6
Verhelderend, Verdiepend, Praktisch
DE KRACHT VAN KEURMERKEN
rondetafelgesprek
KEURMERKORGANISATIES GROEIEN IN KRIMPENDE ADVIESMARKT Het is een paradox in de financiële dienstverlening: terwijl het aantal adviesbedrijven gestaag terugloopt, groeit de aanwas van leden bij de ‘keurmerkorganisaties’. Juist de introductie van ‘minimumeisen’ in de Wft heeft de Keurmerken een flinke ‘boost’ gegeven. “Het is onze missie het vak op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen, op het gebied van kennis, professionaliteit en integriteit.” Een gesprek met Jerry Brouwer (DSI), Joep Gülpen tekst: Lennart Kik, beeld: Kick Smeets (SAR), Bart de Nie (SEH) en Rob Wagenvoord (NVHP).
B
ij de Nederlandse Vereniging voor Hypothecaire Planning (NVHP) zijn 1.100 adviseurs aangesloten die werken bij banken, ketens en het intermediair. “We groeien met 6 procent per jaar”, zegt voorzitter Rob Wagenvoord, die bij zijn leden een “grote honger naar kennis” bespeurt. “Bij NVHP-leden leeft een brede wens naar verdere verdieping en verbreding van kennis en vaardigheid. Niet omdat de wetgever dat eist, maar omdat deze adviseurs gewoon het beste voor hun klanten willen. Ik ben ervan overtuigd dat financiële dienstverleners alleen maar kunnen overleven door permanent te investeren in de eigen vakbekwaamheid. Laat dat dan maar het onderscheid zijn tussen de ene en de andere adviseur.” Jerry Brouwer is opgeleid als jurist en werkte bij een rechtsbijstandverzekeraar voor hij in 2010 de overstap maakte naar DSI (Dutch Securities Institute), waar hij in mei 2012 Dick Vis opvolgde als directeur. DSI heeft 7.700 adviseurs in de registers en dit aantal groeit nog steeds. Het merendeel is werkzaam als beleggingsprofessional: beleggingsadviseur of -analist, vermogensbeheerder en effectenhandelaar. Daarnaast staat een kleine 1.000 adviseurs ingeschreven in een Wft- en een algemeen register. DSI heeft van oudsher minder te maken met het Wft-domein van financiële producten. “We hebben een Mifid-domein. Dit is Europeesrechtelijk geregeld en valt niet onder het Wftvakbekwaamheidsbouwwerk.” Dit najaar is DSI begonnen met de verzwaarde periodieke toetsing van ruim 3700 beleggingsprofessionals. “De andere helft van onze registers volgt in 2014. We zijn begonnen met adviseurs met particulier klantcontact, omdat daar het belang en de druk vanuit politiek en toezichthouder het grootste was.” Joep Gülpen is werkzaam als assurantiemakelaar bij Aon. In 2011 volgde hij Wagenvoord op als voorzitter van de Stichting Assurantie Registratie (SAR). De SAR beheert registers voor makelaars in assurantiën (RMiA), adviseurs in assurantiën (RAiA) en pensioenadviseurs (RPA). Samen met Adfiz beheert de SAR daarnaast het (bedrijven)register in financiële diensten en het register intermediair in assurantiën. Ook het aantal in-
schrijvingen bij de SAR zit in de lift. “We groeien vooral bij de RAiA’s en de RMiA’s. De aanwas van RPA’s is wat minder, omdat die markt met de introductie van de Wft-pensioenmodule kleiner is geworden. Door fusies en overnames is het aantal ingeschreven bedrijven wel iets gekrompen. In het verleden was er bij het bedrijvenregister een sterke band met Adfiz en zaten we in hetzelfde huis. In 2011 is er gekozen voor een lossere vorm van associatie en is het secretariaat in Sittard ondergebracht.” Sinds 1998 is Bart de Nie (met een korte onderbreking) betrokken bij de Stichting Erkend Hypotheekadviseur
“OMDAT WE HET UITEINDELIJK VOOR DE KLANT DOEN, IS HET STREVEN HET AANTAL KEURMERKEN TE BEPERKEN”
(SEH). De oprichting vond plaats in een tijd waarin het hypotheekadvies steeds complexer werd en de roep klonk om de kwaliteit van het advies te verhogen. In 2010 werd de ‘huisvestingsband’ met de Nederlandse Vereniging van Banken doorgesneden. “We hebben een redelijk hoog marktaandeel als het gaat om hypotheekadvies. Het ledental ligt stabiel op 12.000 erkend hypotheekadviseurs.” De SEH staat aan de vooravond van een majeure transitie: de Erkend Hypotheekadviseur moet plaats maken voor de Erkend Financieel Adviseur. “Het productgerichte advies is ‘uit’. Daarmee doe je de klant uiteindelijk tekort. Het nieuwe product is ‘advies’. In dat opzicht gaat de SEH de overgang maken naar integrale »
special de kracht van keurmerken | 3 DECEMBER 2013
7
rondetafelgesprek » advisering, waarbij hypotheken wel een heel belangrijk onderdeel blijven. We moeten het productdenken loslaten en het integrale advies promoten.” VISITEKAARTJE
Voor adviseurs is een Keurmerk een mooi visitekaartje,
Jerry Brouwer (DSI):
“FINANCIËLE ONDERNEMINGEN ÉN DE TOEZICHTHOUDER STUREN AAN OP MEER SAMENWERKING”
8
Verhelderend, Verdiepend, Praktisch
maar wat voegt het toe voor de klant? “Vooral zakelijke klanten kijken er steeds vaker naar”, is de ervaring van Gülpen. “Bij tenders merken we dat klanten nagaan of de adviseur is ingeschreven bij het keurmerk. Als je dat niet bent, sta je met 1-0 achter of mag je zelfs helemaal niet meedoen. Een registratie is geen garantie dat je als adviseur geen fouten kan maken, maar je laat hiermee wel zien dat je continu bereid bent om een stap extra te doen. Dat waarderen klanten en dat zoeken ze ook, meer dan de minimumnormen die de overheid stelt. Voor veel registers – en zeker voor onze achterban – is het een missie om het vak op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen, qua kennis, professionaliteit en integriteit.” Registeradviseurs willen meespelen in de eredivisie van de financiële dienstverlening? “De uitdaging is de lat steeds hoger te leggen. Niet gedreven door allerlei wetgeving maar vanuit een intrinsieke motivatie om het steeds beter te doen. Er is nog ongelooflijk veel ruimte voor verbetering in het vak, zeker in de perceptie van de klant. In voetbaltermen: als je de clubs die nu onderaan bungelen in de eredivisie tegen het ‘grote’ Ajax van beginjaren ‘70 laat spelen, dan tikken ze dit wereldelftal waarschijnlijk weg. Het huidige spel gaat een stuk sneller dan toen. En ook de kijkers – lees: klanten – stellen hun verwachtingen steeds hoger. Het is onze missie om daarin voorop te blijven lopen.” Om ervoor te zorgen dat klanten de meerwaarde blijven inzien, werkt de SAR onder meer aan de introductie van een assurantieverklaring als aanvulling op de accountantsverklaring. “Als een accountant een jaarverslag goedkeurt heeft hij vaak heel marginaal gekeken naar de bedrijfsrisico’s, terwijl bij bedrijven de continuïteit in het gedrang kan komen als ze niet goed zijn verzekerd. Met deze verklaring proberen we de kwaliteit beter te borgen voor de klanten en onszelf ook als Keurmerk op de kaart te zetten”, aldus Gülpen. Daarnaast werkt de SAR aan de professionalisering van het beroeps- en tuchtreglement. “We gaan niet op de stoel zitten van de AFM of de rechter, maar we willen klaar zijn voor een professionele klachtenregeling. We krijgen gelukkig niet zoveel klachten, maar het is wel belangrijk om tegen de achterban te zeggen dat we een goed klachtenreglement hebben. Klanten die ontevreden zijn kunnen daar ook gebruik van maken. Ook dat helpt ons om op een hoger niveau te komen.” INTEGRITEITSINSTITUUT
“Veel financiële ondernemingen stellen een DSI-inschrijving verplicht als je in de beleggingswereld actief bent”, stelt Brouwer. “Ik merk wel dat integriteit altijd zwaar weegt in deze sector.”
Strikt genomen zijn DSI, SAR, SEH en NVHP geen officiële keurmerken, in de zin van een wettelijke accreditatie, zegt de jurist. “Wij vinden onszelf wel een integriteitsinstituut en een vakbekwaamheid bevorderend instituut. Dat laatste vooral op het gebied van beleggen. DSI heeft de integriteit van meet af aan zwaar aangezet. We hebben een eigen pre-employment afdeling, een eerste toets waar je als adviseur doorheen moet als je in het register wil.” Anders dan in het tuchtrecht van de meeste adviesberoepen werkt DSI met een ‘actieve aanklager’. “We niet hoeven te wachten op klachten. Als het echt gaat om schending van de integriteit, dan kunnen we zelf ook actie ondernemen. Bij ons is dit een onderdeel dat geen onderhoud nodig heeft, het staat als een huis. Als je niet door het integriteitstraject heen komt, heb je aan de vakbekwaamheidskant ook niets te zoeken. We hopen mensen op het goede spoor te houden met het systeem dat wij gebouwd hebben met een combinatie van screenen, trainen, gedragsregels, toezicht en een actieve aanklager. Maar nog steeds kunnen er mensen ontsporen. Ongelukken gebeuren, zeiden we laatst in het FD, maar daarna moet je laten zien hoe je daar mee omgaat.” “De periodieke toets hebben we nu verzwaard met een stuk inhoud. Voorheen was dit een integriteitstoets, maar we hebben dit aangevuld met kenniseisen en een vaardighedentoets. Dit in de vorm van een simulatie-achtige omgeving waarbij je een klant in beeld krijgt die tegen je gaat praten. We denken hiermee een methode te hebben ontwikkeld om ook vaardigheden te toetsen als luisteren, empathie en begrijpelijke taal. We zien dit als de eerste serieuze stap op weg naar de nieuwe wereld.” Anders dan het Verenigd Koninkrijk kent Nederland (nog) geen wettelijke registratieplicht voor beleggingsadviseurs. “We willen klanten de waarborg bieden dat een DSI-adviseur in elk geval up to date is en op integriteitsgebied in de gaten wordt gehouden”, zegt Brouwer. “In de nieuwe concept regelgeving in het kader van Mifid 2 staat overigens dat de overheid ervoor mag kiezen om een systeem van verplichte registratie en verplichte diploma’s voor beleggingsprofessionals in te stellen. Het klinkt misschien gek voor iemand die sterk voor zelfregulering is, maar in dit geval ben ik een voorstander van geconditioneerde zelfregulering, met een ‘wettelijk haakje’. Dat zou voor de bankierseed ook wenselijk zijn.” NIET OVERBODIG
Ook de NVHP wil haar reglement optuigen met gedragsen tuchtregels, zegt Wagenvoord. “Los van het feit dat ik de afgelopen twee jaar geen zaak ben tegengekomen, willen we zo transparant mogelijk zijn. We bestaan niet omdat we moeten bestaan. Als morgen de Wft-eisen op ons
niveau zitten, dan verliezen wij ons bestaansrecht. Ik weet zeker dat de andere organisaties daar ook zo over denken. Als de markt zo ver ontwikkeld is dat de kwaliteit van het advies gewaarborgd is, maken we ons overbodig. We maken nu een tuchtrechtanalyse en hebben gesprekken met DSI. Eén ding staat vast: tuchtrecht moet volgens de »
Joep Gülpen (SAR):
“MET DE ASSURANTIEVERKLARING PROBEREN WE DE KWALITEIT TE BORGEN EN ZETTEN WE ONSZELF OP DE KAART”
special de kracht van keurmerken | 3 DECEMBER 2013
9
rondetafelgesprek lijk; dan wordt het een annuïtaire hypotheek. Maar die markt is maar minimaal. Starters moeten nu eigen geld meebrengen en hebben daardoor per definitie een financieel verleden. Ze hebben een of twee banen, kinderen, studieschulden, pensioenbreuken. De hypotheekmarkt is vooral een markt van doorstromers. We hebben allemaal een keer een huis gehad en daardoor per definitie te maken met overgangsrecht. Denk aan Brede Herwaardering en pensioenpolissen die nog op 60 staan. Mijn achterban maakt elke dag mee hoe complex het is. Het idee dat we straks een enkel loket hebben of een app-je en dat we een hypotheek kopen bij een direct writer, is een totale onderschatting van de financiële problematiek. Onze groei geeft aan dat we te maken hebben met zeer gemotiveerde leden die vinden dat ze continu moeten investeren in hun vakbekwaamheid. Dat is het bestaansrecht van onze organisatie en dat was ook het enige oogmerk om in 2004 de NVHP op te richten.” SAMENGAAN MET RFA
Bart de Nie (SEH):
“ER ZIJN SERIEUZE GESPREKKEN MET DE FFP IN DE RICHTING VAN EEN SAMENGAAN VAN BEIDE REGISTERS”
» leden neergezet worden in een structuur buiten onze club, anders ben je toch weer je eigen vlees aan het keuren.” Volgens Wagenvoord is het een groot misverstand dat het vak van hypotheekadvisering een stuk eenvoudiger is geworden door de nieuwe hypotheekregels. “Voor starters zonder een financieel verleden is het makke-
10
Verhelderend, Verdiepend, Praktisch
De SEH heeft een (geholpen) naamsbekendheid van 91 procent. Waarom zou je die te grabbel gooien door de komst van de Erkend Financieel Adviseur? “Dat is natuurlijk ook jammer”, zegt De Nie. “Ook onze leden zijn daar kritisch over. ‘Waarom doe je dat nou, de consument kent ons toch?’ Ja, dat is waar, maar het gaat uiteindelijk om de principekwestie van de beweging die je maakt: van productgericht advies naar klantgericht advies. Met de aanpassing van het beeldmerk gaan we voorzichtig om. Het logo zal voor de niet ingewijden volstrekt niet wijzigen. Onze leden zien zelf ook in dat vakbekwaamheid van groot belang is en dat die verder moet strekken dan wat de Wft voorschrijft. Voor ons is dat reden om niets meer aan het wettelijk stuk te doen en puur bovenwettelijk bezig te zijn. “We hebben nu nog een periode van twee jaar, waarin we mensen willen meehelpen in de transitie van Erkend Hypotheekadviseur naar Erkend Financieel Adviseur (EFA). We willen dit ook communiceren richting consumenten. Niet zozeer om het keurmerk te promoten. Maar als je mensen extra laat trainen en investeren en je doet dat uiteindelijk in het belang van de klant, dan zou het toch fijn zijn als de klant ook weet dat het er is. Als het een goed bewaard geheim is schiet je er niet zoveel mee op. Erkend Financieel Adviseurs moeten straks richting hun klant duidelijk kunnen maken wat hun toegevoegde waarde is.” “We zijn bezig onze achterban te ondersteunen om die boodschap voor henzelf op een rij te zetten en hoe je dat zou kunnen aanpakken”, aldus De Nie. “De beweging die wij inzetten gaat van productadvies naar klantadvies. Voor veel mensen blijft de eigen woning de belangrijkste
vermogenscomponent. Voor sommigen positief, voor veel mensen nu negatief. De eigen woning zal vaak het draaipunt zijn waaromheen het integrale advies zich afspeelt. Wij gaan onze achterban nadrukkelijk trainen om dat integrale advies te kunnen geven. Dat is een belangrijk pluspunt ten opzichte van Wft-adviseurs.” Er bestaat nu het Register voor Financieel Adviseurs van de Vereniging FFP, er zijn veel raakvlakken met het EFA-register. De Nie: “Dat klopt, we hopen dat we op enig moment tot stroomlijning kunnen komen. Er zijn serieuze gesprekken in de richting van een samengaan van beide registers. Omdat je het uiteindelijk voor de klant doet, is het streven het aantal keurmerken te beperken.” DRUK VANUIT AFM
De marktontwikkelingen spelen keurmerkorganisaties in de kaart. Wat hopen jullie over een jaar of drie te hebben bereikt? De Nie: “Ik hoop dat het dan gelukt is om heel veel adviseurs in de boeken te hebben staan die in staat zijn de klant integraal te adviseren en die het productdenken hebben losgelaten. En of ze zich Erkend Financieel Adviseur noemen? Ja, maar dat zullen er geen 12.000 zijn.” Gülpen: “Er zijn nu veel veranderingen op het gebied van de vakbekwaamheid. Daar moeten adviseurs veel in investeren. Ik hoop dat dit werk in 2016 achterwege is en dat we dan daadwerkelijk kunnen bouwen om ons te focussen op een hoger niveau van kennis en vooral vaardigheden. En dat we daar als keurmerk een belangrijke rol in kunnen spelen.” Wagenvoord: “2016 is kort dag. Het zou mooi zijn als er dan rust is op het terrein van de regelgeving. En als de AFM wat kleiner is tegen die tijd. Niet als doel op zich, maar omdat de toezichtkosten dan lager zijn. Heel lang was het idee dat er verschillende bedrijfstakken in de financiële dienstverlening waren, maar uiteindelijk blijkt dat er één grote bedrijfstak is die steeds kleiner wordt. Dat maakt samenwerking een stuk eenvoudiger, misschien alleen op de achtergrond bij secretariaat en backoffice. Dan kunnen nog steeds aan de voorkant verschillende labels zichtbaar zijn.” Brouwer: “Het kan weleens harder gaan dan we denken. Financiële ondernemingen – maar ook de toezichthouder – sturen aan op meer samenwerking. De AFM vindt dat er een sectorbreed instituut moet komen, waar ethiek en integriteit en misschien ook tucht onder één dak kunnen worden gebracht. Dat idee spreekt mij aan. Het zou best kunnen dat de optelsom groter wordt dan de som van de losse delen. Dan krijg je misschien óók naamsbekendheid bij consumenten, omdat er een instituut staat met verschillende zuilen op het gebied van verzekeren, beleg-
Rob Wagenvoorden (NVHP):
“ALS MORGEN DE WFT-EISEN OP ONS NIVEAU ZITTEN, VERLIEZEN WE ONS BESTAANSRECHT”
gen en integraal advies. Ook Tweede-Kamerleden geven aan hun buik vol te hebben van de mooie praatjes van de sector, ze willen concrete stappen en offers zien. Denk aan een uniforme tuchtregeling of een centraal persoonsregister voor alle adviseurs. Tegen 2016 zullen we op dat punt echt iets moeten laten zien.” ««
special de kracht van keurmerken | 3 DECEMBER 2013
11