Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 1/8
EVX serie digitale controleapparatuur voor statische en geventileerde koelkasten N NEDERLANDS 1 BELANGRIJK 1.1 BELANGRIJK Lees voor de installatie en de ingebruikname deze aanwijzingen aandachtig door en neem de waarschuwingen voor de installatie en de elektrische aansluitingen in acht. Bewaar de handleiding voor verdere raadpleging. Voer het apparaat af in overeenstemming met de plaatselijke normen met betrekking tot de inzameling van elektrische en elektronische apparatuur.
2 INLEIDING 2.1 Inleiding EVX is een nieuw assortiment digitaal controleapparatuur voor het beheren van statische en geventileerde koelkasten. De familie bevat de volgende modellen: • EVX201 - voor het beheer van statische koelkasten met eenvoudige HACCP functie • EVX203, EVX204 en EVX205 - voor het beheer van geventileerde koelkasten met eenvoudige HACCP functie en Energy Saving functie • EVX214 en EVX215 - voor het beheer van geventileerde koelkasten met klok, geavanceerde HACCP functie en Energy Saving functie. EVX201 heeft: • 1 meetingang (sonde cel) voor NTC sonde • 1 digitale ingang (micro poort) • 1 digitale uitgang (relais) voor het beheer van de compressor (16 A @ 250 VAC); het ontdooien vindt plaats door de stilstand van de compressor. EVX203 heeft: • 2 meetingangen (sonde cel sonde verdamper) voor NTC sonde • 1 digitale ingang (micro poort) • 3 digitale uitgangen (relais) voor het beheer van de compressor (16 A @ 250 VAC), het ontdooien en de ventilator van de verdamper. Het ontdooien kan elektrisch of met warm gas plaatsvinden. EVX204 en EVX205 hebben: • 3 meetingangen (sonde cel sonde verdamper en sonde condensator) voor NTC sonde • 2 digitale ingangen (micro deur en multifunctie) • 4 digitale uitgangen (relais, 5 in geval van EVX205) voor het beheer van de compressor (30 A @ 250 VAC), het ontdooien, de ventilator van de verdamper en een vierde en vijfde aansluiting (licht in de cel, anti-aanslag weerstanden, hulpuitgang, alarmuitgang, weerstanden deur, klep verdamper of ventilator condensator). Het ontdooien kan elektrisch of met warm gas plaatsvinden.
EVX214 en EVX215 hebben: • Real Time Clock • 3 meetingangen (sonde cel sonde verdamper en sonde condensator) voor NTC sonde • 2 digitale ingangen (micro deur en multifunctie) • 4 digitale uitgangen (relais, 5 in geval van EVX215) voor het beheer van de compressor (30 A @ 250 VAC), het ontdooien, de ventilator van de verdamper en een vierde en vijfde aansluiting (licht in de cel, anti-aanslag weerstanden, hulpuitgang, alarmuitgang, weerstanden deur, klep verdamper of ventilator condensator). Het ontdooien kan elektrisch of met warm gas plaatsvinden. De modellen worden met dagkaart geleverd. De gebruikersinterface bevat een custom display met 4 cijfers (met punt en functie-iconen) en 6 toetsen (SET, UP, DOWN, ONTDOOIEN, HULP en ON/STAND-BY). De modellen worden op het achterpaneel met M3 schroeven geïnstalleerd. Met behulp van de programmeringssleutel EVKEY (apart bestelbaar) kunt u configuratieparameters up- en downloaden. Bovendien is het mogelijk om de controleapparatuur (met een seriële interface, TTL, een MODBUS communicatieprotocol) op een RICS controlesysteem aan te sluiten.
3 AFMETINGEN EN INSTALLATIE 3.1 Afmetingen De afmetingen zijn uitgedrukt in mm (in).
3.2 Installatie Op het achterpaneel met M3 schroeven. 3.3 Mededelingen voor de installatie •controleer of de functioneringsvoorwaarden (temperatuur, vochtigheid, enz.) binnen de aangegeven waarden vallen • installeer het instrument nooit in de buurt van warmtebronnen (weerstanden, warm waterleidingen, enz.), apparaten met sterke magneten (grote diffusers, enz.), op een plaats waar het aan direct zonlicht, regen, vocht, overmatig veel stof, mechanische trillingen of stoten blootgesteld wordt • in overeenstemming met de veiligheidsnormen moet de beveiliging tegen de aanraking met elektrische onderdelen door de correcte installatie van het instrument gewaarborgd worden. De beschermende onderdelen moeten op dergelijke wijze bevestigd worden dat ze uitsluitend met gereedschap gedemonteerd kunnen worden.
4 GEBRUIKERSINTERFACE 4.1 Inleidende opmerkingen De gebruikersinterface bevat een custom display met 4 cijfers (met punt en functie-iconen) en 6 toetsen (SET, UP, DOWN, ONTDOOIEN, HULP en ON/STAND-BY).
versie 3.1
De interface kent de volgende functioneringswijzen: •"on" (het instrument is aangesloten en ingeschakeld: de regelaars kunnen geactiveerd worden) • "stand-by" (het instrument is aangesloten maar is met de software uitgeschakeld: de regelaars zijn gedeactiveerd. De parameter u2 bepaalt of het licht in de cel of de hulpuitgang handmatig in-/ uitgeschakeld kunnen worden) • "off" (het instrument is niet aangesloten). Van nu af aan staat "inschakeling" voor de passage van stand-by naar on en staat "uitschakelen" voor de passage van on naar stand-by. Tijdens de aansluiting activeert het instrument de staat waarin het zich bevond op het moment dat de voeding onderbroken werd. 4.2 Handmatige in-/uitschakeling van het instrument • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets ON/STAND-BY 2 s lang ingedrukt: de LED on/standby gaan uit/aan. Voor EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215: Met de multifunctionele ingang kunt u het instrument remote in-/ uitschakelen. 4.3 Het display Het display toont tijdens de normale functionering de temperatuur in de cel als het instrument ingeschakeld is. Tijdens het ontdooien toont het display echter de temperatuur die met de parameter d6 ingesteld is. Het display is uitgeschakeld als het instrument uitgeschakeld is. 4.4 De temperatuur van de verdamper weergeven (EVX201 uitgezonderd) • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “Pb2” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SET in. De procedure afsluiten: • druk de toets SET in of druk 60 s lang geen enkele toets in • druk op de toets UP of DOWN tot het display de temperatuur van de cel weergeeft of druk 60 s lang geen enkele toets in. Of: • druk de toets ON/STAND-BY in. Het label “Pb2” wordt niet weergegeven als de sonde verdamper ontbreekt (parameter P3 = 0). 4.5 De temperatuur van de condensator weergeven (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “Pb3” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SET in. De procedure afsluiten: • druk de toets SET in of druk 60 s lang geen enkele toets in • druk op de toets UP of DOWN tot het display de temperatuur van de cel weergeeft of druk 60 s lang geen enkele toets in. Of: • druk de toets ON/STAND-BY in. Het label “Pb3” wordt niet weergegeven als de sonde verdamper ontbreekt (parameter P4 = 0). 4.6 De functie Overcooling activeren/deactiveren • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd is, of geen enkele procedure opstart is en of het ontdooien, het druppelen of de stilstand van de ventilator van de verdamper geactiveerd is (de laatste twee niet op EVX201) • houd de toets UP 4 s lang ingedrukt: de LED Overcooling gaat aan. Tijdens de functie Overcooling wordt het setpunt van de ingestelde temperatuur met de parameter r5 verlaagd. De functie duurt net zolang als voor de functie r6 ingesteld is. Tijdens de functie Overcooling wordt het ontdooien nooit geactiveerd. Het ontdooien wordt pas aan het einde van deze functie geactiveerd als de ontdooien interval tijdens deze functie bereikt wordt. 4.7 Handmatig ontdooien activeren • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd is, of geen enkele procedure opgestart is en of de Overcooling functie geactiveerd is • houd de toets ONTDOOIEN 4 s lang ingedrukt. Voor EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215: Het ontdooien wordt niet geactiveerd als de sonde verdamper de functie sonde ontdooien (parameter P3 = 1) heeft en als op het moment dat het ontdooien opgestart wordt de temperatuur van de verdamper hoger dan de waarde van parameter d2 is. 4.8 Functionering wegens laag of hoog percentage relatieve luchtvochtigheid (uitgezonderd EVX201 en als de parameter F0 op 5 ingesteld is) Tijdens de functionering wegens een laag percentage luchtvochtigheid zal de ventilator van de verdamper ingeschakeld worden als de compressor ingeschakeld is. De ventilator zal cyclisch ingeschakeld worden als de compressor uitgeschakeld is (de parameter F4 bepaalt de duur van het uitschakelen van de ventilator; de parameter F5 bepaalt de duur voor het inschakelen van de ventilator). Tijdens de functionering wegens een hoog percentage relatieve luchtvochtigheid is de ventilator van de verdamper altijd ingeschakeld.
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 2/8 4.8.1
Functionering wegens laag of hoog percentage relatieve luchtvochtigheid tijdens handmatige functionering (uitgezonderd EVX201 en als de parameter F0 op 5 ingesteld is) • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is •houd de toets SET en de toets UP 4 s lang ingedrukt: het display toont 10 s lang “rhL” (functionering wegens laag percentage relatieve luchtvochtigheid) of “rhH” (functionering wegens hoog percentage relatieve luchtvochtigheid). De normale weergave eerder herstellen: • druk op een toets. Bovendien kunt u de functionering wegens laag of hoog percentage relatieve lucht vochtigheid met behulp van de parameter F6 activeren. Met een druk op de toets SET en de toets UP zal 1 s lang “- - - -“ weergegeven worden als de parameter F0 niet op 5 ingesteld is. 4.8.2 Zelflering geactiveerde functionering (wegens laag of hoog percentage relatieve luchtvochtigheid, uitgezonderd EVX201, en als de parameter F0 op 5 ingesteld is) • controleer of geen enkele procedure opgestart is • druk op de toets SET en de toets UP: het display toont 10 s lang “rhL ” (functionering wegens laag percentage relatieve luchtvochtigheid) of “rhH” (functionering wegens hoog percentage relatieve luchtvochtigheid). De normale weergave eerder herstellen: • druk op een toets. Als de parameter F0 niet op 5 ingesteld is, zal met een druk op de toets SET en de toets UP: • 1 s lang “- - - -“ weergegeven worden als het toetsenbord niet geblokkeerd is • 1 s lang het label “Loc” weergegeven worden als het toetsenbord geblokkeerd is. 4.9 Handmatig het licht in de cel in-/uitschakelen (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 0 ingesteld is/zijn) • controleer of geen enkele procedure opgestart is • druk op de toets HULP: de LED licht gaat aan/uit. Met de ingang micro deur kunt u tevens het licht in de cel remote in/uitschakelen, zie teven de parameter u2. Druk de toets HULP 2 s lang in als de parameter u1 op 0 ingesteld is (de vierde uitgang beheert het licht in de cel) en de parameter u11 op 2 ingesteld is (de vijfde uitgang beheert de hulpuitgang): de LED multifunctie en hulpuitgang gaat aan/uit. 4.10 De anti-aanslag weerstanden inschakelen (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 1 ingesteld is/zijn) • controleer of het instrument ingeschakeld is en of er geen enkele procedure is opgestart • houd de toets HULP 2 s lang ingedrukt: de LED multifunctie gaat branden en de weerstanden worden ingeschakeld, net zolang als met de parameter u6 bepaald is. Het is niet toegestaan om de anti-aanslag weerstanden handmatig uit te schakelen (voor de tijd bepaald met de parameter u6 verstreken is). 4.11 Handmatig de hulpuitgang in-/uitschakelen (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1en/of de parameter u11 op 2 ingesteld is/zijn) • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • druk de toets HULP in. Met de multifunctionele ingang kunt u de hulpuitgang remote in-/uitschakelen. Druk de toets HULP 2 s lang in als de parameter u1 op 2 ingesteld is (de vierde uitgang beheert de hulpuitgang) en de parameter u11 op 0 ingesteld is (de vijfde uitgang beheert het licht in de vel): de LED licht in de cel en het licht in de cel gaan aan/uit. U kunt de hulpuitgang uitsluitend op dezelfde wijze uitschakelen als de hulpuitgang handmatig ingeschakeld is (als de hulpuitgang remote ingeschakeld is, kunt u hem uitsluitend op dezelfde wijze weer uitschakelen), zie tevens de parameter u2. 4.12 Energy Saving (EVX201 uitgezonderd) Tijdens de functie Energy Saving zal het setpoint van de temperatuur bepaald met de parameter r4 toenemen en zal de ventilator van de verdamper cyclisch ingeschakeld worden, mits de parameter F0 op 1 of 2 ingesteld is (de parameter F13 bepaalt de duur voor het uitschakelen van de ventilator; de parameter F14 bepaalt de duur voor het inschakelen van de ventilator). De functie Energy Saving wordt automatisch geactiveerd (tot de ingang weer geactiveerd wordt) als de tijd bepaald met de parameter i10 verstreken is en de ingang micro deur niet geactiveerd wordt (nadat de temperatuur in de cel het setpoint bereikt heeft). 4.12.1 De Energy Saving functie met uitsluitend effect op de compressor activeren/deactiveren (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) Met de multifunctionele ingang kunt u de Energy Saving functie remote in-/uitschakelen. De Energy Saving functie kan ook op reële tijd, op het tijdstip bepaald met de parameter HE1 geactiveerd worden. In dit geval duurt de functie net zolang als met de parameter HE2 bepaald is.
4.13 Het toetsenbord blokkeren/deblokkeren Het toetsenbord blokkeren: • controleer of geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN en de toets ON/STAND-BY 1 s lang ingedrukt: het display zal 1 s lang “Loc” weergeven. Als het toetsenbord geblokkeerd is, is het niet mogelijk: • het instrument handmatig in/uit te schakelen • de temperatuur van de verdamper (met de procedure beschreven in paragraaf 4.4) weer te geven • de temperatuur van de condensator (met de procedure beschreven in paragraaf 4.5) weer te geven • de functie Overcooling te activeren/deactiveren • handmatig het ontdooien te activeren • de functionering wegens laag of hoog percentage relatieve luchtvochtigheid en de zelflering van de functionering te activeren • de hulpuitgang handmatig in/uit te schakelen • de informatie over de HACCP alarmen weer te geven • de lijst met HACCP alarmen te wissen • de datum en het tijdstip te wijzigen • het setpoint (met de procedure beschreven in paragraaf 5.2) te wijzigen • de bedrijfsuren van de compressor weer te geven • de bedrijfsuren van de compressor weer te wissen. Bij deze handelingen zal 1 s lang het bericht “Loc ” weergegeven worden. Het toetsenbord deblokkeren: • houd de toets DOWN en de toets ON/STAND-BY 1 s lang ingedrukt: het display zal 1 s lang “UnL” weergeven. 4.14 De zoemer uitschakelen • controleer of geen enkele procedure opgestart is • druk op een toets (met de druk op de toets zal de geassocieerde functie niet verricht worden). Voor EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215: Met een druk op de toets zal tevens de alarmuitgang gedeactiveerd worden als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn en de parameter u4 op 1 ingesteld is. De zoemer is niet ingesloten als de parameter u9 op 0 ingesteld is. 5 INSTELLINGEN 5.1 De dag en het reële tijdstip instellen (uitsluitend EVX214 en EVX215) • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “rtc” met een druk op de toets UP of de toets DOWN. Het jaar wijzigen: • druk de toets SET in: het display toont “yy” en de laatste twee cijfers van het jaar, terwijl de LED klok knippert • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in. De maand wijzigen: • druk de toets SET in terwijl u het jaar wijzigt: het display toont “nn” en de twee cijfers van de maand • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in. De dag van de maand wijzigen: • druk de toets SET in terwijl u de maand wijzigt: het display toont “dd” en de twee cijfers van de dag • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in. Het uur wijzigen: • druk de toets SET in terwijl u de dag van de maand wijzigt: het display toont “hh” en de twee cijfers van het uur • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in. Het tijdstip wordt in het formaat 24 uur weergegeven. De minuten wijzigen: • druk de toets SET in terwijl u het uur wijzigt: het display toont “nn” en de twee cijfers van de minuten • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in: de LED klok gaat uit. De procedure afsluiten: • druk op de toets UP of DOWN tot het display de temperatuur van de cel weergeeft of druk 60 s lang geen enkele toets in. Of: • druk de toets ON/STAND-BY in. 5.2 Het setpoint instellen • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • druk de toets SET in: de LED compressor gaat knipperen • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in: de parameters r1, r2 en r3 worden getoond • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in: de LED compressor gaat uit en het instrument sluit de procedure af. De procedure eerder afsluiten: • druk 15 s lang geen enkele toets in (eventuele wijzigingen worden opgeslagen). Bovendien kunt u het setpoint met de parameter SP instellen.
5.3 De configuratieparameters instellen De procedure opstarten: • controleer of geen enkele procedure opgestart is • houd de toets UP en de toets DOWN 4 s lang ingedrukt: het display zal “PA” weergeven • druk de toets SET in • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in en stel “-19” in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in • houd de toets UP en de toets DOWN 4 s lang ingedrukt: het display zal “SP” weergeven. Een parameter kiezen: • druk op de toets UP of de toets DOWN. Een parameter wijzigen: • druk de toets SET in • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in. De procedure afsluiten: • druk de toets UP en de toets DOWN 4 s lang in of druk 60 s lang op geen enkele toets (eventuele wijzigingen worden opgeslagen). Onderbreek de voeding van het instrument nadat u de parameters gewijzigd heeft. 5.4 De fabrieksinstellingen herstellen De procedure opstarten: • controleer of geen enkele procedure opgestart is • houd de toets UP en de toets DOWN 4 s lang ingedrukt: het display zal “PA” weergeven • druk de toets SET in • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in en stel “149” in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in • houd de toets UP en de toets DOWN 4 s lang ingedrukt: het display zal “dEF” weergeven • druk de toets SET in • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in en stel “1” in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in: op het display zal “dEF” 4 s lang knipperen en vervolgens sluit het instrument de procedure af • onderbreek de voeding van het instrument. De procedure eerder afsluiten: • druk tijdens de procedure de toets UP en de toets DOWN 4 s lang in (alvorens u “1” instelt: de fabrieksinstellingen worden niet hersteld). Controleer of de fabrieksinstellingen juiste zijn (zie hoofdstuk 12). 6 HACCP FUNCTIE 6.1 Inleidende opmerkingen Voor EVX201, EVX203, EVX2045 en EVX205: Het instrument kan in totaal 3 HACCP alarmen opslaan. Het instrument voorziet u van de volgende informatie: • de kritieke waarde • de duur van het alarm (van 1 min tot 99 h en 59 min, gedeeltelijk als het alarm nog altijd actief is). CODE SOORT ALARM (KRITIEKE WAARDE) AL alarm minimum temperatuur (de minimum temperatuur in de cel tijdens een van deze alarmen) AH alarm maximum temperatuur (de maximum temperatuur in de cel tijdens een van deze alarmen) id alarm ingang micro deur (de maximum temperatuur in de cel tijdens een van deze alarmen), zie tevens paragraaf i4 Waarschuwingen: • de codes worden in de volgorde van de tabel weergegeven • het instrument slaat het alarm minimum temperatuur en het alarm maximum temperatuur op mits de temperatuur geassocieerd met het alarm gelijk is aan de temperatuur in de cel (parameter A0 = 0) • het instrument werkt de informatie over het alarm bij, mits de kritieke waarde van het nieuwe alarm kritieker dan de opgeslagen waarde is of de informatie al weergegeven is • als het instrument uitgeschakeld is, zal geen enkel alarm weergegeven worden. Het display hervat de normale functionering als de oorzaak van het alarm verholpen is. De LED HACCP geeft informatie over de staat van het geheugen met de HACCP alarmen, zie paragraaf 8.1. Voor EVX214 en EVX215: Het instrument kan maximaal 9 HACCP alarmen opslaan. Vervolgens zal het het oudste alarm overschrijven. Het instrument voorziet u van de volgende informatie: • de kritieke waarde • de datum en het tijdstip dat het alarm zich heeft voorgedaan • de duur van het alarm (van 1 min tot 99 h en 59 min, gedeeltelijk als het alarm nog altijd actief is).
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 3/8 CODE AL
SOORT ALARM (KRITIEKE WAARDE) alarm minimum temperatuur (de minimum temperatuur in de cel tijdens het alarm) AH alarm maximum temperatuur (de maximum temperatuur in de cel tijdens het alarm) id alarm ingang micro deur (de maximum temperatuur in de cel tijdens het alarm), zie tevens paragraaf i4 PF alarm onderbreking voeding (de temperatuur in de cel op het moment dat de voeding hersteld wordt), zie de parameters A10 en A12 Waarschuwingen: • het instrument slaat het alarm minimum temperatuur en het alarm maximum temperatuur op mits de temperatuur geassocieerd met het alarm gelijk is aan de temperatuur in de cel (parameter A0 = 0) • haal de voeding los als het instrument uitgeschakeld is, om te vermijden dat meerdere alarmen onderbreking voeding opgeslagen zullen worden • het instrument zal geen enkele informatie over de duur van het alarm geven als het alarm onderbreking voeding dusdanig lang is dat de storing klok (code "rtc") veroorzaakt wordt • als het instrument uitgeschakeld is, zal geen enkel alarm weergegeven worden. Het display herstelt de normale functionering als de oorzaak van het alarm verdwijnt, tenzij in het geval van het alarm onderbreking voeding (code “PF”) aangezien in dit geval de normale weergave handmatig hersteld moet worden. De normale weergave handmatig herstellen: • druk op een toets. Met een druk op de toets zal tevens de alarmuitgang gedeactiveerd worden als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn. De LED HACCP geeft informatie over de staat van het geheugen met de HACCP alarmen, zie paragraaf 8.1. 6.2 De informatie over de HACCP alarmen weergeven Voor EVX201, EVX203, EVX2045 en EVX205: De procedure opstarten: • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “LS” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SETin: het display toont een van de codes uit de tabel van paragraaf 6.1. Een alarm kiezen: • druk op de toets UP of de toets DOWN (en kies bijvoorbeeld “AH”). De informatie over het alarm weergeven: • druk op de toets SET: de LED HACCP brandt maar knippert niet langer en het display toont achtereenvolgens de volgende informatie (voorbeeld): INFO BETEKENIS 8,0 de kritieke waarde is 8,0 °C/8 °F dur het display zal de duur van het alarm weergeven h01 het alarm duurde 1 uur (wordt vervolgd...) n15 het alarm duurde 1 uur e 15 minuten AH het gekozen alarm Het display zal iedere informatie 1 s lang weergeven. De weergave van de informatie afsluiten: • druk op de toets ON/STAND-BY: het display toont het gekozen alarm (in het voorbeeld “AH”). De procedure afsluiten: • de weergave van de informatie afsluiten • druk op de toets UP of DOWN tot het display de temperatuur van de cel weergeeft of druk 60 s lang geen enkele toets in. Of: • de weergave van de informatie afsluiten • druk de toets ON/STAND-BY in. Het label “LS” wordt weergegeven als in het geheugen van het instrument geen enkel alarm opgeslagen is. Voor EVX214 en EVX215: De procedure opstarten: • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “LS” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SETin: het display toont de code van het meest recente alarm (een van de codes uit de tabel in paragraaf 6.1 gevolg door het nummer “1”. Hoe hoger het nummer na het alarm, hoe ouder het alarm is). Een alarm kiezen: • druk op de toets UP of de toets DOWN (en kies bijvoorbeeld “AH3”). De informatie over het alarm weergeven: • druk op de toets SET: de LED HACCP brandt maar knippert niet langer en het display toont achtereenvolgens de volgende informatie (voorbeeld): INFO BETEKENIS 8,0 de kritieke waarde is 8,0 °C/8 °F StA het display toont de datum en het tijdstip dat het alarm zich heeft voorgedaan
y09 n03
het alarm heeft zich voorgedaan in 2009 (wordt vervolgd...) het alarm heeft zich voorgedaan in maart (wordt vervolgd...) d26 het alarm heeft zich voorgedaan op 26 maart 2009 h16 het alarm heeft zich voorgedaan om 16 uur (wordt vervolgd...) n30 het alarm heeft zich voorgedaan om 16 uur en 30 minuten (wordt vervolgd...) dur het display zal de duur van het alarm weergeven h01 het alarm duurde 1 uur (wordt vervolgd...) n15 het alarm duurde 1 uur e 15 minuten AH3 het gekozen alarm Het display zal iedere informatie 1 s lang weergeven. De weergave van de informatie afsluiten: • druk op de toets ON/STAND-BY: het display toont het gekozen alarm (in het voorbeeld “AH3”). De procedure afsluiten: • de weergave van de informatie afsluiten • druk op de toets UP of DOWN tot het display de temperatuur van de cel weergeeft of druk 60 s lang geen enkele toets in. Of: • de weergave van de informatie afsluiten • druk de toets ON/STAND-BY in. Het label “LS” wordt weergegeven als in het geheugen van het instrument geen enkel alarm opgeslagen is. 6.3 De lijst met HACCP alarmen wissen • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “rLS” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SET in • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in en stel “149” in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in: op het display zal “- - - -” 4 s lang knipperen en de HACCP LED gaat uit. Vervolgens sluit het instrument de procedure af. Het label “rLS” wordt niet weergegeven als in het geheugen van het instrument geen enkel alarm opgeslagen is. 7 TELLER BEDRIJFSUREN VAN DE COMPRESSOR (EVX201 UITGEZONDERD) 7.1 Inleidende opmerkingen Het instrument kan in totaal 9.999 bedrijfsuren van de compressor opslaan. Vervolgens zal het nummer “9999” gaan knipperen. 7.2 De bedrijfsuren van de compressor weergeven •controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “CH” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SET in. De procedure afsluiten: • druk de toets SET in of druk 60 s lang geen enkele toets in • druk op de toets UP of DOWN tot het display de temperatuur van de cel weergeeft of druk 60 s lang geen enkele toets in. Of: • druk de toets ON/STAND-BY in. 7.3 De bedrijfsuren van de compressor wissen • controleer of het toetsenbord niet geblokkeerd geraakt is en of er geen enkele procedure opgestart is • houd de toets DOWN 1 s ingedrukt: het display toont het eerste label dat beschikbaar is • kies “rCH” met een druk op de toets UP of de toets DOWN • druk de toets SET in. • druk de toets UP of de toets DOWN binnen 15 s in en stel “149” in • druk de toets SET in of druk 15 s lang geen enkele toets in: op het display zal “- - - -” 4 s lang knipperen en vervolgens sluit het instrument de procedure af. 8 SIGNALERINGEN EN AANWIJZINGEN 8.1 Signaleringen LED BETEKENIS LED compressor aan, de compressor is ingeschakeld knippert: • het setpoint wordt gewijzigd (met de procedure beschreven in paragraaf 5.2) • een beveiliging van de compressor is geactiveerd: - parameters C0, C1, C2 - parameter i7 (voor EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) LED ontdooien aan: • het ontdooien is opgestart • het voordruppelen is opgestart - parameter d16 (EVX201 uitgezonderd) knippert: • het ontdooien is vereist, maar een beveiliging van de compressor is geactiveerd: - parameters C0, C1 en C2 (EVX201 uitgezonderd) • het voordruppelen is opgestart: - parameter d7 (EVX201 uitgezonderd) • de koelvloeistof wordt verwarmd: - parameter d15 (EVX201 uitgezonderd)
LED ventilator verdamper aan, de ventilator van de verdamper is ingeschakeld (EVX201 uitgezonderd) knippert, de ventilator van de verdamper wordt tot stilstand gebracht - parameter F3 (EVX201 uitgezonderd) LED licht cel aan, het licht in de cel is handmatig ingeschakeld (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 0 ingesteld is/zijn) knippert, het licht in de cel is remote ingeschakeld: - parameter i0 (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 0 ingesteld is/zijn) LED multifunctie aan: • de anti-aanslag weerstanden zijn ingeschakeld (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 1 ingesteld is/zijn) • de hulpuitgang is handmatig ingeschakeld (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 2 ingesteld is/zijn) • de weerstanden van de deur zijn ingeschakeld uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 4 ingesteld is/zijn) • de klep van de verdamper is ingeschakeld (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 5 ingesteld is/zijn) • de ventilator van de condensator is ingeschakeld (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 6 ingesteld is/zijn) knippert: • de hulpuitgang is remote ingeschakeld: - parameter i5 (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 2 ingesteld is/zijn) • de vertraagde uitschakeling van de ventilator van de condensator is opgestart: - parameter F12 (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, mits de parameter u1 en/of de parameter u11 op 6 ingesteld is/zijn) LED klok knippert, de dag en het reële tijdstip worden gewijzigd (uitsluitend EVX214 en EVX215) HACCP LED HACCP aan, de informatie over de HACCP alarmen wordt niet weergegeven knippert, het instrument heeft minstens een HACCP alarm opgeslagen uit, de informatie over de HACCP alarmen wordt weergegeven of de lijst met HACCP alarmen wordt gewist LED Energy Saving aan, de Energy Saving functie is geactiveerd (EVX201 uitgezonderd): - parameters r4, F13, F14, i5, i10, HE1 en HE2 LED onderhoud aan, het onderhoud van de compressor is vereist(EVX201 uitgezonderd): - parameter C10 LED Overcooling aan, de Overcooling functie is geactiveerd - parameters r5 en r6 LED alarm aan, er is sprake van een alarm of een storing °C LED graden Celsius aan de meeteenheid geeft de temperatuur in graden Celsius weer: - parameter P2 °F LED graden Fahrenheit aan de meeteenheid geeft de temperatuur in graden Fahrenheit weer: - parameter P2 LED on/stand-by aan, het instrument is in stand-by geplaatst 8.2 Aanwijzingen CODE BETEKENIS rhL de functionering wegens een laag percentage relatieve luchtvochtigheid is opgestart rhH de functionering wegens een hoog percentage relatieve luchtvochtigheid is opgestart Loc het toetsenbord is geblokkeerd: - zie paragraaf 4.13 het setpoint is geblokkeerd: - parameter r3 ---de vereiste functionering is niet mogelijk
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 4/8
AH
id
PF
iA
iSd
COH
CSd
ALARMEN Alarmen BETEKENIS Alarm minimum temperatuur (HACCP alarm) Oplossingen: • controleer de temperatuur in de cel (uitsluitend EVX201) • controleer de temperatuur die met het alarm geassocieerd is (uitsluitend EVX201) • zie: - de parameters A1 en A2 (uitsluitend EV201) - zie de parameters A0, A1 en A2 (EVX201 uitgezonderd) Belangrijkste consequenties: • het instrument slaat het alarm op (uitsluitend EVX201) • het instrument slaat het alarm op als de parameter A0 op 0 ingesteld is (EVX201 uitgezonderd) • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Alarm maximum temperatuur (HACCP alarm) Oplossingen: • controleer de temperatuur in de cel • zie: - parameters A4 en A5 Belangrijkste consequenties: • het instrument slaat het alarm op • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Alarm ingang micro deur (HACCP alarm) Oplossingen: • controleer de oorzaken waardoor de ingang geactiveerd is • zie de parameters i0, i1 en i4 Belangrijkste consequenties: • het effect bepaald met de parameter i0 • het instrument slaat het alarm op als de parameter i4 op 1 ingesteld is, mits de parameter i2 niet op -1 ingesteld is • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Alarm onderbreking voeding (HACCP alarm; uitsluitend EVX214 en EVX215) Oplossingen: • controleer de oorzaken waardoor de voeding onderbroken is • zie de parameters A10 en A12 • druk op een toets en herstel de normale weergave Belangrijkste consequenties: • het instrument slaat het alarm op als de onderbreking van de voeding langer dan de tijd, bepaald met de parameter A10, duurt • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/ zijn) Alarm ingang multifunctie (voor EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) Oplossingen: • controleer de oorzaken waardoor de ingang geactiveerd is • zie de parameters i5 en i6 Belangrijkste consequenties: • het effect bepaald met de parameter i5 • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Alarm drukregelaar (voor EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) Oplossingen: • controleer de oorzaken waardoor de ingang geactiveerd is • zie de parameters i5, i6, i7, i8 en i9 • schakel het instrument uit en weer in of onderbreek de voeding Belangrijkste consequenties: • de regelaars worden uitgeschakeld • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Alarm condensator oververhit (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) Oplossingen: • controleer de temperatuur van de condensator • zie de parameter C6 Belangrijkste consequenties: • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) • de ventilator van de condensator wordt ingeschakeld als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 6 ingesteld is/zijn Alarm compressor geblokkeerd (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) Oplossingen: • controleer de temperatuur van de condensator • zie de parameter C7 • schakel het instrument uit en weer in: haal de voeding los en maak de condensator schoon als de temperatuur van de condensator na de inschakeling nog altijd hoger dan de waarde van de parameter C7 is
Belangrijkste consequenties: • de compressor en de ventilator van de verdamper worden uitgeschakeld • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) dFd Alarm ontdooien uitgesloten wegens overschrijding maximum tijd (EVX201 uitgezonderd) Oplossingen: • controleer of de sonde verdamper heel is • zie de parameters d2, d3 en d11 • druk op een toets en herstel de normale weergave Belangrijkste consequenties: • het instrument blijft normaal functioneren Het display hervat de normale functionering als de oorzaak van het alarm verholpen is, tenzij in het geval van de volgende alarmen: • het alarm onderbreking voeding (code “PF”) waarvoor op een toets gedrukt moet worden • het alarm drukregelaar (code “iSd”) waarvoor het instrument uitgeschakeld of de voeding onderbroken moet worden • het alarm compressor geblokkeerd wegens de temperatuur van de condensator (code “CSd”) waarvoor het instrument uitgeschakeld of de voeding onderbroken moet worden • het alarm ontdooien voltooid omdat de maximum tijd verstreken is onderbreking voeding (code “dFd”) waarvoor op een toets gedrukt moet worden. 10 STORINGEN 10.1 Storingen CODE BETEKENIS Pr1 Storing sonde cel Oplossingen: • controleer of de sonde een NTC sonde is • controleer of de sonde heel is • controleer de verbinding instrument-sonde • controleer de temperatuur in de cel Belangrijkste consequenties: • de activiteit van de compressor hangt af van de parameters C4 en C5 • het ontdooien wordt nooit geactiveerd • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) • de weerstanden van de deur worden uitgeschakeld (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 4 ingesteld is/zijn) • de klep van de verdamper wordt gedeactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 5 ingesteld is/zijn) Pr2 Storing sonde verdamper (EVX201 uitgezonderd) Oplossingen: • net als hierboven, maar in dit geval voor de sonde verdamper Belangrijkste consequenties: • het ontdooien zal net zolang duren als met de parameter d3 bepaald is als de parameter P3 op 1 ingesteld is • het instrument functioneert alsof de parameter d8 op 0 ingesteld is als de parameter P3 op 1 en de parameter d8 op 2 of 3 ingesteld zijn • het instrument functioneert alsof de parameter op 2 ingesteld is als de parameter F0 op 3 of 4 ingesteld is • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Pr3 Storing sonde compressor (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) Oplossingen: • net als hierboven, maar in dit geval voor de sonde condensator Belangrijkste consequenties: • het alarm condensator oververhit (code “COH”) wordt nooit geactiveerd • het alarm compressor geblokkeerd wegens de temperatuur van de condensator (code “CSd”) wordt nooit geactiveerd • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) • de ventilator van de condensator functioneert parallel aan de compressor als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 6 ingesteld is/zijn rtc Storing klok (uitsluitend EVX214 en EXV215) Oplossingen: • stel wederom de dag en de reële tijd in Belangrijkste consequenties: • het instrument functioneert alsof de parameter op 0 ingesteld is als de parameter d8 op 4 ingesteld is • de HACCP functie levert geen informatie over de datum en het tijdstip waarop het alarm zich heeft voorgedaan • de Energy Saving functie is niet in reële tijd beschikbaar • de alarmuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als de parameter u1 en/of de parameter u11 op 3 ingesteld is/zijn) Het instrument herstelt de normale functionering als de oorzaak van het alarm verdwijnt, tenzij in het geval van een storing klok (code “rtc”) aangezien in dit geval de datum en het tijdstip ingesteld moeten worden.
11 TECHNISCHE GEGEVENS 11.1 Technische gegevens Houder: dagkaart. Beschermingsgraad voorpaneel: IP 00. Verbindingen: faston 6,3 mm (0,248 op voeding en uitgangen), klemmenbord met schroeven (ingangen), 6-polige connector (seriële poort). Gebruikstemperatuur: van 0 tot 55 °C (van 32 tot 131 °F, 10 ... 90% relatieve luchtvochtigheid zonder condens). Voeding: 230 VCA, 50/60 Hz of 115 VCA, 50/60 Hz. Behoud gegevens klok als de voeding ontbreekt (uitsluitend EVX214 en EVX215): 24 h met volle batterij. Batterij oplaadtijd (uitsluitend EVX214 en EVX215): 2 min zonder onderbrekingen (de batterij wordt door de voeding van het instrument opgeladen). Zoemer alarm: op aanvraag op EVX201 en EVX201; ingebouwd in EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215. Meetingangen EVX201: 1 (sonde cel) voor NTC sonde. Meetingangen EVX203: 2 meetingangen (sonde cel en sonde verdamper) voor NTC sonde. Meetingangen EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215: 3 meetingangen (sonde cel, sonde verdamper en sonde condensator) voor NTC sonde. Digitale ingangen EVX201 en EVX203: 1 (micro deur) voor rust-/maakcontact (schoon contact, 5 V 1 mA). Digitale ingangen EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215: 2 (micro deur en multifunctie) voor rust-/maakcontact (schoon contact, 5 V 1 mA). Meetbereik: van -40 tot 105 °C (van -40 tot 220 °F). Resolutie: 0,1 °C/1 °C/1 °F. Digitale uitgangen EV201: 1 relais: • relais compressor: 16 A res. @ 250 VCA (rustcontact); 30 A res. @ 250 VCA op aanvraag. Op ladingen is een maximum spanning van 16 A toegestaan. Digitale uitgangen EVX203: 3 relais: • relais compressor: 16 A res. @ 250 VCA (rustcontact); 30 A res. @ 250 VCA op aanvraag • relais ontdooien: 8 A res. @ 250 VCA (wisselcontact) • relais ventilator verdamper: 8 A res. @ 250 VCA (rustcontact). Op ladingen is een maximum spanning van 16 A toegestaan. Digitale uitgangen EVX204 en EVX214: 4 relais: • relais compressor: 30 A res. @ 250 VCA (rustcontact) • relais ontdooien: 8 A res. @ 250 VCA (wisselcontact) • relais ventilator verdamper: 8 A res. @ 250 VCA (rustcontact) • relais vierde uitgang: 8 A res. @ 250 VCA (rustcontact). Op ladingen is een maximum spanning van 16 A toegestaan. Digitale uitgangen EVX205 en EVX215: 5 relais: • relais compressor: 30 A res. @ 250 VCA (rustcontact) • relais ontdooien: 8 A res. @ 250 VCA (wisselcontact) • relais ventilator verdamper: 8 A res. @ 250 VCA (rustcontact) • relais vierde uitgang: 8 A res. @ 250 VCA (rustcontact) • relais vijfde uitgang: 5 A res. @ 250 VCA (rustcontact). Op ladingen is een maximum spanning van 16 A toegestaan. Seriële poort: poort voor de communicatie met het controlesysteem (met een seriële interface, TTL, MODBUS communicatieprotocol) of met de programmeringssleutel.
PT • 10/11
9 9.1 CODE AL
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 5/8 12 12.1
12.2 PAR. SP PAR. CA1 CA2 CA3 P1 P2
P3
P4 P8 PAR. r0 r1 r2 r3 r4 r5 r6 r7
PAR. C0 C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C10 PAR. d0
d1
d2 d3
d4 d5 d6
d7 d8
d9 d11
d15 d16
SETPOINT EN CONFIGURATIEPARAMETERS Setpoint MIN. MAX. U. M. EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 SETPOINT r1 r2 °C/°F (1) 2.0 -2.0 -18.0 -18.0 setpoint, zie ook r0 Configuratieparameters MIN. MAX. U. M. EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 SETPOINT r1 r2 °C/°F (1) 2.0 -2.0 -18.0 -18.0 setpoint, zie ook r0 MIN. MAX. U. M. EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 MEETINGANGEN -25.0 25.0 °C/°F (1) 0.0 0.0 0.0 0.0 offset sonde cel -25.0 25.0 °C/°F (1) niet besc. 0.0 0.0 0.0 offset sonde verdamper -25.0 25.0 °C/°F (1) niet besc. niet besc. 0.0 0.0 offset sonde condensator 0 1 ---1 1 1 1 punt decimaal graden Celsius (voor de grootheid die tijdens de normale functionering weergegeven wordt) 1 = JA temperatuur meeteenheid (2) 0 1 ---0 0 0 0 0 = °C 1 = °F functie sonde verdamper 0 2 ---niet besc. 1 1 1 0 = geen sonde 1 = sonde ontdooien en sonde voor de thermostatering van de ventilator van de verdamper 2 = sonde voor de thermostatering van de ventilator van de verdamper activering sonde condensator 0 1 ---niet besc. niet besc. 1 1 1 = JA 0 250 ds 5 5 5 5 vertraging weergave temperatuurvariaties gemeten door de sonde MIN. MAX. U. M. EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 HOOFDREGELAAR 0.1 15.0 °C/°F (1) 2.0 2.0 2.0 2.0 setpoint differentieel -99.0 r2 °C/°F (1) -50.0 -50.0 -50.0 -50.0 minimum setpoint r1 99.0 °C/°F (1) 50.0 50.0 50.0 50.0 maximum setpoint 0 1 ---0 0 0 0 het wijzigen van het setpoint is geblokkeerd (met de procedure beschreven in paragraaf 5.2) 1 = JA 0.0 99.0 °C/°F (1) niet besc. 0.0 0.0 0.0 temperatuurtoename tijdens de Energy Saving functie, zie i5, i10 HE1 en HE2 0.0 99.0 °C/°F (1) 0.0 0.0 0.0 0.0 temperatuurafname tijdens de Overcooling functie, zie r6 0 240 min 30 30 30 30 duur Overcooling functie: zie r5 0.0 99.0 °C/°F (1) niet besc. 10.0 10.0 10.0 minimum verschil "temperatuur in de cel - setpoint" (bij de inschakeling van het instrument) waardoor de waarde van de verdamper uitgesloten wordt en niet langer deel uitmaakt van de waarden die voor het berekenen van het relatieve gemiddelde gebruikt worden (voor de activering van het ontdooien, uitsluitend als d8 = 3), zie d17 (3) MIN. MAX. U. M. EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 BEVEILIGINGEN VAN DE COMPRESSOR 0 240 min 0 0 0 0 vertraagde inschakeling compressor na de inschakeling van het instrument (3) 0 240 min 5 5 5 5 minimum tijd tussen twee inschakelingen achtereen van de compressor; ook vertraagde inschakeling compressor nadat de storing sonde cel (code “Pr1”) verholpen is (4) (5) 0 240 min 3 3 3 3 minimum duur uitschakeling compressor (4) 0 240 s 0 0 0 0 minimum duur inschakeling compressor 0 240 min 10 10 10 10 duur uitschakeling compressor tijdens storing sonde cel (code “Pr1”); zie C5 0 240 min 10 10 10 10 duur inschakeling compressor tijdens storing sonde cel (code “Pr1”); zie C4 0.0 199.0 °C/°F (1) niet besc. niet besc. 80.0 80.0 temperatuur condensator hoger dan de temperatuur waarvoor het alarm condensator oververhit (code “COH”) geactiveerd wordt (6) 0.0 199.0 °C/°F (1) niet besc. niet besc. 90.0 90.0 temperatuur condensator hoger dan de temperatuur waarvoor het alarm condensator geblokkeerd (code “CSd”) geactiveerd wordt 0 15 min niet besc. niet besc. 1 1 vertraging alarm compressor geblokkeerd (code “CSd”) (7) 0 9999 h niet besc. 0 0 0 aantal uren functionering van de compressor waarna de signalering onderhoud vereist geactiveerd wordt 0 = geen functie MIN. MAX. U. M. EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 ONTDOOIEN 0 99 h 8 8 8 8 als d8 = 0, 1 of 2, interval ontdooien (8) 0 = het ontdooien met intervallen wordt nooit geactiveerd als d8 = 3, maximum interval ontdooien soort ontdooien 0 2 ---niet besc. 0 0 0 0 = ELEKTRISCH - tijdens het ontdooien is de compressor uitgeschakeld en wordt de uitgang ontdooien geactiveerd. De parameter F2 bepaalt of de ventilator van de condensator geactiveerd wordt 1 = MET WARM GAS - tijdens het ontdooien is de compressor ingeschakeld en wordt de uitgang ontdooien geactiveerd. De parameter F2 bepaalt of de ventilator van de condensator geactiveerd wordt 2 = BIJ STILSTAANDE COMPRESSOR - tijdens het ontdooien is de compressor uitgeschakeld en wordt de uitgang ontdooien niet geactiveerd. De parameter F2 bepaalt of de ventilator van de condensator geactiveerd wordt -99.0 99.0 °C/°F (1) niet besc. 2.0 2.0 2.0 temperatuur einde ontdooien (uitsluitend als P3 = 1), zie d3 0 99 min 30 30 30 30 als P3 = 0 of 2, duur ontdooien als P3 = 1, maximum duur ontdooien, zie d2 0 = het ontdooien wordt nooit geactiveerd ontdooien bij inschakeling instrument (uitsluitend als d8 = 0, 1, 2 of 3) (3) 0 1 ---0 0 0 0 1 = JA als d4 = 0, minimum tijd tussen de inschakeling van het instrument en de activering van het ontdooien, zie i5 (3) 0 99 min 0 0 0 0 als d4 = 1, vertraagde activering ontdooien na de inschakeling van het instrument, zie i5 (3) weergegeven temperatuur tijdens het ontdooien 0 1 ---1 1 1 1 0 = temperatuur in de cel 1 = als tijdens het activeren van het ontdooien de temperatuur in de cel lager dan het "setpoint + r0" is, op zijn hoogst het "setpoint + r0"; als tijdens de activering van het ontdooien de temperatuur in de cel hoger dan het "setpoint + r0" is, op zijn hoogst de temperatuur in de cel op het moment dat het ontdooien geactiveerd wordt (9) 0 15 min niet besc. 2 2 2 duur druppelen (tijdens het druppelen is de compressor uitgeschakeld en wordt de uitgang ontdooien niet geactiveerd. Als d16 = 0, bepaalt de parameter F2 of de ventilator van de verdamper geactiveerd wordt; als d16 ≠ 0, zal de ventilator van de verdamper niet ingeschakeld worden) 0 4 ---0 0 0 0 ontdooien activeringswijze 0 = INTERVAL - het ontdooien wordt geactiveerd als het instrument de tijd d0 ingeschakeld is 1 = INTERVAL - het ontdooien wordt geactiveerd als de compressor de tijd d0 geactiveerd is 2 = INTERVAL - het ontdooien wordt geactiveerd als de temperatuur van de verdamper de tijd d0 onder de temperatuur d9 gebleven is (uitsluitend zichtbaar in het geval van EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) (10) 3 = ADAPTIEF - het ontdooien wordt geactiveerd als een van de volgende situaties zich voordoet (uitsluitend zichtbaar in het geval van EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215, zie d0): (10) - voorwaarde 1: de temperatuur van de verdamper is lager dan de temperatuur d22 en de compressor is de tijd d18 geactiveerd - voorwaarde 2: de temperatuur van de verdamper daalt onder de temperatuur d19 4 = REËLE TIJD - het ontdooien wordt opgestart op de tijdstippen bepaald met de parameter Hd1... Hd6 (uitsluitend zichtbaar in het geval van EVX214 en EVX215) -99.0 99.0 °C/°F (1) niet besc. 0.0 0.0 0.0 temperatuur verdamper hoger dan de temperatuur waarbij het tellen van de interval ontdooien onderbroken wordt (uitsluitend als d8 = 2) 0 1 ---niet besc. 0 0 0 activering alarm ontdooien voltooid omdat de maximum tijd verstreken is (code “dFd”; uitsluitend als P3 = 1 en als er geen sprake is van de storing sonde verdamper (code “Pr2”) 1 = JA 0 99 min niet besc. 0 0 0 minimum duur inschakeling compressor bij de activering van het ontdooien zodat deze geactiveerd kan worden (uitsluitend als d1 = 1) (11) 0 99 min niet besc. 0 0 0 duur voordruppelen (tijdens het voordruppelen is de compressor uitgeschakeld, wordt de uitgang ontdooien geactiveerd en zal de ventilator van de verdamper niet ingeschakeld worden)
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 6/8 d17
1
10
----
d18
0
3,000 min
d19
0.0
40.0
°C/°F (1)
d20
0
500
min
d21
0
500
min
d22
0.0
10.0
°C/°F (1)
d23
0.0
10.0
°C/°F (1)
PAR. A0
MIN. 0
MAX. 1
U. M. ----
A1 A2
-99.0 0
99.0 2
°C/°F (1) ----
A4 A5
-99.0 0
99.0 2
°C/°F (1) ----
A6 A7 A8
0 0 0
240 240 240
min min min
A9 A10
0 0
240 240
min min
A11 A12
0.1 0
15.0 2
°C/°F (1) ----
PAR. F0
MIN. 0
MAX. 5
U. M. ----
F1 F2
-99.0 0
99.0 2
°C/°F (1) ----
F3
0
15
min
F4
0
240
s
F5
0
240
s
F6
0
1
----
F7
-99.0
99.0
°C/°F (1)
F8 F9 F11
0.1 0 0.0
15.0 240 99.0
°C/°F (1) s °C/°F (1)
F12 F13 F14 PAR. i0
0 0 0 MIN. 0
240 240 240 MAX. 5
s min min U. M. ----
i1
0
1
----
niet besc.
1
1
1
aantal temperatuurwaarden van de verdamper die voor het berekenen van het relatieve gemiddelde gebruikt worden (voor het activeren van het ontdooien, uitsluitend als d8 = 3), zie r7, i11 en i12 interval ontdooien (uitsluitend als d8 = 3 en voor de voorwaarde 1) niet besc. 40 40 40 0 = het ontdooien wegens de voorwaarde 1 wordt nooit geactiveerd temperatuur verdamper lager dan de temperatuur waarbij het ontdooien geactiveerd wordt (met betrekking tot het gemiddelde van de temperaturen niet besc. 3.0 3.0 3.0 van de verdamper, of te wel "gemiddelde temperaturen verdamper - d19") (uitsluitend als d8 = 3 en voor de voorwaarde 2), zie d17 de minimum duur na de inschakeling van de compressor veroorzaakt de activering van het ontdooien niet besc. 180 180 180 0 = het ontdooien wordt nooit geactiveerd wegens de inschakeling van de compressor de minimum duur na de inschakeling van de compressor na de inschakeling van het instrument (mits het verschil "temperatuur niet besc. 200 200 200 in de cel - setpoint" hoger dan de temperatuur r7 is) en na de activering van de Overcooling functie veroorzaakt de activering van het ontdooien 0 = het ontdooien wordt nooit geactiveerd wegens de inschakeling van de compressor niet besc. 2.0 2.0 2.0 temperatuur verdamper hoger dan de temperatuur waarbij het tellen interval ontdooien onderbroken wordt (met betrekking tot het gemiddelde van de temperaturen van de verdamper, of te wel "gemiddelde temperaturen verdamper + d22") (uitsluitend als d8 = 3 en voor de voorwaarde 1), zie d17 niet besc. 1.0 1.0 1.0 toename gemiddelde temperaturen van de verdamper tijdens de Energy Saving functie (voor de activering van het ontdooien, uitsluitend als d8 = 3), zie d17 EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 TEMPERATUURALARMEN niet besc. 0 0 0 temperatuur geassocieerd met het alarm minimum temperatuur (code “AL”) 0 = temperatuur in de cel 1 = temperatuur van de verdamper (12) -10.0 -10.0 -10.0 -10.0 temperatuur lager dan de temperatuur waarop het alarm minimum temperatuur (code “AL”); geactiveerd wordt, zie A0, A2 en A11 1 1 1 1 soort alarm minimum temperatuur (code “AL”) 0 = geen alarm 1 = alarm verbonden aan setpoint (of te wel "setpoint - A1", beschouw A1 zonder teken) 2 = absoluut (of te wel A1) 10.0 10.0 10.0 10.0 temperatuur hoger dan de temperatuur waarop het alarm maximum temperatuur (code “AH”); geactiveerd wordt, zie A5 en A11 1 1 1 1 soort alarm maximum temperatuur (code “AH”) 0 = geen alarm 1 = alarm verbonden aan setpoint (of te wel "setpoint + A4", beschouw A4 zonder teken) 2 = absoluut (of te wel A4) 120 120 120 120 vertraging alarm maximum temperatuur (code “AH”) na de inschakeling van het instrument (3) 15 15 15 15 vertraging temperatuuralarm (code “AL” en “AH”) 15 15 15 15 vertraging alarm maximum temperatuur (code “AH”) na het voltooien van het ontdooien (uitsluitend in het geval van EVX201) en het voltooien stilstand ventilator verdamper (uitsluitend in het geval van EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) (13) 15 15 15 15 vertraging alarm maximum temperatuur (code “AH”) na de deactivering van de ingang micro deur (14) niet besc. niet besc. niet besc. 1 de duur onderbreking voeding als het instrument ingeschakeld is zorgt er bij het herstel van de voeding voor dat het alarm onderbreking voeding (code “PF”) opgeslagen wordt (15) 2.0 2.0 2.0 2.0 differentieel parameters A1 en A4 niet besc. niet besc. niet besc. 1 soort signalering alarm onderbreking voeding (code “PF”); zie A10 0 = het alarm wordt niet gesignaleerd 1 = het display toont knipperend de code “PF” en de zoemer wordt geactiveerd 2 = het display toont knipperend de code “PF” en de zoemer wordt geactiveerd (mits de onderbreking van de voeding langer dan de tijd A10 duurt) EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 VENTILATOR VAN DE VERDAMPER niet besc. 1 1 1 activiteit van de ventilator van de verdamper tijdens de normale functionering 0 = uit 1 = aan, zie F13, F14 en i10 2 = parallel aan de compressor, zie F9, F13, F14 en i10 3 = afhankelijk van F1 (16) 4 = uit als de compressor uitgeschakeld is, afhankelijk van F1 als de compressor ingeschakeld is, zie F9 (16) 5 = afhankelijk van F6; zie F9 niet besc. -1.0 -1.0 -1.0 temperatuur verdamper hoger dan de temperatuur waarbij de ventilator uitgeschakeld wordt (uitsluitend als F0 = 3 of 4), zie F8 niet besc. 0 0 0 activiteit van de ventilator van de verdamper tijdens het ontdooien en het druppelen 0 = uit 1 = aan (stel de parameter d7 in op 0) 2 = afhankelijk van F0 maximum duur stilstand ventilator van de verdamper, zie F7 (tijdens de stilstand van de ventilator van de verdamper kan de compressor niet besc. 2 2 2 ingeschakeld worden. De uitgang ontdooien blijft echter gedeactiveerd en de ventilator van de verdamper wordt niet ingeschakeld) duur uitschakeling van de ventilator van de verdamper tijdens de functionering wegens laag percentage relatieve luchtvochtigheid als de niet besc. 60 60 60 compressor uitgeschakeld is, zie F5 (uitsluitend als F0 = 5) duur inschakeling van de ventilator van de verdamper tijdens de functionering wegens laag percentage relatieve luchtvochtigheid als de niet besc. 10 10 10 compressor uitgeschakeld is, zie F4 (uitsluitend als F0 = 5) functionering wegens laag of hoog percentage relatieve luchtvochtigheid (uitsluitend as F0 = 5) (17) niet besc. 0 0 0 0 = LAGE RELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID - de ventilator van de verdamper functioneert parallel aan de compressor, zie F4 en F5 1 = HOGE RELATIEVE LUCHTVOCHTIGHEID - de ventilator van de verdamper is altijd ingeschakeld temperatuur van de verdamper lager dan de temperatuur waarop de stilstand van de ventilator van de verdamper onderbroken wordt niet besc. 5.0 5.0 5.0 (met betrekking tot het setpoint, of te wel "setpoint + F7"), zie F3 niet besc. 2.0 2.0 2.0 differentieel parameter F1 niet besc. 0 0 0 vertraging uitschakeling ventilator van de verdamper na de uitschakeling van de compressor (uitsluitend als F0 = 2, 4 en 5) niet besc. niet besc. 15.0 15.0 temperatuur van de condensator hoger dan de temperatuur waarop de ventilator van de verdamper ingeschakeld wordt (“F11 + 2,0 °C/ 4 °F, uitsluitend als u1 en/of u11 = 6, mits de compressor ingeschakeld is), zie F12 (18) niet besc. niet besc. 30 30 vertraging uitschakeling ventilator van de condensator na het uitschakelen van de compressor (uitsluitend als u1 en/of u11 = 6), zie F11 niet besc. 5 5 5 duur uitschakeling van de ventilator van de verdamper tijdens de Energy Saving functie, zie F14 en i10 (uitsluitend als F0 = 1 of 2) niet besc. 5 5 5 duur inschakeling van de ventilator van de verdamper tijdens de Energy Saving functie, zie F13 en i10 (uitsluitend als F0 = 1 of 2) EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 DIGITALE INGANGEN 1 2 3 3 effect veroorzaakt door de activering van de ingang micro deur, zie i4 0 = geen effect 1 = de compressor en de ventilator van de verdamper (de verdamper uitsluitend in het geval van EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) worden uitgeschakeld (maximum de tijd i3 of tot de ingang gedeactiveerd word) (19) 2 = de ventilator van de verdamper wordt uitgeschakeld (maximum de tijd i3 of tot de ingang gedeactiveerd wordt) (uitsluitend zichtbaar in het geval van EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) 3 = het licht in de cel wordt ingeschakeld (uitsluitend als u1 en/of u11 = 0, tot de ingang gedeactiveerd wordt) (uitsluitend zichtbaar in het geval van EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) 4 = de compressor en de ventilator van de verdamper worden uitgeschakeld (maximum tijd i3 of tot de ingang gedeactiveerd wordt) en het licht in de cel wordt ingeschakeld (uitsluitend als u1 en/of u11 = 0 tot de ingang gedeactiveerd wordt) (uitsluitend zichtbaar in EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) (19) 5 = ventilator van de verdamper wordt uitgeschakeld (maximum tijd i3 of tot de ingang gedeactiveerd wordt) en het licht in de cel wordt ingeschakeld (uitsluitend als u1 en/of u11 = 0 tot de ingang gedeactiveerd wordt) (uitsluitend zichtbaar in EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) soort contact ingang micro deur 0 0 0 0 0 = rustcontact (ingang actief als het contact gesloten is) 1 = maakcontact (ingang actief als het contact geopend is)
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 7/8 i2
-1
120
min
i3
-1
120
min
i4
0
1
----
i5
0
6
----
i6
0
1
----
i7
0
120
min
i8
0
15
----
i9
1
999
min
i10
0
999
min
i11
0
240
s
i12
0
240
s
i13
0
240
----
i14
0
240
min
PAR. u1
MIN. 0
MAX. 6
U. M. ----
u2
0
1
----
u4
0
1
----
u5 u6 u7
-99.0 1 0.0
99.0 120 99.0
°C/°F (1) min °C/°F (1)
u8
0
1
----
u9
0
1
----
u11
0
6
----
PAR. HE1 HE2
MIN. MAX. U. M. 00:00 23:59 h:min 00:00 23:59 h:min
PAR. Hd1
MIN. MAX. U. M. 00:00 23:59 h:min
Hd2
00:00 23:59 h:min
Hd3
00:00 23:59 h:min
Hd4
00:00 23:59 h:min
Hd5
00:00 23:59 h:min
Hd6
00:00 23:59 h:min
PAR. LA
MIN. 1
MAX. 247
U. M. ----
30
30
30
30
vertraging signalering alarm ingang micro deur (code “id”) -1= het alarm wordt niet gesignaleerd maximum duur effect veroorzaakt door de activering van de ingang micro deur op de compressor en op de ventilator van de compressor 15 15 15 15 (de compressor uitsluitend in het geval van EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) -1= het effect duurt tot de ingang gedeactiveerd wordt opslaan alarm ingang micro deur (code “id”) (20) 0 0 0 0 1 = JA effect veroorzaakt door de activering van de ingang multifunctie niet besc. niet besc. 2 2 0 = geen effect 1 = SYNCHRONISATIE ONTDOOIEN - het ontdooien wordt opgestart als de tijd d5 verstreken is 2 = ACTIVERING ENERGY SAVING FUNCTIE - de Energy Saving functie wordt geactiveerd (tot de ingang gedeactiveerd wordt), mits de functie Overcooling niet geactiveerd is, zie r4 3 = ACTIVERING ALARM INGANG MULTIFUNCTIE - als de tijd i7 verstreken is toont het display knipperend de code “iA” en wordt de zoemer geactiveerd (tot de ingang gedeactiveerd wordt) 4 = ACTIVERING ALARM DRUKREGELAAR - de compressor wordt uitgeschakeld als u1 en/of u11 = 6, de ventilator van de condensator wordt ingeschakeld, het display toont knipperend de code “iA” en de zoemer wordt geactiveerd (tot de ingang gedeactiveerd wordt): de regelaars worden uitgeschakeld als de ingang net zo vaak ingeschakeld is als met de parameter i8 bepaald is, de ventilator van de condensator wordt ingeschakeld als u1 en/of u11 = 6, het display toont knipperend de code “iSd” en de zoemer wordt geactiveerd (tot de ingang gedeactiveerd wordt en het instrument uit- en weer ingeschakeld wordt of als de voeding onderbroken wordt), zie i7 en i9 5 = ACTIVERING HULPUITGANG - de hulpuitgang wordt geactiveerd (uitsluitend als u1 en/of u11 = 2 tot de ingang gedeactiveerd wordt) 6 = UITSCHAKELING VAN HET INSTRUMENT - het instrument wordt uitgeschakeld (tot de ingang gedeactiveerd wordt) soort contact ingang multifunctie niet besc. niet besc. 0 0 0 = rustcontact (ingang actief als het contact gesloten is) 1 = maakcontact (ingang actief als het contact geopend is) als i5 = 3 vertraging signalering alarm ingang multifunctie (code “iA”) niet besc. niet besc. 0 0 als i5 = 4 vertraging inschakeling compressor na de deactivering van de multifunctie ingang (21) aantal alarmen ingang multifunctie (code “iA”) dat het alarm drukregelaar (code “iSd”) geactiveerd wordt (uitsluitend als i5 = 4) niet besc. niet besc. 0 0 0 = geen alarm tijd die moet verstrijken als geen alarmen ingang multifunctie (code “iA”) aanwezig zijn tot de teller alarmen gereset wordt niet besc. niet besc. 240 240 (uitsluitend als i5 = 4) tijd die moet verstrijken als er geen activeringen ingang micro deur aanwezig zijn (nadat de temperatuur in de cel het setpoint bereikt heeft) niet besc. 0 0 0 waarna de Energy Saving functie automatisch geactiveerd wordt (uitsluitend effect op de ventilator van de verdamper als F0 = 1 of 2) 0 = de functie wordt nooit automatisch opgestart niet besc. 15 15 15 minimum duur na de activering van de ingang micro deur waardoor de temperatuurwaarde van de verdamper uitgesloten wordt en niet langer deel uitmaakt van de waarden die voor het berekenen van het relatieve gemiddelde gebruikt worden (voor de activering van het ontdooien, uitsluitend als d8 = 3), zie d17 totale minimum duur activeringen ingang micro deur waardoor de temperatuurwaarde van de verdamper uitgesloten wordt en niet langer deel uitmaakt van de niet besc. 60 60 60 waarden die voor het berekenen van het relatieve gemiddelde gebruikt worden (voor de activering van het ontdooien, uitsluitend als d8 = 3), zie d17 niet besc. 180 180 180 het aantal activeringen van de ingang micro deur dat de activering van het ontdooien veroorzaakt 0 = het ontdooien wordt nooit geactiveerd wegens de activering van de ingang micro deur minimum duur na de activering van de ingang micro deur dat de activering van het ontdooien veroorzaakt niet besc. 32 32 32 0 = het ontdooien wordt nooit geactiveerd wegens de activering van de ingang micro deur EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 DIGITALE UITGANGEN niet besc. niet besc. 0 0 aansluiting beheerd door de vierde uitgang (22) 0 = LICHT CEL - in dit geval zijn de toets HULP en de parameters i0 en u2 van betekenis 1 = ANTI-AANSLAG WEERSTANDEN - in dit geval zijn de toets HULP en de parameter u6 van betekenis 2 = HULPUITGANG - in dit geval zijn de toets HULP en de parameters i5 en u2 van betekenis 3 = ALARMUITGANG - in dit geval is de parameter u4 van betekenis 4 = WEERSTANDEN DEUR - in dit geval is de parameter u5 van betekenis 5 = KLEP VERDAMPER - in dit geval zijn de parameters u7 en u8 van betekenis 6 = VENTILATOR CONDENSATOR - in dit geval zijn de parameters P4, F11 en F12 van betekenis handmatige activering in-/uitschakeling van het licht in de cel of de hulpuitgang als het instrument uitgeschakeld is niet besc. niet besc. 0 0 (uitsluitend als u1 en/of u11 = 0 of 2) (23) 1 = JA activering deactivering alarmuitgang en uitschakeling zoemer (uitsluitend als u1 en/of u11 = 3) niet besc. niet besc. 1 1 1 = JA niet besc. niet besc. -1.0 -1.0 de temperatuur in de cel is lager dan de temperatuur waarop de weerstanden van de deur ingeschakeld worden (“u5 - 2,0 °C/4 °F, uitsluitend als u1 en/of u11 = 4) (6) niet besc. niet besc. 5 5 duur activering anti-aanslag weerstanden (uitsluitend als u1 en/of u11 = 1) niet besc. niet besc. 2.0 2.0 de temperatuur in de cel is lager dan de temperatuur waarop de klep van de verdamper gedeactiveerd wordt (met betrekking tot het setpoint, of te wel "setpoint + u7") (uitsluitend als u1 en/of u11 = 5) (6) soort contact klep verdamper (uitsluitend als u1 en/of u11 = 5) niet besc. niet besc. 0 0 0 = rustcontact (klep actief als het contact gesloten is) 1 = maakcontact (klep actief als het contact geopend is) activering van de zoemer 1 1 1 1 1 = JA aansluiting beheerd door de vijfde uitgang (22) niet besc. niet besc. 3 3 0 = LICHT CEL - in dit geval zijn de toets HULP en de parameters i0 en u2 van betekenis 1 = ANTI-AANSLAG WEERSTANDEN - in dit geval zijn de toets HULP en de parameter u6 van betekenis 2 = HULPUITGANG - in dit geval zijn de toets HULP en de parameters i5 en u2 van betekenis 3 = ALARMUITGANG - in dit geval is de parameter u4 van betekenis 4 = WEERSTANDEN DEUR - in dit geval is de parameter u5 van betekenis 5 = KLEP VERDAMPER - in dit geval zijn de parameters u7 en u8 van betekenis 6 = VENTILATOR CONDENSATOR - in dit geval zijn de parameters P4, F11 en F12 van betekenis EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 ENERGY SAVING IN REËLE TIJD niet besc. niet besc. niet besc. 00:00 tijdstip activering Energy Saving functie in reële tijd, zie r4 en HE2 niet besc. niet besc. niet besc. 00:00 duur Energy Saving functie in reële tijd, zie r4 en HE1 00:00 = de Energy Saving functie in reële tijd wordt nooit geactiveerd EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 ONTDOOIEN IN REËLE TIJD niet besc. niet besc. niet besc. - - : - - tijdstip activering eerste keer ontdooien in reële tijd (uitsluitend als d8 = 4) - -: - - = de eerste keer ontdooien in reële tijd wordt niet geactiveerd niet besc. niet besc. niet besc. - - : - - tijdstip activering tweede keer ontdooien in reële tijd (uitsluitend als d8 = 4) - - : - - = de tweede keer ontdooien in reële tijd wordt niet geactiveerd niet besc. niet besc. niet besc. - - : - - tijdstip activering derde keer ontdooien in reële tijd (uitsluitend als d8 = 4) - - : - - = de derde keer ontdooien in reële tijd wordt niet geactiveerd niet besc. niet besc. niet besc. - - : - - tijdstip activering vierde keer ontdooien in reële tijd (uitsluitend als d8 = 4) - - : - - = de vierde keer ontdooien in reële tijd wordt niet geactiveerd tijdstip activering vijfde keer ontdooien in reële tijd (uitsluitend als d8 = 4) - - : - - = de vijfde keer ontdooien in reële tijd wordt niet geactiveerd niet besc. niet besc. niet besc. - - : - - tijdstip activering zesde keer ontdooien in reële tijd (uitsluitend als d8 = 4) - - : - - = de zesde keer ontdooien in reële tijd wordt niet geactiveerd EVX201 EVX203 EVX204/5 EVX214/5 SERIEEL NETWERK (MODBUS) 247 247 247 247 adres instrument niet besc. niet besc. niet besc.
--:--
Evco S.p.A. • Code 104X201D314 • pag. 8/8 Lb LP (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) (8) (9)
0 3 ---2 2 2 2 baud rate (0 = 2.400 baud, 1 = 4.800 baud, 2 = 9.600 baud, 3 = 19.200 baud) 0 2 ---2 2 2 2 pariteit (0 = none - geen pariteit, 1 = odd - oneven, 2 = even - even de parameter P2 bepaalt de meeteenheid stel de parameters van de regelaars in nadat u de parameter P2 gewijzigd heeft de parameter heeft ook effect als tijdens de functionering van het instrument de stroom onderbroken wordt de tijd bepaald met de parameter wordt ook geteld als het instrument uitgeschakeld is de vertraging sinds de storing sonde cel verholpen werd, is op 2 min vastgesteld, ook als de parameter C1 op 0 ingesteld is de parameter heeft een differentieel van 2,0 °C/4 °F de parameter C8 heeft geen effect als bij de inschakeling van het instrument de temperatuur van de condensator al hoger dan de temperatuur van de parameter C7 is het instrument slaat het tellen van de intervallen ontdooien elke 30 min op: een wijziging van de parameter d0 heeft effect nadat de vorige interval ontdooien voltooid is of als het ontdooien handmatig geactiveerd wordt het display hervat de normale functionering al na het ontdooien (uitsluitend EVX201) of na de stilstand van de ventilator van de verdamper (uitsluitend EVX203, EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) de temperatuur in de cel onder de temperatuur voor de blokkering van het display daalt (of als er sprake is van een alarmtemperatuur) (10) het instrument functioneert alsof de parameter d8 op 0 ingesteld is als de parameter P3 op 0 of 2 ingesteld is (11) de compressor blijft ingeschakeld tot de tijd voor het voltooien verstreken is als bij de activering van het ontdooien de inschakeling van de compressor korter duurt dan de tijd die met parameter d15 bepaald is (12) het instrument functioneert alsof de parameter A0 op 0 ingesteld is als de parameter P3 op 0 ingesteld is, maas slaat het alarm niet op (13) tijdens het ontdooien, het druppen en de stilstand van de ventilator van de verdamper zijn er geen temperatuuralarmen, mits ze zich na de activering van het ontdooien voorgedaan hebben (14) tijdens het activeren van de ingang micro deur is er geen temperatuuralarm, mits deze zich na de activering van de ingang voorgedaan heeft (15) het alarm wordt altijd gesignaleerd nadat de voeding hersteld is (16) het instrument functioneert alsof de parameter F0 op 2 ingesteld is als de parameter P3 op 0 ingesteld is (17) de parameter kan ook met de procedure beschreven in paragraaf 4.8.1 gewijzigd worden (18) de ventilator van de condensator functioneert parallel aan de compressor als de parameter P4 op 0 ingesteld is (19) de compressor wordt 10 s na de activering van de ingang uitgeschakeld. De activering heeft geen enkel effect op de compressor als de ingang tijdens het ontdooien of de stilstand van de ventilator van de verdamper geactiveerd wordt (20) het instrument slaat het alarm op als de tijd, bepaald met parameter i2, verstreken is. Het instrument slaat het alarm niet op als de parameter i2 op -1 ingesteld is (21) controleer of de tijd bepaald met parameter i7 korter is dan de tijd bepaald met parameter i9 (22) wijzig de parameter als het instrument uitgeschakeld is om schade aan de aansluiting te vermijden (23) de uitschakeling van het instrument veroorzaakt de eventuele uitschakeling van het licht in de cel en/of van de hulpuitgang als de parameter u2 op 0 ingesteld is (de aansluiting blijft uitgeschakeld tot de het instrument weer ingeschakeld wordt). Bij de uitschakeling van het instrument worden het licht in de cel en/of de hulpuitgang niet uitgeschakeld als de parameter u1 op 1 ingesteld is (de aansluiting blijft ingeschakeld tot het instrument weer ingeschakeld wordt). 13 ELEKTRISCHE AANSLUITING 13.1 Inleidende opmerkingen Met verwijzing naar de elektrische bedradingsschema's: • de aansluiting beheerd door de vierde uitgang hangt af van parameter u1 (uitsluitend EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215) • de aansluiting beheerd door de vijfde uitgang hangt af van parameter u11 (uitsluitend EVX205 en EVX215) • de seriële poort wordt gebruikt voor de communicatie met het controlesysteem (met een seriële interface, TTL, MODBUS communicatieprotocol) of met de programmeringssleutel. De poort mag nooit voor twee verschillende doeleinden tegelijkertijd gebruikt worden. 13.2 Elektrische aansluiting EVX201
13.3
Elektrische aansluiting EVX203
13.4
Elektrische aansluiting EVX204, EVX214, EVX205 en EVX215
13.6 Mededelingen voor de elektrische aansluitingen • gebruik op de klemmenborden nooit elektrische of pneumatische schroevendraaiers • het vocht kan condenseren als u het instrument van een koude naar een warme omgeving brengt; wacht ongeveer een uur alvorens u het aansluit • controleer of de voedingsspanning, de frequentie en het elektrische vermogen van het instrument met de gegevens van uw lichtnet overeenstemmen • deactiveer de voeding alvorens u onderhoud verricht • gebruik het instrument nooit als een beschermingsinstallatie • wend u voor reparaties en informatie over het instrument tot een Evco verkoper.
EVCO S.p.A. Dit document is eigendom van Evco. De openbaarmaking ervan zonder toestemming van Evco is verboden. Via Mezzaterra 6, 32036 Sedico Belluno ITALIA Evco acht zich niet verantwoordelijk voor de eigenschappen, technische gegevens of mogelijke fouten in dit document. Telefoon 0437-852468 • Fax 0437-83648 Evco acht zich niet verantwoordelijk voor schade veroorzaakt door de niet-inachtneming van de aanwijzingen.
[email protected] • www.evco.it Evco behoudt zich het recht voor zonder mededeling wijzigingen te verrichten die de essentiële functies en veiligheid niet zullen beïnvloeden.