8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN Onderdeel van de Arbocatalogus Agressie en Geweld 2.0, sector Gemeenten Doelgroep
Coördinator A&G, leidinggevenden, opvangers, medewerkers
Inhoud
Toelichting over de impact van agressieve incidenten en de verwerking ervan. Hulpmiddel als achtergrond t.b.v. eerste opvang en nazorg
Gerelateerde documenten
Webdoc 8.1 ‘Eerste opvang en nazorg’
Versie
20 november 2013
Inleiding In hun werk kunnen gemeentemedewerkers te maken te krijgen met intense, negatieve situaties die meer of minder indruk maken. Sommige situaties raken hen, en bepaalde gebeurtenissen kunnen ook onverwacht indruk maken. Een medewerker kan daardoor van slag raken. Emotionele gebeurtenissen zijn niet allemaal hetzelfde en ze hebben ook niet op iedereen dezelfde impact. Die impact hangt van verschillende factoren af. Sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is er veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de verwerking van calamiteiten, ingrijpende gebeurtenissen en de opeenstapeling van gebeurtenissen. Op basis daarvan en door toetsing in de praktijk zijn de inzichten daarover veranderd. Tot een aantal jaren geleden was bijvoorbeeld de aanbeveling om mensen zoveel mogelijk te laten praten en de gebeurtenis te laten reconstrueren, terwijl dat nu niet meer geadviseerd wordt. In dit webdoc vindt u achtergrondinformatie over het verwerken van situaties die een negatieve indruk maken, zoals agressie-incidenten. Het geeft inzicht in de processen die daar een rol in spelen, en geeft handvatten voor een soepele verwerking en eerste opvang en nazorg. Voor meer informatie zie webdoc 8.1 ‘Eerste opvang en nazorg’. Allereerst gaan we hier in op de factoren die van invloed zijn op de impact van intense agressieve situaties.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
1
Factoren die van invloed zijn op de impact Verschillende factoren zijn van invloed op de impact van een gebeurtenis: Kenmerken van de gebeurtenis: – Om wat voor een soort gebeurtenis ging het? Bijvoorbeeld een gesprek met een wanhopige burger, of een bedreiging met fysiek geweld. – Hoe lang duurde de gebeurtenis? – Welke rol had de medewerker in de situatie? Bijvoorbeeld getuige, of direct betrokkene. – Welke handelingsmogelijkheden had de medewerker tijdens de gebeurtenis? In welke de mate had hij/zij (zelf)controle in de situatie, kon hij/zij wel of niet iets doen? – Is de medewerker aangeraakt of niet? – Hoe heftig was de gebeurtenis? Wat voor een soort agressie, in welke mate en van welke omvang en richting? – Onder welke omstandigheden vond de gebeurtenis plaats? – In welke omgeving deed het incident zich voor? Op het werk, in het privéleven? – Onder welke werkomstandigheden vond de gebeurtenis plaats? – Zou het incident te voorkomen zijn geweest (in het ideale geval)? – Welke cultuur heerst er in de organisatie omtrent het maken van fouten? – Waar bevond de medewerker zich in de ruimte op het moment van het incident? – Hoeveel sociale steun wordt er geboden op het werk? Persoonlijke factoren – Hoeveel sociale steun ervaart de medewerker in zijn/haar leven? – Hoe veilig voelt de medewerker zich in zijn/haar privéomgeving? – Hoe stevig stond de medewerker in zijn/haar schoenen op het moment van het incident? – Wat heeft de medewerker al eerder meegemaakt in zijn/haar leven? – Hoeveel zelfvertrouwen heeft de medewerker als het gaat om het adequaat omgaan met moeilijke situaties? – Hoeveel zelfvertrouwen heeft de medewerker als het gaat om het kunnen omgaan met emotionele gebeurtenissen? – Hoe gewend is de medewerker om met emoties om te gaan in het algemeen? Door al die verschillende factoren is niet te voorspellen wat de persoonlijke impact zal zijn van een incident. Uiteindelijk gaat het om de individuele, persoonlijke beleving op het specifieke moment van de gebeurtenis. De ene persoon kan zich geraakt voelen, terwijl een ander diezelfde situatie niet zo ervaart. Misschien heeft iemand al vaker vergelijkbare situaties meegemaakt, maar was het deze keer toch anders. Dit hangt af van: het moment en van hoe men zich voelde toen het gebeurde; hoe men de situatie heeft waargenomen; of men zich gesteund voelde door anderen; wat de gebeurtenis voor de persoon betekent. Iedereen maakt in zijn leven negatieve levensgebeurtenissen mee. Hoe zeer individuele medewerkers geraakt worden en of zij op langere termijn klachten ontwikkelen, is niet met zekerheid vast te stellen. Menselijke gevoelens laten zich niet meten. Wel is er onderscheid te maken in verschillende soorten nare gebeurtenissen. De ene soort is niet erger of minder erg dan de andere, maar ze hebben wel verschillende effecten op een persoon. Het gaat om: schokkende gebeurtenissen en calamiteiten, ingrijpende gebeurtenissen en een opeenstapeling van gebeurtenissen.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
2
Schokkende gebeurtenissen en calamiteiten Een schokkende gebeurtenis of een calamiteit is een gebeurtenis waarbij een persoon plotseling geconfronteerd wordt met een sterk gevoel van bedreiging of met de eindigheid van het leven. Men is daar niet op bedacht, men is er niet op voorbereid, de situatie overkomt de persoon als het ware. De vanzelfsprekendheid van zijn of haar manier van leven wordt ineens doorbroken. Anders gezegd, de gebeurtenis geeft een acute ontwrichting van het bestaan. Typisch voor dit soort ervaringen is een combinatie van factoren: 1 Sterk gevoel van machteloosheid: de persoon ervaart nauwelijks enige invloed of controle op het plaatsvinden en het verloop van de gebeurtenis. 2 Onverwachts: de persoon heeft het niet zien aankomen en voelt zich door de gebeurtenis overvallen. 3 Sterke negatieve gevoelens: de persoon wordt geconfronteerd met de dood of met een dreiging: angst, verwarring, maar ook afkeer als hij of zij geconfronteerd wordt met gruwelijke beelden. Dit zijn alle drie gevoelskenmerken. Daarom is ook niet objectief vast te stellen welke gebeurtenissen wel en welke niet schokkend zijn. Het verschilt per persoon en van moment tot moment. Tijdens de situatie zelf is het overigens goed mogelijk dat de betrokkene weinig gevoelens ervaart, en de beleving heeft in een roes te verkeren. Men handelt automatisch en kan het gevoel hebben naar zichzelf te kijken als in een film. Het lijkt dan even alsof men geen gevoelens heeft. Meestal gedragen mensen zich adequaat en raken ze niet in paniek. Zoals gezegd is niet zomaar vast te stellen wat als schokkend ervaren wordt. Toch zijn er wel voorbeelden te geven die de meeste mensen als een calamiteit zullen ervaren. Ernstige ongevallen, geweldsmisdrijven en het plotselinge verlies van een dierbaar persoon zijn voor de meeste mensen een bron van heftige gevoelens van machteloosheid en verwarring. De term ‘(psycho)trauma’ wordt regelmatig gebruikt. Of iets een trauma is, kan pas achteraf bepaald worden, namelijk als blijkt dat mensen langdurig last blijven houden van hetgeen ze hebben meegemaakt. Het advies is daarom om deze term zorgvuldig te gebruiken. Last hebben van een schokkende gebeurtenis is een normale reactie op een afwijkende ervaring. De meeste mensen zijn prima in staat om op eigen kracht te herstellen. Hierbij is erkenning en steun uit de omgeving van groot belang. Goede opvang en nazorg kunnen dan ook voor een belangrijk deel voorkomen dat een schokkende gebeurtenis daadwerkelijk een psychotrauma wordt. Ingrijpende gebeurtenissen Ingrijpende gebeurtenissen maken ook grote indruk op mensen. Anders dan met schokkende gebeurtenissen (calamiteiten) kan men een ingrijpende gebeurtenis vaak zien aankomen, zoals in geval van sterven na een langdurige ziekte, echtscheiding na een tijd van relatieproblemen of ontslag na functioneringsproblemen. Een ander verschil is dat het bij een schokkende gebeurtenis gaat om een acute crisis. Bij een ingrijpende gebeurtenis hoeft dat niet het geval te zijn. Mensen worden niet per se geconfronteerd met hun eigen kwetsbaarheid. Daardoor is de impact ook anders. Men kan in een dergelijke situatie wellicht eerder grote verslagenheid, intens verdriet of medelijden ervaren. Ook hierbij verschillen individuele belevingen.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
3
Opeenstapeling van gebeurtenissen Als mensen binnen een relatief korte tijd meerdere kleine incidenten te verwerken krijgen, dan kan het op een gegeven moment toch te veel worden. Dit komt doordat er onvoldoende tijd is om van de gebeurtenissen te herstellen. Ook het meemaken van kleine incidenten heeft mentale en fysieke gevolgen. Als er voor dat herstel een nieuw incident plaatsvindt, dan is de betrokkene extra kwetsbaar. Het stressniveau is al hoger dan normaal, en daar komt dan een nieuwe gebeurtenis bij. De betrokkene is minder weerbaar, en daardoor kan het gebeuren dat een relatief klein incident een grote impact heeft. Het leven vraagt op dat moment meer dan de betrokkene op dat moment in huis heeft. Mensen hebben dan vaak het gevoel om het overzicht te verliezen en ervaren allerlei klachten. Er is dan sprake van overspannenheid. Meestal herstelt dit zich (mogelijk met begeleiding) in een relatief korte tijd. Het verschil met een schokkende gebeurtenis is vooral die stapsgewijze opbouw van incidenten met kleinere impact. Een andere vorm van opstapeling is wanneer iemand langere tijd meer last op de schouders heeft dan hij of zij eigenlijk kan dragen. Als de persoon toch probeert om aan alle vereisten te voldoen, dan zijn draaglast en draagkracht uit balans. Dit hoeft geen nadelige gevolgen te hebben als dit voor een korte periode is. Mensen zijn veerkrachtig en kunnen ook in moeilijke omstandigheden veel werk verzetten. Het wordt anders wanneer deze overbelasting langere tijd aanhoudt. De persoon pleegt dan stelselmatig roofbouw. Dit kan op termijn leiden tot fysieke en emotionele uitputting. Er is dan sprake van burn-out. Mogelijke klachten zijn dan zeer sterke vermoeidheid, concentratieverlies, cynisme, gevoel van vervreemding van anderen, geen ruimte meer ervaren om contact te maken met anderen en minder mogelijkheid om te genieten van dingen die de persoon normaliter wel prettig vindt. In het algemeen is hier een langere herstelperiode voor nodig dan voor overspannenheid.
Zekerheden van ons bestaan Zonder dat we ons er steeds direct van bewust zijn, voelen we ons doorgaans veilig. We zijn meestal niet bezig met de gedachte dat ons allerlei narigheid en gevaar zou kunnen overkomen. Het leven zou heel zwaar worden als we dit wel zouden moeten doen. We zouden de hele dag door bezig zijn met te overleven. Gelukkig is dat niet zo. Ons gevoel van veiligheid is gebaseerd op een samenspel van ideeën, overtuigingen, gewoontes en ervaringen. We staan zelf niet vaak stil bij wat ons veilig doet voelen. We gaan er gewoon van uit. Het is een soort bestaanszekerheid. Schokkende gebeurtenissen verstoren onze zekerheden. Ze blijken dan illusies te zijn: aannames die ineens niet meer blijken te werken. Voorbeelden van dergelijke aannames: Ons leven is in zekere zin voorspelbaar en beïnvloedbaar (gevoel van controle). Wij zijn veilig (gevoel van onkwetsbaarheid). De wereld is rechtvaardig (gevoel van rechtvaardigheid). Het leven is zinvol (gevoel van zinvolheid). Gevoel van controle We maken plannen voor onze toekomst op korte en lange termijn. We koesteren verwachtingen voor onze kinderen, we werken voor hun toekomst. We maken vakantieplannen, bedenken in de ochtend wat we in de avond willen eten. We denken aan onze carrière en misschien kunnen we over een paar jaar een groter huis kopen. We zijn een goede chauffeur en daarom maken we geen ongelukken mee. Als we wat willen
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
4
bereiken in het leven, dan kunnen we dat voor elkaar krijgen. Het leven is maakbaar, geluk is een kwestie van keuze, we kiezen onze eigen lotsbestemming. We hebben de ervaring dat het bijna altijd goed gaat, als we maar een beetje opletten. We gaan ervan uit dat we ons leven in meer of mindere mate zelf kunnen indelen, zoals wij dat willen. We staan als mensen zelf aan het roer. Dit gevoel van controle maakt ons leven voorspelbaar. Gevoel van onkwetsbaarheid Hoewel we weten dat de criminaliteit toeneemt en dat er dagelijks verkeersongelukken gebeuren, denken we niet elk moment dat wij het slachtoffer kunnen worden van een overval, een verkeersongeluk of een bedreiging. We gaan ervan uit dat andere mensen die dingen meemaken, en niet wijzelf. In die zin voelen we ons onkwetsbaar, ons leven gaat gewoon door. Gevoel van rechtvaardigheid Daarnaast hebben we een opvatting over hoe rechtvaardig de wereld is. Hard werken loont uiteindelijk. Je oogst wat je zaait. Je doet je best op je werk om mensen goed te helpen en daardoor loop je minder risico. Als er iets vervelends gebeurt, dan is dat vaak bij dezelfde mensen. Sommige mensen maken het er ook wel naar. Als we ons goed gedragen, wordt dat beloond. Wie goed doet, goed ontmoet. Gevoel van zinvolheid De meesten van ons vinden het bestaan zinvol. Dingen gebeuren niet zomaar. We hebben het idee dat ons leven niet zinloos en nutteloos is, maar dat we met een doel leven. Uiteindelijk kunnen we overal iets van leren. Of passen de dingen in het grote plaatje van onze levensbeschouwelijke overtuiging. Dergelijke overtuigingen, aannamen van ons bestaan, vormen als het ware de grond waarop we staan. We denken er lang niet altijd bewust over na. Soms gebeurt er iets in ons leven waardoor onze ideeën aangepast worden. Levenservaring leert ons bijvoorbeeld dat we niet over alles controle kunnen hebben, en dat sommige zaken in het leven wellicht niet zinvol en rechtvaardig zijn. Tegelijkertijd lijken op lange termijn sommige dingen toch zinvol te zijn die dat eerst niet leken. We ontwikkelen rijpere en stabiele opvattingen over hoe we in ons leven staan.
Schokkende incidenten en onze zekerheden Een schokkend incident kan ineens duidelijk maken dat er situaties bestaan waarop onze opvattingen niet van toepassing zijn. De gebeurtenis hoeft niet lang te duren, maar we ervaren dat we de situatie (en onszelf), (even) helemaal niet onder controle hadden, dat we kwetsbaar waren, en misschien wel angst hadden om dood te gaan. En dat we de situatie niet hadden zien aankomen, en ook niets konden doen om de situatie tegen te houden. We vragen ons af waarom dit ons nou moet gebeuren. We hebben tenslotte niks gedaan waardoor we dit verdienden. Een schokkende gebeurtenis tast ons aan in onze bestaanszekerheid. Om die weer terug te krijgen, stellen we onszelf allerlei vragen die voor ons belangrijk zijn, zoals: Wat had er allemaal kunnen gebeuren? (onkwetsbaarheid) Welke risico’s heb ik gelopen? (onkwetsbaarheid) Hoe heeft de situatie kunnen ontstaan? (controle)
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
5
Wat had ik anders kunnen doen in de situatie? (controle) Waarom overkomt juist mij dit? (rechtvaardigheid, zinvolheid) Welke levensles kan ik uit deze gebeurtenis trekken? (zinvolheid) Wat kan ik voortaan doen om een dergelijke gebeurtenis te voorkomen? (controle)
In feite helpen deze vragen ons om onze kijk op de wereld en onszelf opnieuw te ordenen. In de volgende paragrafen wordt verder ingegaan op de processen die een rol spelen bij de verwerking. Een verwerkingsproces heeft tijd nodig. Door dit proces vergeten we de gebeurtenis niet, maar wordt deze een deel van onze biografie. We vinden nieuwe controle over ons bestaan. We noemen een gebeurtenis verwerkt als we eraan kunnen denken als we dat willen, en we er niet aan hoeven te denken als we dat niet willen.
Het verwerkingsproces De meeste mensen verwerken de schok op eigen kracht en met begrip en steun van hun omgeving. Mensen zijn in het algemeen veerkrachtig. Dat betekent dat we over het algemeen goed in staat zijn om een eenmalige schokkende gebeurtenis binnen enige tijd te verwerken. Verwerken betekent dat we eraan kunnen denken wanneer we dat willen, zonder er per se sterke gevoelens bij te hebben. Ook kunnen we ervoor kiezen er niet aan te denken. Hoe verwerking verloopt is onder andere afhankelijk van het gevoel van veiligheid dat de persoon heeft na de gebeurtenis. Hier heeft de directe omgeving veel invloed op. Verwerken kan kortere of langere tijd in beslag nemen. Soms gaat het snel, in een paar dagen. Soms duurt het een aantal weken of langer. Het verschilt zowel per persoon als per gebeurtenis.
Tijdens of vlak na de gebeurtenis Tijdens of kort na een schokkende gebeurtenis kunnen lichamelijke reacties ontstaan, zoals trillen, een slap gevoel in de knieën, transpireren en hartkloppingen. Het lichaam ontlaadt zich als het ware na een grote inspanning. Er kan ook sprake zijn van verbijstering en ongeloof. Het gebeurde kan vreemd en onwerkelijk lijken. Dit zijn normale reacties op de intense gebeurtenis. Het is ons soms moeilijk voor te stellen wat we net hebben meegemaakt. Vaak hebben betrokkenen moeite om over de gebeurtenis te praten. Dat is ook wel logisch. Mensen voelen zich in eerste instantie soms vooral hulpeloos en verlaten, of verward. Ze kunnen ook heel kalm lijken, alsof er niets aan de hand is. Het kan zijn dat de emoties zich ontladen, maar dat hoeft niet zo te zijn. Het is als collega belangrijk om niet te proberen emoties los te maken en de persoon niet te dwingen om dingen te vertellen waar hij of zij nog niet aan toe is. Wie net iets schokkends heeft meegemaakt, heeft vooral behoefte om zelf te bepalen wat hij of zij wil en wat niet. U betekent al veel voor uw collega door hem of haar te laten weten dat de situatie voorbij is en hem of haar als het ware te laten ‘landen’. De collega heeft vooral behoefte aan begrip en steun en om zelf het eigen tempo te bepalen. Ook praktische steun kan handig zijn. Bijvoorbeeld telefonisch contact met het thuisfront, regelingen voor het verdere verloop van de dag (overdracht van taken, afzeggen van afspraken), afspraken over vervoer naar huis (met iemand meereizen of niet).
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
6
De periode na een incident In de tijd na de gebeurtenis kunnen er bij de betrokkene verschillende verschijnselen optreden. Er is van alles mogelijk. De belangrijkste zijn herbeleving, vermijding en verhoogde alertheid. Herbeleving betekent dat stukjes van de gebeurtenis weer voor de geest komen. Nare herinneringen, momenten van sterke emoties en nachtmerries zijn bekend. Ook kan de betrokkene allerlei vragen stellen over de gebeurtenis, zoals hierboven beschreven onder het kopje ‘Schokkende incidenten en onze zekerheden’. Vermijden is iedere manier om even niet bezig te zijn met de gebeurtenis. Dit helpt om enigszins tot rust te komen. Afleiding zoeken, de plek van de gebeurtenis uit de weg gaan en zich concentreren op het werk helpen de betrokkenen bijvoorbeeld om even minder last te hebben van hun klachten. Voor de verwerking is het is goed om beide processen toe te laten. Het herbeleven helpt om de emoties door te laten werken en de belangrijke vragen te beantwoorden. Het vermijden helpt om rust te houden en balans te hervinden. Daarnaast komt het vaak voor dat mensen overmatig alert zijn na een schokkend incident. Ze zijn ingesteld op het voorkomen van herhaling, en kunnen dan sterk reageren op prikkels zoals onverwachte bewegingen of geluiden. Het is een zelfbeschermingsmechanisme. Na verloop van tijd neemt het meestal vanzelf af. Voor betrokkenen is het een moeilijke tijd. Ze leven bijna in twee werelden tegelijk. In de veilige wereld van voor de schok, en in de onveilige van erna. Dat is verwarrend en het kost veel energie. Vermoeidheid en prikkelbaarheid komen dan ook vaak voor. Ook het concentratievermogen kan tijdelijk minder zijn. Betrokkenen hebben hun energie immers nodig om te herstellen. Daarnaast kunnen er spanningsklachten zijn en gevoelens van eenzaamheid. Voor omstanders is de afwisseling tussen herbeleving en vermijden soms moeilijk. Een belangstellende collega vraagt bijvoorbeeld hoe het gaat, en kan dan te horen krijgen dat alles verwerkt is en dat het geen zin heeft om erover door te praten. Op een later moment kan het heel anders zijn. Het kan moeilijk zijn om de ander dan toch te blijven steunen, maar dit is wel belangrijk. Die afwisseling is juist een teken dat de persoon bezig is met het verwerken. Het is belangrijk om te weten dat de meeste mensen goed in staat zijn om deze periode door te komen met steun van de mensen die voor hen belangrijk zijn. Na verloop van tijd nemen de reacties vanzelf af. Herstellen kost tijd. In deze verwerkingsperiode is het verstandig om zoveel mogelijk in het werkritme te blijven, in plaats van volledig thuis te gaan zitten. Let hierbij wel op de eigen grenzen. Het levert niets op om te forceren, maar het heeft wel zin om stapsgewijs, in een eigen tempo, de confrontatie aan te gaan met de gebeurtenis. Daarbij spelen contact met vertrouwde mensen en ontspanning een belangrijke rol. De verleiding kan bestaan om alcohol, slaapmiddelen of andere kalmerende stoffen te gebruiken, maar die bieden slechts een tijdelijke (schijn)oplossing, en kunnen weer andere problemen meebrengen.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
7
Herstel Onder herstel wordt verstaan: weer redelijk kunnen functioneren in het dagelijks leven zonder dat de gebeurtenis constant op de voorgrond meespeelt, en de klachten sterk verminderd zijn. Het slachtoffer praat en denkt minder aan het voorval en wanneer hij of zij er weer aan terugdenkt is hij of zij minder overstuur. Hij/zij accepteert dat de schokkende gebeurtenis heeft plaatsgevonden. De gebeurtenis is een deel geworden van - geïntegreerd in - de levensgeschiedenis van de betrokkene. Het betekent niet dat iemand er niet meer mee zit, of er helemaal nooit meer aan denkt. De herinnering aan wat gebeurd is, blijft. Soms kan die pijnlijk de kop opsteken, bijvoorbeeld op de datum van de gebeurtenis, of bij een confrontatie met iemand die op de dader lijkt. Herinneringen roepen soms emoties op. Ze gaan ook weer voorbij.
Wanneer is een incident verwerkt? Iemand heeft een incident verwerkt indien hij eraan terug kan denken wanneer hij dat zelf wil, zonder dat er allerlei nare gevoelens naar boven komen. Daarnaast komt het voorval niet bij de betrokkene naar boven wanneer deze dat niet wil. Anders gezegd, de persoon is er minder mee bezig en als wel, dan met een zekere mate van controle. Mensen die een schokkende gebeurtenis hebben meegemaakt, zeggen vaak dat het incident hen veranderd heeft en dat ze ervan geleerd hebben.
Langere verwerking Het kan voorkomen dat een betrokkene zich zorgen maakt over zijn of haar reacties op de gebeurtenis. Of de reacties blijven lange tijd sterk aanwezig, langer dan een aantal weken. Dan kan het zijn dat de verwerking tijdelijk vastzit. Het is heel belangrijk om dit te signaleren, en de betrokkene door te verwijzen naar de leidinggevende, de bedrijfsarts, het bedrijfsmaatschappelijk werk of de huisarts. Deze kunnen dan contact opnemen met gespecialiseerde begeleiders en hulpverleners. Bij een klein deel van de mensen neemt de heftigheid van de eerste reacties niet af. Zij ondervinden dan hinder in hun dagelijkse functioneren op hun werk en thuis. Dan kan er sprake zijn van een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Dit kan het beste worden vastgesteld door een deskundige. Die kan ook bekijken hoe de persoon het beste ondersteund kan worden.
Opvang In veel organisaties is er collegiale opvang na incidenten op het werk georganiseerd. Vaak gaat het dan om een team van geselecteerde medewerkers uit de organisatie die speciaal opgeleid zijn om de eerste opvang en begeleiding te verzorgen. Deze collega’s zijn geen professionele hulpverleners. Hun kracht is juist dat ze collega’s zijn, en dat ze de situatie kennen en daarom aan een half woord genoeg hebben.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
8
Als collega's of opvangers merken dat een betrokkene bij een incident na langere tijd nog klachten heeft, is het belangrijk om dit met hem of haar te bespreken, en te luisteren naar wat de persoon erover kwijt wil. Voor het omgaan met complexere situaties is deskundigheid van belang. Bied de betrokkene aan om hierover in gesprek te gaan met diens leidinggevende of met het bedrijfsmaatschappelijk werk. Een van belangrijkste zaken in de begeleiding van mensen die betrokken waren bij een agressie-incident is dat ze serieus genomen worden, en dat naasten, collega’s en leidinggevenden aandacht voor hen hebben.
Complex trauma Ten slotte een paar woorden over een relatief nieuw en nog niet helemaal uitgewerkt begrip: complex trauma. Daarbij treden er meerdere traumatische gebeurtenissen op over een langere periode heen. Het kan gaan om ervaringen uit het verleden in de persoonlijke sfeer, bijvoorbeeld geweld binnen het gezin. Het kan ook gaan om ervaringen in een oorlog of in extreme beroepsomstandigheden, zoals bij politie, brandweer of ambulancediensten. Ook kan het zijn dat door een schokkende ervaring allerlei oude zaken weer worden opgerakeld. Naast de bekende klachten en reacties kunnen mensen ook last hebben van gevoel van vervreemding, depressieve gevoelens, schuldgevoelens, wantrouwen naar anderen, gevoelens van leegte, de neiging om zich terug te trekken, of veel problemen in sociale contacten. Het gaat hier om ernstige klachten. Bij vermoedens dat iemand last heeft van complexe verwerkingsreacties, is het van belang om deze door te sturen naar professionele hulpverlening.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
9
Opdrachtgever Stichting A+O fonds Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag 070 373 83 56 www.aeno.nl
[email protected]
Auteurs W. Bertrand e.a., RadarVertige
Uitgave
© Stichting Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds Gemeenten, Den Haag 2013 Stichting A+O fonds Gemeenten bevordert en ondersteunt vernieuwende activiteiten op het gebied van arbeidsmarkt en HRM-beleid. Actuele informatie over de verschillende projecten treft u aan op www.aeno.nl. Hoewel aan deze uitgave de grootst mogelijke zorg is besteed, kunnen de samenstellers niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele onjuistheden, noch kunnen aan de inhoud rechten worden ontleend.
8.2 VERWERKEN VAN NEGATIEVE GEBEURTENISSEN
10