Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht
Aan alle zorgaanbieders die GRZ leveren en de zorgkantoren/zorgverzekeraars
Postbus 3017 3502 GA Utrecht 0900 770 70 70 030 296 82 96 E
[email protected] I www.nza.nl T F
Behandeld door
E-mailadres
Kenmerk
Directie Zorgmarkten Cure Directie Zorgmarkten Care
[email protected]
CI/12/77c 12D0022482
Onderwerp
Datum
Overheveling GRZ en invoering DBC-zorgproducten
29 juni 2012
In deze circulaire informeert de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) u over de overheveling van de Geriatrische Revalidatiezorg (GRZ) van de AWBZ naar de Zorgverzekeringswet (Zvw) en over de invoering van integrale DBC-zorgproducten voor de GRZ per 1 januari 2013.
Geachte heer, mevrouw, De NZa heeft een aantal beleidsregels en regelingen vastgesteld ten behoeve van de (voorgenomen) overheveling van de GRZ van de AWBZ naar de Zvw die per 1 januari 2013 zal plaatsvinden. Gelijktijdig wordt een DBC-productstructuur voor de GRZ ingevoerd. De volgende nieuwe beleidsregels en nadere regels treden per 1 januari 2013 in werking: BR/CU-2074 Transitie geriatrische revalidatiezorg van AWBZ naar Zvw BR/CU-2075 Macrobeheersinstrument geriatrische revalidatiezorg NR/CU-219 Nadere regel informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg
̶ ̶ ̶
De volgende beleidsregels en nadere regels zijn aangepast in verband met de overheveling van de GRZ: BR/CA-300-543 Beleidsregel Invoering normatieve huisvestigingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders ̶
Verder heeft de NZa enkele wijzigingen vastgesteld die per 1 januari 2013 zullen worden verwerkt in de dan geldende versie van: ̶ ̶
1
BR/CU-20681 Beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg Regeling medisch specialistische zorg
Van deze beleidsregel en regeling verschijnen voorafgaand aan de versie waarin GRZ zal zijn opgenomen ook per 1 september 2013 nog gewijzigde versies.
Tot slot is er een regeling waar de GRZ onder gaat vallen door de overheveling: – Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS)
Kenmerk
CI/12/77c 12D0022482 Pagina
2 van 7
In deze circulaire wordt de overheveling van de GRZ toegelicht aan de hand van de beleidsregels. Beleidsregel Transitie Geriatrische Revalidatiezorg van AWBZ naar Zvw In de transitieperiode, het jaar 2013, is een transitiemodel van toepassing voor bestaande zorgaanbieders om de met de overgang samenhangende risico’s zoveel mogelijk te verkleinen. Een bestaande zorgaanbieder wordt gedefinieerd als een zorgaanbieder die geriatrische revalidatiezorg biedt, die vóór 1 januari 2012 productieafspraken over GRZ heeft gemaakt met een zorgkantoor en die in 2013 deze zorg ook nog levert. Voor nieuwe zorgaanbieders geldt geen transitiemodel. Gelijktijdig met de overheveling worden de DBC-zorgproducten ingevoerd. Voor bestaande zorgaanbieders worden deze gebruikt voor de financiering van deze zorg en voor de nieuwe zorgaanbieders ook voor de bekostiging. Transitiemodel Het transitiemodel voor bestaande zorgaanbieders houdt in dat voor hen in 2013 de financiering gebaseerd wordt op de DBC-zorgproducten en de bekostiging zal plaatsvinden op basis van de “oude AWBZ-parameters”. Met oude parameters worden de parameters bedoeld waarmee de GRZ onder de AWBZ bekostigd werd. Het verschil tussen de omzet uit DBC-zorgproducten en omzet uit oude parameters is het verrekenbedrag. Het verrekenbedrag wordt na afloop van 2013 door de NZa vastgesteld. Is de omzet uit DBC-zorgproducten hoger dan de omzet uitgedrukt in oude parameters, dan betaalt de zorgaanbieder dit verschil (het verrekenbedrag) aan de betreffende zorgverzekeraars. Is de omzet in DBC-zorgproducten lager, dan brengt de zorgaanbieder bij de verschillende zorgverzekeraars hun (op grond van het marktaandeel bepaalde) aandeel in het verrekenbedrag in rekening. Tot slot kan het verrekenbedrag ook nul zijn, in dat geval gebeurt er niets. Het berekenen van het verrekenbedrag begint bij de berekening van de omzet uit DBC-zorgproducten. De omzet is gelijk aan het totaal van de gefactureerde DBC-zorgproducten, de afgesloten maar nog te factureren DBC-zorgproducten en de mutatie in het onderhanden werk per 31 december 2013. Vervolgens wordt de omzet uit DBC-zorgproducten vergeleken met de waarde van de zorgproductie die aan die omzet ten grondslag ligt, maar dan uitgedrukt in oude parameters. In (bijlagen bij) de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg zal worden vermeld welke DBC-zorgproducten gelden voor de GRZ. De omzet in oude parameters wordt door de NZa afgeleid uit de (mede door de zorgverzekeraar(s) getekende) opgave van de zorgaanbieder op grond van de regeling informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg. Voorbeeld Omzet in ‘oude AWBZ-parameters’ Gefactureerde DBC-zorgproducten (t/m 31-12-2013) Afgesloten nog niet gefactureerde zorgproducten Waarde onderhanden werk per 31-12-2013 Verrekenbedrag
€ € € €
5.800.000 2.300.000 -/1.750.000 -/1.250.000 -/€ 500.000
De oude parameters bestaan uit: ̶ ZZP 9A-VV geriatrische revalidatiezorg ̶ Toeslag Cerebrovasculair Accident (CVA) ̶ Transitietarief CVA ̶ Transitietarief (heup)fractuur ̶ Transitietarief electieve orthopedie ̶ Transitietarief amputatie ̶ Transitietarief overigen ̶ Toeslag invasieve beademing ̶ Toeslag non-invasieve beademing ̶ Mutatiedag V&V ̶ Dagactiviteit ouderen speciaal revalidatie (H801) ̶ Vervoer dagbesteding V&V ̶ Inventaris ̶ Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen Voor de oude parameters gelden maximumtarieven met een bandbreedte met uitzondering van ‘Dagactiviteit ouderen speciaal’ en ‘vervoer V&V extramuraal’’, waarvoor de beleidsregelwaarde een maximumbedrag is. De bandbreedte is 94 – 100%. Voor inventaris en voor de kosten van zorggebonden materiaal en geneesmiddelen zijn geen beleidsregelwaarden vastgesteld. Inventaris Over inventaris kunnen geen afspraken worden gemaakt. Deze worden op grond van de NHC-beleidsregel doorbelast vanuit de AWBZ op basis van de productieafspraken 2013. Dure geneesmiddelen. Extreme kosten van zorggebonden materiaal en geneesmiddelen als bedoeld in de beleidsregel ‘Extreme kosten zorggebonden materiaal en geneesmiddelen’2 kunnen door de zorgaanbieder in het overgangsjaar voor GRZ-cliënten worden geregistreerd onder de voorwaarden die in die beleidsregel zijn beschreven. Alle medicatie kan boven een bepaald drempelbedrag geregistreerd worden. Voor de DBC-zorgproducten is het uitgangspunt dat de kosten van alle geneesmiddelen onderdeel zijn van de integrale tarieven. In de DBC-tarieven voor de GRZ zijn deze kosten ook meegenomen. In de ziekenhuiszorg wordt ook gesproken van dure geneesmiddelen. Deze zijn apart opgenomen op een add-onlijst. Deze geneesmiddelen kunnen (naast het DBC-zorgproduct) alleen door instellingen voor medisch specialistische zorg gedeclareerd worden. De verstrekking van deze geneesmiddelen vindt plaats in het kader van een somatische diagnose en niet voor de GRZ-behandeling. Instellingen voor medisch specialistische zorg kunnen deze kosten declareren via de zogenaamde add-ons. De GRZ aanbieders kunnen dat niet. Voor hen vallen de kosten voor dure geneesmiddelen in 2013 nog onder het transitiemodel, mits deze niet dubbel gedeclareerd worden. De definitie van dure geneesmiddelen is in de ziekenhuiszorg dus anders dan in de AWBZ. Beleidsregel Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders Naast de overheveling van de loon- en materiële kosten worden ook de kapitaallasten, die samenhangen met de GRZ, ten laste gebracht van de Zvw. overgeheveld. Het gaat hierbij om de kapitaallasten van de intramurale zorg GRZ (ZZP 9A) en van de extramurale zorg GRZ (H801). De bekostiging van de kapitaallasten van de extramurale zorg verschilt van de bekostiging van de kapitaallasten van de intramurale zorg. In 2007 2
CA-300-531: Extreme zorggebonden materiaal- en geneesmiddelen
Kenmerk
CI/12/77c 12D0022482 Pagina
3 van 7
zijn de kapitaallasten voor de extramurale zorg genormeerd en opgenomen in de tarieven waardoor er sprake is van integrale tarieven. Deze kunnen daarom volledig worden overgeheveld , zonder verrekening of overgangsregeling.
Kenmerk
CI/12/77c 12D0022482 Pagina
4 van 7
De bekostiging van de intramurale kapitaallasten is tot en met 2011 nog volledig gebaseerd op nacalculatie. Per 2012 wordt de bekostiging stapsgewijs genormeerd. Het invoertraject (2012 t/m 2017) van de genormeerde intramurale kapitaallasten valt samen met de overheveling van de GRZ van AWBZ naar Zvw (vanaf 2013). In de overgangsperiode wordt de bekostiging volgens het bestaande regime (nacalculeerbare kapitaallasten) afgebouwd en de NHC opgebouwd. De bekostiging wordt vastgesteld als het gewogen gemiddelde van de nacalculeerbare kapitaallasten en de NHC, conform de wegingsfactoren in onderstaande tabel. Jaar 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018
Nacalculeerbare kapitaallasten 90% 80% 70% 50% 30% 15% 0%
NHC 10% 20% 30% 50% 70% 85% 100%
Voor de GRZ is een model gekozen, waarbij de kapitaallasten op basis van de volledige NHC (100%) worden overgeheveld naar de Zvw. Zorgaanbieders declareren vanaf 2013 integrale tarieven inclusief de volledige normatieve huisvestingscomponent aan de zorgverzekeraar. Ook aan de ‘oude parameter’ is de volledige NHC toegerekend. Op grond van de beleidsregel ‘Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) bestaande zorgaanbieders’ heeft de zorgaanbieder, die al voor 2013 onder de AWBZ GRZ-zorg leverde, echter recht op een gedeeltelijk normatieve en voor het overige na te calculeren kapitaallastenvergoeding. Het verschil tussen de (volledige) NHC opbrengsten (inbegrepen in de omzet op basis van oude parameters) en de kapitaallastenvergoeding waar bestaande zorgaanbieders op grond van de overgangsregeling recht op hebben, wordt bij de afhandeling van de nacalculatie berekend en in mindering gebracht op het AWBZ budget. Om dubbele bekostiging in 2013 te voorkomen wordt het AWBZ budget geschoond voor de intramurale kapitaallasten die betrekking hebben op GRZ. De schoning voor 2013 vindt plaats bij de budgetafhandeling 2013 en wordt gebaseerd op verhouding van de NHC waarde van de productieafspraak 2012 van ZZP 9A en de overige intramurale productie.
Kenmerk
Voorbeeld Stel ZZP V&V NHC (AWBZ) is 260.000, Omzet NHC GRZ (Zvw) is 30.000 en kapitaal is 270.000. De procentuele verhouding o.b.v. NHC waarde is 89,66% (260.000/290.000) AWBZ en 10,34% (30.000/290.000) Zvw GRZ. Bij de budgetafhandeling van de AWBZ: Kapitaal (AWBZ én Zvw) Kapitaal Zvw GRZ 10,34% Kapitaal AWBZ
270.000
totaal 270.000 - 27.918 242.082
De nieuwe kapitaallastenvergoeding AWBZ voor 2013 is 245.666 (20%*260.000 + 80%*242.082). Bij de nacalculatie 2013: Budget 2013 (aanvaardbare kosten) ZZP V&V NHC (AWBZ) Omzet NHC GRZ (Zvw) Kapitaal (AWBZ én Zvw) Nieuwe kapitaallastenvergoeding Omzet NHC GRZ (Zvw)
20% 20% 80%
260.000 30.000 270.000
totaal 52.000 6.000 216.000 274.000 - 30.000
Beleidsregel Macrobeheersmodel Geriatrische Revalidatiezorg Over het jaar 2013 voert de NZa op aanwijzing van de minister het zogenoemde macrobeheersmodel uit. De tariefopbrengst voor verzekerde geriatrische revalidatiezorg zal aan een jaarlijks maximum worden gebonden. Als (achteraf) blijkt dat dit maximum is overschreden, dienen de zorgaanbieders die onder deze beleidsregel vallen hun aandeel in de overschrijding terug te storten in het Zorgverzekeringsfonds. De NZa zal dit aandeel vaststellen aan de hand van het aandeel van de omzet, voor zover het verzekerde zorg betreft, van de individuele zorgaanbieder in het totaal van de (onder de beleidsregel vallende) omzet van alle zorgaanbieders van geriatrische revalidatiezorg. De vaststelling van een eventuele overschrijding en van de omzet van individuele zorgaanbieders vindt plaats ná toepassing van de opbrengstverrekening die is beschreven in de beleidsregel ‘Transitie Geriatrische revalidatiezorg van AWBZ naar ZVW’. In april 2013 zal de NZa monitoren in hoeverre de productieafspraken passen binnen het vastgestelde kader. Nadere regel Informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg Deze nadere regel beschrijft de aanlevering van gegevens van zowel oude als nieuwe parameters (zorgproducten GRZ). Op basis hiervan wordt het verrekenbedrag vastgesteld. Daarnaast kan op basis van deze gegevens getoetst worden of het financieel kader overschreven wordt, inzake de beleidregel Macrobeheersmodel Geriatrische Revalidatiezorg. Tevens heeft deze nadere regel tot doel om gegevens op te vragen om de kapitaallasten in het jaar te schonen, te toetsen en aan het einde de kapitaallasten bij de nacalculatie te verrekenen. Beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg Deze beleidsregel beschrijft het beleid met betrekking tot de prestaties en tarieven voor de medisch specialistische zorg. De voor 2013 geldende versies van de (beleids)regel over DBC-zorgproducten zullen in oktober 2012 bekend worden gemaakt. Om (toekomstige) aanbieders van GRZ en zorgverzekeraars voldoende tijd te geven zich voor te bereiden op het werken met de nieuwe DBC-systematiek, heeft de NZa een memo opgesteld met daarin het voorgenomen besluit over de aanpassingen in de
CI/12/77c 12D0022482 Pagina
5 van 7
beleidsregel ‘Beleidsregel Prestaties en tarieven curatieve somatische zorg (BR-CU 2068)’ en de bijbehorende regeling specifiek voor de GRZ. Als gevolg van de overheveling van de GRZ van de AWBZ naar de GRZ worden de prestaties en tarieven vastgelegd in de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg. Voor de GRZ zijn vanaf 2013 in principe alleen de DBC-zorgproducten, als prestatie in het kader van de specialistische zorg die valt onder de Zvw, relevant. Dit betreft achttien integrale DBC-zorgproducten conform de vastgestelde productstructuur voor de GRZ. Een toelichting op de productstructuur en zorgproducten staat beschreven in de ‘Handleiding DBC-productstructuur geriatrische revalidatie’ en terug te vinden op de website van DBC-Onderhoud (www.dbconderhoud.nl). Voor de DBC-zorgproducten gelden maximumtarieven. Dit betekent dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars onder een vastgestelde maximum afspraken kunnen maken over de prijs van het DBC-zorgproduct. De maximumtarieven zijn gebaseerd op de gemiddelde kostprijzen van zorgaanbieders, geïndexeerd naar de voorlopige cijfers 2013 en inclusief een gedifferentieerde opslag voor de kapitaallasten Binnen de AWBZ.-systematiek is sprake van bevoorschotting. Met de overheveling van de GRZ naar de Zvw worden deze bevoorschottingsafspraken niet automatisch overgenomen. Het is aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars om afspraken te maken over de betaling van onderhanden werk (ook wel bevoorschottingsafspraken genoemd) voor 2013. Nadere Regel Prestaties en tarieven curatieve somatische zorg Deze regeling bevat algemene registratiebepalingen3 en regels voor het afleiden, declareren en betalen van DBC-zorgproducten. Voor de GRZ zullen een paar specifieke aanpassingen worden gemaakt in deze regeling. Regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS) Tevens bestaat het voornemen om per 1 januari 2013 (de dan geldende versie van) de regeling Verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS) (NR/CU-211) ook op aanbieders van GRZ van toepassing te verklaren. De regeling verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS), beschrijft welke informatie de NZa nodig heeft om haar wettelijke taken (onderhoud prestaties, informatieverstrekking aan VWS en monitoren en analyseren van marktontwikkelingen) te kunnen uitvoeren. In deze regeling wordt procedureel en inhoudelijk geregeld welke zorgaanbieders periodiek een zogenoemde minimale dataset (MDS) dienen te leveren aan een derde, het DBC-infomatiesysteem (DIS). Het DIS levert de MDS-gegevens vervolgens door aan de NZa. De NZa is voornemens om per 1 januari 2013 (de dan geldende versie van) de regeling Verplichte aanlevering minimale dataset medisch specialistische zorg (MDS) (NR/CU-211) ook op aanbieders van GRZ van toepassing te verklaren. Meer informatie over de MDS en het DIS is beschikbaar op www.dbcinformatiesysteem.nl.
3
Een gedetailleerde uitwerking en toelichting op de registratieregels voor 2013 is opgenomen in het document ‘Handleiding DBC-productstructuur geriatrische revalidatie’ en te vinden op de website van DBC-Onderhoud (www.dbconderhoud.nl).
Kenmerk
CI/12/77c 12D0022482 Pagina
6 van 7
Tot slot Met het voorgenomen besluit en de vaststelling van de beleidsregels is het beleid van de GRZ in 2013 vormgegeven. De verantwoordelijkheid om de invoering van de productstructuur GRZ gereed te maken en de administratieve organisatie op orde te krijgen, ligt nu bij lokale partijen. Om de noodzakelijke wijzigingen in de ICT-systemen door te voeren, verwijzen wij u naar de website van DBC-Onderhoud voor de desbetreffende tabellen. De invoering van de productstructuur zal dan ook de nodige inspanningen van partijen vragen. De NZa hoopt dat dit proces voortvarend ter hand wordt genomen. Met vriendelijke groet, Nederlandse Zorgautoriteit
drs. K. Noorlag plv. directeur Zorgmarkten Cure
Kenmerk
CI/12/77c 12D0021385 Pagina
7 van 7