OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
7. Vrijliggende fietsweg in de open ruimte 7.1. Beleids- en beheerscontext – informatieve basis Volgende regelgeving is toepassing voor deze ruimtecategorie : EN 13201 + voorstel categorisering BIV Vademecum fietsvoorzieningen Vlarem II, hoofdstuk 6.3. Dit betekent dat volgende categorisering en verlichtingsniveaus van toepassing zijn.
fietsweg in de open ruimte Fotometrie : Verlichtingsklasse :
volgens de norm EN 13201 en categorisering BIV S4
7.2. Doelen en principes – te volgen code van goede praktijk Dit subhoofdstuk geeft de globale lijn weer volgens dewelke de betrokken en bevoegde partners de openbare verlichting van vrijliggende fietswegen in de open ruimte in het West-Vlaams platteland in de toekomst willen voorzien. Deze gezamenlijk gedeelde inzichten en opties vormen het kader voor het ontwerp, de ondersteuning en de beoordeling van elk concreet verlichtingsproject in het gebied. Functionele fietswegen worden niet verlicht. Eventueel en bij uitzondering kan verlichting gemotiveerd worden voor trajectdelen met een gesloten tunnelbeplanting over een langere afstand. In deze gevallen gebeurt de verlichting door instelling van een tijdsregime of interactieve aansturing. Deze uitzondering geldt niet voor trajecten door waardevolle bos- of natuurgebieden. Recreatieve fietswegen worden nooit verlicht.
58
vrijliggende fietsweg fietsweg | fietspad in de open ruimte Principebeschrijving huidige situatie
Er zijn twee types fietspaden: - functioneel fietspad dat verbinding geeft tussen stad / dorp / gehucht voor verplaatsingen woon-werk, woon-school, woon-vrijetijdsplek, werk/schoolvrijetijdsplek - recreatief fietspad: fietspad (en veelal ook wandelpad) gebruikt in de vrije tijd om te flaneren, te ontdekken, te herademen, zich te ontspannen; gebruik alleen overdag
Voor de functioneel verbindende fietspaden: foto 1
foto 2
- ‘gesloten’ fietspad, waarbij de bermen van het fietspad sterk zijn begroend tot een hermetisch gesloten plantentunnel (zie foto 1) - ‘open’ fietspad, gelegen in de open ruimte van weiden, velden of natuurgebieden (zie foto 2) - geen of zeer weinig bestaande verlichting - veelal smal profiel met lange rechte stukken, behoudens bij sommige recreatieve paden met meer ringvormige circuits - de verbindende functionele fietspaden kunnen wegen kruisen, die al dan niet zijn verlicht
Doelen
Principes
De recreatieve fietspaden worden niet verlicht (alleen gebruik overdag).
Drie principes kunnen worden toegepast :
Voor de functioneel verbindende fietspaden:
- gebruik van scherend licht dat een sterke visuele geleiding biedt door zowel verlichting als bebakening
- (alleen) de ‘gesloten’ delen verlichten: met permanente, zachte en comfortabele functionele verlichting
- gebruik van een eenvoudige bebakening die een sterke visuele geleiding biedt zonder werkelijke verlichting
- gebruik van verlichtingsmeubilair van lage hoogte op menselijke schaal
- de ‘open’ delen van de functioneel verbindende fietspaden niet verlichten teneinde de open ruimte in het halfdonker te houden - zowel van fietsers als automobilisten bij kruisingen met wegen sterker de aandacht te trekken opdat ze voldoende voorzichtig zouden zijn: hiertoe specifieke actie ondernemen om de perspectieven op die kruisingen beter zichtbaar te maken, aangepast aan de al dan niet verlichte situatie van de weg die gekruist wordt
en in elk geval : - bevorderen van het gebruik van LED-technologie - beginnen te verlichten ‘een beetje voor’ en continueren met verlichten ‘een beetje na’ een gesloten deel van het fietspad Wanneer verlichtingsmeubilair van lage hoogte of met scherende verlichting wordt gebruikt, dan - ofwel in een regime met verlaagde lichthoeveelheid na een bepaald uur in het ‘gesloten deel’ - ofwel met ‘volgend licht’ bij middel van een detectie bij het begin van de secties ‘een beetje voor’ het ‘gesloten’ deel die zorgt voor een verhoging van het verlichtingsregime van een laag naar een hoger niveau gedurende het passeren van de fietser. En omgekeerd op het einde van ‘een beetje na’ het ‘gesloten’ deel na het buitenrijden van de fietser. De continue verlichting op laag niveau is belangrijk om de fietser een zichtperspectief te blijven geven en volledige duisternis te vermijden Deze veranderingen in regime worden getemporiseerd in die zin dat ze langzaam (enkele minuten) versterken of verzwakken Wanneer een eenvoudige bebakening wordt gebruikt, dan - ofwel een permanent regime in het gesloten deel, met inbegrip van de zones ‘een beetje voor‘ en ‘een beetje na’ - ofwel met ‘volgend licht’ bij middel van een detectie bij het begin van de secties ‘een beetje voor’ het ‘gesloten’ deel die zorgt voor het oplichten van de verlichting van gedoofde toestand naar een hoger niveau gedurende het passeren van de fietser. En omgekeerd op het einde van ‘een beetje na’ het ‘gesloten’ deel na het buitenrijden van de fietser.
Atelier Roland Jéol | OMGEVING
lichtvisie west-vlaams platteland
november 2010 | 1001_ROZ_PL_032
59
vrijliggende fietsweg fietsweg | fietspad in de open ruimte verlichting op mast: eenzijdige inplanting
30m
scherende verlichting: eenzijdige inplanting
20m
bebakening: eenzijdige inplanting
10m
Atelier Roland Jéol | OMGEVING
lichtvisie west-vlaams platteland
november 2010 | 1001_ROZ_PL_032
60
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
7.3. Toepassing in de praktijk – richtinggevende aspecten Dit subhoofdstuk geeft de elementen weer waarover, ook na het doorlopen planningsproces, ruimte voor discussie tussen de initiatiefnemer en de betrokken en bevoegde partners bij de openbare verlichting van vrijliggende fietswegen in de open ruimte in het W est-Vlaams platteland aanwezig is. Dit richtinggevend deeltje geeft vooral een kader aan waarmee die verdere discussie(s) kan/kunnen worden gevoerd om tot stapsgewijze uitdieping van de inzichten en consensus en tegelijk tot effectieve kwaliteitsvolle (en vernieuwende) realisaties op het terrein te komen, inhoudelijke vorken waarbinnen oplossingen zich bij voorkeur situeren en suggesties om mogelijk opduikende problemen bij de vertaling van de verlichtingsconcepten aan te pakken / weg te werken.
7.3.1. Aandachtspunten en mogelijke invullingen van de principes In geval meerdere gesloten tunnelachtige delen kort na elkaar komen of wanneer een gesloten tunnelachtig deel op korte afstand van een kruising met een verlichte weg komt, kan gemotiveerd worden de verlichting over dit hele traject door te trekken. Bij de vrijliggende fietswegen van meerdere kilometers is het mogelijk dat er omwille van de lengte die de kabels moeten overbruggen, ondanks de lage benodigde vermogens, toch relatief dikke kabels nodig zijn. Bij gebruik van bebakening en scherend licht kan dit problemen geven om de aansluitingen en doorverbindingen van de kabels in de geringe hoogte van dergelijk verlichtingsmeubilair te kunnen realiseren. Het systeem van ‘volgend licht’ kan alleen met LED-verlichting worden toegepast. Voor de lagere lichtsterkten die nodig zijn voor fietspaden, is het gebruik van LED-technologie in dit geval al wel te overwegen. Het is maar zinvol de LED-technologie in een dergelijk lichtproject toe te passen wanneer de fabrikant zelf de nodige garantie geeft voor het materiaal en voor de aansturing, ook op de lange termijn. Netwerkbeheerder Eandis kan geen garantie geven voor de blijvende werking van de verlichtingstoestellen ingeval het principe van ‘volgend licht’ wordt toegepast. Bij de kruisingen van functionele fietswegen met wegen kan de specifieke actie als volgt worden ingevuld : als de weg die het fietspad kruist niet verlicht is, wordt de kruising gemarkeerd met eenvoudige reflecterende glazen lichtnagels, geïntegreerd in het wegdek. Deze lichtnagels kunnen zowel een versmalling van de rijweg ter hoogte van de kruising suggereren als dwars over de rijweg het fietspad markeren als de weg die het fietspad kruist wel verlicht is, kunnen eveneens eenvoudige reflecterende glazen lichtnagels, geïntegreerd in het wegdek worden gebruikt of kan een specifieke accentverlichting die de aandacht trekt worden voorzien, bijv. ingewerkt in de mijlpalen die Westtoerisme hanteert. Bij gebruik van scherend licht dient er met bijzondere aandacht gewaakt dat het goed naar de grond gericht is en blijft en dat aan de tegenoverliggende rand van het fietspad een lage berm of blijvend dichte beplanting aanwezig is om de lichtvervuiling door weerkaatsing te beperken. Het onderhoud van gelijkgrondse verlichtingsarmaturen voor scherend licht kan een pijnpunt zijn door de aanwezigheid van vuil en vocht. Het scherend licht biedt wel een goede
61
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
begeleiding van het zicht op afstand, maar laat geen herkenning van de directe omgeving en van mensen daarin toe. Het is ook technisch kwetsbaar. Er wordt dan ook zorgvuldig met scherend licht omgesprongen. Bakenverlichting past het best voor fietspaden met veel passage en sociale controle. Om de lichthoeveelheden en dus ook de lichtgloed door weerkaatsing te verminderen, worden de gemiddelde verlichtingssterkten en luminantiewaarden zo veel als mogelijk gericht op de minima die de norm voorziet en zullen zij deze minima in geen geval met meer dan eenderde overschrijden. Voor de toets van concrete lichtprojecten in de gesloten delen van functionele fietsroutes lijkt vanuit de visie en de concepten voor dit thema volgende rangorde van tel voor de afweging van het belang dat men kan hechten aan vier soorten kwaliteiten van openbare verlichting : 1. de functionaliteit 2. de lichthinder 3. de belevingswaarde. 4. het energiegebruik.
7.3.2. Technische fiche De doelstellingen en principes van de verlichtingsconcepten vertalen zich voor dit thema in een reeks technische parameters waarmee het beoogde opzet en effect op het terrein kan worden gerealiseerd. Deze parameters zijn in een technische fiche gebundeld. Deze technische fiche laat ook toe de verbeteringen in (licht)kwaliteit en de veranderingen (veelal beperkingen) in het energieverbruik te meten. Het hanteren ervan is een must voor elke lichtontwerper die in het West-Vlaams platteland aan de slag gaat. Deze technische fiche is voor alle ontwerpen waarin verlichting betrokken is een richtkader dat in de regel dient gevolgd. Evenwel kan, in functie van de specifieke context en rol van een bepaalde plek en goed gemotiveerd, hiervan worden afgeweken; bij dergelijke afwijkingen wordt ook het globale kader van samenhang in beeld, rationeel energiegebruik en eenvoud in beheer mee in rekening genomen. De aangegeven lichthoogten en fotometrische aspecten zijn een leidraad die in de regel te volgen is, maar waarvan kan worden afgeweken in functie van bijv. specifieke vereisten inzake veiligheid op bepaalde plaatsen. Waar er voor deze aspecten toepasbare vorken zijn aangegeven, is gaat de voorkeur telkens naar de laagste lichthoogten en lampvermogens die kunnen worden ingezet om de vereiste luminanties en/of lichthoeveelheden te bereiken.
technische fiche
fietsweg in de open ruimte
Inplanting:
-
op mast, eenzijdig: tussenafstand ongeveer 30 m scherende verlichting, eenzijdig: tussenafstand ongeveer 20 m bebakening, eenzijdig: tussenafstand ongeveer 10 m
Lichthoogte:
-
op mast: 4 m
62
OMGEVING – Atelier Roland Jéol | 26/1/2011 | FINALE VERSIE 10001_ROZ_TK_41.docx
Optische kenmerken:
-
op mast: emissie evenwijdig aan de fietsweg
Kleurtemperatuur:
-
T = 2800K, en 4500K voor LED’s (betere lichtstroom)
Kleurweergave-index:
-
KI = 66
Karakteristieken van het lichtmeubilair:
armatuur: . bij functionele verlichting: verlichtingssysteem in gegoten aluminium, optiek met vlakke of licht gebombeerde glasplaat . bij sfeerverlichting: decoratief apparaat in gegoten of gedreven aluminium, met omhulling in helder polycarbonaat, met een optiek die de lichtstroom naar beneden richt met een klein mogelijke lichtstroom naar boven . gemakkelijk onderhoudbaar . hoge index van mechanische bescherming en waterdichtheid (minimum IP65) mast: . cylindrisch-conische mast in warmgegalvaniseerd staal of in aluminium . thermogehard geverfd in donkere tint of houtimitatie . geen noodzaak om consoles te gebruiken
Beheer:
zie conceptfiche
Maatregelen inzake hoge omgevingskwaliteit:
levensduur van de lampen minimaal 12.000 uur voor metaalhaldehidelampen, 16.000 u voor fluocompactlampen en 50.000 u voor LED keuze van de lichtsystemen en in het bijzonder de combinaties van optiek en lamp die een goede afstelling / richting van het licht toelaten keuze van de LED-systemen en in het bijzonder de combinatie van collimator en LED die een goede afstelling van de lichtstroom toelaten zo hoog mogelijke herbruikbaarheid van de lampen, lichtsystemen, masten, … het verlichtingsmeubilair in zijn geheel
Specifieke verlichting:
voorzien van een specifieke verlichtingsactie voor de kruisingen van fietspaden met wegen om deze zichtbaarder te maken in het zichtperspectief van de weg (gebruik van bebakening, reflecterende lichtnagels, een specifiek verlichtingsmeubilair, …)
7.3.3. Ervaringen met dit thema Fietspad Avekapelle-Veurne, project met interactieve fietsverlichting op zonnecellen in voorbereiding Stro-route tussen Roeselaere en Zonnebeke – in ontwerp.
63