België - Belgique P.B. 9000 Gent X P702024 3/6148 afgiftekantoor GENT X
NIEUWS
Deaf Cinema
jaargang 87 - nummer 4 tweemaandelijks juli-augustus 2012
4
VOORWOORD Beste lezers, Als er nog mensen zouden twijfelen aan een “levende” Dovengemeenschap – wees daar maar zeker van ! Ik ben nu bijna 5 maanden voorzitter van Fevlado vzw en kan al met 100% zekerheid zeggen dat er heel veel leven zit in de Vlaamse Dovengemeenschap, zowel bij jong als oud. Voor de oudere doven, onze senioren, is het aanbod nu groter dan vroeger en wordt er nu ook op Europees vlak meer aandacht besteed aan deze grote “actieve” groep. Op 18 mei 2012 gingen een paar doven naar Kopenhagen voor het seminarie rond Actief Ouder Worden. Het verslag daarvan kunnen jullie lezen in deze Dovennieuws. Op bestuursvlak zijn we ook niet stil blijven zitten en werden er heel wat vergaderingen gehouden en goede afspraken gemaakt. Er is ook begonnen met de verjonging van onze bestuursorganen, met de verbetering van onze reglementen, met aanpassingen van onze begroting. De crisis dat houdt ons niet tegen om voluit vooruit te gaan – diverse projecten zoals Deaf Cinema, Afstandstolken, Dove Ouders, .. zijn nu in volle ontwikkeling terwijl achter de schermen ook veel voorbereidingen gebeuren rond belangenbehartiging, nieuwe website, toegankelijkheid, ... Op 15 april 2012 was Fevlado één van de stichtende leden van het nieuwe CEAD (Central European Alliance of the Deaf ) dus wij blijven steeds een actieve rol spelen in Europa ! Maar ons belangrijkste doel blijft wel de Dovengemeenschap in Vlaanderen ! Daar moeten we altijd aandacht voor blijven hebben - de werking van VDV (Vlaamse Doven Verenigingen) binnen de vzw Fevlado is nu opnieuw actief en we hopen dat we samen met onze leden en onze aangesloten organisaties op een positieve manier kunnen blijven doorwerken. Binnenkort is het Werelddovendag (29 september 2012) in Leuven en graag zie ik iedereen dan terug op dat jaarlijks feest van de Dovengemeenschap! En ondertussen nog een prettige vakantie in juli en augustus en nog veel leesgenot met deze editie van Dovennieuws. Andre Lathouwers Voorzitter Fevlado vzw
Inhoud Thema “Deaf Cinema” ............................................................... 2 WDD Leuven ................................................................................ 6 Dove ondernemers in Vlaanderen: Jan Van Den Braembussche ................................................... 7 Wat met gebarentaal bij jonge dove kinderen met een CI ..................................................................................... 9 Jongerenkrant ............................................................................ 11 INSCHRIJVEN: Deafhood 1.3 ............................................. 15 INSCHRIJVEN: VGT Doe Mee .............................................. 15 Steeds meer dove doctoraalstudenten: Annelies Kusters......................................................................... 16 Projecten van Fevlado en Fevlado-Diversus .................... 17 Interview met Frank Van de Perre ....................................... 18 Ledenbeweging: Seminarie voor dove senioren in Kopenhagen............... 20 75- jarig bestaan Meetjeslandse Vrienden ....................... 22 Familienieuws ............................................................................. 22
2
20
18 Dovennieuws 2012 nr.1
1
Wereldwijd worden verschillende filmfestivals georganiseerd door doven (bijvoorbeeld Deaf in the Picture in Amsterdam), waar de dove filmmakers hun eigen producties vertonen. Binnen de Dovengemeenschappen staan deze films bekend als “Deaf Cinema”. De grote groei van films gemaakt door dove filmmakers vloeit voort uit de emancipatie van de doven en wereldwijde erkenningen van de gebarentalen. Ook het feit dat het medium film het mogelijk maakt om de waarden van de dovencultuur uit te drukken, draagt bij tot het groeiend aantal films door dove filmmakers. De groei van het aantal filmproducties gemaakt door dove filmmakers is ook deels een reactie van de doven op de verkeerde beeldvorming van doven in vele Hollywoodfilms. In de Hollywoodfilms worden de doven meestal geportretteerd als geïsoleerde, triestige personen met een groot verlangen te kunnen horen en als individuen die enorm afhankelijk zijn van de horenden. Denk hierbij vooral aan de befaamde film ‘Children of a lesser god’ van 1986 (waarvoor dove actrice Marlee Matlin een oscar kreeg voor beste vrouwelijke hoofdrol). Sinds 1902 werden meer dan 150 films geproduceerd door Amerikaanse horende filmmakers die dit eenzijdig beeld ophangen en zo het beeld van de maatschappij over doofheid en doven bepalen. Er zijn bijna geen verwijzingen naar het feit dat er een dovencultuur bestaat met een eigen taal, kunstvormen en waardevolle tradities. Deaf Cinema is in die zin dus perfect te vergelijken met andere soorten onderdrukte cinema zoals Gay/Lesbian Cinema, Jewish Cinema, en natuurlijk Black Cinema. Immers, al deze cinema’s van minderheidsgroepen zijn bedoeld als een verzet tegen de dominante filmindustrie (dat vooral uit Hollywoodfilms bestaat) en het behoud van hun onderdrukte cultuur. Deaf Cinema is ook bedoeld als een verzet tegen de huidige beeldvorming van doven in Hollywoodfilms en vormt een soort culturele strijd tegen de onderdrukking.
2
Dovennieuws 2012 nr.1
Wist je dat... de allereerste filmproductie ooit gemaakt door doven dateert van 1913. ‘The Preservation of Sign Language’. Dit stille politieke filmpamflet van 13 minuten werd gemaakt door George Veditz, de toenmalige voorzitter van de National Association of the Deaf in de Verenigde Staten. Daarin uitte George Veditz, in naam van de dovengemeenschap, zijn bezorgdheid over het verdwijnen van hun gebarentaal en hun cultuur door het oralisme die toen heerste in de Verenigde Staten. De bedoeling van deze eerste filmproducties was het doorgeven van de dovencultuur aan de volgende generaties en het bevorderen van de gebarentaal. George Veditz in zijn film: “Zolang er dove mensen op aarde zijn, zullen we gebaren hebben, en zolang we onze films hebben, kunnen we onze prachtige gebarentaal bewaren.”
AANRADER: Coming Out, gemaakt door dove Britse filmmaker Louis Neethling (2006) In deze kortfilm zit een bijzondere verwijzing naar een andere ‘onderdrukte’ minderheidsgroep. In de film geeft een dove jongen aan zijn horende moeder toe dat hij doof is, op dezelfde wijze als een zoon aan zijn moeder zou vertellen dat hij op mannen valt. In de film wil de moeder in eerste instantie niet toegeven aan de bekentenis van haar zoon, ook al blijft haar zoon volhouden dat hij absoluut doof is en niet moeders ‘speciale’ jongen. Deze film is niet alleen herkenbaar voor homoseksuelen die uit de kast komen, maar ook voor doven die hun dove identiteit en/of gebarentaal en de dovencultuur ontdekken. (Link: http://www.youtube.com/watch?v=K3ai5IVfFdE)
De erkenning van Deaf Cinema als een volwaardige cinema is belangrijk om vooral twee redenen: (1) het vertonen van de juiste beeldvorming van de doven en hun cultuur en (2) het behoud van hun taal en hun cultuur. Met de erkenning van Deaf Cinema, zouden er ook meer subsidies vrij komen voor de productie en de distributie van films en documentaires uit Deaf Cinema. Dit bevordert alleen maar de verdere groei van dove filmmakers.
WIL JE MEER WETEN OVER DEAF CINEMA? Kom dan naar de lezing van Jorn Rijckaert (dove filmmaker uit Vlaanderen) en Louis Neethling (Britse filmmaker uit Groot-Brittannië) op Werelddovendag!
DOEL VAN VISUAL BOX
In 2011 werd Visual Box vzw opgericht door een groep dove vrijwilligers onder leiding van Jorn Rijckaert met als doel een betere erkenning van Deaf Cinema in Vlaanderen en wereldwijd. Deze organisatie heeft als belangrijkste doel Deaf Cinema een nieuw leven in te blazen in Vlaanderen en doet dit aan de hand van vier beleidsaspecten: Productions, Distributions, Academy en Lobby. Met Visual Box doelen we ook op netwerken met dove filmmakers wereldwijd. Op die manier werken we samen aan de volwaardige erkenning van Deaf Cinema als genre met een meerwaarde binnen de filmtheoretische studies en de filmwereld.
TE VERWACHTEN!
Nu biedt de VRT haar kinderjournaal, Karrewiet, ook getolkt in Vlaamse Gebarentaal aan. Maar wie droomt nu niet van een eigen tvprogramma voor de Vlaamse Gebarentaligen? Vlaams minister voor media, Ingrid Lieten, en haar kabinet subsidiëren de opstart van eigen gemeenschapsmedia voor de Vlaamse Gebarentaalgemeenschap. Met deze subsidies organiseerde Visual Box voor de eerste keer een toegankelijke filmopleiding voor de Vlaamse Gebarentaligen: Visual Box Academy 2012. Voor de reacties verwijzen we graag naar de volgende bladzijden. In deze opleiding kregen de cursisten opleiding in de praktijk van het film maken, zoals het scenarioschrijven, regisseren, produceren, opnames maken en monteren. Dankzij de lesgever Jorn Rijckaert die een filmopleiding aan
Dovennieuws 2012 nr.1
3
Visual Box heeft al twee documentaires en één kortfilmpje gerealiseerd: • Documentaire “5 jaar erkenning VGT” - te koop voor 7 euro bij Fevlado-Diversus • Kortfilm “Afstandstolken” - te bekijken op website van Cera • Documentaire “Ik ben ook een mens” - te koop bij Acco-winkels
de Universiteit Antwerpen volgde werden de cursisten klaargestoomd om eigen gemeenschapsmedia te realiseren (onder andere nieuws, talkshow, jeugdprogramma’s en humoristische programma’s) in het najaar 2012! Deze eigen gemeenschapsmedia in VGT versterken de identiteit van onze gemeenschap en zijn de krachtigste manier om de algemene beeldvorming over de doven en Vlaamse Gebarentaal bij te stellen, en het brede publiek correct te informeren. Kijk dus in het najaar naar onze nieuwe gemeenschapsmedia die misschien ooit een TV-programma worden!
De vier beleidsaspecten van Visual Box vzw
Wil je ook graag een filmopleiding volgen? Of voel je gewoon de kriebels om mee te doen (acteren, decorbouw, make-up, montage, camerawerk, etc.)? Of wil je op de hoogte blijven van de activiteiten van Visual Box? Surf dan gerust naar www.visualbox.biz of mail naar
[email protected].
4
Dovennieuws 2012 nr.1
VISUAL BOX ACADEMY 2012 REACTIES VAN CURSISTEN Samen met Fevlado organiseerde Visual Box in het voorjaar een filmopleiding voor Vlaamse Gebarentaligen. Dit is de eerste toegankelijke filmopleiding in Vlaamse Gebarentaal ooit in Vlaanderen. In deze opleiding kregen de cursisten een filmopleiding van Jorn Rijckaert, specifiek toegepast op het maken van eigen gemeenschapsmedia. Hieronder de reacties van enkele cursisten.
Diane Boonen - Module 1: Scenario & Redactie Het was boeiend om Deaf Cinema te situeren in de gehele filmgeschiedenis. We leerden in de les de grens tussen de films als industrie (zoveel mogelijk winst maken en verkopen) en films als onderdeel van een cultuur, en wat voor invloed deze positionering van films heeft op de maatschappij. Zo vertonen oude Hollywoodfilms een dominante ideologie (veel Amerikaanse vlaggen en duidelijke scheiding van wat goed en wat slecht is). Black Cinema bijvoorbeeld staat daar tegenover. Black Cinema wilde typische oude Hollywoodse beeldvorming over “zwarten als slechteriken” veranderen. Interessante parallellen tussen Black Cinema en Deaf Cinema werden goed uitgelegd door de lesgever. We kregen ook les in de verschillende stappen om een scenario uit te schrijven. Zo moeten we goed nadenken over vanuit welk “premisse” (een idee) we willen vertrekken om een televisieprogramma te schrijven en welke doelgroepen we daarmee willen bereiken. Ik zou graag meewerken aan het redactiewerk van onze gemeenschapsmedia. Mijn droom is ook om ooit een presentatrice of interviewster te worden en ik hoop dit hier te doen.
Pascal Giovanardi - Module 1: Scenario & Redactie We kregen les over verschillende soorten televisieprogramma’s en een opleiding in het schrijven van een televisieprogramma. Het was een leuke les want we moesten zelf bedenken wat we op onze televisie zouden willen zien. Ik koos voor het genre infotainment, een combinatie van een informatief televisieprogramma met humor en entertainment. Dit past meer bij mij, want ik breng mensen graag aan het lachen, maar ik hoop ook via deze manier de kijkers te doen beseffen dat wij de doven ook maar gewone mensen zijn. Kimmie Dult - Module 1: Scenario & Redactie Ik vond een praktijkles waarin we moesten leren samenwerken met de filmcrew uit module 3 heel tof. Eerst moesten we een
interview (in de stijl van een talkshow) organiseren. Op korte tijd moesten wij, de redacteurs, snel bespreken welk vragen en interviewtechnieken we gingen gebruiken. De tweede opdracht was voor de blauwe achtergrond te presenteren in Vlaamse Gebarentaal aan de hand van een autocuetekst. Ik heb hier geen ervaring mee, dus het was niet gemakkelijk. Toch veel bijgeleerd. Als laatste opdracht moesten we een straatinterview doen buiten met een tolk. We moesten gepaste mensen selecteren en een vraag stellen. Deze opdrachten gingen vooral om het leren samenwerken met de cameramannen. Ze zeiden onder andere dat ik geen sierraden of hoge hakken mocht dragen (want ik ben groter dan de mensen die we interviewden en dit oogde niet mooi in beeld). Ik hoop op een rol in een talkshow van Visual Box, in dezelfde stijl als Oprah! Serge Vlerick - Module 2: Regisseur & Producer + Module 3: Filmcrew In de les van filmanalyse bespraken we verschillende beeldparameters (zoals beeldgrootte, camerahoogte, etc.) en montagetechnieken. Dat was interessant omdat ik daar nog niet volledig van bewust was wanneer ik naar een film kijk. We mochten ook zelf eens een kortfilm maken en we moesten verschillende cameratechnieken en montagetechnieken toepassen. Ik was ook verbaasd dat het niet zo efficiënt is om iets te filmen. Je moet genoeg filmen zodat je genoeg materiaal hebt voor de montage. We leerden ook dat we veel geduld moeten hebben met het opstellen van de belichting en die les kon ik goed gebruiken voor mijn job als tolk op de VRT. Annelies Isenbaert - Module 2: Regisseur & Producer + Module 3: Filmcrew We leerden over het verschil tussen een regisseur en een producer, namelijk dat de producer vooral verantwoordelijk is over verschillende organisatorische zaken zoals de planning, het budget, locatiescouting, materialenbeheer, casting (acteurs en
Dovennieuws 2012 nr.1
5
actrices zoeken), kledij, enzovoort. De regisseur houdt zich meer bezig met de creatieve kant, zoals nadenken over het beeld en hij werkt nauw samen met de acteurs zoals het zoeken naar een bepaalde emotie (bv. boosheid). De producer en de regisseur zijn allebei dus even belangrijk en moeten elkaar goed aanvullen. De lesgever was ook een aangenaam persoon om naar te luisteren, omdat hij goed uitlegde in gebarentaal met veel voorbeelden. Er was ook veel interactie in de groep en groepswerken. Ik heb ontdekt dat producer mij het best ligt, toch wil ik beide rollen eens uitproberen. Ik wil later ooit graag films maken voor horenden, zodat ze ons zien als gewone mensen en dat we veel dingen kunnen. Daan Verstraete - Module 2: Regisseur & Producer + Module 3: Filmcrew Ik heb heel veel bijgeleerd over het werken met de camera, belichting en montage. Het moeilijkste stuk was over de belichting. Ik dacht dat het gemakkelijk was, maar dat is niet zo. We moesten bijvoorbeeld leren hoe acteurs te belichten zonder te veel last te hebben van schaduwen. Heel veel werk! Ik heb ook veel bijgeleerd over camerastandpunt, camerahoogte, beeldgrootte, enzovoort. Het werken met de camera doe ik het liefst. Als je er meer wilt over weten moet je meedoen met Visual Box! Jan Verhoeven - Module 3: Filmcrew Vroeger heb ik als amateur ook zelf wat gefilmd en gemonteerd. Dankzij de lessen van Jorn heb ik zelf heel veel bijgeleerd, zoals de beeldcompositie (zoals plaatsing van mensen in het beeld) en découpageregels. We hebben zelf in de les een kortfilm moeten opnemen en monteren en ik weet nu op welke zaken we moeten letten! Het belangrijkste dat ik geleerd heb, is dat er een goede samenwerking moet zijn binnen de filmcrew. In
onze gemeenschapsmedia zou ik graag verder met de camera werken en monteren. Het is een sociale bezigheid en dat trekt mij aan! Ik heb veel zin en motivatie om mee te doen aan het tot stand brengen van onze eigen gemeenschapsmedia en een film te realiseren met een voltallig gebarentalige ploeg. Dit zou ook interessant moeten zijn voor de horenden. We gaan eerst klein proberen te beginnen en hopelijk groeien we in de toekomst! Sammy Van Landuyt - Module 3: Filmcrew Het is een mooi project van Visual Box om eigen gemeenschapsmedia op te richten. Ik wil daar aan meewerken en daarom schreef ik me in voor de lessen. Ik heb heel veel bijgeleerd over het concept van Deaf Cinema en op technisch vlak zoals het camerawerk en de belichting. Het is heel aangenaam om een filmopleiding te volgen in gebarentaal samen met andere doven, in de plaats van een boek hierover te lezen of les te krijgen van een horende lesgever. Ik wil eerst dit huidige project van Visual Box mee helpen realiseren, maar later wil ik graag het nieuws en informatie over doven hier in Vlaanderen en het buitenland bezorgen aan het publiek via een programma van Visual Box, zoals H3 doet. Daria Tolstykh - Module 3: Filmcrew De praktijkles samen met presentatoren uit module 1 was heel leuk omdat we zelf eens mochten filmen, zelf voor de belichting moesten zorgen en zelf moesten omgaan met een presentator. Ik heb eigenlijk ontzettend veel bijgeleerd. Ik besef nu pas dat opnames maken, belichting en monteren niet altijd even gemakkelijk is als men denkt. In onze nieuwe gemeenschapsmedia van Visual Box wil ik graag verder filmen en monteren omdat ik meer ervaring wil opdoen en omdat ik het filmen en monteren sowieso al heel tof vind.
WDD LEUVEN – DEAF CINEMA 29 september 2012 Dit jaar gaat Werelddovendag door in Leuven, meer bepaald op de campus van de Universiteit van Leuven. Centraal punt is de ALMA. Daar vindt de infobeurs plaats, kan je iets eten en drinken, is er kinderopvang, … Het thema dit jaar is “Deaf Cinema”. Voor dit thema werkt Fevlado-Diversus samen met Visual Box. In de voormiddag is er een interessante lezing van Jorn Rijckaert over Deaf Cinema. In zijn lezing zal hij uitleggen wat Deaf Cinema juist is. Waarom en waar zie je dat? Als gastdocent hebben we Louis Neethling uitgenodigd, dat is een gekende Britse dove filmmaker. Naast de studievoormiddag en de gebruikelijke infobeurs is er nog een ruim en boeiend programma: - dove kunstenaars stellen hun werk tentoon in de universiteitsbibliotheek; - workshops tekenen en werken met kleisculpturen onder leiding van dove kunstenaars; - een lezing over afstandtolken; - een panelgesprek over gemeenschapsmedia; - het VGTC zal samen met de VRT een workshopje geven over het project VGT op VRT; - initiatie VGT voor horenden; - initiatie International Sign Language voor doven - fotozoektocht in hartje Leuven; - spel zonder grenzen door Jong Fevlado (namiddag); - enzovoort … In de volgende editie van Dovennieuws kan je het volledige programma lezen. We willen WDD zo toegankelijk maken voor iedereen en er is echt voor elk wat wils. Voor het comfort hebben ook een volledige ondergrondse parking gereserveerd op 50 meter van de locatie. Ook is er kinderopvang voor de kleinsten (-6j). De deuren gaan open om 9.30 uur en de studievoormiddag begint om 10 uur. Einde is voorzien om 23 uur. Zoals altijd kunnen jullie tijdens de pauzes lekker eten aan democratische prijzen. De inkom bedraagt 5 euro voor leden van Fevlado (op vertoon van Dovenpas). Niet-leden betalen 10 euro. Voor kinderen tot 15 jaar is de inkom gratis. Hou 29 september vrij in jullie agenda! Het zal een boeiende en toffe dag worden. Werelddovendag in hartje studentenstad Leuven!
6
Dovennieuws 2012 nr.1
DOVE ONDERNEMERS IN VLAANDEREN: Jan Van Den Braembussche, steenkapper Voor elke editie van 2012 interviewt Dovennieuws een dove zelfstandige. Deze keer sprak Maddy Bonte met Jan Van Den Braembussche. Interview door Maddy Bonte staan en waarom wou je zelfstandig beginnen? JVDB: Ons bedrijf is eigenlijk begonnen in de jaren 30 door mijn grootvader Jozef, eerst vooral met bouwmaterialen. De aanvoer gebeurde door binnenschepen waarvoor wij een eigen loskaai hadden. Er werkten 3 zonen van Jozef in het bedrijf waaronder mijn vader Arthur. Zowel mijn vader Arthur als mijn oom Albert wilden op hun eigen beginnen. Daarom kocht mijn vader in 1963 een stukje grond waar nu de bvba gevestigd is naast de magazijnen en loskaai met kraan van grootvader Jozef. Deze werden dan door mijn oom Albert overgenomen. De derde broer Georges werkte zich na een tijdje uit het bedrijf. Omdat de zaak van Albert bleef groeien moest hij uitwijken en zo begon hij 1 km verder een nieuw bedrijf begin de jaren 70 (momenteel Bouwpunt Van Den Braembussche en betoncentrale). In 1963 nam mijn vader er naast de verkoop van vloer- en wandtegels ook dakwerken en steenhouwerij bij. Mijn vader had natuurlijk ook meerdere kinderen… Daarom nam mijn zus Annie begin de jaren 70 de vloer- en wandtegels over en begon ook 1 km verder een nieuw bedrijf (momenteel D.Tegels) terwijl mijn broer Nestor naast ons bedrijf een zaak in grafzerken en open haarden met sierschouwen opstartte (momenteel afbouwend en stoppend wegens pensioen en uitgebrand gebouw). Zo werd in 1979 de huidige bvba Van den Braembussche-Goossens opgericht door mijn vader en schoonbroer Eric. Ik kwam in 1981 in het bedrijf en begin 1990 werd ik zaakvoerder nadat mijn vader volledig uit het bedrijf ging op 80-jarige leeftijd. De dakwerken werden al vroeg afgevoerd en er werd volledig op steenhouwerij gericht. Aanvankelijk waren de beginjaren ’80 nog zwak voor 3 man, maar na de opkomst van nieuwe diamantwerktuigen en machines werd graniet bewerken zoveel gemakkelijker en is de opkomst van natuursteen enorm omhoog gegaan met keukenbladen, gevels en andere. Dovennieuws: Misschien kan je om te beginnen wat over jezelf vertellen? Jan Van Den Braembussche: Ik ben Jan Van den Braembussche, binnenkort 53 jaar en gehuwd met Marina Demunter en vader van 3 volwassen kinderen (Stephanie 32 jaar en huisdokter, Matthew 30 jaar en zelfstandig steenkapper in mijn bedrijf, Sharon 28 jaar en verpleegster), tevens opa van momenteel 3 kleinkinderen en in verwachting van 2 bijkomende. DN: Waar heb je school gelopen en welke opleiding heb je gevolgd? JVDB: Ik volgde eerst kleuter en deels lager onderwijs in Eeklo waarna ik op 8-jarige leeftijd naar Spermalie ging waar ik de opleiding schrijnwerker volgde. Ondertussen volgde ik avondschool in boekhouden en bouw in Brugge. DN: Je hebt een eigen zaak, hoelang al? JVDB: Nadat ik afstudeerde, werkte ik eerst een 3-tal jaar in een meubelbedrijf en daarna kwam ik alsnog in het familiebedrijf waarin ik van kleins af opgroeide. Op 3 januari 1981 begon ik als zelfstandig vennoot in de ondertussen hervormde BVBA die indertijd op naam stond van mijn vader. DN: Kan je iets meer over je bedrijf vertellen? Hoe is dat ont-
DN: Wat zijn de pluspunten aan een job als zelfstandige? Je mag uiteraard ook de minpunten vertellen? JVDB: De vrijheid van werken en vooral de voldoening bij geslaagde projecten ! De meeste kleine zelfstandigen of bedrijven maken van hun werk min of meer een hobby of omgekeerd! Minpunten zijn het risico dat je moet nemen bij sommige projecten en dat er geen vaste uren zijn. DN: Heb je als doof persoon qua communicatie met je klanten soms hindernissen of valt dat mee? JVDB: Met de meeste aannemers heb ik geen probleem omdat zij me kennen en ik hen, het voordeel is wel dat ik goed kan liplezen. Bij particulieren valt dit soms tegen en zeker bij Nederlanders wegens hun andere spraakvorm. We hebben ook veel Nederlanders over de vloer omdat wij dicht bij de grens wonen en we regelmatig projecten in Amsterdam, Rotterdam of verder doen. DN: Fevlado werkt nu samen met de overheid om een nieuw project afstandstolken op te richten. Dit zou handig zijn voor dove zelfstandigen, eindelijk toegankelijke communicatie met klanten. Zou je dat goed kunnen gebruiken binnen je bedrijf?
Dovennieuws 2012 nr.1
7
wereld. Het betekent wel soms korte nachten maar het geluk van een familiebedrijf is dat mijn afwezigheid hier kan opgevangen worden. DN: Zijn er toekomstplannen binnen je zaak? JVDB: Ja, in dit familiebedrijf werken ook mijn zoon en schoondochter naast mijn 2 andere neven van mijn gepensioneerde schoonbroer. Zij zijn de 4de generatie momenteel.
Ontvangst bij de Gouverneur van West-Vlaanderen in 2010
JVDB: Moest dit 20 – 30 jaar geleden bestaan hebben zou ik dit zeker gebruikt hebben! Nu is mijn bedrijf zodanig gereorganiseerd met de volgende generatie zodat de meeste klanten via mijn schoondochter, zoon of neven gaan. Aannemers komen nog wel bij mij. DN: Sommige zelfstandigen klagen over de papiermolen met alsmaar strengere vereisten, ervaar je dat ook of is dat overroepen? JVDB: Ja, de digitale papiermolen is enorm nu. Vanwege de overheid komt er nu hopelijk eindelijk beterschap denk ik en er gebeurt nu veel meer elektronisch (digitaal) maar het blijft veel werk. De opkomst van de PC heeft zeer veel veranderd. Via onze website www.steenhouwerij.be krijgen we ook enorm veel prijsvragen die behandeld dienen te worden en waarvan er 10 tot 20 % eigenlijk omgaat in werk. In de beginjaren vroeg men zelden prijzen en bestelde men gewoon, nu vraagt men al een prijs voor één dorpeltje of tablet van 10 euro…. Ook op gebied van nieuwe richtlijnen van de overheid komt er heel wat bij kijken. Je moet steeds alles goed kunnen volgen en ook veel lezen in tijdschriften en tipadviezen voor zelfstandigen. Daar kruipt er ook wat tijd in.
DN: Wat zou je dove mensen aanraden als ze ook een zaak willen opstarten? JVDB: Ik heb het geluk gehad om gewoon het bedrijf over te nemen van mijn vader en dat er ook horende familieleden werken. Nochtans blijft het een opdracht die voor ons doven niet te onderschatten is. Vertrouwen is belangrijk in medevennoten en leveranciers. Ik heb echter nog meer bewondering voor andere dove zelfstandigen die uit het niets een bedrijf begonnen zijn en die ook goed gekend zijn. Zij trekken volledig zelf hun plan wat een groot verschil is met mijn bedrijf. Een goede boekhouder die echt te vertrouwen is, is hier dan ook zeer belangrijk maar ook moeten wij doven de situatie goed opvolgen. Ik wens er nog iets extra bij te voegen: jaren geleden heb ik een interview moeten doen voor een tijdschrift van UNIZO, Z.O. magazine, en daar heb ik de wens uitgedrukt om eventueel een organisatie op te richten voor dove zelfstandige ondernemers. Als reactie op dit interview kreeg ik enkele onbekende dove zelfstandigen zoals een bakker-traiteur en iemand die ook een zelfstandig bijberoep uitoefent. Ik heb echter nooit de tijd gehad om zoiets te kunnen starten. Het blijft een droom dit te doen, zeker in deze tijd met de niet te onderschatten administratie van de overheid, om zo onze problemen te kunnen uitwisselen. Ook zie ik dat er meer en meer dove zelfstandigen zijn waarvan we geen weet hadden zodat de groep dus echt groot kan worden. Ik hoop dat Fevlado het initiatief kan nemen om zoiets te starten en ik wil daaraan wel meewerken op gebied van informatie. DN: Alvast bedankt voor dit interview! JVDB: Heel graag gedaan
DN: Zelfstandige doven kunnen in aanmerking komen voor financiële steun door de overheid zoals tolkuren A, hulpmiddelen ... Gebruik je ze? JVDB: Enkel voor hulpmiddelen momenteel, de tolkuren gebruik ik vooral in privékwesties en voor mijn functies in de dovensport. DN: Krijg je veel dove klanten over de vloer? Krijgen ze speciale aandacht of is elke klant gelijk voor jou? JVDB: Ja, het is steeds plezant om dove klanten te ontvangen maar op gebied van service moeten ze gelijk blijven met andere horende klanten. Maar het is voor ons beiden wel vooral een kwestie van vertrouwen daar onze wereld klein is. En als alles in gebarentaal kan verlopen maakt het dit zoveel leuker. Wat wel soms gebeurt, is dat het napraten kan uitlopen maar dit is typisch in de dovenwereld… Ik heb in al die jaren ook steeds graag dove werknemers aangenomen in het bedrijf, vooral hen die ik goed ken en op dat moment geen werk hadden. Momenteel werken er 5 van de familie plus één horend personeelslid. DN: Je beroep is geen job van nine to five. Hoe of wanneer probeer je tijd te maken voor je gezin en je hobby’s? JVDB: Ik heb steeds tijd vrij gemaakt voor mijn andere hobby, namelijk sport; nu vooral met mijn bestuursfuncties in de dovensport maar ook als volleybalscheidsrechter in de horende Jan als scheidsrechter op de Deaflympics 2009 te Taipei
8
Dovennieuws 2012 nr.1
WAT MET GEBARENTAAL BIJ JONGE DOVE KINDEREN MET EEN CI? De cel belangenbehartiging in gesprek met Liesbeth Matthijs Het tijdschrift Journal of Deaf Studies and Deaf Education publiceerde onlangs het artikel ‘Setting the Stage: First Information Parents Receive after UNHS Detection of Their Baby’s Hearing Loss.’ Het behandelt de informatie die ouders van een dove baby krijgen. In het vorige nummer van Dovennieuws hadden we een gesprek met Stefan Hardonk, die in zijn doctoraat datzelfde informatietekort aankaart. Die grote academische aandacht voor het onderwerp toont aan dat het probleem moet worden aangepakt. Maar hoe? De cel belangenbehartiging zocht Liesbeth Matthijs op, één van de auteurs van het artikel.
Dovennieuws: Liesbeth, vanwaar komt je interesse in het onderwerp? L. Matthijs: Ik studeerde orthopedagogie aan de VUB en kwam daar, via de lessen van Gerrit Loots, in contact met VGT en Dovencultuur. Ik liep stage in de dovenschool van Kasterlinden waar ze volop het bilinguale-biculturele model aan het uittekenen waren. Daarna volgde ik nog een postgraduaat antropologie. Toen de Rotary wat later onderzoeksgeld vrijmaakte, startte ik een doctoraatsvoorbereiding binnen de vakgroep klinische en levenslooppsychologie aan de faculteit psychologische en educatiewetenschappen van de VUB. En dat doctoraat, waarvan Gerrit Loots de promotor is, zal hopelijk volgend jaar afgewerkt zijn! Dovennieuws: Waar gaat je doctoraat precies over? L.Matthijs: Het onderzoek waar ik tijdens mijn doctoraat aan werk heeft als titel ‘Wat met gebarentaal? Een longitudinaal onderzoek naar de intersubjectieve ontwikkeling en taalontwikkeling bij jonge dove kinderen met een CI’. We willen kijken hoe de communicatie tussen moeder en kind verloopt. Ik richt mij hierbij vooral op de kwaliteit van de interactie tussen moeder en kind en de rol van visuele communicatiestrategiën hierin. Kimberley Mouvet – een andere doctoraatsstudente - bestudeert de invloed van de communicatie op de taalontwikkeling van het kind. Er zijn steeds meer personen uit de medische wereld (dokters, logopedisten,…) die beweren dat Vlaamse Gebarentaal niet meer nodig is in de opvoeding en ontwikkeling van dove kinderen. Want de meeste van die kinderen worden vroeg geïmplanteerd en worden steeds meer vergeleken met horende kinderen; ze moeten vooral zoveel mogelijk oefenen met het gesproken Nederlands om beter te horen en spraak te verstaan. Ouders die bevallen van een dove baby krijgen te weinig informatie over de Vlaamse Gebarentaal en visuele communicatiestrategieën zoals die door Dove ouders gebruikt worden en er wordt bijna nooit aangeraden om VGT echt als taal aan te leren en te gebruiken. In ons onderzoek willen wij nagaan wat het effect is wanneer die visuele communicatiestrategieën en Vlaamse Gebarentaal wel of niet gebruikt worden. Dat er nu al zo vroeg geweten is of een baby doof of slechthorend is, creëert een unieke kans om de communicatie tussen de mama’s en hun dove of slechthorende baby’s van dichterbij te gaan bekijken. Over hoe die communicatie precies verloopt, is immers nog maar weinig geweten. Ook weten we niet welke
invloed die communicatie heeft op de ontwikkeling, en in het bijzonder de taalontwikkeling, van het kind. Dovennieuws: Wie doet er mee aan jullie onderzoek? L.Matthijs: Zowel horende als dove mama’s. Die variatie is belangrijk; de kinderen situeren zich op een continuüm van veel naar weinig of geen VGT versus gesproken Nederlands. Door zowel dove als horende mama’s te hebben in het onderzoek kan de taalontwikkeling en de ontwikkeling van de intersubjectiviteit tussen ouder en kind bekeken worden. Zo kunnen we het effect van het gebruik van visuele communicatiestrategieën en VGT beschrijven en hopelijk wetenschappelijk onderbouwen dat het een belangrijke plaats moet krijgen in de vroege opvoeding van het dove kind, ook al krijgt hij of zij een CI.
Dovennieuws 2012 nr.1
9
Dovennieuws: Wat is de link tussen je doctoraat en het artikel ‘Setting the stage: first information parents receive after UNHS detection of their baby’s hearing loss’ L. Matthijs: Dit artikel is eigenlijk gebaseerd op interviews die eerder al door een masterstudente werden afgenomen van professionelen die als eersten informatie geven aan ouders van dove baby’s. Ik interpreteerde het materiaal uit die interviews. Het artikel dient eigenlijk als kader voor de verdere uitwerking van mijn doctoraat: als er van in het begin al geen informatie aan ouders wordt gegeven over VGT en Dovencultuur en visuele communicatie niet gepromoot wordt, hoe kan ik dan onderzoeken wat de rol is van die vorm van communicatie in de interactie tussen ouder en baby/kind? Dovennieuws: Stefan Hardonk bekeek in zijn doctoraat vooral hoe de manier waarop ouders over doofheid denken mee bepaalt hoe hun doof kind wordt opgevoed en of er al dan niet VGT wordt aangeboden, na CI. Kan je kort uitleggen wat de boodschap van jouw artikel is? L. Matthijs: Terwijl Stefan Hardonk vooral naar de ouders kijkt, richt ons artikel zich vooral naar de professionele dienstverleners. Het toont aan dat de overtuigingen en mensbeelden van professionelen zelf, mee bepalen welke informatie zij aan ouders geven. De manier hoe zij denken over doofheid wordt dus vertaald in de informatie die ze aan ouders geven. Dit zie je bijvoorbeeld aan het woordgebruik van professionelen die wel informatie over VGT aan ouders geven. De manier waarop ze dat doen, hoe ze die informatie brengen, en welke woorden ze hiervoor gebruiken, bepaalt mee de status van VGT in de opvoeding van het dove kind. Soms hebben ze het bijvoorbeeld over ‘taal’, en dan bedoelen ze altijd de gesproken taal; ‘gebaren’ worden dan beschouwd om die ‘taal’, dus de gesproken taal, te stimuleren. Als je dit doet, plaats je de gesproken taal boven de gebarentaal en onthouden de ouders dat ze toch beter maar zoveel mogelijk inzetten op die gesproken taal. Vergeet daarbij ook niet dat de positie van een dienstverlener in de medische omgeving ten opzichte van de ouders, nog altijd die van de expert is, die weet wat er met het ‘te genezen’ kind best gebeurt.
L.Matthijs: In een ideale situatie zou er volgens mij een neutrale instantie moeten bestaan, die ouders van dove kinderen van in het begin begeleidt en hen opvolgt. Ouders kunnen daar niet enkel terecht wanneer ze doorverwezen worden door K&G (die als eerste doofheid vaststellen), maar ook bijvoorbeeld als blijkt dat hun 12-jarig kind met CI, problemen begint te krijgen. Deze instantie geeft de ouders alle mogelijke informatie en interessante doorverwijsopties. Uiteindelijk blijft de keuze aan de ouders, maar door de informatie zo te geven dat ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind een even belangrijk item wordt dan bijvoorbeeld de taalontwikkeling, wordt ook doorverwijzing voor VGT en Dovencultuur belangrijk. Dovennieuws: En wie zou er in die neutrale organisatie tewerkgesteld moeten worden? L.Matthijs: Mensen die opgeleid zijn om ouders te begeleiden. Audiologen, mensen uit referentiecentra, logopedisten, zijn nauwelijks opgeleid om om te gaan met ouders die pas vernomen hebben dat hun kind niet ‘perfect’ is volgens de norm die zij tot nu toe voor ogen hadden. Maar toch zijn zij de professionals waar ouders als eerste mee in contact komen en dat heeft vaak nefaste gevolgen en zou dus moeten vermeden worden. Het probleem nu is ook dat de overheid totaal geen beleid heeft rond welke informatie mensen die ouders begeleiden moeten geven. Er is een zeer goed uitgewerkt diagnostisch protocol, dat alle diensten (moeten) volgen, willen ze door Kind en Gezin erkend worden als referentiecentrum. Maar wat er na de diagnose meegegeven wordt van informatie, is niet vastgelegd in één of ander protocol. Vandaar dat de huidige diensten vaak verschillende informatie geven. De ene dienst heeft het wel over VGT en Dovencultuur, de andere helemaal niet. Daar wordt ook niet naar gekeken bij de doorverwijzing. K&G stuurt de ouders meestal naar het dichtstbijzijnde referentiecentrum. Er zou dus ook een protocol met betrekking tot VGT en Dovencultuur moeten komen met minimumvoorwaarden, waar ook aan voldaan moet worden om een erkenning te krijgen. Of, als zelfs dat onmogelijk blijkt, moeten ouders op zijn minst weten dat de centra verschillende visies aanhangen en, op basis van volledige informatie, zelf dan een keuze kunnen maken welke visie ze willen volgen en dus met welk centrum ze verbonden willen zijn.
Dovennieuws: Wie of wat wil je met dit artikel bereiken? L. Matthijs: Ik doe een aantal aanbevelingen op het einde van het artikel, onder andere met betrekking tot de opleiding van de dienstverleners: je kan niet verwachten dat zij juiste en volledige informatie aan ouders geven, en dus ook over gebarentaal, als zij die informatie zelf nooit gekregen hebben. Dat moet dus meer aan bod komen in hun opleiding. Maar dat is niet voldoende; hun eigen waarden en normen bepalen ook mee welke informatie ze geven. En daar moeten ze zich bewust van worden. Vele ouders verwachten ook in het begin dat de professionals ‘het wel zullen oplossen’, maar als ze voldoende informatie krijgen, verandert hun houding en zijn zij als de beste in staat om zelf de meest geschikte beslissingen te maken voor hun kind. Ook dat zouden de hulpverleners moeten leren zien. Dovennieuws: Zelfs als die aanbevelingen opgevolgd zouden worden, blijft de invloed van wie als eerste de ouders begeleidt van groot belang. Een NKO-arts zal het accent van de informatie allicht wel elders leggen dan iemand van een thuisbegeleidingsdienst die verbonden is aan een dovenschool bijvoorbeeld…
10
Dovennieuws 2012 nr.1
Dovennieuws: Is informeren en sensibiliseren al een goede start? L. Matthijs: Zeker! Ik hoop dat door dit artikel de mensen met wie ouders van dove baby’s het eerst in aanraking komen zich op zijn minst bewust worden van hun eigen invloed op de informatie die ze aan die ouders geven. Er is ook duidelijk in de media te weinig aandacht voor VGT en Dovencultuur, waardoor de samenleving, en dus ook die professionelen, de Gebarentaalgemeenschap niet of onvoldoende kent, en er ook in verband met doofheid enkel in medische termen wordt gedacht. Zolang er geen ander beeld van doofheid wordt getoond, gaan we immers mee in de medicalisering van onze maatschappij: er is één norm, en alles wat daarvan afwijkt kunnen we met medische hulp ‘genezen’. Het wordt tijd dat we ook in termen van multiculturaliteit denken met betrekking tot dove gebarentaligen. Dovennieuws: Hartelijk dank voor dit gesprek Liesbeth! We hopen dat de bijdragen uit wetenschappelijke hoek ons lobbywerk vooruit zullen helpen!
Tunhout - JC De Kempen email:
[email protected] website: www.piramime.be/jcdk Lokaal: ‘Sociaal - Cultureel Centrum Piramime’ Hendrik Consciencestraat 17 2300 Turnhout Kortrijk - JW De Haerne email:
[email protected] website: www.jwdhc.be lokaa: ‘Clubhuis De Haerne’ Kortrijksestraat 70 8501 Kortrijk - Heule
De grote vakantie is alweer begonnen. Nu maar hopen dat het mooi weer is J Hopelijk is iedereen dit jaar erdoor en mag iedereen volgend jaar naar een hoger jaar. En voor de studenten in de hogeschool/unief, hopelijk hebben jullie geen herexamens. Jong Fevlado is altijd druk bezig. Nu zijn we het 25-jarig bestaan aan het voorbereiden voor. Houd 30 november 2013 maar al vrij en noteer dit zeker en vast in je agenda! Ook zijn we nog bezig met Snowcamp. Jong Fevlado wenst jullie een leuke vakantie en ook een leuke reis! Zomerse groeten Team Jong Fevlado
In deze jongerenkrant: • Nieuws van Jong Fevlado • Nieuws van de aangesloten clubs • Estafette: Sheanny Van Rulo
Hasselt - Kajong email:
[email protected] website: www.kajong.be
Antwerpen - JC De Vlinder Email:
[email protected] website: www.jcdevlinder.be Lokaal: ‘Madosa’ Haantjeslei 213 2018 Antwerpen.
Brugge - JW Dewitte’s Doordrijvers Email:
[email protected] website: www.jwdwd.be Lokaal: DOC Effeta Polderstraat 76a 8310 St Kruis Brugge
Gent - JC De Joker email:
[email protected] website: www.jcdejoker.be Lokaal: ‘Dovenclub Gent ’ Stropkaai 38 9000 Gent
Beste jongeren,
WIE ZIJN WE? Voorzitter Hannes De Durpel - verantwoordelijk voor leiding op vergaderingen, contact met binnen- en buitenland - Ondervoorzitter Sammy Van Landuyt - verantwoordelijk voor inventarisatie en neemt voorzitter zijn taken over wanneer nodig - Secretaris Dennis Deschildre - verantwoordelijk voor administratie, opvolgen en contact houden met binnen- en buitenland - Schatbewaarder Yves Van Acker - verantwoordelijk voor financiën en sensiblisatie (website) - Verslaggever Dora Moens - verslaggeving op vergaderingen en verantwoordelijk voor sensibilisatie (Jongerenkrant) - Bestuurslid Marieke Kusters mede verantwoordelijk voor activiteiten en afgevaardigde Jong-Fevlado in AV Fevlado - Adviseurs Stefaan Breemersch & Geert Dirickx - verantwoordelijk voor advies over jeugdclubs & jongerenwerkingen en zorgen voor een goede communicatie
Dovennieuws 2012 nr.1 Jongerenkrant
11
NIEUWS VAN DE JONG-FEVLADO Sfeerbeelden van het Jong-Fevlado smurfenkamp:
INTERVIEW Wie zijn jullie? We zijn van Kajong, afgekort van Kameleon Jongeren. We komen uit Hasselt. Hoelang bestaan jullie? Vroeger waren we een GOn-vriendenkring. Die werd opgericht in het jaar 2002. Later werd de naam veranderd naar Kajong.
12
Jong-Fevlado. We willen zo ook meer bekend worden bij slechthorende en dove jongeren maar het voornaamste doel was om een stem te krijgen in de dovenwereld. Onze jongeren moeten vooral weten dat zo'n organisatie bestaat als (Jong-) Fevlado en zo weten ze ook meer wat er zich afspeelt in Vlaanderen.
Wat doen jullie? We organiseren een aantal activiteiten per jaar, onze doelgroep zijn vooral de jongeren die in het GOn zitten ofwel dove jongeren uit de dovenscholen. Eigenlijk is iedereen welkom.
Wanneer organiseren jullie activiteiten? We organiseren altijd ongeveer 5 activiteiten waarvan één activiteit een klein reisje is. We hebben geen vaste data maar jaarlijks op een vergadering kiezen we de data (rekening houdend met alle andere JC's en GON-verenigingen).
Waarom nu pas in Jong-Fevlado? We waren al een tijdje geïnteresseerd om aan te sluiten bij
Meer info vind je op de website van Kajong: www.kajong.be
Dovennieuws 2012 nr.1 Jongerenkrant