaarheid Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu Wensbeeld Door ontwikkeling van de Rijnlandroute en de Ringweg-Oost en -West wordt het doorgaande autoverkeer om de stad heen geleid. De Leidse binnenstad is autoluw geworden door de verschillende maatregelen op gebied van routering en parkeren. Juist daardoor is de binnenstad voor (auto)bestemmingsverkeer goed te bereiken. Vanaf de invalswegen is het centrum moeiteloos te vinden door het goede verwijssysteem. De automobilist weet waar hij zich bevindt en wordt goed geleid naar de plaats van bestemming. Wanneer het gaat om een bezoek aan de binnenstad, wordt de automobilist geleid naar de verschillende parkeergarages aan de randen van het centrum. De automobilist parkeert graag in de kwalitatieve en uitgebreide parkeergarages: Morspoort, Garenmarkt en mogelijk ook de Kaasmarkt. Vanuit de parkeergarage wordt de bezoeker naar de binnenstad geleid. De benodigde tijd om de bestemming in de binnenstad te bereiken is al met al veel korter B34 / 88
geworden. P+R voorzieningen bieden een goed alternatief voor de bezoeker en degenen die in de binnenstad werken: zij kunnen gebruik maken van de P+R voorziening bij de garage ROC-Lammenschans, de garage in de Leeuwenhoek en aan de westzijde en oostzijde van de stad bij de A44 en de A4. Vanaf daar kan met de RijnGouwelijn de reis naar de binnenstad worden voortgezet. Ook is er de mogelijkheid om een fiets te huren. Ook is de binnenstad uitstekend bereikbaar met de trein. Vanuit het Centraal Station vindt de bezoeker zijn weg naar de binnenstad via een goede bewegwijzering. Maar ook vanaf het Station Lammenschans kan de bezoeker kiezen voor overstap op de RijnGouwelijn, het busnetwerk of om verder te voet te gaan. De RijnGouwelijn brengt de bezoeker direct bij de binnenstad via de haltes nabij de Breestraat (st Jorissteeg), de Haarlemmerstraat, de Lange Mare en eventueel nog via het Centraal Station. Leiden is natuurlijk goed bereikbaar vanuit de regio via een goed ontsluitend busnet. De bezoeker komt aan bij de beide stationslocaties. De bussen brengen de bezoeker niet meer “in” de Breestraat – nu een winkelstraat met kwaliteitswinkels en een fraai, rustig verblijfsklimaat – maar nog wel “naar” de Breestraat. Deze straat is nu het domein geworden van fietsers en wandelaars. De bussen hebben andere routes gekregen. Zo mogelijk is dit ook bereikt voor de Beestenmarkt en Steenstraat. Door de gehele binnenstad rijden veel minder – en wellicht wel stillere en milieuvriendelijkere - bussen, zodat ook hierdoor de gewenste autoluwheid mee is bereikt. Met de fiets is de binnenstad nog steeds goed bereikbaar. Door het autoluwe karakter is de veiligheid voor de fietser zelfs vergroot. De verlegging van de fietsroute direct in het kernwinkelgebied – om zo de wandelende bezoeker ruim baan te geven - heeft geen verlies opgeleverd. Juist door de combinatie met fietsparkeervoorzieningen worden de bezoekers naar de juiste verschillende locaties geleid. De oversteekpunten voor voetgangers vanuit de bronpunten naar het kernwinkelgebied zijn veilig (bijvoorbeeld Morsweg - Blauwpoortsbrug – Haarlemmerstraat, Hogewoerd Breestraat). Er zijn dichtbij de binnenstad af- en opstapplaatsen voor toeristenbussen. De stad heeft een grote aantrekkingskracht op watertoeristen. De oostelijke haven is een uitstekende passantenhaven met aantrekkelijke publieksfuncties (horeca, winkeltjes). Het waterrondje Leiden is door het opengaan van de Maresingel bij het oude Nuonterrein en idem bij de Meelfabriek nu echt een geheel rondje. En daarmee is de bereikbaarheid van Leiden ook over het water goed geregeld. Globale inspanningen richten zich op: 4A Aanleggen ringstructuur 4B Aanleggen (hoogwaardig) openbaar vervoer 4C Aanleggen transferia (P+R) 4D Betere fietsroutes 4E Betere voetgangersroutes 4F Beter gebruik van water 4G Overigen (oa. luchtkwaliteit, P-plaatsen touringcar, vrachtverkeer)
Meer en betere parkeermogelijkheden Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu Wethouder Marc Witteman - Economie en Sport Wensbeeld: De automobilist parkeert graag in de comfortabele en ruime Morspoort en Garenmarkt garages. Ze liggen immers aan het begin van aantrekkelijke looproutes naar het kernwinkelgebied. En ook op drukke winkeldagen is er nog een plek te vinden. Deze vormen dus de belangrijkste parkeerbronpunten voor de binnenstad. Ook maakt de automobilist gebruik van de diverse andere parkeervoorzieningen (de Kaasmarktgarage, B35 / 88
Lammermarktgarage). De P+R voorzieningen aan west en oostzijde van de stad (aan de A44 en de A4) en ook de P+R voorzieningen bij ROC-Lammenschans en in de Leeuwenhoek faciliteren de bezoeker van de binnenstad. De RijnGouwelijn zorgt voor het hoogfrequente natransport. Mede gebruik van private parkeergarages (bijvoorbeeld Achmea) biedt extra parkeerruimte. Vanuit de centrumparkeergarages wordt de bezoeker via duidelijke bewegwijzering naar de binnenstad geleid. De bezoekers per auto nemen een groot deel van de omzet in de binnenstad voor hun rekening. De toevoeging van de parkeerplaatsen heeft daarmee ook een (in)direct effect op de vergroting van de bestedingen in de binnenstad gehad. Door de parkeergarages Morspoort, Garenmarkt en eventueel de Kaasmarkt te combineren met winkel-, woon- en kantoorfuncties is ook de stichting en de exploitatie van de garages rendabel gemaakt. De verschillende parkeergarages krijgen in combinatie met het programma (een keuze uit combinaties van retail, kantoor, wonen en andere voorzieningen) een eigen signatuur. De verschillende voorzieningen zijn via een goede routering en infortmatie over beschikbare parkeerplaatsen aan elkaar verbonden, zodat de bezoeker goed wordt bediend. Het aantal parkeerplaatsen op straat voor bezoekers is afgenomen ten gunste van een beter leef- en verblijfsklimaat. Parkeren op straat in het centrum is onaantrekkelijker gemaakt met een hoger parkeertarief in vergelijking tot de garages en op straat buiten het centrum. De slordig gestalde fietsen in de binnenstad en in het stationsgebied zijn uit het straatbeeld verdwenen. Het stallen van fietsen, maar zeker ook het fietsen zelf - gedurende de winkelopeningstijden - in de winkelstraten is geheel verdwenen door de intensieve handhaving. De plaatsing van de vele fietsparkeerrekken in de stegen rond het kernwinkelgebied heeft daar aan bijgedragen. De capaciteit voor het fietsparkeren is flink toegenomen door het gebruik van gebouwde (bewaakte) fietsenstallingen. De reeds bestaande fietsenstallingen (fietsenkelder onder het stadhuis, V&D etc.) zijn in openbaar gebruik genomen en er zijn voldoende nieuwe stallingen aan toegevoegd. Globale inspanningen richten zich op: 5A Meer parkeergarages en parkeerlocaties 5B Meer P+R voorzieningen 5C Beter parkeren in de openbare ruimte 5D Beter afgestemde parkeertarieven 5E Betere informatie voorziening 5F Meer fietsen stalplaatsen bij station 5G Meer fiets stalplaatsen in kernwinkelgebied 5H Meer Fiets natransport bij P+R voorziening 5I Meer fiets stalplaatsen bij overige voorzieningen
Meer en betere winkel- en horecavoorzieningen Wethouder Pieter van Woensel - Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Wethouder Marc Witteman - Economie en Sport Wensbeeld: Leiden is een aantrekkelijke stad om te winkelen. Winkelen heeft een grote recreatieve waarde, het is een beleving voor een dagje uit. Winkelen in een historische omgeving met tussendoor een bezoek aan een terrasje is voor bezoekers een reden om in Leiden te winkelen. Het winkelaanbod van Leiden leent zich daar dan ook voor. Niet alleen zijn alle merken die de bezoeker verwacht ook aanwezig in het kernwinkelgebied; maar ook vormt het ‘zwerfmilieu’ juist in z’n historische setting een extra reden om in Leiden te winkelen. In het Aalmarktgebied is gekozen voor de retail functie: de noodzakelijke grotere units zijn gecreëerd. De verbrede doorgang naar de Breestraat en het betrekken van de Breestraat bij het kernwinkelgebied – het vroegere ABNAMRO gebouw aan de overzijde en het verkleinen van de V&D aan de Breestraat waardoor een kwaliteitsimpuls ontstond –heeft z’n effect B36 / 88
gehad. Ook aan de kant van de Aalmarkt zelf is de kwaliteit van winkels zichtbaar. De winkels op de hoek Aalmarkt-Vrouwensteeg - weliswaar niet in het kernwinkelgebied gelegen – vormen een mooie toevoeging in een historische setting. De door de gemeente geïnitieerde en mogelijk gemaakte verheling van winkelobjecten op de Haarlemmerstraat heeft het A1-kernwinkelgebied versterkt. Het karakter van de Haarlemmerstraat en het omliggende gebied is kenmerkend kwalitatief verbeterd door toepassing van de uniforme gevelreclame en het herstel van de historische winkelpuien en gevels. Grotere units zijn gecreëerd omdat de gemeente het verhelen van panden achter de gevels toestaat. De Breestraat heeft een kwaliteitsimpuls gekregen door het autoloze karakter en de kwalitatieve hoogwaardige herinrichting. De bestemmingswinkels hebben hun plek gevonden in de oostelijke kant van de Breestraat. Het zwerfmilieu heeft zich hierdoor ook uitgebreid in de stegen van de Breestraat in de richting van de Pieterskerk. Door deze ingrepen heeft Leiden weer een grotere aantrekkingskracht gekregen op de regiobezoeker. Dit blijkt ook uit het koopstromenonderzoek. Leiden kent, onder meer door de studentenstad, veel horeca. De laatste jaren zijn er meer terrassen bij gekomen die de sfeer in de binnenstad versterkten. Op de Beestenmarkt en bij het stationsplein zijn meer terrassen toegevoegd. Terrassen dragen ook bij aan de kwaliteit van de buitenruimte door eisen die gesteld worden aan type meubilair en terrasinrichting. Het stringente koffieshopbeleid heeft hiertoe bijgedragen. De Beestenmarkt en Nieuwe Beestenmarkt zijn in de avond het uitgaansgebied voor jongeren en degenen die uitgaansvertier zoeken. Overdag vervult de Beestenmarkt ook een goede rol als terrassenplein voor de bezoekers van de binnenstad. De horeca rond de culturele instellingen trekt vooral het publiek dat voor en na de voorstelling wat wil eten en drinken. De Pieterswijk vormt het concentratiepunt voor de kwalitatieve restaurants dis passen in dit decor. De combinatie van het nieuwe hotel en een goed restaurant op Rapenburg 48 heeft de aantrekkingskracht van dit gebied versterkt. Bij de haven zijn restaurants en terrassen toegevoegd, nu de verbinding naar de Meelfabriek tot stand is gebracht via de nieuwe brug en het Ankerpark. Bezoekers van de haven kunnen onder het Meelfabriekterrein parkeren, waar ook nog een aantal restaurants te vinden zijn. Voor de jongeren (studenten Universiteit, HBO en ROC) is een discotheek in de buurt van het station gekomen. Daarnaast worden voor 40 plussers ook dansfeesten georganiseerd. De grote bioscoop spreekt jongeren aan, die voorheen naar Scheveningen of Zoetermeer gingen. En natuurlijk vormt dit alles ook een aantrekkingskracht voor jongeren van buiten Leiden. Kortom, de horeca is in voldoende verscheidenheid in Leiden aanwezig en bedient de verschillende publieksgroepen. Deze weten ook feilloos de weg te vinden naar de verschillende gebieden waar zij de horeca van hun smaak vinden. De congresfunctie en de toeristische markt zijn versterkt door de komst van meer hoogwaardige hotels in de binnenstad en op het Meelfabriekterrein. Leiden speelt met haar historische karakter en kennis- en cultuurinstellingen een grotere rol als congresstad. Er zijn veel meer arrangementen voor toeristen die recreatieve of culturele activiteiten bieden maar eventueel ook het vergaren van kennis aanbieden. Globale inspanningen richten zich op: 6A Beter functionerend kernwinkelgebied A1 6B Betere de Breestraat 6C Meer grootschalige retail 6D Uitgebreidere retail ontwikkeling 6E Duidelijker horeca concentratie locaties (vb Beestenmarkt) 6F Meer hotels 6G Hogere organisatiegraad van horecabranche
Meer en beter aanbod van culturele activiteiten en evenementen B37 / 88
Wethouder Jan-Jaap de Haan - Cultuur, Werk en Inkomen Wensbeeld: Leiden heeft een breed en divers cultureel aanbod. Op het gebied van musea, podiumkunsten, cultuureducatie en cultureel erfgoed. Het aanbod is uitgebreid en beter, en daarmee is de cultuurparticipatie gegroeid. De culturele sector is sterker geworden met betere onderlinge afstemming. De stad profileert zich als een actueel podium voor kunst en cultuur met nieuwe producties en spraakmakende of verrassende evenementen. Het aanbod van culturele activiteiten is vergroot met het Cultuurfonds. De cultuurmakelaar heeft sectorversterking bereikt en samenwerking bevorderd tussen bestaande en nieuwe culturele partners. Er is een verrassende hausse aan nieuwe activiteiten in de stad. Leiden heeft een sterke en bruisende cultuurclustering bij de Oude Vest en Oude Singel. De Lakenhal is uitgebreid en heeft een Jan Wolkers-vleugel. Het Scheltemacomplex heeft haar naam en faam gevestigd in stad en regio, alsmede elders in den lande. De Leidse Schouwburg beschikt over een tweede zaal, biedt een ruimere programmering en aangenamere faciliteiten voor het publiek. Op de Nobellocatie is een muziekcentrum gerealiseerd met twee goed geoutilleerde podia; direct naast het Muziekcentrum vinden creatieve en culturele activiteiten plaats. Ook zijn hier gevestigd Rijksmuseum Boerhaave en het Filmhuis. De hele cultuurclustering ligt op de grens van historische binnenstad en Quartier Leyden (rond de noordoostelijke singelrand). Op programmatisch gebied werken de podia in Leiden goed samen: het publiek wordt bediend met een zeer gevarieerd aanbod dat past bij de verschillende publieksgroepen en interesses in Leiden. Er is een variatie in grotere en kleinere podia, afgestemd de behoefte in de stad. Na de sloop van de Groenoordhallen is er een nieuwe grote accommodatie voor grootschalige voorstellingen, optreden en evenementen. De aantrekkingskracht van de Leidse musea wordt maximaal benut. Niet alleen komen er meer bezoekers naar de musea, ook is de combinatie met stadsbezoek en een langer verblijf toegenomen. De Lakenhal en Boerhaave zijn uitgebreid. Het cultuureducatieve aanbod is vernieuwd na samenvoeging van een aantal verschillende kunstdisciplines in BplusC. Het aanbod is multidisciplinair, verrassend en afgestemd op de vraag. BplusC daagt uit tot cultuurparticipatie. Het huisvesten van alle verschillende onderdelen in één gebouw leidt tot een levendig centrum waar men prettig kan verblijven, kennis kan maken met cultuur, verleid wordt tot deelname en op kan treden. Voor de jeugd in de basisschoolleeftijd prikkelen de binnenschoolse programma’s Cultuur & School en Museum & School tot verdere cultuurparticipatie. Culturele activiteiten, met name buiten schooltijd, voor en door jongeren van 12-18 jaar zijn uitgebreid met activiteiten die door het jongerenplatform cultuur gesteund worden. Het succesvolle Leidse filmfestival is verder uitgebouwd en heeft met twee doeken een permanent onderdak gevonden in de uitbreiding van de Leidse Schouwburg Het grote culturele kapitaal van Leiden - de historische stad zelf, het grote aantal monumenten, het rijke bodemarchief en het eigen kunstbezit - is goed benut en is voor een zo groot mogelijk publiek toegankelijk gemaakt. In het straatbeeld zijn de cultuurhistorische uitingen zichtbaar gemaakt door toevoeging op de Leidse Loper en door verbeterde informatie bij monumenten. Ook zijn monumenten vaker te bezichtigen dan alleen op de goedbezochte Open Monumentendagen. De aanwezigheid van de Universiteit in de binnenstad is goed zichtbaar: De Hortus is uitgebreid rond de Sterrewacht en de oude kassen en gebouwen zijn gerestaureerd. De Sterrewacht, het oudste universiteitsobservatorium ter wereld, is een internationaal georiënteerd bezoekerscentrum. De faculteit der geesteswetenschappen concentreert zich aan de binnen- en buitenzijde van de Witte Singel. . Elk jaar worden er in Leiden veel evenementen georganiseerd. De sleutelfestivals met als thema’s kennis en cultuur hebben landelijke aantrekkingskracht trekken een groot eigen publiek. Maar minimaal zo belangrijk: ze vormen een sterke bijdrage aan het imago van B38 / 88
Leiden! Daarnaast zijn er tal van evenementen, zoals de Jazzweek, het Leids cabaretfestival die samen zorgen voor een kwalitatief en gevarieerd evenementenaanbod het gehele jaar door. Door een gezamenlijke promotie zal er meer publiek op af komen. En natuurlijk blijft ‘3 Oktober’ in z’n gehele omvang hét feest voor de Leidse bevolking. Voor jongeren van de ROC en de HBO opleidingen voor evenementen, toerisme, en horeca is de stad als werkplaats ingericht: zij volgen hun stages in de stad en vormen daarmee de nieuwe lichting van ondernemers, werknemers en publiek. Globale inspanningen richten zich op: 7A Beter cultureel product & promotie 7B Meer podiumkunsten 7C Meer cultuur Educatie 7D Sterker Filmaanbod 7E Beter zicht op cultureel erfgoed / stadshistorie 7F Meer evenementen en congressen
Meer en betere promotie Wethouder Marc Witteman - Economie en Sport Wensbeeld: Alle partijen die een belang hebben bij het ‘verkopen van Leiden’, hebben ervaren dat de toegenomen onderlinge samenwerking in gemeenschappelijke projecten en de vele activiteiten van ‘Leiden Marketing’ tot resultaat hebben geleid. Het telkenmale uitgaan van centrale thema’s van Leiden. Stad van Ontdekkingen – kennis en cultuur – hebben bijgedragen aan het bereiken van de gewenste positionering van Leiden. De gehele marketingkracht van Leiden is enorm toegenomen door deze samenwerking van de in het netwerk participerende individuele stadspartners. En ook door de toegenomen kracht van enkele specifieke op marketing gerichte partijen als: • Stichting Museumgroep Leiden / Musea / UITburo • Stichting Centrummanagement Leiden • Stichting Leiden Congresstad • Stichting Leiden Life Meets Science. Het Visitor Centre Leiden vervult de rol van het gastheerschap in Leiden uitstekend. Bezoekers krijgen adequate informatie en worden goed bediend. De webportal is toegesneden op (inter)nationaal bezoek en verlokt bezoekers om naar Leiden te komen. Via de portal is aanvullende informatie te verkrijgen en kunnen reserveringen en boekingen worden gemaakt. De informatie is altijd up-to-date en verschilt in die zin niet van de informatie die ook via de in de stad aanwezige informatiezuilen en panelen te verkrijgen is. Voor de bezoekers die al in de stad zijn worden deze functies vooral gebruikt om crossselling te realiseren: De informatiezuil bij het net bezochte museum suggereert – of geeft misschien wel korting op – een vervolgbezoek aan een horecagelegenheid of winkelbezoek. De bewegwijzering in de stad – nog steeds gebaseerd op de Leidse Loper – is uitgebreid en geeft nu ook informatie over de talloze (historische) bezienswaardigheden. De digitale en bord bewegwijzering voor verkeer en parkeren is goed zichtbaar, dynamisch en altijd accuraat. Zo worden bezoekers goed bediend! De after-sales is goed geregeld: op vele plaatsen in de stad zijn Leidse merchandising producten verkrijgbaar en worden er arrangementen geboden voor herhaald bezoek. Uit systematisch onderzoek blijkt dat het internationale bezoek toeneemt en ook dat de waardering voor Leiden stelselmatig toeneemt. Globale inspanningen richten zich op: 8A Betere promotie organisatie 8B Ontwikkeling Visitor Centre Leiden B39 / 88
8C Betere (digitale) informatievoorziening 8D Meer promotie 8E Meer toepassingen te gebruiken in de stad
B40 / 88
DEEL II – De organisatie van het programma Binnenstad
De uitvoeringsstrategie Hoe zorgen we ervoor dat het programma ook daadwerkelijk wordt uitgevoerd? In alle gesprekken die de kwartiermakers hebben gevoerd kwam dat als belangrijk punt naar voren. Het realisatiegehalte van de gemeente ligt laag. Het is niet alleen de kritiek van marktpartijen dat hier niets van de grond komt, ook bewoners en ondernemers zijn deze mening toegedaan. Om daadwerkelijk verandering in de binnenstad te bereiken is een uitvoeringsstrategie opgesteld. We onderscheiden 7 elementen in de uitvoeringsstrategie. Door deze uitvoeringsstrategie te kiezen worden ook de organisatie principes van Anders Werken praktisch toegepast: • integrale aanpak, • denken vanuit de stad, • gericht zijn op het behalen van programmadoelen, • een effectieve aansturing van processen, • het vergroten van het uitvoerend vermogen.
Partners dragen vanuit hun belang bij aan het programma Het aantrekkelijk maken en houden van de binnenstad voor bezoekers is niet alleen een zaak van de gemeente. Veel actoren spelen een rol. De uitstraling en aantrekkelijkheid van de detailhandel, de horeca, de markt en het evenementenaanbod zijn een taak van ondernemers. Bewoners hebben een belangrijk aandeel in de sfeer van de stad door te wonen en door een goed gebruik van de openbare ruimte. De Universiteit, Hogeschool en ROC timmeren als hoogwaardige onderwijsaanbieders voortdurend aan de weg, maar de keuze van studenten/docenten wordt niet alleen daardoor bepaald, evenzo door de stad Leiden. De musea en culturele voorzieningen bieden een aantrekkelijk cultureel aanbod, dat nog eens versterkt wordt als bezoekers verleid worden erna de stad in te gaan en dit een echt visitekaartje is. Daarnaast kent Leiden een veelheid aan verenigingen die zich op allerlei verschillende manieren inzetten voor de cultuurhistorie, en culturele aanbod en evenementen. Ook zij dagen bij aan het aantrekkelijk maken van de stad. Eigenaren van monumenten kunnen door het onderhouden van hun pand de kwaliteit van de openbare ruimte verfraaien. De gemeente tot slot heeft een centrale taak ten aanzien van het beheren van de openbare ruimte, het in goede staat houden van de openbare ruimte en het toezien op het gebruik ervan. De gemeente heeft ook een centrale taak in goede bereikbaarheid en het realiseren van parkeergelegenheid. Door het opstellen van een centrale binnenstadsvisie kan de gemeente lijnen uitzetten voor de toekomst, om gunstige voorwaarden te scheppen om ontwikkelaars en beleggers en eigenaren te verleiden te investeren in de stad. Niet alle belangen van alle actoren in de stad komen met elkaar overeen. Maar tegelijkertijd is het streven naar een hogere kwaliteit van de binnenstad een punt waarin ieder zich kan verenigen. Het programma wil alle actoren die een belang hebben in de binnenstad en een bijdrage kunnen leveren aan de kwaliteit van de binnenstad beschouwen als haar partners. Partners en gemeente leggen in een binnenstadsconvenant vast wat ieders bijdrage is aan het verwezenlijken van het programma. Veel partners werken al nauw met elkaar samen en vinden elkaar in Leiden Marketing, het platform van waaruit een gezamenlijke promotie van de stad en van de eigen organisatie in het bijzonder wordt gevoerd. Een centraal merkenkader zorgt ervoor dat Leiden als eenduidig beeldmerk naar buiten treedt en zo de stad Leiden en “haar ontdekkingen” aan de man brengt. Samen investeren ze in allerlei activiteiten om de stad te promoten. B41 / 88
Daarnaast werken ondernemers, vastgoedeigenaren, winkeliers, horeca-uitbaters, museumgroep Leiden, Kamer van Koophandel, de BV Leiden, Horecabond Nederland en de Raad voor Nederlandse detailhandel samen in het centrummanagement. De gebundelde krachten maken het mogelijk dat de gemeente een gesprekspartner heeft waarmee zij kan spreken over alle inspanningen die in de binnenstad gepleegd gaan worden en waaraan ondernemers hun steentje kunnen bijdragen. Centrummanagement is niet alleen belangenbehartiger van de ondernemers, zij spreekt ondernemers ook aan op gezamenlijkheid. Tevens ondersteunt en stimuleert de centrummanager ondernemers om bij te dragen aan de plannen voor de stad. Door de kwartiermakers is lang niet met alle mogelijke partners van de stad gesproken over hun bijdragen aan het programma. Hieronder worden de bijdragen genoemd van de partners die geïnterviewd zijn in de kwartiermakersfase. Dit staat het aansluiten van andere verenigingen of organisaties aan het convenant niet in de weg. Hoe meer partners het convenant ondertekenen, des te groter is het draagvlak en de kans op slagen van het programma. Bijdragen aan het programma per partner: Centrummanagement: het samenbrengen van ondernemers/winkeliers en stimuleren dat zij bijdragen leveren aan de locatiegerichte convenanten, stimuleren eigenaren/ondernemers/winkeliers investeren in de eigen panden en in de openbare ruimte, meedenken in beleidsregels voor het gebruik van de openbare ruimte. Vecovab: belangenbehartiging van eigenaren vastgoed in Leiden, bijdrage aan het programma is het samenbrengen van eigenaren en stimuleren dat zij bijdragen leveren aan de locatiegerichte convenanten, investeren in panden, stimuleren medewerking verlenen aan wonen boven winkels. Winkeliersverenigingen: belangenbehartiging winkeliers in bepaald gebied, medewerking/investering aan de kwaliteit van de openbare ruimte en hun panden in het betreffende winkelgebied, meedenken met het opstellen van regels ten aanzien van het gebruik van de openbare ruimte, leden aanspreken op volgen van regels. BV Leiden: belangenbehartiging van alle ondernemers in Leiden, positieve pr onder ondernemers over het programma zowel gericht op het uitdragen van de doelen en als het stimuleren van ondernemers hun medewerking te verlenen aan het programma. Kamer van Koophandel: belangenbehartiging van alle ondernemers in Regio Leiden, positieve pr onder ondernemers over het programma zowel gericht op het uitdragen van de doelen en als het stimuleren van ondernemers hun medewerking te verlenen aan het programma. Koninklijke Nederlandse HorecaBond afdeling Leiden:belangenbehartiging voor horecaondernemers, stimuleren van medewerking locatiegerichte aanpak, kwaliteit uitstraling van de horeca, meedenken over realisatie van horecaconcentratiepunten in de binnenstad, oprichting horecaondernemersvereniging binnenstad. Universiteit Leiden: gedeeld belang in kwaliteit van de Leidse binnenstad als unique sellingpoint in het aantrekken van (buitenlandse) studenten en docenten, investeren in vastgoed, bijdrage aan promotie, bijdrage aan programmering. Museumgroep Leiden: landelijke promotie van Leidse musea, locale en regionale promotie door museum en school. Bijdrage aan het programma: voorbeeldfunctie hoe je kan individueel aanbod kan verbinden en versterken. Leiden Marketing: gezamenlijke promotie van de binnenstad Leiden. B42 / 88
Pieterskerk: bijdrage aan behoud van cultuurhistorisch erfgoed, bijdrage aan congresfunctie van Leiden, bijdrage aan culturele programmering. ROC: gedeeld belang in kwaliteit van de Leidse binnenstad als unique sellingpoint in het aantrekken van studenten en docenten, investeren in onderwijsvastgoed, bijdrage aan promotie, bijdrage aan programmering door studenten in te zetten voor evenementen en festivals. SLS: belang bij het huisvesten van studenten in de stad, en het onderhouden van de monumenten waarin studenten zijn gehuisvest, bijdragen aan het programma door middel van het onderzoek naar mogelijkheid van een NV-stadsherstel om onderhoud aan monumentale panden te bewerkstelligen en onderzoek naar mogelijkheid om project Wonen boven Winkels te starten. Het Gilde Leiden; promotie van de binnenstad, meedenken over aantrekkelijker maken van cultuurhistorie zoals Leidse Loper, cultuurhistorie in bestrating, cultuurhistorie door middel van informatiebordjes. Bomenbond: belangenbehartiging ‘voor meer groen in de stad, meedenken over mogelijkheden bij te dragen aan het programma op vergroening in de stad. Schouwburg: bijdrage aan cultuurkwartier, aan aantrekkelijk cultureel aanbod en mogelijkheden om bezoek aan schouwburg onderdeel te laten uitmaken van araangementen, meedenken over organisatie van cultuurfestival. Leidse Filmfestival: bijdrage door organisatie van jaarlijks terugkerend Leids filmfestival. BplusC: het leveren van een bijdrage aan de ontwikkeling en ontspanning van bewoners op gebied van kennis, ontwikkeling, maatschappij, kunst en cultuur via een uitgebreid cursusaanbod. Bewonersvertegenwoordigers districtsraden Binnenstad: bijdrage aan promotie van de stad, verlevendiging van de stad als woonstad, bijdrage aan verbetering kwaliteit openbare ruimte en gebouwde omgeving. Platform Gehandicapten Leiden: het leveren van bijdragen aan de bereikbaarheid en toegankelijkheid van woningen en woonomgeving, de aanwezigheid van voorzieningen en de (sociale) veiligheid, zodat mensen met een beperking zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en kunnen blijven deelnemen in de samenleving. Verenging Oud Leiden: de historische Vereniging Oud Leiden wil de kennis van de geschiedenis van Leiden en omstreken bevorderen en het culturele erfgoed beschermen. Met verve is er in de loop van de tijd geageerd tegen aantasting en afbraak van belangrijke (kunst)historische monumenten. Menig waardevol, historisch stukje stad is daardoor bewaard gebleven. Maar ook de wijde omgeving van Leiden geniet de warme belangstelling van de Vereniging. 'Oud Leiden' is een actieve gesprekspartner van zowel de gemeente en de provincie als ook van het rijk als het om behoud van bouwkundige en historische zaken.
Partnerbetrokkenheid maximaal Partners zijn betrokken bij de analyse en visie vorming op de ambitielijnen, bij de definitie van de inspanningen en bij de uitvoering. Partners zijn in vele gevallen de primaire uitvoerders van die inspanningen. Bijvoorbeeld de retail ontwikkelingsprojecten, maar ook eventueel het oprichten van een belangenorganisatie als effectieve gesprek- en ontwikkelpartner voor de gemeente. B43 / 88
Bij het plan hoort een convenant waarin alle partijen aangeven welke bijdrage zij zullen leveren om het plan ook daadwerkelijk te doen slagen. Vanzelfsprekend houdt dat in dat door deze lange verbintenis de planvorming minder aan bestuurlijke veranderingen onderhevig is. Het zorgt voor een gunstig investeringsklimaat en kan partijen over de streep trekken ook te investeren.
De visie als instrument De ontwikkelde visie is geen doel op zich, maar de visie vormt een instrument om projecten, activiteiten en maatregelen te richten op het verwezenlijken van de doelen. De vastgestelde visie op de ontwikkeling van de binnenstad van Leiden geeft het inhoudelijke kader voor de inspanningen. Een grote rol is weggelegd voor ontwikkelaars en beleggers. Gebiedsontwikkeling van onder andere Stationsomgeving, Aalmarkt, Morspoort, Garenmarkt, Kaasmarkt, Lammermarkt, Meelfabriek, Noordelijke singelrand, hoort bij hen thuis. De gemeente verleidt en voert de regie, maar zal bij de ontwikkeling en de uitvoering alleen een faciliterende rol spelen. Het verleiden van de markt gebeurt door als gemeente in te zetten op belangrijke randvoorwaarden als investeren in bereikbaarheid en parkeerfaciliteiten. De visie op de binnenstad is getoetst door de markt, door middel van de conferentie van oktober 2008. De markt reageerde enthousiast, maar waarschuwde tegelijkertijd voor de extra kosten die verband houden met de historische status van de stad en de beperkte ruimte. Met andere woorden: niet alle heil zal komen door het “de markt” te laten doen. Wel zal door het principe dat de markt het moet doen, een verandering tot stand worden gebracht waardoor het uitvoerend vermogen vergroot wordt. Allerlei aanvullende eisen (programmatisch, kwaliteit) moeten worden losgelaten en daar tegenover zal het vertrouwen in de kwaliteit van de markt moeten worden gesteld.
Een locatiegerichte aanpak Leiden heeft een aantal locaties die negatief worden ervaren (Stationsgebied, Beestenmarkt, etc.) of die een impuls kunnen gebruiken (Vrouwenkerkhof, Lammermarkt, etc.) Door analyse en daaropvolgende inspanningen te concentreren op deze specifieke en ook op andere locaties, wordt daadwerkelijke verandering mogelijk. De zichtbaarheid van de inspanningen, samenwerking met partners, inzet van middelen en efficiency in de uitvoering wordt hiermee vergroot en er ontstaat een voorbeeldwerking. Per locatie wordt een locatiegericht convenant gesloten. Dit gebeurt wanneer er wordt gekozen voor een herinrichting van de openbare ruimte van een plein of straat. Met bewoners en ondernemers die betrokken zijn bij de locatie, wordt gezamenlijk bedacht wat het plan gaat inhouden: niet alleen ten aanzien van de bestrating, maar ook de kwaliteit van de gebouwde omgeving en het gebruik van de openbare ruimte staan daarin centraal. Er wordt naar gestreefd dat de gemeente investeert in de buitenruimte en het onderhoud daarvan, maar dat tegelijkertijd eigenaren/ondernemers en bewoners hun gevels opknappen en beheerinspanningen verrichten. Op die manier versterken partners elkaar en is er pas echt sprake van kwaliteitsverbetering van een locatie. De centrummanager en de Vecovab (Vereniging van vastgoedeigenaren in de binnenstad) kunnen hierin een grote rol spelen door de vastgoedeigenaren en de ondernemers te stimuleren hieraan deel te nemen.
Co-financiering Bij start van het programma is meegegeven: “voor de onderscheiden projecten en maatregelen zullen de reeds bestaande middelen in kaart worden gebracht alsmede een strategie voor aanvullende dekking”. Cofinanciering is een noodzaak voor het welslagen van het programma. Om voldoende financiering te genereren worden diverse financiële strategieën onderscheiden. De cofinanciering richt zich op binding van de middelen van B44 / 88
partners zowel als de reguliere middelen van de gemeentebegroting. Zie hiervoor ‘de financiële strategie’.
Toepassen Programmasturing De keuze om van de binnenstad een programma te maken is al een eerste voorwaarde voor kans op succes. Vele andere steden zijn Leiden voorgegaan en hebben de kwaliteit van hun binnenstad verhoogd door middel van het opstellen van een plan voor de binnenstad. Zo’n plan heeft een lange adem en zorgt ervoor dat alle verschillende actoren die een bijdrage kunnen leveren aan de binnenstad eenzelfde focus hebben. Een programma is een samenhangende verzameling van belangrijke, doelgerichte inspanningen, bestaande uit activiteiten, maatregelen en (resultaatgerichte) projecten. Een programma is gericht op de verwezenlijking van outcome doelen door realisatie van elkaar aanvullende specifieke inspanningen. Deze doelen hebben veelal een maatschappelijke oriëntatie en zijn niet direct te verwezenlijken door puur projectmatig handelen. Bij revisie van het uitvoeringsprogramma wordt telkenmale beslist welke inspanningen de beste bijdrage leveren aan de verwezenlijking van de doelen. Deze geselecteerde inspanningen worden opgenomen in het programmaplan.
Ieder jaar wordt er een uitvoeringsprogramma opgesteld. Dit zijn de concrete inspanningen die gemeente en partners gezamenlijk gaan uitvoeren in het volgende jaar. De inspanningen worden afgeleid uit het convenant dat afgeleid is van het inspanningenboek dat als bijlage bij dit programma is opgesteld.
Een dubbele aanpak: 8 ambitielijnen en 18 ontwikkellocaties Het programma probeert op twee - gelijktijdig uit te voeren - manieren de Leidse binnenstad te verbeteren en zo de doelen te bereiken: 1. Op de benoemde 8 ambitielijnen worden jaarlijks vele inspanningen (projecten, (lijn)activiteiten en maatregelen uitgevoerd. 2. Op de 18 ontwikkellocaties worden fysieke ontwikkelingen voorzien. Het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma bevat een mix van voorbereidende activiteiten (beleidskaders, planvorming) en van daadwerkelijke uitvoerende activiteiten. Deze mix reflecteert de prioriteit. Juist omdat het uitvoeringsprogramma wordt opgesteld in overleg met partners in de stad, maakt het mogelijk dat er afspraken worden gemaakt over prioriteit en realisatievermogen. De ontwikkelaars en beleggers zijn voornamelijk betrokken bij de 18 ontwikkellocaties. Ondanks de neergaande economische situatie van 2008 – 2009 achten wij deze betrokkenheid realistisch. Het programma heeft een beoogde looptijd tot 2025. De economische omstandigheden zijn weliswaar nu niet gunstig, maar over een langere periode kan die situatie ook weer veranderen. Daarnaast zijn er nog steeds beleggers met voldoende investeringsvermogen. De ontwikkelingen op deze 18 ontwikkellocaties zullen niet allemaal tegelijk worden uitgevoerd. De planning daarvan zal mede afhankelijk zijn van logische volgordelijkheid tussen de verschillende ontwikkelingen, de marktinitiatieven en het vermogen van de bestuurlijk-ambtelijke organisatie om de ontwikkelingen te faciliteren cq te realiseren.
B45 / 88
De programmasturing In de uitvoering gaat het om de realisatie van doelen van het programma door de vertaling naar lijnactiviteiten, projecten en naar het stimuleren van externe partijen om hun aandeel op te pakken, bijvoorbeeld door middel van cofinanciering. De activiteiten en projecten leveren een bijdrage aan het realiseren van de drie doelstellingen en de indicatoren. Ze vormen binnen het programma een op elkaar afgestemd ‘pakket’, waarop inspanningen en middelen van de gemeente worden ingezet. Uitvoering is het cruciale deel van een programma. Alleen integrale en directe aansturing op de uitvoering vanuit het programma maakt het mogelijk om de programmadoelen te realiseren.
Inrichting van de programmasturing Het programma op hoofdlijnen geeft de mogelijkheid om binnen het programma te prioriteren, om tussentijds op hoofdlijnen bij te sturen en om ruimte te hebben voor onderhandelingen met externe partijen. Dit is de rol van een programmamanager. De programmamanager brengt focus, faciliteert, stimuleert, beoordeelt, stuurt bij en doet voorstellen voor de prioritering. Tevens kan de programmamanager nieuwe initiatieven voorstellen die bijdragen aan de programmadoelen. Deze nieuwe initiatieven bespreekt de programmamanager in het reeds bestaande ontwikkelingsoverleg. Realiseren van prioriteiten van het programmaplan vraagt om een afgestemde allocatie van middelen. Een programma vraagt om beschikbaarheid van en zeggenschap over mensen en middelen. De programmamanager zorgt voor de optimale allocatie van middelen. Hij/zij beoordeelt, prioriteert en adviseert de concerndirectie. Een budget wordt vrijgegeven door de concerndirectie op advies van de programmamanager als het project en/of lijnactiviteit bijdraagt aan de programmadoelen. De budgetverantwoordelijkheid blijft bij de projectmanager en/of afdelingsmanager. De programmamanager krijgt de beschikking over een budget ten behoeve van programma gebonden activiteiten: • procesmatige, administratieve en secretariële ondersteuning; • periodieke evaluatie van de voortgang van het programma en de effecten; • interne en vooral externe communicatie (oa door de dynamische programma website); • beperkte onderzoeksopdrachten en adviestrajecten; • stimuleringsmiddelen om partners bijdragen uit te lokken. De programmamanager zal gaan werken met een kleine staf. Deze staf is een hulpstructuur die zorgt voor de procesmatige, administratieve en secretariële ondersteuning, voor periodieke evaluatie van de voortgang van het programma, voor planning & control met betrekking tot het programma, voor kennis op het gebied van subsidieaanvragen, voor monitoring van de effecten. Daarnaast zal er een programmateam worden ingesteld met beleidsmedewerkers van diverse teams/afdelingen van de gemeente. Dit programmateam helpt de programmamanager met de uitvoering en doorontwikkeling van het programma. De samenstelling zal mogelijk zijn: • een senior stedenbouwkundige van de afdeling Vastgoedontwikkeling en Grondzaken; • een beleidsadviseur namens de twee beleidsafdelingen Ruimte en Milieu Beleid en Sociaal en Economisch Beleid; • een beleidsadviseur van de afdeling Realisatie; • een beleidsadviseur van de afdeling Handhaving; • de wijkmanager binnenstad; • de accountmanager bedrijven binnenstad. B46 / 88
Het programma kent een bestuurlijke opdrachtgever en een ambtelijk opdrachtgever: De bestuurlijk opdrachtgever voor programma Binnenstad is wethouder Binnenstad De ambtelijk opdrachtgever voor het programma is de concerndirecteur met aandachtsgebeid Ontwikkeling.
Betrokkenheid en uitvoering Omdat het programma samen met partners in de stad wordt uitgevoerd is het van belang de partners die het convenant hebben ondertekend betrokken te houden. Een keer per jaar, in augustus/september vindt er een het grote binnenstadsoverleg plaats met alle partners die het convent hebben ondertekend. Aan de orde is de voortgang, en de plannen voor het komende jaar. Met de centrummanager, Vecovab, de vier winkeliersverenigingen, raad voor Nederlandse detailhandel, Koninklijke horecabond, Universiteit, Museumgroep Leiden en de directeur van Leiden marketing wordt door de programmamanager en de accountmanager bedrijven binnenstad en de wijkmanager binnenstad het kleine binnenstadsoverleg gevoerd. Hierin wordt de voortgang van het programma besproken en alle bij de uitvoering aan de orde zijnde zaken. De bewonersvertegenwoordigers overleggen met de districtmanager, die zelf onderdeel uitmaakt van het programmateam. De bewoners worden uitgenodigd op het jaarlijkse grote binnenstadsoverleg en de programmamanager kan ten alle tijden bij de districtraad vergaderingen op verzoek deelnemen. En natuurlijk komen gemeente en partners bijeen op locatiegerichte bijeenkomsten, waar op dat moment aan wordt gewerkt.
Het uitvoeringsprogramma Bij aanvang van de uitvoeringsfase van het programma zijn meer dan 200 uit te voeren inspanningen en 18 ontwikkellocaties benoemd. Alle inspanningen zijn opgenomen in het “uitvoeringsprogramma Binnenstad 2009” en in het “inspanningenoverzicht 2010 en verder”. Van elke inspanning is de beschreven welke organisatie verantwoordelijk is voor de uitvoering van de inspanning en welke anderen betrokken zijn. In geval van de gemeente zijn de uitvoerende afdelingen genoemd. Ook is van elke inspanning vastgelegd wat het belangrijkste resultaat is en op welke termijn de inspanning wordt uitgevoerd, waarbij KT staat voor Korte Termijn (2009), MT voor Middellange Termijn (2010-2015) en LT voor Lange Termijn (vanaf 2016). Van vele inspanningen is nu nog niet goed vast te stellen wanneer ze worden uitgevoerd. Dat is afhankelijk van vele factoren zoals beschikbare capaciteit, financiële middelen, wettelijke procedures en voortgang op inspanningen die randvoorwaardelijk zijn. Daarom wordt jaarlijks op basis van het totale inspanningenoverzicht een actueel uitvoeringsprogramma Binnenstad 20xx vastgesteld. Dit bevat de inspanningen die in dat jaar moeten worden uitgevoerd. Daarbij zijn dan de uitvoerder(s), de capaciteit en de middelen vooraf vastgesteld. Bij het jaarlijkse uitvoeringsprogramma zal ook een Doelen – Inspanningen – Middelen Netwerk worden samengesteld, zodat de relatie tussen doelen en inspanningen inzichtelijk is. Ook het inspanningenoverzicht verandert door de looptijd van het programma. Op basis van evaluatie, nieuwe inzichten, kansen en de toename van initiatieven van partners in de stad wordt het inspanningenoverzicht geactualiseerd. B47 / 88
Risicobeheersing Bij een programma als Binnenstad zijn er op voorhand vele risico’s te noemen. Een kleine greep: • de ambities zijn te hoog gegrepen en bij het niet realiseren daarvan verdwijnt het commitment aan het programma; • de looptijd van het programma is zo lang dat doelen en de uitgangspunten niet neer worden herkend en de focus van de inspanningen verdwijnt; • de bestuurlijke ambities veranderen met de tijd en het commitment aan het programma neemt af; • partners in de stad committeren zich via het convenant aan het programma, maar bij uitvoering en financiering wordt toch vooral een beroep op de gemeente gedaan; • etcetera. Het succes van het programma is niet alleen gelegen in het zo veel mogelijk realiseren van de doelen, maar ook in het beheersen van de risico’s. Door alleen al een risico-inventarisatie te doen worden de kansen op succes vergroot. Binnen de gemeente Leiden wordt in 2008 en 2009 een formele methode voor risicobeheersing geïntroduceerd door TNO. Dit als eerste bij de afdeling ProjectmanagementBureau, waar ook de programmasturing wordt belegd. Het programma Binnenstad zal de formele methode voor risicobeheersing gaan toepassen en opnemen in de programmasturing.
B48 / 88
De communicatie-aanpak Essentieel onderdeel voor het laten slagen van het programma Binnenstad is de communicatie. Partners en bewoners actief betrekken is belangrijk voor het draagvlak en voor de uitvoering. Als uitgangspunten en randvoorwaarden voor de communicatie van programma Binnenstad gelden: • De gemeente zoekt actief afstemming en samenwerking met diverse doelgroepen om het draagvlak en de effectiviteit van de uitvoering zo groot mogelijk te maken. • Communicatie-inspanningen worden op elkaar afgestemd (samenhang, creëren van synergie) en eenduidig opgezet. • Betrek betrokkenen en belanghebbenden in een vroeg stadium bij de besluitvorming en neem hun ideeën, initiatieven en suggesties mee in het vormgeven van het programma en laat zien wat ermee is gedaan. • Mijlpalen of successen van een of meerdere ambities vormen communicatiemomenten op korte termijn. Draag overall kernboodschap consequent uit. Gelaagdheid: de slogan ‘Leiden. Stad van Ontdekkingen’ is de impliciete overall boodschap. Expliciet: rode draad in de diverse communicatie-uitingen is ‘de rode deur’. Dit om de herkenbaarheid van het programma Binnenstad te bevorderen. • Aansluiten actualiteit: speel in op overige projecten die het beeld van het programma Binnenstad kunnen beïnvloeden in zowel positieve als negatieve zin (denk aan aanleg ringstructuren en RijnGouwelijn).
Communicatiedoelen en doelgroepen De communicatiedoelen zijn als volgt: • Kennis: De diverse doelgroepen weten dat er een programma Binnenstad is, wat hierin gebeurt (in hoofdlijnen) en waar deze informatie is te vinden. Daarnaast weten hoe zij initiatieven, ideeën en suggesties kunnen aanleveren. • Houding en gedrag: Bevorderen van een positieve houding en samenwerking, bewust zijn dat de eigen communicatie-inspanningen bijdraagt aan het succes, wederzijdse verwachtingen en de beeldvorming van het programma (verwerven van input en creëren draagvlak). De communicatie richt zich op de doelgroepen: Externe communicatie: − Belanghebbenden: − − −
Zoals ondernemers, winkeliersverenigingen en partners in Leiden Marketing, vastgoedeigenaren, aanbieders van culturele evenementen/activiteiten. Primair: bewoners binnenstad. Bewoners: Secundair: overige bewoners Leiden en omgeving. Wijk- en buurtverenigingen in de binnenstad., Verenigingen: Verenigingen voor het behoud van cultureel erfgoed Projectontwikkelaars/beleggers op nationaal niveau. Projectontwikkelaars/beleggers:
Interne communicatie: − Bestuursniveau: − Medewerkers:
Gemeenteraad, college B&W en concerndirectie Primair: betrokken medewerkers. Secundair: overige medewerkers gemeente Leiden.
Intermediair: B49 / 88
−
Lokale en landelijke media.
De communicatiestrategie Vertrekpunt is dat de diverse doelgroepen weten wat het programma inhoudt, het waarom en wat de doelen daarvan zijn. De kwaliteit van de binnenstad kan alleen verbeteren met hulp van betrokkenen of belanghebbende partijen. Samenwerken, naar elkaar luisteren en van elkaar leren en afspraken maken zijn hierbij de sleutelwoorden (dialoog). Deze communicatiestijl houdt in: sterke focus op de diverse doelgroepen. Om dit te bereiken dient communicatie aan te sluiten bij de belevingswereld van de diverse doelgroepen, zoals inwoners, ondernemers en verenigingen. De gemeente Leiden zoekt daarbij interactievormen die dan ook aansluiten bij de wensen en verwachtingen van deze doelgroepen. Dit om de betrokkenheid te vergroten (open en persoonlijke insteek). Iedere doelgroep heeft een communicatiebenadering die specifiek is afgestemd op de kennis, houding, mate van betrokkenheid en belangen (dit beïnvloedt het communicatiedoel, strategie, boodschap en in te zetten middel). Kernboodschap De gemeente wil samen met u de kwaliteit van de Leidse binnenstad verbeteren. We zijn trots op onze stad en de gemeente is een betrouwbare partner om mee samen te werken. Communicatiemiddelen Interne middelen − Bijeenkomsten (lunchlezing). − Intranet, email en telefoon. − Personeelsmagazine Klapstuk. Externe middelen − Internet, leiden.nl. − Subsite Binnenstad met interactieve mogelijkheden, zoals chatten, weblog en webvideo/filmpjes. − CD-ROM. − Boekje met interviews bekende en onbekende Leidenaren. − Stadskrant (bijvoorbeeld een spread/advertorial) − Panelgesprekken met referentiegroepen (zoals verenigingen, bewoners). − Publieksmanifestaties (zoals fietstocht met historische fietsen, kaartenactie (waarin iedereen wens/droom binnenstad invult). − Bewonersbrieven, voorlichtingsbijeenkomsten. − Persberichten, rondleidingen door de stad (bijvoorbeeld bij persbijeenkomsten). − Een keer per jaar een bijeenkomst a la het raadsbezoek aan Maastricht (2008).
Organisatie van de communicatie De sturing op de communicatie van het programma Binnenstad ligt bij de programmanager en het programmateam: het bepalen van de communicatiestrategie en/of communicatiemomenten met de bijbehorende inzet van middelen. De sturing op de uitvoering van de diverse communicatie-inspanningen van het programma ligt bij het Team Communicatie en in de uitvoering wordt nauw samengewerkt met het programmateam. Er wordt een communicatiekalender opgesteld waar alle communicatieactiviteiten in vermeld staan. Daardoor kan er beter worden ingespeeld op de actualiteit en is er voldoende tijd om communicatie-inspanningen professioneel op te zetten. Voor de diverse communicatieactiviteiten worden separate plannen opgesteld. Communicatie-effectiviteit wordt regelmatig gemeten. Bijvoorbeeld burgerpanels, digitale enquêtes op de gemeentelijke website of overige interactieve vormen. B50 / 88
De financiële strategie Gezien de ambitie en de omvang van het programma Binnenstad zijn veel financiële middelen noodzakelijk. Deze middelen worden ingezet voor het uitvoeren van de vele inspanningen en voor de programmasturing (het programmabureau). Leiden heeft geen grote uitleglocaties meer en/of ander mogelijkheden om een groot volume aan middelen te genereren om de kosten voor de inspanningen te dekken. Leiden investeert in het komende decennium een zeer groot bedrag in de bereikbaarheid van de stad met onder andere de RijnGouwelijn, de Ringweg Oost en de Plesmanlaan. Derhalve moet om de inspanningen van het programma Binnenstad te realiseren een financiële strategie worden gekozen die: 1. De speciaal voor het programma Binnenstad CUP vrijgemaakte middelen (zie hierna) zo inzet dat co-financering door partners in de stad wordt gestimuleerd. 2. De beschikbare middelen van de gemeentebegroting zo efficiënt en effectief mogelijk inzet, gericht op de (nieuwe) inspanningen van het programma. 3. Marktpartijen (ontwikkelaars / beleggers) stimuleert om voor eigen risico en rekening projecten te ontwikkelen met bij voorkeur baten bij eventuele grondtransacties. 4. Subsidiering door Europa, het Rijk en de Provinciale overheid mogelijk maakt.
Deze strategie wordt uitgewerkt in de volgende acties: ad 1] CUP-middelen inzetten Voor het programma Binnenstad is nu tot en met 2014 een extra bedrag van € 900.000 beschikbaar ter dekking van de jaarlijkse inspanningen. Deze middelen zijn opgenomen in het College Uitvoeringsprogramma (“CUP-middelen”). Deze middelen worden vooralsnog ingezet op het realiseren van quick wins. Uiteraard leveren die quick wins een echte bijdrage aan de doelen, maar hebben ze ook een communicatieve waarde in het verleiden en verlokken van partners in de stad om ook bijdragen te leveren aan het programma. Het programma Binnenstad beoogt om deze jaarlijks beschikbare middelen ook na 2014 beschikbaar te krijgen. Ad 2] (nieuwe) inspanningen in de gemeentebegroting De meeste inspanningen moeten worden gedekt door de nu beschikbare capaciteit en middelen van de gemeentebegroting. Daartoe wordt het volgende uitgevoerd: • het inzichtelijk maken van de beschikbare capaciteit en middelen voor inspanningen van het programma Binnenstad; • te zoeken naar samenhang en synergie tussen reeds bestaande en voorgenomen initiatieven; • voorstellen uit te brengen voor het uitvoeren van inspanningen en prioritering; • co-financiering of alternatieve financiering te onderzoeken en te stimuleren. • waar nodig voorstellen uit te brengen met betrekking tot her-allocatie van capaciteit en middelen. Ad 3] Marktpartijen ondernemen voor eigen risico en rekening Om marktpartijen te stimuleren om te ondernemen moet de lokale overheid die partijen de ruimte geven. Daartoe is een beperking tot de publieke rol een belangrijk uitgangspunt. Daarnaast moet aan de markt worden gecommuniceerd dat: • de gemeentelijke investering in de bereikbaarheid van de stad een groot positief economisch effect heeft voor alle partijen in de stad; B51 / 88
• • • •
de visie op de ontwikkeling van de binnenstad kaderstellend is op hoofdlijn, op breed politiek draagvlak kan rekenen en een meerjarig commitment heeft; de gemeente bij ruimtelijk economische ontwikkelingen kiest voor de publieke rol en het initiatief van de markt wil faciliteren; de investering in de noodzakelijke parkeervoorzieningen wordt gedragen door marktpartijen en wordt gefinancierd uit het bijbehorende programma op de locatie (retail, kantoren, wonen e.d.); en het daarmee voor partners in de stad, belanghebbenden en marktpartijen mogelijk maakt om hun doelen te verwezenlijken – binnen de visie op de ontwikkeling van de binnenstad.
Derhalve is een communicatieve strategie noodzakelijk. Ad 4] Subsidiering door Europa, Rijk en Provincie Een meerjarige subsidiestrategie wordt opgezet, gericht op het verkrijgen van subsidies voor de inspanningen van het programma Binnenstad.
De kosten voor de programmasturing (het programmabureau) worden gedekt vanuit de gemeentebegroting en vallen buiten de financiële strategie.
B52 / 88
De monitoring en evaluatie Kwantificering van ambities In de techniek van een programma worden doelen voorzien van ambities en bijbehorende indicatoren om de ambities te kunnen monitoren. De ambities worden in kwantitatieve termen geformuleerd. Voor enkele van de hoofddoelen zijn geen gegevens beschikbaar, bijvoorbeeld op internationaal bezoek. Het formuleren van een ambitie is daarop dan ook nog niet mogelijk. Op enkele van de subdoelen is het formuleren van een kwantitatieve doelstelling alleen maar mogelijk door het kwantitatief maken van de waardering. Bijvoorbeeld: een hoger rapportcijfer voor de kwaliteit van de openbare ruimte. Veranderingen in denken & doen, het vergroten van investeringsbereidheid, het uitvoeren van ontwikkelingsprojecten, het beïnvloeden van waardering, etcetera is een zaak van langere termijn. Het realiseren van de doelen vergt dus een langere looptijd dan wellicht nu in het denken is verankerd. Wanneer ambitieuze kwantitatieve doelstellingen op te korte termijn moeten worden gerealiseerd, ontstaat het risico van teleurstelling bij het niet behalen van de doelen. Een afrekencultuur zal daarbij eerder een bedreiging voor het programma vormen dan een stimulans om er een schepje bovenop te doen. In de opdracht is het betrekken van partners verankerd. Deze partners hebben een belang in de binnenstad, maar ook uiteraard relevante expertise. Het programma Binnenstad wil de partners nadrukkelijk betrekken bij het formuleren van de kwantitatieve ambities. Door hen te betrekken wordt gebruik gemaakt van hun expertise en wordt het commitment aan de doelen van het programma vergroot. Dit heeft tot gevolg dat de ambities van het programma Binnenstad worden vastgesteld na consultatie van de betrokken partners in de stad, zo mogelijk vast te leggen in het af te sluiten convenant (zie hierna).
Monitoring van ambities Om te kunnen bepalen of de programmadoelen worden gerealiseerd zal monitoring en evaluatie worden toegepast. De monitoring richt zich op het volgen van de resultaten op de doelen. Vooral bij afwijking (zowel positief als negatief) zal evaluatie worden toegepast: een meer analytische beoordeling van de achterliggende oorzaken van de afwijking van de doelen. In de eerste plaats zullen dus de doelen worden gevolgd met behulp van indicatoren. Voor sommige doelen geldt dat de indicatoren niet beschikbaar zijn. Deze zullen dus ontwikkeld moeten worden. De voor het programma Binnenstad te gebruiken indicatoren, moeten voldoen aan de SMART-eisen: Specifiek, Meetbaar, Aanvaardbaar, Realistisch en Tijdgebonden. De drang naar volledigheid is altijd aanwezig en dit kan ook gemakkelijk leiden tot een overvloed aan indicatoren, waardoor de focus op het belangrijkste doel wordt versluierd. Daarom wordt gekozen om het aantal indicatoren beperkt te houden. Op deze manier blijft het geheel overzichtelijk en kan het programma zich richten op de speerpunten in de uitvoering. De doelen die niet door een indicator worden gemeten, kunnen op incidentele momenten met behulp van kengetallen worden beschreven. De hoofddoelen: Hoofddoel 1: Meer bezoekers B53 / 88
Doel: Meer bezoekers – de bewoners van de binnenstad, de inwoner van Leiden, de regioinwoner, de landelijke bezoeker en de internationale bezoeker) leggen een (herhaald) bezoek af aan de binnenstad van Leiden. Afgeleide doelen (zonder formulering van ambities) zijn: • Er worden meer bezoeken aan de binnenstad afgelegd door bezoekers en/of door herhalingsbezoek. • Het aantal combinatiebezoeken - meerdere activiteiten ondernemen in één afgelegd bezoek – neemt toe. • Het aantal meerdaagse bezoeken – bezoek met minimaal een één overnachting – neemt toe. Indicator 1A: Aantal dagbezoeken aan Leiden door Nederlanders Omschrijving: Het Continu Vakantie Onderzoek (CVO) meet het aantal toeristische dagbezoeken aan Leiden door Nederlanders, exclusief Leidenaren. Het kan gaan om winkelen, museumbezoek, stadswandeling e.d. Nulmeting: 2004 2005 2006 2007 2.371.000 1.867.000 2.188.000 2.100.000 Indicator 1B: Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden Omschrijving: Aantal overnachtingen in hotels en campings in Leiden. Het gaat om aantallen die bekend zijn bij de gemeentelijke belastingen, als basis voor de toeristenbelasting. Nulmeting: 2002 2003 2004 2005 2006 2001 182.382 193.109 192.391 186.122 177.058 203.005 Kengetallen bij hoofddoel 1: • Beschikbaar: aantal combinatiebezoeken (CVO) • Overweging: internationale bezoekers van Leiden (kengetal) • Overweging: aantal meerdaagse bezoeken (kengetal) Hoofddoel 2: Hogere bestedingen Doel: De totale bestedingen van bezoekers aan de binnenstad nemen toe. Afgeleide doelen (zonder formulering van ambities) zijn: • De bezoeker besteedt per bezoek een groter bedrag in de binnenstad. • De omzet van aanbieders in de binnenstad neemt toe ten gevolge van het toegenomen aantal bezoeken en/of de toename in het bestede bedrag per bezoek. • De werkgelegenheid in de binnenstad neemt toe ten gevolge van de omzetstijging en de zich uitbreidende vraag naar bezoekaanbod. • Het investeringsvermogen van de aanbieders en eigenaren in de binnenstad neemt toe. Indicator 2A: Gemiddelde bestedingen van dagbezoekers aan Leiden per bezoek per persoon. Omschrijving: In het CVO wordt gemeten hoeveel per bezoek per persoon wordt uitgegeven aan verschillende zaken. Er wordt onderscheid gemaakt tussen bestedingen in winkels, in horeca en overige bestedingen. Nulmeting: 2005 2006 2007 B54 / 88
Bestedingen in winkels Bestedingen in horeca Overige bestedingen Totaal
€ 15 € 15 €7 € 37
€ 11 € 16 €7 € 34
€ 16 € 16 €8 € 40
Indicator 2B: Detailhandelsomzet van ‘Leiden Centrum’ Omschrijving: Onderdeel van het koopstromenonderzoek is het opstellen van een lijst van winkelcentra gerangschikt naar detailhandelsomzet. Nulmeting: 1999 2004 1994 € 263 mln € 339 mln € 379 mln Kengetallen • Beschikbaar: aantal arbeidsplaatsen in de bezoekerseconomie (Bedrijvenregister ZuidHolland) • Overweging: ontwikkeling van een kengetal voor investeringsbereidheid van aanbieders en eigenaren in de binnenstad.
Hoofddoel 3: Hogere waardering Doel: De verschillende bezoekersgroepen hebben een hoge waardering voor het genoten aanbod in de binnenstad. Afgeleide doelen (zonder formulering van ambities) zijn: • De binnenstad van Leiden heeft een positief imago bij de verschillende potentiële bezoekersgroepen. Indicator 3A: Rapportcijfer Leidenaren voor historische binnenstad Leiden Omschrijving: Elk jaar wordt in de Stadsenquête aan Leidenaren gevraagd om de historische binnenstad van Leiden te vergelijken met die van Haarlem, Delft en Dordrecht en bovendien een rapportcijfer te geven voor de historische binnensteden van die vier steden. Nulmeting: 2002 2004 2005 2006 2007 2008 7,6 7,7 7,8 7,8 7,9 7,7 Indicator 3B: Beoordeling door Leidenaren van de Leidse binnenstad op 7 aspecten. Omschrijving: Elke twee jaar wordt in de Stadsenquête aan Leidenaren gevraagd om een oordeel te geven over de Leidse binnenstad als winkelcentrum. Ook wordt gevraagd naar de beoordeling van vier wijkwinkelcentra. Er worden zeven aspecten beoordeeld met een rapportcijfer. Nulmeting: 2004 2006 2008 Sfeer 7,1 7,3 7,3 Horeca 7,1 7,3 7,2 Looproutes 7,2 7,3 7,3 Hoeveelheid 6,9 7,1 7,2 Diversiteit 6,6 6,8 6,9 B55 / 88
Bereikbaarheid auto Parkeren Totaal/gemiddeld
5,2 5,1 6,5
5,4 5,4 6,7
5,5 5,4 6,7
Kengetallen • Beschikbaar: geen • Overweeg: ontwikkeling van een kengetal voor de waardering voor binnenstad door niet Leidse bezoekers: (regionaal, nationaal en internationaal). • Overweging: Ontwikkeling van een kengetal voor het imago van Leiden / Leidse binnenstad (LAgroup. leisure & arts consulting)
De subdoelen Voor het monitoren van de subdoelen zullen kengetallen worden gehanteerd die wanneer relevant in rapportages worden opgenomen.
Indicatorenregistratie De indicatoren van het programma Binnenstad – en ook de dan geformuleerde ambities zullen bestuurlijk worden vastgesteld bij besluitvorming over de uitvoering van het programma. Vervolgens zullen ze worden opgenomen in het kwaliteitszorgsysteem m.b.t. de indicatoren van de gemeente Leiden. Ook veranderingen aan de indicatoren zijn dus onderhevig aan bestuurlijke besluitvorming. Dit geldt niet voor de kengetallen.
B56 / 88
DEEL III – De uitvoering van programma Binnenstad in 2009
Uitvoeringsprogramma 2009 In het concept Uitvoeringsprogramma 2009 zijn de inspanningen opgenomen, die: 1. worden gefinancierd met CUP-middelen van 2009. 2. in 2009 moeten worden uitgevoerd en vooral capaciteit vergen van de afdelingen, maar niet perse financiële middelen. Besteding CUPmiddelen 2009: Onderdeel Openbare ruimte
Entree van de Stad Monumenten
Promotie Totaal budget
Budget € 57.500 € 30.000 € 20.000 € 150.000 € 42.500 € 250.000 € 50.000 € 50.000 € 250.000 € 900.000
Inspanning Fiets Fout Fiets Weg Pilot bloembakken aan bruggen Onderzoek wonen boven winkels Opknappen Breestraat Nog in te vullen Opknappen Beestenmarkt Stimuleren historische winkelpuien Te kiezen uit: extra stimulering historische. winkelpuien contouren in straat Leiden Marketing
Het definitieve Uitvoeringsprogramma Binnenstad 2009 is als een los document toegevoegd aan dit programma.
B57 / 88
Bijlage 1: Gegevens Inleiding Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de feiten die gebruikt zijn voor het maken van een analyse van de Leidse binnenstad. Deze gegevens zijn afkomstig van verschillende bronnen: • onderzoeken waar Leiden aan deelneemt: Continu Vakantie Onderzoek, Koopstromenonderzoek, Bedrijvenregister Zuid-Holland. • Specifiek onderzoek naar: o Ruimtelijk-economische ontwikkelpotenties (Ecorys) o Retail in de Leidse binnenstad (Dallinga Retail en Vastgoed Advies) o Bezoekerswensen (Enquête tijdens Open Monumenten Dagen 2008) De gegevens worden telkens samengevat, met verwijzing naar het bronmateriaal. De geografische ligging van Leiden: 49. Leiden ligt in de Randstad aan de A4 en de A44 - de Noord Zuid verbinding – en aan de Oost - West verbinding (N11 - N206). 50. Leiden ligt dichtbij economische centra als Den Haag, Amsterdam en ook Haarlem, Zoetermeer en Alphen aan de Rijn.
Bron: Ecorys onderzoek
De (beroeps) bevolking: 51. In Leiden en ook in de regio Holland Rijnland zal het aantal inwoners tot 2025 nauwelijks groeien. 52. In Leiden en ook in de regio zal de ontwikkeling van het aantal inwoners fors verschuiven naar leeftijdscategorie 65+. Ontwikkeling aantal inwoners in HR 2000-2025 gebied / leeftijd
2000 2008 2015 aantallen (* duizend)
2020
2025
ontw. 2008-25 %
totaal HR 0 t/m 19 jaar 20 t/m 64 jaar 65+
384,6 95,4 240,3 48,9
390,5 94,3 240,7 55,5
389,4 87,1 233,8 68,4
392,2 84,4 230,9 76,9
394,9 82,3 227,5 85,1
+4,4 -12,0 -13,2 +29,6
+1,1% -12,7% -5,5% +53,2%
Leiden 0 t/m 19 jaar 20 t/m 64 jaar 65+
117,2 24,9 78,6 13,7
116,9 24,6 78,4 13,9
117,1 24,3 75,4 17,5
117,8 23,8 74,1 20,0
117,9 22,9 72,7 22,3
+1,0 -1,7 -5,7 +8,4
+0,8% -7,0% -7,3% +60,6%
Bron: BOA – Bevolkingsprognose regio Holland Rijnland 2008 B58 / 88
53. Leiden zal tot 2025 een toename kennen van 14,5% in het aantal eenpersoonshuishoudens, waar dit aantal de regio met 23.5 % zal groeien. Ontwikkeling aantal huishoudens in HR 2000-2025 gebied / hh type
2000 2008 2015 aantallen (* duizend)
2020
2025
ontw. 2008-25 %
totaal HR eenpersoons meerpersoons
164,7 58,8 105,8
172,0 64,6 107,4
178,8 70,5 108,3
184,1 75,3 108,8
188,3 79,8 108,5
+16,3 +15,2 +1,1
+9,5% +23,5% +1,0%
Leiden eenpersoons meerpersoons
60,1 30,0 30,1
61,4 31,0 30,4
62,5 32,0 30,5
64,0 33,8 30,2
65,3 35,5 29,8
+3,9 +4,5 -1,0
+6,4% +14,5% -2,0%
Bron: BOA – Bevolkingsprognose regio Holland Rijnland 2008
54. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens was in 2004 € 28.700 en is er in de meeste gevallen op vooruit gegaan t.o.v. 2003. 55. Vergeleken met de G31 is de inkomenssituatie van Leidse huishoudens goed te noemen: in een rangorde staat Leiden op de vierde plaats. In een zelfde vergelijking met de regiogemeenten komt Leiden er minder goed uit: dan neemt de stad de onderste positie in.
38,5
Oegstgeest Warmond
36,6
V oorhout
36,5
V oorschoten
35,9
Zoeterw oude
35,4
Leiderdorp
33,5
Rijnsburg
33,5
Noordw ijkerhout
33,2
Sassenheim
32,9
Noordw ijk
32,5
A lkemade
32,3
Lisse
32,0
V alkenburg
31,6
Hillegom
31,3
Katw ijk
30,6 28,3
Leiden 0,0
10,0
20,0
30,0
40,0
50,0
Bron: BOA – Regionaal Inkomens Onderzoek 2004
56. De beroepsbevolking in Leiden is zeer goed opgeleid in vergelijking tot De G27 steden en in vergelijking tot Nederland: 57% heeft een hoge opleiding (cijfers 2006).
B59 / 88
Leiden
man
19%
vrouw
10%
totaal
62% 28%
57%
25%
vrouw G27
53%
28%
15%
man
Nederland
28%
41%
20%
totaal
42%
22%
man
38%
41%
26%
vrouw
30%
46%
24%
33%
45%
0%
25% laag
36%
44%
21%
totaal
35%
31%
50%
midden
75%
100%
hoog
Bron: BOA – CBS – Enquete Beroeps Bevolking 2006
57. De werkgelegenheid in de bezoekerseconomie is na 2002 afgenomen. 58. Dit is vooral toe te rekenen aan de detailhandel, de werkgelegenheid in de overige sectoren is min of meer constant gebleven. SBI 52 55 61 92
1999
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
Detailhandel en reparatie Horeca Vervoer over water Cultuur,sport en recreatie Totaal
3.934 1.520 13 905 6.372
3.926 1.584 14 937 6.461
3.906 1.504 16 916 6.342
3.890 1.500 14 891 6.295
3.510 1.543 12 841 5.906
3.488 1.430 10 900 5.828
3.597 1.403 14 904 5.918
3.408 1.464 12 960 5.844
Excl SBI-52
2.438
2.535
2.436
2.405
2.396
2.340
2.321
2.436
Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland
59. Van de werknemers die in Leiden werken, woont in 2006 40% in Leiden, 31% in de regio Holland Rijnland, 19% op overige locaties in Zuid-Holland en 10% buiten Zuid-Holland. Werkt in Holland Rijnland, woont in... overig Holland Rijnland
55%
Leiden
19%
overig Zuid-Holland
13%
overig Nederland
12%
Werkt in Leiden, woont in… 40%
Leiden overig Holland Rijnland
31% 19%
overig Zuid-Holland overig Nederland
10% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Bedrijvenregister Zuid-Holland 2006 B60 / 88
De bezoekers en bezoekgedrag: 60. Het aantal bezoekers afkomstig uit het binnenland aan Leiden – aanname de binnenstad van Leiden – is sinds 2002 niet sterk gestegen, zelfs in de tussenliggende jaren gedaald. 61. Het aantal afgelegde bezoeken per bezoeker is sinds 2002 gedaald. 62. Het aantal afgelegde bezoeken in 2005, 2006 en 2007 is lager dan 2002, 2003 en 2004. 63. De gemiddelde besteding per bezoek is sinds 2003 gelijk gebleven. 64. Na ‘winkelen’ vormt het ‘museumbezoek’ de belangrijkste hoofdreden van een bezoek aan Leiden. Binnenlandse bezoekers Aantal bezoekers Gemiddeld aantal bezoeken Binnenlandse bezoeken • waarvan hoofdreden winkelen • waarvan hoofdreden museum • waarvan hoofdreden evenement Gemiddelde besteding per bezoek •
waarvan in winkels
•
waarvan in horeca
Waardering van het bezoek
Leiden 2002 945.000 2,6 2.438.000 37% 20% 8% Geen opgave Geen opgave Geen opgave Geen opgave
Leiden 2003 878.000 2,6 2.258.000 27% 19% 5% € 38 € 15 € 15 Geen opgave
Leiden 2004 853.000 2,8 2.371.000 33% 15% 6% Geen opgave Geen opgave Geen opgave Geen opgave
Leiden 2005 821.000 2,3 1.867.000 34% 18% 10%
Leiden 2006 914.000 2,4 2.188.000 28% 20% 10%
Leiden 2007 955.000 2,2 2.100.000 38% 15% 4%
€ 37
€ 34
€ 40
€ 15
€ 11
€ 16
€ 15
€ 16
€16
7,6
Geen opgave
Geen opgave
Bron: Continu Vakantie Onderzoek
65. Sinds 2005 is het museumbezoek aan de Leidse musea jaarlijks toegenomen. Musea en monumenten
2000
2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Naam instelling De Lakenhal in Scheltema Hortus botanicus Leiden Museum Boerhaave Museum Volkenkunde Naturalis Regionaal Archief Leiden Rijksmuseum van Oudheden SieboldHuis Stedelijk Molenmuseum De Valk Stedelijk Museum De Lakenhal The Pilgrim Archives Wagenmakers Museum Totaal toe-/afname t.o.v. het voorgaande jaar
-
6.589 7.858 69.846 72.396 77.148 81.118 75.056 83.786 84.250 80.598 31.042 29.714 29.741 33.555 41.830 34.096 34.859 32.008 43.423 56.582 69.096 86.966 87.603 86.029 88.759 78.094 245.240 240.041 262.821 239.370 238.050 246.450 248.720 243.924 7.580 7.561 7.122 6.953 6.486 6.560 6.260 9151 190.804 136.101 108.319 141.733 97.000 77.750 94.001 122.671 10.932 gesloten gesloten gesloten gesloten 11.658 15.635 15.929 25.186 37.404
27.552 50.736
23.636 35.861 280
27.347 27.251 22.643 23.997 24.954 41.587 31.600 31.383 119.427 36.075 244 500 310 518 480 3.000 1.200 1.500 2.000 gesloten 661.457 620.683 614.024 661.873 606.576 602.165 725.015 651.742 -6%
-1%
8%
-8%
-1%
20%
Bron: Museumgroep Leiden
NB In 2006 hebben de Rembrandt tentoonstellingen in de Lakenhal een eenmalig fors groter publiek getrokken. Stel dat de deze toename rond de 85.000 bezoekers betrof, dan zou het reguliere totaal in 2006 uitkomen op 640.000 bezoekers. Dit past binnen de stijgende lijn sinds 2004. De officieuze resultaten over 2008 laten een groei van 7% ten opzichte van 2007 zien.
B61 / 88
-10%
66. Het aantal overnachtingen is sinds 2002 nauwelijks veranderd met uitzondering van een piek in het Rembrandtjaar 2006: zo rond de 185.000 – 190.000 2001
Aantal hotel- en campingovernachtingen in Leiden
2002
2003
2004
2005
2006
2007 * 182.382 193.109 192.391 186.122 177.058 203.005 184.000
Bron: Gemeente Leiden, afd. Belastingen * voorlopig cijfer
67. De koopkrachtbinding van Leiden op de bewoners van de regio Leiden neemt af. 1994 Percentage van de bestedingen aan niet-dagelijkse goederen van inwoners van de regio ‘Leiden e.o.’ dat in Leiden wordt besteed.
1999 54%
2004 49%
Bron: Koopstromenonderzoek Zuid-Holland
68. De detailshandelomzet van ‘Leiden Centrum’ is in de afgelopen 10 jaren toegenomen. 1994 1999 2004 € 263 mln € 339 mln € 379 mln
Detailhandelsomzet van ‘Leiden Centrum’ Bron: Koopstromenonderzoek Zuid-Holland
69. Ecorys zegt: Leiden-Centrum verliest terrein: marktaandeel van niet-dagelijkse goederen in de provincie Zuid-Holland daalde van 4,5% in 1988 naar 3,1% in 2004 (bron: Koopstromenonderzoek Zuid-Holland) 70. De Koopkrachtbinding van Leiden-Centrum met de bevolking van Leiden is 52%, van alle omzet in Leiden-centrum wordt 45% behaald door bestedingen van niet-Leidenaren (=toevloeiing) Dit is vergelijkbaar met Alphen aan de Rijn (voor uitbreiding Stadshart) en lager dan Lisse.
Economie in de regionale context 71. Leiden zal een gezonde groei kennen van de dienstensector (2,7% in de periode 200511, NL = 2,5%); 72. Leiden zal een sterke groei kennen in de industrie o.m. Bio Science (3,1% in de periode 2005-11, NL=2,2%).
Dienstensector Agglomeratie Haarlem Groot-Amsterdam Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie 'sGravenhage Oost-Zuid-Holland Nederland total
Industriesector Agglomeratie Haarlem Groot-Amsterdam Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie 'sGravenhage
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2005- 20062012 2012
3.548 41.090
3.620 42.643
3.680 44.589
3.739 46.067
3.797 47.358
3.856 48.747
3.916 50.177
3.977 51.628
1,64% 1,58% 3,31% 3,24%
6.314
6.538
6.767
6.931
7.078
7.245
7.423
7.606
2,70% 2,55%
18.440 18.932 19.432 19.757 20.035 20.358 20.704 21.060 1,92% 1,79% 4.797 4.981 5.184 5.318 5.432 5.566 5.711 5.862 2,90% 2,75% 292.325 302.945 314.087 321.574 327.935 335.097 342.653 350.388 2,62% 2,45%
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2005- 20062012 2012
605 4.903
608 4.969
637 5.151
653 5.270
669 5.394
687 5.524
707 5.662
726 5.800
2,64% 3,00% 2,43% 2,61%
1.733
1.793
1.851
1.894
1.942
1.992
2.047
2.103
2,80% 2,69%
2.379
2.415
2.439
2.459
2.480
2.502
2.525
2.547
0,98% 0,89% B62 / 88
Oost-Zuid-Holland 1.663 1.730 Nederland total 94.635 96.608 Bron: Ecorys rapportage - ERP 2008
1.786 99.106
1.803 1.826 1.854 1.890 1.928 2,13% 1,82% 100.253 101.637 103.202 105.036 106.905 1,76% 1,70%
73. Leiden is de tweede aankoopplaats voor winkelen in de regio, na Den Haag Er is een enorme dynamiek in de regio. Alleen al gerealiseerd in 2007: • Den Haag-Centrum (Grote Marktstraat, Haagse Passage) • Hoofddorp-Centrum (Vier Meren, Polderplein • Cruquius • Leiderdorp
Bron: Ecorys rapportage – Locatus 2008
74. De Leidse binnenstad is de belangrijkste aankoopplaats in de directe regio en heeft een sterke positie in ‘fun’. 75. De (sub)regionale centra versterken zich: Alphen a/d Rijn-Stadshart, LeiderdorpWoonboulevard, Winkelhof, IKEA; Katwijk-Valkenburg, Katwijk-Centrum. Alphen ad Rijn-Stadhart heeft een belangrijke sprong gemaakt zowel in schaal als branchering (meer fun). De (sub)regionale centra versterken zich: • Alphen a/d Rijn-Stadshart, Dutch Oval, FOC? • Leiderdorp-Woonboulevard, Winkelhof, IKEA? • Katwijk-Valkenburg, Centrum
Bron: Ecorys rapportage – Locatus 2008
B63 / 88
76. De planvoorraad kantoren in de regio Holland Rijnland bedraagt 415.000 m² bvo tot 2015. Deze omvang bedraagt 70% van de bestaande kantorenvoorraad in de regio. Overzicht ontwikkellocaties kantoren Holland Rijnland W4 (Elisabethhof, Vierzicht, Bospoort, Grote Polder, Meerburgerpolder, Roomburg) Leiden Centraal Bio Science Park (Leeuwenhoek, Nieuw Rhijngeest) Overig (Voorschoten NS, binnenstad Leiden, Lammenschans, Zanderij Katwijk, Leiden Noord) Totaal
Omvang 2 153.500 m bvo 2 64.000 m bvo 2 102.500 m bvo 95.000 m2 bvo 415.000 m2 bvo
Bron: Economische Agenda Holland Rijnland, november 2007
77. De woningbouwproductie van Leiden is beperkt. Beperkte productie Leiden: • Groenoord (ca. 700 woningen) • Nieuw Leyden (ca. 700 woningen) • Roomburg (900 à 1.000 woningen) Grote impuls Valkenburg: +4.000 tot +6.250 won. De prijzen liggen op Randstadniveau. Sterke woonfunctie in de regio (Rijnsburg, Zoeterwoude, Voorschoten, Warmond), maar tevens economische functies zwak vertegenwoordigd. Bron: Ecorys rapportage – Primos 2008
Leiden specifiek: retail 78. Het zwaartepunt van de bewinkeling is langs de assen Haarlemmerstraat en Breestraat. 79. Er zijn weinig winkels in tussenliggende dwarsstraatjes, maar op veel locaties zijn interessante zwerfgebieden. 80. Er is nauwelijks bewinkeling op de Hooigracht en Langegracht. 81. Het hart van het A1 winkelgebied wordt gevormd door de Haarlemmerstraat.
Bron: Ecorys rapportage
Bron: rapportage RGL, maart 2008 huurprijzen winkelassen
B64 / 88
82. Noties over retail in de binnenstad (bron: Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008): • De Haarlemmerstraat is erg lang met “aflopende” uiteinden • De V&D ligt a-centrisch en is geen onderdeel van “rondje” • Aalmarkt project heeft te weinig retailmassa om substantieel andere passantenstromen op gang te brengen. • De Breestraat wordt steeds meer een straat van “bestemmingswinkels” omdat het feitelijk geen deel uitmaakt van het A1 kernwinkelgebied • Er is te weinig aanbod grotere units voor retailers (> 1000 m2)
Drukst
Naarmate groen donkerder is, zijn er meer passanten. (bron Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008 o.b.v. Locatus)
83. Private investeringen en concrete realisaties blijven uit. De V&D dateert uit 1967 en is sindsdien nooit grootscheeps verbouwd. Voor project Aalmarkt vind een heroriëntatie plaats, het project loopt inmiddels meer dan 10 jaar en ‘startbouw’ laat voorlopig op zich wachten (bron: Dallinga retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008). 84. Een benchmark van Leiden vergeleken met de detailhandel van de binnensteden van Den Bosch, Maastricht levert op: • Leiden heeft een laag wvo per inwoner (0,74 m²) • Slechts 8 units van 1.000 m² of groter (V&D, Hoogvliet, C&A, Bristol, Hema, Digros, Vogele Mode, De Slegte). In Den Bosch zijn het er 11 en 13 in Maastricht. De helft van deze grote units wordt beschouwd als ‘voorziening van basiskwaliteit’. • Formules (>1.000 m²) die wel in de andere steden gevestigd zijn: Bijenkorf, Perry Sport, Intersport, AH, Esprit, Zara, New Yorker. • Leiden mist dus grootschalige warenhuizen, sportzaken en hoogwaardige kledingwinkels. • Laag aandeel ‘Kleding & mode’ branche: 22%. In Den Bosch is dat 32%, Maastricht 35%. • Laag aandeel ‘Warenhuis’ branche: 8%. In Den Bosch is dat 11%, Maastricht 15%. Het aandeel warenhuis loopt landelijk gezien terug. • Leiden heeft in vergelijking met andere steden veel minder merken, ketenwinkels en franchise-winkels in de binnenstad.
B65 / 88
Bron: Ecorys rapportage 2008
Bron Dallinga Retail en Vastgoed Advies - Onderzoek 2008 o.b.v. Locatus):
85. De beoordeling van Leidenaren voor de Leidse binnenstad als winkelcentrum is sinds
2004 toegenomen. Sfeer Horeca Looproutes Hoeveelheid Diversiteit Bereikbaarheid auto Parkeren Totaal/gemiddeld
2004 7,1 7,1 7,2 6,9 6,6 5,2 5,1 6,5
2006 7,3 7,3 7,3 7,1 6,8 5,4 5,4 6,7
2008 7,3 7,2 7,3 7,2 6,9 5,5 5,4 6,7
Bron: Stadsenquête Leiden
86. Evenals in eerdere jaren worden drogisterij- en parfumerie artikelen het vaakst in Leiden zelf (de binnenstad of elders in Leiden) gekocht. Ruim negen op de tien respondenten koopt dit in Leiden. Andere artikelen die veelal in Leiden zelf worden gekocht zijn kleine elektrische apparaten, schoenen/lederwaren en kleding. Voor de aankoop van meubels en woninginterieur gaat men meestal ergens anders naar toe in of buiten Holland Rijnland, met name naar Leiderdorp of Zoeterwoude. B66 / 88
87. Driekwart van de Leidenaren winkelt wel eens gewoon voor de gezelligheid. Naast Leiden worden Den Haag en in mindere mate Amsterdam regelmatig bezocht voor funshopping. Rotterdam en Utrecht worden hiervoor veel minder bezocht. Drogisterij, parfumerieartikelen 2004
65%
2006
66%
26%
5% 3%
2008
66%
27%
5% 3%
25%
8% 2%
Kleine electrische app. 73%
2004
7%
77%
2006
69%
2008
16% 9%
4%
9%
13%
11%
5% 7%
Schoenen en lederw aren 2004
75%
5% 4%
16%
2006
76%
5% 3%
16%
2008
75%
5% 3%
16%
Dames en herenkleding 72%
2004
4% 4%
74%
2006
76%
2008
20%
5% 3%
18%
4% 3%
16%
Grote electrische app. 60%
2004
3%
59%
2006
55%
2008
29%
9%
7%
20%
9%
12%
23%
13%
Meubels,gordijnen en w oninginterieur 2004
34%
4%
2006
33%
7%
2008
31%
9%
40%
22%
33%
28%
35%
24%
Fun shoppen 57%
2004
3% 5%
63%
2006
6% 3%
65%
2008 0%
25% binnenstad
36%
50% elders in leiden
28%
4% 3%
28% 75%
Holland Rijnland
100%
Buiten de regio
Bron: Stadsenquête 2008
B67 / 88
Leiden specifiek: Bereikbaarheid en Parkeren 88. De auto vormt het grootste aandeel in het vervoersmiddel waarmee Nederlandse bezoekers naar Leiden komen: 57% auto, 19% trein, 12% fiets.
2007
59%
2006
19%
52%
2005
35%
56%
2004
2002 10%
auto
20%
30%
trein
7% 30%
65% 0%
3% 4%
31%
62%
12% 4% 6%
30%
54%
2003
8%
22% 40%
50%
s treekvervoer
60%
fiets
70%
80%
6% 4% 4%
6% 90%
5% 100%
anders
Bron: Continu Vakantie Onderzoek 2007
89. Op gebied van parkeren kenmerkt Leiden zich door versnippering van parkeerlocaties; is er geen hiërarchie in P-voorzieningen; zijn er nauwelijks oriëntatie punten; is de kwaliteit van de garages matig en is er geen echte parkeerring (bron Ecorys onderzoek 2008)
Bron: Ecorys rapportage
B68 / 88
90. Inwoners uit de Binnenstad moeten hun auto gemiddeld het verst van huis parkeren, maar beoordelen hun parkeermogelijkheden toch vrijwel gemiddeld. Dit kan te maken hebben met de uitgifte van vergunningen en/of omdat ze beseffen dat een zekere mate van parkeerproblemen bij de Binnenstad hoort. Index beoordeling van parkeermogelijkheden bij huis per district (5 is het meest positief, 0 is het meest negatief) Beoordeling Beoordeling mate Beoordeling voor parkeren voor van zoeken naar bezoekers Gemiddelde van de ∆2007 zichzelf als men juiste parkeerplaats (door alle drie beoordelingen tov 2005 geen privéplek heeft Leidenaren)
Totaal District Binnenstad- Zuid Binnenstad- Noord Leiden Noord Roodenburgerdistrict Bos-en Gasthuisdistrict Morsdistrict Merenwijkdistrict Stevenshofdistrict Bron: Stadsenquête 2007
2005
2007
2005
2007
2005
2007
2005
2007
3,4
3,4
2,9
2,7
2,8
3,0
3,0
3,0
.
3,8 3,1 3,4 3,5 3,6 3,7 3,5 2,0
3,6 3,4 2,6 3,4 3,8 3,7 3,7 2,8
2,6 2,5 2,9 3,1 3,1 3,4 3,3 1,9
2,6 2,8 2,3 3,0 3,4 3,4 3,4 2,5
2,4 1,8 2,9 3,1 3,3 3,6 3,1 2,0
2,9 2,8 2,6 3,1 3,5 3,7 2,9 2,3
2,9 2,5 3,1 3,2 3,3 3,6 3,3 2,0
3,0 3,0 2,5 3,2 3,5 3,6 3,3 2,5
. + . . . . +
91. De fiets wordt met name gebruikt voor het doen van boodschappen (winkelen) of als vervoermiddel naar het werk, school, binnenstad of het station. Naar doelgroep zijn er, logische, verschillen. Zo gebruiken 35-plussers de fiets relatief vaker om boodschappen te doen, 55-minners om naar het werk of school te gaan en 55-plussers om tochtjes te maken. Belangrijkste doelen fietsgebruik (in % fietsers, meerdere antw. mogelijk) 2003 2004 2005 Boodschappen doen/winkelen 59% 58% 58% Naar werk/ school 41% 35% 41% Naar binnenstad, station 33% 28% 36% Om tochtjes te maken 15% 20% 18% Naar familie/ vrienden/ bezoek 14% 16% 17% Naar hobby/ cursus/ uitgaan 12% 16% 12% Voor alles 13% 22% 14% Kinderen naar school 5% 6% 5% Bron: Stadsenquête 2007
2007 60% 41% 35% 18% 14% 12% 11% 6%
Leiden specifiek: beoordeling door de Leidse inwoners 92. Het rapportcijfer van Leidenaren naar de waardering van de Leidse binnenstad in vergelijking tot Haarlem, Delft en Dordrecht is sinds 2002 stabiel, maar in vergelijking tot 2007 afgenomen.
Rapportcijfer Leidenaren voor historische binnenstad Leiden
2002 7,6
2004 7,7
2005 7,8
2006 7,8
2007 7,9
2008 7,7
Bron: Stadsenquête Leiden
93. De top drie van de door alle bewoners ervaren problemen van Leiden zijn in 2007
parkeerproblemen, overlast door vuil en verkeersproblemen. Dit geldt eveneens voor de bewoners van de districten Binnenstad-Zuid, Binnenstad-Noord en het Stationsdistrict.
1. 2. 3. 4.
parkeerproblemen overlast door vuil verkeersproblemen Overige problemen (6 stuks)
2000 26% 13% 12% 6% - 2%
2002 23% 20% 10% 7% - 4%
2004 27% 13% 13% 8% - 3%
2007 19% 16% 11% 10% - 3% B69 / 88
Bron: Leefbaarheidsmonitor Leiden 2007
94. De stad Leiden is onlosmakelijk verbonden met zijn historische kern. Dit blijkt ook wel als de Leidenaren wordt gevraagd om aan te geven welke aspecten Leiden aantrekkelijk maken voor een stadsbezoek. Het historische karakter en de (oude) binnenstad worden hierbij het vaakst genoemd, maar ook de verschillende musea, de binnenstad, de gezellige sfeer, de grachten, het culturele aanbod, de terrasjes en het dorpse karakter. Ruim zeven op de tien Leidenaren geeft aan zelf ook wel eens door de stad te wandelen om van de historische kern van Leiden te genieten. Meest aantrekkelijke bezoekaspecten Leiden 1. Historische/oude binnenstad (gebouwen)/ monumentale karakter 2. Musea 3. Binnenstad 4. Gezelligheid en sfeer, inclusief 3 oktober/lakenfeesten 5. Grachten/singels 6. Cultureel aanbod en activiteiten 7. Terrasjes, cafeetjes, restaurants, uitgaansmogelijkheden 8. Kleinschalig, overzichtelijk, alles op loopafstand, voelt als een dorp waar alles is 9. Hofjes, smalle straatjes 10. De Burcht 11. Winkels, winkelstad 12. Centrale ligging, goede bereikbaarheid met OV 13. Universiteitstad 14. Kerken, met name Pieterskerk 15. Rustige woonomgeving 16. Rapenburg 17. Markten 18. Het groen Bron: Stads enquête 2008
2008 35% 22% 15% 12% 11% 7% 6% 4% 3% 3% 3% 2% 2% 2% 2% 1% 1% 1%
2007 39% 17% 21% 13% 13% 5% 7% 4% 4% 2% 1% 4% 2% 2% 1% 1% 1% 0%
95. De Leidenaar drukt de tevredenheid over de levendigheid van Leiden uit in een rapportcijfer: gemiddeld een 7,1. Dit is lager dan twee jaar geleden toen het gemiddelde een 7,3 was. Vier op de tien Leidenaren geeft een acht of hoger, eenderde een zeven en een kwart beoordeelt de levendigheid met een 6 of lager. In de grafiek is te zien dat Leidenaren met een lagere opleiding een lagere beoordeling geven. Totaal 2006 (7,3)
23%
Noord (6.9)
45%
32%
31%
Zuid (7.2)
Man (7.0)
36%
25% 23%
18-34 (7.2)
22%
35-55 (7.1)
39%
36%
44%
46%
32% 35%
27%
Lagere opleiding (6.7)
41%
32%
25%
55+ (7.0)
43%
37%
23%
Vrouw (7.1)
40%
35%
38%
31%
40%
Middelbare opl. (7.0)
39%
36%
15% 0%
29%
35%
26%
Hogere opleiding (7.3)
39%
30%
20%
West (7.1)
41%
34%
25%
Midden (7.2)
43%
44%
13%
Totaal 2008 (7.1)
25% 6 of lager
49% 50%
75% 7
100%
8
Bron: BOA: Stadsenquête 2008
B70 / 88
Tot slot is aan alle bezoekers van de binnenstad gevraagd of ze nog verbetertips hebben. Er volgt een groot scala aan antwoorden met betrekking tot parkeren, diversiteit winkels, horeca, etc. Onderstaand de top 10: 1. Meer parkeergelegenheid (dicht bij het centrum of aan de rand van de binnenstad) 2. Bereikbaarheid binnenstad per auto moet beter, betere doorstroming 3. Onderhoud Centrum kan schoner/netter 4. Voorzieningen voor fietsers: fietspaden, meer fietsenstallingen 5. Winkelaanbod binnenstad: meer diversiteit, meer speciaalwinkels 6. Verkeersveiligheid 7. Kosten parkeren in het centrum: te duur/overal betalen 8. Meer sfeer in binnenstad 9. Autovrije of autoluwe binnenstad 10. Betere looproutes, meer voetgangersgebied
101x 47x 39x 33x 29x 22x 16x 15x 11x 10x
Bron: BOA: Stadsenquête 2008
B71 / 88
Bijlage 2: Een aantrekkelijke binnenstad (Ecorys) Visievorming aan de hand van de hoofdvraag: Welke functionele en ruimtelijke aspecten maken een binnenstad aantrekkelijk? 1. Richten op een breed publiek: Binnensteden kunnen een sterkere positie verkrijgen door zich op een breed publiek te richten. Gezinnen met kinderen, ouderen, toeristen en zakelijke bezoekers zijn belangrijke doelgroepen. De aanwezigheid van functionele deelgebieden leidt tot herkenbaarheid en binding hetgeen uiteindelijk in hogere bezoekfrequenties resulteert. Hiervoor kunnen deelgebieden als A1-gebied2, hoogwaardig kwalitatieve gebieden en dwaalgebieden met vooral zelfstandige detailhandel voorzieningen als voorbeeld dienen. 2. Kwaliteitsverbreding: Het voorzieningenaanbod moet van goede kwaliteit zijn, met een goede uistraling en van alle prijsniveaus. Alle categorieën consumenten kunnen pas dan naar tevredenheid hun inkopen doen. Het merendeel van de publiek richt zich op de main stream producten, maar de aanwezigheid van bijzondere artikelen wordt ook gewaardeerd. Kwaliteit betekent ook het voortdurend actualiseren van het aanbod. Producten en formules moeten zich vaak vernieuwen zodat consumenten steeds weer verrast worden. 3. Evenementen en speciale attracties: Het organiseren van evenementen zoals festivals, muziekevenementen, themajaren (Rembrandtjaar) en bloemenmarkten kan een positieve invloed hebben op de economische resultaten van de binnensteden. 5. Versterking onderscheidend vermogen: De aanwezigheid van typische lokale kenmerken die de unique selling points van de binnenstad zijn. Hierbij kunnen we denken aan bekende warenhuizen in bijzondere gebouwen, flagshipstores (nieuwe formules) en lokale bedrijven met geheel eigen uitstraling. De historische binnenstad vormt een unique selling point. 6. Versterking woonfunctie binnensteden: Binnensteden hebben van oudsher een woonfunctie. Door de nabijheid van het openbaar vervoer, de voorzieningen en de (historische) sfeer is het wonen in de binnensteden aantrekkelijk. Inwoners van de binnenstad verhogen de sociale veiligheid en zorgen ook na sluitingstijd van de voorzieningen voor een levendig karakter. 7. Scheppen van ruimte: het gebrek aan ruimte voor vestiging van publiekverzorgende voorzieningen is een van de grootste bedreigingen voor de binnenstad. Veel partijen worden hierdoor genoodzaakt om buiten het centrum of zelfs buiten de gemeentegrenzen naar ruimte te zoeken. Herontwikkeling schept mogelijkheden voor het realiseren van nieuwe voorzieningen. 8. Een aantrekkelijke openbare ruimte: door het opwaarderen van de kwaliteit van de openbare ruimte wordt het onderscheidend vermogen van binnensteden bevorderd. Een aantrekkelijke en goed onderhouden openbare ruimte is het visitekaartje voor de gemeente en voor inwoners en bezoekers. Ook verhoogt een hoge kwaliteit van de openbare ruimte de waarde van het vastgoed en zal de bereidheid van eigenaren om te investeren in de kwaliteit van het vastgoed toenemen. 9. Verbeteren bereikbaarheid en parkeermogelijkheden: Deze twee aspecten behoren tot de ‘hot issues’ van de binnenstedelijke problematiek. Een goede (regionale) bereikbaarheid zowel met de auto als met het openbaar vervoer én het bieden van 2
In een A1 gebied komen de grootste groepen winkelende mensen. Daar zitten vooral de landelijke merken en ketens. Deze kunnen ook de hoogste huren betalen. A1 is dus een maat voor aantal, niet voor de aanduiding van een ‘kwaliteitwinkel’. Juist de speciaal- en kwaliteitwinkels zoeken locaties met lagere huren buiten het A1 gebied, in het zwerfmilieu, maar wel in de nabijheid van het A1 gebied. B72 / 88
voldoende (kwalitatieve parkeermogelijkheden bepalen in sterke mate de aantrekkelijk voor inwoners en bezoekers van de binnensteden. Hierbij is het van groot belang dat de parkeerplaatsen op een duidelijke manier worden aangegeven en da t ze op een logische wijze aansluiten op zowel de binnenstedelijke voorzieningen (zoals het kernwinkelgebied) als op de aankomst routes vanuit de regio. Het economisch presteren van de binnensteden is mede afhankelijk van de kwantiteit en kwaliteit van deze twee aspecten. Focus in de visie op Leiden Ecorys benoemt negen functionele en ruimtelijke aspecten die een binnenstad aantrekkelijk maken (zie Bijlage 2). Als dit de negen ‘waarheden’ zijn om elke binnenstad aantrekkelijk te maken, welke stappen - op basis van de structuur van de binnenstad, de aanstaande veranderingen en de eigen sterktes en zwaktes - moet Leiden dan in ieder geval zetten? Ecorys adviseert de volgende vier stappen te zetten: 1. Creëer een logisch zwaartepunt tussen de winkelassen en positioneer daarom heen bronpunten. Het kernwinkelgebied moet niet verder worden uitgerekt, maar juist - vanwege de al grote lengte van de winkelassen – centreren. De structuur van de binnenstad vraagt om een logisch zwaartepunt, waarbij de koppeling (doorloop) van Breestraat aan Haarlemmerstraat duidelijker moet worden geaccentueerd. 2. Creëer diversiteit en bouw het basisvoorzieningenniveau samen met hoogwaardige winkels uit. Leiden heeft een doorsnee winkelapparaat met gebrek aan grootschalige units en ontwikkelingsmogelijkheden. 3. Benoem logische thematische clusters. Koppel hieraan een programma ten behoeve van de bronpunten. Hiermee wordt additioneel koopgedrag gefaciliteerd en kan tevens het parkeerprogramma hoogwaardig worden ingevuld. 4. Uitbreiding van de evenementenkalender. De historische setting en context vormen een ideaal podium voor evenementen. Bezoekers moeten echter verleid worden om geld uit te geven. Er moet dus meer en anders worden aangeboden. Deze adviezen, samen met de overige adviezen zijn gevolgd in het samenstellen van de visie op de ontwikkeling van de Leidse binnenstad.
B73 / 88
Bijlage 3: Een Inspanningenoverzicht 2010 en verder De in deze bijlage opgenomen inspanningen zijn alle voorgenomen inspanningen. Bij het jaarlijks opstellen van het dan actuele Uitvoeringsprogramma worden deze inspanningen definitief gemaakt, gekwantificeerd m.b.t. capaciteit en middelen en ingepland in de tijd.
Uitvoerder
Activiteit
Resultaat
KT MT LT
1. Betere kwaliteit van de openbare ruimte Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu
Straten en Pleinen 1.3
Gemeente Leiden
1.11
Gemeente Leiden
1.12 1.13
Gemeente Leiden Gemeente Leiden
1.14
Gemeente Leiden
Meerjarenplan inrichting openbare ruimte binnenstad plus financieringsplan. Op basis van de keuzen uit het handboek kan een meerjareninrichtingsplan worden opgesteld met bijbehorend meerjarenfinancieringsplan.
Meerjareninvesteringsplan inrichting openbare ruimte
X
Herinrichting Breestraat (na aanleg Ringweg Oost/ Hooigracht/Langegracht) Herinrichting Haarlemmerstraat Herinrichting Hooigracht/Langegegracht Herinrichting Stationsplein
X
Meerjareninvesteringsplan singels
X
Blekerspark ingericht, voetpad tussen Zijlpoort en Blekerspark, brug tussen Blekerspark en Huigpark
X
X X X
Groen Singels 1.19
Gemeente Leiden
1.23
Gemeente Leiden
Meerjarenplan uitvoering singelgedeelten inclusief financieringsplan Blekerspark inclusief verbinding, voetpad langs singel tussen Zijlpoort en Blekerspark, verbinding Blekerspark naar Huigpark
B74 / 88
1.24
Gemeente Leiden
Toevoeging elementen aan Huigpark
Opgeleukt Huigpark
X
Bomen en bloemen 1.31
Gemeente Leiden
Afhankelijk van uitkomst haalbaarheid , financiën voor opengraven grachten regelen. Uitvoering op lange termijn.
X
2. Beter beheer van de openbare ruimte Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu
Extra maatregelen schoon en heel 2.5
Gemeente Leiden
Er is extra onkruidverdelging bij de looproutes vanuit de entrees, zoals het station en diverse parkeergarages, naar de binnenstad.
Extra onkruidbestrijding bij entrees en bronpunten
X
2.6
Gemeente Leiden
Onderzoek wenselijkheid en haalbaarheid van toepassing van ecoglazen in de gehele binnenstad bij evenementen ter voorkoming van onnodige vervuiling van de openbare ruimte. Dit wordt in de verordening opgenomen.
Gebruik ecoglazen bij evenementen
X
3. Betere kwaliteit van de gebouwde ruimte Wethouder Pieter van Woensel - Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Wethouder Jan-Jaap de Haan - Cultuur, Werk en Inkomen
Ontwikkellocaties 3.1
Gemeente Leiden
Het formuleren van een projectopdracht - als afsluiting van de initiatieffase – met daarin benoemd o.a. de doelen en beoogde resultaten van de ontwikkellocaties.
3.3
Gemeente Leiden
Het opstellen van beeldkwaliteitplannen voor de deelgebieden en in bijzondere situaties de specifieke ontwikkellocaties.
Projectopdrachten ontwikkellocaties: Morspoort, Garenmarkt, Lammermarkt, Kaasmarkt, Stationsgebied, Noordelijke singelrand Beeldkwaliteitplannen ontwikkellocaties
X
X
X
X
B75 / 88
X
Morspoort, Garenmarkt, Lammermarkt, Kaasmarkt, Stationsgebied, Noordelijke singelrand
Beschermd stadsgezicht “Leiden, binnen de singels” 3.4
Gemeente Leiden
3.7
Gemeente Leiden
3.8
Gemeente Leiden
3.9
Gemeente Leiden
3.10
Gemeente Leiden
3.11
Gemeente Leiden
Het verkopen van gemeentelijk vastgoed dat niet tot de strategische vastgoedportefeuille behoort, met als afgeleide doelen (hoofddoel afslanking portefeuille en vergroten financiële middelen) leegstand te voorkomen en afdoende onderhoud door de nieuwe eigenaar mogelijk te maken. Onderhoud stimuleren en het aanzicht verbeteren, het tegengaan van leegstand op de bovenverdiepingen van winkelpanden: • door wonen boven winkels mogelijk te maken, of • door in gebruik als winkelruimte te stimuleren, • of op andere wijze het onderhoud af te dwingen.
Verkoop vastgoed
X
X
Continueren van het lopende project Historische Winkelpuien: het, op basis van bouwhistorisch onderzoek, opstellen van ontwerpen voor restauratie / reconstructie van historische winkelpuien. Continueren van het project Historische Kleuren op gevels: het op basis van kleuronderzoeken geven van adviezen aan eigenaren. Het uitbreiden van SMOOR (Subsidieregeling Monumentale Onderdelen in de Openbare Ruimte) met een (uitvoerings)subsidie voor de meerkosten van de restauratie / reconstructie van historische puien en van historische kleuren op gevels in 2009. Het onderzoeken van het meerjarig continueren van deze subsidieregeling. Het toevoegen van uitvoerende capaciteit aan de projecten Historische Winkelpuien en Historische Kleuren ter stimulering van eigenaren om restauratie / reconstructie van de historische winkelgevel, dan wel het kleuradvies uit te voeren. Het onderzoeken van het meerjarig continueren van deze toevoeging.
Opknappen historische winkelpuien
X
X
Meer kleurige monumenten
X
X
Uitbreiding subsidiemogelijkheid opknappen historische puien en monumenten.
X
X
Actieve benadering naar eigenaren.
X
X
Opgeknapte winkelpanden
B76 / 88
3.12
Gemeente Leiden
3.13
Universiteit Leiden
3.14
Universiteit Leiden
3.15
Universiteit Leiden
3.16
Het stimuleren en zo nodig afdwingen (onderzoek: “toepassing artikel ontsiering bescherm stadsgezicht”) van een betere beeldkwaliteit van de winkelpanden op de Haarlemmerstraat, de Breestraat en de straten en stegen daartussen in, door een integrale aanpak op gebied van: • aanpassing modellenboek gevelreclame, in een nog strengere vorm(a la Maastricht) • het weren van overige ontsierende uitingen (zoals airco’s, rolluiken e.d.); • het in één stijl en kwaliteit brengen van de gehele gevel, waar mogelijk in aansluiting op de projecten Historische Winkelpuien en Historische Kleuren; • Het toevoegen van sfeerelementen als bloemen. Dit in aansluiting op het verbeteren (door stimulering, zo nodig door het afdwingen) van de kwaliteit van de openbare ruimte op de genoemde straten. Herontwikkeling het van der Klaauwlaboratorium en verbetering van aansluiting van de Kaiserstraat op de binnenzijde van de singelrand. Uitvoeren van groot onderhoud op de gebouwen op het Doelenterrein Herontwikkeling en renovatie van de gebouwen aan de buitenzijde van de Witte Singel – met behoud van de UniversiteitsBibliotheek – als huisvesting van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Onderzoek mogelijkheid plaatsing van binnenstad Leiden of onderdelen daarvan (Sterrewacht, Rapenburg) op Unesco World Heritage lijst en benut eventuele subsidie mogelijkheden en promotiewaarde.
Breestraat en Haarlemmerstraat: winkelstraten met hoge kwaliteit en uitstraling.
X
Verbetering beeldkwaliteit singelrand
X
Opknappen universtiteitspanden
X
Herontwikkeling universiteit aan Witte Singel Plaatsing op werelderfgoedlijst
X
?
?
Wonen – Studentenhuisvesting 3.22
Gemeente Leiden
Op basis van het onderzoek naar de actuele behoefte aan studenteneenheden, een plan van aanpak opstellen voor het produceren van voldoende kwantitatieve en kwalitatieve studentenwoningen voor de verschillende studentendoelgroepen – waaronder ook de campus Leeuwenhoek en idem de buitenlandse
Realisatie studentenwoningen
X
B77 / 88
?
3.23
studenten van de Universiteit van Leiden. Onderzoek naar stimulering van uitstroom van afgestudeerden uit de studentenwoningen, met als doel beschikbaarheid voor instromende studenten te vergroten.
Gemeente Leiden
Doorstromingsmaatregelen studentenwoningen
X
Directe toegang “inprikkers” naar parkeergarages
X
Nieuw stationsplein
X
4. Betere bereikbaarheid Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu
Ringstructuur 4.4
Gemeente Leiden
4.6
Gemeente Leiden
4.7
Gemeente Leiden
4.12
Gemeente Leiden
4.13
Gemeente Leiden
4.14
Gemeente Leiden
Onderzoek, besluitvorming en realisatie van “inprikkers”, onder andere Plesmanlaan naar parkeergarages (en Hoge Rijndijk na 2009)
X
(Hoogwaardig) openbaar vervoer Ontwerp maken voor optimale verbinding van vervoersfuncties op en rond het stationsplein (trein, RGL, bus, taxi, auto, voetganger en fiets) met als mede doel het verbeteren van de kwaliteit van het stationsplein, stationsgebied en entree van de stad. Besluitvorming over de RijnGouwelijn-West verbinding tussen Katwijk en Leiden Centraal.
Rijngouwelijn naar Katwijk
X
Dynamisch verkeersmanagement systeem
X
Verbeterde hoofdfietsroutes
X
Gescheiden fiets en autoroutes
X
Transferia Onderzoek naar toepassing van dynamisch verkeers management systeem voor betere route informatie.
Fietsen Uitwerken van de aanbevelingen voor verbeteringen aan de hoofdfietsroutes, in ieder geval bestaande uit verbetering van de veiligheid, bewegwijzering en doorstroming (door andere verkeerslichtafstemming). Het ontvlechten van hoofdfietsroutes en hoofdautoroutes in bestaande situaties en het voorkomen van deze ongewenste samenloop in nieuwe ontwikkelingen.
B78 / 88
X
Voetgangers 4.17
Gemeente Leiden
4.18
Gemeente Leiden
Realisatie van duidelijke (bewegwijzering), aantrekkelijke en verkeersveilige looproutes vanaf bronpunten (parkeergarage, haltes RijnGouwelijn) naar binnenstad / kernwinkelgebied Onderzoek mogelijkheid om Leidse Loper in de toekomst geschikt te maken voor gebruik door minder mobiele mensen.
Looproutes vanaf station en bronpunten naar binnenstad
X
Leidse Loper geschikt voor mindervaliden
X
Hernieuwde poging om met de regio en de gemeente afspraken maken over de openingstijden en –duur van bruggen.
Aangepaste openingstijden bruggen
X
Onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van het opengraven van grachten in de binnenstad. Weghalen van de dam bij de EON om een geheel open singelroute te maken voor pleziervaart, waterdieren, schaatsers en zwemmers. Vergroten van de doorvaarbaarheid van de singel bij de Meelfabriek met als doel zie dam EON. Onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van uitgebreider vervoer op het water (voorbeeld: Watertaxi Meelfabriek-binnenstad). Afronding MAP Watertoerisme
Onderzoeksrapport wel/niet opengraven van grachten Verwijderen van dam bij EON
Water 4.19
4.20
Gemeente Leiden Provincie ZuidHolland Gemeente Leiden
4.21
Gemeente Leiden
4.22
Gemeente Leiden
4.23
Gemeente Leiden
4.24
Gemeente Leiden
4.25
Gemeente Leiden MilieuDienst WestHolland
4.26
Gemeente Leiden
4.27
Gemeente Leiden MilieuDienst WestHolland
4.28
Gemeente Leiden
Verbeteren doorvaarbaarheid bij meelfabriek Watertaxi door gehele stad
X X X X
Steigers toegevoegd
X
Overigen Opzetten integrale aanpak van het identificeren en beheersen van de risico’s van luchtkwaliteit (en ook geluid) op ontwikkelingsprojecten (voorbeeld parkeergarages en retail) ten gevolge van noodzakelijke autobereikbaarheid voor die projecten in en rond de binnenstad. Onderzoek en realisatie van optimale bronpunt(en) voor toeristisch bezoek met touringcar, met in ieder geval veilige afzet en ophaalpunten dicht bij de bezoeklocaties en langparkeren buiten de binnenstad. Onderzoek en besluitvorming op goede bevoorradingsprofielen van de economische functies in de Binnenstad (stedelijke distributie, venstertijden, afmetingen / gewicht vrachtwagens), mede ten gevolge van het besluit Milieuzone Onderzoek naar wettelijke verplichtingen, gangbare toepassingen,
Aanpak luchtkwaliteit
X
Afzetplekken voor touringcar
X
Beperkte toegang vrachtverkeer
X
Aandacht voor minder-validen in
X
B79 / 88
4.29
Gemeente Leiden
Leidse besluiten, mogelijke wensen en handhaving op gebied van bereikbaarheid van de (economische) functies voor minder-validen, om hiermee rekening te kunnen houden in diverse op te stellen programma’s van eisen. Quickscan naar gebruik en gevolgen van nieuwe vervoerstypen als scootmobiel, fietsbakken, etc.
binnenstad
Quickscan nieuwe vervoerstypen
X
5. Meer en betere parkeermogelijkheden Wethouder John Steegh - Verkeer en Milieu Wethouder Marc Witteman - Economie en Sport
Parkeergarages en Parkeerlocaties 5.1
Gemeente Leiden
5.3
Gemeente Leiden
5.5
Gemeente Leiden
Morspoortgarage: onderzoek, besluitvorming en realisatie van dit bronpunt voor de binnenstad, in combinatie met een gevarieerd programma van retail, kantoor en wonen. Garenmarktgarage: onderzoek, besluitvorming en realisatie van dit bronpunt voor de binnenstad, in combinatie met een gevarieerd programma van retail, kantoor en wonen. Als onderdeel van de locatieontwikkeling het uitvoeren van onderzoek, besluitvorming en realisatie van het ondersteunende bronpunt voor de binnenstad: Lammermarkt
Gemeente Leiden
P+R voorzieningen
5.7
Gemeente Leiden
5.8
Gemeente Leiden
5.9
Gemeente Leiden
5.10
Gemeente Leiden Universiteit Leiden
Realisatie van een P+R voorziening met natransport (RGL, fiets) aan de westzijde van de stad aan de A44 (transferium). Realisatie van een P+R voorziening met natransport aan de oostzijde van de stad aan de A4 (transferium). Realiseren van een P+R voorziening ROC-Lammenschans met SSL, RGL, bus, fiets als natransport. Realiseren van een P+R voorziening UL-Leeuwenhoek met RGL als natransport.
Morspoort-parkeergarage permanent: bronpunt
X
Garenmarktgarage: bronpunt
X
Lammermarkt: ondersteunend bronpunt
X
P+R A44
X
P+R A4 P+R Lammenschans P+R Leeuwenhoek
X X X
B80 / 88
Parkeren openbare ruimte 5.12
Gemeente Leiden
5.15
Gemeente Leiden
5.16
Gemeente Leiden
5.17
Gemeente Leiden
5.18
Gemeente Leiden
5.19
Gemeente Leiden
5.25
Gemeente Leiden
Het na onderzoek en besluitvorming verminderen van parkeermogelijkheden in de openbare ruimte (voorbeeld: Oude Vest, Lange Mare, Aalmarkt etc), met als doelen: • het terugdringen van autoverkeer in de binnenstad, • het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte, • het stimuleren van gebruik van de gebouwde parkeervoorzieningen (hogere bezettingsgraad); onder conditie van voldoende toegevoegde capaciteit in de bebouwde parkeervoorzieningen.
Verminderen straatparkeren
X
Informatie voorziening Onderzoek (naar optimaal gebruik en beheer), besluitvorming, realisatie en beheer van het Parkeer Route Informatie Systeem, gekoppeld aan de bestaande en nieuw te realiseren parkeervoorzieningen, P+R voorzieningen en de private garages met medegebruik. Toevoegen van duidelijke bewegwijzering – bij voorkeur in aansluiting op de Leidse Loper – vanuit de uitgang van de parkeervoorziening naar de binnenstad of locaties in de binnenstad.
Uitbreiding PRIS
X
Bewegwijzering bronpunten naar binnenstad
X
5000 extra fietstalplaatsen station
X
Vervanging 500 fietsstalplaatsen station
X
Beheer- en exploitatieplan fietsenstallingen station
X
Fietsen bij station Het - na onderzoek op noodzaak en haalbaarheid - toevoegen van 5.000 fietsstalplaatsen in het stationsgebied. Het in het stationsgebied vervangen van de naar schatting 500 fietsstalplaatsen van de huidige gecombineerde taxi/fietsenstalling, die verloren gaan door het tracé van de RijnGouwelijn. Het onderzoeken en ontwikkelen van een beheer- en exploitatieplan van alle fietsenstallingen in het stationsgebied, resulterend in overeenkomst(en) met de betrokken partijen (private stallingen, NS Fiets, NS Poort, publieke stallingen-gemeente Leiden)
Fietsen in kernwinkelgebied Het onderzoeken en ontwikkelen van een beheer- en exploitatieplan
Beheer- en exploitatieplan
X B81 / 88
5.26
Gemeente Leiden
van alle fietsenstallingen in het kernwinkelgebied, resulterend in overeenkomst(en) met de betrokken partijen (private stallingen, publieke stallingen-gemeente Leiden) Het door gericht en adequaat uitvoeren van toezicht en handhaving tegengaan van fietsgebruik van de straten van het kernwinkelgebied binnen de winkelopeningstijden (gedifferentieerde aanpak voor fietsparkeren, fietsen en locaties, straten).
fietsenstallingen kernwinkelgebied
Bekendmaking en handhaving fietsstalregels kernwinkelgebied
X
Fietsen bij P+R voorziening 5.27
Gemeente Leiden
5.28
Gemeente Leiden
Onderzoek naar het (op commerciële basis) beschikbaar stellen van fietsen als natransport bij P+R Voorzieningen. Onderzoek naar het realiseren van (publieke / private) fietsenstallingen bij P+R voorzieningen.
Fietsen als natransport aanbieden bij P+Rvoorzieningen Fietsenstallingen bij P+Rvoorzieningen
X
Toegevoegde grote en kleinere units op de Aalmarkt
X
X
6. Meer en betere winkel- en horecavoorzieningen Wethouder Pieter van Woensel - Ruimtelijke ordening, Binnenstad en Publiekszaken Wethouder Marc Witteman - Economie en Sport
A1 Kernwinkelgebied 6.3
Gemeente Leiden
6.6
Gemeente Leiden
Realisatie van het Aalmarktproject eventueel in verschillende blokken (Waagblok, Standgehoorzaalblok).
De Breestraat Het verbeteren van de aantrekkelijkheid van de Breestraat als vestigingslocatie voor kwaliteitswinkels en speciaalzaken door het verbeteren van het verblijfsklimaat voor de bezoekers. Een onderzoek naar de juiste en integrale mix van maatregelen om dit effect te bereiken beslaat in ieder geval: herinrichting van het straatprofiel, de openbare ruimte (straatmeubilair, groen e.d.), de kwaliteit van de gevels en het gebruik daarvan (reclame), informatievoorziening, branchering, toegankelijkheid voor voetgangers, fietsen en openbaar vervoer.
Verbeteren verblijfsklimaat Breestraat lange termijn
X
B82 / 88
Grootschalige retail 6.8
Gemeente Leiden
Mogelijkheden voor grootschalige retail (bv. mediamarkt) is er in de ontwikkellocatie Morspoort
?
Retail ontwikkeling 6.10
Gemeente Leiden
6.11
Gemeente Leiden
6.12
Gemeente Leiden
Het opstellen van een uitvoeringsprogramma - als onderdeel van programma Binnenstad – bestaande uit inspanningen van diverse aard (stimuleren, faciliteren) gericht op de ontwikkeling van retail. Het doorlichten van bestemmingsplannen (Binnenstad I en Binnenstad II) en het waar nodig opstellen van voorstellen tot aanpassing en uitvoering van de voorstellen, met als doel de vestiging van de typische zwerfmilieu winkels en de bijpassende vestiging van horeca mogelijk te maken. Onderzoek naar nut & noodzaak en daaropvolgende planvorming voor acquisitie van retailmerken, ketens, franchisers (bijvoorbeeld door proactief accountmanagement). Instellen van een brancheringscommissie die advisiezen uitbrengt voor branchering van belangrijke winkelpanden.
Actieve aanpak stimuleren detailhandelnota
X
Planologische voorwaarden voor vestiging winkels en horeca
X
Brancheringscommissie Acquisiteur retail
X
Uitvoeringsprogramma horecacontratiepunten
X
Horeca concentratie locaties 6.14
Gemeente Leiden
Het opstellen van een uitvoeringsprogramma - als onderdeel van programma Binnenstad – bestaande uit inspanningen van diverse aard (stimuleren, faciliteren) gericht op de ontwikkeling van horeca concentratie locaties.
Horeca organisatie 6.17
Gemeente Leiden KNHV, afdeling Leiden
Onderzoek wenselijkheid en haalbaarheid van de oprichting van locatiegebonden horeca ondernemersverenigingen in de binnenstad – in analogie van de winkeliersverenigingen – met als doel de directe betrokkenheid bij ontwikkelingen en gebeurtenissen (evenementen) te vergroten.
Oprichting vereniging horecaondernemingen Leidse Binnenstad
7. Meer en beter aanbod van culturele activiteiten en evenementen
B83 / 88
Wethouder Jan-Jaap de Haan - Cultuur, Werk en Inkomen
Cultureel product & promotie 7.4
Gemeente Leiden
Onderzoek de mogelijkheid om de programmatische trekkracht van het cultuurkwartier (gebied Oude Vest – Oude Singel met daarin de Lakenhal, de Nobel, het Scheltema, Imperium, de Marekerk en de Leidse Schouwburg) te vergroten door een aantrekkelijke fysieke buitenruimte te creëren en door horeca toe te voegen.
Cultuurkwartier versterken dmv horeca en openbare ruimte
X
Podiumkunsten 7.5
Gemeente Leiden
7.8
Leidse Schouwburg
Onderzoek naar vraag en aanbod podia in de binnenstad en Visie op podia podiumprofilering, resulterend in een visie op de ontwikkeling en exploitatie van de podia op korte, lange en middellange termijn. Ontwikkel – vanuit de “makers creatieve drang” - een festival idee Festival rondom de burcht op en rond de Burcht waarbij de stad als openlucht podium wordt gebruikt.
X
X
Musea 7.9
Gemeente Leiden
Het uitvoeren van gemeentelijke inspanningen gericht op het behouden van en waar mogelijk stimuleren van de aantrekkelijkheid van de in Leiden gevestigde musea door ondersteuning op gebied van promotie, huisvesting, bereikbaarheid.
Gemeente Leiden
Cultureel erfgoed / stadshistorie
7.17
Gemeente Leiden
7.19
Gemeente Leiden
7.20
Stichting Open Monumentendagen
7.21
Stichting Open
Realisatie van nieuwe informatieborden bij monumenten, bij voorkeur in de (aangepaste) vormgeving van de Leidse Loper. Realisatie van het bezoekerscentrum van het Archeologisch Centrum in het voormalige Weeshuis op de Hooglandse Kerkgracht. Uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar PDA wandelingen waarbij de bezoeker met behulp van GPS op de juiste locatie de juiste cultuurhistorische informatie krijgt. Uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek naar uitgebreide
Nog sterkere musea
X
Nieuwe vormgegeven informatieborden bij monumenten Bezoekerscentrum van het Archeologisch Centrum
X
PDA wandelingen
X
Monumenten openstellen buiten
X
X
B84 / 88
Monumentendagen 7.22
Universiteit Leiden
7.23
Universiteit Leiden
7.24
Universiteit Leiden
7.30
Leiden Marketing ROC
openstelling van monumenten, met name in het toeristische seizoen. Verdere ontwikkeling en fysieke uitbouw van de faculteit der geesteswetenschappen. Uitbreiden publieksgebied van de Hortus rond de Sterrewacht en restauratie van kassen en gebouwen in de Hortus Ontwikkeling van een internationaal georiënteerd bezoekerscentrum in de Sterrenwacht.
monumentendagen Faculteit der Geesteswetenscahppen Vergroting Hortus
X X
Bezoekerscentrum sterrenwacht
X
Evenementen en congressen Onderzoek de haalbaarheid van de inzet van studenten van het ROC, HBO als een mix van stages en werkkracht voor de organisatie en uitvoering van evenementen, festivals en congressen: “de stad als werkplaats”.
Inzet van studenten bij evenementen, festivals en congressen
X
8. Meer en betere promotie Wethouder Marc Witteman - Economie en Sport
Visitor Centre Leiden 8.3
Leiden Marketing
8.4
Leiden Marketing
8.7
Leiden Marketing
Realisatie grote digitale scherm met voldoende en juiste content aan buitenzijde van het VCL. Onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van een “Expat Center” als onderdeel van het VCL, gericht op informatievoorziening en promotie aan in en in de omgeving van Leiden wonende expats.
Informatiescherm Visitor Centre
X
Expat centre onderdeel van Visitor Centre
X
Informatiezuilen op diverse plaatsen in de stad
X
(Digitale) Informatievoorziening Onderzoek naar strategische locaties (bronpunten, toeristische bezoekplaatsen e.d.) voor informatiezuilen. Onderzoek naar keuze, investeringsmogelijkheden, onderhoud, eigendom & beheer van de informatiezuilen. Op basis van goed content management systeem en verbeterde content, het kunnen leveren van content aan digitale informatiezuilen (bijvoorbeeld plattegrond-, parkeer-, evenementen- en overige
X X
B85 / 88
X
8.9
Leiden Marketing
8.10
Gemeente Leiden
gegevens). Idem informatievoorziening op toegangswegen. Digitale Nieuwsbrief voor verschillende doelgroepen: Extern: 1) Iedere virtuele bezoeker van de portal Leiden ontvangt frequent de Leidse digitale nieuwsbrief. Met informatie, wetenswaardigheden, een culturele kalender, Leiden in het nieuws, etc. 2) een zakelijke nieuwsbrief voor zakelijke relaties Intern: 1) zakelijke informatie voor betrokken stadspartners over voortgang en ontwikkeling van het programma van Leiden Marketing en over de uitvoering daarvan. Onderzoek naar wenselijkheid en haalbaarheid van de omvorming van de huidige Stadskrant in een nieuwe stadskrant voor verschillende doelgroepen en met verschillende boodschappen.
X Nieuwsbrief
X
Nieuw vormgegeven stadskrant
X
Leiden Press, informatievoorziening
X
Deelname aan Holland Arts Cities
X
Internationale publiciteit
X
Citycard
X
PDAtochten
X
Promotie 8.12
Leiden Marketing
8.15
Museumgroep Leiden
8.17
Leiden Marketing
Als spin-off van het Expat Center, de realisatie van Leiden Press: Internationaal georiënteerde hoogwaardige Leidse informatievoorziening voor de hoogopgeleide kenniswerker Onderzoek wenselijkheid en haalbaarheid van deelname aan internationaal programma ‘Holland Arts Cities’ van het NBTC, onderdeel wetenschap. Onderzoek mogelijkheid voor betaalde publicity voor Leiden voor internationale doelgroep (bijvoorbeeld KLM Holland Herald inflight magazine, maar ook opname in diverse producten van Lonely Planet).
Zichtbaar en te gebruiken in de stad 8.20
Leiden Marketing
8.22
Leiden Marketing
Ontwikkeling van Citycard: Digitale kaart waarmee de kortstondige bezoeker aan Leiden zichzelf toegang kan verschaffen tot tal van activiteiten. Onderzoek wenselijkheid en (financiële) haalbaarheid naar PDA tochten: Rondwandelingen door de stad, waarbij gebruik wordt gemaakt van moderne locatie gerichte informatiemogelijkheden.
B86 / 88
B87 / 88
Bijlage 4: De ontwikkellocaties
B88 / 88