Thema
7
Assisteren bij activiteiten
1 Inleiding Als zorghulp kun je gevraagd worden om te helpen bij activiteiten. In dit thema vertellen we wat voor activiteiten er zijn en wat voor doel ze hebben. We geven tips voor het assisteren bij activiteiten. De inhoud van dit thema: 2 Individuele activiteiten en groepsactiviteiten 3 Soorten activiteiten 4 Doelen van activiteiten 5 Tips voor de praktijk
1
Zorghulp DC 7 Assisteren bij activiteiten
1
2 Individuele activiteiten en groepsactiviteiten Allereerst maken we onderscheid tussen individuele activiteiten en groepsactiviteiten. Individuele activiteiten: activiteiten die je met één cliënt doet
Groepsactiviteiten: activiteiten die je met meerdere cliënten tegelijk doet 2
Een zorghulp kan bijvoorbeeld met een cliënt naar de winkel gaan, of de krant voorlezen aan een cliënt. Dit noemen we dan een individuele activiteit. Hij kan ook meehelpen bij het organiseren van een bingoavond, een muzikale middag, een dansavond of een knutselmiddag. Dan spreken we van een groepsactiviteit, meerdere mensen nemen hieraan deel. Bij een individuele activiteit kun je al je tijd en aandacht richten op een bepaalde cliënt. Dit kan een voordeel zijn. Bij groepsactiviteiten kunnen cliënten elkaar helpen en stimuleren of ze kunnen beter leren samenwerken. Zowel individuele als groepsactiviteiten hebben dus voordelen. De keuze die gemaakt wordt, hangt af van de behoeften en mogelijkheden van de cliënt.
Een groepsactiviteit
2
Zorghulp Digitale Content
3 Soorten activiteiten Als zorghulp kun je assisteren bij verschillende soorten activiteiten. We gaan dieper in op de sociale, recreatieve, sportieve en educatieve activiteiten. 3.1 Sociale activiteiten
Dit zijn activiteiten waarbij het doel is: het bevorderen van het sociale contact. In alle instellingen kunnen ze georganiseerd worden, maar ook in buurthuizen in de wijk. Je kunt denken aan de organisatie van: koffieochtenden, muziekavonden en bingo- en klaverjas toernooien. Maar ook aan een 50+ soos of een disco voor mensen met een verstandelijke handicap. Evita werkt als zorghulp bij de thuiszorg. Mevrouw Visser is een cliënt. Ze koopt zorg op maat in en heeft een zorgplan. Evita werkt gemiddeld 6 uur per week bij haar thuis. Ze doet huishoudelijk werk. Mevrouw krijgt maaltijden van de maaltijdservice en eigenlijk hoeft ze haar huis nauwelijks uit. Evita vindt dat mevrouw erg op zichzelf is. Ze woont nog zelfstandig en is goed ter been. Haar kinderen wonen ver weg, door de week komen ze niet op bezoek. Mevrouw lijkt te vereenzamen. Evita heeft hierover met haar leidinggevende overlegd en deze stelt voor mevrouw een folder te geven van het buurthuis waarin activiteiten voor ouderen vermeld staan. Evita besluit dit te doen. Misschien is het iets voor mevrouw? Een beetje stimuleren kan geen kwaad.
Zorghulp DC 7 Assisteren bij activiteiten
3
3.2 Recreatieve activiteiten
Recreatie betekent: ontspanning of vrijetijdsbesteding. Recreatieve activiteiten worden ook wel ontspanningsactiviteiten genoemd. Het zijn activiteiten die tot doel hebben mensen een plezierige tijd te bezorgen, te zorgen voor ontspanning bijvoorbeeld na inspanning. Er zijn verschillende soorten recreatieve activiteiten. Je kunt denken aan: wandelen, bloemschikken, jeu de boules, handenarbeid en het verzorgen van feesten. Maar ook aan: biljarten, kaarten of een dagje uit. Recreatieve activiteiten worden in de meeste instellingen georganiseerd. Ook in buurthuizen kom je ze veel tegen. Een medewerker in de thuiszorg kan een cliënt stimuleren deel te nemen aan dit soort activiteiten in de buurt.
Een recreatieve activiteit
4
Zorghulp Digitale Content
3.3 Sportieve activiteiten
Zoals het woord al zegt, zijn dit activiteiten die tot doel hebben dat mensen bewegen of aan sport doen. Je kunt hierbij denken aan: bewegen voor ouderen, voetballen, nordic walking, steps, yoga of gymnastiek. Voor sportieve activiteiten is ruimte nodig. Meestal zullen ze dan ook plaatsvinden in een aangepaste zaal of buiten. Maar ‘bewegen voor ouderen’ bijvoorbeeld kan ook in een huiskamer waar ruimte is gemaakt. Je komt ze in bijna alle instellingen tegen. We zien tegenwoordig dat oudere mensen gestimuleerd worden om veel te blijven bewegen. Dat is gezond en sportieve activiteiten zijn momenteel erg populair. Kevin werkt op een basisschool en verzorgt tussen de middag de opvang van kinderen. Omdat kinderen de hele dag al op school zitten, is het belangrijk dat ze zich tussen de middag ontspannen. Er zijn verschillende mogelijkheden. Een groep kinderen blijft op het schoolplein en vermaakt zich in de zandbak of met spelletjes. Een andere groep gaat naar een groot veld dat vlakbij is. Hier rennen en hollen ze, spelen voetbal of klauteren op de speeltoestellen. Kevin assisteert ook bij de organisatie en uitvoering van een voetbalwedstrijd voor jongens en meisjes.
3.4 Educatieve activiteiten
Educatie betekent ‘vorming’. Deze activiteiten hebben betrekking op opvoeding, onderwijs en vorming. Het zijn activiteiten waar je iets van kunt leren. Leren over een andere cultuur, over de natuur, de sterren, de geschiedenis of samen het nieuws uit de krant bespreken. Ook deze activiteiten kom je bijna overal tegen. Bij ouderen kunnen ze als doel hebben: het trainen van het geheugen of het op de hoogte blijven van wat er speelt in de samenleving.
Zorghulp DC 7 Assisteren bij activiteiten
5
Nina is zorghulp in een verpleeghuis. Vandaag leest zij de activiteitenmap door. Dat is een map met een heleboel activiteiten voor cliënten. Zij leest het volgende: Naam activiteit:
krant lezen
Doel van de activiteit: onderhouden van algemene ontwikkeling, het bevorderen van sociale contacten en het verbeteren van de concentratie Aantal deelnemers: 10 Benodigdheden:
krant van vandaag of gisteren, liefst een streekkrant
Benodigde tijd:
ongeveer een half uur
Voorbereiding:
een krant kopen
Uitvoering:
begeleider leest de krant voor (als het mogelijk is kan ook een deelnemer dit doen)
•
Kies onderwerpen die interessant zijn voor de groep.
•
Denk aan: de datum, het weerbericht, de koppen, de voorpagina, de familieberichten en het streeknieuws. Misschien ook sport als er mensen zijn die dit interessant vinden. Laat ruimte voor discussie en reactie.
•
Probeer mensen die niets zeggen te stimuleren ook iets te zeggen.
Een educatieve activiteit
6
Zorghulp Digitale Content
4 Doelen van activiteiten Als zorghulp help je bij activiteiten die een doel hebben. Activiteiten kunnen de volgende doelen hebben. Individuele activiteiten: • ontwikkeling stimuleren • zelfstandigheid bevorderen • ontspanning bieden • vorming/educatie • sociaal contact bevorderen • beweging bevorderen • geheugen trainen • gedrag veranderen 3
We zetten de doelen nog even op een rijtje met een concreet voorbeeld. Doelen van activiteiten Het stimuleren van de ontwikkeling Het bevorderen van de zelfzorg of zelfstandigheid Ontspanning
Voorbeeld Een kind een puzzel aanbieden Aan een cliënt uitleggen hoe de traplift werkt
Educatie Het bevorderen van sociaal contact
De organisatie van een rapavond in een buurthuis Een project doen over planeten Een bonte avond plannen
Het bevorderen van beweging
Een gemeenschappelijke wandeling organiseren
Trainen van geheugen
Naar een dvd kijken over het jaar 1946
Gedragsverandering
Een cursus assertiviteit volgen
Zorghulp DC 7 Assisteren bij activiteiten
7
Wat is het doel van deze activiteit?
Je ziet dat een activiteit een doel kan hebben. Maar je kunt ook meerdere doelen hebben met één activiteit. Het volgende voorbeeld maakt dit duidelijk. Rachelle werkt in een verpleeghuis en soms assisteert ze bij de uitvoering van activiteiten. Op maandagavond wordt er een bingo georganiseerd. Dit is een ontspannende activiteit, maar het bevordert ook het sociaal contact tussen de cliënten. Elke donderdag is er ‘bewegen voor ouderen’. Dit is een activiteit waarbij de ouderen actief moeten zijn. Daarnaast is het ontspannend en het bevordert het sociale contact. Op de eerste vrijdag van de maand is er een boekenclub. Een klein groepje dames bespreekt onder leiding van de activiteitenbegeleidster een zelfgekozen boek. Deze activiteit is educatief, ondersteunt het geheugen en bevordert de sociale contacten.
8
Zorghulp Digitale Content
5 Tips voor de praktijk Het is prettig als cliënten gemotiveerd zijn voor activiteiten. Maar helaas is dit niet altijd het geval. Wat kun je doen om cliënten te motiveren of te stimuleren?
Tip 1 Mogelijkheden en wensen Speel in op de mogelijkheden en wensen van cliënten. Wat vinden mensen leuk? Wat kunnen ze goed? Waar beleven ze plezier aan? Iedereen vindt het vervelend om iets te doen waar je geen zin in hebt. Ook bij activiteiten zijn de behoeftes en mogelijkheden van cliënten van groot belang.
Tip 2 Help cliënten verder als ze echt vast zitten Het is belangrijk dat mensen zelfstandig zijn en zelf dingen doen, maar als iemand iets echt niet kan, dan is het verstandig te helpen. Het is bijna Kerst en mevrouw Bartels doet mee met handenarbeid. Er worden allerlei leuke kaarten en versieringen gemaakt voor de huiskamer. Mevrouw Bartels heeft een lichte verlamming in haar rechterarm. Ze kan nog veel zelf en wil veel zelf doen. Maar het knippen met een schaar gaat haar niet goed af. Hawa ziet dat het niet lukt. Mevrouw probeert het telkens weer. Hawa ziet ook dat mevrouw het helemaal niet fijn vindt dat het zo moeilijk gaat, ze kijkt een beetje bedrukt. Hawa loopt naar mevrouw toe en zegt: ‘Vindt u het goed dat ik u even help, ik zie dat het voor u moeilijk is om die kerstboom goed uit te knippen.’ Mevrouw is duidelijk opgelucht dat ze hulp krijgt. Even later kan ze verder met het plakken van kerstbomen op de menukaartjes. Dat lukt haar prima en Hawa geeft haar een compliment.
Tip 3 Oordeel niet Oordeel niet over cliënten en speel in op dingen die goed lukken. In het voorbeeld zag je dat Hawa niet oordeelde over mevrouw Bartels. Ze benaderde haar positief door haar een compliment te geven voor iets dat goed lukte.
Zorghulp DC 7 Assisteren bij activiteiten
9
Tip 4 Enthousiasme Straal enthousiasme uit. ‘Een goed voorbeeld doet goed volgen’ luidt een Nederlands gezegde. Als je laat zien dat je er zelf zin in hebt, dan kun je dit gemakkelijker op andere mensen overbrengen dan wanneer je ‘geen zin’ uitstraalt. Omar kijkt naar het groepje verstandelijk gehandicapten dat in de huiskamer zit. Ze lijken zich te vervelen en hangen een beetje rond. ‘Hoe pak ik dit aan’, denkt hij. Buiten is het mooi weer. Hij heeft dienst samen met zorghulp Maarten en heeft zin in een wandeling. Hij gaat de huiskamer binnen en zegt: ‘Wie gaat er mee? We gaan een wandeling maken, het is mooi weer buiten. We gaan even naar het bos en dan gaan we daarna iets drinken bij Van Zanten. Over een uurtje zijn we weer terug en dan gaan we de nieuwe dvd van Frans Bauer kijken.’ Omar loopt naar de jassen, trekt zijn eigen jas alvast aan en neemt er een paar mee die hij overhandigt aan de cliënten Karin en Bas. Hij vraag aan Maarten of hij Karin en Bas wil helpen met hun jassen. Er wordt wat gemopperd, maar er ontstaat beweging. ‘Mooi’, denkt Omar. ‘Iets drinken, dat vinden ze altijd fijn en na afloop de dvd kijken werkt ook motiverend.’ In dit voorbeeld zie je een begeleider die enthousiast en uitnodigend is en die de cliënten kan motiveren en stimuleren. Hij stelt hen iets in het vooruitzicht: gezellig samen iets drinken na afloop. Daarna samen de dvd kijken. Ook geeft hij aan hoe lang de wandeling ongeveer gaat duren, dit geeft houvast voor de cliënten.
Tip 5 Positief benaderen Benader cliënten positief. Een positieve benadering werkt altijd beter. Een negatieve benadering is bijvoorbeeld de opmerking: ‘Vervelend dat iedereen altijd maar op de bank hangt, jullie krijgen veel te weinig beweging.’ Een positieve opmerking is bijvoorbeeld: ‘Wie gaat er mee? Bewegen is goed voor een mens. Daarna is het tijd voor appeltaart.’
Tip 6 Toon respect Toon respect voor de cliënt. Tegen iemand die achteraan loopt tijdens een wandeling zeggen dat hij ‘sloom’ is, getuigt van weinig respect. Dan kun je beter naast iemand gaan lopen en hem of haar een arm geven.
10
Zorghulp Digitale Content