Statenvoorstel nr. PS/2009/728 Najaarsnota 2009
Datum
GS-kenmerk
Inlichtingen bij
18.08.2009
2009/0122298
dhr. M.P.Scheutjens, telefoon 038 499 89 57
[email protected]@overijssel.nl
Aan Provinciale Staten
Onderwerp Najaarsnota 2009
Bijlagen I. II. III. IV. V.
Ontwerpbesluit nr. PS/2009/728 (bijgevoegd) Najaarsnota (bijgevoegd) Dynamische investeringsagenda | Najaarsnota 2009 (bijgevoegd) Budgettaire gevolgen 10e begrotingswijziging 2009 (bijgevoegd) Meerjarenramingen reserves, voorzieningen & doeluitkeringen (bijgevoegd)
1
Samenvatting
Hierbij bieden wij u de Najaarsnota 2009 aan, met de daarbij behorende 10e wijziging van de Programmabegroting 2009. De Najaarsnota laat zien hoever per 31 juli 2009 de voortgang is gevorderd van de uitvoering van het voorgenomen beleid. Over het geheel bezien kunnen wij vaststellen, dat de uitvoering van de begroting 2009 op schema ligt.
2
Beleidsrealisatie & budgetuitputting
Uit de Najaarsnota blijkt dat er in 2009 op de begroting een afwijking wordt verwacht van € 18,85 miljoen. Dit bestaat uit € 22,30 miljoen aan lasten die niet meer tot besteden leiden en € 3,45 miljoen aan minder te ontvangen baten. Het bedrag van € 18,85 miljoen is als volgt te specificeren: Aanpassing kasritme pMJP € 14,95 miljoen Aanpassing kasritme DIA € 0,22 miljoen Autonome ontwikkelingen € 6,45 miljoen Actualisering van het bestaande beleid € 1,26 miljoen Investeren in Overijssel tranche 2009 -/- € 2,40 miljoen Beleidsintensiveringen -/- € 2,09 miljoen Aanpassing van de reserves en voorzieningen € 0,46 miljoen Totaal € 18,85 miljoen Ook dit jaar is er sprake van enkele verschuivingen van budgetten maar volgend jaar. Een deel van de mutaties is inherent aan de gehanteerde meerjarige systematiek van bijvoorbeeld pMJP. Een deel van de mutaties wordt veroorzaakt doordat de werkzaamheden en onderzoeken later plaats vinden dan gepland. In hoofdstuk 1 wordt een samenvatting van de prognose gegeven, in hoofdstuk 2 en bijlage II Dynamische investeringsagenda | Najaarsnota 2009 is de (financiële) voortgang van de DIA opgenomen en in hoofdstuk3 de rapportage over de programma,s
Ten aanzien van de resultaten van het beleid en de prestatie indicatoren die in de Begroting 2009 zijn opgenomen kunnen wij constateren dat in de Najaarsnota op hoofdlijnen kan worden geconcludeerd dat de programma,s op koers liggen. Er is een verbetering te constateren in de rapportage over de prestaties. De basis voor de rapportage is de Doelenboom zoals die in de begroting 2009 is opgenomen. Zowel de (sub)doelstellingen met de bijbehorende indicatoren zoals opgenomen in de Begroting 2009 worden gepresenteerd, als de realisatie tot en met de rapportage periode, als de prognose voor het einde van het jaar. In de laatste kolommen van de doelstellingen tabel wordt de stand van zaken van de prestaties weergegeven. Afwijkingen worden toegelicht en kunnen leiden tot een voorstel voor mutatie van de begroting. De verwachting is dat in komende maanden nog veel beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd. Er moet de komende maanden nog wel veel geld weggezet worden. De afwijking op de begroting van € 18,85 miljoen is ook de prognose van de eenheden voor het saldo van geheel 2009. Door de voorgestelde begrotingswijzigingen worden de betreffende posten aangepast en resteert in feite een verwachte onderuitputting van nihil voor het gehele jaar. Via de najaarsnota wordt een aantal begrotingswijzigingen aan u voorgelegd in de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009. Deze begrotingwijzigingen zijn per programma opgenomen in hoofdstuk 3 en voor algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten in hoofdstuk 5 paragraaf 5.2
3
Verwerking Essent PLB
In de Najaarsnota is de verwachte opbrengst verkoop Essent verwerkt. Gelet op de wenselijkheid om invulling te kunnen geven aan Investeren in Overijssel, ook in de begroting 2010, is er voor gekozen de gevolgen van de verkoop van Essent te verwerken met de nu bekende cijfers. De ontwikkelingen rondom EPZ maken dat de datum van ‘completion’ nog onzeker is. Toch denken wij dat het verstandig is om de voorgenomen verkoop van Essent PLB nu al in de begroting 2009 te verwerken. Daarmee kunnen we deze effecten ook in de begroting 2010 meenemen, wat nodig is omdat in de begroting 2010 ook de jaren 2010 en 2011 van Investeren in Overijssel (omvang ca. € 300 miljoen) zijn verwerkt. Wij wijzen u er op dat pas na ‘completion’ de definitieve cijfers bekend zijn zodat nog een onvermijdelijke correctie zal volgen, waarvan de financiële consequenties op dit ogenblik niet te voorspellen zijn.
4
Instellen reserve en voorziening
Voor de uitvoering van de motie Antuma c.s. van 3 juni 2009, versterken vermogen PPM Oost, is het instellen van een reserve herwaardering aandelen Oost N.V. en een voorziening deelneming herstructureringsmaatschappij Overijssel N.V. noodzakelijk.
5
Voorstel
Wij stellen u voor om: 1. de Najaarsnota 2009 vast te stelen; 2. de 10e wijziging van de programmabegroting 2009 vast te stellen; 3. het budgettair perspectief 2009 – 2013 vast te stellen; 4. in te stellen de: • Reserve herwaardering aandelen Oost N.V. • Voorziening deelneming Herstructureringsmaatschappij Overijssel N.V. . Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, G.J. Jansen secretaris, H.A. Timmerman
2
Statenvoorstel nr. PS/2009/T728
Bijlage I
Ontwerpbesluit nr. PS/2009/728
Provinciale Staten van Overijssel, gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten d.d. 18.08.2009- kenmerk 2009/0122298
besluiten: 1.
de Najaarsnota 2009 vast te stellen;
2.
de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009 vast te stellen.;
3.
het budgettair perspectief 2009 – 2013 vast te stellen;
4.
in te stellen de: • Reserve herwaardering aandelen Oost N.V. • Voorziening deelneming Herstructureringsmaatschappij Overijssel N.V.
Zwolle, Provinciale Staten voornoemd,
voorzitter,
griffier,
Statenvoorstel nr. PS/2009/T728
3
Najaarsnota 2009 Vertrouwen, verbinden, versnellen
september 2009
Colofon
Uitgave
provincie Overijssel Datum
september 2009 Oplage
230 Fotografie/Illustraties
Job Boersma, Zwolle Vormgeving
Eenheid Middelen Productie
Eenheid Facilitaire Dienstverlening Project/kenmerk
2009/0 Inlichtingen bij
M.P. Scheutjens Eenheid Middelen, team Financiën en Informatie telefoon 038 499 89 57
[email protected] Adresgegevens
Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle telefoon 038 499 88 99 fax 038 425 48 88 provincie.overijssel.nl
[email protected]
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2
Analyse op concernniveau Inleiding Totaalbeeld Najaarsnota 2009
2 2.1 2.2
Dynamische investeringsagenda Inleiding Totaaloverzicht Dynamische investeringsagenda
9 9 10
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Voortgang Programma Programma Programma Programma Programma Programma Programma
13 13 23 31 46 57 67 76
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Paragrafen Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Bedrijfsvoering Verbonden partijen Grondbeleid
83 83 86 89 91 94 99 100
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Financiën Actualisering budgettair perspectief Algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten Reserves Investeringsbudgetten
102 102 107 110 111
uitvoering programma’s Kwaliteit van de leefomgeving Impuls voor werk Mobiliteit Natuur en duurzaamheid Water Sociale infrastructuur en cultuur Daadkrachtig bestuur
4 4 4
Najaarsnota 2009
3
1
Analyse op concernniveau
1.1
Inleiding
In de begroting 2009 zijn de ambities en doelen van het Coalitieakkoord &Overijssel verder uitgewerkt. Het jaar 2009 is een gezichtsbepalend jaar voor deze bestuursperiode. In 2009 draait de uitvoering van het coalitieakkoord &Overijssel op volle toeren en zullen resultaten zichtbaar worden. Graag willen wij in de Najaarsnota 2009 inzicht geven in de stand van zaken.
Opbouw Najaarsnota 2009 In deze Najaarsnota presenteren wij u de voortgang van de uitvoering van de Begroting 2009. Wij hebben ervoor gekozen om de structuur uit de Begroting 2009 als uitgangspunt te nemen bij de opstelling van de Najaarsnota 2009. Inhoud In paragraaf 1.2 wordt het totaalbeeld van de Najaarsnota 2009 gepresenteerd. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 een totaaloverzicht gegeven van de voortgang Dynamische Investeringsagenda. In de bijlage worden de projecten afzonderlijk toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt inhoudelijk en financieel per programma over de uitvoering gerapporteerd. Zowel de (sub)doelstellingen met de bijbehorende indicatoren zoals opgenomen in de Begroting worden gepresenteerd als de realisatie tot en met de rapportage periode als de prognose voor het einde van het jaar. In de laatste kolommen van de doelstellingen tabel wordt de stand van zaken van de prestaties weergegeven. Afwijkingen zullen vervolgens worden toegelicht en eventueel leiden tot een voorstel voor mutatie van de begroting. In hoofdstuk 4 wordt gerapporteerd over de stand van zaken van diverse onderwerpen die in de begroting 2009 in het hoofdstuk ‘Verplichte paragrafen’ zijn opgenomen. Daarna volgt in hoofdstuk 5 het financiële hoofdstuk. De stand van de reserves en de investeringsbudgetten zijn ook in dit hoofdstuk opgenomen.
1.2
Totaalbeeld Najaarsnota 2009 Stand van zaken programma’s - inhoudelijk Ten aanzien van de resultaten van het beleid kijken we naar de indicatoren die in de Begroting 2009 zijn opgenomen. Wat is gehaald en wat is op basis daarvan de verwachting aan het eind van het jaar? Op hoofdlijnen kan worden geconcludeerd dat de programma’s op koers liggen. In hoofdstuk 2 wordt een totaaloverzicht gegeven van de voortgang Dynamische investeringsagenda. In de bijlage worden de verschillende DIA projecten afzonderlijk toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt per programma over de uitvoering gerapporteerd.
4
Najaarsnota 2009
Samenvatting financiën Hierna volgt het overzicht per programma van de voorgestelde mutaties bij najaarsnota 2009. Leeswijzer tabellen programmabegroting: Kolom:
Programmabegroting Programmabegroting 2009 zoals door PS vastgesteld d.d. 29 oktober 2008
Kolom:
Begrotingswijzigingen
Nr.Begr. wijziging
Omschijving
1
Investeren in Overijssel, 1e tranche (herzien)
2
Aanpak en financiering Programma A 1-zone en Voorbereiding planstudie A 1 verbreding
3 4
DIA: Hoogwatergeul Kampen / gebiedsontwikkeling IJsseldelta; IJsseldelta-Zuid Investeren in Overijssel: aanvullende middelen bibliotheekinnovatie en middelen beeldende kunst en vormgeving
5
Doorwerking van de 5e t/m 7e wijziging Programmabegroting 2008
6
Jaarverslag 2008
7
Overijssels actieplan economische recessie 2009-2010
8
Actualisering Programmabegroting 2009
9
1e diverse postenwijziging 2009
101-102
Wijzigingen pMJP zoals vastgesteld door GS
200 t/m 218
Administratieve wijzigingen
Totaal programmabegroting (programmalasten minus programma baten) Bedragen x € 1 miljoen Totaal programmabegroting
Programma
Begrotings-
PROGRAMMALASTEN minus
begroting
wijzigingen
Actuele
Realisatie
begroting
t/m 31/07/09
Voorstel wijzigingen
PROGRAMMABATEN Kwaliteit van de leefomgeving
39,42
15,59
55,02
14,08
Impuls voor werk
26,79
17,11
43,90
24,65
1,39-
Mobiliteit
72,28
20,09-
52,18
70,29
1,36-
Natuur en duurzaamheid
32,16
21,19
53,35
44,65
9,20
Water
10,27
0,05
10,33
10,12
3,90
Sociale infrastructuur en cultuur
41,40
23,50
64,90
125,45
65,57-
70,54-
Daadkrachtig bestuur
4,97-
79,24-
0,86
0,18-
Totaal programma's
217,35
8,22-
209,13
210,01
Algemene dekkingsmiddelen
198,50-
7,80-
206,29-
148,87-
11,03 6,62
Apparaatskosten
44,98
5,16-
39,82
13,62
1,20
Totaal
63,84
21,18-
42,66
74,76
18,85
In de Najaarsnota worden voor 2009 begrotingswijzigingen voorgesteld voor een bedrag van € 18,85 miljoen (minder uitgaven verwacht dan begroot). De voorgestelde begrotingwijzigingen zijn opgenomen in de 10e begrotingswijziging van de Programmabegroting 2009 en in de actualisering pMJP/ILG bij de najaarsnota 2009. De uitsplitsing van dit bedrag naar programmabaten en lasten: Minder lasten gerealiseerd dan begroot Minder baten gerealiseerd dan begroot Per saldo minder uitgaven verwacht dan begroot
€ 22,30 miljoen € 3,45 miljoen € 18,85 miljoen
Najaarsnota 2009
5
De uitsplitsing van de lasten en baten per programma: Bedragen x € 1 miljoen Totaal programmabegroting programmalasten
Programma
Begrotings-
begroting
wijzigingen
Actuele begroting
Realisatie t/m 31/07/09
Voorstel wijzigingen
Kwaliteit van de leefomgeving
50,03
24,18
74,22
19,93
5,82
Impuls voor werk
27,17
17,18
44,36
27,56
1,39-
Mobiliteit
122,26
Natuur en duurzaamheid Water Sociale infrastructuur en cultuur Daadkrachtig bestuur Totaal programma's
83,77
23,5734,59
98,69
75,13
118,36
65,42
13,68 3,87
13,47
2,01
15,48
11,10
129,95
34,20
164,14
125,52
17,90
13,11
18,37 445,02
0,4788,11
0,67-
0,20-
337,76
21,10
Algemene dekkingsmiddelen
20,46
0,27-
20,19
20,01
Apparaatskosten
45,89
4,85-
41,04
16,58
1,20
61,23
374,35
22,30
Totaal
511,37
82,99
-
Bedragen x € 1 miljoen Totaal programmabegroting programmabaten Kwaliteit van de leefomgeving Impuls voor werk
Programma
Begrotings-
begroting
wijzigingen
Actuele
Realisatie
begroting
t/m 31/07/09
10,61
8,59
19,20
5,85
0,38
0,08
0,46
2,90
46,51
4,84
0,69 4,48
Mobiliteit
49,98
Natuur en duurzaamheid
51,61
13,40
65,01
20,77
3,20
1,95
5,15
0,98
Sociale infrastructuur en cultuur
88,55
10,70
99,24
0,07
Daadkrachtig bestuur
23,34
65,10
88,43
92,35
Totaal programma's
227,67
96,33
324,00
127,75
Algemene dekkingsmiddelen
218,96
7,52
226,48
168,88
0,91
0,31
1,22
2,96
447,53
104,16
551,70
299,59
Water
Apparaatskosten Totaal
Voorstel wijzigingen
3,48-
4,96 -
0,030,0210,07 6,623,45
Analyse begrotingswijzigingen Het bedrag van € 18,85 miljoen aan begrotingswijzigingen wordt ingedeeld naar twee categorieën: budgettair effect en budgettair neutrale begrotingswijzigingen. Onder budgettair effect vallen de voorstellen die voortvloeien uit autonome ontwikkeling, actualisering van het bestaande beleid, beleidsintensiveringen, Investeren In Overijssel. De budgettair neutrale begrotingswijzigingen betreft de aanpassing van het kasritme van de DIA,pMJP en pMJPILG en de aanpassing van de reserves en voorzieningen. De uitsplitsing van de € 18,85 miljoen naar voorstellen met budgettair effect en budgettair neutrale begrotingswijzigingen is: Totaal budgettair effect € 3,22 miljoen Totaal budgettair neutrale begrotingswijzigingen € 15,63 miljoen Totaal begrotingswijzigingen € 18,85 miljoen
6
Najaarsnota 2009
De uitsplitsing van de budgettair effect en budgettair neutrale begrotingswijziging per programma is:
Bedragen x € 1 miljoen Totaal voorstel begrotingswijzigingen per programma
budgettair
Budgettair
effect
neutraal
Totaal begrotingswijziging
Kwaliteit van de leefomgeving
2,14-
3,00
Impuls voor werk
2,00-
0,61
1,39-
Mobiliteit
0,46-
0,90-
1,36-
Natuur en duurzaamheid
0,10
9,10
9,20
Water
0,07-
3,97
3,90
Sociale infrastructuur en cultuur
-
0,86
-
-
Daadkrachtig bestuur
0,03-
0,15-
Totaal programma's
4,60-
15,63
Algemene dekkingsmiddelen
6,62
-
0,1811,03 6,62
Apparaatskosten
1,20
-
1,20
Totaal
3,22
15,63
18,85
De uitsplitsing budgettair effect per programma is: Bedragen x € 1 miljoen Totaal voorstel begrotingswijzigingen budgettrait perspectief per programma Kwaliteit van de leefomgeving
Totaal Investeren in
Autonoom
Overijssel 2,10-
mutaties
actualisering
beleidsinten
beleid
sievering
Budgettair effect
0,04-
Impuls voor werk Mobiliteit
overige
0,30-
2,140,16-
0,01
1,84-
2,00-
0,14
0,05-
0,25-
0,46-
Natuur en duurzaamheid
0,10
Water
0,10
0,07-
0,07-
0,03-
0,03-
Sociale infrastructuur en cultuur
-
Daadkrachtig bestuur Totaal programma's
2,40-
Algemene dekkingsmiddelen
0,15-
0,03-
2,09-
1,20 2,40-
6,48
4,606,62
Apparaatskosten Totaal
0,06
6,62 0,03-
1,26
1,20 2,09-
3,22
De belangrijkste posten budgettair effect zijn: • Extra gelden voor de stedelijke vernieuwing ten bedragen van € 2,1 miljoen (Investeren in Overijssel/ programma kwaliteit van de leefomgeving). Dit budget vormt een onderdeel van de uitvoering van motie Antuma/Steinmetz over de economische recessie. • Verhogen budget voor de OV-tactiek met € 0,3 miljoen (Investeren in Overijssel/programma mobiliteit). • Actualisering rentebaten (€ 7,57 miljoen) en aanpassing provinciefonds, accres junicirculaire (-/- 0,892 miljoen) (Autonoom/algemene dekkingsmiddelen) • Aanpassing onderhoudsbudget Streefbeeld (€ 0,78 miljoen), besparing aanschaf licenties (€0,22 miljoen), besparing op multifunctionele copiers (€0,094 miljoen) (actualisering beleid / apparaatskosten). • Vergroten eigen vermogen PPM-Oost (€ 1,84 miljoen) (beleidsintensivering/programma impuls voor werk).
Najaarsnota 2009
7
Uitsplitsing budget neutrale begrotingswijzigingen per programma: Bedragen x € 1 miljoen Totaal voorstel begrotingswijzigingen budget neutraal
Totaal DIA
Reserve/BDU
per programma
pMJP/ILG
pMJP
Voorzieningen
Kwaliteit van de leefomgeving
3,00
Impuls voor werk
0,61
Mobiliteit
0,73-
0,17-
Natuur en duurzaamheid
0,03
0,20
Water
0,32
0,57
0,908,87 3,08
9,10 3,97 -
Daadkrachtig bestuur
0,150,22
0,46
0,153,08
11,87
Algemene dekkingsmiddelen
15,63 -
Apparaatskosten Totaal
3,00 0,61
Sociale infrastructuur en cultuur Totaal programma's
Budgettair neutraal
0,22
0,46
3,08
11,87
15,63
De aanpassing van het kasritme van DIA is per saldo € 0,22 miljoen. Er worden bedragen naar voren gehaald voor onder andere de aansluiting A1/A28 (€ 1,15 miljoen/programma mobiliteit) en ICT breedband (€ 0,195 miljoen/programma impuls voor werk). Voor de herstructurering bedrijventerreinen (€ 0,8 miljoen/programma impuls voor werk), N340 (€ 0,2 miljoen) en reisinformatie op haltes (€ 0,3 miljoen), beide onderdeel van het programma mobiliteit, worden naar volgende jaren doorgeschoven. Er wordt voor € 14,95 miljoen aan pMJP/ILG bedragen doorgeschoven naar volgende jaren. • programma Natuur en duurzaamheid € 8,87 miljoen. Het betreft de volgende pMJP (sub) doelstellingen: o Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) € 2,74 miljoen o Stimuleren aanleg, herstel en beheer van landschapselementen € 5,13 miljoen o Nationale landschapen € 1,00 miljoen • Programma kwaliteit van de leefomgeving € 3,00 miljoen Het betreft onder andere de volgende pMJP (sub)doelstellingen: o Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw € 1,27 miljoen o Verbetering vd ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw € 0,86 miljoen o Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw € 1,23 miljoen o Behoud van sociale cohesie en vitaliteit -/- € 0,21 miljoen • Programma water € 3,08 miljoen Het betreft hier de (sub) doelstelling “het tot stand brengen van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast” In hoofdstuk 3 worden per programma de voorgestelde begrotingswijzigingen uitgebreid toegelicht. Verkoop Essent In de Najaarsnota is de verwachte opbrengst verkoop Essent verwerkt. Gelet op de wenselijkheid om invulling te kunnen geven aan Investeren in Overijssel is er voor gekozen de gevolgen van de verkoop van Essent te verwerken met de nu bekende cijfers. Wij wijzen u er op dat er na ‘completion’ nog een onvermijdelijke correctie zal volgen, waarvan de financiële consequenties op dit ogenblik niet te voorspellen zijn. In hoofdstuk 5 financiën, paragraaf 5.1.1 “verkoop Essent N.V. c.a. ” wordt de verkoop uitgebreid toegelicht.
8
Najaarsnota 2009
2
Dynamische investeringsagenda
2.1
Inleiding De Ontwikkelingsreserve majeure thema’s/projecten is bij de Perspectiefnota 2007 ingesteld voor dekking van uitgaven voor een aantal projecten. Bij het opstellen van het Coalitieakkoord 2007-2011 (&Overijssel!) is besloten de Ontwikkelingsreserve ook als dekkingmiddel in te zetten voor programma’s/projecten die benoemd zijn in de Dynamische Investeringsagenda (DIA). Daarnaast zal de provincie voor een bedrag van € 80 miljoen uit de Ontwikkelingsreserve bijdragen in het bestuursakkoord Rijk - IPO. Deze rapportage geeft de behaalde resultaten tot en met 2008 weer en de (verwachte) afwijkingen ten opzichte van de voornemens in 2009. Per project wordt gerapporteerd op verwachte afwijkingen van de aspecten Tijd, Geld en Kwaliteit. Indien sprake is van ruimte in het budget 2009 wordt per project, onder verloop financiën, een aangegeven hoe het restant 2009 zal worden besteed en/of wordt een voorstel tot bijstelling van het budget gedaan. Voor de specificatie per project zie bijgevoegde bijlage “Dynamische investeringsagenda en ontwikkelingsreserve”.
Najaarsnota 2009
9
2.2
Totaaloverzicht Dynamische investeringsagenda Overzicht Dynamische investeringsagenda 2007 - 2011 Bedragen x € 1.000
Claim1
Programma Project 1. Kwaliteit van de leefomgeving Stationsomgevingen Oldenzaal / Hengelo, Almelo, Deventer en Zwolle / Kampen Stationsomgevingen Steenwijk en Hardenberg Hoogwatergeul Kampen / gebiedsontwikkeling IJsseldelta Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving Gebiedsontwikkeling Nijverdal / Koninklijke Ten Cate Gebiedsontwikkeling A 1-corridor Gebiedsontwikkeling Vriezenveen Voortzetting Grote Steden Beleid 2010 / 2011 (waaronder wijkcentra) 5,1 Doorontwikkeling Kulturhusen / vitaliteit kleine kernen 2. Impuls voor werk Innovatie en kennisintensieve maakindustrie Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente ICT - breedband / diensteneconomie Herstructurering bedrijventerreinen 3. Mobiliteit 2x2 N 35 (provinciaal aandeel) - 1e fase N 340 (1e fase) N 18 (2x1 vrijliggend) Maatregelen ontsluiting Zwolle Aansluitingen A 1 / A 284 Brug Ramspol Hoogwaardig Openbaar Vervoer Zwolle - Kampen Laagdrempeliger Regiotaxi Doorstroming Openbaar Vervoer, 1e fase Kwartierdienst Deventer Milieuvriendelijk streekvervoer vanaf 2009 Reisinformatie op haltes Faciliteiten voor fietsen Benuttingsmaatregelen PVVP PVVP / Dynamische beleidsagenda 4. Natuur en Duurzaamheid Vitaal landelijk gebied (autonoom deel pMJP) Vitaal landelijk gebied (Groen Blauwe diensten) Versnelde realisatie ecologische hoofdstructuur 2018 Versnelde realisatie Nationale Landschappen IJsseldelta en Noordoost-Twente (tekort Rijksbijdrage) Energiepact Overijssel Waterbodems, teerput Vasse 5. Water Uiterwaarden Olst Maatregelen waterkwaliteit en -kwantiteit Ruimte voor de Vecht, 1e fase 6. Sociale infrastructuur en cultuur Sociale infrastructuur (jeugdzorg, sport, vrijwilligers en senioren) Sportaccommodaties Basisinfrastructuur culturele voorzieningen Landgoederenfestival 'Onweerstaanbaar Overijssel' Streekcultuur Restauratie en revitalisering industrieel, cultureel en agrarisch erfgoed en kerken 7. Personele uitvoeringskosten DIA Totaal periode 2007 - 2011
Projecten na 2011 (beschouwen in het kader van Investeren in Overijssel)5 Innovatie en kennisintensieve maakindustrie Herstructurering bedrijventerreinen Totale claim op Ontwikkelingsreserve (minimaal - maximaal) 1
Besteed t/m Nog te besteden 20092
133.750 23.500 1.500 80.100 9.000 1.500 750 3.000 8.400 6.000 61.750 30.750 5.000 6.000 20.000 140.000 30.000 40.000 24.000
35.164
15.000 1.000 9.300 2.000 2.000 2.000 1.700 2.000 6.000 5.000 p.m. 94.475 35.475 8.000 24.000 11.000
4.019 401 218 594 2.000 1.000 181 1.396 4.793 p.m. 49.110 17.701 5.750 12.000 6.100
12.000 4.000 20.000 10.000 5.000 5.000 48.932 20.000 5.582 12.600 4.500 1.250 5.000
5.559 2.000 4.949 2.464 2.000 485 20.750 9.875 5.582 3.422 920 264 687
6.441 2.000 15.051 7.536 3.000 4.515 28.182 10.125
9.637
1.715
7.922
508.544
158.945
349.599
31.364
592 250 2.958 31.454 18.972 1.964 1.193 9.325 15.803 458 743
98.586 23.500 1.500 48.736 9.000 1.500 158 2.750 8.400 3.042 30.296 11.778 3.036 4.807 10.675 124.197 29.542 39.257 24.000 10.981 1.000 8.899 1.782 1.406 700 1.819 4.604 207 p.m. 45.365 17.774 2.250 12.000 4.900
9.178 3.580 986 4.313
Claim (ondergrens - bovengrens) 30.000 40.000 20.000 20.000 10.000 20.000 538.544
548.544
Vanaf de Najaarsnota 2009 worden de kolommen 'Toezegging', 'Gelabeld' en 'Resterende claim' niet meer gepresenteerd. Door de labeling van de laatste € 18 miljoen voor de Stationsomgevingen hebben deze kolommen hun informatieve belang verloren.
2
Totaal van de Jaarrekeningen 2006 - 2008 en de kolom realisatie 2009 (bestedingen t/m 31.07.2009) Betreft prognose ten opzichte van de begroting 2009. In de DIA-rapportage zijn per project voorstellen tot wijziging van het bedrag in 2009 gedaan, welke aansluiten bij deze kolom. 4 Plus p.m. n.a.v. lopende MIT-gebiedsstudie 5 Bij de Programmabegroting 2010 zullen voorstellen worden gedaan om deze projecten binnen Investeren in Overijssel een plaats te geven; dit geldt evenzeer voor de nog resterende p.m.-posten. Deze zullen binnen het DIA-overzicht in de Programmabegroting 2010 niet meer worden weergegeven. 3
10
Najaarsnota 2009
Overzicht Dynamische investeringsagenda 2009 Bedragen x € 1.000
Programma Project 1. Kwaliteit van de leefomgeving Stationsomgevingen Oldenzaal / Hengelo, Almelo, Deventer en Zwolle / Kampen Stationsomgevingen Steenwijk en Hardenberg Hoogwatergeul Kampen / gebiedsontwikkeling IJsseldelta Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving Gebiedsontwikkeling Nijverdal / Koninklijke Ten Cate Gebiedsontwikkeling A 1-corridor Gebiedsontwikkeling Vriezenveen Voortzetting Grote Steden Beleid 2010 / 2011 (waaronder wijkcentra) 5,1 Doorontwikkeling Kulturhusen / vitaliteit kleine kernen 2. Impuls voor werk Innovatie en kennisintensieve maakindustrie Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente ICT - breedband / diensteneconomie Herstructurering bedrijventerreinen 3. Mobiliteit 2x2 N 35 (provinciaal aandeel) - 1e fase N 340 (1e fase) N 18 (2x1 vrijliggend) Maatregelen ontsluiting Zwolle Aansluitingen A 1 / A 283 Brug Ramspol Hoogwaardig Openbaar Vervoer Zwolle - Kampen Laagdrempeliger Regiotaxi Doorstroming Openbaar Vervoer, 1e fase Kwartierdienst Deventer Milieuvriendelijk streekvervoer vanaf 2009 Reisinformatie op haltes Faciliteiten voor fietsen Benuttingsmaatregelen PVVP PVVP / Dynamische beleidsagenda 4. Natuur en Duurzaamheid Vitaal landelijk gebied (autonoom deel pMJP) Vitaal landelijk gebied (Groen Blauwe diensten) Versnelde realisatie ecologische hoofdstructuur 2018 Versnelde realisatie Nationale Landschappen IJsseldelta en Noordoost-Twente (tekort Rijksbijdrage) Energiepact Overijssel Waterbodems, teerput Vasse 5. Water Uiterwaarden Olst Maatregelen waterkwaliteit en -kwantiteit Ruimte voor de Vecht, 1e fase 6. Sociale infrastructuur en cultuur Sociale infrastructuur (jeugdzorg, sport, vrijwilligers en senioren) Sportaccommodaties Basisinfrastructuur culturele voorzieningen Landgoederenfestival 'Onweerstaanbaar Overijssel' Streekcultuur Restauratie en revitalisering industrieel, cultureel en agrarisch erfgoed en kerken 7. Personele uitvoeringskosten DIA Totaal 2009
Begroting 2009
Realisatie 2009
Saldo
Verwacht saldo3
33.420 7.000
13.204
20.216 7.000
21.010
11.320
9.690
1.000 750 2.000
592
1.000 158 2.000
1.660 26.237 12.750 1.500 1.500 10.487 10.398 317 1.154
1.292 8.998 7.032 433 721 812 4.604 128 47
368 17.239 5.718 1.067 779 9.675 5.794 189 1.107
450
19
431
1.150-
670 625 1.390 1.000 925 2.000 1.660 207
371 94 483 1.000 885 181 1.396
299 531 907
80-
24.483 6.183 3.500 6.000 2.750
22.492 6.183 3.500 6.000 2.750
1.991
25
3.850 2.200 3.880 1.289 1.200 1.391 14.452 5.300
2.059 2.000 2.078 502 1.200 376 2.661 459
1.791 200 1.802 787
25
1.015 11.791 4.841
3.469 1.100 400 4.183
1.635 283 14 270
1.834 817 386 3.913
54.037
61.433
2.600 115.470
605
195800 726204
40 1.819 264 207
300
318 242560
2.600
Najaarsnota 2009
222
11
12
Najaarsnota 2009
3
Voortgang uitvoering programma’s
3.1
Programma Kwaliteit van de leefomgeving
3.1.1
Ontwikkeling programma Omgevingsvisie Het behouden en versterken van de kwaliteit van de leefomgeving vormt een van de belangrijkste uitdagingen voor onze provincie. Het is onze ambitie om Overijssel als een vitale samenleving tot ontplooiing te laten komen in een mooi landschap. Met de invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008 hebben wij als provincie nieuwe instrumenten gekregen om kracht te zetten achter de realisatie van onze doelen. Decentraal wat kan, centraal wat moet. Hiermee is de sturing op de ruimtelijke inrichting van Overijssel vanaf 2008 sterk veranderd. Deze nieuwe sturingsfilosofie wordt doorvertaald in de Omgevingsvisie. Een van de accenten van de Omgevingsvisie wordt gevormd door de inzet op het versterken van de Ruimtelijke Kwaliteit in Overijssel. In 2009 hebben we ons gericht op het atelier Ruimtelijke Kwaliteit, reanimatie van industrieel en agrarisch erfgoed en het Actieprogramma Cultuur en Ruimte. Daarnaast zetten wij ons actief in op een aantal gebiedsontwikkelingsprojecten, waaronder Twickel, Stationsomgevingen en A1-zone. Voor deze projecten zullen wij zoeken naar vitale coalities die zorgen voor de uitvoering van het project. Onze inzet op Wonen en Stedelijke Vernieuwing richt zich sterker op herstructurering en op het toevoegen van kwaliteit. Nu in coalitie met onze partners de woningbouwproductie uit het slop is geholpen werken we aan verdere verbetering en verbreding van de kwaliteit van het wonen. Het woningtekort in Overijssel is aanzienlijk teruggedrongen, maar het blijft ook de komende jaren nodig om tempo te maken met de stedelijke vernieuwing en met de sociale woningbouw. Om tijdig te kunnen blijven voorzien in de woonwensen van het toenemend aantal ouderen blijft alertheid geboden, met name ook om te kunnen voorzien in de vraag naar zorg en welzijn aan huis voor mensen die in hun vertrouwde omgeving willen blijven wonen. Impact economische recessie op de landbouw
De landbouw- en voedingssector is sterk afhankelijk van de export en daardoor gevoelig voor verslechtering van de internationale economische situatie. In de ontwikkelingen tot nu toe zien wij geen aanleiding het provinciale landbouwbeleid aan te passen. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de programmabegroting 2010. Health-check Europees landbouwbeleid, kansen en knelpunten voor Oost-Nederland In november 2008 hebben de Europese ministers van landbouw in het kader van de tussenevaluatie van het Europese landbouwbeleid (GLB) besloten het landbouwbeleid sterk te moderniseren. De uitkomsten hiervan verwachten wij najaar 2009. Voor een uitgebreide toelichting verwijzen wij naar de programmabegroting 2010. De belangrijkste ontwikkeling in dit programma in 2009 is de afronding en besluitvorming ten aanzien van de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening. Hiermee worden de nieuwe Wet ruimtelijke ordening, voorkantsturing en sturing op Ruimtelijke Kwaliteit en Duurzaamheid integraal onderdeel van het provinciale ruimtelijke beleid. De voorkantsturing wordt tevens handen en voeten gegeven door intensieve contacten (via o.a. vooroverleg) met gemeenten. Tevens wordt samen met de partners in het Wiel van Overijssel gedurende het eerste halfjaar van 2009 de implementatie van het beleid uit de Omgevingsvisie voorbereid. De uitvoering van de sturing op Ruimtelijke kwaliteit via het Atelier Overijssel, reanimatie industrieel en
Najaarsnota 2009
13
agrarisch erfgoed en het Actieprogramma Cultuur en Ruimte en de gebiedsontwikkelingsprojecten verloopt volgens planning. De activiteiten voor wonen concentreren zich rond twee thema’s: de gevolgen van de economische crisis en de totstandkoming van prestatieafspraken met de gemeenten. Mede ter uitvoering van de motie Antuma/Steinmetz hebben wij geïnventariseerd welke initiatieven overheden en marktpartijen binnen en buiten Overijssel hebben genomen om de gevolgen van de krediet- en economische crisis te beperken. Op basis hiervan hebben wij diverse acties voorgesteld die op het pad van de provincie liggen; (her)starten van de aanjaagteams;
aansluiting zoeken bij het maatregelenpakket van het kabinet;
ondersteunen van bouwers en ontwikkelaars die nieuwe woningen willen en kunnen bouwen;
In het najaar zal dit resulteren in een PS-voorstel. Daarnaast richten wij ons op de totstandkoming van de prestatieafspraken. Nadat duidelijk is geworden dat pogingen van de Regio Twente om te komen tot een regionale woningbouwverdeling geen succes waren, zijn we met voortvarendheid de gesprekken met gemeenten aangegaan. Centraal daarin staan de opgaven die gemeenten de komende jaren hebben ten aanzien van stedelijke vernieuwing, inbreidingslocaties, huisvesting doelgroepen en duurzaamheid. Voor het eind van het jaar moet dit resulteren in afspraken met alle gemeenten. Uitvoering pMJP Met de vaststelling van de gebiedsprogramma’s voor Noordoost- en Noordwest Overijssel in het voorjaar 2009 is het Meerjarenprogramma voor het landelijk gebied (pMJP) bijna volledig geprogrammeerd. Daarmee is een solide bestuurlijk draagvlak ontstaan voor de uitvoering van het pMJP, welke doorloopt tot 2013. De gemeenten en waterschappen zijn belangrijke partners bij de uitvoering van het pMJP. De gemeenten richten zich voornamelijk op de uitvoering van provinciale pMJP-prestaties (vooral kwaliteit cultuurlandschap, groene en blauwe diensten, aanleg fiets- en wandelpaden, oplossen knelpunten wandelen/fietsen, woonzorgzones, dorpsplannen, cultureel erfgoed, gebiedsmakelaardij) en in mindere mate op de uitvoering van met het rijk overeengekomen prestaties (inrichten LOG’s, kulturhusen, opstellen plan- en gebiedsuitwerkingen, afkoppelen verhard oppervlak). De waterschappen richten zich op overeengekomen waterprestaties. De uitvoering door de gemeenten en de waterschappen begint steeds meer op stoom te komen. Uitgangspunt is dat alle prestaties die in de periode 2007-2009 zouden worden gerealiseerd per ultimo van dit jaar ook daadwerkelijk gereed zijn. Uit de tussenrapportages van de gemeenten en de waterschappen blijkt echter dat dit niet gehaald zal worden. Dit geldt voor alle programmalijnen binnen het pMJP. De waterschappen geven aan dat een deel van de voor de periode 2007-2009 overeengekomen prestaties doorschuiven naar 2010 of later. Voor de gemeenten geldt dat de financiële vooruitzichten slechter zijn geworden, waardoor zij gedwongen zijn eerder gemaakte afspraken m.b.t. uitvoering van het pMJP opnieuw te prioriteren. Om zoveel mogelijk accent op de uitvoering te houden bekijken wij samen met onze partners welke versnellingsacties mogelijk zijn. Wij bereiden ons voor op de Midtermreview over het pMJP in 2010. Dat doen we, mede op advies van de visitatiecommissie van het IPO (Commissie Hendrikx) in overleg met de overige provincies. Ondanks het bestuurlijk draagvlak staat de uitvoering van het pMJP onder druk. Het lijkt erop dat de realisatie van een aantal belangrijke ambities, waaronder de realisatie van de EHS, gaat achterlopen bij de geprogrammeerde afspraken. We houden er daarom rekening mee dat we in het kader van de Midtermreview met de rijksoverheid overleggen over een herprioritering van de Bestuursovereenkomst. Volledige realisatie van de Bestuursovereenkomst zonder aanvullende rijksmiddelen lijkt op dit moment niet realistisch. Ook sluiten we niet uit dat we, in interprovinciaal verband, nadere afspraken maken over de tijdsperiode waarin de geprogrammeerde doelen gerealiseerd kunnen worden. Wellicht ten overvloede merken wij bij dit overzicht van de resultaten van het pMJP op dat we hier spreken van een meerjarig programma. Pas aan het einde van de 7-jarige periode kan de balans opgemaakt worden. Tijdens de uitvoering van dit meerjarige programma compenseren wij onderuitputting in het ene jaar met overschrijding van jaarschijfbudgetten in volgende jaren. Afspraken pMJP Bij de vaststelling van het pMJP en de bestuursovereenkomst met het Rijk is afgesproken dat Gedeputeerde Staten gemandateerd zijn gedurende de ILG-periode 2007-2013 het budget dat per prestatie beschikbaar is gesteld naar voren te halen of naar achteren te schuiven. Deze verschuivingen vallen vrij ten gunste of komen ten laste van de reserve pMJP. De in deze najaarsnota beschreven wijzigingen hebben betrekking op verschuivingen in de tijd van pMJP-prestaties. De aangegeven pMJP begrotingswijzigingen zijn al door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Uitvoering GSB Eind 2009 lopen de convenanten met de vijf grote steden over de uitvoering van het Grote Stedenbeleid af. Begin 2009 is het GSB-beleid geëvalueerd, heeft het burgerpanel een enquête gehouden over de grote steden
14
Najaarsnota 2009
in Overijssel, heeft op 17 maart de conferentie Toekomst Grote Stedenbeleid Overijssel plaatsgevonden en heeft de Commissie Jeugd, Sociale infrastructuur en Cultuur (JSC) samen met de commissie Ruimte , Water en Duurzaamheid de vijf grote steden bezocht. Op basis hiervan is de voortzetting van het Grotesteden- en netwerkstedenbeleid vormgegeven. In juli 2009 hebben PS besloten om in het najaar over de evaluatie van het GSB te spreken en aan de hand van deze evaluatie nadere kaders te stellen voor de voortzetting van het Grote Stedenbeleid gericht op de Stedelijke Netwerken voor de komende twee jaar. De samenwerking met de stedelijke netwerken wordt geconcentreerd op de (boegbeeld)projecten en –programma’s van bovenlokale betekenis. Hierbij worden verbindingen gelegd met en tussen de programma’s in de stedelijke netwerken als geheel. De uitvoering van het convenant in Almelo liep moeizaam, o.a. door de economische crisis. In de stadsgesprekken met Almelo is gekeken hoe de GSB-middelen ingezet kunnen worden voor andere projecten die passen binnen de kaders van het convenant. Daaruit zijn de projecten Talentenfabriek (talentontwikkeling jongeren), omgeving stationsgebied en waterretentie in de wijk Kerkelanden uit voortgekomen. IJsseldelta Zuid IJsseldelta Zuid is de integrale gebiedsontwikkeling ten zuiden en ten westen van Kampen waarin verschillende opgaven van water, recreatie, woningbouw, infrastructuur en natuurontwikkeling worden gecombineerd. De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat zal, afhankelijk van de financiële dekking, uiterlijk eind oktober 2009 een besluit nemen over de gecombineerde uitvoering van zomerbedverlaging van de IJssel en de aanleg van de bypass bij Kampen. Daarna zal de uitvoering worden voorbereid. De start van de uitvoering is voorzien begin 2012. De vaststelling van het bestemmingsplan en de dijkverleggings-/waterkeringsplannen zal pas in 2010 plaatsvinden. Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving. Er zijn geen afwijkingen ten opzichte van de Programmabegroting 2009.
3.1.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
Najaarsnota 2009
15
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling (wat willen we bereiken)
1.1 Vergroten van de ruimtelijke kwaliteit, verster-ken van de sociaal economische ontwikkeling en inzetten op duurzame ontwikkeling.
1.1.1 Uitvoeren gebiedsontwikkeling 1.1.2 Versterken van de ruimtelijke kwaliteit
Indicator Streefwaarde 2009 (hoe meten we het)
Gerealiseerde voortgang in het sturen op ruimtelijke kwaliteit
Doorstart Overijssels kwaliteitsatelier Doorvertaling van ruimtelijke kwaliteit naar Omgevingsvisie
Realisat. Prognos t/m rapp. realisatie periode eind 2009
Prestatie (wat gaan we ervoor doen)
zie DIA
zie DIA
1. Uitvoeren projectplannen DIA
loopt
gerealis.
2 Functioneren van het atelier Overijssel 3 Uitvoeren van het actieprogramma Cultuur en Ruimte
Uitvoering prestatie J
N deels X
1
X X
Start 1 project herontwikkeling oude zandwinningplas 1.1.3 Verbeteren van Functioneren van het de sturing op de kenniscentrum nWro ruimtelijk inrichting en ontwikkeling nieuwe visie 1.1.4 Voorzien in de behoefte aan bouwgrondstoffen 1.2 Bijdragen aan een gevarieerd, aantrekkelijk en hoogwaardig woonklimaat in Overijssel voor iedereen.
1.3 Uitvoeren convenanten Grote Steden- en Netwerkstedenbeleid. 1.4 Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw.
50%
100% 4. Vaststellen van de omgevingsvisie 100% 5. Functioneren van het Kenniscentrum nWro
50%
Zorgen voor adequate Vergunningen vergunningen voorzien in behoefte en passen in beleid Voorbereid 100% .gestart
1.2.2 Tempo bij realiseren van gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woonomgeving binnen de stedelijke netwerken
23 beschikt 23 beschikt 8. Leveren van een financiële bijdrage aan de ontwikkeling van woonzorgzones en woonzorgcomplexen
Aantal gerealiseerde 19 woon-servicegebieden en woonservicecomplexen (cumulatief) IJkpunt: afgegeven beschikkingen
1.3.1 Realiseren GSBbeleid
1.4.1 Verbeteren van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw
11 (pMJP) 6 Intensieve (reconstructie) veehouderij bedrijven verplaatst naar duurzame locatie in landbouwontwikkelingsgebieden (aantal, cumulatief, ijkpunt= sluiten koopovereenkomst)
X X
6. Zorgen voor adequate vergunningen
Actualiseren prestatie- Afsluiten nieuwe 1.2.1 Verbetering afspraken prestatie-afspraken aansluiting met 25 gemeenten woonaanbod op vraag van inwoners die in de eigen plattelandsgemeenten willen blijven wonen
12 (pMJP) 6 (reconstruc tie)
13 (pMJP) 6 (reconstruc tie)
7. prestatie-afspraken X maken met gemeenten
X
9. Bevorderen tijdige uitvoering convenanten
X
10. Verplaatsten van toekomst-gerichte intensieve veehouderijen naar landbouwontwikkelingsgebieden
X
11. Omvormen van intensieve veehouderijbedrijven
X
12. Duurzame Ontwikkelings van LoG’s p.m.
9.000 ha
13. Verbeteren ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw (verkaveling)
1.4.3 Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw
148
188
14. Stimuleren innovatie in het agrocluster
X
15. toekomstgericht ondernemerschap
X
16. Stimuleringtsregeling jonge agrariers
X
17. Bevorderen duurzaam ondernemen dmv toepassen agrobiodiversiteit
X
Najaarsnota 2009
Bedrijven deelnemend 140 aan stimuleringsregeling toekomstgericht ondernemerschap (aantal, cum)
8
10
12
X
1.4.2 Verbetering van Areaal landbouwgrond 12.650 ha ingericht in de ruimtelijke herverkavelingstructuur van de projecten (cumulatief, grondgebonden ijkmoment datum van landbouw aktepassering)
1.4.4 Ontwikkeling ecologische duurzame landbouw
16
Vaststellen Omgevingsvisie Kenniscentrum nWro functioneert.
X
13
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling (wat willen we bereiken)
Indicator Streefwaarde 2009 (hoe meten we het)
Realisat. Prognos t/m rapp. realisatie periode eind 2009
Uitvoering prestatie
Prestatie (wat gaan we ervoor doen) 18. Beperken van emissie van ammoniak, stank en stof vanuit de landbouw 19. Stimuleren biologische landbouw door verbeteren afzet
1.5 Versterking sociale vitaliteit en leefbaarheid.
J N deels X
18
X
1.5.1 Instandhouden en versterken basisvoorzieningen
65 beschikkingen tm Aantal nieuwe 2009 Kulturhusen /multifunctionele voorzieningen (aantal cumulatief; afgegeven beschikkingen)
59 beschikkin gen tm 2009
59 beschikkin gen tm 2009
20. procesbegeleiding en medefinanciering van multifunctionele accommodaties door verstrekken van subsidies
X
20
1.5.2 Behoud van sociale cohesie en vitaliteit
Aantal integrale dorpsontwikkelingsplannen / dop+ (aantal cumulatief; afgegeven beschikkingen)
52 beschik kingen afgegeven t/m 2009
52 beschik kingen afgegeven t/m 2009
21. vergroten betrokkenheid van bewoners en burgerparticipatie door middel van dorpsplannen door verstrekken van subsidies
X
21
48
Toelichting bij de uitvoering van de prestaties bij nee/deels Prestatie
Toelichting 1 Ten Cate Nijverdal is gestopt zie DIA. 8 De provincie draagt bij aan het proces om tot draagvlak te komen. Hiervoor is (doorloop)tijd nodig. Voorzien wordt dat een aantal processen langer doorloopt en zeker dat de beoogde woonservicegebieden niet allemaal fysiek gerealiseerd zijn. 10 Het aantal verplaatsingen in uitvoering is conform planning. Het betreft hier het aantal afgesloten overeenkomsten. De uitvoering zelf neemt meerdere jaren in beslag, vanwege vergunningprocedures e.d. 12 De uitwerking van LOG-ontwikkelingsplannen door gemeenten koste meer tijd dan tijdens de programmering geraamd vanwege maatschappelijke weerstand tegen log’s en discussies over criteria. Wij verwachten de LOG’s wel voor 2013 zijn ingericht. 13 De doelstelling voor 2009 wordt deels behaald. Zie toelichting.
18 Uit nader onderzoek is gebleken dat het aantal op te lossen fijnstof knelpunten beperkt kan blijven tot een enkele in plaats van 41 bedrijven. Met het Rijk dient overleg gevoerd te worden over eventuele alternatieve inzet van de voor dit doel gereserveerde ILG Rijks ILG-middelen. Dit staat los van de problemen rond het ammoniak dossier. 20 Op basis van de voorwaarden in de afgesloten convenanten met gemeenten zouden de 25 kulturhusen waarvoor subsidie is verleend, eind 2009 klaar moeten zijn en 1 mei 2010 verantwoord. De verwachting is dat dit niet lukt, omdat de realisatie van een kulturhus een meerjarenproject is. Gemeenten zullen naar verwachting dan ook verzoeken de besteding van de subsidie over meerdere jaren te mogen uitspreiden en de verantwoording van de subsidie te mogen opschorten. Dit neemt niet weg dat de 25 kulturhusen waarvoor in 2009 subsidie is verleend, uiteindelijk gerealiseerd zullen worden. Wij stimuleren de gebiedspartners tot daadwerkelijke uitvoering te komen.
21 Het streven is dat deze dorpsplannen ook allemaal eind 2009 zijn gerealiseerd. Om een aantal redenen (waaronder ambtelijke capaciteit en beperktere financieringsmogelijkheden bij gemeenten) is te verwachten dat de realisatie achterblijft. Wij stimuleren de gebiedspartners tot daadwerkelijke uitvoering te komen.
Najaarsnota 2009
17
Bedragen x € 1.000 Programma: Kwaliteit van de leefomgeving
Najaarsnota 2009 Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotings Wijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 1.1 Vergroten van de ruimtelijke kwaliteit, versterken van de sociaal economische ontwikkeling en inzetten op duurzame ontwikkeling. Subdoelstelling 1.1.1 Realisatie gebiedsontwikkelingen.
0
1
0
0
0
1
-1
0
14.490
175
10.314
175
24.804
-24.629
0
0
0
0
0
0
0
0
Voorzien in de behoefte aan oppervlaktedelfstoffen
173
971
0
1.081
173
2.053
-1.880
0
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.1
173
15.462
175
11.395
348
26.858
-26.510
inwoners die in de eigen plattelandsgemeenten willen blijven wonen. Subdoelstelling 1.2.2 Tempo bij realiseren van gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woonomgeving binnen de stedelijke netwerken
3.906
4.058
-577
-432
3.329
3.626
-297
5,6,8,102 + adm
400
5.372
-400
282
0
5.654
-5.654
5,6,8,102 + adm
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.2
4.306
9.430
-977
-150
3.329
9.280
-5.951
Realiseren doel GSB-beleid
0
4.766
0
130
0
4.896
-4.896
0
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.3
0
4.766
0
130
0
4.896
-4.896
0
3.013
9.028
6.835
6.685
9.848
15.713
-5.866
6,8,101 + adm
2.401
3.357
1.129
1.630
3.530
4.987
-1.457
101 + adm
251
3.246
-2
1.130
249
4.376
-4.127
0
467
610
596
760
1.063
1.370
-307
101,102 + adm
6.132
16.242
8.558
10.205
14.690
26.447
-11.757
0
2.525
833
1.634
833
4.159
-3.326
6,8,102 + adm
Behoud van sociale cohesie en vitaliteit.
0
1.606
0
970
0
2.576
-2.576
-
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.5
0
4.131
833
2.604
833
6.735
-5.902
10.610
50.031
8.590
24.184
19.200
74.215
-55.015
Subdoelstelling 1.1.2 Versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Subdoelstelling 1.1.3 Veranderen van de sturing op de ruimtelijke inrichting en ontwikkeling van nieuwe visie. Subdoelstelling 1.1.4
Hoofddoelstelling 1.2 Bijdragen aan een gevarieerd, aantrekkelijk en hoogwaardig woonklimaat in Overijssel voor iedereen. Subdoelstelling 1.2.1 Verbeteren aansluiting van het woonaanbod op de vraag van de
Hoofddoelstelling 1.3 Uitvoeren convenanten Grote Steden- en Netwerkstedenbeleid.
Subdoelstelling 1.3.1
Hoofddoelstelling 1.4 Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw. Subdoelstelling 1.4.1 Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw. Subdoelstelling 1.4.2 Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw. Subdoelstelling 1.4.3 Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw. Subdoelstelling 1.4.4 Ontwikkeling ecologisch duurzame landbouw.
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.4 Hoofddoelstelling 1.5 Versterking sociale vitaliteit en leefbaarheid. Subdoelstelling 1.5.1 Instandhouden en versterken basisvoorzieningen. Subdoelstelling 1.5.2
Totaal programmakosten
18
Najaarsnota 2009
Bedragen x € 1.000 Programma: Kwaliteit van de leefomgeving
Najaarsnota 2009
Prognose 2009
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
BATEN
LASTEN
SALDO
BATEN
LASTEN
SALDO
Verschil realisatie Saldo minus Begroting saldo
Prognose eindsaldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 1.1 Vergroten van de ruimtelijke kwaliteit, versterken van de sociaal economische ontwikkeling en inzetten op duurzame ontwikkeling. Subdoelstelling 1.1.1 Realisatie gebiedsontwikkelingen.
0
1
-1
0
3
-3
-2
0
175
24.804
-24.629
0
3.731
-3.731
20.898
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Voorzien in de behoefte aan oppervlaktedelfstoffen
173
2.053
-1.880
108
77
32
1.911
-41
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.1
348
26.858
-26.510
108
3.811
-3.703
22.807
-41
3.329
3.626
-297
3.329
1
3.328
3.625
-1.000
0
5.654
-5.654
307
2.612
-2.305
3.349
-1.198
3.329
9.280
-5.951
3.636
2.612
1.023
6.974
-2.198
0
4.896
-4.896
0
526
-526
4.370
0
Subdoelstelling 1.1.2 Versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Subdoelstelling 1.1.3 Veranderen van de sturing op de ruimtelijke inrichting en ontwikkeling van nieuwe visie. Subdoelstelling 1.1.4
Hoofddoelstelling 1.2 Bijdragen aan een gevarieerd, aantrekkelijk en hoogwaardig woonklimaat in Overijssel voor iedereen. Subdoelstelling 1.2.1 Verbeteren aansluiting van het woonaanbod op de vraag van de inwoners die in de eigen plattelandsgemeenten willen blijven wonen. Subdoelstelling 1.2.2 Tempo bij realiseren van gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woonomgeving binnen de stedelijke netwerken TOTAAL Hoofddoelstelling 1.2 Hoofddoelstelling 1.3 Uitvoeren convenanten Grote Steden- en Netwerkstedenbeleid.
Subdoelstelling 1.3.1 Realiseren doel GSB-beleid
0 TOTAAL Hoofddoelstelling 1.3
0
4.896
-4.896
0
526
-526
4.370
0
9.848
15.713
-5.866
2.007
6.391
-4.384
1.482
1.274
3.530
4.987
-1.457
34
259
-225
1.232
863
249
4.376
-4.127
-1
1.816
-1.817
2.310
1.230
1.063
1.370
-307
30
97
-67
240
-56
14.690
26.447
-11.757
2.070
8.563
-6.493
5.263
3.311
833
4.159
-3.326
0
2.483
-2.483
843
0
0
2.576
-2.576
34
1.935
-1.902
674
-212
833
6.735
-5.902
34
4.418
-4.385
1.517
-212
19.200
74.215
-55.015
5.847
19.931
-14.084
40.932
860
Hoofddoelstelling 1.4 Ontwikkelen van perspectiefvolle landbouw. Subdoelstelling 1.4.1 Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw. Subdoelstelling 1.4.2 Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw. Subdoelstelling 1.4.3 Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw. Subdoelstelling 1.4.4 Ontwikkeling ecologisch duurzame landbouw.
TOTAAL Hoofddoelstelling 1.4 Hoofddoelstelling 1.5 Versterking sociale vitaliteit en leefbaarheid. Subdoelstelling 1.5.1 Instandhouden en versterken basisvoorzieningen. Subdoelstelling 1.5.2 Behoud van sociale cohesie en vitaliteit. TOTAAL Hoofddoelstelling 1.5 Totaal programmakosten
Najaarsnota 2009
19
Financiële toelichting subdoelstellingen 1.1.2. Versterken van de ruimtelijke kwaliteit Voor het DIA-project stationsomgevingen is in de dynamische investeringsagenda € 25,0 beschikbaar. Van dit bedrag is al € 7,0 miljoen gelabeld voor de stationsomgeving Hengelo (Hart van Zuid). Voor de inzet van de resterende middelen ter grootte van € 18,0 miljoen worden afspraken met gemeenten vastgelegd in separate convenanten. Deze convenanten zijn afgestemd met andere convenanten en (te maken) prestatie-afspraken met gemeenten, met name Investeren in Overijssel, wonen, bedrijventerreinen, bodemsanering en grote stedenbeleid. De besteding van de € 25,0 miljoen is een uitwerking van de afspraken in het Coalitieakkoord. Deze investering draagt bij aan het belang dat in de Omgevingsvisie aan de ontwikkeling van stationsgebieden wordt toegekend. Voorgesteld wordt de claim van € 18,0 miljoen voor stationsomgevingen om te zetten in labeling. De budgetten binnen deze subdoelstelling zijn slechts in beperkte mate tot besteding gekomen. Twee belangrijke budgetten zijn de bijdrage aan de stationsomgeving Hengelo (€7,0 miljoen) en de bijdrage aan de Knoop Hanzelijn (€ 10,0 miljoen). Deze budgetten komen dit jaar tot besteding. Verder is het budget voor de begrotingsintensivering ruimte (€2,5 miljoen) op dit product beschikbaar. De op dit moment nog achterblijvende besteding van dat budget is vooral veroorzaakt door beperkt beschikbare capaciteit als gevolg van vacatures en ziekte. In het tweede half jaar worden de werkzaamheden op dit terrein geïntensiveerd door extra georganiseerde capaciteit.
1.1.4 Voorzien in de behoefte van oppervlaktedelfstoffen Per 1 januari 2009 is als gevolg van wijziging van de Ontgrondingenwet de ontgrondingenheffing vervallen. Mutatie: De geraamde opbrengst voor deze heffing dient structureel met € 41.000 te worden afgeraamd. (volgnr.3, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
1.2.1 Verbetering aansluiting woonaanbod op vraag van inwoners die in de eigen plattelandsgemeenten willen blijven wonen Vanuit Investeren in Overijssel is een bedrag van € 9,7 miljoen beschikbaar gesteld voor stedelijke vernieuwing, gedurende de jaren 2009 tot en met 2011. Voor € 2,0 miljoen heeft dit bedrag betrekking op cofinanciering van het versneld inzetten door het rijk van isv-budgetten. Voor 2009 is van deze middelen reeds € 1,0 miljoen beschikbaar. Verwerking van deze extra middelen in 2009 vindt plaats via de najaarsnota 2009. De verwerking van de budgetten voor de jaren 2010 en 2011 vindt plaats via de begroting 2010. Overigens vormt dit budget een onderdeel van de uitvoering van motie Antuma/Steinmetz over de economische recessie; aanvullende maatregelen stimuleren bouwsector 2009-2011. Mutatie: Voorgesteld wordt de programmalasten voor deze subdoelstelling in 2009 te verhogen met € 1,0 miljoen, ten behoeve van het versneld inzetten van het isv-budget. (volgnr.2, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
1.2.2 Tempo bij realiseren van gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woonomgeving binnen de stedelijke netwerken Een van de prestaties binnen deze subdoelstelling betreft financiële bijdragen in woonservicegebieden en woonservicecomplexen (pMJP 4.1.2). Dit jaar zijn er meer beschikkingen afgegeven (23) dan begroot (19). Hiervoor is aanvullend budget nodig van € 98.000. Verder is vanuit Investeren in Overijssel een bedrag van € 9,7 miljoen beschikbaar gesteld voor stedelijke vernieuwing, gedurende de jaren 2009 tot en met 2011. Voor € 2,2 miljoen heeft dit bedrag betrekking op provinciale cofinancieringsmiddelen in het kader van de rijkssubsidieregeling om de woningbouw te stimuleren. Voor 2009 is van deze middelen reeds € 1,1 miljoen beschikbaar. Verwerking van deze extra middelen in 2009 vindt plaats via de najaarsnota 2009. De verwerking van de budgetten voor de jaren 2010 en 2011 vindt plaats via de begroting 2010. Overigens vormt dit budget een onderdeel van de uitvoering van motie Antuma/Steinmetz over de economische recessie; aanvullende maatregelen stimuleren bouwsector 2009-2011. Onderdeel van de budgetten binnen deze subdoelstelling wordt gevormd door het subsidiebudget voor collectief particulier opdrachtgeverschap. Dit budget ter grootte van ruim € 0,3 miljoen komt moeizaam tot besteding. Inmiddels is de regeling via een aanpassing van het uitvoeringsbesluit subsidies toegankelijker gemaakt. De
20
Najaarsnota 2009
verwachting is dat daarmee aan het gebruik van de regeling en de daarbij behorende budgetuitputting een impuls wordt gegeven. Mocht aan het eind van dit jaar desondanks een deel van het budget resteren dan wordt, in verband met het incidentele karakter van dit budget, een voorstel tot resultaatbestemming gedaan. Mutatie: Voor prestatie 4.1.2 wordt € 98.000 aan lasten naar 2009 geschoven onder gelijktijdige verlaging van het beschikbare budget voor de jaren 2010-2013. Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’. Verder wordt in 2009 € 1,1 miljoen aan lasten bijgeraamd voor cofinanciering van de rijkssubsidieregeling om de woningbouw te stimuleren. Dekking is aanwezig vanuit het statenvoorstel Investeren in Overijssel. (volgnr.2, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
1.3.1 Realiseren doel GSB-beleid De jaarschijven GSB worden in de 2e helft van 2009 uitgekeerd, na bestuurlijke stadsgesprekken en rapportage door de steden. Verwachting is dat dit voor 4 steden probleemloos zal verlopen (Deventer, Hengelo, Enschede en Zwolle). De jaarschijf Almelo 2008 is via resultaatsbestemming beschikbaar gebleven voor 2009; uitkering hiervan plus de jaarschijf 2009 is afhankelijk van de kwaliteit van nog in te dienen plannen door Almelo. Uitkering is onzeker. 1.4.1 Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw Verplaatsen van intensieve veehouderijbedrijven naar duurzame locaties (pMJP 1.1.1) De verplaatsingsregeling intensieve veehouderijen (VIV) hebben wij dit jaar opnieuw opengesteld. De prognose is dat een van de vier bedrijven, waarvan de verwachting is dat die gaan deelnemen, dit jaar tekent en de overige deelnemers begin volgend jaar. Twee agrariërs waarmee in 2007 en 2008 een overeenkomst is gesloten hebben afgezien van een verplaatsing. Agrariërs hebben drie jaar de tijd om hun keuze definitief te maken. De gereserveerde middelen welke zijn vrijgekomen gebruiken wij om de verplaatsing van andere bedrijven in 2012 mogelijk te maken – voor de jaren 2009, 2010 en 2011 zijn reeds middelen beschikbaar. Mutatie: In het kader van de verplaatsingsregeling intensieve veehouderijen (VIV) wordt € 2,75 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 1,834 miljoen (rijksbijdrage) aan baten naar 2012 (pMJP 1.1.1) geschoven. Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’. Bijdrage aan duurzame inrichting LOG’s (pMJP 1.1.3) Op basis van de verwachting dat de gemeenten najaar 2008 / voorjaar 2009 de opstelling van de LOGontwikkelingsplannen afgerond zouden hebben, was ons streven – en de afspraak met de gemeenten – medio 2009 nadere afspraken te maken over de uitvoering van de LOG-plannen en over de ILG-bijdrage aan deze plannen. Gezien de voortgang in de gemeenten is het onzeker met hoeveel gemeenten in 2009 deze afspraak ingevuld kan worden. Uit de (concept-) plannen die nu voorliggen blijkt verder dat de beoogde doelstelling grotendeels via het spoor van de ruimtelijke ordening gerealiseerd wordt en dat er minder investeringen nodig zijn dan bij de start van het PMJP geraamd. In het komend half jaar zal de totale investeringsbehoefte voor de periode 2010-2013 voor deze doelstelling duidelijk worden. Indien er ILG budget blijkt over te blijven kunnen wij dit inzetten voor andere pMJP-prestaties. Mutatie: Op grond van bovenstaande ontwikkelingen wordt voor € 0,8 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 0,572 miljoen (rijksbijdrage) aan baten naar 2010 (pMJP 1.1.3) geschoven. Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’. Daarnaast stellen wij voor om vanuit pMJP-prestatie 6.1.2. (voorlichting en communicatie) een bedrag van € 0,13 miljoen over te hevelen naar prestatie 2.2.5 (opstellen en uitvoeren beheersplannen VHR). (volgnr.26, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
1.4.2 Verbetering van de ruimtelijke structuur van de grondgebonden landbouw De uitvoering en afronding van de ruilplannen loopt in een aantal projecten langzamer dan gepland. Dit heeft onder meer te maken met de vrijwilligheid van de aanpak. Dit betreft onder meer de projecten Diepenheim (1700 ha), Dalmsholte (400 ha) en Lins (1100 ha). Hierdoor wordt de streefwaarde voor de realisatie in 2009 deels niet gehaald. De voorbereiding van een aantal nieuwe projecten kost meest tijd dan eerder geraamd (de oorzaken varieren per project). Hierdoor worden er in 2009 minder projecten in uitvoering genomen dan geraamd – het betreft onder meer de projecten Haerst Genne de Ruiten, Staphorst, Markgraven, Engbertsdijkvenen, Olst Weespe en Geesteren - en daarom wordt de begroting 2009 naar beneden bijgesteld. De overige middelen worden doorgeschoven naar de periode 2010-2013. Met de projecttrekkers en met DLG zullen wij afspraken maken over de (mogelijke) versnelling van de voorbereiding van de in uitvoering te nemen projecten. Met het CKO zullen wij onderzoeken of kavelruilprojecten die voor 2010 gepland zijn al in 2009 opgepakt kunnen worden. Mutatie: Voor prestatie pMJP 1.1.5 wordt € 0,96 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 0,478 miljoen
Najaarsnota 2009
21
(rijksbijdrage) aan baten en voor de prestatie pMJP 1.1.6 € 2,527 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 2,146 miljoen (rijksbijdrage) aan baten geschoven naar de jaren 2010-2013. Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’.
1.4.3 Verbreding en versterking van de economische basis van de landbouw Bij de prestatie ‘Bevorderen van het hergebruik van vrijkomende agrarische gebouwen’, gaan wij de beoogde prestaties realiseren. De uitgaven per project zijn echter lager dan begroot. We kunnen nog niet beoordelen of dit van incidentele of structurele aard is. Mutatie: Voorzichtigheidshalve schuiven wij daarom € 1,23 miljoen naar de jaren 2010-2013 (pMJP 3.1.1). Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’.
1.4.4 Ontwikkeling ecologisch duurzame landbouw Voor duurzaam ondernemen door middel van agrobiodiversiteit is landelijk een pilot gestart, waarbij in Overijssel drie projecten worden ondersteund. Twee projecten (“Vergeten rassen, vergeten gewassen” en “Nuttige organismen op boomkwekerijen”) zijn al in uitvoering. Het derde project bestaat uit twee delen: “Echt Overijssel!” en “Praktijknetwerken”. Vorig jaar is het eerste deel gestart. Dit jaar zal het tweede deel worden uitgevoerd. Mutatie: Met de uitvoering van het derde project is het budget wat beschikbaar is voor deze ILG prestatie volledig uitgeput. Wij schuiven hiervoor de nog resterende middelen, € 0,168 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 0,112 miljoen (rijksbijdrage) aan baten, vanuit de latere jaren naar voren (pMJP 1.3.1). Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’.
1.5.2 Behoud van sociale cohesie en vitaliteit Een van de prestaties binnen deze subdoelstelling betreft het vergroten van de betrokkenheid van bewoners en burgerparticipatie door middel van dorpsplannen (pMJP 4.2.1). Dit jaar zijn er meer beschikkingen afgegeven (52) dan begroot (48). Hiervoor is aanvullend budget nodig van € 0,212 miljoen. Mutatie: Wij schuiven voor prestatie 4.2.1 € 0,212 miljoen aan lasten naar 2009 onder gelijktijdige verlaging van het beschikbare budget voor de jaren 2010-2013. Zie ook de toelichting onder ‘Afspraken pMJP’.
Afspraken pMJP De bevoegdheid om budgetten tussen pMJP prestaties te schuiven ligt bij PS. Hier is sprake van bij het afsluiten van de convenanten met de gebieden Zwolle-Kampen, Noordwest Overijssel en Noordoost Overijssel. Als gevolg hiervan willen wij een aantal begrotingswijzigingen aan u voorleggen. In de procesbrief is aangekondigd dat € 1,5 miljoen vanuit de onverdeelde middelen ingezet zou worden voor de gebieden Zwolle-Kampen, Noordwest Overijssel en Noordoost Overijssel. Het overgrote deel van de aanvragen past binnen de nog beschikbare budgetten en kan worden toegekend. Bij de prestaties Kulturhusen en afkoppelen verhard oppervlak (tot en met 2011) is echter sprake van overprogrammering. Wij stellen voor om de overprogrammering bij de Kulturhusen (prestatie 4.1.1, subdoel 1.2.2 Tempo bij realiseren van gevarieerd en aantrekkelijk aanbod van woonomgeving binnen de stedelijke netwerken) voor een bedrag van € 0,136 miljoen te dekken uit Dorpsplannen (prestatie 4.2.1, subdoel 1.5.2 Behoud van sociale cohesie en vitaliteit) omdat daar sprake is van een overschot. De overprogrammering ad € 0,314 miljoen bij de prestatie afkoppelen verhard oppervlak (prestatie 5.2.1, subdoel 5.2.1 Het tot stand brengen van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast) willen wij dekken uit landelijke niet-reconstructiegebieden (prestatie 6.2.8, subdoel Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw). In december 2008 is besloten om voor de nog af te sluiten convenanten Noordoost- en Noordwest-Overijssel bedragen over te hevelen van onverdeelde reconstructiemiddelen naar enkele specifieke prestaties. Hiervoor wordt nu een technischadministratieve correctie voorgesteld. Dit houdt in dat een bedrag van € 1,25 miljoen wordt overgeheveld van 6.2.8 (landelijke niet-reconstructiegebieden) naar prestatie 6.2.6 (onverdeelde reconstructiemiddelen). Beide prestaties vallen onder de subdoelstelling Verbetering van de ruimtelijke structuur van de intensieve landbouw. Hiervoor is nodig dat een deel van het beschikbare budget uit latere jaren naar 2009 wordt geschoven. Voorziening ISV De middelen uit de Voorziening ISV zijn bestemd voor stedelijke vernieuwingsprojecten van de zgn projectgemeenten. Dit zijn 12 gemeenten in Overijssel met de naar verwachting relatief kleine opgave op het gebied van stedelijke vernieuwing. We voorzien dat de besteding van de in de voorziening nog aanwezige middelen voor projectgemeenten niet geheel worden uitgeput. Dit terwijl de opgaven in de 7 programmagemeenten nog groot is. Daarom wordt een deel van de middelen per 1 juni ook beschikbaar voor de programmagemeenten. Naar verwachting leidt dit er toe dat de nog vrij beschikbare ruimte van € 1,1 miljoen in deze voorziening aan het eind van het jaar (nagenoeg) is toegezegd.
22
Najaarsnota 2009
3.2
Programma Impuls voor werk
3.2.1
Ontwikkeling programma De uitvoering van Impuls voor Werk ligt op schema en gaat in een aantal gevallen uit boven de prognoses voor 2009. Hiermee is sprake van een succes. Een bescheiden aantal onderwerpen heeft nog geen aandacht gekregen. Hierin is een bewuste keuze gemaakt omdat capaciteit moest worden ingezet voor het vervaardigen van het actieplan economische recessie 2009-2010. De voor 2009 opgenomen onderwerpen uit dit plan krijgen in de loop van 2009 de nodige extra aandacht. Daarbij is sprake van het inzetten van extra middelen die door begrotingswijzigingen naar voren worden gehaald en extra middelen door de inzet van het overschot van de rekening 2008. Medio 2009 is de herstructureringmaatschappij Overijssel (HMO) van start gegaan die zich richt op de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen. De programmalijn Innovatie is een succes, partijen werken steeds beter en intensiever samen, hetgeen zich vertaald in kwalitatief hoogstaande projecten, die ook landelijk scoren. De programmalijn arbeidsmarkt krijgt vanwege de economische recessie extra aandacht van alle betrokken partijen als provincie, gemeenten, branche-organisaties en intermediairs. Dit vertaalt zich in nieuwe acties, met name op het vlak van arbeidsbemiddeling, het stimuleren van de interesse in techniek en het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten. De programmalijn toerisme krijgt een impuls door vooral de economische potentie van de sector meer aandacht te geven. Daarbij spreken we voortaan van de vrijetijdseconomie, in plaats van toerisme en recreatie.
3.2.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
Najaarsnota 2009
23
Hoofddoelstelling
2.1 Verbetering vestigingsklimaat bedrijfsleven.
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
2.1.1 Stimuleren herstructurering en verduurzaming
Aantal projectovereenkomste n geinitieerd door de HMO
Uitvoering prestatie
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009 (wat gaan we ervoor doen)
5
5
J N deels 5 1 Stimuleren X herstructurering bedrijventerreinen 2 Starten met uitvoering meerjarenprogramma X Vitale Bedrijvigheid 2009 -2015 3 Oprichting herstructureringsmaat X schappij Overijssel
2.1.2 Bevorderen regionaal afgestemd aanbod bedrijventerreinen
2.2 Stimuleren economische innovatie.
Aantal kwaliteitsscans uitgevoerd door gemeenten
Aantal subsidies uitgegeven onder de UBS bedrijventerreinen 2.2.1 Stimuleren met subsidie innovatieve processen uitgelokte uitgaven van bedrijven aan R&D
2.2.2 Versterken regionale innovatie infrastructuur
aantal spin-off bedrijven UT
10
10
14 4 Invoeren kwaliteitsscoresysteem
X
8
6
9 5 uitvoeren aangepaste subsidieregeling
X
12
7
8
-
12 6 Projecten X innovatieroute Twente 7 Projecten kennispark Twente
X
8 Programma Nano4Vitality
X
9 Programma Breedband diensteneconomie
X
10 Innovatieprogramma' s IJssel-Vecht & Stedendriehoek
X
8 11 Regio's adviseren regionale innovatieagenda's
X
12 Financieren & begeleiden Kennispoort Zwolle
X
13 Communicatie&Lobby Oost Nederlandse schaal 14 Gebiedsontwikkeling kennispark Twente 15 Financieren & begeleiden clusters regionale innovatieagenda's 16 Financieren projecten ambassadeurs innovatie 17 Ontwikkelen instrumentarium financiering startende high tech ondernemers
2.3 Verbeteren van aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs.
24
2.3.1 Stimuleren ondernemerschap
Najaarsnota 2009
aantal startende bedrijven gerelateerd aan totaal aantal bedrijven
150 deelnemers
150
X
13
X
X
X
X
18 Stimuleren deelname internationale samenwerking
18
19 Acquisitie nieuwe bedrijvigheid
19
30 20 Coaching startende ondernemers 21 Digitaal plein best practises
X
20
X
21
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
2.3 Verbeteren van aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs.
2.3.1 Stimuleren ondernemerschap
aantal startende bedrijven gerelateerd aan totaal aantal bedrijven
2.3 Verbeteren van aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs.
2.3.2 Versterken positie kwetsbare groepen in onderwijs
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen)
150 deelnemers
10% minder t.o.v 2008
150
8%
J N deels X 30 22 PvA bedrijfsopvolgingspro blematiek 23 Vergroten toegang X risicokapitaal high tech starters X 10% 24 Uitbreiding mentoringpilot vmbo & mbo Overijssel
23
25 Uitrol X arbeidstrainingascentr a Overijssel 2.3.3 Investeren in menselijk kapitaal
2.3.4 beschikbaar stellen arbeidsmarktdata
2.4 Toerisme en recreatie
terugdringen schooluitval
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
participatiegraad van beroepsbevolking
arbeidsinformatie breed beschikbaar via internet
2.4.1 Waarborgen en aantal kilometers versterken routestructuren basiskwaliteiten
2.4.2 Stimuleren kennis en innovatie
investeringen in innovatie
3 poortwachterscentra gerealiseerd 0metingen uitvoeren
eerste helft 2009 gerealiseerd
67
4
Opdracht verstrekt
4
6
0 26 Realisatie poortwachtercentra
X
27 Stimuleren realisatie technasia
X
28 Versterken positie&participatie kwetsbare groepen in de sectoren techniek en zorg met bijzondere aandacht voor (allochtone) vrouwen en mensen met een beperking
X
29 Projecten leeftijdsbewust personeelsbeleid
X
30 Projecten levenlang leren
X
30
Najaar 31 Uitbreiden X gereed arbeidsmarktprognose Overijssel 32 Verbeteren beschikbaarheid & toegankelijkheid arbeidsmarktdata 12 33 Ruimte voor ondernemen toeristische sector
X
X
34 Aantrekkelijke routestructuren
X
35 Kennistransfer vanuit kennisinstellingen & door bedrijfsleven onderling 36 Professionalisering sector o.a. masterclasses
X
X
36
X 37 Subsidieregeling innovatie toeristische bedrijven en samenwerkingsproject en 38 Ondersteuning 4 toeristische thema's 2.4.3 Promotie en marketing beeldverhalen
merkbekendheid regio’s
+ 2% t.o.v. 0-meting
-
X
X Meting 39 Promotie merken eind 2009 40 Stimuleren X ontwikkeling nieuwe toeristische producten en concepten 41 Bevorderen kennis X en innovatie toeristisch product
Najaarsnota 2009
25
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen) J
Toelichting bij de uitvoering van de prestaties bij nee/deels Toelichting Prestatie 13 kan steviger worden ingezet plan in de maak met Gelderland en BOAB 18 Met Oost NV analyseren hoe bedrijfsleven beter in Interreg kan worden gepositioneerd. 19 Met Oost NV wordt gewerkt aan nieuwe acq. strategie 20 In P-nota 2010 wordt regeling voorgesteld voor de duur van 3 jaar. 21 Nog niet opgepakt door recessie 23 Innofonds Oost-NL opgericht 30 1 Project LLL gerealiseerd, evt meer projecten n.a.v. komend document 2009 ‘’sociale innovatie’’ 36 2e helft 2009
26
Najaarsnota 2009
N deels
Bedragen x € 1.000 Programma: Impuls voor werk
Najaarsnota 2009 Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotingswijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 2.1 Verbetering vestigingsklimaat bedrijfsleven. Subdoelstelling 2.1.1 Stimuleren herstructurering en verduurzaming bedrijventerreinen
-
7.000
-
Bevorderen regionaal afgestemd aanbod bedrijventerreinen
67
1.034
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.1
67
8.034
-
-
9.726
-
3.487
0
10.487
-10.487
67
1.034
-968
3.487
67
11.521
8.900
0
18.626
-18.626
-
0
2.601
-2.601
-
8.900
0
21.227
-21.227
-
500
0
500
-500 0
-
215
0
1.526
-1.526 0
Subdoelstelling 2.1.2 -
0-
6,7 + adm
-11.455
Hoofddoelstelling 2.2 Stimuleren economische innovatie. Subdoelstelling 2.2.1 Stimuleren innovatieve processen Subdoelstelling 2.2.2 Versterken regionale innovatie infrastructuur TOTAAL Hoofddoelstelling 2.2
-
2.601 -
12.327
-
1,5,6,7,8
Hoofddoelstelling 2.3 Verbeteren van aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs. Subdoelstelling 2.3.1 Stimuleren ondernemerschap
-
Subdoelstelling 2.3.2 Versterken positie kwetsbare groepen in onderwijs en arbeidsmarkt
-
-
1.311
Subdoelstelling 2.3.3 Investeren in menselijk kapitaal
-
-
-
750
0
750
-750
beschikbaar stellen arbeidsmarktdata
-
-
-
-
0
0
0
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.3
-
1.311
-
1.465
0
2.776
313
3.251
75
2.997
389
6.248
-5.860
6
Subdoelstelling 2.3.4 0
-2.776
Hoofddoelstelling 2.4 Toerisme en recreatie Subdoelstelling 2.4.1 Waarborgen en versterken basiskwaliteiten Subdoelstelling 2.4.2 Stimuleren kennis en innovatie
-
759
-
332
0
1.091
-1.091
-
1.491
-
-
0
1.491
-1.491
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.4
313
5.501
75
3.329
389
8.831
-8.442
Totaal programmakosten
380
27.174
75
17.181
456
44.355
-43.900
6,7,8,101,102 + adm
Subdoelstelling 2.4.3 Promotie en marketing beeldverhalen
Najaarsnota 2009
27
Bedragen x € 1.000 Programma: Impuls voor werk
Najaarsnota 2009
prognose 2009
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
BATEN
LASTEN
SALDO
BATEN
LASTEN
SALDO
Verschil realisatie Saldo minus Begroting saldo
Prognose Saldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 2.1 Verbetering vestigingsklimaat bedrijfsleven. Subdoelstelling 2.1.1 Stimuleren herstructurering en verduurzaming bedrijventerreinen
0
10.487
Bevorderen regionaal afgestemd aanbod bedrijventerreinen
67
1.034
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.1
67
-10.487
0
0
0
10.487
800
-968
72
2.594
-2.522
-1.555
0
11.521
-11.455
72
2.594
-2.522
8.932
800
0
18.626
-18.626
2.819
20.304
-17.485
1.141
-355
Versterken regionale innovatie infrastructuur
0
2.601
-2.601
0
100
-100
2.501
-1.843
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.2
0
21.227
-21.227
2.819
20.404
-17.585
3.642
-2.198
Stimuleren ondernemerschap
0
500
-500
0
0
0
500
0
Subdoelstelling 2.3.2 Versterken positie kwetsbare groepen in onderwijs en arbeidsmarkt
0
1.526
-1.526
0
883
-883
643
0
0
750
-750
0
0
0
750
0
beschikbaar stellen arbeidsmarktdata
0
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.3
0
2.776
-2.776
0
883
-883
1.893
0
389
6.248
-5.860
13
2.582
-2.569
3.291
0
0
1.091
-1.091
0
0
0
1.091
0
0
0
Subdoelstelling 2.1.2
Hoofddoelstelling 2.2 Stimuleren economische innovatie. Subdoelstelling 2.2.1 Stimuleren innovatieve processen Subdoelstelling 2.2.2
Hoofddoelstelling 2.3 Verbeteren van aansluiting arbeidsmarkt en onderwijs. Subdoelstelling 2.3.1
Subdoelstelling 2.3.3 Investeren in menselijk kapitaal Subdoelstelling 2.3.4
Hoofddoelstelling 2.4 Toerisme en recreatie Subdoelstelling 2.4.1 Waarborgen en versterken basiskwaliteiten Subdoelstelling 2.4.2 Stimuleren kennis en innovatie Subdoelstelling 2.4.3 Promotie en marketing beeldverhalen
0
1.491
-1.491
0
1.091
-1.091
400
13
TOTAAL Hoofddoelstelling 2.4
389
8.831
-8.442
13
3.673
-3.660
4.782
13
Totaal programmakosten
456
44.355
-43.900
2.904
27.555
-24.651
19.249
-1.385
28
Najaarsnota 2009
Financiële toelichting subdoelstellingen 2.1.1 Stimuleren herstructurering en verduurzaming bedrijventerreinen Het DIA-budget voor herstructurering bedrijventerreinen bedraagt in 2009 €10,5 miljoen. Gezien de aanvragen die op dit moment ontvangen zijn komt € 0,8 miljoen van het beschikbare budget in 2010 tot besteding. Mutatie: Voorgesteld wordt € 0,8 miljoen van genoemd DIA-budget voor herstructurering bedrijventerreinen door te schuiven van 2009 naar 2010. (volgnr.7, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
2.2.1 Stimuleren innovatieve processen Voor het realiseren van deze subdoelstelling zijn budgetten beschikbaar voor onder andere de DIA-projecten Innovatie en kennisintensieve maakindustrie (€ 12,8 miljoen) en ICT – breedband/diensteneconomie (€ 1,5 miljoen). Voor beide projecten geldt dat de nog resterende ruimte van in totaal € 6,5 miljoen nog volledig benut wordt. Voor ICT – breedband/diensteneconomie geldt nog dat de laatste subsidie tender zo succesvol was dat een aantal projecten doorgeschoven moest worden naar toekomstige tenders, die gepland staan voor eind 2009 en begin 2010. De verwachting is dan ook dat het voor 2011 beschikbare budget voor dit project, ter grootte van ruim 2,0 miljoen, al in 2009 en 2010 tot besteding kan komen. Verder is binnen deze subdoelstelling een budget van € 4,0 miljoen beschikbaar voor Nano4vitality. Voor dit project was, tezamen met de geraamde € 2,0 miljoen in 2008, in totaal € 6,0 miljoen beschikbaar. Dit budget is tot stand gekomen door bijdragen van het Rijk (50%), en de provincies Overijssel (25%) en Gelderland (25%). Van het budget in 2008 resteerde nog bijna € 0,2 miljoen. Dit restant is verwerkt in het rekeningresultaat 2008 en zodoende niet beschikbaar gebleven voor nano4vitality. Gezien het feit dat dit budget voor een groot deel door bijdragen van derden tot stand is gekomen zou het juist zijn het volledige bedrag van € 6,0 miljoen beschikbaar te houden voor dit project. Het budget is ook volledig benodigd ter dekking van de aangegane verplichtingen. Daarom wordt voorgesteld het in 2008 niet bestede deel van het budget alsnog toe te voegen aan het budget 2009. Op de peildatum stond ten onrechte een gerealiseerde baat op deze subdoelstelling verantwoord. Dit wordt gecorrigeerd. Mutatie: Voorgesteld wordt de programmalasten voor deze subdoelstelling te verhogen met € 160.000, ten gunste van Nano4vitality. (volgnr.5, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009) Daarnaast wordt voorgesteld het voor 2011 beschikbare Dia-budget voor ICT – breedband/diensteneconomie van € 2,028 miljoen naar voren te halen en toe te voegen aan 2009 (€ 195.000) en 2010 (€ 1,833 miljoen). (volgnr.9, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
2.2.2 Versterken regionale innovatie-infrastructuur Het begrote bedrag voor deze subdoelstelling bestaat uit budgetten voor subsidieverlening aan Oost NV (ruim € 0,8 miljoen), het DIA-project Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente (€ 1,5 miljoen) en kennisintensieve maakindustrie (€ 0,2 miljoen). Deze budgetten komen in 2009 tot besteding. Voor het DIA-project Gebiedsontwikkeling Kennispark Twente geldt dat er voor 2010 zoveel aanvragen kunnen worden gehonoreerd dat ook het budget dat op dit moment nog voor 2011 staat begroot al in 2010 ingezet kan worden. Mutatie: Voorgesteld wordt het DIA-budget Kennispark Twente in 2011, ter grootte van € 0,969 miljoen, naar voren te halen en toe te voegen aan het al voor 2010 beschikbare budget van € 1,0 miljoen. (volgnr.8, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009) In de motie Antuma c.s. | Vergroten vermogen PPM Oost worden Gedeputeerde Staten opgeroepen het eigen vermogen van PPM Oost naar rato te versterken met een bedrag van € 2,5 miljoen, te dekken uit de Algemene dekkingsreserve. Wij stellen voor de motie als volgt uit te voeren. Wij willen een subsidie van € 1,2 miljoen verlenen aan Oost N.V. Deze middelen worden via Oost N.V. door Participatiemaatschappij Oost N.V. (PPM Oost) ingezet voor participaties in het Oost-Nederlandse bedrijfsleven. Daarnaast willen wij € 1,3 miljoen inzetten voor het verhogen van onze deelneming in Oost N.V. Met het ministerie van Economische Zaken en de provincie Gelderland is afgesproken dat zij naar rato hun deelnemingen in Oost N.V. zullen verhogen. Door deze acties wordt het eigen vermogen van Oost N.V. vergroot, maar blijven de eigendomsverhoudingen ongewijzigd (Overijssel: 8,82%). Oost N.V. zal deze
Najaarsnota 2009
29
middelen ook inzetten voor participaties in bedrijven in Oost Nederland (via PPM Oost). In lijn met onze huidige waardering van Oost N.V. zal onze extra deelneming in Oost N.V. voor 50% worden geherwaardeerd en dit bedrag zal worden gestort in de nieuw te vormen Herwaarderingsreserve Oost N.V. Mutatie: Voorgesteld wordt een bedrag van € 1,186 miljoen voor subsidies beschikbaar te stellen en een bedrag van € 0,657 miljoen te storten in de Herwaarderingsreserve Oost N.V. (volgnr.10, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
2.3.1 Stimuleren ondernemerschap Dit budget is naar aanleiding van de op 29 oktober 2008 aanvaarde motie Kerkdijk beschikbaar gekomen via het statenvoorstel over actualisering van de programmabegroting 2009. Het budget is bedoeld voor het creëren van hoogstaande regionale coachingsnetwerken voor prestarters en startende en doorstartende ondernemers. Voor 2010 is voor dit onderwerp nog eens € 2,0 miljoen beschikbaar. 2.3.3 Investeren in menselijk kapitaal Het budget voor deze subdoelstelling is nog niet tot besteding gekomen. Dit budget is onlangs beschikbaar gekomen via het Overijsels actieplan economische recessie en is bestemd voor om- en bijscholing van jongeren naar kansrijke sectoren. Dit gebeurt onder coördinatie van mobiliteitscentra. Naar verwachting komt dit budget in 2009 nog geheel tot besteding. 2.4.1 Waarborgen en versterken basiskwaliteiten Binnen deze subdoelstelling zijn budgetten van in totaal € 5,1 miljoen beschikbaar voor de realisatie van de ILG/pMJP-prestaties voor wandelen, fietsen, varen en de provinciale routestructuur fietspaden. Wij gaan er van uit dat deze budgetten in 2009 tot besteding komen. Mocht dit inzicht in de loop van 2009 wijzigen dan wordt een deel van het budget, conform de vastgestelde pMJP-systematiek, doorgeschoven naar komende jaren. 2.4.2 Stimuleren kennis en innovatie Belangrijk budget binnen deze subdoelstelling is het budget voor de kwaliteitsimpuls toerisme Overijssel (KITO). Het budget bedraagt ruim € 0,8 miljoen. Een deel van dit budget wordt benut voor de ontwikkeling van regionale toeristische merken, binnen de vitale coalitie met Saxion. Tevens wordt het budget besteed aan het project professionalisering ondernemersschap van de drie gezamenlijke brancheorganisaties (Hiswa, Recron en KHN). Wij gaan er vanuit nog dit jaar dusdanige afspraken met beide partijen te kunnen maken, dat het totale budget benodigd zal zijn. 2.4.3: Promotie en marketing beeldverhalen Voor het Gelders Overijssels Bureau voor Toerisme (GOBT) is een subsidiebudget van bijna € 0,7 miljoen beschikbaar. De subsidie voor 2009 valt € 13.000 lager uit dan begroot. Dit deel van het budget kan vrijvallen. Mutatie: De programmalasten voor deze subdoelstelling worden met € 13.000 verlaagd. (volgnr.6, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
30
Najaarsnota 2009
3.3
Programma Mobiliteit
3.3.1
Inleiding programma
Het programma Mobiliteit richt zich er op dat personen en goederen onder veilige omstandigheden op het gewenste tijdstip op de gewenste plek in Overijssel kunnen komen. Mensen moeten in staat zijn zich zo vrij, snel en veilig mogelijk te verplaatsen. De stijging van de mobiliteit in onze provincie (en daarbuiten) dreigt de goede bereikbaarheid van de stedelijke netwerken aan te tasten. De uitdaging is om te zorgen voor een goede landschappelijke inpassing van infrastructuur en bovendien zo min mogelijk schade aan milieu en luchtkwaliteit. Voor de bereikbaarheid van de steden en de leefbaarheid van het platteland is een goed functionerend openbaar vervoer essentieel. Bereikbaarheid van de economische centra is van groot belang voor de ontwikkeling van de economie. De accenten van ons beleid zullen de komende jaren gebaseerd zijn op deze uitgangspunten. De provincie kan dit echter niet alleen realiseren. Samenwerking in vitale coalities met Rijk en gemeenten, maar ook met andere partners is van groot belang. De uitvoering van de Dynamische Investeringsagenda heeft in het programma Mobiliteit een cruciale plaats. Over de inzet daarvan maken wij afspraken in samenwerkingsagenda’s met het Rijk en de gemeenten. De uitvoering van het programma Mobiliteit verloopt voorspoedig. In vitale coalities met onder andere het Rijk, provincies en (samenwerkingsverbanden van) gemeenten zijn afspraken gemaakt om onze ambities versneld te realiseren. Voor de N18 en de N35 wordt deze coalitieperiode een bestuursovereenkomst gesloten, zodat in de volgende bestuurperiode gestart kan worden met de uitvoering. Voor uitvoering van het verbeterplan voor aansluiting van de A28 op de N377 (Lichtmis) is € 2,2 miljoen beschikbaar gesteld vanuit het DIA-budget Aansluitingen A1/A28. Dit betreft een versnelling van de inzet van het DIA-budget. De eerste aanbesteding conform de OV tactiek, regiotaxi Noordwest, is goed verlopen. Het PvE voor de busconcessie Midden-Overijssel, waarin het DIA project kwartierdienst Deventer is opgenomen, krijgt ook veel bijval. De vertramming ZwolleKampen zit inmiddels in de uitvoeringsfase.
3.3.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
Najaarsnota 2009
31
Hoofddoelstelling
3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
Subdoelstelling
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
3.1.1 Een goede bereikbaarheid en doorstroming op het hoofdwegennet en het provinciale wegennet en het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Aantal wegvakken dat Zie onderstaand niet aan de rijksnorm kaartje voldoet( gevarenzone met I/C verhouding > 0,85 en knelpunten met I/C verhouding >1)
(wat gaan we ervoor doen) Zie uitvoering prestatie en eventuele toelichting.
Zie uitvoering prestatie en eventuele toelichting.
Uitvoering prestatie J
1. 2x2 N35 - 1e fase: Als in 2008 overeenstemming met het Rijk wordt bereikt over de financiering van het tracé ZwolleWythmen-Overijssels Kanaal, dan zal het Rijk zo spoedig mogelijk daarna starten met de planstudie. Daarnaast wordt voor de N35 breed indien nodig strategische grondaankopen gedaan. 2. N340 - 1e fase: Afhankelijk van het gekozen tracé alternatief zal eventueel een streekplan herziening noodzakelijk zijn. Er wordt gestart met de uitwerking van het besluit–MER (inrichtingsMER). Besluitvorming hierover wordt eind 2009 voorzien.
X
3. N18 (2x1 vrijliggend): Naar verwachting kan in 2009 het tracébesluit door het Rijk worden genomen en zal de nadere uitwerking kunnen starten om tot daadwerkelijke realisatie van de weg te komen.
X
4. Maatregelen ontsluiting Zwolle: Voorbereiding van de uitvoering van de laatste fase hoofdinfrastructuur Stadshagen door de gemeente Zwolle.
X
5. Aansluitingen A1/A28: Voorbereiding en uitvoering van de gekozen projecten.
X
X 6. Benuttingsmaatregele n PVVP: Voorbereiding en start uitvoering van benuttingsmaatregele n op provinciale wegen. 7. PVVP/Dynamische beleidsagenda: Opstellen van de DBA voor het jaar 2010.
32
Najaarsnota 2009
N deels X
X
1
2
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
(wat willen we bereiken) 3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
Indicator
(hoe meten we het)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen)
J
8. Aanpak door Rijk inzake opwaardering N50 tot A50: In het landsdelig Overleg MIRT van november 2008 zal het Rijk op basis van de préverkenning N50 en de Visie N-wegen een besluit nemen over de lange termijnaanpak van de N50.
N deels X
8
9. Aanleg brug X Ramspol door Rijk: De aanleg van de brug Ramspol is door de wijziging van het tracébesluit vertraagd en zal nu starten in 2010/2011. 10. Aanpak door Rijk inzake aanleg 2*3 stroken A28: Voor de verbreding van de A28 naar 2x3 stroken wordt een aanvullend onderzoek uitgevoerd naar de uitstoot van fijnstof, waardoor naar verwachting het Rijk in 2011 zal starten met de uitvoering.
X
10
11. Aanpak door Rijk X inzake aanleg 2*3 stroken A1: De provincie heeft met de partners provincie Gelderland, Regio Twente en Regio Stedendriehoek een coalitie gesloten om het besluitvormingsproces te versnellen.
12. Netwerkanalyses: X De netwerkanalyses zijn afgerond. In het kader van de netwerkaanpak worden de projecten, welke zijn opgenomen in de DBA, in samenwerking met andere partners uitgevoerd. In overleg met de Minister worden afspraken gemaakt over projecten
Najaarsnota 2009
33
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
(wat willen we bereiken) 3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
Indicator
(hoe meten we het)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009 (wat gaan we ervoor doen)
Uitvoering prestatie J
13. N307/N23 opwaardering tot stroomweg 2x2 - 100 km/uur: Op basis van de planstudie en de MIRT aanvraag van de regio bij het Rijk wordt in 2008 duidelijkheid verkregen omtrent de ontwikkelingen en mogelijke investeringen in de N307. X 14. Provinciale wegen: Wij nemen besluiten over diverse verkenningen en planstudies en starten met de realisatie van provinciale infrastructuurprojecte n . Daarnaast vindt het reguliere beheeren onderhoud plaats. In de DBA is het overzicht van alle provincie 15. Gemeentelijke projecten: Beschikbaar stellen van subsidies t.b.v. gemeentelijke projecten en programma's op het gebied van infrastructuur en gedragsbeïnvloeding (verkeersveiligheid).
X
16. KEM: Het KEMprogramma wordt tot en met 2010 uitgevoerd. In 2008 heeft een evaluatie plaatsgevonden, die heeft geleid tot een actualisatie van het uitvoeringsprogramm a.
X
17. Breed programma X Verkeersveiligheid: Voor de verbetering van de verkeersveiligheid stellen wij met alle betrokken partijen een breed programma verkeersveiligheid op. 18. ROVO: Het X Regionaal Orgaan voor de Verkeersveiligheid in Overijssel (ROVO) gaat volgens een nieuwe methode werken. Dit zal leiden tot een nieuwe impuls voor de verbetering van de verkeersveiligheid.
34
Najaarsnota 2009
N deels X
13
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
(wat willen we bereiken) 3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
(hoe meten we het)
(wat gaan we ervoor doen)
3.1.2 Stimuleren Index aantal reizigers Trein (Ov): gebruik OV, een hoge openbaar vervoer klanttevredenheid in (2005 = 100) het OV, verbeteren van de toegankelijkheid in het OV en het gebruik van alternatieve brandstoffen/techniek en.
109
Streeklijnen Ov): 109
Mate van klanttevredenheid
Uitvoering prestatie
106 (NS 2007)
(W- 105 (NVS 2007)
J
109 19. Hoogwaardig openbaar vervoer Zwolle-Kampen: In de periode 2009-2010 worden 4 extra haltes aangelegd, wordt de lijn geëlektrificeerd en wordt bij de halte Stadshagen een gedeelte dubbelspoor gerealiseerd.
N deels X
19
X 109 20. Laagdrempelige Regiotaxi: De uitvoering van de plannen wordt voortgezet, de pilot Salland wordt bij een positieve evaluatie in de andere projecten uitgerold en eventueel aangevuld met nieuwe plannen. X
21
7,3 23. Milieuvriendelijk streekvervoer vanaf 2009 (incl. pilots en uitstraling): Het experiment met bioethanol op de bus gaat van start, waarschijnlijk wordt ook gestart met een proef met één of twee serieel hybride bussen. Het profileringsplan wordt uitgevoerd
X
23
24. Reisinformatie op haltes: De grote panelen worden geplaatst bij grote en knooppunthaltes. Bij positieve resultaten wordt de proef met sms service uitgebreid naar alle haltes.
X
24
Stadsdiensten: 109
111 (NVS 2007)
109 21. Doorstroming OV 1e fase: De helft van het uitvoeringsprogramm a wordt uitgevoerd.
Regiotaxi (W-Ov): 109
99 (cijfers 2007)
109 22. Kwartiersdienst Deventer: De kwartiersdienst in Deventer wordt gecontinueerd.
Cijfer (W-Ov) 7,3
7,4 (klantbaro meter 2008)
X
25. Aanpak stationsomgevingen: Zie programma "Kwaliteit van de leefomgeving".
Najaarsnota 2009
35
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
(wat willen we bereiken)
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
(hoe meten we het)
(wat gaan we ervoor doen)
3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
Percentage toegankelijk materieel respectievelijk toegankelijke bushaltes op knooppunten (voor provinciale, rijks- en gemeentelijke wegen).
Uitvoering prestatie
% toegankelijk materieel 98
98
98
% toegankelijke haltes 70
38 (realisatie 2008)
70
J N deels X 26. Verkennen van verbetering traject Zwolle-Emmen en Twente-Emmen: Samen met de provincie Drenthe wordt onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de treinverbinding ZwolleEmmen te verbeteren. Samen met Regio Twente wordt dit gedaan voor Twente-Emmen. 27. Gratis OV voor X specifieke doelgroepen bij evenementen: Bij enkele evenementen wordt gratis openbaar vervoer aangeboden. 28. OV Tactiek: De OV tactiek is een uitwerking van het PVVP en een uitvoeringsagenda voor deze bestuursperiode. In 2009 wordt de uitvoering van de OV Tactiek voortgezet.
X
29. Aanbestedingen X OV: Voorbereiding en uitvoering van de aanbesteding van trein- en busconcessies en de regiotaxiprojecten. Kader hiervoor vormt de OV-tactiek. 30. OV-Chipkaart: De X voorbereidingen van de invoering van de OV-Chipkaart zijn vergevorderd. Wij verwachten dat de OVChipkaart in 2009 wordt ingevoerd, maar dit is afhankelijk van de landelijke ontwikkelingen. Ook wordt waarschijnlijk gestart met een proef
31. Toegankelijkheid X OV: In een vitale coalitie met gemeenten in WestOverijssel is een halteplan opgesteld ter verbetering van de toegankelijkheid van de gemeentelijke haltes. In de periode 2007 tot en met 2010 worden de haltes opgenomen in het halteplan
36
Najaarsnota 2009
26
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
(wat willen we bereiken) 3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode
(hoe meten we het) Aantal cq. aandeel bussen (WestOverijssel) en provinciale auto’s op milieuvriendelijke/alte rnatieve brandstoffen en technieken.
Index van de 3.1.3 Stimuleren goederenvervoer over verhouding tussen tonkilometers per water en rail weg, water en rail
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen) Experimenten*
2
0
Bussen**
0
0
0 0
Bussen met roetfilters 100% 100%
100%
Provinciale dienstauto’s
15
15
0,4 (realisatie 2006)
>1
32. Berlijnlijn: De dienstregeling van de Berlijnlijn wordt in 2009 uitgebreid van vier naar zeven treinen per dag.
J N deels X
15
Per trein (Overijssel) >1
Per schip (Overijssel) 23,2 >24 >24 (realisatie)
Per vrachtauto (Overijssel) <75
75,6 (realisatie 2006)
<75
33. Twentekanaal: X Lobby voor verbreding deel LochemEnschede en Almelozijkanaal. X 34. IJsselmeer, Ketelmeer en IJssel: Lobby voor versnelde verdieping delen van de vaargeul in het Ketelmeer. 35. Zuiderzeehaven bij Kampen: Lobby voor een goede ontsluiting van de Zuiderzeehaven.
X
X 36. Netwerkanalyse Vaarwegen: Uitvoering van verkenningen naar oplossingsrichtingen van knelpunten in het vaarwegennet.
3.1.4 Stimuleren fietsgebruik.
Aandeel fietsgebruik Aandeel: 40% in aantal verplaatsingen tot 7,5 km*
39% (Mobiliteits onderzoek Nederland 2007)
37. Netwerkanalyse Binnenhavens: Uitvoering en verdere uitwerking van de quick wins uit de netwerkanalyse binnenhavens.
X
38. Initiatieven uit markt: Ondersteunen van initiatieven uit de markt.
X
40% 39. Faciliteiten voor Fietsen: Langs provinciale wegen worden fietsenstallingen bij bushaltes en carpoolplaatsen aangelegd. Enkele verkeersonveilige oversteekplaatsen worden verholpen en een digitale fietsrouteplanner wordt geoperationaliseerd.
X
40. Oprichten van fietsplatform (CA): Wij gaan samen met gemeenten acties gericht op stimuleren van fietsgebruik afstemmen, intensiveren en versnellen.
X
Najaarsnota 2009
37
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
(wat willen we bereiken)
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode
(hoe meten we het)
3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsnivea u onder veilige omstandigheden.
3.1.5 Burgerluchtvaart Twente: zie programma 1 "Kwaliteit van de leefomgeving"
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen)
J N deels X 41. Stimuleren goed gemeentelijk fietsnetwerk: Richting Zwolle wordt het hoogwaardige fietspad Zwolle – Kampen verder verbeterd. In het Fietsplatform wordt gezamenlijk met gemeenten een Actieprogramma Fiets opgesteld, waarin vanuit het fietshoofdroutenet zie programma 1 "Kwaliteit van de leefomgeving"
Toelichting bij de uitvoering van de prestaties bij nee/deels Prestatie Toelichting 1 Vanwege nieuwe richtlijnen van het Rijk (Commissie Elverding) welke een uitgebreidere verkenning vragen, is het niet zeker of de verkenningsfase dit jaar wordt afgerond. Daarna wordt planstudie gestart door het Rijk. 2 De Besluitvorming inzake de inrichting van het voorkeurs-alternatief aan de hand van het BesluitMER start medio 2010. Vanwege het grote aantal ingediende zienswijzen tijdens de ter visielegging van het PlanMER en de Ontwerp-Structuurvisie was 3 weken meer benodigd dan was voorzien. Als gevolg van deze vertraging moet besluitvorming door PS over het zomerreces worden getild. Besluitvorming over de tracekeuze is nu voorzien in oktober 2009. Daarna wordt gestart met het BesluitMER. 8 Het Rijk geeft geen prioriteit aan de opwaardering van de N50. Wel wordt in 2009 op basis van besluiten in het landsdelig overleg van november 2008 en mei 2009 en beschikbare middelen (€ 16 miljoen) door Rijk gekeken welke procedure geschikt is om het wegvak Kampen-Kampen Zuid op te waarderen tot 2x2 100 km/uur 10 Het Rijk zal eind 2009 / begin 2010 starten met de verbreding van de A28 naar 2x3 stroken. 13 In het MIRT overleg van mei 2009 is een afspraak gemaakt dat op korte termijn een bestuurlijk overleg wordt georganiseerd met minister Eurlings om duidelijkheid te krijgen over de betrokkenheid en financiële deelname van het Rijk aan de N23. 19 De realisatieperiode is gewijzigd in 2010-2012 en bij de halte Kampen-Oost wordt ook dubbelspoor gerealiseerd. 21 Een aantal onderdelen van het uitvoerings-programma wordt in 2009 gerealiseerd. Afhankelijk van de voortgang van de diverse projecten die door gemeenten worden uitgevoerd is het nog niet helemaal zeker of de helft wordt gehaald. 23 Er is besloten om niet te experimenteren met alternatieve brandstoffen en technieken. 24 De grote panelen worden in 2009 aanbesteed en in 2010 geplaatst. 26 De treinconcessie Zwolle-Emmen is verlengd tot 2013. De aanbesteding van deze treinconcessie vindt derhalve later plaats.
38
Najaarsnota 2009
Overzicht bestaande en verwachte knelpunten op het hoofdwegennet en provinciale wegennet
Grafiek aantal verkeersdoden en ziekenhuisgewonden in Overijssel (cijfers 2008) Bron: Diens Verkeer en Scheepvaart (DVS)
250
35
aantal verkeersdoden
200 25 150
20 15
100
10 50
aantal ziekenhuisgewonden
30
5 0
0 96
97
98
99
00
01
verkeersdoden ziekenhuisgewonden
02
03
04
05
06
07
08
doelstelling 2010 doelstelling 2010
10
jaar
Najaarsnota 2009
39
Bedragen x € 1.000 Programma: Mobiliteit
Najaarsnota 2009
Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotings Wijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden. Subdoelstelling 3.1.1 Een goede bereikbaarheid en doorstroming op het hoofdwegennet en het provinciale wegennet.
19.200
73.600
-4.511
-30.897
14.689
42.704
28.015-
335
18.429
140
3.466
475
21.895
-21.421
2,5,6,7,8 + adm
30.446
29.379
33.927
2.585-
5,6,8 + adm
Subdoelstelling 3.1.2 Verbeteren van de verkeersveiligheid Subdoelstelling 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5 Stimuleren gebruik openbaar vervoer.
895
4.548
31.342
Hoge klanttevredenheid in het openbaar vervoer.
0
-
0
0
0
-
-
Toegankelijk openbaar vervoer.
0
-
0
0
0
-
-
0
847
0
-847
0
-
-
0
1
0
0
0
1
1-
0
160
0
160
160-
Subdoelstelling 3.1.6 Stimuleren gebruik alternatieve brandstoffen/technieken. Subdoelstelling 3.1.7 Stimuleren goederenvervoer over water en rail Subdoelstelling 3.1.8 Stimuleren fietsgebruik.
0
-
TOTAAL Hoofddoelstelling 3.1
49.981
122.256
-3.476
-23.569
46.505
98.687
-52.182
Totaal programmakosten
49.981
122.256
-3.476
-23.569
46.505
98.687
-52.182
Bedragen x € 1.000 Programma: Mobiliteit
Najaarsnota 2009
8
prognose 2009
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
BATEN
LASTEN
SALDO
BATEN
LASTEN
SALDO
Verschil realisatie Saldo minus Begroting saldo
Prognose Saldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 3.1 Een duurzaam verkeer- en vervoerssysteem, met een betrouwbaar bereikbaarheidsniveau onder veilige omstandigheden. Subdoelstelling 3.1.1 Een goede bereikbaarheid en doorstroming op het hoofdwegennet en het provinciale wegennet.
14.689
42.704
-28.015
341
32.832
-32.491
-4.476
-1.416
475
21.895
-21.421
904
14.615
-13.711
7.710
-162
Subdoelstelling 3.1.2 Verbeteren van de verkeersveiligheid Subdoelstelling 3.1.3, 3.1.4, 3.1.5 Stimuleren gebruik openbaar vervoer.
31.342
33.927
-2.585
3.594
27.592
-23.998
-21.412
220
Hoge klanttevredenheid in het openbaar vervoer.
0
0
0
0
0
0
0
0
Toegankelijk openbaar vervoer.
0
0
0
0
0
0
0
0
Subdoelstelling 3.1.6
0
0
0
Stimuleren gebruik alternatieve brandstoffen/technieken.
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
-1
0
0
0
1
0
0
160
-160
0
95
-95
65
0
46.505
98.687
-52.182
4.839
75.133
-70.294
-18.113
-1.358
46.505
98.687
-52.182
4.839
75.133
-70.294
18.113-
-1.358
Subdoelstelling 3.1.7 Stimuleren goederenvervoer over water en rail Subdoelstelling 3.1.8 Stimuleren fietsgebruik. TOTAAL Hoofddoelstelling 3.1
40
Najaarsnota 2009
Financiële toelichting subdoelstellingen 3.1.1 Een goede bereikbaarheid en doorstroming op het hoofdwegennet en het provinciale wegennet Voor het DIA-project N340 is dit jaar een budget van € ruim € 1,1 miljoen beschikbaar. Hiervan komt € 0,2 miljoen niet tot besteding. Voor het totale project is € 40,0 miljoen beschikbaar vanuit de DIA. Door het grote aantal ingediende zienswijzen is enige vertraging opgetreden in de besluitvorming rondom dit project. Hierover wordt ook gerapporteerd in de DIA-rapportage. Het bedrag van €0,2 miljoen wordt doorgeschoven naar 2010. Voor het DIA-project Aansluitingen A1/A28 is in 2009 € 0,5 miljoen beschikbaar. In totaliteit is voor dit project € 15,0 miljoen opgenomen in de investeringsagenda. Vanuit het budget worden de kosten van het verbeterplan voor aansluiting van de A28 op de N377 (Lichtmis) gedekt. De totale kosten voor de uitvoering van dat verbeterplan worden geraamd op € 2,2 miljoen, waarvan € 1,5 miljoen in 2009 tot besteding komt. Voor andere zaken binnen dit budget is in 2009 nog € 0,1 miljoen nodig. De raming voor dit DIA-project in 2009 dient daarom met € 1,1 miljoen te worden verhoogd. Binnen deze subdoelstelling is voor BDU-projecten een budget van € 5,3 miljoen beschikbaar. Deze budgetten dienen te worden geactualiseerd voor wat betreft de uitgaven voor provinciale infrastructuur. Het kasritme van de bestedingen vanuit de bestedingsplannen BDU verkeer en vervoer laat zich lastig ramen. Naar huidige inzichten zal in 2009 € 0,2 miljoen meer tot besteding komen, voor het onderdeel provinciale infrastructuur. Dit betreft een verschuiving tussen de jaren, geen lastenverhoging of aanpassing van de vastgestelde bestedingsplannen. Verder zijn in 2009 budgetten voor RMF-projecten beschikbaar ter grootte van € 15,8 miljoen. Van deze budgetten komt € 1,1 miljoen in 2009 niet tot besteding. Het betreft de aanschaf van grootschalige informatiepanelen in het kader van dynamisch verkeersmanagement (€ 0,9 miljoen). De opdracht hiervoor wordt in 2009 verstrekt, de kosten worden gemaakt in 2010. Voor het project Fiets komt € 0,2 miljoen dit jaar niet tot besteding. In verband met het onderzoek naar stikstof depositie loopt de aanleg van het project Rondweg Weerselo vertraging op. Hierdoor zal de bijdrage van gemeente Dinkelland later worden ontvangen, vermoedelijk in 2011. Wij stellen u voor om de baat op het product Realisatie Wegen in 2009 te verlagen en de baten in 2011 met hetzelfde bedrag te verhogen. Wij ontvangen voor een aantal wegenprojecten subsidie in het kader van Twente Mobiel. Het Rijk dat 50% van de financiering voor rekening neemt, stelt als voorwaarde dat de subsidiabele projecten per ultimo 2010 moeten zijn gerealiseerd. Voor de projecten: N 342 weefvak tussen Graveneslaan en Eektestraat te Oldenzaal, N 347 weefvakken tussen A1 en weg Rijssen-Enter en de N 350 ondersteuning calamiteitenroute op rotonde met N347, is het twijfelachtig of de gestelde deadline haalbaar is. Wij zijn momenteel in overleg met de subsidiegever om maatregelen te treffen waarmee het eventueel risico op subsidieverlies, van maximaal € 1,8 miljoen, voorkomen c.q. beperkt kan worden. Als gevolg van de aanleg van de Hanzelijn gaat ProRail de provinciale Niersallee (N 764) aan de zuidkant van Kampen verleggen en zuidelijker aansluiten op de N 50. Daarbij hebben provincie Overijssel en ProRail afgesproken dat de oude Niersallee gedeeltelijk zal verdwijnen en de door ProRail nieuw aan te leggen weg na realisatie weer in eigendom en beheer bij de provincie Overijssel komt. Als gevolg van een andere invulling van het stationsgebied Kampen Zuid, hogere autonome groei en toekomstige plannen in de regio voldoet het oorspronkelijke wegontwerp in de toekomst niet meer. Aanpassing van het oorspronkelijke ontwerp is daarom noodzakelijk. De noodzakelijke capaciteitstoename is ontstaan door zowel de ontwikkeling van de stationsomgeving Kampen Zuid en de plannen voor woningbouw in het gebied als door autonome groei. Derhalve is de financiering van de aanvullende maatregelen ten opzichte van het ontwerp, overeengekomen in het tracébesluit Hanzelijn, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincie en de gemeente Kampen. Wij hebben met de gemeente Kampen afgesproken dat de kosten, ad. € 1,4 miljoen, voor 50% ten laste komen van de gemeente en voor 50% ten laste van de provincie. De 50 % provinciale bijdrage ( € 700.000) wordt onttrokken uit de doeluitkering BDU verkeer en vervoer. Uit het Regionaal Mobiliteitsfonds worden vanaf 2007 verschillende diverse Quick Win- projecten gefinancierd. Het Rijk en de regionale overheden hebben voor de eerste fase gezamenlijk €18,0 miljoen beschikbaar gesteld. In 2008 is met het rijk overeenstemming bereikt over een tweede fase, waarbij het rijk en de provincie beiden €3,5 miljoen bijdragen. In totaal wordt de komende jaren dus uitvoering gegeven aan quick winprojecten en
Najaarsnota 2009
41
benuttingsmaatregelen tot een bedrag van €25,0 miljoen. In de doeluitkering RMF worden de bijdragen van Zwolle en het Rijk verantwoord. Het aandeel van deze partijen in de kosten van de uit te voeren maatregelen wordt op de doeluitkering in mindering gebracht. De provinciale bijdrage en het aandeel van de provincie in de kosten van de uit te voeren maatregelen wordt verantwoord in de reserve Regionale bereikbaarheid. Aangezien de financiering van de projecten in de 1e en 2e fase afwijken is het van belang voor de betreffende projecten een aan de financiering gerelateerde onttrekking aan de doeluitkering cq storting in de reserve te ramen.
Mutatie: • Voorgesteld wordt de programmakosten voor het DIA-project N340 in 2009 te verlagen met € 0,204 miljoen. Dit budget wordt doorgeschoven naar 2010 (volgnr.15, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). • De programmakosten voor het DIA-project Aansluitingen A1/A28 dienen met € 1,15 miljoen te worden verhoogd in 2009. Het budget voor dit DIA-project in 2011 wordt met hetzelfde bedrag verlaagd (volgnr.16, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). • Verder wordt voorgesteld de geraamde lasten voor provinciale infrastructuur, als onderdeel van de BDU, met € 0,2 miljoen te verhogen. De onttrekking aan de doeluitkering BDU verkeer en vervoer wordt met hetzelfde bedrag verhoogd.De totale lasten voor RMF-projecten kunnen voor € 1,115 miljoen worden verschoven van 2009 naar 2010. Wij stellen u voor om de lasten “Bijdragen aan infrastructuur ”andere overheden 2009 te verhogen met € 0,7 miljoen en de baten van het product Openbaar Vervoer te verhogen met € 0,7 miljoen i.v.m. onttrekking aan de BDU (volgnr.19, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). • De baat van € 0,685 miljoen op het product Realisatie Wegen in verband met het project Rondweg Weerselo in 2009 wordt verlaagd en de baten in 2011 worden met hetzelfde bedrag verhoogd (volgnr.21, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
3.1.2 verbeteren van de verkeersveiligheid Er wordt een Meerjarenprogramma Beheer en Onderhoud opgesteld voor de periode 2010-2015. Het programma maakt inzichtelijk welke activiteiten, en daaraan verbonden kosten, voortkomen uit wet- en regelgeving, beleid en uitgangspunten op nationaal en provinciaal niveau. Het gaat uiteindelijk om het bereiken van maatschappelijke doelen, zoals verkeersveiligheid, bereikbaarheid en doorstroming, duurzaamheid, milieu en ruimtelijke kwaliteit. Het meerjarenprogramma behandelt zaken zoals het onderhoud van deklagen en verkeersregelinstallaties (wegen), baggeren en oeverbeschoeiing (kanalen), beton en technische installaties (kunstwerken). Maar ook de bediening van bruggen en sluizen, gladheidsbestrijding, verkeers- en incidentmanagement. Bij het opstellen van het programma wordt rekening gehouden met ontwikkelingen op andere beleidsterreinen (bijvoorbeeld EHS) en bij partners (o.m. gemeenten, Rijkswaterstaat), om waar dat zinvol is zaken te kunnen combineren. Keuzes en risico’s worden transparant gemaakt. Het meerjarenprogramma wordt begin 2010 aan Provinciale Staten gepresenteerd. Het budget voor “verhardingen tbv projecten” (groot onderhoud) is de dekkingsbron voor de aanbesteding van diverse projecten in het jaarlijks groot onderhoud. Op een aantal van de onderliggende projecten worden overschrijdingen verwacht met een totaalsom van € 660.000. Omdat nog niet alle onderhoudsbestekken zijn aanbesteed en wij ook nog te maken kunnen krijgen met meevallende aanbestedingen in deze tijd van economische recessie, wordt voorlopig nog aangenomen dat de tegenvaller opgevangen kan worden binnen het totaalbudget. Mocht dit onverhoopt niet het geval blijken, dan kunnen diverse maatregelen worden genomen, waaronder het uitstellen van nog te gunnen aanbestedingen of het indienen van een begrotingswijzigingsvoorstel. In de beheer- en onderhoudsparagraaf van de jaarrekening 2008 over de provinciale infrastructuur (blz 154) is vermeld, dat een reststerkte onderzoek is gestart naar de provinciale kunstwerken. Slijtage aan de kunstwerken als gevolg van toegenomen verkeersintensiteiten en asdruklasten gaf hiertoe aanleiding. Van de geïnspecteerde 156 kunstwerken is er bij 6 stuks aanleiding tot nader onderzoek (fase 3). Er moet rekening mee worden gehouden dat deze constructies verzwaard of vervangen moeten worden. Over de eventuele kosten die daarmee gemoeid zijn, is nog geen raming te geven, deze worden in de volgende fase(4) becijferd. Voor het benodigde vervolgonderzoek van fase 3 en 4 is € 250.000 benodigd, waarvoor binnen de bestaande begroting geen middelen beschikbaar zijn. Voor eventuele constructieversterkende maatregelen of vervangingen (fase 5) is evenmin geld beschikbaar binnen de huidige meerjarenbegroting voor beheer en onderhoud. Over de omvang hiervan zult u te zijner tijd worden geïnformeerd. De provincie en RWS hebben voor het seizoen 2008/2009 de gladheidsbestrijdingscontracten aanbesteed. De
42
Najaarsnota 2009
constructie is dat RWS de contractanten betaalt en vervolgens een declaratie indient bij de provincie. Omdat de provincie nog geen declaraties van RWS heeft ontvangen, is op dit moment niet goed in te schatten of de kosten voor het boekjaar 2009 binnen de begroting zullen blijven. Gezien de strengere winter van het afgelopen jaar t.o.v. voorgaande jaren, wordt een voorbehoud gemaakt. Onderdeel van deze subdoelstelling is voor de waterwegen een aantal prestaties/activiteiten in voorbereiding ten behoeve van toekomstige uitvoering. Indien de voortgang daarvan sneller verloopt dan gepland en eerder met de uitvoering gestart kan worden en/of aanbestedingsresultaten tegenvallen, dan zal een budgettair tekort ontstaan op het product. Dit tekort kan dan worden opvangen, door een extra onttrekking te plegen aan de Bestemmingsreserve Waterwegen. Omdat een groot aantal aanbestedingen nog moet plaatsvinden, willen wij nog niet op de situatie vooruitlopen. De resultaten worden afgewacht, waarna, eventueel bij de slotwijziging ten tijde van de jaarrekening, de begroting wordt bijgesteld. In de beheer- en onderhoudsparagraaf van de jaarrekening 2008 over de provinciale infrastructuur (blz 154) is vermeld, dat een aanzienlijk areaal aan oeverbeschoeiingen aan vervanging toe is. De staat van de oeverbeschoeiingen over een lengte van 85 km is dusdanig slecht, dat er sprake is van achterstallig onderhoud. Om het achterstallig onderhoud weg te werken is een fors bedrag benodigd. Ter voorbereiding van het vervangingsprogramma, heeft u al € 0,5 mln beschikbaar gesteld binnen het maatregelenpakket “economische crisis bestrijding”. Via de beheer- en onderhoudsraming over dit onderwerp leggen wij u, indien nodig, een voorstel voor aanvullende middelen voor. Het werkplan ROVO 2009 is samen met de Regio Twente vastgesteld. Daarbij is voor 2009 € 95.000 extra beschikbaar gesteld voor extra projecten. Deze aanvullende kosten worden door elk van de partijen voor 50% gedragen. In het bestedingsplan BDU was voor extra budgetten al een budget van € 35.000 opgenomen. Dat betekent dat de bijdrage uit de BDU aan het werkbudget van het ROVO met € 12.500 moet worden verhoogd. Bij de actualisering van de programmabegroting 2009 is voor deze subdoelstelling ten onrechte een eenmalige last van € 113.000 opgevoerd, in verband met actualisering van de BDU-bestedingen. In verband met de actualisatie had een baat moeten worden opgevoerd van € 25.000. De opgevoerde last betrof een correctie op de onttrekking aan de doeluitkering BDU. De verlaging van deze onttrekking had niet ten laste mogen komen van de algemene middelen, maar had moeten leiden tot een verhoging van de baten binnen het werkbudget van het ROVO. De baat, die wèl had moeten worden opgevoerd, wordt veroorzaakt door het feit dat een groter deel van de lasten voor stimulering openbaar vervoer wordt gedekt door een bijdragen uit de BDU. Bij de behandeling van het statenvoorstel over actualisering van de begroting 2009 is toegezegd dat deze omissie via de najaarsnota 2009 zou worden hersteld. Vandaar dat nu een eenmalige baat van € 138.400 wordt opgevoerd. Er vindt een administratieve correctie plaats van de foutieve stand in het overzicht "actualisering van de reserves, voorzieningen" die vorig jaar veroorzaakt is door de omzetting van de voorziening BDU naar de doeluitkering BDU. Daarbij is in het overzicht € 111.000 teveel opgenomen. Eveneens wordt de onttrekking van jaarschijf 2013 naar beneden bijgesteld met € 1,0 miljoen. Dit zijn zuiver administratieve acties en hebben geen begrotingswijzigingen tot gevolg. Onvoorziene kosten ( bestrijding eikenprocesessierups en stormschade 8 mei jl.) leidden tot een budgettair tekort van € 50.000 op de beheer en onderhoudsbudgetten voor provinciale infrastructuur. Door hiervoor geld beschikbaar te stellen, wordt voorkomen dat er concessies gedaan moeten worden aan het onderhoudsprogramma van 2009. Mutatie: • Voorgesteld wordt om voor een nader onderzoek naar een zestal provinciale kunstwerken een budget van €250.000 beschikbaar te stellen (volgnr.14, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). • Verder wordt voorgesteld de programmalasten en baten van het werkbudget van het ROVO met € 95.000 te verhogen. Ter dekking van de provinciale bijdrage in deze verhoging is een extra onttrekking van € 12.500 nodig. Daarnaast stellen wij voor om ter correctie van de ten onrechte opgenomen incidentele last van € 113.400, uit het statenvoorstel Actualisering programmabegroting 2009 (volgnummer 19 actualisering bestedingen BDU), een eenmalige baat van € 138.400 op te nemen(volgnr.12, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). • Tevens wordt voorgesteld om in verband met de eikenprocessierups en geleden stormschade ,incidenteel voor het boekjaar 2009, de lasten van het product Beheer en onderhoud wegen met € 45.000 te verhogen en die van het product Beheer en onderhoud waterwegen met € 5.000(volgnr.13, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
Najaarsnota 2009
43
3.1.3 Stimulering gebruik openbaar vervoer Voor het DIA-project Hoogwaardig vervoer Zwolle – Kampen is in 2009 een budget van bijna € 0,2 miljoen beschikbaar. Op basis van verstrekte opdrachten worden de kosten in 2009 € 80.000 hoger. Het budget voor 2012 voor dit DIA-project wordt verlaagd met dit bedrag. Daarnaast is via het statenvoorstel over Investeren in Overijssel voor de OV-tactiek ruim € 5,0 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2009 tot en met 2011. Voor € 0,3 miljoen is dit budget benodigd in 2009. Mutatie: Voorgesteld wordt het budget voor het DIA-project Hoogwaardig OV Zwolle-Kampen in 2009 met €80.000 te verhogen en het budget voor de OV-tactiek met €300.000 te verhogen. (volgnr.11&17, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
3.1.4 Hoge klanttevredenheid in het openbaar vervoer Binnen deze subdoelstelling is budget van € 2,2 miljoen in 2009 beschikbaar voor het DIA- en RMF-project Reisinformatie op haltes. De aanbesteding voor de infotins wordt naar verwachting dit jaar afgerond. Daadwerkelijke besteding van een groot deel van het budget vindt plaats in 2010. Voor de invoering van de OV-chipkaart is vanuit de BDU een bedrag van circa € 5,0 miljoen beschikbaar. Van dit bedrag is voor 2009 € 0,1 miljoen geraamd. Dit budget moet worden verhoogd met € 0,4 miljoen. De onttrekking aan de doeluitkering BDU moet met hetzelfde bedrag worden verhoogd. Mutatie: Voorgesteld wordt voor het project reisinformatie het DIA-budget met €0,3 miljoen te verlagen en het RMF-budget met € 0,7 miljoen en deze budgetten in 2010 met dezelfde bedragen te verhogen. Verder worden de lasten voor de OV-chipkaart in 2009 met € 0,4 miljoen verhoogd. De onttrekking aan de doeluitkering BDU wordt in verband daarmee met hetzelfde bedrag verhoogd. (volgnr.18 t/m 20, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
Investeringsbudgetten Het KEM programma beslaat de periode 2005-2010. In de afgelopen periode is de helft van het beschikbare budget van € 40 miljoen besteed aan de realisatie van Kosten Effectieve Maatregelen. Voor de periode medio 2009 tot eind 2010 is nog circa € 20 miljoen aan budget beschikbaar. Maatregelen die (gecombineerd) gerealiseerd konden worden, zijn inmiddels gerealiseerd. De maatregelen die in 2009/2010 moeten worden gerealiseerd vergen meer aandacht. Met de aantrekking van een specifieke KEM-projectleider en ondersteuning, wordt er alles aan gedaan om het pakket aan verkeersveiligheidsmaatregelen binnen de looptijd van het programma te realiseren en daarmee de verkeersveiligheid op onze wegen te verbeteren.
44
Najaarsnota 2009
Najaarsnota 2009
45
3.4
Programma Natuur en duurzaamheid
3.4.1
Ontwikkeling programma De uitvoering van het programma Natuur en Duurzaamheid ligt voor de onderdelen ‘innovatieve en duurzame energievoorziening’ en ‘gezonde leefomgeving’ goed op schema. Op een aantal onderdelen is sprake van overschrijding van verwachtingen; zo is de maatschappelijke belangstelling voor duurzaamheid en duurzame energie groot en trok de tender voor duurzame energieprojecten dit voorjaar een fors aantal indieners van projecten. Wij gaan met enthousiasme voort op de ingeslagen weg. Ook is de prognose voor het oplossen van knelpunten met betrekking tot luchtkwaliteit flink in positieve richting bijgesteld. Daartegenover zien wij ook enkele onderdelen waar de realisatie door aanwijsbare oorzaken achterblijft bij de gestelde doelen. Hoewel daar valide argumenten voor zijn, proberen wij waar mogelijk alsnog het gestelde einddoel te bereiken. De voortgang van de uitvoering van het programma ligt voor wat betreft het realiseren van de EHS in 2009 deels achter op schema. De uitvoering van de groene en blauwe diensten is voortvarend opgepakt via de convenanten, de prestaties liggen hoger dan geraamd. Het opleveren van de beheerplannen Natura 2000 vertraagt a.g.v. de stikstofproblematiek. Bij de uitvoering van de programma’s van de Nationale Landschappen loopt een enkel project vertraging op doordat meer voorbereidingstijd nodig is. Afspraken pMJP Bij de vaststelling van het pMJP en de bestuursovereenkomst met het Rijk is afgesproken dat Gedeputeerde Staten gemandateerd zijn gedurende de ILG-periode 2007-2013 het budget dat per prestatie beschikbaar is gesteld naar voren te halen of naar achteren te schuiven. Deze verschuivingen vallen vrij ten gunste of komen ten laste van de reserve pMJP. De in deze najaarsnota beschreven wijzigingen hebben betrekking op verschuivingen in de tijd van pMJP-prestaties. De aangegeven pMJP begrotingswijzigingen zijn al door Gedeputeerde Staten vastgesteld.
3.4.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
46
Najaarsnota 2009
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
4.1 Een innovatieve 4.1.1 Het en duurzame energie- verminderen van de voorziening. uitstoot van CO2
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode
een verlaging van de 300 CO2 uitstoot/jaar ten opzichte van 1990 in kiloton/j
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen) 300
geen 1 Bevorderen tussentijds productie, inzameling cijfer en toepassing biobrandstoffen
J N deels X
2 Inpassing X windenergie mogelijk maken 3 Afspraken maken X over toepassing zonne energie aantal projecten voor 25 duurzame energieopwekking en energiebesparing in studie of voorbereiding
4.2 Een gezonde leefomgeving.
25
49 4 Informatie verstrekken over toepassing rest- en omgevingswarmte
X
5 Participatie warmtenet Twente
X
6 Kennisontwikkeling stimuleren energiebesparing woningen en bedrijven
X
7 Alternatieve brandstoffen stimuleren
X
8 Subsidiering Leren voor duurzame ontwikkeling
4.2.1 Voorlichting, educatie en stimuleren milieukwaliteit.
4.2.2 Adequate vergunningverlening voor bedrijven en evenementen waar de provincie verwantwoordelijk voor is
100 Percentage inrichtingen met een adequate vergunning voorzover het risicobedrijven betreft.
50
80 Percentage overige inrichtingen met adequate vergunning voor de Wet milieubeheer
60
Percentage van het 100 aantal beschikkingen dat binnen de wettelijke termijn is afgegeven voor zover het betreft het Vuurwerkbesluit en de Wet geluidhinder.
100
80 Percentage van het aantal overige beschikkingen dat binnen de wettelijke termijn is afgegeven voor de Wet milieubeheer (al dan niet in de vorm van een omgevingsvergunning
100
X
9 Bijdrage aan Landelijk Meldpunt afvalstoffen 10 Overleg met bedrijfsleven
X
11 Beheer Nazorgfonds
X
12 Internationale samenwerking
X
100
8
X
X
80 13 Actueel houden van verleende vergunningen.
X
100 13b Tijdig afdoen van X vergunningaanvragen
13 b
80
Najaarsnota 2009
47
Hoofddoelstelling
4.2 Een gezonde leefomgeving.
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
4.2.3 Bevorderen van Percentage van de in naleving verleende toezichtplannen vergunningen. vastgelegde toezichtsessenties.
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode (wat gaan we ervoor doen) 100
78 Percentage van beoordeelde essenties dat nageleefd wordt.
4.2.4 Oplossen knelpunten luchtkwaliteit en geluid
Het percentage opgeloste knelpuntkilometers langs wegen van de werkvoorraad in 2007.
12 km, 40%
69
74
2007: 27,9 km, 93% 2008: niet
4.2.5 Waarborgen externe veiligheid.
48
Voortgang saneringen: aantal gesaneerde verontreinigde locaties (aantal).
20
X
16 Regie op professionalisering milieuhandhaving
X
X 28,5 km 17 Uitvoeren 95% samenwerkingsprogra mma luchtkwaliteit
14
17
Aanpak van de spoedeisende werkvoorraad bodemsanering tot 2015 (percentage afgevallen/afgeronde locaties per jaar).
17%
19
X
Conform 19 Uitvoeren meerjarenprogramma externe veiligheid 35 20 Vaststellen Visie op de Ondergrond door GS; 21 Uitvoeren Meerjarenprogramma Wet bodembescherming 2005 t/m 2009
4.3.1 Realiseren van Aantal hectares 730 (incl. DIA) de Ecologische nieuwe deelname EHS Hoofdstructuur (EHS). (incl Robuuste Verbindingen) (totaal aankoop inclusief ruilgrond) Taakstelling pMJP 2007-2013 = 3.400 ha (prestaties 2.1.1 en 2.1.5).
Najaarsnota 2009
78 15 Samenwerking met partners milieuhandhaving
N deels X
18 Verbeteren bescherming tegen spoorweggeluid spoorlijn DeventerEnschede Conform
170 Aantal gesaneerde asbestwegen (totaal aantal te saneren asbestwegen in Overijssel en Gelderland bij tweede fase is 460, waarvan 300 in Overijssel)*. 4.3 Behoud en versterking van de kwaliteit van natuur en (cultuur)landschap.
J
100 14 Toezicht op naleving wet-en regelgeving
bekend1
7,4 km, 42% Het percentage opgeloste knelpuntkilometers m.b.t. geluid langs de spoorlijn DeventerOldenzaal *)
4.2.6 Verbeteren bodemkwaliteit
Uitvoering prestatie
X
19
20
X
17%
33% 22 Uitvoeren Stimuleringsregeling bodemonderzoek Overijssel
X
22
50
110 23 Uitvoeren Saneringsregeling asbestwegen tweede fase
X
23
170
560 24 verwerven areaal nieuwe natuur voor EHS en RVZ (pMJP 2.1.1 en 2.1.5)
X
24
25 agrarisch natuurbeheer, binnen beheersgebied (SAN) (pMJP 2.1.2)
X
26 particulier X natuurbeheer van areaal natuur EHS en robuuste verbindingen via SN (functieverandering) (pMJP 2.1.3)
26
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het) Aantal hectares inrichting (incl robuuste verbindingen). Taakstelling pMJP 2007-2013 = 3.900 ha (prestaties 2.1.4 en 2.1.7)
4.3 Behoud en versterking van de kwaliteit van natuur en (cultuur)landschap.
Uitvoering prestatie
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode (wat gaan we ervoor doen) 600 (excl. RvR)
100
J
400 27 inrichten areaal EHS en RVZ conform natuurdoelen (pMJP 2.1.4 en 2.1.7)
28 beheer EHS (pMJP 2.1.6)
N deels X
27
X
29 SN Beheer X bestaande natuurgebieden (pMJP 2.1.8) X 30 ruilen BBL-bezit tbv nieuwe EHS (pMJP 2.1.9) 4.3.2 Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de EHS.
X 31 uitvoeringsmaatregele n soortenbeschermings plannen (pMJP 2.2.1) 32 weidevogelbeschermi ng (pMJP 2.2.2)
31
X
33 versterking van de X twee nationale parken Weerribben en Sallandse heuvelrug, door uitvoering vande beheers en inrichtingsplannen (pMJP 2.2.3) 34 opheffen faunaknelpunten (pMJP 2.2.4) (pMJP 2.2.5) 35 opstellen en uitvoeren beheersplannen VHR
X
34
X
35
36 realiseren van de gewenste milieukwaliteit EHS mbt ammoniakemmissie en waterregiem (pMJP 2.2.6)
X
36
X 37 ganzenfourageergebie den (pMJP 2.2.7) 38 Uitvoering Groene X wetten: Natuurbeschermingsw et Flora/faunawet, Boswet, Natuurschoonwet 4.3.3 Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen.
Ha’s nieuw Aanleg 35 ha aangelegde, herstelde en (duurzaam) onderhouden landschapselementen Herstel 90 ha (pMJP-prestaties 2.4.1 – 2.4.3)
32 ha
36 ha 39 aanleggen nieuwe landschapselementen (pMJP 2.4.1)
X
78 ha
89 ha 40 herstellen bestaande landschapselementen (pMJP 2.4.2)
X
Najaarsnota 2009
49
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
4.3 Behoud en versterking van de kwaliteit van natuur en (cultuur)landschap.
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode (wat gaan we ervoor doen) Beheer 5252 (cumulatief)
390 ha
Uitvoering prestatie
J
468 ha 41 beheren bestaande landschapselementen (pMJP 2.4.3)
N deels X
41
42 project Boeren voor natuur (pMJP 2.4.4) 4.3.4 Nationale landschappen.
4.3.5 Behoud en versterking dragende landschaps-structuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten.
43 opstellen en uitvoeren van uitvoeringsprogramm a's Nationale land schappen Ijsseldelta en Noordoost-Twente (pMJP 2.3.3 en 2.3.4) Het oppervlak van de 260.000 gebieden waarvan de landschapskwaliteit is beschreven (in een LOP, RO-plannen, welstandsnota’s Nationale landschappen etc)
226.000
250.000 44 landschap (bijdrage Landschap Overijssel) (pMJP 2.3.5) 45 kwaliteit cultuurlandschap (pMJP 2.3.6)
X
43
X
X
Toelichting bij de uitvoering van de prestaties bij nee/deels Prestatie
Toelichting 8 beperkte personele inzet wegens ziekte 13 alle in 2009 gestarte procedures zijn tot op heden binnen de termijn verleend. 14 Het aantal gecontroleerde essenties voor de Wet milieubeheer ligt per 1 mei op 202. Na 4 maanden zou dit op 291 moeten liggen. Er is een kleine achterstand. Vermoedelijke oorzaak is opstart na implementatie HERO 17 1. Niet bekend aangezien de luchtkwaliteitgegevens van het desbetreffende jaar pas 9 maanden na afloop bekend zijn. 3Prognose positief bijgesteld. In heel Nederland zijn de knelpunten sneller afgenomen dan was ingeschat. De belangrijkste oorzaken zijn verfijning van de rekenmethodiek, gemiddeld iets lagere achtergrond concentraties en andere (veelal grotere) toetsingsafstanden vanwege het inwerking treden van de Europese richtlijn betreffende de luchtkwaliteit op 11 juni 2008. Dit was reden om de prognose voor eind 2009 positief bij te stellen. 19 De belangrijkste einddoelen voor 2010 zijn:structurele uitvoering op adequaat niveau; structurele samenwerking op een effectief en efficiënt schaalniveau. Realisatie is afhankelijk van vervolg op dossier Mans/Wabo/Oosting. 20 Als bijlage bij Omgevingsvisie in Mei door GS vastgesteld 22 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 23 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 24 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 26 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 27 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 31 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 34 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 35 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 36 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 41 zie toelichting "financiele toelichting subdoelstellingen" 2. De streefwaarde is met 75 ha verlaagd, omdat bij de P nota van vorig jaar totaal € 750.000 van het beschikbare budget van Groene en Blauwe Diensten is ingezet voor proceskosten omvorming Programma Beheer. 43 Verwachte vertraging van enkele projecten in NL Ijsseldelta vanwege natuurwetgeving (Natura 2000)
50
Najaarsnota 2009
Bedragen x € 1.000 Programma: Natuur en duurzaamheid
Najaarsnota 2009
Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotings Wijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 4.1 Een innovatieve en duurzame energie-voorziening. Subdoelstelling 4.1.1 Het verminderen van de uitstoot van CO2 TOTAAL Hoofddoelstelling 4.1
2.873 -
2.873
2.800 2.800
5.960 5.960
2.800
8.833
6.033-
5,6,7,8,9
2.800
8.833
6.033-
137
2.509
2.372-
5,9
53
53-
9
Hoofddoelstelling 4.2 Een gezonde leefomgeving. Subdoelstelling 4.2.1 Voorlichting, educatie en stimuleren milieukwaliteit.
11
Subdoelstelling 4.2.2 Adequate vergunningverlening voor bedrijven en evenementen waar de provincie verwantwoordelijk voor is
2.083
126
27
426
26
Subdoelstelling 4.2.3 Bevorderen van naleving verleende vergunningen.
186
344
68
-31
253
313
59-
8,9
5.003
5.019
-1.575
-1.584
3.428
3.435
7-
5,6
1.048
1.159
2.050
1.048
3.209
2.161-
-
16.848
20.538
3.912
21.245
24.450
3.205-
5,6,8 + adm
26.112
33.969
-7.858
9.735-
Subdoelstelling 4.2.4 Oplossen knelpunten luchtkwaliteit en geluid Subdoelstelling 4.2.5 Waarborgen externe veiligheid. Subdoelstelling 4.2.6 Verbeteren bodemkwaliteit TOTAAL Hoofddoelstelling 4.2
23.097
29.171
4.397 3.015
4.799
Hoofddoelstelling 4.3 Behoud en versterking van de kwaliteit van natuur en (cultuur)landschap.
Subdoelstelling 4.3.1 Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
1,5,6,8,101,1 02 + adm
26.015
35.730
6.818
6.838
32.833
42.568
1.811
2.522
439
889
2.250
3.411
271
7.371
100
7.340
371
14.711
14.340-
5,8,101 + adm
420
6.102
224
8.761
644
14.863
14.219-
-
Subdoelstelling 4.3.2 Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de EHS.
1.161- 1,5,8,9 + adm
Subdoelstelling 4.3.3 Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. Subdoelstelling 4.3.4 Nationale landschappen. Subdoelstelling 4.3.5 Behoud en versterking dragende landschaps-structuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten.
-
TOTAAL Hoofddoelstelling 4.3
28.517
51.725
7.581
23.828
36.098
75.553
-39.455
Totaal programmakosten
51.613
83.768
13.397
34.587
65.010
118.355
-53.345
Najaarsnota 2009
51
Bedragen x € 1.000 Programma: Natuur en duurzaamheid
Najaarsnota 2009
prognose 2009
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
BATEN
LASTEN
SALDO
BATEN
LASTEN
SALDO
Verschil realisatie Saldo minus Begroting saldo
Prognose Saldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 4.1 Een innovatieve en duurzame energie-voorziening. Subdoelstelling 4.1.1 Het verminderen van de uitstoot van CO2
2.800
8.833
6.033-
25
6.702
6.677-
TOTAAL Hoofddoelstelling 4.1
2.800
8.833
6.033-
25
6.702
6.677-
644-
-275
644-
-
-
-
-
-275
Hoofddoelstelling 4.2 Een gezonde leefomgeving. Subdoelstelling 4.2.1 Voorlichting, educatie en stimuleren milieukwaliteit. Subdoelstelling 4.2.2 Adequate vergunningverlening voor bedrijven en evenementen waar de provincie verwantwoordelijk voor is
137
-
2.509
2.372-
102
1.186
1.084-
1.289
500
-
-
11
11-
42
0
37-
22
0
2.429
0
53
53-
253
313
59-
65
102
3.428
3.435
7-
2.423
1
1.048
3.209
2.161-
23
960
937-
1.224
0
Verbeteren bodemkwaliteit
21.245
24.450
3.205-
11.058
29.179
18.121-
14.916-
100
TOTAAL Hoofddoelstelling 4.2
26.112
33.969
7.858-
13.671
17.768-
9.910-
600
Subdoelstelling 4.2.3 Bevorderen van naleving verleende vergunningen. Subdoelstelling 4.2.4 Oplossen knelpunten luchtkwaliteit en geluid
2.422
Subdoelstelling 4.2.5 Waarborgen externe veiligheid. Subdoelstelling 4.2.6
31.439
Hoofddoelstelling 4.3 Behoud en versterking van de kwaliteit van natuur en (cultuur)landschap.
Subdoelstelling 4.3.1 Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS).
32.833
42.568
-9.735
5.830
10.494
4.663-
5.072
2.743
2.250
3.411
-1.161
812
3.061
2.249-
-1.088
0
371
14.711
-14.340
6.988
6.988-
7.352
5.130
644
14.863
-14.219
6.735
6.302-
7.917
1.000
Subdoelstelling 4.3.2 Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de EHS. Subdoelstelling 4.3.3 Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen. Subdoelstelling 4.3.4 Nationale landschappen.
433
Subdoelstelling 4.3.5 Behoud en versterking dragende landschaps-structuren en (cultuurhistorische) kwaliteiten. TOTAAL Hoofddoelstelling 4.3 Totaal programmakosten
52
Najaarsnota 2009
36.098 65.010
75.553
-39.455
118.355
-53.345
7.076 20.772
0
27.278
20.203-
19.252
8.873
65.419
44.648-
8.698
9.198
(Financiële) toelichting subdoelstellingen 4.1.1 Het verminderen van de uitstoot van CO2 De budgetten binnen deze subdoelstelling zijn onder andere beschikbaar voor de subsidies in het kader van de tenderregeling (€ 5,0 miljoen) en subsidies vanuit het Essent Bespaarplan voor Aandeelhouders ( € 2,8 miljoen). Het restant budget is beschikbaar voor overige subsidies en opdrachten. Naast deze budgetten is via het Overijssels actieplan economische recessie een bestemmingsreserve energiebesparing van € 2,0 miljoen gecreëerd. Uit de reserve worden de kosten gedekt van te verstrekken energieleningen, cofinanciering van gemeentelijke subsidieregelingen voor bestaande woningbouw, cofinanciering van gemeentelijke projecten en cofinanciering van projecten van Overijsselse woningbouwcorporaties. In het bijbehorende statenvoorstel is aangekondigd dat de bestedingen in 2009, ten laste van deze reserve, in de najaarsnota zouden worden gespecificeerd. Aangezien het hier om nieuwe activiteiten gaat is het lastig om een inschatting te maken van het beroep dat in 2009 op de bij deze reserve behorende regelingen wordt gedaan. Met een grove schatting gaan wij er vanuit dat het om een bedrag van circa € 0,3 miljoen zal gaan. Mutatie: Wij stellen voor € 0,3 miljoen uit de reserve energiebesparing te gebruiken om het budget te verhogen (volgnr.24, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). Van de gemeente Kampen is een bijdrage van € 25.000 ontvangen in de kosten van het haalbaarheidsonderzoek naar het opsporen van aardwarmte in de Koekoekspolder. Deze bijdrage komt ten gunste van het DIA-project Energiepact, waar ook de kosten voor genoemd onderzoek ten laste van zijn gekomen. Mutatie: Wij stellen voor om, incidenteel in 2009, de baten met € 25.000 te verhogen en dit bedrag in mindering te brengen op de onttrekking aan de Ontwikkelingsreserve (volgnr.23, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
4.2.1 Voorlichting, educatie en stimuleren milieukwaliteit Belangrijk budget binnen deze subdoelstelling is het budget voor de implementatie van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). In 2009 is hiervoor € 1,2 miljoen beschikbaar. De besteding van dit budget is mede afhankelijk van de invoeringsdatum van de wet, die met veel onzekerheden is omgeven. Voorlopig is deze bepaald op 1 januari 2010. Naar huidige inzichten zal het budget deels in 2009 (€ 0,7 miljoen) en deels in 2010 (€ 0,5 miljoen) worden ingezet. Mutatie: Doordat de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) voorlopig is bepaald op 1 januari 2010, stellen wij voor om € 0,5 miljoen door te schuiven naar 2010 (volgnr.25, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
4.2.4 Oplossen knelpunten luchtkwaliteit en geluid De baten op deze subdoelstelling betreffen de ontvangst van de rijksvergoeding voor het plaatsen van geluidsschermen langs het spoor. Als lasten is de storting van de ontvangen rijksbijdrage in de voorziening Nanov opgenomen. De rijksvergoeding wordt verkregen op declaratiebasis. Het kasritme van deze ontvangsten is lastig te bepalen. Eventuele afwijkingen in de jaarrekening, ten opzichte van de begroting, werken zowel aan de baten- als lastenkant door en zijn daarmee budgettair neutraal. 4.2.5 Waarborgen externe veiligheid Onderdeel van deze subdoelstelling wordt gevormd door het budget voor bedrijfsverplaatsingen. Dit budget bedraagt in 2009 ruim € 2,0 miljoen. In overleg met de gemeente Zwolle wordt nu bezien hoe dit bedrag het beste kan worden aangewend voor de ontwikkeling van de Schaepmanlokatie in de binnenstad. Ook om staatssteunproblemen te voorkomen. De uiteindelijke uitputting hangt ook af van het resultaat van de onderhandelingen tussen gemeente en bedrijf. 4.2.6 Verbeteren bodemkwaliteit De hoeveelheid aanvragen voor een bijdrage in de onderzoekskosten van bodemverontreiniging blijven achter bij de verwachtingen. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de economische recessie. Daarnaast heeft door de vorstperiode in 2009 de sanering in het kader Saneringsregeling asbestwegen tweede fase van 1 januari tot 1 maart stilgelegen (beneden een temperatuur van vijf graden mag niet worden gewerkt onder asbestcondities). Hierdoor is vertraging ontstaan wat consequenties heeft voor de einddatum waarop de sanering afgerond zal zijn. De datum waarop één en ander gerealiseerd zal zijn verschuift daardoor naar achteren (maart/april 2010).
Najaarsnota 2009
53
Mutatie: Wij stellen voor om het budget van de Stimuleringsregeling Bodemonderzoek Overijssel 2002 met € 0,1 miljoen te verlagen (volgnr.22, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
4.3.1 Realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De uit het coalitieakkoord voortvloeiende verplaatsingsregeling blijft succesvol. Hierdoor zijn we in staat om gehele bedrijven aan te kopen. De gronden van die bedrijven liggen vaak niet binnen de begrensde EHS. Door deze gronden in een ruilproces in te zetten wordt het mogelijk EHS te realiseren. Het plan dat opgesteld wordt om de gronden die BBL namens ons in bezit heeft versneld te ruilen naar gronden binnen de EHS heeft dit jaar nog geen effect op de indicator ´aantal hectares nieuwe deelname EHS´. Wel wordt er dit jaar opnieuw een fors aantal hectares aangekocht. Als de lopende onderhandelingen daadwerkelijk tot aankoop leiden zullen we dit jaar ongeveer 550 ha verwerven. Het is nog niet zeker dat de beoogde oppervlakte van 760 ha dit jaar gehaald wordt. De aankoopwaarde van de gronden blijkt net als voorgaande jaren aanzienlijk hoger te liggen dan de normkosten die in het PMJP zijn afgesproken. Daardoor wordt het totaal beschikbare budget voor de verwerving van gronden wel uitgeput en hebben wij kort geleden besloten het mandaat voor de Dienst Landelijk Gebied voor aankoop te verhogen naar € 40 mln – dit is binnen het bestaande budget. Dit geld wordt onder andere besteed aan het verwerven van ruilgrond die op de balans komt. Pas als de grond op de goede plaats binnen de begrensde EHS ligt volgt verrekening met het budget op de begroting. Mutatie: Wij schuiven € 4,5 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 2,012 miljoen aan baten (rijksbijdrage) naar achteren (pMJP 2.1.1). Zie ook de toelichting onder `Afspraken pMJP’. De doelstelling voor Particulier beheer van 130 ha wordt dit jaar naar verwachting ruim gehaald. Er is 260 ha aangevraagd bij Dienst Regelingen. Op basis van eerdere ervaringen verwachten we dat hiervan ongeveer 200 ha wordt toegekend. Aan de inrichting van de EHS is dit jaar als onderdeel van de versnelde realisatie van de EHS een forse impuls gegeven. Naar verwachting zal dit jaar 400 ha daadwerkelijk ingericht zijn, terwijl ruim 500 ha inrichting nu al zo ver is voorbereid dat de inrichting hiervan begin 2010 kan starten. Als we een aantal stappen kunnen versnellen (o.a. RO-procedures), dan kan een deel wellicht nog in 2009 gerealiseerd worden. Mutatie: Gezien de ontwikkelingen rond inrichting EHS (pMJP 2.1.4) schuiven wij € 6 miljoen aan lasten en baten (volledig gefinancierd met rijksgeld) naar achteren, waarvan € 2 miljoen naar 2010 en € 4 miljoen naar 2011. Zie ook de toelichting onder `Afspraken pMJP’. Het opstellen van beheerplannen Natura 2000 voor de 15 gebieden waarvoor de provincie verantwoordelijk is wordt bemoeilijkt door de complexheid van het stikstofdossier. De ontwikkelingen in dit dossier bepalen in hoge mate de mogelijkheden voor vergunningverlening en de mate waarin de beheerplannen op 1 september 2009 ‘afgerond’ zullen zijn. Als gevolg hiervan vallen de kosten € 0,13 miljoen hoger uit dan geraamd. In overleg met gebiedspartners zijn inmiddels voor alle TOP-verdrogingsgebieden verwervingsplannen opgesteld. De uitvoering hiervan zal in de laatste helft van 2009 starten. Naar verwachting zullen de eerste aankopen die voortvloeien uit deze aanpak in 2010 gerealiseerd worden (naast een enkele losse aankoop in 2009). Inrichtingskosten worden pas daarna gemaakt. Mutatie: Voor de TOP-gebieden (pMJP 2.2.6) hevelen wij € 2,85 miljoen aan lasten en naar evenredigheid € 2,465 miljoen aan baten (rijksbijdrage) over naar 2010. Zie ook de toelichting onder `Afspraken pMJP’. Daarnaast stellen wij voor om vanuit pMJP-prestatie 6.1.2. (voorlichting en communicatie) een bedrag van € 0,13 miljoen over te hevelen naar prestatie 2.2.5 (opstellen en uitvoeren beheersplannen VHR) (volgnr.26, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
4.3.2 Beschermen natuurwaarden en soortendiversiteit in en buiten de EHS. Begin dit jaar is zoals ter info is aan u gemeld ons soortenbeleid gewijzigd naar een aanpak waarin leefgebieden centraal staan. Dit plan van aanpak leefgebieden Overijssel hebben wij volgens afspraak met het rijk aan de minister van LNV aangeboden. Ter uitvoering van dit plan van aanpak stelt het rijk jaarlijks tot en met 2013 ongeveer € 0,2 miljoen extra beschikbaar voor Overijssel. Dit geld zal worden toegevoegd aan het PMJP. De projecten voor soorten/leefgebieden worden jaarlijks voor 1 april ingediend bij de provincie. Alle ingediende projecten die voldeden aan de UBS voorwaarden zijn dit jaar gehonoreerd. Bij het oplossen van faunaknelpunten is de geplande uitvoering van de verkenning naar het knelpunt bij Steenwijk vertraagd tot 2010. Reden hiervoor is dat het tracé voor de Robuuste Verbinding bij Steenwijk nog niet bekend is. Dit heeft geen consequenties voor de begroting. 4.3.3 Stimulering aanleg, herstel en beheer van landschapselementen.
54
Najaarsnota 2009
De positieve ontwikkeling van Groene en Blauwe Diensten heeft zich vertaald in concrete afspraken in de meerjarige convenanten met gemeenten. Na de ondertekening met de gebieden Zwolle, Kampen, Noord West Overijssel en Noord Oost Overijssel dit voorjaar hebben wij in de provincie nu voor ruim 1.400 ha meerjarige afspraken gemaakt over aanleg, herstel en duurzaam beheer van landschapselementen. Veel van de Overijsselse gemeenten investeren hiermee fors in het landschap. Hierbij geldt de kanttekening dat de gemeenten in de eerste helft van 2009 de concrete projecten uitwerken. Wij hebben met de gemeenten de afspraak gemaakt dat een herijking van de normkosten en de te realiseren prestaties op basis van de projectvoorstellen mogelijk is. Hierbij sluiten wij niet uit dat de kostprijs per ha uiteindelijk hoger uitvalt en daarmee de realisatie door de gemeenten lager kan uitvallen. Naar verwachting worden de Landschapsontwikkelingsplannen voor Dalfsen en Hengelo dit jaar afgerond. Dit betekent een toevoeging van 24.000 ha aan het totaal oppervlak van Overijssel waarvan de landschapskwaliteit in enige planvorm is omschreven. Hiermee is eind 2009 250.000 ha gerealiseerd ten opzichte van de begrote 260.000 ha. In één gemeente is de landschapskwaliteit nog niet beschreven – in 2010 zal dit alsnog gebeuren. Na vaststelling van de omgevingsvisie zal in de gehele provincie in gebiedskenmerken (kwaliteitskenmerken) zijn beschreven. Wij bezien eind 2009 de mogelijkheden om de indicator aan te passen aan de nieuwe omgevingsvisie. Mutatie: Vanwege de financiële begrotingstechniek zijn in voorgaande jaren begrotingswijzigingen van eerdere jaren nog niet gespreid over toekomstige jaren maar allemaal op 2009 terechtgekomen. Daarom staat er in 2009 voor Groen Blauwe Diensten een bedrag van € 14,7 miljoen. Dit budget is beduidend hoger dan de te realiseren doelstelling voor 2009. Wij hebben in de convenanten een grote versnelling bereikt door voor 1.400 ha afspraken te maken. De gelden daarvoor zullen we spreiden over 2009 en volgende (ILG periode tot 2013). Wij rapporteren nu over de doelstelling 2009 welke we nagenoeg halen. De middelen die wij in het kader van Investeren in Overijssel voor GBD aan u hebben voorgelegd staan hier los van en zijn bedoeld om de hoger uitgevallen normkosten te financieren, opdat de totale pMJP doelstelling overeind blijft. Een risico ligt overigens nog wel bij de beschikbare cofinanciering van gemeenten. Per saldo schuiven wij binnen het beschikbare budget van aanleggen (pMJP 2.4.1) respectievelijk herstellen van nieuwe landschapselementen (pMJP 2.4.2) een bedrag van € 0,13 miljoen respectievelijk € 0,85 miljoen door naar 2012. Daarnaast hevelen wij € 4,15 miljoen voor beheren van bestaande landschapselementen over naar 2012 en 2013. Zie toelichting onder `Afspraken pMJP’. In 2007 hebben we met de samenwerkende partners, het Ministerie van LNV, de Regio Twente, de gemeenten hof van Twente en Hengelo, het Waterschap Regge en Dinkel en de stichting Twickel, het landelijke pilotproject “Boeren voor Natuur op Twickel” gestart. Door de provincie is destijds € 0,75 miljoen uit het Actiefonds bijgedragen. Bij de start zijn met drie pachters 30-jarige overeenkomsten gesloten voor het op natuurgerichte wijze uitvoeren van de bedrijfsvoering. Wij hebben tijdelijk de rol van uitvoerder van dit project op ons genomen, in afwachting van de oprichting van een private Stichting Boeren voor Natuur. In mei 2009 is de Stichting Boeren voor Natuur Twente opgericht en zijn de uitvoeringstaken van de provincie aan deze stichting overgedragen.
4.3.4 Nationale landschappen. De realisatie van het uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Noordoost-Twente loopt op schema. Via de convenanten is 64% van het beschikbare budget voor de periode 2007-2013 besteed/verplicht. In 2010 willen wij bestuurlijke afspraken maken over de resterende 36% van het budget. Voor 2009 zijn prestaties vastgelegd voor de versnelde realisatie van Groene diensten. Twee andere grote projecten lopen via co-financiering aan de Europese (POP) middelen voor StreekEigenHuis en Erf en Terug naar de Bron fase III. De beschikbare middelen voor de realisatie van km fietspad, wandelen en menroutes zijn volledig verplicht de realisatie start in 2009. De prestaties voor uitvoering landschappelijke projecten, cultuurhistorie , burgerprojecten, promotie en communicatie worden ook dit jaar gehaald. Wij verwachten onderuitputting van ongeveer € 1 miljoen op de autonome middelen in 2009. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat de ontwikkeling van informatieeducatiepunten en uitvoeringsgerede projecten onder het programma Grootschalig Boeren in Kleinschalig Landschap meer voorbereidingstijd vergt. Mutatie: Gezien de bovenstaande ontwikkelingen schuiven wij € 1 miljoen naar 2010 (pMJP 2.3.3) door. Zie ook de toelichting onder `Afspraken pMJP’. Diverse projecten uit het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap IJsseldelta lopen grotendeels op schema. Dit jaar gaan we diverse verplichtingen aan. Het betreft met name het convenant voor fietspaden voor en bedrag van € 1,8 miljoen, het uitvoeringsprogramma voor stadsrand Zwolle voor € 0,9 miljoen en het Ruimtelijk Kwaliteitsfonds Buitenpolders voor €0,75. Wij verwachten een onderuitputting van circa € 0,7 miljoen in 2009 aangezien enkele projecten op het gebied van waterrecreatie en nieuwe infrastructuur vertraging oplopen wegens natuurregelgeving. Wij zullen hiertoe dit jaar met onze partners zoeken naar mogelijke oplossingen.
Najaarsnota 2009
55
De realisatie van Kwaliteit Cultuurlandschap verloopt zeer positief. Inmiddels zijn in de beschikbare middelen voor de pMJP periode van 2007-2013 volledig verplicht in de meerjarige pJMP convenanten met gemeenten. Ook de extra middelen voor gebieden buiten de reconstructie zijn inmiddels verplicht. De Europese (POP) middelen zijn voor de helft verplicht, voor de andere zijn projectvoorstellen in voorbereiding. Wij verwachten eind dit jaar dat ook deze vrijwel allemaal zijn verplicht.
Vervangingsinvestering Superoffice De vervanging van Superoffice is afhankelijk van keuzes die gemaakt worden in het kader van de generieke voorzieningen. In afwachting van die keuzes is het te verwachten dat de daadwerkelijke investering voor de vervanging van SO een jaar later plaats zal vinden. Mutatie: Voorgesteld wordt om het budget ad € 0,189 miljoen door te schuiven naar 2010.
56
Najaarsnota 2009
3.5
Programma Water
3.5.1
Inleiding programma Water is in vele opzichten medebepalend voor het leven en welzijn van de Overijsselaars. In het Coalitieakkoord &Overijssel! (2007-2011) is Water als specifiek beleidsveld opgenomen. Water is mede-ordenend voor de ruimtelijke inrichting en we koesteren de waarde van water in het Overijssels landschap. Daarnaast hebben we voor natuur, drinkwatervoorziening, landbouw, recreatie en andere economische activiteiten voldoende water nodig van goede kwaliteit. De klimaatverandering stelt ons voor grote uitdagingen, nu en in de toekomst. In de eerste plaats gaat het om het bieden van veiligheid tegen de toenemende risico’s op overstromingen. De Overijsselse rivieren kunnen bij hoogwater een bedreiging zijn voor inwoners in de lage delen van onze provincie. In de tweede plaats richten wij ons op het voorkómen van wateroverlast en waterschaarste. Water kent geen grenzen en speelt in alle overheidslagen een rol. Het provinciale waterbeleid neemt een sleutelpositie in tussen enerzijds het Europese en Rijksbeleid en anderzijds de uitvoering van beleid door waterschappen en gemeenten. De wetgeving op watergebied binnen Europa en Nederland verandert de komende jaren ingrijpend. Wij dragen zorg voor een adequate vertaling hiervan naar provinciaal beleid en regelgeving met inachtneming van onze regionale doelstellingen. Het grensoverschrijdende karakter van water leidt er toe dat wij de gegeven opgaven willen realiseren samen met onze (water)partners. Bovenop de wettelijke taken en bevoegdheden op watergebied willen wij in doelgerichte samenwerkingsverbanden zorgen dat gelijkgeschakelde belangen efficiënt en effectief behartigd worden. Waar mogelijk doen we dit in gebiedsgerichte projecten waarbij water al dan niet als leidend thema wordt aangegrepen voor een bredere ontwikkeling en het realiseren van ruimtelijke kwaliteit.
De uitvoering van het programma water ligt op koers. De ontwikkelingen die in 2009 van invloed zijn op het programma Water, zijn vooral de nieuwe uitdagingen vanwege de verandering van het klimaat, de uitwerking van nieuwe nationale en provinciale beleidskaders en de implementatie van nieuwe Europese, nationale en provinciale wet- en regelgeving. Eind 2008 heeft het Kabinet een standpunt bepaald over het advies van de commissie Veerman over de waterveiligheid op lange termijn. Het rapport bevat aanbevelingen voor het klimaatbestendig maken van Nederland in de komende honderd jaar. Het kabinet heeft besloten het advies van de commissie Veerman over te nemen als uitgangspunt voor een verdere uitwerking. Voor Overijssel vragen de volgende aspecten om een regionale uitwerking: - het verhogen van de huidige veiligheidsniveaus; - nieuwbouwplannen op fysisch ongunstige locaties; - nieuwe ontwikkelingen in buitendijkse gebieden; - gevolgen voor hoge gronden; - verdere uitwerking van het programma Ruimte voor de Rivier; - een eventuele verhoging van het peil voor het IJsselmeer. In de Omgevingsvisie, met aparte waterbijlage tevens het nieuwe Waterhuishoudingsplan, hebben wij voorstellen gedaan voor de regionale uitwerking van de voorstellen van de Deltacommissie. De provinciale waterverordening, als onderdeel van de provinciale omgevingsverordening, is opgesteld voor de uitvoering van de Europese en landelijke regelgeving en de aanpak van de wateropgaven in onze Omgevingsvisie.
Beschermen tegen overstromingen De Overijsselse Ruimte voor de Rivier projecten vorderen gestaag om uiterlijk in 2015 te worden afgerond. Voor het Deventer deelprojecten Keizers- en Stobbenwaarden en Olsterwaarden & Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard zijn de planfases bijna afgerond. Het advies aan de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over het projectontwerp (het zgn. SNIP 3 advies) wordt voorbereid. Besluitvorming vindt plaats in het najaar van 2009. Voor de projecten ‘Dijkverlegging Westenholte’ en ‘Scheller en Oldenelerbuitenwaarden’ staan de jaren 2009 en 2010 vooral in het teken van de voorbereiding van de uitvoering. Net als in de planvormingsfase is voor de uitvoeringsfase van deze projecten een samenwerkingsovereenkomst ondertekend (op 15 oktober 2008), waarin de bestuurlijke samenwerking en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd voor de periode van uitvoering van de projecten. In aansluiting op deze overeenkomst verzorgen wij alle coördinatie en vergunningprocedures Primaire en regionale waterkeringen worden periodiek getoetst aan de op dat moment geldende normen. De uitvoering van de verbeteringswerken van de primaire waterkeringen (gemaal Westerveld, schutsluit Hasselt, IJsseldijk bij Windesheim en keersluis Meppelerdiep) is gestart, maar door vertraging in de uitvoering als
Najaarsnota 2009
57
gevolg van planologische problemen van de projecten bij Windesheim en Zwartsluis nog niet helemaal voltooid. Naar verwachting lopen alleen deze projecten nog door in 2010 (Windesheim) en 2013 (Zwartsluis). De eerste toetsing van de waterkeringen langs de Vecht (primaire en regionale waterkeringen) in 2008 levert op dat nog niet alle waterkeringen voldoen aan de geldende normen. In het kader van het programma Ruimte voor de Vecht worden plannen voorbereid en uitgevoerd. In 2015 zullen alle primaire keringen in kader van het landelijke hoogwaterbeschermingsprogramma op orde zijn. De eerste toetsing van de regionale waterkeringen had een verkennend karakter, omdat in het verleden weinig gegevens over deze kaden werden vastgelegd. De eerste schatting, dat 80 % van de regionale keringen in Overijssel, zou voldoen aan de toen vastgestelde normen blijkt in 2009 redelijk overeen te komen met de werkelijkheid (78% voldoet). Ondertussen zijn op basis van nauwkeuriger landelijke berekeningen de waterstanden, die bij de normen horen, verhoogd vastgesteld. Dit betekent dat enkele regionale keringen, die in 2008 leken te voldoen aan de norm, in 2009 toch niet voldoen. Onze prognose, dat 90% van de waterkeringen ultimo 2009 op orde is, is op grond hiervan niet realistisch en behoeft bijstelling. Wij verwachten dat eind 2009 78% van de regionale keringen op orde is. Dit laat onverlet dat de planning en uitvoering van verbeteringswerken onverminderd voortgang heeft. Op grond van het Nationaal Bestuursakkoord Water (2008) moeten alle regionale waterkeringen in 2015 op orde zijn.
Goede kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater en grondwater Hieronder vallen de implementatie van de Kaderrichtlijn Water, het realiseren van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast en het voorkomen van verdroging. Als onderdeel van de Omgevingsvisie is op 1 juli 2009 het nieuwe waterhuishoudingsplan vastgesteld waarin de doelen en maatregelen voor oppervlaktewater - en grondwaterkwaliteit zijn vastgesteld. Ook is aangegeven welke middelen nodig zijn om de doelen te realiseren. Het opstellen van de tien zogenaamde gebiedsdossiers, waarin ontwikkeling van de kwaliteit van het grondwater in beeld wordt gebracht voor de drinkwaterwinningen die extra gevoelig zijn voor verontreiniging verloopt volgens planning. In het nieuwe Waterhuishoudingsplan, als onderdeel van de omgevingsvisie, hebben wij de normen vastgesteld ten behoeve van het terugdringen van wateroverlast. Daarnaast is het kader vastgesteld voor het gewenste grond-en oppervlaktewaterregime ter bestrijding van de verdroging. De waterschappen moeten ervoor zorgen dat in 2015 overal aan de provinciale normen mbt de wateroverlast wordt voldaan en in 2010 moeten de waterschappen het GGOR gebiedsdekkend hebben vastgesteld. In het pMJP hebben wij middelen opgenomen voor het realiseren van de normen, doelen en maatregelen om het watersysteem op orde te krijgen. Medio 2009 moet worden vastgesteld dat de realisatie van de afgesproken pMJP prestaties deels achter blijft bij de prognose voor 2009. Het gaat hierbij vooral om het realiseren van waternood projecten en de aanleg van waterberging. Een eerste analyse levert op de vertraging vooral te wijten is aan problemen met grondverwerving, kavelruil en capaciteitsproblemen bij de waterschappen. Een andere reden van de vertraging is dat veel projecten overlap hebben met andere doelstellingen, subsidiestromen en planningen en daardoor niet direct worden uitgevoerd. De voorkeur van de waterschappen gaat uit naar een integrale aanpak van projecten. Hierdoor ontstaan planningsconflicten ten aanzien van afgesproken prestaties. Een grondige analyse in de zomer van 2009 moet uitwijzen welke maatregelen kunnen worden getroffen om een versnelling te realiseren. De waterschappen hebben aangegeven dat zij de pMJP afspraken over ‘prestaties gereed in 2013’ ongewijzigd kunnen nakomen. Wij zullen de voortgang blijven volgen. In het pMJP hebben wij middelen opgenomen voor het realiseren van de normen, doelen en maatregelen om het watersysteem op orde te krijgen. Medio 2009 moet worden vastgesteld dat de realisatie van de afgesproken pMJP prestaties deels achter blijft bij de prognose voor 2009. Het gaat hierbij vooral om het realiseren van waternood projecten en de aanleg van waterberging. Een eerste analyse levert op dat de vertraging vooral te wijten is aan onduidelijkheid over de termijn waarbinnen niet gerealiseerde prestaties uit 2007 gerealiseerd moeten worden, problemen met grondverwerving, de hoogte van de normkosten, kavelruil en capaciteitsproblemen bij de waterschappen. Een andere reden van de vertraging is dat veel projecten overlap hebben met andere doelstellingen, subsidiestromen en planningen en daardoor niet direct worden uitgevoerd. De voorkeur van de waterschappen gaat uit naar een integrale aanpak van projecten. Hierdoor ontstaan planningsconflicten ten aanzien van afgesproken prestaties. De waterschappen hebben aangegeven dat zij de pMJP afspraken over ‘prestaties gereed in 2013’ ongewijzigd kunnen nakomen. In de zomer van 2009 wordt een grondige analyse ten aanzien van de waterprestaties uitgevoerd. Op basis van de analyse worden heldere afspraken met de waterschappen gemaakt om de doelstelling voor 2013 daadwerkelijk te kunnen realiseren. Onderdeel van deze afspraken zijn ook maatregelen die getroffen kunnen worden om een eventuele versnelling te realiseren. Wij zullen de voortgang blijven volgen.
3.5.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
58
Najaarsnota 2009
Hoofddoelstelling
5.1 Beschermen tegen overstromingen.
Uitvoering prestatie
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
5.1.1 Het realiseren en op peil houden van een voldoende niveau van bescherming tegen overstromingen.
Percentage waterkeringen dat voldoet aan de geldende veiligheidsnormen (2001)
100%
Percentage waterkeringen dat voldoet aan de geldende veiligheidsnormen (2006)
90%
(wat gaan we ervoor doen) 99,5%
78% 78%
J
99,5% 1. Primaire waterkeringen: beoordeling c.q. goedkeuring van vier dijkverbeteringsplannen 2. Regionale waterkeringen: actualisatie van de maatgevende hoogwaterstanden voor de regionale waterkeringen
N deels X
1
X
2
3. Speciale projecten: Ruimte voor de IJssel: - advies aan staatssecretaris t.b.v. projectbeslissing over definitief ontwerp en inrichting maatregelen (deelproject Keizersen Stobbenwaarden en Olsterwaarden)
X
- beoordeling c.q. goedkeuring dijkverleggingsplan ‘
X
X
Hoogwatergeul Kampen’ (DIA) en Westenholte’
3a X - uitvoeren samenwerkingsoveree nkomsten Dijkverlegging Westenholte en Keizers- en Stobbenwaarden en Olsterwaarden, Scheller en Oldeneler buitenwaarden en Bolwerksplas, Worp en Ossenwaard - start aanleg recreatieve infrastructuur, bezoekerscentrum en herinrichting Olasfaterrein (uiterwaarden Olst DIA)
X
3b
4. Speciale projecten: Ruimte voor de Vecht - Masterplan met uitvoeringsagenda en investeringsplan
X
- Vastgesteld hoogwaterplan
X
- Perspectief voor duurzame recreatie en toerisme
X
5. Risicobewust inrichten van de omgeving
Najaarsnota 2009
59
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
5.1 Beschermen tegen overstromingen.
(wat gaan we ervoor doen) - Startnotitie Overijsselse acties op basis van Kabinetsstandpunt aanbevelingen waterveiligheid lange termijn
5.1.2 Verbeteren van de kwaliteit van de rampenbestrijding
5.2 Goede kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater en grondwater.
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode
5.2.1 Het tot stand brengen van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast.
5.2.2 Voorkomen van verdroging.
J N deels X
- Uitwerking X hoogwater bestendige ruimtelijke ordening en toepassing watertoets 6. Voorbereid zijn op calamiteiten water door het samen met waterschappen houden van en/of het meedoen aan oefeningen 7. Normering wateroverlast (PSbesluit) en verantwoording PJMPprestaties ter bestrijding wateroverlast 8. Vaststellen van het X Gewenst Grond- en OppervlaktewaterRegime (GGOR) en de daaruit voortvloeiende maatregelen voor Natura 2000 gebieden; verantwoording PMJP prestaties ter bestrijding van de verdroging verantwoording PMJP prestaties ter bestrijding van de verdroging 9. Verkenning van de kwetsbaarheid watersysteem bij extreme droogte en van nieuwe locaties drinkwaterwinningen ter vervanging van niet-duurzame winningen in Twente
X
5.2.3 Duurzame koude- en warmteopslag (in ondergrond)
X 10. Verkenning van de mogelijkheden van ruimtelijke zonering van koude- en warmteopslag in de ondergrond
5.2.4 Gefaseerde uitvoering van maatregelen t.b.v. het realiseren van doelen van Europese Kaderrichtlijn Water
11. Speciale projecten: Implementatie Europese Kaderrichtlijn Water - PS besluit: vastleggen maatregelen (20102015) en waterkwaliteitsdoelen doelen (2027)
60
Uitvoering prestatie
Najaarsnota 2009
X
X
6
X
7
X
8
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
Uitvoering prestatie
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie eind 2009 periode (wat gaan we ervoor doen) - Uitwerking maatregelen grondwater in 10 gebiedsdossiers’
5.2 Goede kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater en grondwater.
12. Verantwoording PJMP-prestaties waterkwaliteit en duurzame inrichting van de waterketen 5.3 Water als impuls voor kwalitatieve ontwikkeling van mens en zijn omgeving.
5.3.1 Garanderen van een goede kwaliteit drinkwater en grondwater voor hoogwaardige toepassingen
het percentage van alle grondwaterbeschermi ngsgebieden geschikt voor drinkwaterwinning
100% 100%
100%
J N deels X
X
13.Grondwaterbesche rming - toepassen en handhaven van de ‘Methodiek grondwaterbeschermi ng’ bij geplande activiteiten in grondwaterbeschermi ngsgebieden
X
X - PS-besluit over actualisatie van de regels voor grondwaterbeschermi ngsgebieden in de Omgevingsverordenin g voor de Fysieke Leefomgeving Overijssel; - uitvoering reguliere X taken: beoordelen van plannen voor nieuwe ontwikkelingen in grondwaterbeschermi ngs-gebieden, adviseren over ontwerpmilieuvergunningen, toetsen ontheffingaanvragen, handhaving en informatievoorziening. 14. Grondwaterbeheer X - beoordelen van de aanvraag tot wijziging van de Grondwaterwetvergun ning en beschermingsgebied waterwinning Wierden; - actualiseren van X Grondwaterwetvergun ningen drinkwater van Vitens - verkenning van nieuwe gebieden geschikt voor de winning van drinkwater
X
Najaarsnota 2009
61
Hoofddoelstelling
5.3 Water als impuls voor kwalitatieve ontwikkeling van mens en zijn omgeving.
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisat eind 2009 per
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
5.3.1 Garanderen van een goede kwaliteit drinkwater en grondwater voor hoogwaardige toepassingen 5.3.2 Zorgen voor Veilig en hygiënisch zwemwater.
het percentage van 100% alle grondwaterbeschermi ngsgebieden geschikt voor drinkwaterwinning Percentage van de in 100% toezichtplannen vastgelegde onderdelen die gecontroleerd worden (zie voor toelichting programma Natuur en duurzaamheid)
(wat gaan we ervoor doen) 100%
100% - uitvoering reguliere taken, toetsen vergunningaanvragen , handhaving en informatievoorziening
90% 100%
Uitvoering prestatie
J N deels X
15. Uitvoering Wet Hygiëne en Veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden en implementatie van de Europese Zwemwaterrichtlijn
- aanwijzing semiopenbare zwemgelegenheden op grond van de Europese zwemwaterrichtlijn
X
15 a
- toezicht en handhaving bij zwemplassen en zwembaden ten behoeve van een veilig en hygiënisch zwemwater
X
15 b
5.3.3 Watersamenwerking met Roemenië
X 16. Rapportage over voortgang in samenwerkingsproject en en de bijdrage aan milleniumdoelen
5.3.4 Waarborgen doelmatige en betrouwbare drinkwatervoorziening via aandeelhouderschap Vitens
17.Actief invulling X geven aan aandeelhouderschap Vitens t.b.v. een doelmatige en betrouwbare drinkwatervoorziening
16
Toelichting bij de uitvoering van de prestaties bij nee/deels
Prestatie Toelichting 1 De vier resterende verbeteringswerken van de primaire waterkeringen worden uitgevoerd, maar zijn door vertraging nog niet helemaal voltooid. Zie verder tekst. 2 De prognose, dat 90% van de regionale waterkeringen ultimo 2009 op orde is, is op grond van voortschrijdend inzicht niet realistisch en behoeft bijstelling. Zie verder tekst. 3a n.a.v. voorstel regio combi uitvoering zomerbedverdieping en aanleg bypass, wordt na besluit Staatssecretaris over voorstel tot aanbesteding via aan te trekken marktpartijen een projectbesluit voorbereid voor besluitvorming eind 2010. Het dijkverleggingsplan is hiervan onderdeel. 3b uitvoering fase 4 gestart april 2009 conform planning. Bouw bezoekerscentrum start in 2009 cf planning. Herinrchting Olasfaterrein kan pas na uitvoering sanering fase 2 die over circa 3 jaar gereed is. 6 Laatste oefening Waterproof heeft plaatsgevonden in november 2008.in tweede helft 2009 wordt deze prestatie alsnog opgepakt. 7 Normering wateroverlast vastgesteld, realisatie pMJP-presaties blijft deels achter bij prognose voor 2009. Waterschappen hebben aangegeven dat de prestaties overeenkomstig de afspraken in 2013 zijn gerealiseerd. Zie verder tekst. 8 Realisatie pMJP-presaties blijft deels achter bij prognose voor 2009. Waterschappen hebben aangegeven dat de prestaties overeenkomstig de afspraken 2013 zijn gerealiseerd. Zie verder'' tekst. 15a Vertaling van de Europese zwem waterrichtlijn in Nederlandse wet- en regelgeving is vertraagd; in verband hiermee vindt aanwijzing van semi-openbare zwemgelegenheden door provincie plaats in 2010. 15b Achterstand wordt naar verwachting in loop van 2009 ingelopen. 16 In 2009 is een waterplan voor rurale gebieden opgeleverd. Het hoogwaterproject in de Calnistea is afgerond met de oplevering van de dam bij Botoroaga. In de 2e helft van 2009 wordt een plan opgeleverd voor het vervolg van het waterproject.
62
Najaarsnota 2009
Bedragen x € 1.000 Programma: Water
Najaarsnota 2009 Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotings Wijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 5.1 Beschermen tegen overstromingen. Subdoelstelling 5.1.1 Het realiseren en op peil houden van een voldoende niveau van bescherming tegen overstromingen.
0
5.743
348
466
348
6.209
5.861-
1,6,8,9
Subdoelstelling 5.1.2 Verbeteren van de kwaliteit van de rampenbestrijding
0
0
0
14
0
14
14-
-
TOTAAL Hoofddoelstelling 5.1
0
5.743
348
480
348
6.223
5.875-
810
5.170
481
1.617
1.292
6.787
5.496-
7,8,101 + adm
Voorkomen van verdroging.
0
865
0
-289
0
576
576-
-
Subdoelstelling 5.2.4 Gefaseerde uitvoering van maatregelen t.b.v. het realiseren van doelen van Europese Kaderrichtlijn Water
0
153
150
165
150
318
168-
9
810
6.188
631
1.493
1.442
7.682
6.240-
1.181
505
0
33
1.181
538
0
19
0
0
0
19
19-
-
75-
-
Hoofddoelstelling 5.2 Goede kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater en grondwater. Subdoelstelling 5.2.1 Het tot stand brengen van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast. Subdoelstelling 5.2.2
TOTAAL Hoofddoelstelling 5.2 Hoofddoelstelling 5.3 Water als impuls voor kwalitatieve ontwikkeling van mens en zijn omgeving. Subdoelstelling 5.3.1 Garanderen van een goede kwaliteit drinkwater en grondwater voor hoogwaardige toepassingen
644
5,8
Subdoelstelling 5.3.2 Zorgen voor Veilig en hygiënisch zwemwater. Subdoelstelling 5.3.3 Watersamenwerking met Roemenië
0
75
0
0
0
75
Subdoelstelling 5.3.4 Waarborgen doelmatige en betrouwbare drinkwatervoorziening via aandeelhouderschap Vitens
1.209
943
972
0
2.181
943
TOTAAL Hoofddoelstelling 5.3
2.390
1.542
972
33
3.362
1.575
Totaal programmakosten
3.201
13.473
1.951
2.006
5.152
15.479
1.238
-
1.788 10.327-
Najaarsnota 2009
63
Bedragen x € 1.000 Programma: Water
Najaarsnota 2009 Actuele Begroting
BATEN
prognose 2009
Actuele Begroting
LASTEN
Actuele Begroting
SALDO
Realisatie
BATEN
Realisatie
LASTEN
Realisatie
Verschil realisatie Saldo
Prognose Saldo
SALDO
minus Begroting saldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 5.1 Beschermen tegen overstromingen. Subdoelstelling 5.1.1 Het realiseren en op peil houden van een voldoende niveau van bescherming tegen overstromingen. Subdoelstelling 5.1.2 Verbeteren van de kwaliteit van de rampenbestrijding TOTAAL Hoofddoelstelling 5.1
348
6.209
5.861-
0-
4.792
4.792-
1.069
318
14
14-
3
1
2
16
0
348
6.223
5.875-
3
4.793
4.790-
1.085
318
1.292
6.787
5.496-
771
5.849
5.078-
418
3.075
1
1-
575
574
-
Hoofddoelstelling 5.2 Goede kwaliteit en kwantiteit van oppervlaktewater en grondwater. Subdoelstelling 5.2.1 Het tot stand brengen van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast. Subdoelstelling 5.2.2
-
Voorkomen van verdroging.
-
576
576-
-
150
318
168-
161
160
1
169
0
1.442
7.682
6.240-
932
6.009
5.078-
1.162
3.649
1.181
538
644
41
290
248-
892-
0
Subdoelstelling 5.2.4 Gefaseerde uitvoering van maatregelen t.b.v. het realiseren van doelen van Europese Kaderrichtlijn Water TOTAAL Hoofddoelstelling 5.2
-
-
Hoofddoelstelling 5.3 Water als impuls voor kwalitatieve ontwikkeling van mens en zijn omgeving. Subdoelstelling 5.3.1 Garanderen van een goede kwaliteit drinkwater en grondwater voor hoogwaardige toepassingen Subdoelstelling 5.3.2 Zorgen voor Veilig en hygiënisch zwemwater.
-
19
19-
-
3
3-
16
0
-
75
75-
-
1
1-
74
0
Subdoelstelling 5.3.3 Watersamenwerking met Roemenië Subdoelstelling 5.3.4 Waarborgen doelmatige en betrouwbare drinkwatervoorziening via aandeelhouderschap Vitens
2.181
943
1.238
-
TOTAAL Hoofddoelstelling 5.3
3.362
1.575
1.788
Totaal programmakosten
5.152
15.479
10.327-
64
Najaarsnota 2009
-
-
1.238-
-72
41
294
252-
2.040-
-72
976
11.096
10.120-
207
3.895
Financiële toelichting subdoelstellingen 5.1.1 Het realiseren en op peil houden van een voldoende niveau van bescherming tegen overstromingen. De mutatie op dit subdoel bestaat uit twee onderdelen. De uitgaven voor het DIA-project Olster-uiterwaarden vallen dit jaar naar verwachten €0,560 miljoen lager uit. Gebleken is dat het in eerdere jaren opgestelde kasritme niet overeenkomt met de actuele financieringsbehoefte. In het desbetreffende DIA-formulier wordt voorgesteld om voornoemd bedrag voor besteding door te schuiven naar 2010. DIA-project Ruimte voor de Vecht. In 2009 is extra budget benodigd om alle geplande maatregelen in dit jaar vorm te kunnen geven De verwachting is dat meer budget benodigd is voor (subsidies aan) realisatieprojecten (€ 0,1 miljoen) dan in eerste instantie begroot. Daarnaast wordt een aantal extra onderzoeken (bijv. businesscase bevaarbaarheid Vecht, 4 (deel)gebiedsstudies naar recreatieve zonering en optimalisatie van routes, paden en toeristische voorzieningen) uitgevoerd (circa € 0,2 miljoen). De kosten voor het ontwikkelen van het masterplan vallen lager uit (€ 60.000). Voorgesteld wordt om een bedrag van € 0,242 miljoen voor besteding naar voren te halen (van 2010 naar 2009). Mutatie: Voorgesteld wordt de programmalasten voor deze subdoelstelling in 2009 per saldo te verlagen met € 0,318 miljoen en deze middelen door te schuiven naar 2010 ten behoeve van de bovengenoemde DIA projecten (volgnr.29&30, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
5.2.1 Het tot stand brengen van een voldoende niveau van bescherming tegen wateroverlast. Met het Rijk is een aanvulling overeengekomen op de ILG-Bestuursovereenkomst 2007-2013, waarin extra budget van het Rijk beschikbaar is gesteld voor zes synergieprojecten (ter uitvoering van de Kaderrichtlijn water). De provincie heeft op verzoek van het Rijk ook een aanvullende bijdrage (van € 9,567 miljoen) beschikbaar gesteld voor de periode 2009-2013. Deze provinciale bijdrage was al in de begroting opgenomen en administratief gelabeld aan huidige pMJP prestaties. De bijdrage moet nu toegerekend worden aan een nieuwe prestatie (synergieprojecten water). Dit betekent dat uitsluitend een verschuiving tussen pMJPprestaties optreedt. Mutatie: vanuit de prestaties 5.1.1 (realiseren waterberging), 5.1.2 (gebied inrichten volgens waternood), 5.2.6 (vispassages), 5.2.7 (beek- en rivierherstel) en 5.2.8 (aankoppelen Vechtmeanders) wordt budgettair neutraal een bedrag van € 9,567 mln overgeheveld naar de (nieuwe) prestatie 5.2.9 (synergie-pojecten water). Omdat de verdeling van de beschikbare middelen als gevolg van de nieuwe afspraken wijzigt, blijft in 2009 een bedrag van €3.624 mln over dat doorgeschoven wordt naar volgende jaren. Zie ook de toelichting onder afspraken “pMJp” (volgnr.28, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). Mutatie: in het voorjaar 2009 zijn met de gebieden Noordoost- en Noordwest-Overijssel aanvullende convenanten afgesloten. Hierdoor is het beschikbare budget voor 2009 onvoldoende voor prestatie 5.1.2 (gebieds inrichten volgens waternood) resp. prestatie 5.2.1 (afkoppelen verhard oppervlak). Het extra benodigde budget is beschikbaar door een bedrag van €250.000 resp. €400.000,- naar voren te halen en naar evenredigheid €101.000,- aan baten (rijksbijdrage). Zie ook de toelichting onder afspraken “pMJp”.
5.2.2 Voorkoming van verdroging. In januari 2009 is besloten om de subsidieverordening besteding grondwaterheffing in te trekken, omdat gebleken is dat de waterschappen en Vitens niet of nauwelijks een beroep doen op de regeling. In de praktijk bleken andere subsidieregelingen aantrekkelijker voor deze partijen. Dat maakt dat de begrote middelen (2009: € 0,574 miljoen) terug dienen te vloeien in de reserve grondwaterbeheer en opnieuw aangewend kunnen gaan worden. In het najaar zal een Statenvoorstel worden voorgelegd voor de besteding van middelen uit de grondwaterreserve voor de komende jaren waarin de vrijgevallen middelen verwerkt zijn. Mutatie: Voorgesteld wordt de programmalasten voor deze subdoelstelling in 2009 te verlagen met € 0,574 miljoen (volgnr.31, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
5.3.4 Waarborgen doelmatige en betrouwbare drinkwatervoorziening via aandeelhouderschap Vitens. De dividendopbrengst van Vitens is via het voorstel actualisering programmabegroting 2009 verhoogd met € 1,0 miljoen. Op grond van de definitieve cijfers, zoals besproken in de aandeelhoudersvergadering, blijkt de exacte opbrengst € 72.000 lager dan ingeschat bij genoemd voorstel. Mutatie: Voorgesteld wordt de programmabaten voor deze subdoelstelling in 2009 te verlagen met € 72.000 (volgnr.27, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
Najaarsnota 2009
65
66
Najaarsnota 2009
3.6
Programma Sociale infrastructuur en cultuur
3.6.1
Inleiding en ontwikkeling programma Dit jaar is het eerste jaar van uitvoering voor het beleidskader zoals vastgelegd in de nota Samen&Overijssel voor wat betreft cultuur en sociale infrastructuur en het tweede jaar voor het jeugdbeleid vanuit de vastgestelde kaders van Nieuwe Bezems. De nota Samen&Overijssel kenmerkt zich door nogal wat wijzigingen in de rol en positie die de provincie inneemt in de verschillende beleidsterreinen. Het uitgangspunt daarbij wordt gevormd door de provinciale rol en verantwoordelijkheden in relatie tot die van de andere overheden. Daarbij is gekozen voor een aanscherping van de provinciale rol, en een andere manier van uitvoering van het beleid. Met name op het gebied van het autonome sociale beleid heeft dit tot een positiewijziging geleid. Aan alle kanten is te merken dat er veranderingen in inhoud en vormgeving plaats vinden, de afgelopen periode is hard gewerkt om samen met de partners in het veld, zoals gemeenten, steunfunctieorganisaties, en belangenorganisaties inhoud te geven aan de veranderende rol. Veel is in gang gezet, maar heeft nog niet tot een direct zichtbaar resultaat geleid, of tot een eerste uitvoering met een meer ad hoc karakter: overal! Overijssel, festivalbeleid, productiefonds, nulmetingen. Tegelijkertijd worden succesformules verder uitgezet en ontwikkeld, zoals bijvoorbeeld bij de maatschappelijke stages, Eigen Kracht, cultuur en ruimte en het monumentenbeleid. Bij Sociale Infrastructuur zijn veel projecten in voorbereiding en kunnen na de zomer definitief worden beschikt. Deze zijn nog niet meegenomen in deze najaarsnota, gezien het moment van opstellen van deze nota. Voor het onderdeel Maatschappelijke stages zullen wij bij de begroting 2010 komen met geactualiseerde (hogere) streefwaarden, omdat de doelstelling voor 2012 met de huidige streefwaarden al behaald is. Bij het jeugdbeleid zijn de programma’s en projecten duidelijk al een jaar verder: met de invoering van VIS2 in alle gemeenten worden goede vooruitgangen geboekt. Na een aanvankelijk aarzelende start krijgen Eigen Kracht Conferenties steeds meer de positie binnen de provinciale jeugdzorg die was voorzien. Onder meer door een ambitieuze raming van het voor 2009 geraamde aantal conferenties zetten wij een zo groot mogelijk druk op de sector om acceptatie en inbedding binnen de werkprocessen van Bureau jeugdzorg en zorgaanbieders zo snel en effectief mogelijk te laten zijn. De raming van het aantal conferenties moet worden gezien als toeloop en voorbereiding van het voor 2010 gestelde (hoofd)doel dat Eigen Kracht wordt aangeboden bij elk àppel op geïndiceerde jeugdzorg en standaard is in de Overijsselse jeugdzorg. De prestatie-afspraken binnen de jeugdzorg worden ook op dit punt aangescherpt, en strak gemonitord. Ter verbreding van de inzet van Eigen Kracht conferenties bij gemeenten, start in oktober 2009 in Overijssel (met support van het ministerie van Jeugd en Gezin) de landelijke pilot Eigen Kracht binnen het CJG. In de tweede helft van dit jaar zal de nodige aandacht uitgaan naar de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg.
3.6.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
Najaarsnota 2009
67
Hoofddoelstelling
6.1 Het realiseren van een goed functionerend systeem van jeugdzorg en jeugdbeleid
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
6.1.1 Het terugdringen van de groeiende instroom in de geindiceerde jeugdzorg
Ontwikkeling van het aantal geïndiceerde zorgaanspraken en meldingen kindermishandeling (per gemeente) in relatie tot het aantal jongeren (per gemeenten)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009 (wat gaan we ervoor doen) 2,0%
onbekend, eerste kwartaalra pportage nog niet binnen
2,0% 1. Het sluiten van convenanten met gemeenten m.b.t. de oprichting van de Centra voor jeugd en Gezin en afspraken maken over de inzet van preventie ter voorkoming van de instroom in de geïndiceerde jeugdzorg: hoe beter de preventie, hoe lager de instroom 2. BJzO opdracht geven om hun werkproces zodanig aan te passen dat sprake is van lichtere en globalere indicatiebesluiten.
6.1.2 Het verkorten van de gemiddelede behandelduur
6.1.3 Verbeteren van de uitztroom en het voorkomen dat clienten daarna weer terugvallen
Najaarsnota 2009
J N deels X
X
Ontwikkeling van het 600 aantal ingezette Eigen Kracht Conferenties bij BJzO en gemeenten
20%
Ontwikkeling gemiddelde doorlooptijd onderzoek AMK in dagen
70
50%
100% 4. Het invoeren van een nieuwe subsidieverordening gebaseerd op een resultaatgerichte trajectfinanciering.
Gemiddelde doorlooptijd indicatietraject BJzO
80
75%
X 100% 5. Het maken van prestatie-afspraken met bureau jeugdzorg over verbetering van de (intersectorale) indicatiestelling en bekorting van de doorlooptijden (indicatiestelling en onderzoeken AMK).
Stijging van het aantal geholpen cliënten per euro subsidie Ontwikkeling van het aantal kinderen dat pleegzorg ontvangt
7%
50%
75% 6. Het verbeteren van X de positie van pleegouders.
850
90%
Mate waarin cliënten 20 een herhaald beroep doen op jeugdzorg als % van de uitstroom
Het aantal afgesloten 50 mentoringcontracten
68
Uitvoering prestatie
-
75% 3. Het door extra subsidiëring significant uitbreiden van het aantal ingezette eigenkrachtconferenties door BJzO als vast onderdeel van de startfase van het indicatietraject. X
3
4
100%
100% 7. Het maken van afspraken met gemeenten over voldoende passende woonvormen voor jongeren. 0%
X
50% 8. Het ontwikkelen van een provinciebreed aanbod van vrijwillige steun, coaching of mentoring.
X
7
X
8
Hoofddoelstelling
6.2 Behouden en versterken van de sociale cohesie en participatie
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
6.2.1 De zelfredzaamheid van senioren versterken
Procentuele afwijking 0-meting van het aantal seniore vrijwilligers in de cultuursector in Overijssel in vergelijking tot het landelijk gemiddelde.
6.2.2 De sportinfrastructuur versterken
6.2.3 De ondersteuning van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg op (boven) regionaal niveau brengen
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen) in gang gezet
0-meeting 9. Verbetering van de gerealiesee afstemming tussen rd vraag en aanbod van het vrijwilligerswerk voor senioren. 10. Faciliteren bij de totstandkoming van een regionale infrastructuur voor ondersteuning van de (seniore) mantelzorger. 11. Stimuleren van afstemming tussen wonen, zorg en welzijn.
Aantal projecten dat 10 in het kader van de breedtesport van start is gegaan (cumultatief)
2
Aantal gerenoveerde sportvoorzieningen
2
2
Aantal 40 onderwijsprogramma’ s waar maatschappelijke stage is opgenomen
10 12. Versterking van het breedtesportbeleid.
X
X
X
13. Sport inzetten om X de integratie van allochtonen te bevorderen.
40
2 14. Impuls geven aan sportaccommodaties door gemeenten en verenigingen te ondersteunen.
X
15. Stimuleren van gemeenten in de ontwikkeling van multifunctionele buitenspeelruimtes.
X
40 16. Versterking provinciale infrastructuur voor vrijwilligers.
X
16
17. Vergroten van de x inzet van jeugdigen in het vrijwilligerswerk en het versterken van het vrijwilligerswerk rond jeugdigen. 18. Het verbreden en versterken van de maatschappelijke stage in Overijssel.
aantal ingediende 10 projecten met kruisbestuiving van andere terreinen met innovatief karakter (aantal, cumulatief)
J N deels X
2
X
10 19. Het ondersteunen X van een goed vrijwilligersbeleid in culturele vrijwilligersorganisatie s. 20. Behoud en X versterking van de bovenlokale ondersteuningsstructu ur van mantelzorgers en van vrijwilligers in de palliatieve zorg. 21. Ondersteuning van vrijwilligers die ondersteuning en coaching bieden aan minderheden.
X
Najaarsnota 2009
69
Hoofddoelstelling
6.2 Behouden en versterken van de sociale cohesie en participatie
Subdoelstelling
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
6.2.3 De ondersteuning van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg op (boven) regionaal i b 6.2.4 Zorg
aantal ingediende 10 projecten met kruisbestuiving van andere terreinen met innovatief karakter ( l l i f)
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen)
2
J N deels 10 22. Stimuleren van X innovatieve methodieken om vrijwilligers te werven en te behouden. 23. Adequate ambulancezorg.
X
24. Vraaggerichte zorg.
X
25. Een goede X belangenbehartiging in zorg en welzijn voor de doelgroepen senioren, allochtonen, mantelzorgers en jeugd en de thema’s mobiliteit, participatie en keuzevrijheid.
6.3 In het publieke 6.3.1 Eigenheid en domein voorwaarden verscheidenheid van creeeren die het alle Overijssel profileren inwoners mogelijk maakt om deel te nemen aan, en kennis te maken van allerlei soorten cuultuuruitingen, die bijdragen aan het veilig, duurzaam, spannend en mooi maken van Overijssel
jaarlijks ten minste 10 10 restauratieachterstan dsprojecten in Overijssel gefinancierd met rijksgelden.
2
ten minste 15 15 gemeenten nemen deel aan het programma "Streekcultuur leeft".
7
26. Stimuleren van innovatieve projecten in de zorg.
X
10 27. aantrekkelijker maken van het aanbod aan festivals.
X
28. Met behulp van een ontwikkelingsgerichte strategie het cultuurhistorisch erfgoed behouden en verbinden met de hedendaagse samenleving en de uitdagingen en opgaven waar we in Overijssel voor staan.
X
15 29. Verwerven van een duidelijke positie voor het middenbestuur (provincie) in het rijksmonumentenbest el en gezien worden als een natuurlijke partner bij het oplossen van grote restauratieachterstan den. 30. Overijsselse burgers meer bewust maken van de meerwaarde van het Overijsselse erfgoed. 31. Overijssels erfgoed moet stevig verankerd zijn in het nieuwe provinciale instrumentarium voor de ruimtelijke ordening.
70
Najaarsnota 2009
28
29
X
30
X
X
31
Hoofddoelstelling
6.3 In het publieke domein voorwaarden creeeren die het alle inwoners mogelijk maakt om deel te nemen aan, en kennis te maken van allerlei soorten cuultuuruitingen, die bijdragen aan het veilig, duurzaam, spannend en mooi maken van Overijssel
Subdoelstelling
Indicator
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
6.3.2 Gelegenheid bieden aan zoveel mogelijk mensen in aanraking te komen met kunst en cultuur
35% meer 8% kwalitatieve OostNederlandse gesubsidieerd aanbod op de Overijsselse podia t.o.v. 2007
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen) 3% met het festivalbele id, het podiumpla n en de introductie van het productiepl an is een start gemaakt met de uitvoering van dit beleidsvoor nemen
8% 32. Waarborgen van de culturele basisinfrastructuur door het ondersteunen (subsidiëren) van (boven-) regionale musea, podia, festivals en steunfuncties.
J N deels X
33
X 33. Inzetten op het behouden, verbeteren en verhogen van de kwaliteit van bibliotheken, archief en media in Overijssel. 5 minstens 20 gemeenten hebben cultuureducatie in hun beleid verankerd.
5 (een aantal gemeenten , waaronder met name de grote steden,hee ft een eigenstandi g cultuur educatie beleid
8 34. Stimuleren van gemeenten om cultuureducatie in hun beleid te verankeren. 4 Met het rijk sluiten wij samen met onze partners in OostNederland (provincie Gelderland, Enschede, Hengelo, Zwolle, Arnhem, Nijmegen en Apeldoorn) een cultuurconvenant af 35. Versterken van amateurkunst op bovenlokaal niveau.
X
34
X
35
36. Stimuleren van kwalitatieve beeldende kunst en vormgeving.
X
36
X 37. Waar mogelijk een verbinding leggen tussen cultuureducatie en ons beleid op het gebied van jeugdzorg en jeugdbeleid. 38. De invloed van x kunst en cultuur op de ruimtelijke en economische ontwikkelingen vergroten door het programma Cultuur en Ruimte en het monitoren van de uitwerking van het actieprogramma Cultuur en Economie.
6.3.3 Verbindende aanpak van cultuur met andere beleidsterreinen stimuleren en faciliteren
6.3.4 Aansluiting provinciale en gemeentelijke cultuurbeleid optimaliseren
32
Aantal gemeentelijke arrangementen
10
0
10 39. Afsluiten gemeentelijke arrangementen.
X
Najaarsnota 2009
39
71
Hoofddoelstelling
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009 (wat gaan we ervoor doen)
Uitvoering prestatie
J
N deels
Toelichting bij de uitvoering van de prestaties bij nee/deels Prestatie Toelichting 3 De inzet van een eigen kracht conferentie begint bij het informeren over en voeren van gerichte gesprekken met de famile van de cliënt. Wij hebben voor 2009 doelbewust een ambitieus aantal gestarte conferenties geraamd, om daarmee zoeveel mogelijk druk op de sector te houden om de inbedding en acceptatie van EKC zo groot mogelijk te laten zijn. Voor het behalen van dit resultaat zijn wij afhankelijk van de inzet van het veld. Wij blijven deze inzet stimuleren door middel van (prestatie) afspraken, (studie) bijeenkomsten en (werk) conferenties, Er is in de eerste helft van 2008 sprake van een sterke stijging van het aantal EKC's. In de eerste helft van 2009 zijn al meer conferenties gehouden dan in het hele jaar 2008 en het aantal aangevraagde Eigen Krachtconferenties is bijna verviervoudigd ten opzichte van dezelfde periode 2008. Maar of het beoogde aantal van 600 conferenties gehaald wordt is nu nog onzeker. 4 Resultaatgerichte trajectfinanciering vindt plaats in een pilotomgeving. De ervaringen moeten materiaal opleveren om een verordening te kunnen maken. 7 Met enkele gemeenten bestaan afspraken op dit terrein. In de Omgevingsvisie is opgenomen dat bij de beoordeling van de woonplannen de huisvesting voor jongeren een aandachtspunt zal zijn. 8 Project mentoring verkeert in een ontwikkelstadium. In de tweede helft van 2009 worden de eerste mentoringcontracten afgesloten. 16 Er zijn in 2008 al meer gerealiseerd dan in deprognose aangegeven. 28 Doorlopend, o.a. Door Programma 'Streekcultuur leeft' en activiteiten in kader van Jaar van Religieus erfgoed en Jaar van de Tradities. 29 Stelselherziening Modernisering Monumentenzorg loopt nog. Provinciale rol nog niet duidelijk. Gesprekken o.a. via IPO. Wel incidentele gezamenlijk inzet provinciale en rijksmiddelen gerealiseerd 30 Programma 'Streekcultuur leeft' en activiteiten in kader van Jaar van Religieus erfgoed en Jaar van de Tradities. 31 Cultuurhistoriesche waarden onderdeel van Omgevingsvisie (gebiedskenmerken catalogus en verordening). 32 De beschikkingen zijn gemaakt en de instellingen voeren hun plannen uit om zo bij te dragen aan de provinciale doelstellingen 33 Overijssel heeft extra geld beschikbaar gesteld om de innovatie met volle kracht te kunnen doorzetten na het wegvallen 34 Het traject om de gemeenten hierbij te stimuleren is opgestart.De samenwerking in Oost-Nederlands verband op het gebied van cultuur blijft overeind; er is echter geen landsdelig convenant met het rijk. 35 De steunfunctie KCO voert een provinciebreed 36 In mei hebben Provinciale Staten middelen voor Beeldende kunst. 39 De gesprekken met de individuele gemeenten vinden plaats.
72
Najaarsnota 2009
Bedragen x € 1.000 Programma: Sociale infrastructuur en cultuur
Najaarsnota 2009
Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotings Wijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 6.1 Het realiseren van een goed functionerend systeem van jeugdzorg en jeugdbeleid
Subdoelstelling 6.1.1 Het terugdringen van de groeiende instroom in de geindiceerde jeugdzorg
88.545
94.276
10.699
14.647
99.244
108.924
0
0
0
0
0
0
9.679-
5,6,8
Subdoelstelling 6.1.2 Het verkorten van de gemiddelede behandelduur
-
Subdoelstelling 6.1.3 Verbeteren van de uitztroom en het voorkomen dat clienten daarna weer terugvallen TOTAAL Hoofddoelstelling 6.1
88.545
94.276
10.699
14.647
99.244
108.924
9.679-
0
1.188
0
0
0
1.188
1.188-
De sportinfrastructuur versterken
0
1.135
0
450
0
1.585
1.585-
6,8
Subdoelstelling 6.2.3 De ondersteuning van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg op (boven) regionaal niveau brengen
0
4.604
0
184
0
4.788
4.788-
6,8
Zorg
0
1.362
0
0
0
1.362
1.362-
TOTAAL Hoofddoelstelling 6.2
0
8.288
0
634
0
8.922
8.922-
Eigenheid en verscheidenheid van Overijssel profileren
0
12.930
0
17.715
0
30.646
30.646-
7,8
Subdoelstelling 6.3.2 Gelegenheid bieden aan zoveel mogelijk mensen in aanraking te komen met kunst en cultuur
0
14.451
0
1.200
0
15.651
15.651-
4
0
0
-
0
0
-
Hoofddoelstelling 6.2 Behouden en versterken van de sociale cohesie en participatie Subdoelstelling 6.2.1 De zelfredzaamheid van senioren versterken Subdoelstelling 6.2.2
Subdoelstelling 6.2.4
Hoofddoelstelling 6.3 In het publieke domein voorwaarden creeeren die het alle inwoners mogelijk maakt om deel te nemen aan, en kennis te maken van allerlei soorten cuultuuruitingen, die bijdragen aan het veilig, duurzaam, spannend en mooi maken van Overijssel Subdoelstelling 6.3.1
Subdoelstelling 6.3.3 Verbindende aanpak van cultuur met andere beleidsterreinen stimuleren en faciliteren Subdoelstelling 6.3.4 Aansluiting provinciale en gemeentelijke cultuurbeleid optimaliseren TOTAAL Hoofddoelstelling 6.3 Totaal programmakosten
0
27.381
0
18.915
0
46.296
46.296-
88.545
129.946
10.699
34.197
99.244
164.142
64.898-
Najaarsnota 2009
73
Bedragen x € 1.000 Programma: Sociale infrastructuur en cultuur
Najaarsnota 2009
prognose 2009
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Realisatie
Realisatie
Realisatie
BATEN
LASTEN
SALDO
BATEN
LASTEN
SALDO
Verschil realisatie Saldo minus Begroting saldo
Prognose Saldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 6.1 Het realiseren van een goed functionerend systeem van jeugdzorg en jeugdbeleid
Subdoelstelling 6.1.1 Het terugdringen van de groeiende instroom in de geindiceerde jeugdzorg
99.244
108.924
9.679-
69
97.409
97.340-
87.661-
0
Subdoelstelling 6.1.2 Het verkorten van de gemiddelede behandelduur
-
-
-
-
-
-
-
TOTAAL Hoofddoelstelling 6.1
99.244
108.924
9.679-
69
-
1.188
1.188-
De sportinfrastructuur versterken
-
1.585
Subdoelstelling 6.2.3 De ondersteuning van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg op (boven) regionaal niveau brengen
-
Zorg TOTAAL Hoofddoelstelling 6.2
0
0
97.409
97.340-
87.661-
0
-
687
687-
500
0
1.585-
-
941
941-
644
0
4.788
4.788-
-
2.435
2.435-
2.353
0
-
1.362
1.362-
-
1.183
1.183-
179
0
-
8.922
8.922-
-
5.247
5.247-
3.676
0
Eigenheid en verscheidenheid van Overijssel profileren
-
30.646
30.646-
-
8.445
8.445-
22.201
0
Subdoelstelling 6.3.2 Gelegenheid bieden aan zoveel mogelijk mensen in aanraking te komen met kunst en cultuur
-
15.651
15.651-
-
14.417
14.417-
1.234
0
Subdoelstelling 6.3.3 Verbindende aanpak van cultuur met andere beleidsterreinen stimuleren en faciliteren
-
-
-
-
-
-
-
0
Aansluiting provinciale en gemeentelijke cultuurbeleid optimaliseren
-
-
-
-
-
-
-
0
TOTAAL Hoofddoelstelling 6.3
-
Hoofddoelstelling 6.2 Behouden en versterken van de sociale cohesie en participatie Subdoelstelling 6.2.1 De zelfredzaamheid van senioren versterken Subdoelstelling 6.2.2
Subdoelstelling 6.2.4
Hoofddoelstelling 6.3 In het publieke domein voorwaarden creeeren die het alle inwoners mogelijk maakt om deel te nemen aan, en kennis te maken van allerlei soorten cuultuuruitingen, die bijdragen aan het veilig, duurzaam, spannend en mooi maken van Overijssel Subdoelstelling 6.3.1
Subdoelstelling 6.3.4
Totaal programmakosten
74
Najaarsnota 2009
99.244
46.296
46.296-
-
164.142
64.898-
69
22.862
22.862-
23.435
0
125.518
125.448-
60.550-
0
Financiële toelichting Het realiseren van een goed functionerend systeem van jeugdzorg en jeugdbeleid Uit het programmaoverzicht valt op te merken dat de baten voor de doelstelling realiseren van een goed functionerend systeem van jeugdzorg en jeugdbeleid sterk achter blijven. De baten worden wel ontvangen door de provincie, echter zij worden geboekt op de doeluitkering jeugdzorg. Dit is conform de BBV voorschriften, de administratieve voorschriften van het Rijk. Aan het eind van het jaar wordt door middel van een onttrekking uit de doeluitkering de baten uiteindelijk geboekt op bovenstaande hoofddoelstelling. De rapportage laat hierdoor een vertekend beeld zien.
Najaarsnota 2009
75
3.7
Programma Daadkrachtig bestuur
3.7.1
Ontwikkeling programma Het Coalitieakkoord &Overijssel! beschrijft onze ambities voor deze bestuursperiode. Wij profileren ons als een middenbestuur dat ondernemend is, ambitie en lef heeft. We steken de nek uit en investeren in grote, innovatieve en creatieve projecten, die het lokale niveau overstijgen. Maar we staan tegelijkertijd middenin de samenleving, weten wat er leeft onder de mensen en smeden als regisseur coalities met tal van partners om maatschappelijke resultaten te boeken. Kortom, het is zo zichtbaar dat in de toekomst iedereen in Overijssel zegt: Goed dat de provincie er is! Er is in de eerste periode van 2009 krachtig ingezet op het realiseren van de ambitieuze doelstellingen uit de programmabegroting 2009. De bestuurlijke verhoudingen binnen Overijssel zijn in het algemeen goed. Met de VNG, afdeling Overijssel zijn wij dit jaar binnen het project Interbestuurlijk toezicht – kwaliteit van het lokaal bestuur gestart met twee pilots (Dinkelland en Zwolle). We beogen hiermee gezamenlijk inzicht te krijgen in het presteren van gemeenten met als doel een effectieve samenwerking op de opgaven waar we gezamenlijk voor staan. Daarnaast zetten we in op een meer integraal interbestuurlijk toezicht en kwaliteit van bestuur. Met het vaststellen van de visie ‘Oost-Nederland maakt het’ heeft onze samenwerking met Gelderland een flinke impuls gekregen. Naar aanleiding van het kabinetstandpunt over het rapport van de Raad voor financiële verhoudingen is het debat over de uitwerking van het bestuursakkoord rijk-Provincies in een ander daglicht komen te staan. Wij hebben een actieve rol in dit debat. Het corporate communicatiebeleid zorgt voor een eenduidig beeld van de provincie in al haar communicatieuitingen. In deze eerste periode stond het thema ‘landschap’ centraal. Veel enthousiasme is er bij de scholen die participeren in het project ‘Jong Overijssel doet mee’, waarmee wij de jonge kiezers van 2011 willen bereiken. Andere scholen tonen hun belangstelling om hieraan mee te doen. Uw Staten hebben hiervoor bij de Programmabegroting 2010 een voorstel gekregen. Uw staten hebben aangegeven veel waardering te hebben voor de Staat van Overijssel. Wij hebben besloten het verschijningsmoment te koppelen aan de Perspectiefnota om u in de gelegenheid te stellen de cijfers te benutten voor de algemene beschouwingen. In mei 2009 hebben wij een aanvulling op de vorige Staat van Overijssel uitgebracht. Ten behoeve van de toekomstige huisvesting van het Huis van de Nederlandse provincies in Brussel, zal in 2010 financiering nodig zijn. Om welk bedrag dit zal gaan is nog onderwerp van gesprek op landelijk (IPO/ HNP bestuur) niveau. Ook voor de samenwerking met de provincie Gelderland en de regio Twente zal in 2010 financiering nodig zijn. Om welk bedrag het gaat is afhankelijk van besluitvorming van Gedeputeerde Staten van de beide provincies in het najaar van 2009 respectievelijk het besluit van Gedeputeerde Staten op de visitatie van de commissie Alders. De financiële uitwerking zal worden opgenomen in de Perspectiefnota 2011.
3.7.2
Voortgang uitvoering en besteding financiën
76
Najaarsnota 2009
Hoofddoelstelling
7.1 Herkenbaar bestuur.
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
Uitvoering prestatie
(wat gaan we ervoor doen)
J
N deels
1. Het doen realiseren X van de Dynamische Investerings Agenda.
7.1.1 Versterken betekenis en profiel van de provincie.
2. Het uitvoeren van X het Statenbesluit Heroriëntatie in de context van de afspraken in het Bestuursakkoord Rijkproviincies (o.a. over decentralisatie van rijkstaken, bestuurlijke en financiële verhoudingen). X 3. Het bevorderen van burgerparticipatie bij ontwerp en uitvoering van provinciaal beleid. 7.1.2 Bekendheid geven aan nieuwe profiel provincie
7.2 Resultaat door samenwerking.
7.2.1 Het versterken van bestuurlijke partnerschappen t.b.v. de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
In 2011 is 75% van de inwoners van Overijssel bekend met één of meerdere bestuurders en/of taken/projecten van de provincie
4. Uitvoeren van publiekscampagne.
X
5. Het hebben van een goed toegankelijke website.
X
6. Maken van burgerjaarverslag en jaarverslag CdK.
X
7. Houden van Statenspelen.
X
8. Projectcomm.
X
9. Samenwerken met gemeenten en waterschappen.
X
10. Het ontwikkelen en uitvoeren van strategische agenda’s met stedelijke netwerken en regio’s.
X
11. Intensiveren samenwerking met Gelderland.
X
5
6
12. Het intensiveren X van internationale samenwerking en het bevorderen van actieve betrokkenheid van Overijsselse overheden en maatschappelijke organisaties bij de EU. 13. Het uitvoeren van X lobby-activiteiten in partnerschappen in Den Haag en Brussel. 14. Het ontwikkelen van nieuwe vormen van samenwerking (bijv. deelnemingen en op grond van de nWro en Wabo).
X
Najaarsnota 2009
77
Hoofddoelstelling
7.2 Resultaat door samenwerking.
Subdoelstelling
Indicator
(wat willen we bereiken)
(hoe meten we het)
Streefwaarde 2009 Realisat. Prognos Prestatie t/m rapp. realisatie periode eind 2009
7.2.1 Het versterken van bestuurlijke partnerschappen t.b.v. de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
7.3 Borging kwaliteit 7.3.1 Consistente/uniforme van openbaar bestuur. uitvoering van interbestuurlijk toezicht.
(wat gaan we ervoor doen) 15. Het voeren van een actief, gecoördineerd, deelnemingenbeleid op basis van het nieuwe afwegingskader. 16. Bevorderen van externe bestuurlijke betrekkingen in het algemeen (wettelijke taak CdK). 17. (Samen met het Rijk) ontwikkelen van nieuw generiek instrumentarium voor de bevordering van de kwaliteit van bestuur. 18. Opstellen strtegische visie op interbestuurlijk toezicht. 19. Uitvoeren van wettelijke toezichtstaken op mede-overheden.
Uitvoering prestatie J
N deels
X
X
X
X
X
X 20. Stroomlijnen en meer in samenhang brengen van de verschillende sectoren waarbinnen interbestuurlijk toezicht wordt uitgeoefend. 21. Opstellen X nalevingsstrategie. 7.3.2 Kwaliteit van de ambtelijke organisatie
22. Het bevorderen van het Europabewustzijn van de provinciale organisatie.
X
23. Opleveren van 1 a X 2 studies door het Trendbureau. 24. Uitvoeren van analyse van nieuwe interbestuurlijke verhoudingen. 25. Juridische kwaliteit. 26. Doorontwikkelen van de omgevingskaart. 27. Dienstverlening 7.4 Veilig Overijssel.
Prestatie
7.4.1 Invulling geven aan de nieuwe rol van CdK en GS bij rampenbestrijding
23
X
24
X
26
X
X
28. Het hebben van X een complete, actuele en beschikbare risicokaart.
Toelichting 5 In november 2009 wordt de verniewde website gelanceerd 6 De verplichting voor het maken van een burgerjaarverslag komt in 2010 te vervallen. PS hebben cdK in vergadering van 03 06 09 verzocht rapportage aan PS te continueren en hierin ook rol cdK als voorzitter PS te betrekken. Wijze waarop is aan cdK. 23 Er worden drie trendstudies uitgevoerd waarvan de resultaten najaar 2009 bekend worden. 24 Thema wordt via interbestuurlijk toezicht aangevlogen; tegelijkertijd gaat BAOB functioneren van gemeenten in beeld brengen (eerst voor intern gebruik, zonder terug te leggen bij gemeenten. Doel is signaleren problemen mogelijk te maken)gevraagde analyse volgt later. 26 Een groot deel van de provinciale geo-informatie is ontsloten. Geo-informatie over Overijssel, waarvan externen de bronhouder zijn is nog niet ontsloten. Hierin worden de landelijke ontwikkelingen gevolgd.
78
Najaarsnota 2009
Bedragen x € 1.000 Programma: Daadkrachtig bestuur
Najaarsnota 2009
Programma Begroting
Programma begroting
Begrotings Wijziging
Begrotings Wijziging
Actuele Begroting
Actuele Begroting
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
BATEN
LASTEN
SALDO
begrotingswijziging
Hoofddoelstelling 7.1 Herkenbaar bestuur. Subdoelstelling 7.1.1 Versterken betekenis en profiel van de provincie.
26
4.271
10
-53
35
4.218
4.183-
8
Bekendheid geven aan nieuwe profiel provincie
39
2.837
90
368
129
3.205
3.076- 1,6,8,9 + adm
TOTAAL Hoofddoelstelling 7.1
65
7.109
99
315
164
7.423
7.259-
Subdoelstelling 7.2.1 Het versterken van bestuurlijke partnerschappen t.b.v. de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
23.068
8.587
64.974
-676
88.042
7.911
80.131
TOTAAL Hoofddoelstelling 7.2
23.068
8.587
64.974
-676
88.042
7.911
80.131
0
15
0
11
0
26
26-
8
Kwaliteit van de ambtelijke organisatie
203
2.040
22
94
226
2.133
1.908-
6,8 + adm
TOTAAL Hoofddoelstelling
203
2.055
22
105
226
2.160
1.934-
Subdoelstelling 7.4.1 Invulling geven aan de nieuwe rol van CdK en GS bij rampenbestrijding
0
617
0
-215
0
401
401-
TOTAAL Hoofddoelstelling 7.4
0
617
0
-215
0
401
401-
23.336
18.367
65.096
-471
88.432
17.895
Subdoelstelling 7.1.2
Hoofddoelstelling 7.2 Resultaat door samenwerking.
5,6,8,9 + adm
Hoofddoelstelling 7.3 Borging kwaliteit van openbaar bestuur. Subdoelstelling 7.3.1 Consistente/uniforme uitvoering van interbestuurlijk toezicht. Subdoelstelling 7.3.2
Hoofddoelstelling 7.4 Veilig Overijssel.
Totaal programmakosten
5,8
70.537
Najaarsnota 2009
79
Bedragen x € 1.000 Programma: Daadkrachtig bestuur
Najaarsnota 2009
Actuele Begroting
prognose 2009
Actuele Begroting
BATEN
LASTEN
Actuele Begroting
SALDO
Realisatie
BATEN
Realisatie
LASTEN
Realisatie
Verschil realisatie Saldo
Prognose Saldo
SALDO
minus Begroting saldo
Najaarsnota
Hoofddoelstelling 7.1 Herkenbaar bestuur. Subdoelstelling 7.1.1 Versterken betekenis en profiel van de provincie.
35
4.218
4.183-
-
2.517
2.517-
1.665
-58
Bekendheid geven aan nieuwe profiel provincie
129
3.205
3.076-
128
2.159
2.031-
1.045
-143
TOTAAL Hoofddoelstelling 7.1
164
7.423
7.259-
4.548-
2.711
-201
Subdoelstelling 7.2.1 Het versterken van bestuurlijke partnerschappen t.b.v. de aanpak van maatschappelijke vraagstukken.
88.042
7.911
TOTAAL Hoofddoelstelling 7.2
88.042
7.911
0
26
26-
Kwaliteit van de ambtelijke organisatie
226
2.133
1.908-
TOTAAL Hoofddoelstelling
226
2.160
1.934-
242
Subdoelstelling 7.4.1 Invulling geven aan de nieuwe rol van CdK en GS bij rampenbestrijding
0
401
401-
TOTAAL Hoofddoelstelling 7.4
0
401
401-
88.432
17.895
Subdoelstelling 7.1.2
128
4.676
80.131
91.976
6.904
85.071
4.940
24
80.131
91.976
6.904
85.071
4.940
24
0
0
0-
26
0
1.183-
724
0
1.425
1.183-
751
0
0
105
105-
297
0
0
105
105-
297
0
92.346
13.111
8.698
-177
Hoofddoelstelling 7.2 Resultaat door samenwerking.
Hoofddoelstelling 7.3 Borging kwaliteit van openbaar bestuur. Subdoelstelling 7.3.1 Consistente/uniforme uitvoering van interbestuurlijk toezicht. Subdoelstelling 7.3.2 242
1.425
Hoofddoelstelling 7.4 Veilig Overijssel.
Totaal programmakosten
80
Najaarsnota 2009
70.537
79.235
Financiële toelichting subdoelstellingen 7.1.1 Versterken betekenis en profiel van de provincie. De Debatkamer is, in 2005, een gezamenlijk initiatief geweest van GS en PS om het maatschappelijk debat in Overijssel op gang te brengen. Na een moeizame start begint de Debatkamer nu, met het aantreden van een nieuwe directeur, de eerste vruchten af te werpen. De Debatkamer heeft aangegeven dat de aanloopfase langer duurt dan voorzien. Daarom stellen wij voor de Debatkamer een garantiesubsidie van € 0,1 miljoen per jaar toekennen tot en met 2011 en een eenmalige bijdrage om het tekort van € 50.000,-- weg te werken. Mocht de Debatkamer sneller cofinanciering aan weten te trekken dan zal de garantiesubsidie lager vastgesteld kunnen worden. De extra kosten hiervoor, € 0,2 miljoen boven op de reeds geraamde € 50.000, gaan ten laste van de budgettaire ruimte. Wij stellen voor de extra kosten in het budgettair perspectief te verwerken. (volgnr.34, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009) Regeling dienstauto van de Commissaris van de Koningin. Het geldende beleid betreffende de rechtpositie van Commissarissen van de koningin met betrekking tot het gebruik van de dienstauto zal in 2009 worden uitgevoerd (volgnr.33, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
7.1.2 Bekendheid geven aan nieuwe profiel provincie De geprognosticeerde overschrijding van € 0,9 miljoen wordt veroorzaakt door de verwachte kosten voor de meerjarige publiekscampagne en deurmatcommunicatie. De hiervoor benodigde extra middelen zullen worden gevonden door verschuiving binnen de bestaande (project)budgetten. Indien dit leidt tot wijzigingen in de begroting dan zal hiervoor een begrotingswijziging worden opgesteld. Het relatiegeschenkenbeleid draagt bij aan de profilering van de provincie. Naar aanleiding van het recent vastgestelde corporate communicatiebeleid willen wij dit beleid vernieuwen. Doel is om een sterkere relatie te bewerkstelligen tussen het geschenk en Overijssel. Daarnaast zoeken wij naar meer exclusiviteit in het assortiment. In 2009 wordt de huidige voorraad opgemaakt en nemen wij voorbereidende stappen om in 2010 over te kunnen gaan tot de daadwerkelijke aanschaf van artikelen. Dat betekent dat het budget in 2009 niet zal worden besteed en dat we in 2010 eenmalig een groter budget nodig zullen hebben. Mutatie: Wij stellen u voor om € 45.000 over te hevelen naar 2010 en het budget voor het relatiegeschenkenbeleid in 2010 met dit bedrag te verhogen (volgnr.36, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). Voor de publiekscampagne geldt dat 2011 een kort campagnejaar is vanwege de verkiezingen en het zwaartepunt van de campagne in 2009 en 2010 komt te liggen. Om die reden stellen wij voor om een deel van het budget van 2011 naar voren te halen en over te hevelen naar de jaren 2009 en 2010 zodat wij deze optimaal in kunnen zetten voor het behalen van het doel van de publiekscampagne. Mutatie:Wij stellen u voor om budgettair neutraal over de jaren 2009-2011: Een bedrag van €188.000 over te hevelen naar 2009, een bedrag van €375.000 naar 2010 en het budget voor 2011 te verlagen met een bedrag van €563.000 (volgnr.37, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
7.2.1 Het versterken van bestuurlijke partnerschappen t.b.v de aanpak van maatschappelijke vraagstukken Voor de Europese programma’s is ten opzichte van de begroting ruim € 3,3 miljoen extra aan voorschotten ontvangen. Een juiste raming is niet te geven, gezien het feit dat van tevoren niet duidelijk is wanneer een gecommitteerd project tot uitvoering komt en wanneer de afrekening zal plaatsvinden. De voorschotten worden via deze subdoelstelling toegevoegd aan de voorziening Europese programma’s. Verder worden binnen deze subdoelstelling ontvangen dividenden verantwoord. De geraamde dividendopbrengst van Essent is via het voorstel actualisering programmabegroting 2009 met € 64,9 miljoen verhoogd. De exacte opbrengst ligt €24.000 hoger.
Najaarsnota 2009
81
Mutatie: Zowel de begrote baten als de begrote lasten (storting van de bijdrage in de voorziening) voor Europese programma’s kunnen met €3,3 miljoen worden verhoogd. (volgnr.35, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009). De geraamde dividendopbrengst van Essent wordt met € 24.000 verhoogd (volgnr.32, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
7.4.1 Invulling geven aan de nieuwe rol van CdK en GS bij rampenbestrijding Het verwachte overschot van € 0,25 miljoen bij Openbare orde en veiligheid is te verklaren doordat de verwachte kosten voor de risicokaart door “Brussel” worden betaald. Indien deze subsidie wegvalt zal het geraamde bedrag worden besteed.
82
Najaarsnota 2009
4
Paragrafen
In de paragrafen behandelen wij onderwerpen die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie. De paragrafen bevatten de voortgang van beheersmatige activiteiten en de provinciale heffingen.
4.1
Provinciale heffingen
4.1.1
Algemeen De • • •
provinciale heffingen die worden opgelegd aan burgers en bedrijven zijn: provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting; leges en precario; grondwater-, ontgrondingen- en nazorgheffingen.
Deze zijn sinds 2007 gebundeld in de Belastingverordening Overijssel. De provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB), vormen het belangrijkste onderdeel van de heffingen. De tarieven voor de opcenten MRB, leges en de precario worden uitsluitend verhoogd met een inflatie-index (2009: 2,25%). Onderstaande tabel geeft aan om welke bedragen het gaat.
Exploitatie Baten (x € 1.000) Opcenten MRB Leges, precario, ov.heffingen Grondwaterheffing Ontgrondingenheffing Nazorgheffing stortplaatsen
4.1.2
Rekening 2008 89.257,6 365,0 1.079,2 38,3 -
Begroting 2009
Realisatie 2009
91.000,0 467,6 1.100,0 40,8 10,9
45.966,2 317,7 18,3 0,8 -
Motorrijtuigenbelasting De hoogte van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) worden door Provinciale Staten vastgesteld. De grondslag voor deze heffing is de Wet Motorrijtuigenbelasting. De opbrengsten worden, behalve door de tariefshoogte, mede bepaald door het aantal heffingsplichtige voertuigen, de categorie-indeling en het gewicht van de voertuigen. Behalve op de tariefshoogte heeft de provincie geen invloed op de andere factoren. De actuele raming voor 2009 bedraagt € 91 miljoen. De realisatie hierop per peildatum bedraagt € 30,3 miljoen en betreft de afdracht over de maanden januari tot en met april. Rekening houdende met de indexering van de opcenten MRB ingaande 1 april 2009, komt de jaarprognose gebaseerd op deze realisatiecijfers nagenoeg overeen met de actuele begrotingsraming. Wij stellen u dan ook voor
Najaarsnota 2009
83
om deze intact te laten. Onderstaande tabel geeft de tariefshoogte van de provinciale opcenten van alle provincies weer, gerangschikt naar de hoogte van het tarief in 2009. Provincie Stijging Opcenten 2009 2008 pos. % pos. % %
Zuid-Holland Gelderland Drenthe Limburg Friesland Groningen Overijssel Utrecht Noord-Brabant Flevoland Zeeland Noord-Holland (ongewogen) gemiddelde
Maximum
1 2 3 4 4 6 7 8 9 9 11 12
91,8 82,7 80,8 80,4 80,4 79,0 78,5 72,6 71,6 71,6 69,3 67,9 77,2 111,9
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
91,8 81,4 79,7 79,6 78,8 77,8 76,8 72,6 71,6 67,4 69,3 63,9
0,0 1,6 1,4 1,0 2,0 1,5 2,2 0,0 0,0 6,2 0,0 6,3
75,9 107,9
1,7 3,7
De gemiddelde verhoging ten opzichte van 2008 bedraagt 1,5%. Tussen de provincies zijn er wel forse verschillen. De provincie Overijssel blijft stabiel in deze rangorde staan op een 7e positie. De provincie kent geen innings- en kwijtscheldingsbeleid voor de opcenten MRB. De reden is dat de provincie niet belast is met de invordering van deze belasting en daardoor ook geen invloed heeft op de wijze van inning c.q. kwijtschelding.
4.1.3
Overige heffingen Leges De provincie heft leges voor verleende administratieve diensten. Het provinciale beleid is vastgelegd in de Belastingverordening Overijssel. Een overzicht met de tarieven voor de verschillende diensten maakt hiervan deel uit. De tariefstelling voor 2009 is ten opzichte van 2008 onveranderd. De actuele begrotingsraming voor de leges 2009 bedraagt € 0,253 miljoen. De realisatie hierop per peildatum bedraagt € 0,087 miljoen en betreft vooral leges voor te verlenen ontgrondingsvergunningen. Rekening houdend met de ervaring, dat de inrekeningstelling van leges niet rechtevenredig over het jaar gespreid is, maar een na-ijleffect kent, stellen wij u ook voor om deze begrotingsraming onveranderd te laten.
Precario Precario is een heffing voor het hebben van voorwerpen in, op of boven provinciale grond of water. Precario wordt, via een belastingaanslag, onder andere geheven van benzinestationexploitanten, gemeenten en nutsbedrijven voor hun gas-, water- en elektriciteitsleidingen. Een uitzondering hierop vormen de helft van alle 24 benzinestations op provinciale grond die huurpenningen betalen. De Belastingverordening Overijssel besteedt, naast een uiteenzetting over de wijze van het bepalen en het opleggen van de aanslag, ook aandacht aan de mogelijkheid tot gehele of gedeeltelijke kwijtschelding door de heffingsambtenaar in het geval men de verschuldigde precario niet kan betalen. De precario tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel 2008 als onderdeel van de Belastingverordening Overijssel (PS/2006/732). Wijzigingen in tarieventabel worden door Provinciale
84
Najaarsnota 2009
Staten vastgesteld bij de behandeling van de begroting. Bij de vaststelling van de begroting 2009 (PS/2008/720) is besloten dat de tarieventabel voor het eerst weer in 2012 zal worden herzien.
Ontwikkelingen Naar aanleiding van de motie- De Pater-Van der Meer (Tweede Kamer 2004-2005, 29800 B, nr. 9) heeft de Tweede Kamer de wens uitgesproken om over te gaan tot de afschaffing van de precariobelasting op de ondergrondse infrastructuur van nutsbedrijven. Dit zou moeten leiden tot een verlaging van de lastendruk bij burgers. De afschaffing is omstreden, omdat de maatregel zou leiden tot een lastendrukverschuiving in plaats van een lastendrukverlaging. In overleg met de Tweede Kamer is namelijk vastgesteld dat provincies en gemeenten het verlies van precarioinkomsten kunnen compenseren met een aanpassing van de grondslag voor de OZB en provinciale opcenten. Hoewel het streven is om de wetswijziging per 1 januari 2010 in te laten gaan, lijkt het er niet op dat de voorbereiding van de wetgeving en de parlementaire behandeling voor 2009 zijn afgerond. Afschaffing van precariobelasting op de ondergrondse infrastructuur van nutsbedrijven betekent voor de provincie Overijssel een inkomstenverlies van jaarlijks circa € 60.000.
Grondwaterheffing Op grond van de Grondwaterwet (artikel 48 GWW) zijn Provinciale Staten bevoegd om, bij wijze van provinciale belastingmaatregel, een heffing in te stellen op het onttrekken van grondwater. Deze heffing is in 1987 ingevoerd. De heffingsopbrengst wordt, in overeenstemming met artikel 48 GWW, onder andere gebruikt voor onderzoeken die voor het grondwaterbeheer noodzakelijk zijn en voor de vergoeding van schade. Daarnaast wordt in de periode 2007 tot en met 2013 in totaal € 3,4 miljoen uit de reserve grondwaterbeheer onttrokken en toegevoegd aan het provinciaal meerjaren programma landelijk gebied als bijdrage voor verdrogingbestrijding (TOP-lijstgebieden). De heffing wordt opgelegd naar de in het heffingsjaar onttrokken hoeveelheid grondwater, gemeten in kubieke meters per jaar. Eind 2005 is de tariefstelling gecontinueerd op € 0,0136 per kubieke meter te onttrekken grondwater, geldig tot en met het belastingjaar 2009. Geraamd wordt dat jaarlijks gemiddeld circa 81 miljoen m3 onttrokken grondwater in aanmerking komt voor de heffing. De heffing over het lopende belastingjaar wordt feitelijk in het eerst daaropvolgende belastingjaar opgelegd aan de heffingsplichtigen. De verwachte opbrengst over het belastingjaar 2009 ad € 1,1 miljoen is ontleend aan de geraamde gemiddelde omvang van het aantal m3 te onttrekken grondwater per jaar met de daarbij horende tariefsteling. Eind 2009 zal een voorstel tot aanpassing van de grondwaterheffing aan uw Staten worden voorgelegd in verband met de invoering van de Waterwet. Daarbij zal tevens een voorstel tot besteding van de opbrengst van de heffing worden gevoegd zoals is toegelicht in de Omgevingsvisie.
Ontgrondingenheffing De wijziging van de Ontgrondingenwet is door de Eerste Kamer goedgekeurd. Dit betekent o.a., dat de ontgrondingenheffing per 1 februari 2009 is vervallen. Deze heffing is niet meer opgenomen in de provinciale Belastingverordening. Voorgesteld wordt de begrote baat bij deze Najaarsnota af te ramen.
Najaarsnota 2009
85
4.2
Weerstandsvermogen
4.2.1
Algemeen In het besluit begroting en verantwoording staat dat de provincie haar risico’s in kaart moet brengen en het weerstandsvermogen moet bepalen. Dit doen we omdat we bij een aantal werkzaamheden en projecten die we uitvoeren risico’s lopen. We moeten er voor zorgen dat wanneer risico’s zich manifesteren, we toch onze doelstellingen kunnen behalen. Vandaar dat we middelen vrij houden en die inzetten als weerstandsvermogen om financiële tegenvallers op te vangen. In deze paragraaf lichten we het volgende toe: • hoe we risico’s identificeren en het benodigde weerstandsvermogen bepalen; • welke risico’s we geïdentificeerd hebben; • wat het beschikbare weerstandsvermogen is; In de conclusie lichten we toe of het beschikbare weerstandsvermogen voldoende is om mogelijke risico’s die zich voordoen op te vangen, zodat we onze doelstellingen kunnen bereiken.
4.2.2
Ontwikkeling risicomanagement Het project risicomanagement is in 2008 en 2009 uitgevoerd. Resultaat van dit project was o.a. dat er beleid is vastgesteld op het onderwerp risicomanagement. In het vastgestelde beleid staat ondermeer vermeld op welke wijze gerapporteerd gaat worden over risicomanagement. Zie hiervoor Statenvoorstel PS/2009/358. Het komende jaar zal voor risicomanagement in het teken staan van een verdere beheersing van de geïnventariseerde risico’s.
4.2.3
Risicoprofiel De via interviews geïdentificeerde risico’s zijn gekwantificeerd door aan te geven wat de kans van optreden is en welk financieel gevolg deze risico’s hebben. Met een (statistische) simulatie van deze gekwantificeerde risico’s wordt het risicoprofiel van de provincie Overijssel inzichtelijk gemaakt. In totaal zijn er circa 170 risico’s opgenomen. De in de begroting 2009 genoemde risico’s zijn grotendeels nog van toepassing. Echter omdat we als hoofddoelstelling voor risicomanagement het ‘Realiseren van programmadoelstellingen’ hebben geformuleerd en om inzicht te geven in het risicoprofiel van de provincie Overijssel worden hiernavolgend per programma een aantal risico’s genoemd.
EHS (programma: Natuur en duurzaamheid) Er is een kans dat het Rijk óf de taak óf het budget voor realiseren EHS 2018 gaat verlagen c.q. temporiseren, wat leidt tot: • teniet gaan van proceskosten die gemaakt zijn voor de versnelling realisatie EHS; • imagoschade bij partners en burgers/direct individueel betrokkenen doordat realisatietempo niet gehaald wordt.
86
Najaarsnota 2009
Aanbesteden openbaar vervoer (programma: Mobiliteit) Het openbaar vervoer binnen de provincie Overijssel wordt Europees aanbesteed. De kosten voor het aanbesteden van openbaar vervoer kunnen na de aanbesteding hoger uitvallen dan begroot als gevolg van bijvoorbeeld conjunctuurschommelingen. Dit kan leiden tot een begrotingstekort op deze post.
Ruimte voor ruimte (programma: Kwaliteit van de leefomgeving) Het blijft mogelijk dat de met de gemeenten overeengekomen afdrachten niet tot uitbetaling komen als provincie en/of gemeente onverhoopt niet aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Essentieel daarbij is dat de betreffende bestemmingsplannen worden herzien en de planologische procedure met goed gevolg wordt doorlopen. Een beperkt aantal bestemmingsplannen is nog niet onherroepelijk. Hoewel de kans klein is, blijft het juridisch mogelijk dat afdrachten van deze gemeenten niet of niet geheel aan de provincie beschikbaar worden gesteld. Omdat niet met zekerheid is te zeggen dat de getroffen voorziening toereikend is, blijft er een risico bestaan.
Uitvoering Europese Kaderrichtlijn water (programma: Water) De provincie is, als bevoegd gezag voor het grondwaterbeheer, verantwoordelijk voor het uitvoeren van de maatregelen om aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn voor grondwater te voldoen. Hierbij gaat het ondermeer om het opstellen van gebiedsdossiers voor kwetsbare winningen, het nemen van antiverdrogingsmaatregelen in Natura 2000-gebieden en het saneren van puntbronnen. De beoogde doelstellingen kunnen niet gehaald worden door: • het onvoldoende voorhanden zijn van financiële middelen om de uitvoering te bekostigen; • het ontbreken van borging van de voortgang van de uitvoering en/of het niet aanspreken op elkaars verantwoordelijkheden omdat het voor alle partijen lastig is om het resultaat te bereiken. Voorgaande leidt tot het niet voldoen aan de verplichtingen van de kaderrichtlijn door de provincie, en daarmee de Staat der Nederlanden. De Staat blijft in gebreke jegens de Europese Commissie en kan daarvoor aansprakelijk (boete, dwangsom, schadevergoeding) worden gesteld op grond van het Europese recht. Ook decentrale overheden kunnen op grond van het nationale recht worden aangesproken. Het niet voldoen aan de verplichtingen op grond van de Kaderrichtlijn water heeft voor de provincie dan ook financiële consequenties en levert imagoschade op.
Deelnemingen (programma: Impuls voor werk) De provincie kan deelnemen in een NV, BV, vereniging of stichting. Bij deelnemingen gaat het om financiële en bestuurlijke betrokkenheid van de provincie om publiek belang te borgen. Het kan voorkomen dat een BV waarin de Provincie Overijssel participeert een negatief financieel resultaat niet zelfstandig kan opvangen. Voorgaande kan leiden tot het (deels) voor rekening komen van de gemaakte kosten voor de Provincie Overijssel.
Wettelijk recht op jeugdzorg (programma: Sociale infrastructuur en cultuur) Sinds 2005 is de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in werking getreden. De provincie is volgens de wet verantwoordelijk voor een goed jeugdbeleid. Dit betekent o.a. dat er voldoende aanbod moet zijn voor jongeren die jeugdzorg nodig hebben. Jongeren met problemen hebben dus vanaf 2005 wettelijk recht op jeugdzorg. Op basis van de genoemde wet en het ontbreken van jurisprudentie hieromtrent kunnen jongeren die op de wachtlijst staan onmiddellijke passende zorg afdwingen. Voorgaande kan leiden tot het onmiddellijk verlenen van passende zorg waarbij de provincie gedwongen is deze zorg uit eigen (autonome) middelen te financieren.
Najaarsnota 2009
87
Europese subsidies (programma: Daadkrachtig bestuur) Er worden subsidies verstrekt die gefinancierd worden met Europese middelen (o.a. Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). Door het niet behalen van doelen (het niet leveren van de afgesproken prestaties of het via een onrechtmatige wijze behalen van doelen) kunnen Europese middelen onterecht zijn toegekend. Dit leidt tot het terugvorderen van een deel van de verstrekte subsidies voor rekening komend van de provincie.
4.2.4
Weerstandsvermogen Uit de simulatie van de geïdentificeerde risico’s volgt dat we met 90% zekerheid kunnen zeggen dat alle risico’s afgedekt kunnen worden met € 28 miljoen. Bij de berekening van het benodigde weerstandsvermogen lag de focus op grote risico’s. Doordat de kleine risico’s onderbelicht zijn gebleven wordt 25% bij de berekende capaciteit opgeteld. Voorgaande houdt in dat we in totaal een benodigd weerstandsvermogen hebben van € 35 miljoen. Dit is hoger dan de in 2004 berekende € 12 miljoen, die tot de begroting 2009 is gehanteerd. Reden hiervoor is dat de identificatie van risico’s dit jaar via een andere systematiek is uitgevoerd dan voorheen. De Saldireserve en de Algemene dekkingsreserve zijn ingesteld als buffer en om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen. Binnen beide reserves is op dit moment circa € 12 miljoen beschikbaar als weerstandsvermogen. Daarnaast is er binnen een aantal bestemmingreserves rekening gehouden met mogelijke financiële risico’s. Hiervoor is circa € 10 miljoen geoormerkt. In het Statenvoorstel zijn de Reserves herwaardering aandelen Essent respectievelijk Vitens van totaal € 24,8 miljoen opgenomen als extra beschikbare ruimte voor het weerstandsvermogen. Daarmee is de ratio die aangeeft wat de verhouding is tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit 1,33. Dit betekent dat er voldoende capaciteit beschikbaar is om de zich voordoende risico’s af te dekken. Door de verkoop van Essent vervalt een groot deel van het eerder genoemde bedrag. In deze najaarsnota worden ook de financiële gevolgen van de verkoop van Essent verwerkt. Hierdoor neemt de vrije ruimte in de Algemene dekkingsreserve toe met circa € 2,2 miljard waardoor de ratio aanzienlijk toeneemt. De ratio zal met de concretisering van de projecten uit IiO in de loop van de tijd weer aanzienlijk afnemen. Om daling van de ratio onder 1 te voorkomen zullen wij u eind 2009 / begin 2010 een voorstel doen. De strekking van dit voorstel zal de concentratie van de benodigde weerstandscapaciteit in de Saldireserve beogen, naast het reeds beschikbare vermogen in de daartoe bestemde reserves. Hiervoor zal een beperkt beroep op de vrije ruimte in de Algemene dekkingsreserve benodigd zijn.
88
Najaarsnota 2009
4.3
Onderhoud kapitaalgoederen
4.3.1
Inleiding Het onderhoud aan de kapitaalgoederen betreft het onderhoud aan gebouwen en provinciale infrastructuur. In deze paragraaf toetsen we de uitvoering in het eerste deel van 2009 aan het vastgestelde beleid en de begroting.
4.3.2
Onderhoud gebouwen Het provinciale gebouwenvastgoed omvat hoofdzakelijk kantoorruimten. Daarnaast gaat het om loodsen en andere opslagruimten, maar ook om specifieke objecten zoals de kunstbunker in Paasloo en kasteel ‘Het Nijenhuis’. Voor de realisering van de gewenste bibliotheek- en documentatiecentrum in het westelijke bouwhuis van het Nijenhuis zijn bouwtechnische en klimatologische maatregelen nodig. Hiervoor is de provincie, als eigenaar van het landgoed, verantwoordelijk. De beschikbare budgetten voor Vastgoed en Onderhoud van gebouwen bieden onvoldoende ruimte voor de dekking van deze aanpassingen. Bij de Begroting 2010 zal aan Provinciale Staten worden voorgesteld om het benodigde investeringsbedrag (€ 250.000) beschikbaar te stellen. Uit bodemonderzoek is gebleken dat er bij vijf van de twaalf afgestoten steunpunten van de eenheid Wegen en Kanalen sprake is van bodemverontreiniging. Volgens planning zijn deze verontreinigingen in november 2009 gesaneerd. Eind 2009 zijn alle steunpunten verkocht. Na de zomer start de herinrichting van de nog niet gerenoveerde etages in de vleugel van het provinciehuis. Gedeputeerde Staten hebben besloten twee van deze etages in te richten met werkplekken en vergaderruimten.
4.3.3
Beheer en onderhoud provinciale infrastructuur Beleid De provincie is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur. Het gaat hier om het beheer en onderhoud van wegen, waterwegen en kunstwerken. De provincie beheert 641 kilometer hoofdrijbaan, 170 kilometer parallelweg en 524 kilometer fietspad. Verder is de provincie verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van 154 kilometer waterweg (waarvan 130 kilometer vaarweg). Beheer en onderhoud van kunstwerken heeft betrekking op 11 sluizen, 34 beweegbare bruggen en 259 vaste kunstwerken (bruggen, viaducten, duikers etc.). De leeftijd van deze kunstwerken varieert van 1 tot ruim 200 jaar; de gemiddelde leeftijd ligt op dit moment op 42 jaar en is stijgende. Voor het beheer en onderhoud van wegen en waterwegen is het uitgangspunt de normering zoals die is vastgesteld op 2 februari 2005 in de door PS vastgestelde ‘Normering kwaliteitsniveau beheer en onderhoud provinciale infrastructuur’. Bij de omschrijving van de te hanteren normen is gebruikgemaakt van landelijk geldende richtlijnen die door CROW (kenniscentrum voor infrastructuur) in publicaties zijn beschreven. De normen voldoen aan de eisen gesteld in wet- en regelgeving en sluiten aan bij wat gemiddeld gangbaar is in Nederland.
Najaarsnota 2009
89
Onderhoud wegen Jaarlijks worden metingen verricht naar de staat van het wegonderhoud. De resultaten uit deze metingen vormen mede de basis voor de programmering van het wegonderhoud. Het wegonderhoud is erop gericht dat achterstallig onderhoud wordt voorkomen en de verkeersveiligheid gewaarborgd. Bovendien wordt met een trajectmatige benadering getracht om hinder voor het verkeer en omwonenden te beperken. In 2009 zal een meerjarenprogrammering voor 2010-2015 worden gemaakt voor het onderhoud van de wegen.
Onderhoud waterwegen Onderzoek uit 2008, naar de staat van de oeverbeschoeiingen, wijst uit dat er sprake is van achterstallig onderhoud. In totaal is 85 km beschoeiing aan vervanging toe. Hiervan dient 15 kilometer per direct vervangen te worden. In 2009 is gestart met de voorbereiding van het vervangingsprogramma dat inzicht zal geven over oplossingsrichtingen (bijv. natuurvriendelijke oevers vs traditionele beschoeiing), materiaalkeuze en de financiële omvang van het vervangingsprogramma. Voor het vervangingsprogramma zijn binnen de bestaande begroting voor beheer en onderhoud geen middelen beschikbaar. In 2009 zal een vervangingsplan bij PS worden ingediend, voorzien van een financieringsvoorstel. Na besluitvorming hierover kan pas met de feitelijke vervanging worden begonnen. Ten aanzien van de vaarwegdiepten en -doorvaarthoogten zijn ontwikkelingen gaande. Zo wordt onderzocht welke consequenties invoering van BRTN-normen 1 zullen hebben voor het beheer en onderhoud aan de provinciale vaarwegen in noordwest Overijssel ten opzichte van de huidige normen. Momenteel wordt een baggerplan opgesteld, waarin op de BRTN-normering wordt ingegaan. Dit plan zal in de loop van 2009 aan Provinciale Staten wordt gepresenteerd.
Onderhoud kunstwerken Het onderhoudsniveau van kunstwerken, zoals beschreven in de Beleidsnota Rationeel Kunstwerkenbeheer 2000, blijft het uitgangspunt voor het beheer en onderhoud van kunstwerken. De mate van onderhoud is er op gericht dat er niet meer onderhoud wordt verricht dan strikt noodzakelijk is om de functionaliteit, bedrijfszekerheid en veiligheid van de kunstwerken te waarborgen, tegen zo laag mogelijke kosten. De periodieke onderhoudsbehoefte van kunstwerken stijgt met de leeftijd. De totale levensduur van kunstwerken is gemiddeld 80 jaar. Via reguliere periodieke inspecties wordt de staat van de kunstwerken gemonitord. Als gevolg van de toegenomen verkeersintensiteiten en asdruklasten in de afgelopen decennia, is een aanvullend onderzoek naar de reststerkte van de kunstwerken gestart in 2008. Hiertoe zijn alle 156 betonnen kunstwerken, gebouwd vóór 1976, onderzocht. Op grond van de resultaten bestaat er bij zes kunstwerken aanleiding tot nader onderzoek. Nadat dit onderzoek in 2009 is afgerond, zal duidelijk zijn of c.q. welke maatregelen getroffen moeten worden om de normeringen te kunnen waarborgen. Dit zal worden opgenomen in de meerjarenprogrammering 2010-2015.
Ontwikkelingen Op basis van het vastgestelde kwaliteitsniveau en het PVVP 2005 wordt in 2009 een beleidsplan beheer en onderhoud provinciale infrastructuur aan de Staten gepresenteerd. Hierin worden de huidige beleidsplannen op het gebied van beheer en onderhoud wegen, waterwegen en kunstwerken geïntegreerd. Uitgangspunten voor het beleid is het handhaven van ten minste het niveau zoals dat is vastgelegd in de door PS vastgelegde normering uit 2005. De normen betreffen nu nog vooral het wegbeheer. In 2009 zal de normering worden uitgebreid voor de onderdelen waterwegen en kunstwerken.
1
Beleidsvisie Recreatietoervaart Nederland 2008-2018, Stichting Recreatietoervaart Nederland
90
Najaarsnota 2009
4.4
Financiering
4.4.1
Algemeen In de wet Financiering Decentrale Overheden (Fido) en het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) worden een aantal regels en normen gesteld over financiering en daaraan gekoppelde risico’s bij lagere overheden. In deze paragraaf zetten wij uiteen hoe wij aan deze eisen voldoen. Daarnaast geeft de financieringsparagraaf de kaders voor het transparant maken en het sturen, beheersen en controleren van het financieringsbeleid. In deze paragraaf wordt achtereenvolgens aandacht besteed aan het beleid, het risicobeheer en de verwachte liquiditeitspositie van de provincie. Uitzetten of aantrekken van middelen gebeurt uitsluitend ten behoeve van de uitoefening van de publieke taak van de provincie Overijssel. De wettelijke grondslag voor de te verstrekken informatie over de financiering wordt gevormd door de wet Fido. Daarnaast zijn van toepassing de Verordening Financieel Beheer provincie Overijssel (vastgesteld maart 2003), die de verantwoordelijkheden voor het financiële beheer regelt, en het Treasury statuut provincie Overijssel (vastgesteld maart 2003, aangepast december 2007) dat het kader weergeeft waarbinnen de provincie Overijssel haar financierings- en beleggingsactiviteiten uitvoert. Het belangrijkste doel is de beperking en beheersing van de risico’s die hiermee gepaard kunnen gaan. Deze verordeningen vormen ondersteunende instrumenten in het kader van de kaderstellende en controlerende rol en vormen de basis voor het treasuryactieplan. In dit actieplan zijn de uitzettingen geconcretiseerd naar specifieke acties. Afhankelijk van ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt wordt het beleid bijgesteld. Het uitgangspunt blijft om op een verantwoorde manier de liquide middelen uit te zetten, waarbij bescherming van de hoofdsom zwaarder weegt dan de hoogte van het rendement. De provincie belegt niet in aandelen. Tijdelijke overtollige liquide middelen worden op voorzichtige wijze uitgezet, vooral deposito’s en spaarrekeningen, waarbij risico’s zoveel mogelijk worden vermeden. Wij stellen vast dat wij ruimschoots voldoen aan de wettelijke eisen en normen inzake de financieringsrisico’s. De komende jaren is er sprake van een aanzienlijk positief kassaldo. Er zijn voldoende liquide middelen aanwezig om de verwachte (investerings-)uitgaven in de komende jaren te kunnen betalen. Gezien de liquiditeitsprognose zien wij op dit moment geen aanleiding om nieuwe leningen aan te trekken. Het financieringsbeleid richt zich op de financiering van de beleidsuitvoering en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De omvang deze middelen neemt sterk toe door de verkoop van Essent. Momenteel worden de mogelijkheden van extern vermogensbeheer onderzocht in samenwerking met het externe adviesbureau Talergroup.
4.4.2
Risicobeheersing Het Treasurystatuut geeft de risico’s aan die intern beheerst moeten worden: rente-, koers-, krediet- en liquiditeitsrisico’s. Voor elk risico geven we aan hoe de provincie hier mee omgaat. Naar aanleiding van de kredietcrisis zijn de bevoegdheden in de bevoegdhedenlijst van de eenheid Middelen aangepast. De kern van de aanpassing is dat de beslissingsbevoegdheden voor het uitzetten en opnemen van gelden op een hoger niveau zijn belegd. De beslissingsbevoegdheid voor het uitzetten of het opnemen van gelden met een maximum looptijd van 2 jaar en een hoofdsom van maximaal € 2,5 miljoen per transactie, die eerst was belegd bij de treasurer, is nu belegd bij de teamleider Middelen Financiën en Informatie (MIFI). De beslissingsbevoegdheid voor het uitzetten of het opnemen van gelden met een maximum looptijd van 2 jaar en een maximum bedrag van € 25 miljoen per transactie, die eerst was belegd bij de teamleider Middelen Financiën en Informatie (MIFI), is nu belegd bij het (adjunct-)hoofd van de eenheid Middelen. Op 6 mei 2009 hebben PS het aangepaste Treasurystatuut vastgesteld.
Najaarsnota 2009
91
Renterisico’s De Wet Fido geeft de lagere overheden wettelijke kaders voor het beheersen van renterisico’s. Het renterisico wordt omschreven als de mate waarin het saldo van de rentelasten en –baten wordt beïnvloed door mogelijke wijzigingen in het rentepercentage. Er zijn normen onderscheiden voor risico’s op kortlopende schulden (kasgeldlimiet) en op langere termijn (renterisiconorm). De provincie zal volgens de ramingen van de begroting 2009 ruimschoots voldoen aan de gestelde eisen.
Kortlopende schulden De Wet Fido geeft aan dat de netto-vlottende schuld niet hoger mag zijn dan de kasgeldlimiet. De kasgeldlimiet wordt uitgedrukt als een percentage van de jaarlijkse begroting. Voor 2009 bedraagt dit percentage voor de provincie 7%. De afgelopen jaren hebben wij ruimschoots voldaan aan deze limiet. Omdat in 2009 geen sprake zal zijn van aanwezigheid van een netto vlottende schuld zal dit in 2009 ook het geval zijn.
Langlopende schulden Het renterisico op langlopende schulden mag de wettelijke renterisiconorm niet overschrijden. De renterisiconorm is vastgesteld op 20 procent van de vaste schuld per 1 januari van een jaar. Overigens heeft de minister van BZK een wetsvoorstel ingediend, waarin de renterisiconorm ook wordt gekoppeld aan het begrotingstotaal. Deze norm is voor 2009 niet relevant voor de provincie aangezien er geen sprake is van langlopende opgenomen leningen per begin 2009. Daarmee is er ook geen sprake van herfinanciering of renteherziening.
Koersrisico’s De koersrisico’s (de garantie dat de waarde van de uitgezette gelden intact blijft) worden beperkt door te beleggen in vastrentende waarden. Wij beleggen daarom in eerste instantie in deposito’s, kasgeldleningen en rekening courant tegoeden. Tevens hebben wij een kleine obligatieportefeuille.
Kredietrisico’s In het kader van beperking van het kredietrisico, de garantie dat de hoofdsom wordt terugbetaald, wordt alleen belegd in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en/ of Europese overheden met minimaal een single A-rating. Deposito’s worden uitsluitend uitgezet bij financiële instellingen zonder rating met kredietwaardigheid vergelijkbaar met een financiële instelling met Arating of instellingen die de publieke taak dienen (b.v. woningbouwcorporaties). Voor iedere instelling wordt bovendien een maximum gesteld aan de omvang van de uitzettingen bij die partij.
Liquiditeitsrisico’s Het liquiditeitsrisico, het kunnen voldoen van de facturen en andere betalingsverplichtingen, minimaliseren wij door de aanwezige liquide middelen zoveel mogelijk af te stemmen op de prognose van ontvangsten en de uitgaven. Hiervoor hanteren wij een liquiditeitsplanning. De gelden zijn zodanig belegd dat minimaal iedere maand een belegging vrij valt ter dekking van onvoorziene gebeurtenissen. Hierdoor zijn er op korte termijn altijd voldoende middelen beschikbaar.
Opgenomen geldleningen De provincie heeft sinds begin 2006 geen langlopende opgenomen leningen meer. Gezien de goede liquiditeitspositie is het voorlopig niet nodig om extra leningen aan te trekken.
92
Najaarsnota 2009
Verstrekte geldleningen De provincie heeft ongeveer € 72 miljoen langlopend uitgeleend. Het overgrote deel heeft betrekking op de achtergestelde leningen aan Essent groep N.V. (€ 39,3 miljoen) en Vitens N.V. (€ 19,5 miljoen). De lening aan Essent gaat bij de verkoop over op Enexis. Daarnaast zijn leningen verstrekt aan DLG (9,7 miljoen; Revolving fund, grondaankopen en landinrichting), SVN (€ 2,5 miljoen; startersleningen) en Zuiderzeehaven B.V. (€ 0,7 miljoen).
Liquiditeitsprognose en rentebaten Liquiditeitsprognose De liquiditeitsprognose geeft inzicht in de ontwikkeling van het kassaldo. Hierbij wordt rekening gehouden met de verwachte uitgaven en inkomsten uit de begroting. Ook de meerjarenoverzichten van de reserves, voorzieningen en investeringen worden hierin betrokken. De verwachte investeringen in het kader van Investeren in Overijssel zijn opgenomen in het overzicht. Op basis van de huidige gegevens ziet de liquiditeitsprognose voor de meerjarenraming er als volgt uit:
Verwachte kassaldi ultimo jaar 2.000 x € 1 miljoen
4.4.3
1.500 1.000 500 2005 REK
2006 REK
2007 REK
2008 REK
2009
2010
2011
2012
Jaar
Te realiseren rentebaten Op basis van bovenstaande liquiditeitsprognose verwachten wij in 2009 voor circa € 24,6 miljoen aan rentebaten te kunnen realiseren. Bij de berekening van de rentebaten is de ontvangst uit de verkoop van de aandelen in Essent groep N.V. per augustus verwerkt. Hierbij is voor de eerste 3 maanden, die we als overbruggingsperiode hanteren voor de feitelijke belegging van de gelden gerekend met een rente van 0,5%. Voor de laatste 2 maanden van het jaar is gerekend met een gemiddelde opbrengst van 2% van het belegde vermogen.
Najaarsnota 2009
93
4.5
Bedrijfsvoering
4.5.1
Personeelsbeleid Het in 2007 vastgestelde HRM beleid voor de provincie Overijssel, benoemt een aantal speerpunten voor de komende jaren. De uitvoering is in 2008 is gestart en is in 2009 voortgezet. Eén van de thema’s is Strategische Personeelsplanning. Dit thema is nu opgenomen binnen het organisatieontwikkelingsprogramma Overijssel Straks. Dit programma is eind 2008 van start gegaan en heeft tot doel de ambtelijke organisatie gereed te maken voor het realiseren van de opgaven en uitdagingen die de komende jaren worden verwacht. Het programma Overijssel Straks omvat zes programmalijnen. De programmalijn strategische personeelsplanning strekt ertoe de resultaten van de overige programmalijnen – te weten kernwaarden, lijn-/project-/programmasturing, beleidscontrol, innovatie en sourcing – in het personeelsbeleid te borgen. Het programma Strategische personeelsplanning zal het management optimale ondersteuning bieden bij het oplossen van kwantitatieve en kwalitatieve personeelsvraagstukken i.r.t. de te bereiken resultaten en gewenste ontwikkeling van de provincie. Er is een begin gemaakt met de doorontwikkeling van Mijn Werkplaats. Dit is het e-HRM platform waar medewerkers aan hun eigen ontwikkeling en loopbaan kunnen werken. De medewerkers kunnen er terecht als ze een opleiding zoeken maar ook als ze andere werkervaring willen opdoen of zichzelf willen testen. Dit platform wordt omgevormd tot een Overijssel Academy, een breed platform waar leidinggevenden en medewerkers terecht kunnen voor hun ontwikkeling. Voor de ontwikkeling van leidinggevenden en medewerkers is er, naast het algemene opleidingsaanbod, ook een gericht concern opleidingenaanbod. Het concern opleidingenaanbod richt zich op concernbrede opleidingen die bijdragen aan het realiseren van de bestuurlijke- en organisatiedoelstellingen. In de eerste helft van 2009 zijn een drietal concerntrajecten afgerond. Het betreft een professionaliseringstraject voor Teamleiders en twee leergangen voor beleidsadviseurs (strategische adviseren en beleidsnota’s, beleid in de praktijk). In voorbereiding voor de tweede helft van 2009 is het organisatiebreed opleidingstraject in het kader van de ontwikkeling van onze kernwaarden en een professionaliseringstraject projectmatig en programmatisch werken. Overige e-HRM thema’s die begin 2009 verder zijn opgepakt zijn digitale werving via de Werving & Selectietool. Deze tool zal de tweede helft van 2009 in de gehele organisatie worden geïmplementeerd. Het behoud en de ontwikkeling van een optimaal en kwalitatief hoogwaardig personeelsbestand (strategische personeelsplanning) voor nu en in de toekomst is van groot belang voor de provincie Overijssel. Uitwerking van relevante activiteiten op het gebied van strategische personeelsplanning is geborgd binnen de provincie Overijssel middels een eigen programmalijn binnen het doorontwikkelingsprogramma ‘Overijssel Straks’. In deze programmalijn staan ondere andere thema’s als een flexibele organisatie en HR-control centraal. Binnen het HRM-beleid is arbeidsmarktcommunicatie aangemerkt als één van de urgente thema’s voor de provincie Overijssel. Dit om te anticiperen op de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt (krapte & vergrijzing) en de gevolgen daarvan voor de invulling van vacatures bij de provincie. Er is een arbeidsmarktcommunicatiestrategie ontwikkeld, die in de loop van 2009 haar beslag gaat krijgen in een campagne gericht op het positioneren van de provincie als topwerkgever. Voor de directe personeelswerving wordt gewerkt met de site werkenbijprovincieoverijssel.nl; achter deze site bevindt zich een recruitmentsysteem die zorgdraagt voor een digitaal wervingsproces. Om de instroom van jonge mensen en stagiaires te stimuleren zijn in 2009 extra stappen gezet om samen met Overijsselse gemeenten een traineeprogramma te ontwikkelen en daarnaast het stagebeleid te intensiveren. Naast de campagne binnen arbeidsmarktcommunicatie wordt daarom in samenwerking met het onderwijs extra aandacht besteed aan structureel stagebeleid. Voor de provincie als werkgever is het van belang om bij de doelgroep stagiaires een helder werkgeverprofiel neer te zetten.
94
Najaarsnota 2009
In het eerste kwartaal 2009 heeft een tussentijdse review in het kader van onze “Investors in People”- certificering plaatsgevonden. Een certificaat waarmee de organisatie aangeeft op een systematische wijze te willen werken aan de continue verbetering van de organisatie. De afstemming tussen ontwikkeling en doelen van medewerkers en de organisatie als geheel vormt hierbij het uitgangspunt. Op deze wijze wil de provincie koploper blijven daar waar het gaat om een vooruitstrevend personeelsbeleid. In de tweede helft van 2009 wordt een programma van eisen opgesteld tbv de aanbesteding van het personeelsinformatiesysteem 2010. Het nieuwe systeem moet het elektronisch werken op het terrein van HRM optimaal gaan ondersteunen, waarbij zowel medewerkers als leidinggevenden verregaand zelfstandig en tijd- en plaatsonafhankelijk toegang hebben tot de benodigde informatie, formulieren en procedures. In de eerste helft van 2009 is hiertoe een definitiestudie opgeleverd.
Arbeidomstandigheden Gezondheidsmanagement maakt onderdeel uit van ons HRM-beleid. In ons HRM-beleid is vastgesteld dat de veranderingen die op ons afkomen en de ambities die de organisatie heeft, vragen om ondersteuning door middel van een actief, preventief gezondheidsbeleid. Via gezondheidsmanagement werken we aan de duurzame inzetbaarheid van medewerkers, met name vanuit de invalshoeken van fysieke, mentale en sociale gezondheid. Gezondheidsrisico’s voor de provincie liggen vooral op het gebied van de psychische en stressgerelateerde klachten. In de eerste helft van 2009 een visie op gezondheid en verzuim, waar het accent ligt op preventie van verzuim, opgesteld en bediscussieerd. Via deze discussies wordt bekeken aan welke faciliterende instrumenten de organisatie behoefte heeft om medewerkers en management beter in staat te stellen pro-actief gezond werken te bevorderen.
Integriteitsbeleid Met integriteit - of integer handelen - wordt bedoeld dat je als ambtenaar je functie adequaat en zorgvuldig uitoefent, met inachtneming van je verantwoordelijkheden en de geldende regels. Als regels ontbreken of onhelder zijn, dan oordeel je en handel je op moreel verantwoorde wijze, op basis van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen. Je neemt verantwoordelijkheid voor je eigen handelen, je bent aanspreekbaar op je gedrag, en je spreekt anderen hierop aan. De afgelopen periode is op sectoraal niveau energie gestoken in de verbetering (en verruiming) van de klokkenluidersregeling. Binnenkort zal de nieuwe regeling het formele besluitvormingstraject doorlopen. In aanloop daarop is reeds een eerste melding misstand – hoewel formeel niet ontvankelijk cf. de thans vigerende regeling – in behandeling genomen en afgehandeld. Daarbij is ook voor het eerst de vorig jaar ingestelde vertrouwenspersoon integriteit in positie gebracht. Momenteel loopt er een interne audit met als centrale probleemstelling “Wordt integer handelen beleefd en nageleefd door de medewerkers van de provincie Overijssel?”. Deze audit sluit aan bij recente landelijke ontwikkelingen waarbij de integriteit van ambtenaren in het geding is geweest (waar onder de gemeente Den Helder en de provincie Limburg). Integer gedrag mag, gezien ook die ontwikkelingen, niet als vanzelfsprekend worden beschouwd. De gedachte is dat deze audit aanknopingspunten zal genereren voor de verdere verbetering van het provinciale integriteitsbeleid.
4.5.2
Informatiebeleid/E-provincie Het informatiebeleid wordt in 2009 verder geprofessionaliseerd. Belangrijk daarbij is het effectueren van onze implementatiestrategie. Ook informatiebeveiliging is een belangrijk issue. Na de eerste stappen die in 2008 zijn gezet wordt in 2009 aandacht besteed aan bewustwording rondom dit ontwerp en de wijze waarop we de risico’s kunnen beperken. In 2009 zal informatiebeveiliging verder worden ontwikkeld.
Najaarsnota 2009
95
In 2009 zal dienstverlening een belangrijk onderwerp zijn. ICT-ontwikkelingen zijn gericht op het verbeteren van onze informatieontsluiting naar en transacties met burgers en bedrijven via het internet. Ook onze rol in de ketensamenwerking met partners is hierin belangrijk. Hiervoor is veel aandacht nodig voor de informatiehuishouding in de back-office. De acties uit het meerjaren informatieplan 2007-2011 zijn hierop ook gericht. Architectuur krijgt speciale aandacht. Vanaf 1 januari 2008 heeft het IPO de taken van het programma e-Provincies overgenomen. Een interprovinciale groep gaat uitvoering geven aan de activiteiten op het terrein van e-overheid, zoals vastgelegd in het Nationaal Uitvoeringsprogramma (NUP).
96
Najaarsnota 2009
4.5.3
Milieumanagementsysteem Het provinciale milieumanagementsysteem uit 2004/2005 heeft in het najaar 2007 een update ondergaan als gevolg van de renovatie van het provinciehuis en de gewijzigde organisatie van WK. In de eerste helft van 2009 heeft de provincie Overijssel conform de planning een energiebesparingsonderzoek uitgevoerd. Dit leidde tot een vijftal maatwerkadviezen. De provincie heeft de registraties van het eigen energieverbruik van alle provinciale gebouwen ondergebracht bij de energiemakelaars Oxxio (elektra) en Eneco (gas). Medio 2009 wordt de provinciale energiemonitor ingevoerd. Voor de provinciale gebouwen hebben we bij de renovatie van de vijf steunpunten van WK in 2007/2008 de nodige DuurzaamBouwen-maatregelen doorgevoerd. In de tweede helft van 2009 start een onderzoek naar de mate waarin ons huidig gebruik van bestrijdingsmiddelen een milieubelasting oplevert. In het kader van duurzaam inkopen onderzoeken we welke normen SenterNovem hanteert voor energielabels van professionele apparatuur.
4.5.4
Kwaliteitsbeleid De Provincie Overijssel werkt continu aan de verbetering en optimalisering van haar processen ten behoeve van een optimale in- en externe dienstverlening. In 2009 is binnen de processen vergunningverlening, inkoop & subsidies verder gekeken naar standaardisering en een eenduidig en helder uitvoeringskader. Intensivering van evaluatie en toetsing heeft in 2009 actief plaatsgevonden via interne audits en onderzoeken. Dit om te leren van wat er goed ging en wat beter kan. De kwaliteit van externe dienstverlening heeft begin 2009 vorm gekregen door middel van een onderzoek naar de schriftelijke dienstverlening. Tevens is de internetdienstverlening onder de loep genomen en is de content bekeken vanuit de klant en ook zodanig aangepast en verbeterd. Dit is een belangrijke stap in het verder professionaliseren van onze website. In de wetenschap dat onze kracht ligt in onze medewerkers blijven we investeren in een hoogwaardig personeelsbeleid. Alleen dan kunnen we zorg dragen voor optimale kwaliteit.
4.5.5
Doelmatigheid Doelmatig- en doeltreffendheid In het kader van provinciewet (artikel 217a) laten GS jaarlijks een onderzoek naar de doelmatigen/of doeltreffendheid van de organisatie uitvoeren. In 2008 is een onderzoek uitgevoerd naar de doeltreffendheid van de schriftelijke communicatie van de provincie Overijssel. Dit in het kader van het project dienstverlening waarin het contact met de klant verbeterd dient te worden. Vanuit het project dienstverlening wordt gekeken welk niveau van dienstverlening de Provincie Overijssel aan haar klanten levert. Om te kunnen meten hoe de dienstverlening van de provincie is, zijn servicenormen opgesteld. Deze servicenormen geven per kanaal (mail, telefoon, loket) aan welk niveau van dienstverlening de organisatie wil aanbieden. Servicenormen gaan over het eerste contact met de klant: nemen we de telefoon tijdig op, sturen we tijdig een ontvangstbevestiging. Om de dienstverlening van de provincie te verbeteren, is het nodig om ook inzicht te krijgen in de kwaliteit van de dienstverlening. Hiermee wordt bedoeld of de reactie die de klant krijgt duidelijk, begrijpelijk en juist is; en of de huisstijl op een goede manier gebruikt wordt. Eind 2008 is een zogenaamde 0-meting uitgevoerd om vast te stellen hoe doeltreffend de schriftelijke dienstverlening nu is. In dit onderzoek is de schriftelijke communicatie binnen de Shared Service Centers (SSC’s) Subsidieverlening, Vergunningverlening en Handhaving systematisch geanalyseerd. Er is bewust gekozen voor deze organisatieonderdelen omdat er veel
Najaarsnota 2009
97
contact met klanten is. Het digitale loket is hierbij buiten beschouwing gebleven. De resultaten en mogelijke verbeterpunten vanuit het onderzoek, dienen als input voor de verdere verbetering van dienstverlening.
Subsidieverlening Per 1 januari 2009 is het nieuwe shared service center voor subsidieverlening bij de eenheid Zorg en Cultuur gestart waarin de subsidieafhandeling is gecentraliseerd. De eerste effecten worden duidelijk: knelpunten in de uitvoering worden uniform opgelost, een aanvraag wordt gemakkelijker aan meerdere regelingen getoetst om na te gaan waar alternatieve subsidiemogelijkheden liggen en de subsidieprocessen worden beter gemonitord. Met de start van de front-office (subsidietelefoon en -postbus) bij het shared service center is de externe dienstverlening verder vergroot: de aanvrager kan met al zijn subsidievragen daar terecht en hoeft dus niet meer zelf zijn weg te vinden in de provinciale organisatie en in de provinciale subsidiemogelijkheden. Het nieuwe shared service center wordt in 2010 geëvalueerd. In het najaar van 2009 zullen wij met uw Staten een werkconferentie gaan organiseren vooruitlopend op de evaluatie van de Subsidiesystematiek Nieuwe stijl Overijssel (SNSO). Met de evaluatie van de SNSO kan worden nagegaan of prestatiesturing inderdaad heeft gebracht wat is beoogd: een doelmatiger besteding van de subsidiegelden, een zakelijke houding ten opzichte van de subsidieontvangers en minder administratieve lasten in- en extern.
Inkoop en aanbestedingsbeleid De stroomlijning van de inkoopfunctie heeft per 1 april 2009 geleid tot centralisatie van de inkoopfunctie door de inrichting van het team Vastgoed en Inkoop (FDVI). Daarnaast is de regiegroep Inkoop en Contractmanagement in het leven geroepen. In de regiegroep hebben medewerk(st)ers van de afdeling FDVI en vertegenwoordig(st)ers van de eenheden zitting. Met ingang van 1 april 2009 voert FDVI alle nationale en Europese aanbestedingen uit. Najaar 2009 wordt het inkoopbeleid geëvalueerd en geactualiseerd. Dit zal voor de periode 20102013 ter goedkeuring aan GS worden aangeboden. Onderdeel van het Inkoopbeleid is duurzaam inkopen. In verband met het door de provincie Overijssel ondertekende klimaatakkoord, heeft de provincie zich de verplichting opgelegd om met ingang van 2010 50 % en met ingang van 2015 100% duurzaam in te kopen. Deze verplichting zal onderdeel uitmaken van het inkoopbeleid.
4.5.6
Rechtmatigheid In het auditprogramma 2009 is de audit naar rechtmatigheid opgenomen. Hierin zijn een aantal aandachtspunten voor 2009 opgenomen. Net zoals voorgaande jaren wordt er een grote selectie van inkopen beoordeeld. Hoewel er in 2008 een duidelijke verbetering is opgetreden bij het Europees inkopen van goederen en diensten, willen we die verbetering wel blijven volgen. De werking van de nieuwe werkwijze (die ontstaan is na het starten van het ‘Shared Service Center Inkoop’) is daarbij ook onderwerp van onderzoek . Voor wat betreft subsidies zullen met name de pMJP-subsidies en de EU-subsidies extra aandacht krijgen. Het nieuwe ‘Shared Service Center’ Subsidies zullen we daarin uitgebreid ondersteunen door aanvullende trainingen op het gebied van rechtmatigheid. Momenteel zien we weer verbeteringen in de uitvoering van de subsidieregelingen. Tijdigheid en volledigheid van de uitvoering zijn beter geborgd in het proces.
98
Najaarsnota 2009
4.5.7
Administratieve Organisatie Optimale vastlegging van processen staat op de agenda voor 2009. Er is begin 2009 onderzocht op welke wijze de informatietechnologie afdoende ondersteuning kan bieden. In de loop van 2009 zal gekeken worden naar de inrichting van een nieuw systeem ten behoeve van AO-beschrijvingen.
4.6
Verbonden partijen De provincie Overijssel kende in het begin van 2009 acht ‘verbonden partijen’: zes privaatrechtelijke deelnemingen (BNG NV, Essent NV, Vitens NV, Oost-NV, Wadinko NV en Zuiderzeehaven BV), één openbaar lichaam op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Regionaal Bedrijventerrein Twente) en één rechtspersoon Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel. De relatie met vijf ‘verbonden partijen’ bestaat al gedurende lange tijd (nutsbedrijven Essent en Vitens, BNG, Wadinko en Oost NV). De relatie met de drie andere partijen is van meer recente datum ( Regionaal Bedrijventerrein Twente, Zuiderzeehaven en het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen) en zijn ontstaan vanuit de provinciale betrokkenheid bij de grootschalige projecten waarvoor deze rechtspersonen zijn opgericht. Dit geldt ook voor de HMO NV die onlangs officieel van start is gegaan. Potentiële nieuwe deelnemingen zijn: Vliegwielmaatschappij Twente, Warmtebedrijf en Aardwarmtebedrijf Koekoekspolder. Voor ontwikkelingen rond splitsing van Essent wordt verwezen naar onderstaande tekst.
Ontwikkelingen In het Statenvoorstel deelnemingenbeleid Overijssel, dat uw Staten in mei 2008 hebben vastgesteld, was als één van de criteria het beloningsbeleid opgenomen. Daar werd voorgesteld aan te sluiten bij het advies ‘Normeren en waarderen’ van de commissie Dijkstal. Op het moment van vaststelling van het Statenvoorstel had het kabinet over dit advies nog geen standpunt ingenomen. Eind 2008 werd de kabinetslijn bekend. Het advies van de commissie Dijkstal gaat over instellingen uit de semipublieke sector en een beperkt aantal deelnemingen. Het kabinet neemt dit over en breidt het uit tot alle staatsdeelnemingen. Per brief hebben wij u begin januari van dit jaar geïnformeerd over de gekozen kabinetslijn en de doorwerking daarvan voor het Overijsselse beloningsbeleid. Het kabinetskader wordt als uitgangspunt genomen, waarbij nadrukkelijk de kanttekening dat het in alle gevallen gaat om maatwerk.
Essent Ten aanzien van Essent hebben wij op 13 mei 2009 besloten in te stemmen met de verkoop van de in het bezit van de provincie Overijssel zijnde aandelen Essent aan RWE. Dit besluit tot verkoop hebben wij mede gebaseerd op de mening van uw Staten. Een meerderheid van uw Staten gaven tijdens de vergadering van 6 mei 2009 aan het door ons voorgenomen besluit betreffende de verkoop van Essent te steunen. Daarnaast hebben uw Staten tijdens dezelfde Statenvergadering het aandeelhouderschap in het netwerkbedrijf Enexis, dat is ontstaan door de wettelijke verplichte splitsing, geaccepteerd. Ter afronding van het verkoopproces moeten nog een aantal stappen worden genomen, waaronder de goedkeuring van BZK met betrekking tot een aantal (nieuwe) deelnemingen en de besluitvorming binnen twee bijzondere Aandeelhoudersvergaderingen in juli 2009. Ten aanzien van Essent Milieu is, mede gezien de naar het zich liet aanzien te verwachten tegenvallende verkoopopbrengst, het verkoopproces door Essent stop gezet. Dit betekent dat de huidige publieke aandeelhouders van Essent voorlopig aandeelhouder zullen blijven van Essent Milieu.
Najaarsnota 2009
99
4.7
Grondbeleid Beleidsontwikkelingen In de periode februari tot juni 2009 is de conceptnota grondbeleid, welke de kaders en randvoorwaarden voor al het provinciaal grondbeleid bevat, in de vorm van enkele expertmeetings, aan de orde geweest in de commissies RWD en EMB en de PCFL. Dit ter voorbereiding op vaststelling van deze nota door Provinciale Staten in oktober 2009.
Grondbeleid binnen provinciale projecten Het provinciaal grondbeleid richt zich, naast aankopen ten behoeve van EHS, agrarische structuurversterking en infrastructuur, momenteel op twee majeure projecten: de hoogwatergeul IJsseldelta-Zuid en de herontwikkeling luchthaven Twente. Ten behoeve van de realisatie van deze projecten is gekozen voor het voeren van een actief grondbeleid. Dit houdt in dat de provincie in samenwerking met medeoverheden betrokken is bij de realisatie van de projecten en de grondverwerving ten behoeve van de beoogde functies voor eigen rekening en risico op zich heeft genomen.
IJsseldelta-Zuid Met de grondverwerving ten behoeve van de hoogwatergeul is volgens huidige inzichten een investering van circa € 34,6 miljoen gemoeid. Voor dit bedrag moet in totaal 620 hectare aan grond van diverse eigenaren in het gebied worden verworven. Omdat de bezittingen van eigenaars in veel gevallen deels in en deels buiten het projectgebied van de hoogwatergeul gelegen zijn en men doorgaans zijn gehele bezit wenst te vervreemden, moet onderscheid worden gemaakt in gronden gelegen binnen het toekomstige projectgebied en gronden welke daarbuiten zijn gelegen. Deze laatste gronden worden weliswaar ook aangekocht, maar worden te zijner tijd weer voor marktwaarde verkocht. De grondverwerving is in 2007 met een eerste kredietverlening door PS van € 20 miljoen gestart. De verwerving van het totale projectgebied zal enkele jaren in beslag nemen en naar verwachting per ultimo 2011 afgerond zijn. Uitgangspunt is dat aan de huidige eigenaars een volledige schadeloosstelling wordt geboden. De Dienst Landelijk Gebied (DLG) is belast met de uitvoering van de grondverwerving. Medio 2009 is er in totaal 82 hectare aangekocht met een bijbehorende boekwaarde van € 15, 1 miljoen. Dit bedrag is inclusief een bedrag van € 5,3 miljoen behorend bij circa 20 hectare door de provincie op verzoek van medeoverheden aangekochte grond welke nog als vordering uitstaat. Per saldo is daarmee € 9,8 miljoen besteed aan aankopen in het projectgebied van de Hoogwatergeul. Op dit moment beschikt de provincie daarmee over 13% van de voor de hoogwatergeul noodzakelijke gronden. Daaraan is 28% van het totale investeringsbedrag voor de grondverwerving besteed. Het beeld is enigszins vertekend, omdat tot dusver door DLG voornamelijk complete bedrijven (dus grond en opstallen) zijn aangekocht. Deze aankopen zijn relatief duurder dan aankopen waarbij uitsluitend landbouwgrond wordt aangekocht. Bovendien kan een aantal aangekochte opstallen en buitendijks gelegen gronden, welke niet nodig zijn voor de planontwikkeling, worden doorverkocht. Deze opbrengstpotentie is bij de bepaling van de boekwaarde nog niet meegenomen.
Herontwikkeling luchthaven Twente De provincie treedt momenteel samen met gemeente Enschede en het Rijk op als opdrachtgever voor de herontwikkeling van de luchthaven Twente. Daartoe zijn twee modellen ontwikkeld: één zonder en één met een luchthaven met daarbij een financiële haalbaarheidsanalyse en een bepaling van de residuele grondwaarde. De residuele grondwaarde is het bedrag dat het Rijk van de gemeente Enschede en de provincie zal ontvangen wanneer deze de herontwikkeling op zich nemen, bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijke grondexploitatiemaatschappij (risicodragende participatie) waarin de gemeente en de provincie deelnemen. Het Rijk, de provincie Overijssel en de
100
Najaarsnota 2009
gemeente Enschede hebben medio 2009 een voorlopige keus gemaakt voor een Structuurvisie gebaseerd op een compacte luchthaven in het groen. Die biedt de beste kansen voor een economisch sterker en duurzamer Twente. Na de tervisielegging worden alle inspraakreacties door VTM behandeld en opgenomen in een zogenaamde reactienota. In het najaar wordt de reactienota samen met het advies van de commissie MER ter besluitvorming voorgelegd aan de betrokken partijen waarna besluitvorming plaatsvindt.
Najaarsnota 2009
101
5
Financiën
In dit hoofdstuk vindt u de financiële vertaling terug van de in hoofdstuk 3 gerapporteerde beleidsmatige voortgang van de Programmabegroting 2009. De daar beschreven voorstellen tot wijziging van de begroting kunnen gevolgen hebben voor het budgettair perspectief. Dit perspectief wordt verder overigens nog beïnvloed door mutaties in de algemene dekkingsmiddelen en de apparaatskosten. De indeling van deze najaarsnota sluit in grote lijnen aan bij die van de Programmabegroting 2009. Dit houdt in dat in dit hoofdstuk achtereenvolgens het geactualiseerd budgettair perspectief, de mutaties op de algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten, de reserves, de investeringsbudgetten en de budgettair neutrale begrotingswijzigingen worden gepresenteerd.
5.1
Actualisering budgettair perspectief Het budgettair perspectief wordt hieronder meerjarig gepresenteerd, dit in tegenstelling tot de rapportage in hoofdstuk 3, die zich richt op de afwijkingen in 2009. De daar voorgestelde wijzigingen hebben echter wel meerjarige effecten. Om deze zichtbaar te maken worden hieronder de meerjarige effecten wel gepresenteerd, dit overigens in lijn met de presentatie in de Najaarsnota 2008 en de Begroting 2009. Onder de tabel volgt een korte toelichting per nummer. Wij stellen u voor het saldo van het budgettair perspectief in 2009 voor de jaren 2009 en 2010 toe te voegen aan de vrije ruimte binnen de Algemene dekkingsreserve en daarnaast in 2009 € 2,4 miljoen aan de vrije ruimte binnen de Algemene dekkingsreserve te onttrekken om dit vervolgens te storten in de Reserve Investeren in Overijssel. ADR Vrije ruimte ADR wijziging 8 van 2009 Saldi meerjarenraming wijziging 8 van 2009
*
2009
Actualisering begroting Verkoop Essent N.V. Investering in Overijssel tranche 2009 Autonome ontwikkelingen Overige mutaties Actualisering bestaand beleid Beleidsintensiveringen
1 2 3 4 5 6
Beschikbare budgettaire ruimte Beschikbaarstellen middelen 2009 IiO (via bestemmingsreserve IiO) Mutatie vrije ruimte ADR Nieuw budgettair perspectief Beschikbaar voor nieuw beleid: Bestuursperiode 2011-2015 *
2010
2011
2012
bedragen x € 1.000 2013
97.824
2.212.158 2.4006.476 221.262 2.09397.824 2.4002.226.409 2.321.833
2.215.381 2.400 2.217.781-
8.966 4136669
8.628
12.665
29.321
30.403
49.885
10.352
10.352
4114119
4197 194
41307 194
62.614
39.923
41.215
62.614
39.923
41.215
11.209
11.209
8.628-
Algemene dekkingsreserve
Onder nummer 1 treft u de effecten van de verkoop van Essent op het budgettair perspectief aan. Deze effecten zijn gewijzigd ten opzichte van wat wij u bij de achtste wijziging van 2009 als indicatief effect hebben geschetst. Een uitgebreide toelichting vindt u in paragraaf 5.1.1. Het totaal hiervan resulteert voor de jaren 2009 – 2013 in een positieve bijdrage van € 2,3 miljard. Op het moment van schrijven is de situatie rondom de afronding van de voorgenomen verkoop van Essent PLB aan RWE nog onduidelijk. Wij hebben de voorlopige cijfers met betrekking tot deze transactie desalniettemin in de najaarsnota verwerkt, zodat daarmee de basis voor het budgettair perspectief van de Programmabegroting 2010 is gelegd. Dit is nodig omdat in de Programmabegroting 2010 ook de besluitvorming van Provinciale Staten op 1 juli 2009 over Investeren in Overijssel voor 2010 – 2012 is verwerkt en daarvoor dienen de Essentmiddelen als dekking.
102
Najaarsnota 2009
Onder nummer 2 treft u een tweetal voorstellen aan als eerste invulling van Investeren in Overijssel zoals u dat op 1 juli 2009 behandeld hebt. Dit betreft de uitvoering van het deel van de projecten dat nog dit jaar in uitvoering in uitvoering genomen kan worden. De benodigde middelen worden onttrokken aan de Reserve Investeren in Overijssel. Deze voorstellen hebben een negatief effect op het budgettair perspectief van € 2,4 miljoen, omdat de reserve via de algemene middelen gevuld wordt. Onder nummer 3 treft u de voorstellen voortvloeiend uit autonome ontwikkelingen aan. Deze zijn naar hun aard onontkoombaar en passen binnen de kaders die we daarvoor gewend zijn te hanteren. Het totaal hiervan resulteert voor de jaren 2009 – 2013 in een positieve bijdrage van € 6,3 miljoen. De mutaties zijn in grote lijnen het gevolg van de meeropbrengst aan rente op uitgezette middelen (€ 7,6 miljoen) en het accres Provinciefonds (-/- € 0,9 miljoen) Nummer 4 betreft de voorstellen voortvloeiend uit overige mutaties. Deze zijn het gevolg van het binnen de provincie gehanteerde financieel beleid en daarmee deels naar hun aard onontkoombaar. De mutaties op de rente en instandhoudingsbijdragen van reserves, voorzieningen en doeluitkeringen lopen voor de jaren 2009 – 2013 per saldo nagenoeg budgettair neutraal. De voorstellen onder nummer 5 betreffen de voorstellen tot actualisering bestaand beleid. Om diverse redenen hoeven genoemde bedragen niet meer ingezet te worden en dit resulteert voor de jaren 2009 – 2013 in een positieve bijdrage van € 1,7 miljoen. De positieve bijdrage wordt voornamelijk veroorzaakt door besparingen op documentreproductie en ICT-onderhoud. Onder nummer 6 zijn de voorstellen voor beleidsintensiveringen opgenomen. In deze najaarsnota betreffen dit twee incidentele voorstellen; één van € 250.000 voor nader onderzoek aan provinciale bruggen en één van € 1.843.000 voor versterking van het vermogen van PPM Oost. Hieronder treft u de onderverdeling van de categorieën in zes aparte tabellen aan. Elke regel bevat een voorstel en een verwijzing naar de paragraaf waar dit voorstel is toegelicht. De regels zonder verwijzing zijn onder elk staatje toegelicht.
5.1.1
Verkoop Essent N.V. c.a.
ADR
2009
2010
2011
2012
bedragen x € 1.000 2013
Verkoop Essent N.V. c.a. 1.604.396 177.37837.037476.993 336.701 8.483
Opbrengst verkoop (incl. CBL en ESCROW) Voorzieningen CBL en ESCROW Voorzieningen ASA indemnity en letter of credit facility Aandelen Enexis Lening aan Enexis Rente over lening aan Enexis Dividend Enexis Opbrengst verkoop en dividend Essent Milieu Aframing dividendinkomsten Essent 1
p.m.
40.919
16.966 10.000 p.m. 18.000-
Totaal
2.212.158
16.966 10.000 p.m.
8.966
13.052 10.000 p.m.
18.00049.885
13.052 10.000 p.m.
12.70010.352
12.70010.352
(volgnr.1, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009) Om de leesbaarheid van de toelichting op de gevolgen van de verkoop van Essent te vergroten worden alle bedragen afgerond naar hele miljoenen. Hierdoor ontstaan soms afrondingsverschillen met bovenstaand overzicht. De inhoudelijke toelichting is overigens grotendeels gebaseerd op wat wij u in de achtste wijziging van 2009 hebben gemeld. Gelet op de wenselijkheid om invulling te kunnen geven aan Investeren in Overijssel is er voor gekozen de gevolgen van de verkoop van Essent te verwerken met de nu bekende cijfers. Wij wijzen u er op dat er na ‘completion’ nog een onvermijdelijke correctie zal volgen, waarvan de financiële consequenties op dit ogenblik niet te voorspellen zijn.
Opbrengst verkoop Het door Overijssel te ontvangen bedrag wordt nu geschat op € 1.604 miljoen. Dit is inclusief de bijdrage van de aandeelhouders aan de afwikkeling van de crossborderleasecontracten (CBL) en vrijwaringen en garantstellingen van de aandeelhouders (ESCROW’s). Het te ontvangen bedrag is ten opzichte van de vorige schatting beïnvloed door aflossingen in 2009 van Enexis op de door Essent aan haar verstrekte bruglening, de vervroegde afwikkeling van diverse CBL-contracten en de aanpassing van het werkkapitaal naar de cijfers per 1 juli 2009. In deze post is tevens de
Najaarsnota 2009
103
vermindering van de huidige boekwaarde van de aandelen Essent, ad € 3,5 miljoen, begrepen. Er is nog geen rekening gehouden met de eventuele effecten voortvloeiend uit de discussie tussen partijen over EPZ (kerncentrale Borssele).
Voorzieningen CBL en ESCROW Op de verkoopprijs van de aandelen worden bedragen ingehouden voor CBL en ESCROW’s. Wij behouden daarvoor een vordering op RWE. Voor de afwikkeling van de resterende CBL-contracten lijkt nu een bedrag van € 14 miljoen afdoende vanwege de vroegtijdige beëindiging van een groot aantal CBL-contracten in de periode tot juli 2009. De verwachting is dat de gehele voorziening benodigd zal zijn. Het benodigde bedrag voor de ESCROW’s bedraagt € 164 miljoen, ook hiervoor behouden wij een vordering op RWE. Op dit moment wordt geschat dat 50% van de voorziening benodigd zal zijn, vrijval zal dan in 2 delen van € 41 miljoen plaatsvinden; één maal in 2011 en één maal in 2015.
Voorziening ASA indemnity en letter of credit facility Aanvullend op de voorzieningen voor de CBL en ESCROW zijn nog met CBL samenhangende voorzieningen nodig. Het gaat hier om een bedrag van € 4 miljoen voor ASA-indemnity en € 33 miljoen voor een ‘Letter of cedit facility’. Ten opzichte van de vorige schatting is het benodigde bedrag voor ASA-indemnity gedaald met € 22 miljoen als gevolg van de vervroegde afwikkeling van een aantal CBL.
Aandelen Enexis De provincie blijft aandeelhouder van het onderdeel van Essent dat het energienetwerk beheert, Enexis genaamd. De aandelen zijn niet verhandelbaar. Het bedrag van € 477 miljoen is gebaseerd op de verwachte waarde van Enexis en zal worden toegevoegd aan de Algemene dekkingsreserve. Dit bedrag is niet beschikbaar voor dekking van investeringsvoorstellen. Er zal hiervoor waarschijnlijk een afzonderlijke herwaarderingsreserve worden ingesteld bij de verdere verwerking van de Essent-posten in de provinciale balans. In de omvang van het belang is de aanwijzing van de minister van Economische Zaken met betrekking tot het splitsingsplan meegenomen.
Lening aan Enexis De leningen die Essent in het verleden aan Enexis heeft verstrekt, zullen worden overgenomen door de aandeelhouders. Dit betekent concreet dat de provincie een vordering heeft op Enexis. Het gaat hierbij om een bedrag van € 337 miljoen dat Enexis tussen nu en 10 jaar zal aflossen. In de omvang van het belang is de aanwijzing van de minister van Economische Zaken met betrekking tot het splitsingsplan meegenomen. Verder heeft Enexis in totaliteit al € 443 miljoen van de bruglening afgelost, waardoor ons aandeel in de resterende lening met € 73 miljoen daalt ten opzichte van het eerder gemelde bedrag van € 420 miljoen. Het laatste deel van de lening, dat in 2018 afgelost wordt, is converteerbaar in aandelen Enexis. Dit deel betreft een bedrag van € 65 miljoen.
Rente over de lening aan Enexis Over de gehele lening wordt een rente vergoed van 4,65%, waarbij voor het converteerbare deel daarenboven een opslag van 2% wordt vergoed. De aflossingen van de leningen vinden plaats in 2012, 2014, 2016 en 2018 (respectievelijk € 84 miljoen, 2 maal € 94 miljoen en ten slotte € 65 miljoen).
Dividend Enexis De provincie zal jaarlijks dividend van Enexis ontvangen. Er wordt een jaarlijkse dividendopbrengst van € 10 miljoen verwacht.
Opbrengst verkoop en dividend Essent Milieu In het licht van de toestand op de financiële markten is de verkoop van Essent Milieu door Essent stopgezet. Essent Milieu wordt daardoor bij de verkoop overgedragen aan de huidige
104
Najaarsnota 2009
aandeelhouders. Juist vanwege het stopzetten van de verkoopprocedure is het moeilijk om een waardering aan Essent Milieu toe te kennen, wij waarderen ons aandeel en het daar bijbehorende dividend nu voorlopig op p.m.
Aframing dividendinkomsten Essent Door de verkoop van de aandelen in Essent vervalt de meerjarig begrote dividendstroom zoals die nu in de begroting en meerjarenraming is opgenomen.
5.1.2
Investeren in Overijssel tranche 2009
ADR Investeren in Overijssel tranche 2009 3.1 A5 Stedelijke vernieuwing / bouwimpuls 3.3 B2 OV tactiek 2
5.1.3
2010
2011
2012
bedragen x € 1.000 2013
2010
2011
2012
bedragen x € 1.000 2013
2.1003002.400-
Totaal
Autonome ontwikkelingen
ADR 3.7 3.5 5.2 3.1 5.2 5.2 3.7
Autonome ontwikkelingen Bijstelling dividend Essent 2008 Bijstelling dividend Vitens 2008 Bijstelling dividend BNG 2008 Vervallen ontgrondingenheffing Accres junicirculaire Provinciefonds 2009 Actualisering rentebaten 2009 (inclusief effecten Essent) Regeling gebruik dienstauto CdK
3
5.1.4
2009
2009 24 7225418927.540 586.476
Totaal
41-
41-
41-
41-
41-
41-
41-
41-
Overige mutaties
ADR
2009
Overige mutaties 5.2 Renteëffecten actualisering reserves, voorzieningen en doeluitkeringen 3.3 Correctie actualisering Brede Doeluitkering verkeer & vervoer wijziging 8 3.2 Correctie Nano4Vitality Jaarrekening 2008 Afrondingen 4
2010
2011
2012
bedragen x € 1.000 2013
366-
14-
97
308
366-
14-
97
307
138 160122-
Totaal
Afrondingsverschillen
Door presentatie van de cijfers op duizenden euro’s ontstaan in de loop van de tijd onvermijdelijk afrondingsverschillen met de administratie. Via deze regel worden deze verschillen gecorrigeerd.
5.1.5
Actualisering bestaand beleid
ADR 3.7 3.3 5.2 3.2 3.4 5
Actualisering bestaand beleid Debatkamer 2009-2011 Stormschade en bestrijding eikenprocessierups Efficiëncyvoordelen MFC's en ICT Correctie GOBT Bijstelling stimuleringsregeling bodemonderzoek
2009
2010
2011 125-
501.199 13 100 Totaal
1.262
2012
bedragen x € 1.000 2013
75-
194
194
194
194
69
119
194
194
Najaarsnota 2009
105
5.1.6
Beleidsintensiveringen
ADR Beleidsintensiveringen 3.2 Motie Antuma c.s. | Vergroten vermogen PPM Oost 3.3 Vervolgonderzoek reststerkte kunstwerken provinciale wegen 6
106
1.843250Totaal
Najaarsnota 2009
2009
2.093-
2010
2011
2012
bedragen x € 1.000 2013
5.2
Algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten Voor de algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten zijn geen specifieke doelstellingen geformuleerd. Hierdoor treft u in deze paragraaf slechts de voortgang van de besteding/ontvangst van de financiën aan. bedragen x € 1.000
Programmalasten 2009 Omschrijving Rente kortlopend uitgezette middelen Uitkering provinciefonds Deelneming BNG Onvoorzien Apparaatskosten Totaal
Primitieve begroting 205 20.000 8 250 45.892 66.355
Rapportage periode Actuele Realisatie Begrotingswijzigingen begroting 20511 6819.932 20.000 8 250 4.85341.039 16.579 5.12661.229 36.590
Primitieve begroting 13.502 3.738 10.511 101.918 86.587 150 2.500 54 908 219.868
Rapportage periode Actuele Realisatie Begrotingswijzigingen begroting 20513.297 2.515 3.738 12.624 8159.696 4.183 106.101 106.101 4.413 91.000 45.966 150 125 2.500 1.546 54308 1.216 2.964 7.830 227.698 171.841
Saldo 11688 250 24.460 24.639
Prognose So ultimo 2009 2568250 639482-
bedragen x € 1.000
Programmabaten 2009 Omschrijving Rente kortlopend uitgezette middelen Rente langlopend uitgezette middelen Bespaarde rente Uitkering provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Deelneming BNG Onderuitputting Onvoorzien Apparaatskosten Totaal
5.2.1
Saldo 10.782 8.8869.696 45.034 25 954 1.74855.857
Prognose So ultimo 2009 7.997 15.562824 25 1.8388.554-
Voorstellen algemene dekkingsmiddelen Rente uitgezette middelen Voor het uitzetten van liquide middelen wordt gebruik gemaakt van geldmakelaars, die voor hun diensten een marginale vergoeding vragen. Deze kosten, voor zowel lang- als kortlopende uitzettingen, worden al sinds lange tijd functioneel verantwoord bij de rente kortlopend uitgezette middelen. Gelet op de omvang van de uitzettingen in 2009 zullen de kosten hoger uitvallen dan tot nu toe gebruikelijk was. Wij stellen u dan ook voor om incidenteel in 2009 een raming voor de kosten van geldmakelaars op te nemen in de begroting voor een bedrag van € 25.000,--. (volgnr.40, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009) De ontwikkelingen in 2009 alsmede de verkoop van Essent hebben weerslag op de in 2009 te verwachten rentebaten; er wordt een extra baat van € 7,57 miljoen verwacht. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar paragraaf 4.4.3. Daarnaast is het, gelet op de turbulente ontwikkelingen op de financiële markten, op dit moment gunstiger om liquiditeiten voor een langere periode weg te zetten. Bij de Programmabegroting 2009 was juist nog van een inverse rentestructuur uitgegaan, waardoor relatief veel opbrengsten van kortlopend uitgezette middelen werden verwacht. Om een juiste verhouding tussen lang- en kortlopend uitgezette middelen in de begroting te realiseren, is een verschuiving van circa € 8 miljoen benodigd van kort- naar langlopend uitgezette middelen. Wij stellen u voor om incidenteel in 2009 de te ontvangen rentebaten op kortlopend uitgezette middelen te verlagen met € 7.997.000 en de te ontvangen rentebaten op langlopend uitgezette middelen te verhogen met € 15.562.000. (volgnr.40, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009) De meerjarige effecten van de verkoop van Essent op de rentebaten zullen wij in de Programmabegroting 2010 verwerken.
Najaarsnota 2009
107
Uitkering Provinciefonds Onlangs ontvingen wij de Junicirculaire 2009 van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties. In deze circulaire verwerkt het Rijk de met de provincies gemaakte afspraken in het Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (Bofv) van 1 april 2009. Een belangrijke afspraak is dat de normeringssystematiek (samen ‘trap op trap af’) tot en met 2011 buiten werking wordt gesteld. In plaats daarvan is een reeks van nominale uitkeringen voor het provinciefonds overeen gekomen. Na 2011 zal de normeringssystematiek weer van toepassing zijn, tenzij uit evaluatie blijkt dat de betrokken partijen daar anders over denken. Voorts boekt het Rijk, op basis van het eerdere Rfv-advies, vanaf 2011 een structurele uitname in van € 300 miljoen uit de Uitkering Provinciefonds. Deze uitname wordt zowel door het Rijk als door ons technisch verwerkt. Het aandeel van Overijssel hierin becijferen wij op voorlopig ruim € 24,6 miljoen. Kabinet en IPO spraken af dat er op basis van het Rfv-advies een contra expertise plaatsvindt (de commissie Boorsma), om tot gedeelde opvattingen te komen. Mocht deze expertise leiden tot een andere uitkomst dan de hiervoor genoemde voorgenomen uitname, dat zal het Rijk haar voornemen nader wegen. In de Junicirculaire geeft BZK de ontwikkeling van het Fonds aan voor de komende jaren. Onderdeel van de in het Bofv gemaakte afspraken is, dat de provincies in staat moeten zijn om de doelen uit het in 2007 gesloten Bestuursakkoord te realiseren. Daarenboven is afgesproken om de reële groei voor 2009 uit de Septembercirculaire 2009 te handhaven en het nominaal accres tot en met 2011 niet onder de nulgrens te laten dalen. De behoedzaamheidsreserve wordt voorlopig buiten werking gesteld, zij het dat deze vanaf 2012 mogelijk opnieuw ingevoerd wordt. Mogelijk zullen de Maartcirculaires komen te vervallen in de komende jaren. Het gezamenlijk effect van mutaties in wegingsfactoren en opbrengst motorrijtuigenbelasting bedraagt € 0,463 miljoen positief, echter het effect van de afname van de uitkeringsfactor bedraagt € 1,287 miljoen negatief. Dit negatieve effect komt op conto van de afname van het nominaal accres. Landelijk gezien daalt deze ten opzichte van de Septembercirculaire 2009 met ongeveer € 30 miljoen. Voorts is de decentralisatieuitkering Regionale steunfunctie Momumentenzorg en Archeologie verwerkt in de Junicirculaire met een jaarlijks vast bedrag van € 68.000. Vooruitlopend hierop is deze decentralisatieuitkering al sectoraal toegewezen bij wijziging 8/2009, waarmee de labeling per saldo weer ‘glad’ loopt. Het structurele gevolg van de Junicirculaire 2009 bedraagt € 0,869 miljoen negatief en verwerken wij in de primitieve Programmabegroting 2010, evenals de decentralisatieuitkering Regionale steunfunctie Momumentenzorg en Archeologie ad jaarlijks € 68.000. Wij stellen u voor om de reserveringen (lasten) binnen de Uitkering provinciefonds in 2009 incidenteel te verhogen met € 68.000 en de Uitkering provinciefonds (baten) incidenteel te verlagen met € 824.000 (volgnr.39, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
Deelneming BNG De dividendontvangsten van de N.V. Bank Nederlandse Gemeenten over 2008 zijn € 25.000 lager uitgevallen dan was geraamd. Oorzaken hiervan zijn de hoge uitkeringen ten laste van de reserves van de bank aan de aandeelhouders en daarnaast de volatiliteit op de financiële markten. In hoeverre het resultaat structureel lager uitvalt dan nu geraamd, zal worden bezien na presentatie van de jaarcijfers van de BNG over 2009 alsmede de situatie op de financiële markten op dat moment (volgnr.38, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009).
Onvoorzien Raming van € 250.000 betreft de reguliere stelpost voor onvoorziene zaken. Normaliter zal hier geen realisatie op plaatsvinden. Als voor onvoorziene zaken budget benodigd is, zal dat van dit budget via begrotingswijziging worden overgeheveld naar het budget waar zich het knelpunt voordoet. Aanwending wordt voor 2009 vooralsnog niet voorzien, wat zal leiden tot de gebruikelijke vrijval bij het vaststellen van de Jaarrekening 2009.
108
Najaarsnota 2009
5.2.2
Voorstellen apparaatskosten Efficiëncyvoordelen MFC's en ICT Wij hebben fors bespaard op het nieuwe contract met OCE betreffende de nieuwe multifunctionele copiers (MFC’s). Het betreft een bedrag van € 94.000 in 2009 en met ingang van 2010 € 154.000 per jaar. Wij verwachten net als vorig jaar een onderbesteding op portokosten omdat het aantal te verzenden poststukken is gedaald door toename van elektronische verzending. Wij verwachten in 2009 een onderbesteding van € 30.000 en met ingang van 2010 € 40.000 per jaar. Daarnaast verwachten wij een incidentele meevaller van € 1.075.000 op ICT-gelateerde kosten. De oorspronkelijk voor 2008 geprognotiseerde Streefbeeldvoorzieningen (nieuwe IT-systemen ter ondersteuning van dienstverlenende processen) zullen volgens de huidige projectplanning eind 2009/begin 2010 operationeel worden. Dit betekent dat er in 2009 nog geen beroep worden gedaan op het hiervoor gereserveerde onderhoudsbudget. Ook hebben wij, door aanpassing van onderhoudscontracten voor netwerk en servers in 2008, fors kunnen besparen op het onderhoud. Wij hadden tot en met 2009 nog rekening gehouden met de kosten van de oude onderhoudscontracten. Wij stellen u voor om in 2009 de lasten incidenteel met € 1.199.000 te verlagen en vanaf 2010 structureel met € 194.000 (volgnr.43, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
Actualisering Voorziening verkoop steunpunten / verkoop diverse opstallen & terreinen De Voorziening verkoop steunpunten wordt gebruikt ter dekking van de kosten die gemaakt worden voor de verkoop van steunpunten en terreinen. Het gaat bijvoorbeeld om de kosten van bodemsaneringen. De verkoopopbrengsten komen ten gunste van deze voorziening. De taakstellende netto-opbrengst van de verkoop van steunpunten en terreinen bedraagt € 500.000. Tot op dit moment zijn er in 2009 een zestal steunpunten en nog eens zeven bedrijfsterreinen verkocht. De verkoopopbrengst verminderd met de nog aanwezige boekwaarde bedraagt € 1.388.000. Eind van dit jaar wordt de verkoop van de laatste twee steunpunten en de grote percelen afgerond. De provincie heeft ook nog enkele honderden kleine en grotere overhoeken in bezit waarvan de meeste verkocht kunnen worden. Wij stellen u voor om incidenteel en budgettair neutraal de lasten en baten in 2009 met € 1.838.000 te verhogen, waarvan € 450.000 bedoeld is voor de vervroegde afschrijving van de nog aanwezige boekwaarde (volgnr.44, bijlage IV budgettaire gevolgen van de 10e wijziging van de Programmabegroting 2009)
Najaarsnota 2009
109
5.3
Reserves In onderstaand schema wordt een overzicht getoond van de reserves. Dit overzicht sluit aan bij de in de Najaarsnota vermelde financiële informatie. Naam reserve
Stand per 01-01-2009
Begrote stand ultimo
Prognose stand ultimo
Saldo
Toelichting opgenomen bij
I Algemene reserves
Saldireserve Algemene dekkingsreserve
7.000 119.856
7.000 106.674
1.150
Actiefonds Overijssel Totaal I
-
7.000 2.322.412 -
2.215.738- Natuur en duurzaamheid (3.4), Daadkrachtig bestuur (3.7), Budgettair perspectief (5.1) -
128.006
113.674
2.329.412
2.215.738-
2.231 24.462 16.973 9.183 2.634 5.041 72 8.708 27.459 366.308 19.046 39.625
1.818 24.462 16.160 9.390 2.693 5.154 8.409 31.558 295.711 19.098 22.869
2.393 16.160 9.828 2.693 5.154 9.638 30.873 295.933 19.098 38.562
57524.462 4381.229685 22215.693-
18.759 1.092 -
300 27.905 1.287 2.000 -
300 27.905 1.287 1.700 657
II Bestemmingsreserves
Reserve grondwaterbeheer Reserve herwaardering aandelen Essent Groep N.V. Reserve herwaardering aandelen Vitens N.V. Reserve herwaardering aandelen Wadinko N.V. Reserve renovatie provinciehuis Reserve Europese programma's Reserve investeringen Fonds bedrijfsverplaatsingen Reserve Reconstructie Reserve BTW-compensatiefonds Reserve stimulering woningbouw Reserve regionale bereikbaarheid Reserve provinciale infrastructuur Ontwikkelingsreserve Reserve waterwegen Egalisatiereserve ILG Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve Reserve
combiplan RW 35 Nijverdal grondaankoop IJsseldelta-Zuid startersleningen energiebesparing herwaardering aandelen Essent Milieu Investeren in Overijssel herwaardering aandelen Oost N.V. -
Totaal reserves
541.593
468.814
462.181
669.599
582.488
2.791.593
Water (3.5) Budgettair perspectief (5.1)
Daadkrachtig bestuur (3.7)
Mobiliteit (3.3) Mobiliteit (3.3) div. programma's
Kwaliteit van de leefomgeving (3.1), Water (3.5), overig gevolg van GS-wijzigingen 300 Natuur en duurzaamheid (3.4) Budgettair perspectief (5.1) 657- Impuls voor werk (3.2)
6.633 2.209.105-
In de programma’s, algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten is in totaal een bedrag van € 2,4 miljard aan verwachte mutaties van reserves, voorzieningen en doeluitkeringen opgenomen. De toelichtingen hierop kunt u vinden in de betreffende programma’s. Naast de hierboven opgenomen mutaties van de reserves betreft het de volgende mutaties: Programma Mobiliteit
Brede doeluitkering verkeer en vervoer Doeluitkering regionaal mobiliteitsfonds
€ €
1,3 miljoen 0,6 miljoen -/-
€
2,9 miljoen -/-
Programma Daadkrachtig bestuur
Voorziening Europese programma’s Budgettair perspectief | verkoop Essent
Voorziening Voorziening Voorziening Voorziening
afwikkeling afwikkeling afwikkeling afwikkeling
verkoop verkoop verkoop verkoop
Essent Essent Essent Essent
| | | |
CBL ESCROW ASA indemnity Letter of credit facility
€ 13,7 miljoen -/€ 163,7 miljoen -/€ 4,3 miljoen -/€ 32,7 miljoen -/-
Algemene dekkingsmiddelen en apparaatskosten
Voorziening verkoop steunpunten
110
Najaarsnota 2009
€
1,4 miljoen -/-
5.4
Investeringsbudgetten In dit hoofdstuk vindt u de rapportage over de investeringsbudgetten. Deze zijn niet in de financiële toelichtingen per programma opgenomen en worden daarom hier als totaaloverzicht gepresenteerd. Budgetten die (waarschijnlijk) niet volledig besteed worden, zullen onder het totaaloverzicht worden toegelicht. Als de onderuitputting op de budgetten onzeker of moeilijk te schatten is, is in de tabel uitgegaan van volledige besteding per einde van het jaar. De voorgestelde wijzigingen zullen pas bij de Jaarrekening 2009 geëffectueerd worden. (bedragen x € 1.000) Productnummer
Omschrijving
Begroting 2009
Realisatie 2009
133 11.573 11.573
88 9.334 9.334
Saldo
Prognose saldo ultimo
Programma Mobiliteit
2.3.00.02 Ontwikkeling beleid bereikbaarheid 2.3.10.16 Realisatie provinciale wegen Totaal programma
45 2.239 2.239
-
Programma Natuur en duurzaamheid
2.5.50.05 Handhaving milieubeheer Totaal programma
189 189
-
189 189
189 189
251 251
249 249
Programma Water
2.4.40.05 Grondwaterbeheer Totaal programma
254 254
3 3
Programma Sociale infrastructuur en cultuur
2.8.30.50 Kunst en Cultuur Totaal programma
104 104
-
104 104
80 80
8 410 52 470
-
8 410 52 470
410 33 443
18 140 5.300 5.458 6.419
Programma Daadkrachtig bestuur
2.1.60.05 Promotie, externe betrekkingen en lobby 2.1.70.50 Renovatie provinciehuis 2.2.00.05 Openbare orde en veiligheid Totaal programma Apparaatskosten
3.0.15.75 Centraal applicatiebeheer 3.0.30.05 Vastgoed 3.0.30.25 Documentaire informatievoorziening 3.0.30.30 Documentproductie 3.0.30.35 ICT 3.1.00.25 Dienstverlening provinciale infrastructuur Totaal overhead Totalen
48 37 22 140 13.511 323 14.081
4 3 3.720 226 3.953
44 37 19 140 9.791 97 10.128
26.671
13.290
13.381
-
Programma Natuur en duurzaamheid 2.5.50.05 Handhaving milieubeheer
Super Office De vervanging van SO is afhankelijk van keuzes die gemaakt worden in het kader van de generieke voorzieningen. Door deze is het te verwachten dat de daadwerkelijke investering voor de vervanging van SO een jaar later plaats zal vinden. Voorgesteld wordt om het budget door te boeken naar 2010.
Programma Water 2.4.40.05 Grondwaterbeheer
Grondwatermeetnet Dit investeringsbudget wordt gebruikt voor het verdrogingsmeetnet TOP gebieden. De aanbesteding zal nog voor het einde van 2009 plaatsvinden. Betalingen zijn in 2009 niet te verwachten. Het
Najaarsnota 2009
111
investeringsbudget moet worden doorgeschoven naar 2010. ICT kosten grondwaterreserve Het grondwaterregister wordt in 2009 overgedragen aan TNO. Op basis van een eerste inventarisatie zijn door alle toekomstige gebruikers (12 provincies en 26 waterschappen) een aantal aanvullende eisen geformuleerd. De hiervoor benodigde ontwikkelkosten zullen - mogelijk - voor een deel voor rekening komen van de provincies. Het aandeel van de provincie Overijssel is nog niet bekend, maar ligt beduidend lager dan € 83.000. Deze nieuwe onderdelen van het register zullen niet eerder dan 2010 wordt geïmplementeerd. Het investeringsbudget moet dan ook worden doorgeschoven naar 2010. Zodra de omvang van de provinciale bijdrage van Overijssel bekend wordt, kan bepaald worden in hoeverre het naar 2010 doorgeschoven budget dan benodigd is en kan zonodig een deel van dat doorgeschoven budget worden afgeraamd.
Programma Sociale infrastructuur en cultuur 2.8.30.50 Kunst en Cultuur
Digitaal loket Wij sluiten met het digitale subsidieloket aan bij de ontwikkelingen en keuzes die voortkomen uit het programma Realisatie Generieke Voorzieningen. Budget is beschikbaar voor interim-oplossingen tot medio 2011 als bijvoorbeeld de werkplanningstool, de daarmee nauw samenhangende front-office registratietool en de digitale aanvraagformulieren.
Programma Daadkrachtig bestuur 2.1.70.50 Renovatie provinciehuis
Vastgoed Dit betreft voor het grootste deel (€ 410.000) een restant investeringsbudget van de renovatie. Het bedrag is onderdeel van de dekking van ons besluit tot aanpassingen in hoofdgebouw etage 6 en vleugel etage 3 en 6. Verwachte uitvoering 2010. Het overige betreft beperkte onderhoudsinvesteringen (vooral schilderwerk) in het provinciale vastgoed. Dit wordt in 2009 uitgevoerd. 2.2.00.05 Openbare orde en veiligheid
Ict-infrastructuur PCC Een bedrag van € 18.000 wordt besteed aan nieuwe bureaustoelen in het PCC. Deze zijn in februari van dit jaar besteld. Er vinden op dit moment gesprekken over een andere opzet van het PCC. Dit naar aanleiding van de komende Wet veiligheidsregio’s. Met de invoering van die wet gaat de rol van de provincie en de cvdK bij crises en rampen veranderen. In de tweede helft van 2009 komt over de voortgang van het wetsvoorstel meer duidelijkheid. Mogelijk kunnen de budgetten van het PCC daarna worden overgeheveld naar FD.
Apparaatskosten 3.0.30.25 Documentaire informatievoorziening
Documentaire informatievoorziening Stateninformatiesysteem (SiS): Wijverwachten op basis van de huidige stand van zaken in het onderzoek naar en de uitvoering van de gebruikerswensen SiS, dat het resterende budget waarschijnlijk in 2010 zal worden uitgegeven voor verdere verbetering van het SiS. 3.0.30.30 Documentproductie
Documentaireproductie Aangezien de provincie steeds meer apparatuur least in plaats van koopt, zullen wij voor dit investeringsbudget een nieuw bestedingsplan maken. Daarin zal het vrijvallende investeringsbudget worden aangewend voor de dekking van de leasekosten en zal daarin ook de verdere integratie van centrale repro en kaartrepro tot uitdrukking moeten komen.
112
Najaarsnota 2009
3.0.30.35 ICT
ICT Wij verwachten van het investeringbudget van € 13,5 miljoen een bedrag van € 5,3 miljoen in 2010 te besteden in plaats van in 2009. De oorzaken hiervan zijn: • Streefbeeld (€ 3,5 miljoen). Eind 2009 ronden wij de aanbesteding inzake de generieke voorzieningen af. Daarna start de werkelijke implementatie. Dat betekent dat een groot deel van de kosten in 2010 zullen vallen. Eind 2009 is een exacter beeld te geven van de meerjarenbegroting voor het programma Generieke voorzieningen. Op basis daarvan kan een voorstel gedaan worden om het budget af te ramen. • Project Vervanging werkplekken (€ 1,3 miljoen). De vervanging van werkplekken vindt in 2010 plaats in plaats van het 4e kwartaal van 2009. Door de ontwikkelingen met betrekking tot de outtasking van het werkplekbeheer en de frontofficeondersteuning zal hier een uitgebreider vooronderzoek plaats moeten vinden. Ook dient bezien te worden of het toepassen van het 'thin client concept' (mogelijk lagere beheerlasten) en 'green IT/Duurzaam ondernemen' nu al een optie is. Hiervoor wordt het 3e kwartaal van 2009 gebruikt. Door de doorlooptijd voor een aanbesteding in de vorm van een Enterprise Agreement (minimaal 3 maanden) in het 4e kwartaal van 2009 zal realisatie op zijn vroegst in het 1e kwartaal van 2010 kunnen plaatsvinden. In 2009 zal ruim € 0,1 miljoen worden gebruikt voor inhuur van een gespecialiseerd (ervaren) projectleider outtasking en een adviseur werkplekontwerp. • Project Telefonie door marktconsultatie (€ 0,5 miljoen). Binnen het project Telefonie is door de stuurgroep gekozen voor een marktconsultatie. Hierdoor kan de aanbesteding beter worden toegespitst op de eisen en wensen vanuit het programma Dienstverlening. De Enterprise Agreement zal daardoor later (in het 2e/3e kwartaal) worden uitgevoerd. Verwacht wordt dat dit jaar alleen de eerste termijn van 30% kan worden betaald, plus de kosten van de Enterprise Agreement (totaal ruim € 0,2 miljoen). De betaling van de 2e en 3e termijn wordt verwacht in het 1e kwartaal van 2010.
Najaarsnota 2009
113