VERGADERAGENDA Vergadering Datum Tijdstip Plaats
Ledenraad 7 december 2011 16.30 -19.00 uur Huys Azië, vergaderzaal op etage 2A Jollemanhof 14, Amsterdam
1 Opening 2 Ingekomen stukken 3 Mededelingen 4 Opiniërend (16.45 – 17.45 uur) 4a Van beroepsvereniging naar brancheorganisatie 4b Wat verwachten architecten van het architectuurbeleid van de rijksoverheid? 5 Besluitvormend (17.45 – 18.30 uur) 5a Vaststellen Werkplan 2012 5b Vaststellen Begroting 2012 5c Verkiezing en benoeming bestuurslid 5d Vaststellen verslag vergadering Ledenraad op 5 oktober 2011 6 Informerend (18.30 – 18.45 uur) 6a Scenario’s architectenbranche 6b Resultaten van de verkenning door Ledenraadsleden bij hun achterban 7 Rondvraag (18.45 – 19.00 uur) 8 Sluiting
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 4a Van beroepsvereniging naar brancheorganisatie
Behandeling in de Ledenraad Het bestuur wil met de Ledenraad van gedachten wisselen over de voor- en nadelen van een eventuele transformatie van de BNA van beroepsvereniging naar brancheorganisatie. Vergaderstukken Notitie met twee bijlagen.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
NOTITIE
Datum Aan Van Onderwerp Kenmerk
16 november 2011 Ledenraad BNA Bestuur Transformatie van beroepsvereniging naar brancheorganisatie Ledenraad/111207/jh
Al geruime tijd leeft de gedachte dat de BNA als brancheorganisatie beter voor de belangen van de leden kan opkomen dan als beroepsvereniging. Als brancheorganisatie staat de BNA voor een smaller, maar scherper geprofileerd belang. Om die reden is een onderzoek in het beleidsplan opgenomen naar de mogelijkheden om de BNA te transformeren van beroepsvereniging van individuele leden tot brancheorganisatie met bureauleden. De perikelen rond de algemeen verbindend verklaring van de cao hebben de discussie over een mogelijke transformatie op scherp gesteld. Als deze transformatie zijn beslag moet krijgen dan is het in verband met de cao-problematiek gewenst om tot een afronding te komen voor eind 2013. Een transformatie van beroeps- naar branchevereniging is een majeure operatie, waarbij de verenigingsstructuur op de schop gaat en vrijwel de hele formele en informele gang van zaken onder de loep moet worden genomen. Ook zal voor ongeveer 800 leden de relatie met de BNA ingrijpend veranderen omdat ze niet of niet meer zijn verbonden met een architectenbureau BNA. Ook kan de positie van de BNA als belangenbehartiger in het maatschappelijk krachtenveld veranderen. De ingrijpende gevolgen en consequenties dwingen tot een zorgvuldige, fasegewijze besluitvorming. Zie bijlage 1. Deze notitie past in de eerste fase: de verkenning.
De huidige situatie Sinds jaar en dag is de BNA een beroepsvereniging van architecten die zijn leden ondersteunt bij hun beroepsuitoefening, al dan niet in het kader van een particulier architectenbureau. Dit is een bewuste keuze (voor het laatst bevestigd in 2005) en geen kwestie van niet willen kiezen tussen brancheorganisatie of beroepsvereniging. Zie bijlage 2 voor een overzicht van de eerdere pogingen om van de BNA een brancheorganisatie te maken dan wel de bureaubelangen beter te behartigen. Onmiskenbaar levert deze indertijd gemaakte keuze een aantal conflicten in belangen op, bijvoorbeeld tussen die van architecten met eigen bureau en architecten die werkzaam zijn bij opdrachtgevers of bouwmanagementbureaus. Ook kunnen er belangentegenstellingen zijn tussen architect-directeuren en architecten in dienstverband. Al is statutair vastgelegd dat in cao-zaken de BNA als vertegenwoordiger van de werkgevers optreedt. De belangen van de architecten in dienstverband worden in cao-zaken behartigd door de vakbonden.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl
Opmerkelijk in dit verband is dat de feitelijke activiteiten van de BNA ook nu al in hoofdzaak zijn gericht op de behartiging van de belangen van de particuliere architectenbureaus. Het overgrote deel van de beroepsmatig actieve leden is architect/directeur/eigenaar van een particulier bureau (75 %) of is daarin werkzaam als architect in dienstverband (15%). Dat weerspiegelt zich ook in de samenstelling van bestuur, waarvan alle leden architect/directeur zijn, en van de ledenraad, die op nagenoeg geheel uit architect/directeuren bestaat.
Wat de transformatie kan opleveren? De transformatie van beroepsvereniging tot branchevereniging heeft een aantal voordelen. 1 Betere aansluiting op de actuele beroepspraktijk In een belangrijk deel van de beroepspraktijk is het accent in de laatste halve eeuw verschoven van de architect als vrije beroepsbeoefenaar naar het bureau dat een collectieve prestatie levert. Het bureau neemt veelal projecten aan en niet de architect persoonlijk, binnen het bureau wordt in multidisciplinaire teams gewerkt en in de directie zijn ook bedrijfseconomen en managers opgenomen. 2 Meer homogeniteit in de belangen. Als de BNA alleen de particuliere bureaus vertegenwoordigt is er formeel, maar ook feitelijk een grotere homogeniteit in de belangen van de leden. Zo worden bijvoorbeeld de afspraken overbodig die nu over de vertegenwoordiging in de cao-onderhandeling zijn gemaakt 3 Duidelijke identiteit. Als pure brancheorganisatie heeft de BNA een duidelijkere identiteit dan als beroepsvereniging die ook voor de bureaubelangen opkomt. Ook de positie van de BNA ten opzichte van het architectenregister wordt duidelijker. Het register gaat over personen, de BNA over de beroepsuitoefening in bureaus 4 Formele structuur meer in overeenstemming met feitelijke situatie. De feitelijke activiteiten van de BNA zijn nu vrijwel geheel gericht op de belangenbehartiging van de particuliere architectenbureaus. In dat opzicht functioneert de BNA eigenlijk informeel al als brancheorganisatie. 5 Grotere betrokkenheid medewerkers architectenbureaus Binnen een brancheorganisatie ligt het voor de hand medewerkers van bureaus en andere disciplines binnen bureaus intensiever bij de BNA te betrekken.
2
6 Gerechtigd een algemeen verbindend verklaarde cao af te sluiten Als brancheorganisatie is de BNA weer gerechtigd een algemeen verbindend verklaarde cao af te sluiten. Dit is niet alleen van belang voor de arbeidsvoorwaarden, maar ook voor bijvoorbeeld de pensioenvoorziening. 7 Vereenvoudiging contributie- en bijdragestelsel Als brancheorganisatie kan de BNA het contributie- en bijdragestelsel vereenvoudigen.
Wat kunnen de nadelige effecten zijn? 1 De BNA is niet de enige spreekbuis van architecten Als brancheorganisatie is de BNA formeel niet meer de spreekbuis van de architecten in het algemeen. Het kan leiden tot het ontstaan van een nieuwe beroepsvereniging die een breder belang vertegenwoordigt en daardoor bij een aantal onderwerpen een betere en/of noodzakelijke gesprekspartner voor bijvoorbeeld de overheid is. Te denken valt aan onderwerpen als bouwregelgeving, onderwijs en internationale beroepskwalificaties. 2 Minder betrokkenheid van architecten Per definitie zijn personen minder gebonden aan een organisatie van bureaus dan aan een organisatie van personen. Zaken als stemrecht en vertegenwoordiging moeten per bureau worden geregeld. Het is niet meer vanzelfsprekend dat de architecten binnen het bureau de formele en praktische schakel met de BNA vormen. Overigens is dit effect te ondervangen door te werken met vakgroepen of netwerken. 3 Minder goede aansluiting op de toekomstige beroepspraktijk De onzekerheid over de ontwikkeling van de beroepspraktijk maakt het lastig uitspraken te doen over de toekomstbestendigheid van de BNA als brancheorganisatie. In de scenariodiscussie is een aantal mogelijke ontwikkelingen aan de orde gekomen waarbij een beroepsvereniging wellicht beter past dan een brancheorganisatie. Bijvoorbeeld de beroepsuitoefening in netwerken en ad-hoc combinaties door architecten en medewerkers die elk afzonderlijke juridische eenheden zijn, zoals ZZP-ers. Maar ook het uitvoeren van ontwerpwerkzaamheden door architecten bij bouwbedrijven en projectontwikkelaars waardoor het zwaartepunt van de ontwerppraktijk niet meer bij het particuliere architectenbureau ligt. Mochten dit soort ontwikkelingen zich werkelijk gaan voordoen dan heeft een grote groep architecten eerder behoefte aan een beroepsvereniging dan aan een brancheorganisatie.
3
Consequenties voor het huidige ledenbestand Als de BNA een brancheorganisatie wordt, houden ongeveer 2100 van de 2900 leden een band met de vereniging. Dat zijn ruim 1700 architect-directeuren en ongeveer 375 architecten in dienstverband bij een architectenbureau BNA. Er moeten 800 leden ‘afvloeien’. Het gaat om 500 senior-leden, 60 student-leden, 50 architecten zonder werk, 40 architecten die in het buitenland verblijven en ruim 150 architecten in dienstverband die niet werkzaam zijn bij een architectenbureau BNA. Een klein deel daarvan werkt bij een architectenbureau dat geen band heeft met de BNA. De meesten zijn werkzaam bij uiteenlopende werkgevers zoals gemeenten, ingenieursbureaus, projectontwikkelaars, bouwbedrijven, onderwijsinstellingen en onderzoekinstituten. Uiteraard bestaat de mogelijkheid om, al dan niet tijdelijk, een bijzondere ledencategorie voor één of meer van deze groepen in het leven te roepen. Al staat dit loodrecht op de wens om structuur en contributiestelsel te vereenvoudigen.
Hoe gaat het elders? Er zijn verschillende mogelijkheden om een brancheorganisatie vorm te geven. Voor zover bekend zijn er geen voorbeelden van brancheorganisaties van architecten in het buitenland. In de ons omringende landen zijn architecten georganiseerd in beroepsverenigingen. Wel is er ten minste in één geval sprake van een bepaalde status voor bureaus binnen de organisatie. De RIBA kent een bureauregister, gekoppeld aan bepaalde kwaliteitseisen. Vergelijkbare beroepsbeoefenaren in Nederland als advocaten, notarissen, apothekers en accountants kennen, al dan niet verplichte, beroepsorganisaties. Alleen de raadgevend ingenieurs hebben in NL Ingenieurs een brancheorganisatie. Overigens zijn daarvan behalve rechtspersonen ook natuurlijke personen lid, mits ze zelfstandig en onafhankelijk het beroep uitoefenen. Voor bepaalde ingenieurs kent NL Ingenieurs een aparte lidmaatschapscategorie, bijvoorbeeld voor ingenieurs werkzaam in onderwijs en onderzoek. De apothekers kennen voor de werkgevers onder hen een subvereniging. De subvereniging behartigt de cao-belangen. Deze vereniging is onlangs opgericht omdat de apothekersorganisatie zelf, net als BNA, niet meer voldoet aan de verzwaarde eisen om een algemeen verbindend verklaarde cao af te sluiten.
Alternatieven Transformatie in fasen Mocht de transformatie in één keer te ingrijpend zijn en onvoldoende draagvlag hebben dan is ook de weg van de geleidelijkheid te bewandelen. Een eenvoudige optie is om te beginnen met het openstellen van het BNA-lidmaatschap voor bureaus. Dat is minder ingrijpend dan een complete transformatie omdat men nu al vaak denkt dat er een bureaulidmaatschap bestaat.
4
Een voordeel van deze optie is dat de besluitvorming tamelijk geruisloos kan verlopen. De bureaus krijgen formeel meer positie binnen de BNA en de cao-problematiek is (waarschijnlijk) opgelost. Het nadeel van deze optie is dat er weinig komt van de beoogde vereenvoudiging en er toch veel regelingen en procedures moeten worden aangepast. Subvereniging van werkgevers Door de eisen die aan de BNA worden gesteld om in toekomst nog een algemeen verbindend te verklaren cao af te sluiten is hoe dan ook een aanpassing van de structuur van de BNA nodig. Als de transformatie tot een brancheorganisatie niet mogelijk is dan is de oprichting van werkgeversvereniging onder auspiciën van BNA een mogelijkheid. De besluitvorming daarover is eenvoudig. Wat betreft de arbeidszaken krijgen de bureaus een duidelijke eigen plaats, de cao-problematiek is opgelost, maar verder komt er van de met een brancheorganisatie beoogde voordelen niets terecht. De optie biedt een pragmatische oplossing voor de cao-problematiek als de andere opties niet haalbaar zijn.
Waar kan het misgaan? 1 Er bestaat onvoldoende draagvlak De besluitvorming over de omvorming tot brancheorganisatie kan mislopen. Daarbij is te overwegen dat er weliswaar een aantal architectenbureaus BNA (en niet-architectenbureaus BNA) een fervent voorstander is van de omvorming van de BNA tot brancheorganisatie, maar dat je nog niet kunt spreken van een brede beweging. Het voorstel kan tegenkrachten oproepen wanneer het idee in grotere kring gaat leven. 2 Overspannen verwachtingen Er bestaat de neiging om in een nieuwe structuur de oplossing van alle problemen te zien. En vaak is dat niet het geval. Inhoudelijke verschillen van mening zijn immers bij een andere structuur niet verdwenen.
De financiële consequenties Het is in deze fase lastig om een inschatting te maken van de financiële consequenties van het transformatieproces. Het gaat om de volgende kosten: - Adviseurskosten - Besluitvormingskosten - Kosten herziening regelingen, protocollen en procedures - Kosten aanpassing huisstijl, drukwerk, website en andere uitingen - Kosten aanpassing ledenadministratie, financiële administratie, ICT - Kosten redactionele aanpassingen website, publicaties e.d.
5
Al met al kost de transformatie aan noodzakelijke out-of-pocket kosten ten minste 25.000 euro, verdeeld over een periode van twee jaar. Deze kosten kunnen oplopen 55.000 euro als één of meer adviseurs moeten worden ingeschakeld en als een ledenraadpleging noodzakelijk is. Moet de organisatie ook een nieuwe visuele identiteit aangemeten krijgen dan zijn de kosten een veelvoud daarvan. De transformatie zal een aanzienlijke inzet van menskracht vergen, beperkt in de fase van de besluitvorming en intensief in de fase van de implementatie. De schatting varieert van 500 tot 1000 uur.
6
BIJLAGE 1 TIJDSCHEMA De verkenning Tijdvak: Mei 2011 – December 2011 Doel: Het in kaart brengen van de mogelijkheden en de belemmeringen van de transformatie van beroepsvereniging tot branche-organisatie. Het aftasten van het draagvlak binnen de vereniging om tot een transformatie te komen. Resultaat: Notitie. Besluitvorming: Het bestuur beslist over het al dan niet voorbereiden van een besluit tot transformatie van de vereniging. Het principebesluit Tijdvak: December 2011 – Juni 2012 Doel: Het nemen van een principebesluit over het eventueel in gang zetten van de transformatie van beroepsvereniging tot branche-organisatie. Resultaat: Voorstel voor de contouren van de nieuwe organisatie: zoals organisatieschema, besluitvormingsmodel, verenigingsstructuur en contributiestelsel. Besluitvorming: Ledenraad neemt principebesluit over transformatie. Het transformatieplan Tijdvak: Juni 2012 – Maart 2013 Doel: Uitwerking principebesluit in transformatieplan. Resultaat: Voorstel voor: organisatieschema, besluitvormingsmodel, verenigingsstructuur, contributiestelsel, statuten, huishoudelijk reglement, overige regelingen en procedures, financieel beheermodel, model administratie, model ICT, communicatieplan en invoeringsplan. Besluitvorming: Bestuur besluit over transformatieplan. Ledenraad stelt statuten, huishoudelijk reglement en andere regelingen vast. De transformatie Tijdvak: Maart 2013 – December 2013 Doel: Invoering transformatieplan. Resultaat: Transformatie afgerond op1 januari 2014.
7
BIJLAGE 2 VALT ER IETS TE LEREN VAN DE GESCHIEDENIS? Er zijn in het nog niet zo grijze verleden verschillende pogingen ondernomen om tot een branchevereniging te komen dan wel om de behartiging van de belangen van de particuliere architectenbureaus een herkenbare plaats te geven binnen de BNA. 1986 Sectie particuliere architectenbureaus In 1986 is na intensieve en hoogoplopende discussie over de structuur van de BNA de sectie particuliere architectenbureaus opgericht. De sectie had een eigen bestuur, een eigen ledenvergadering en formeel de beschikking over de inkomsten uit de bureaubijdragen, verreweg het grootste deel van de inkomsten van de BNA. Naast deze sectie bestond er een sectie architecten in dienstverband, ook met een eigen bestuur, een eigen ledenvergadering en een eigen budget, dat minimaal was. Daarnaast was er een overkoepelend BNA-bestuur dat zich bezig hield met de bevordering van de bouwkunst (overigens grotendeels gefinancierd door de sectie particuliere architectenbureaus), de architectenopleiding, de interne en externe communicatie en het internationale netwerk. Het sectiebestuur particuliere architectenbureaus ging over alle andere onderwerpen zoals arbeidsvoorwaarden, opleiding en scholing werknemers, kwaliteitszorg, techniek en bouwregelgeving, markt en bedrijf. 1995 Opheffen secties In 1995 zijn de secties informeel opgeheven, later is dat formeel bekrachtigd. De structuur en de besluitvorming waren te ingewikkeld en moeilijk te doorgronden voor het individuele lid, met of zonder bureau. Bovendien konden de besturen zich in de loop der jaren steeds beter vinden in één gemeenschappelijk pakket van beleid en activiteiten om hun doelen te bereiken. Ongetwijfeld had het te maken met de voortvarende wijze waarop de toenmalig ‘algemene’ voorzitter van de BNA Chris Knol zich ook inzette voor de belangen van de particuliere bureaus. 1998 Maatschappij en bond In 1998 is in een aantal brainstormsessies van het bestuur gesproken over de splitsing van de BNA in maatschappij (beroepsorganisatie gericht op de bevordering van de bouwkunst) en bond (brancheorganisatie gericht op de belangen van de architectenbureaus). Het is bij een intentie gebleven, mede door het aantreden van een nieuwe voorzitter die juist de bevordering van de bouwkunst als een belangrijke hefboom zag om de belangen van de architectenbureaus te behartigen. 2005 Afgezien van transformatie tot brancheorganisatie Ook in 2005 is de transformatie tot brancheorganisatie een serieuze optie geweest. Een onderzoek naar de mogelijkheden was opgenomen in het beleidsplan. Uiteindelijk is van transformatie af gezien na een korte verkenning van de mogelijkheden in verband met Wet op de architectentitel en de juridische implicaties. Ook waren er kritische geluiden uit de Ledenadviesraad, er bleek een aantal fervente voorstanders van de beroepsvereniging te bestaan. Een niet onbelangrijk element was daarnaast dat het transformatieproces veel tijd, aandacht en energie zou opeisen. Bestuur en directie gaven er de voorkeur aan om de prioriteit te leggen bij inhoudelijke ambities.
8
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 4b Wat verwachten architecten van het architectuurbeleid van de rijksoverheid?
Behandeling in de Ledenraad Het bestuur vraagt de Ledenraad om suggesties voor de koers en de invulling van het architectuurbeleid van de rijksoverheid. Toelichting De bij het architectuurbeleid van de rijksoverheid betrokken ministeries zijn gestart met de voorbereiding van het “architectuurbeleid 2012+ “. Ook als het gaat om het toekomstig architectuurbeleid spelen bezuinigingen en decentralisatie een belangrijke rol. De BNA is gevraagd om zijn inbreng bij de vormgeving van het toekomstig architectuurbeleid te geven. Vergaderstuk Geen.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 5a Vaststellen Werkplan 2012
Behandeling in de Ledenraad Het bestuur verzoekt de Ledenraad het Werkplan 2012 vast te stellen. Vergaderstukken Werkplan 2012 Toelichting Het concept Werkplan 2012 is in het bestuur en in de Ledenraad op 5 oktober 2011 besproken. Op basis van de opmerkingen uit beide vergaderingen is bijgaand definitief Werkplan 2012 opgesteld. Het bestuur heeft dit werkplan in november vastgesteld.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
Ambitie Algemene doelen BNA
BNA Werkplan 2012, definitief concept Samen door de crisis en daar voorbij BNA-architectenbureaus zijn de creatieve, zakelijke professionals van architectonisch Nederland, met een erkende maatschappelijke meerwaarde. De BNA heeft een voor leden herkenbare, gezaghebbende stem voor de branche, helpt bureaus die positie te bereiken en heeft voor hen een zakelijke meerwaarde.
Leden Beroepsuitoefening
Versterking professioneel ondernemerschap aangesloten bureaus: • Verhoging bedrijfsresultaat door professionalisering • Effectieve strategische positionering bureau • Innoverend vermogen stimuleren • Continue kennisontwikkeling en marktkennis • Goed werkgeverschap architectenbureau Crisis • Inzicht in de economische gevolgen van de crisis voor architectenbureaus • Uitwisseling van informatie en ervaringen over aard en omvang van de crisis en mogelijke strategieën • • •
Resultaten 2012
• • • • •
Toekomst architectenbranche Inzicht en informatie over kansrijke markten, business modellen en diensten Adequaat scholingsaanbod Kennisontwikkeling en -uitwisseling in netwerken Start BNA International: faciliteren van werken in Europa Benchmarkonderzoeken en conjunctuurmeting Inzicht en informatie over trends en cijfers marktontwikkelingen Inzicht en informatie over beschikbare innovatiebudgetten en stimuleringsmaatregelen voor bureaus Verhoging gebruik DNR
Brancheontwikkeling Anticiperen van de branche op (toekomstige) economische- en marktontwikkelingen Versterken economische veerkracht van de branche Inspanningen van de BNA zijn impliciet gericht op creëren van werk voor de branche Verdere ontwikkeling naar krachtige organisatie die opkomt voor de zakelijke en maatschappelijke belangen van ondernemende architecten
• • •
• • •
•
Versterking rol en positie Doorontwikkelen DNR-STB Architecten staan sterker t.o.v. verschillende contractvormen Bevorderen ketensamenwerking : inzicht in benodigde competenties architecten tbv goede uitgangspositie in ketensamenwerkingsprojecten (Little) BIM wordt toegepast bij 8% van alle opdrachten BNA naar branchevereniging: onderzoek naar opties afgerond met besluit ledenraad tbv implementatie in 2013 Het totaal aantal leden blijft boven 2900 en het aantal bureaus blijft boven 1450. Het aantal student-leden neemt toe met 75, het aantal jonge architecten onder de 40 neemt met 50 toe. Er sluiten minimaal 5 nieuwe bureaus groter dan 10 fte aan. Verdere versterking tussen kringen en regio’s zorgt voor effectievere vereniging en een betere belangenbehartiging en ledenbinding op lokaal en regionaal niveau
Toekomst architectenbranche • Programma met identificatie kansrijke , nieuwe markten, business modellen en diensten
Belangenbehartiging Gezag versterken bij opdrachtgevers, bouwpartners en overheid: • Spreekbuis van de sector • Representatieve vertegenwoordiging van minimaal 65% van de bureaus • Maatschappelijk belang van architectuur Effectieve lobby met voortgang en resultaten
Bureau Resultaatgerichte organisatie Tevredenheid bestuur over resultaten organisatie Tevredenheid leden over diensten en activiteiten Tevredenheid medewerkers over BNA als werkgever Lerende organisatie Versterking verdienend vermogen
Versterken partnerships Crisis • Nieuwe tranche crisismaatregelen: stimuleringsmaatregelen voor architectenbureaus (fin. en fiscaal) en bouwbranche • • •
•
•
• • • •
Versterking rol en positie architecten Effectieve, professionele en zichtbare lobby op basis van vastgestelde Lobbyagenda Stem van architect goed hoorbaar bij actualiteiten op terrein architectuur, ruimte en bouw Versterking positie architect in EU aanbestedingsrichtlijnen door lobby met oog op herziening richtlijnen (inzet: oprekking driejarige referentietermijn, verhoging aanbestedingsdrempels). Versterking positie architect in aanbestedingswet en flankerend beleid aanbestedingsprocedures (inzet: proportionaliteitsbeginsel en competentiegedachte in wet, goede uitwerking proportionaliteitsbeginsel en goede klachtenregeling via flankerend beleid) Verbetering aanbestedingenpraktijk door doorontwikkeling en verbreding toepassing KOMPAS light en Manifest MVA. Vergroten gebruik DNR bij opdrachtgevers Bewaking/verbetering positie van architect als contractspartij in de bouwkolom Beïnvloeding bouwregelgeving: Bouwbesluit 2012 is helder, eenduidig en toepasbaar Promotie architecten: vakmanschap en professionaliteit is bekendgemaakt bij verschillende groepen opdrachtgevers en overheden Reputatie BNA in de buitenwereld in kaart gebracht
Verbetering en aanscherping p&c cyclus Versterking strategische communicatie Verhoging ledentevredenheid naar 7 Reputatie BNA in de buitenwereld in kaart gebracht Verhoging aandeel overige opbrengsten (naast contributies en bureaubijdragen) van 20 naar 25% Invoering competentiemanagement, resultaatgericht werken (kwalitatief en kwantitatief) en onderzoek naar flexibele beloning
Toekomst architectenbranche • Toegevoegde waarde bij nieuwe opgaven en nieuwe diensten van architecten bij opdrachtgevers bekend • Onderzoek naar samenwerking/fusie andere branche-/beroepsverenigingen
Activiteiten 2012
Crisis • BNA Zakelijk: twee conjunctuurmetingen • BNA Leden: netwerken en bijeenkomsten Toekomst architectenbranche • BNA Zakelijk: inzicht en informeren over kansrijke markten, business modellen en diensten via website, BNA Blad en netwerken • BNA Onderzoek: vakinhoudelijke verkenning nieuwe markten, business modellen en diensten en ontwerpend onderzoek naar nieuwe bouwopgaven • BNA Academie: adequaat aanbod op terrein bureaubeleid & strategie, ondernemersvaardigheden, nieuwe markten, acquisitie, procesmanagement, geïntegreerde contracten en onderhandelen (ook met DNR) • BNA International: opbouw kennisbank werken in buitenland, benutten faciliteiten van oa DDFA • BNA Leden: kennisuitwisseling in diverse bestaande netwerken en start netwerk voor grote bureaus (25 fte+) • BNA Leden: doorontwikkelen doelgroepenbeleid • BNA Zakelijk: uitvoering BVO • BNA Zakelijk: inzicht en informatie nieuwe marktontwikkelingen • BNA Zakelijk:publiceren en (laten) toepassen van beschikbare innovatiebudgetten en stimuleringsmaatregelen • BNA Communicatie: Ontwikkeling en uitvoering communicatie- en marketingplannen voor afzonderlijke lobby- en beleidsdossiers, BNA Onderzoek, BNA Academie, netwerken.
Versterking rol en positie • BNA Zakelijk: facts & figures marktontwikkelingen • BNA Beleid: DNR-STB doorontwikkelen: online applicatie STB, ontwikkelen bijlage tbv contracten met projectontwikkelaars, ontwikkelen BIMtool, herziening CR • BNA Beleid: Leden informeren over verschillende contractvormen zoals D&B (focus: regiobijeenkomsten met aannemers en andere betrokken partijen) • BNA Beleid: Ontwikkeling visie positie architect in ketensamenwerking, w.o. in kaart brengen benodigde competenties architecten • BNA Beleid: vergroting BIM-kennis door uitvoering brancheinnovatiecontract met TNO, Bouwend NL en NL ingenieurs en leden informeren over onderzoek BIM voor kleine bureaus • BNA Vereniging: Onderzoek naar branchevereniging inclusief voorstel contributiestelsel , lidmaatschapseisen tav professionaliteit en kwaliteitsprofilering afgerond met bestuursbesluit, dusdanig dat aan cao weer avv kan worden verleend • BNA Leden: ledenwerving (met specifieke aandacht voor toonaangevende bureaus, studenten via studieverenigingen en jonge architecten via o.a. JA-dag) en ledenbinding door o.a. bureaubezoeken (100 in 2012), netwerkondersteuning, contacten kringen. • BNA Leden: doorontwikkelen rol en functie regio’s en kringen. Onderzoek naar een effectieve decentrale verenigingsstructuur. Toekomst architectenbranche • BNA Beleid: ontwikkeling en start uitvoering actieprogramma
Crisis • BNA Beleid: lobby voor nieuwe crisismaatregelen o.a. via Cencobouw en MKB Nederland lobby voor realisatie nieuwe crisismaatregelen en via FDCI stimulering creatieve industrie Versterking rol en positie architecten • BNA Zakelijk en Bedrijfsvoering: facts & figures architectenbranche en BNA • BNA Beleid: uitvoering lobbyagenda op de afzonderlijke dossiers • BNA Communicatie: actief pers- en woordvoeringsbeleid • BNA Beleid: participatie in COAB, participatie ACE, lobby in Brussel, lobby in Den Haag (regelgeving) • BNA Beleid: participatie in Regiegroep Rijksbouwmeester, participatie Architectuur Lokaal (werkgroep KOMPAS light), activiteiten rond manifest MVA en promotie gebruik DNR door opdrachtgevers, o.a. verwijzing naar DNR in algemene inkoopvoorwaarden VNG (opdrachtgevers). • BNA Beleid: participatie in STABU Projectgroep Administratieve bepalingen PG01 (bouwpartners). • BNA Beleid: versterking positie architect bij regelgeving bouw en ruimte via OPB en Ministerie I&M • BNA Beleid: promotie gebruik DNR door opdrachtgevers • BNA Communicatie: opstellen en uitvoeren marketingplan architecten – gerichte marketingactiviteiten. • BNA Communicatie: voortzetting publiciteitscampagne architecten. • BNA Communicatie: uitkomsten BNA Onderzoek inzetten bij lobby en promotie • BNA Communicatie en Leden: BNA Gebouw van het Jaar • BNA Communicatie: Dag van de Architectuur • BNA Communicatie: uitvoering reputatiemonitor (nulmeting)
Verbetering en aanscherping p&c cyclus • BNA Beleid: ontwikkeling van activiteitgerichte naar resultaatgerichte aansturing en formats Versterking strategische communicatie • BNA Communicatie: uitvoeren strategisch communicatieplan 2012-2013. • BNA Communicatie: Doorontwikkelen generieke communicatiemiddelen: BNA Website, BNA Nieuwsbrief, BNA Blad. • BNA Communicatie: Feiten & Cijfers communicatiebereik:web statistieken, mediaopbrengsten. Verhoging ledentevredenheid naar 7 • BNA Leden: uitvoering nieuw ledentevredenheidsonderzoek Reputatie BNA in de buitenwereld in kaart gebracht • BNA Communicatie: uitvoering reputatiemonitor (nulmeting) Invoering competentiemanagement, resultaatgericht werken (kwalitatief en kwantitatief) en onderzoek naar flexibele beloning • BNA Bedrijfsvoering en MT: uitvoering instrumenten personeelsmanagement
Verhoging aandeel overige opbrengsten Toekomst architectenbranche • BNA Bedrijfsvoering: verhoging • BNA Communicatie: promotie toegevoegde waarde opbrengst coll. contracten naar bij nieuwe opgaven en nieuwe diensten architecten bij 125.000 opdrachtgevers • BNA Academie (bijna) breakeven • BNA Vereniging: onderzoek naar wenselijke en mogelijke samenwerking/fusie andere verenigingen in ontwerp- en bouwbranche als vervolg van ontwikkeling scenario’s
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 5b Vaststellen begroting 2012
Behandeling in de Ledenraad Het bestuur stelt de Ledenraad voor de begroting 2012 conform de bijlagen vast te stellen, inclusief de daarin opgenomen contributies en bijdragen voor 2012. Vergaderstukken - Notitie begroting 2012 - Bijlage 1: Begroting 2012 - Bijlage 2: Begroting beleidskosten 2012
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
NOTITIE Agendapunt Vergadering Van
5b Begroting 2012 Ledenraad op 7 december 2011 Bestuur
BNA begroting 2012
o o o o
Algemeen Voor 2012 zijn op 5 oktober door de ledenraad de volgende uitgangspunten voor de begroting vastgesteld: De contributie en bureaubijdrage worden net als in 2010 en 2011 niet geïndexeerd. Het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie is de afgelopen drie jaar met 6% gestegen. Dit is niet doorberekend naar de leden. Geen korting in 2012. Een daling van 10% van de bureaubijdragen. Een maximaal begrotingstekort van €300.000. De systematiek van bijgaande cijferopstellingen is aangepast ten opzichte van voorgaande jaren. De inkomsten van de BNA Academie, subsidies en projectbijdragen zijn uit de opbrengsten gehaald en verwerkt in de kosten van de beleidsgroepen. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten directe opbrengsten genereren en welke projecten dat niet doen. De begroting valt binnen de door het bestuur en de ledenraad vastgestelde kaders. Voor een nadere toelichting van de uitgangspunten wordt verwezen naar de notitie conceptbegroting 2012 voor de ledenraad op 5 oktober. Voorstellen De ledenraad wordt gevraagd: de BNA begroting 2012, die nauw samenhangt met Focus 2010-2013 en vertaald is in het werkplan voor 2012, goed te keuren. de voorstellen met betrekking tot de hoogte van de contributie, (bureau)bijdragen en opslagen vast te stellen. Alle genoemde bedragen zijn exclusief BTW. De contributie voor 2012 wordt gesteld op €304,- (2009 t/m 2011: €304,-), de bureaubijdrage op €320,- (2009 t/m 2011: €320,-) en de extra bijdrage van architecten in dienstverband op €25,- (2009 t/m 2011: €25,-). De kringbijdrage wordt bepaald door de kringvergadering en varieert per kring tussen de €34,- en €80,-. AOW-gerechtigde leden die langer dan 10 jaar lid jaar betalen 50% van de contributie, zijnde €152,(2010: €152,-). Student-leden betalen 5% van de contributie, zijnde €15,20 (2010: €15,20). Op het bijdrageformulier dienen bureaus ook een opgave te doen van de kosten van uitzendkrachten, facilitaire-bureaus en/of teken-bureaus en deze te delen door een fictieve loonsom. Voorgesteld wordt om de fictieve loonsom voor berekening van kosten uitzendkrachten, facilitairebureaus en/of teken-bureaus voor 2012 gelijk te houden met het bedrag in 2011: €56.000,-.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl
Personen die lid worden en op dat moment jonger zijn dan 40 jaar krijgen een korting op de contributie en bureaubijdrage van 70% in het 1e jaar en 40% in het 2e jaar. Dit geldt ook voor studentleden die hun lidmaatschap omzetten naar een volwaardig lidmaatschap. Cijfers en toelichting Bijlage 1 bevat de begroting 2012, vergeleken met het budget en de verwachting over 2011. De begroting past binnen de door de ledenraad vastgestelde uitgangspunten. De verwachting over 2011. Er zijn ten opzichte van oktober geen wijzigingen in de verwachting over 2011. Begroting 2012 Op hoofdlijnen ziet de begroting er hetzelfde uit als tijdens de bespreking op 5 oktober. Een aantal verschillen: De organisatiekosten (personeel, huisvestingskosten en kringen) zijn €44.000,- lager. Dit bedrag komt ten gunste van de beleidsuitgaven (projectkosten). De projectkosten (2 c) zijn vereenvoudigd weergegeven. In bijlage 2 worden de project- en salariskosten gespecificeerd volgens het werkplan. Van de totale salariskosten ad €1.685.000 wordt 66% besteed aan projecten. Met de verwachting over 2011 en een begrotingstekort van €300.000 in 2012 bedraagt het saldo van de algemene reserve: Saldo eind 2010: €1,7 miljoen Verwachting 2011: €0,5 miljoen Begrotingstekort 2012: €0,3 miljoen Saldo eind 2012 €900.000 Dit voldoet aan de richtlijn van KPMG, de accountant van de BNA. Die stelt dat de vrije reserve minimaal gelijk moet zijn aan de helft van de vaste lasten (personeel en huur).
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 5c Verkiezing bestuurslid
Behandeling in de ledenraad De Ledenraad wordt gevraagd een van beide kandidaten te kiezen en te benoemen als bestuurslid van de BNA voor een periode van twee jaar met ingang van 1 januari 2012. Vergaderstukken Notitie met cv’s van de kandidaten als bijlagen.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
VERGADERNOTITIE Agendapunt Vergadering Van Kenmerk
5c Verkiezing bestuurslid Ledenraad op 7 december 2011 Bestuur BNA Vereniging/ledenraad/111207.4c
Onderwerp
Verkiezing bestuurslid Jeanne Dekkers heeft dit voorjaar aangegeven haar derde en laatste zittingstermijn een half jaar eerder te willen beëindigen. Er ontstaat daardoor een vacature per 1 januari 2012. De vacature moet worden vervuld omdat het bestuur anders onder de statutair vereiste minimale bezetting komt. Bestuur en kringen hebben het recht om tot drie weken voor de bijeenkomst van de ledenraad kandidaten voor te dragen op basis van het door het bestuur opgestelde profiel. Als er één kandidaat is krijgt de ledenraad een voorstel tot benoeming voorgelegd. Als er meer dan één kandidaat is, vindt er in de ledenraad eerst een verkiezing plaats.
Profiel Het bestuurslid moet over bestuurlijke kwaliteiten beschikken. Een brede belangstelling voor alle aspecten van de vakbeoefening is gewenst, evenals het vermogen om op grote lijnen het BNA-beleid mede vorm te geven. Het bestuurslid staat midden in de beroepspraktijk. Gezien de huidige samenstelling van het bestuur moet het bestuurslid een vrouw zijn. Een kandidaat uit de leeftijdsgroep tussen 30 en 45 jaar geniet de voorkeur. Voordrachten Er zijn twee kandidaten voorgedragen. Er vindt dus een verkiezing plaats. Dorte Kristensen (1963, Atelier PRO architecten, Den Haag) is voorgedragen door de kring Haaglanden. Marianne Loof (1960, LEVS architecten, Amsterdam) is voorgedragen door het bestuur. De cv’s van de kandidaten gaan als bijlage bij deze notitie. Beide kandidaten zijn bereid een eventuele benoeming te aanvaarden. Marianne Loof is lid van het College van Toezicht. Deze functie is statutair niet te verenigen met het bestuurslidmaatschap. Na een eventuele benoeming tot lid van het BNA-bestuur zal zij haar lidmaatschap van het College van Toezicht beëindigen.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl
Behandeling in vergadering
Bij de behandeling van dit agendapunt zullen de kandidaten zichzelf kort introduceren. Daarna is er gelegenheid tot het stellen van vragen aan de kandidaten. De verkiezing is schriftelijk. De verkiezing moet plaatsvinden met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte, geldige stemmen. Als geen van de kandidaten de meerderheid van de stemmen heeft wordt er opnieuw gestemd. Mocht er dan weer geen kandidaat de meerderheid van de stemmen hebben dan vindt er een derde stemmingsronde plaats.
Curriculum Vitae Dorte Kristensen Architect directeur
Familienaam: Kristensen-Oorschot Voornamen: Dorte Postadres: Postbus 85616, 2508 CH Den Haag Telefoon: 070-3506900 Telefax: 070-3514971 Geboortedatum: 16 augustus 1963 Geboorteplaats: Aarhus, Denemarken Burgerlijk staat: Gehuwd Nationaliteit: Deense Inschrijving architectenregister: 1.940907.002 Functie: Architect Directeur Opleidingen: 1989 Aarhus Arkitektskole, afgestudeerd cand Arch waarvan 2de en 3de studiejaar aan TU Delft 1982 Aarhus Kathedral skole, A level natuur- en wiskunde Werkzaamheden: 2005-heden Architect Directeur atelier PRO 2002-2005 Architect Adjunct Directeur atelier PRO 1998- 2002 Partner Architect atelier PRO Nevenfuncties: Jurylid Rietveldprijs 2010 Jurylid BNA Gebouw van het jaar 2011 Lid geweest van het dagelijks bestuur van de STARO, ’Stichting Architecten Research Onderwijs’
Dorte Kristensen, (1963) afkomstig uit Denemarken, is sinds 1989 werkzaam bij atelier PRO. Als partner architect gaf zij vanaf 2000 leiding aan één van de vier ontwerpteams. Sinds 2003 maakt Dorte als adjunct architectdirecteur en later als architectdirecteur deel uit van de directie van atelier PRO. Dorte studeerde van 1983 tot 1989 architectuur aan ‘Arkitektskolen Aarhus’ in Denemarken en studeerde af als architect Cand. Arch. Hier leerde Dorte de principes van het ‘Neues Bauen’ van Hugo Häring en Hans Scharoun en de Scandinavische bouwmeesters, zoals Gunnar Asplund, Alvar Aalto en Jørn Utzon en Jan Gehl. Tijdens haar studie heeft zij twee jaar aan de TU Delft gestudeerd. Bij atelier PRO vond Dorte vanaf 1989 een naadloze aansluiting met de ideeën van Hans van Beek (architect directeur van atelier PRO) . Gebouwen zijn in deze visie geen autistische objecten, geen ‘esthetische’ UFO’s van een andere planeet die neerdalen in de stad of land. Geen ‘af’ gebouw dat verdwaald in zijn omgeving staat. Gebouwen zijn onlosmakelijk verbonden met de ruimtelijke omgeving waarin ze liggen. Ze versterken de sfeer en het karakter van de omgeving. Essentieel is daarbij de tussenruimte. De ruimte tussen de gebouwen, de route architecturale (routes in en om de gebouwen), de drempelgebieden tussen privé en openbaar. Het is juist in deze ruimte dat mensen elkaar ontmoeten, die het gevoel van veiligheid geeft, die een omgeving onaangenaam of juist prettig maakt. De ruimte die schippert tussen het privédomein van de mens en het openbare leven op straat. Materialen, kleuren, lichtval, diversiteit, toevallige aanwezigheid van dingen spelen allemaal een rol in de beleving van de ruimtegebruikers. Recente gebouwen zoals het Nieuwe wijkcentrum met woningen in de Zeeheldenbuurt van Tilburg, Dans- en Muziekschool Factorium in Tilburg, het Gemeentehuis Bronckhorst in Hengelo en het ROC Graafschap College in Doetinchem tonen de kwaliteiten en rijkdom van de tussenruimten.
DATUM GEWIJZIGD KENMERK BETREFT
CURRICULUM VITAE
24-11-2011
CV Marianne Loof
Marianne Loof
Personalia Naam en voornaam: Geboorteplaats en datum:
Loof, Marianne Heemstede, 30 september 1960
Opleidingen TU Delft faculteit Bouwkunde 1989: diploma cum laude
Inschrijving beroepsregister Registratienummer Architectenregister 1.890325.042
Werkzaamheden 2008 - heden
LEVS architecten te Amsterdam i.s.m. ir. A.J. Mout en ir. J.A. van Stigt.
2005 tot 2008
Loof & van Stigt Architecten te Amsterdam i.s.m. ir. A.J. Mout en ir. J.A. van Stigt
1998 tot 2005
Loof & van Stigt Architecten bv te Amsterdam i.s.m. ir. J.A. van Stigt
1989
Oprichting Loof & van Stigt Architecten te Amsterdam i.s.m. ir. J.A. van Stigt
1989
TU Delft cum laude, M. Loof Technologisch Centrum, Kop van het Damrak, Amsterdam
Nevenactiviteiten 2001 tot 2008
Lid Comm II voor Welstand en Monumenten Amsterdam Voorzitter Comm II voor Welstand en Monumenten Amsterdam
2007-2009
Gastdocentschap CVUT Praag.
2008-2010
Lid van de ledenadviesraad BNA
2009- heden
Lid van de Raad van Toezicht BNA
2011 - heden
Voorzitter Comm voor Welstand en Monumenten Amsterdam 1/1
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 5d Vaststellen verslag Ledenraadvergadering op 5 oktober 2011
Behandeling in de Ledenraad De Ledenraad wordt verzocht het verslag van de vergadering op 5 oktober 2011 vast te stellen. Vergaderstukken Concept verslag.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
VERSLAG
Vergadering Locatie
Ledenraad op 5 oktober 2011 BNA, Jollemanhof 14, Amsterdam
Aanwezig: Ledenraad
Thomas Bedaux, Arnoud Gelauff *, Gerard van Hoorn, Titia Luiten*, Max Pape, Björn van Rheenen*, Annet Ritsema*, Pim van der Ven, Beate Vlaanderen*. * Arriveren na de opening van de vergadering. Bestuursleden Rob Hendriks, Erik Kooij, Willem Hein Schenk (voorzitter) Ronald Schleurholts, Jeroen Wouters Directeur Fred Schoorl Bureau Lonneke Bakkeren, Joep Habets (secretaris), Wilma Jansen, Inge Pit, Tim Roeleveld. Afwezig: Maurits Algra, Thijs Asselbergs, Janneke Bierman, Roel Bosch, Jeanne Dekkers, Jos van Eldonk, Hans van Heeswijk, Rein Jansma, André Jekel, Angela Lott, Marnix van der Meer, Arnoud Olie, Manon Pattynama, Alexander Smeets, Allart Vogelzang, Vera Yanovshtchinsky,
1 Opening Schenk opent de vergadering. Hij vindt de opkomst uiterst teleurstellend. Er is een aantal cruciale zaken aan de orde zoals de bespreking van het werkplan en de begroting voor 2012. Die moeten in december worden vastgesteld, nu is het moment dat de ledenraad daarover zijn stem kan laten horen. In deze vergadering komen ook de toekomstscenario's aan bod en de resultaten van de peiling die ledenraadsleden bij hun achterban hebben gehouden. Pape constateert dat slechts vier ledenraadsleden aanwezig zijn. Hij oppert een nieuwe vergadering te beleggen. Schoorl meent dat de kans op succes op korte termijn niet groot zal zijn. Schenk stelt voor om toch met de vergadering te beginnen.
INFORMEREND 2a Ingekomen stukken Habets meldt dat er veertien berichten van verhindering zijn. Er wordt nog een aantal mensen verwacht. 2b Mededelingen Schoorl meldt dat er gesprekken gaande zijn met BNSP en NVTL. Waarschijnlijk trekken ze per 1 januari 2012 bij de BNA in. BNI overweegt om zich op termijn, na het aflopen van zijn huidig huurcontract, bij hen aan te sluiten. Ook wordt er gesproken over verdergaande samenwerking. Schenk zet uiteen dat er economische en inhoudelijke argumenten voor de BNA een rol spelen.
1
Niet alleen kunnen besparingen worden gerealiseerd op de huisvestingskosten, maar ook zijn in de dagelijkse beroepsuitoefening de grenzen tussen de disciplines vervaagd en kunnen we door samenwerking meer bereiken. Schoorl benadrukt dat de samenwerking wederzijds voordeel moet opleveren. Schoorl brengt de resultaten van de BNA-crisismonitor onder de aandacht. De trend is niet positief. Er zijn nog geen tekenen van herstel. Schoorl memoreert dat BNA, mede door het aantreden van de nieuwe voorzitter, veel publiciteit heeft gehad, onder meer in De Volkskrant en het FD en bij BNR. De BNA laat de media-aandacht in de geschreven pers meten. De waarde daarvan in de afgelopen elf maanden was 533.000 euro. Dat is het bedrag dat we zouden moeten neertellen om de gerealiseerde ruimte op de krantenpagina's te kopen. Schoorl brengt "Architect in de praktijk" onder de aandacht. Het boek over het ondernemerschap in de architectenpraktijk is onlangs in samenwerking met de TU Delft en uitgeverij SUN uitgebracht.
OPINIEREND 3a Resultaten van de verkenning door ledenraadsleden bij hun achterban Schenk meldt dat Algra, Van Hoorn, Pattynama, Van Rheenen hun bevindingen op papier hebben gezet. De volgende vragen hebben de ledenraadsleden aan hun achterban voorgelegd: 1 Welke trends zie je in de huidige ontwikkel- en bouwprocessen? 2 Welke mogelijkheden zie je om in deze tijd als ondernemende architect het beroep uit te oefenen? 3 Welke kennis en kunde zijn het belangrijkst om op dit moment succes te hebben? Pape heeft gesproken met vijf grote en middelgrote bureaus uit de regio Rotterdam en omstreken, zowel van leden als van niet leden. Welke trends? - processen worden geprofessionaliseerd - activiteiten architect worden teruggedrongen - de juridisering neemt toe, er zijn veel contractperikelen - alles moet “snel, sneller snelst” - de samenwerking met aannemers wordt omarmd - bureaus zijn flink gekrompen, maar ervaren nu een stabilisering - cultuuromslag en wendbaarheid zijn nodig, maar lastig in een grote organisatie
2
- met BIM-model kunnen werken is een belangrijke eis. Welke mogelijkheden? - zorg dat je in de voorfase aan tafel zit; - neem zelf initiatieven; - ontwikkel zelf; - doe aan design & built; - laat je ondernemerschap gelden; - haal oude contacten aan, ga na of gerealiseerde projecten aan een update toe zijn; - verwerf opdrachten in het buitenland en zorg dat je daar snel kunt leveren. Welke kennis en kunde? - inzicht in vastgoedprocessen, reken en tekenen, gesprekspartner zijn; - pr-vaardigheden; - beheersing BIM tot in de uitvoering - een professionele organisatie, gericht op nieuwe bouwopgave - alles wat nodig is om goede gesprekspartner voor de opdrachtgever te zijn. Het is Pape opgevallen dat verschillende bureaus aanzienlijk zijn gekrompen, maar zich tamelijk optimistisch tonen over de toekomst. De strategieën lopen uiteen, de een profileert zich als nichespeler, de ander richt zich vooral op het buitenland. Van Hoorn heeft zijn licht opgestoken bij zes grote, veelal Amsterdamse bureaus. Zijn bevindingen staan op papier. Hij geeft een aantal highlights. Welke trends? - de crisis is structureel; - de kantorenmarkt ligt volledig plat; - het aantal Europese aanbestedingen neemt af; - de opdrachten verschralen, onder meer door VO/DO- en D&B-opdrachten; - de uitvoerende partijen beginnen voorzichtig met BIM; - meer gezamenlijk optrekken met andere bouwpartners, co-makership e.d.; - cultuuromslag wat betreft samenwerken; - hier en daar twijfels over BIM, maar ook BIM goede ontwikkeling voor bureau; - aannemers nemen initiatieven; - dalende prijzen, vooral bij collega’s; - risicomijding bij opdrachtgevers; - we moeten plannetjes snel maken; - door snelheid zijn plannen minder doorwrocht. Welke mogelijkheden voor de ondernemende architect? - advieswerk op een breed terrein; - BIM gebruiken; - integraal werken - kennis delen; - laten zien waar je voor staat, je onderscheiden;
3
- markt vergroten, met name in het buitenland en voor buitenlandse opdrachtgevers in Nederland; - alert zijn hergebruik van eerder gerealiseerde gebouwen die nu leeg staan; - opstellen als professioneel partner; - oog hebben voor belangen van andere partijen; - actief op zoek gaan naar klanten (zoals een Londense taxichauffeur). Kennis en kunde - bredere kijk op het project ontwikkelen, met name de bouwkosten; - goede beheersing kostenbewaking; - in het algemeen: vakkennis; - eigen meerwaarde duidelijk kunnen maken. Bedaux heeft volgende week contact met zijn achterban en zal de vragen daar ter sprake brengen. Vlaanderen was het niet duidelijk dat van haar een bijdrage werd verwacht. Overigens herkent ze veel van wat door Van Hoorn naar voren is gebracht. Ook zij signaleert dat veel werk in samenwerking met aannemers moet worden verworven. Het gaat om grote aanbestedingen die te veel geld kosten. Luiten heeft een bijeenkomst bijgewoond met de drie vragen in haar achterhoofd. Ze signaleert als trend dat aannemers een product en een proces aanbieden. Architecten hebben hun twijfels over het product en denken dat het met hun inbreng beter zou kunnen worden. Het vergt een grote inzet om de reductie van de rol van de architect tegen te gaan. Het is kunst het vakmanschap van architecten effectief naar voren te brengen en te laten zien dat het inschakelen van een architect de aannemer én het project tot voordeel kan zijn. Schenk vult aan dat het ook belangrijk is om te laten zien wat de meerwaarde van de archkitect is in nieuwe procesvormen. Ritsema heeft met drie kleine bureaus gesproken. Welke trends? - moordende onderlinge concurrentie; - architecten werken onder de kostprijs; - Europees aanbesteden is grote belemmering voor kleine bureaus; - juridisering bouwproces; - veranderingen in de bouwketen. Welke mogelijkheden? - pro actief zijn; - voorinvesteringen doen; - risico nemen; - investeren in onderzoek en het opdoen van kennis; - multidisciplinair werken;
4
- werkzaamheden van anderen overnemen cq niet meer uitbesteden; - zorgen dat opdrachtgever met minder mensen aan tafel zit. Welke kennis en kunde? - kennis van bouwregelgeving; - werken met BIM; - kennis van maatschappelijke en economische ontwikkelingen; - kennis over duurzaamheid; - netwerken; - kennis en kunde die nodig is om takenpakket te verbreden. Van Rheenen geeft beknopt de inhoud weer van zijn in schriftelijk vastgelegde ervaringen. - architecten moeten opdrachten zelf genereren; - van grote partijen zijn geen opdrachten te verwachten; - we moeten het hebben van kleinschalig werkende investeerders en opdrachtgevers; - een groter deel van de opdrachten komt van particulieren; - samenwerking is nodig om werk te verwerven. Schenk vraagt of er nog behoefte is om bepaalde zaken aan te vullen of te belichten. Hendriks constateert dat de architect geen beschermde positie meer heeft. De vanzelfsprekendheid is weg en de architect moet steeds weer zijn meerwaarde bewijzen. Pape signaleert dat opdrachtgevers niet zo zeer op zoek zijn naar iemand die het ontwerp maakt maar naar iemand die de communicatie in het proces, met name met de gebruikers weet te regelen. Selectie vindt niet plaats op een visie of een plan, maar op competenties als stressbestendigheid en communicatieve vaardigheden. Schleurholts vindt het geen slechte ontwikkeling als het niet meer om het plannetje gaat, maar om het vermogen een ontwerpproces tot een goed einde te brengen. Op verzoek van de voorzitter geeft Schoorl een analyse van de resultaten. Hij signaleert zowel positieve als negatieve trends. De boventoon is dat architecten een andere positie innemen in het bouwproces en op een andere wijze moeten acteren. Ze kampen met een moordende concurrentie en onder verslechterde voorwaarden. Ze worden vaak eerder ingeschakeld om hun persoonlijke kwaliteiten dan om hun vakmanschap. De juridisering zet zich voort en er zijn vaak contractperikelen. Er wordt, kortom, pijn geleden. In de veranderde markt nemen aannemers dikwijls het initiatief. Architectuur is van minder belang voor opdrachtgevers en het inschakelen van een architect is niet vanzelfsprekend. Om het hoofd boven water te houden moet een architect ondernemend zijn, initiatieven nemen en op de juiste plaatsen zijn. Vakdeskundigheid blijft van groot belang maar de meerwaarde die een architect oplevert moet steeds worden aangetoond. Het klassiek vakmanschap is noodzakelijk om onderscheidend te zijn ten opzichte van andere participanten in de bouwkolom. Het is van belang om grensoverschrijdend en in multidisciplinaire teams te kunnen werken. Kennis van BIM is onmisbaar. Schenk constateert dat over BIM verschillend wordt gedacht, zo wel over de betekenis voor
5
architecten als over het samenwerken met andere disciplines. Daar valt wat te winnen. Schoorl en Jansen wijzen in dit verband op het lopende project over BIM voor kleine bureaus en het succes van het innovatieproject over BIM waaraan 90 bureaus deelnemen. Van der Ven bepleit dat de BNA de leden attent maakt op de markt- en acquisitiemogelijkheden die BIM voor architecten biedt. Het is te gebruiken om de opdrachtgever ook andere diensten aan te bieden. Schenk is tevreden over wat de peiling heeft opgeleverd. Er zijn nog wat bijdragen toegezegd. Hij wil er graag mee verder gaan om zo een goed inzicht te hebben van wat er bij de achterban leeft. Schoorl vult aan dat het een goede input vormt voor het werkplan.
3b Scenario’s architectenbranche Als inleiding op de behandeling van de scenario’s voor de architectenbranche refereert Schoorl aan de geanimeerde workshop waarin de ledenraadsleden zelf scenario’s hebben geformuleerd. De resultaten van deze bijeenkomst vormden samen met die van soortgelijke bijeenkomsten van bestuur en bureau de input voor de scenario’s die nu voorliggen. De scenario’s geven inzicht in de verschillende richtingen waarin de branche zich zou kunnen ontwikkelen. In de notitie zijn de scenario’s met hun karakteristieken in essentie vastgelegd. Het is de bedoeling om eind 2011 of uiterlijk begin 2012 een publicatie uit te brengen, gevolgd door een discussie over de scenario’s. Schoorl vraagt de ledenraadsleden of de scenario’s herkenbaar zijn en op welke punten verbetering mogelijk is. Van Rheenen wil de scenario’s niet tot in detail bespreken en beperkt zich tot de hoofdlijn. Hij beschouwt het als een manco dat er nog geen heldere conclusies aan de scenario’s zijn verbonden. Het is niet duidelijk in welke richting de conclusies gaan. Gelauff vindt de scenario’s interessant. De BNA geeft echter weinig blijk van urgentie over de crisis. Over de scenario's is vijf maanden geleden al gesproken. Nu blijkt dat er pas over een paar maanden een publicatie komt, gevolgd door een discussie. Dan zijn we in totaal een jaar verder. De omstandigheden veranderen ondertussen voortdurend en de bureaus hebben hun plan al moeten trekken. Een discussie over de scenario’s is niet bijster interessant. Het gaat erom wat de bureaus met de scenario’s kunnen doen in een snel veranderende, turbulente omgeving. Gelauf pleit ervoor alle resultaten onmiddellijk naar buiten te brengen, dan hebben de bureaus er nog wat aan. Ook Schenk is er voorstander van om de resultaten snel te verspreiden. Bedaux vraagt hoe je de kans meet dat een bepaald scenario zich zal voordoen. Schoorl antwoordt dat het geen zaak van meten maar van inschatten is. Van der Ven vindt het een leuk stuk, maar de BNA zou er ook naar moeten handelen. Als de kans zo groot is dat de markt blijvend krimpt dan moet dat direct invloed hebben op de organisatie en begroting. Interen op het eigen vermogen is in die omstandigheden onverstandig. De BNA moet zich dan instellen op een kleinere branche, een kleinere organisatie en een kleiner budget.
6
Pape heeft de presentatie van de scenario's tijdens een bijeenkomst met bureaus meegemaakt. De scenario’s helpen de bureaus om de eigen positie te bepalen en een koers uit te zetten. Daarin schuilt volgens hem de waarde. Luiten sluit zich hierbij aan. De BNA moet niet in een glazen bol kijken en proberen de toekomst te voorspellen. De verschillende scenario's zijn interessant als denkmodel dat bureaus kunnen gebruiken bij het sturen van de ontwikkeling van het eigen bureau. Kooij onderschrift dat bureaus hun eigen conclusies moeten trekken. Het gaat immers om hun ondernemersverantwoordelijkheid. Maar de BNA moet er ook conclusies uit trekken voor het beleid en de activiteiten. Van der Ven vindt dat de bureaus hun eigen keuzes moeten maken. Het is een taak voor de BNA om te helpen om die keuzes verantwoord te maken en ten uitvoer te brengen. Schenk stelt dat de scenario's een doorkijkje bieden op hoe de wereld zich voor architecten kan ontwikkelen. Ze geven gereedschap om je op de toekomst te oriënteren. Het betekent niet dat we alles direct op volgend jaar moeten betrekken, het gaat over de langere termijn. Wel is het mogelijk, vult Schoorl aan, om de zogeheten no-regretmaatregelen te nemen. Dat zijn de maatregelen die bij alle scenario's verstandig zijn. Gelauff vraagt zich af of het zinvol is nu ver in de toekomst te kijken. Architectenbureaus hebben een horizon die niet verder reikt dan een paar maanden en de omstandigheden veranderen voordurend. Schoorl stelt dat enig perspectief nodig is om nu te kunnen handelen. Gelauff pleit ervoor om voor de scenario's een perspectief op kortere termijn te kiezen. Schenk wijst er op dat de programma's in het werkplan elk een eigen termijn kennen. Bij de crisisbestrijding kijken we naar wat nu nodig is. Hendriks beklemtoont dat nu een tweede tranche crisismaatregelen noodzakelijk is, maar we moeten ook nadenken over de toekomst van de branche. Ter afsluiting zegt Schoorl toe snel met de scenario's naar buiten te komen. Reacties van de ledenraadsleden op wat nu voor ligt zijn nog steeds welkom. 3c Concept werkplan 2012 Ter introductie van het concept-werkplan brengt Jansen de discussie in de vorige vergadering in herinnering. Er is behoefte aan een beknopt werkplan met aandacht voor zowel de huidige noden van architecten als voor de toekomst van de architectenbranche. We krijgen te maken met een veranderde en kleinere bouwopgave. Het concept-werkplan heeft nu meer focus. Er zijn drie programma's opgenomen waarin de verschillende projecten en activiteiten in samenhang aan bod komen. De drie programma's hebben elk een eigen tijdsdimensie. Op korte termijn gaat het om het aanpakken van de gevolgen van de crisis. Gericht op de wat langere termijn speelt de versterking van de rol en positie van de architect. En bij de toekomst van de branche gaat het om de lange termijn. Centraal in de presentatie van het werkplan op één A3 staan de activiteiten en de resultaten.
7
Het motto en de ambitie geven het geheel richting. Jansen geeft aan dat het concept-werkplan vandaag in opiniërende zin aan de orde is. Met de inbreng van de ledenraad wordt het werkplan vervolgens verder gebracht. In december stelt de ledenraad het werkplan vast. Vlaanderen vraagt om aandacht voor de leesbaarheid van delen van de grafische presentatie en de zichtbaarheid van de relaties tussen de elementen. Jansen antwoordt dat met een paar grafische wijzigingen de geprinte versie er inmiddels beter uit ziet. Gelauff vraagt om meer informatie over de ontwikkeling tot brancheorganisatie. Schenk zet uiteen dat het om een onderzoek gaat naar de wenselijkheid en de haalbaarheid van de transformatie van beroepsvereniging van personen tot brancheorganisatie van bureaus. Daarbij spelen verschillende zaken mee zoals het mogen afsluiten van een algemeen verbindend te verklaren cao, de verbetering van de behartiging van de bureaubelangen, de positie van de grote bureaus e.d. Van der Ven vraagt of de no-regretmaatregelen die uit de scenario’s voortvloeien in het werkplan zijn opgenomen. Schoorl antwoordt dat er geen directe koppeling is gemaakt tussen de scenario’s en het werkplan. Wel zijn veel van de in het werkplan opgenomen activiteiten te beschouwen als noregretmaatregelen. Gelauff waardeert de beknoptheid van het werkplan, maar heeft nu wel de behoefte aan een toelichting op de activiteiten. Jansen constateert dat het lastig is. We hebben nu het gewenste beknopte werkplan. Als we een toelichting maken wordt het weer een heel boekwerk. Schoorl zegt dat we nog op zoek zijn naar een vorm die zowel beknopt als informatief is. Pape vraagt zich af of het werkplan niet te uitvoerig is. Mogelijk moeten er nog meer prioriteiten worden gesteld. Van der Ven geeft aan dat in het plan dat nu voorligt in elk geval het aantal activiteiten is verminderd. Wouters wijst er op dat niet alle vermelde activiteiten van gelijke zwaarte zijn. Gelauff constateert dat de BNA een breed takenpakket heeft. Als je wil focussen, moet je keuzes maken en dingen laten vallen. Als je kijkt naar de ambitie van excellente vakbeoefening dan hoef je niet alle bureaus meer te bedienen. De BNA zou naar buiten toe een herkenbaar profiel krijgen als organisatie van de bureaus die er toe doen. Schenk praat liever in termen van het stimuleren van bureaus om beter en scherper te worden, niet in termen van buiten de boot vallen. Het is evident dat de markt vraagt om professionalisering. Schoorl wijst erop dat alle kleine bureaus samen een groot maatschappelijk belang vormen. Jansen stelt dat kwaliteitsborging bij veel branches op dit moment een vanzelfsprekende zaak is. De politiek-maatschappelijke ontwikkeling, zegt Schoorl, gaat naar zelfregulering van branches. Jansen stipt een dilemma aan. Voor effectiviteit van de lobby is het van belang dat de
8
organisatie voldoende representativiteit in de branche heeft. Een selecte organisatie kan een duidelijker profiel hebben, maar heeft nauwelijks lobbymacht. Schoorl merkt op dat de kerntaken van de BNA in het werkplan worden ingevuld. Het gaat om beroepsuitoefening, belangenbehartiging en brancheontwikkeling. Dat zijn taken die tot het normale pakket van een belangenorganisatie als de BNA behoren. De BNA is in dat opzicht, ook in de bouwwereld, geen vreemde eend in de bijt. De vraag die we hebben te beantwoorden luidt: wat wil de BNA zijn als de branche is veranderd. Schenk stelt dat we, in deze roerige tijd waarin de urgenties veranderen, wel zullen blijven sleutelen aan de plannen. Misschien pakken we te veel aan, het bestuur kijkt er nog een keer naar. Bedaux vraagt waarom de buitenlandactiviteiten zijn beperkt tot Europa. Jansen licht toe dat beperking noodzakelijk is. Het is onmogelijk de hele wereld te bestrijken. We beperken ons vooralsnog tot Europa. Schoorl vult aan dat er met andere organisaties afspraken zijn gemaakt. Zo richt het NAi zich op China en India. Gelauff neemt deel aan het NAi-project. Het is een goed project waar zijn bureau veel van leert, maar het NAi opereert anders en is primair gericht op het bevorderen van de bouwkunst. Er zijn bij het verwerven van en het werken aan opdrachten in het buitenland ook andere zaken aan de orde waarin het NAi niet voorziet. De BNA kan die niet bij het NAi neerleggen. Gelauff verwijst naar de informatieve publicaties die de BNA eerder heeft gemaakt over de export van architectendiensten naar verschillende Europese landen, zoals Frankrijk. De BNA zou zulke publicaties moeten maken voor alle landen waar een redelijk aantal Nederlandse architecten wil werken. Van der Ven ziet in het werkplan te weinig terug van de ontwikkelingen die in de scenario's worden geschetst. De BNA zou daarop moeten anticiperen. Schenk rondt de discussie af. Hij brengt in herinnering dat de Ledenraad in december het werkplan voor 2012 moet vaststellen. Er kan nog een paar weken aan het plan worden gesleuteld. Hij verzoekt eventuele suggesties vandaag of morgen door te geven.
3d Concept Begroting 2012 Voorafgaand aan de toelichting op de begroting voor volgend jaar schetst Kooij de financiële situatie in 2011. Het ziet ernaar uit dat we binnen de begroting blijven. Het tekort valt waarschijnlijk 50.000 euro lager uit dan begroot. Het betekent concreet dat we 50.000 euro minder interen op de reserve dan begroot. In de toelichting op de begroting voor 2012 stelt Kooij dat de BNA altijd een behoudend financieel beleid heeft gevoerd. In de goede jaren is er een reserve opgebouwd, die kan in de slechte jaren worden ingezet om de activiteiten die voor de architectenbranche nodig zijn
9
doorgang te laten vinden. Aan het eind van dit jaar is de reserve ongeveer 1,2 miljoen euro. Dat is groot genoeg om voor 2012 een klein tekort te begroten, toch zijn ook bezuinigingen onvermijdelijk. Er is rekening gehouden met tien procent minder inkomsten uit contributies en bijdragen van leden. Het voorstel is de contributies en bijdragen niet te verhogen. Voor het derde achtereenvolgende jaar zijn ze niet geïndexeerd met het oog op de crisis. Er is voor 2012 geen crisiskorting voorzien. Het streven is om de inkomsten uit andere bronnen te vergroten, daarvoor wordt een extra inspanning gepleegd. Het gaat onder meer om de inkomsten uit de BNA Academie. Vlaanderen vraagt of het tekort ontstaat door minder inkomsten of door grotere uitgaven. Kooij en Schleurholts zetten uiteen dat er op die manier niet naar te kijken is. Het gaat om een begroot tekort, waarbij inkomsten en uitgaven op elkaar zijn afgestemd. Van der Ven constateert dat er ook een financiële inspanning wordt geleverd om extra inkomsten te verwerven. Hij vraagt of het reëel is te rekenen op deze inkomsten. Kooij meent dat op basis van de huidige ontwikkeling bij de BNA Academie een reële inschatting is gemaakt. Schoorl vult aan dat er wordt geprobeerd ook andere doelgroepen aan te boren. Overigens is het doel niet om veel geld te verdienen, maar om activiteiten kostendekkend te maken, inclusief de indirecte kosten. Van der Ven uit zijn bezorgdheid over de omvang van de financiële reserve, die halveert in een paar jaar. Als er geen groei in zicht is, en die kans is reëel zo blijkt uit de eerder gepresenteerde scenario’s voor de branche, dan zou je moeten anticiperen op een krimpende branche. Kooij stelt dat de omzet van de BNA al met 25% is gekrompen. Ook is de BNA weer op weg naar een sluitende begroting. De vinger wordt aan de pols gehouden. Mochten de inkomsten in 2012 tegenvallen dan wordt de begroting gedurende het jaar bijgesteld. Aan het eind van 2012 is de financiële reserve 900.000 euro. Dat is voldoende voor een organisatie als de BNA. De norm is een derde van de jaaromzet. Naast deze reserve beschikt de BNA nog over de opbrengst van de verkoop van het pand aan de Keizersgracht. Het gaat om een bedrag van meer dan 3,5 miljoen dat is vastgezet. Van der Ven toont zich daardoor op dit punt enigszins gerustgesteld. Luiten vraagt meer informatie over de Dag van de Architectuur. De kosten voor de BNA zijn beperkt. De bijdragen van anderen die we daarmee genereren zijn een veelvoud van de eigen financiële inspanning. Ook levert de Dag van de Architectuur veel publiciteit op. In 2011 was de publiekscampagne gekoppeld aan de Dag van de Architectuur. De campagne wordt niet stopgezet, maar er worden geen nieuwe investeringen gedaan. Schenk vindt het belangrijk dat het Open Huis bij architecten wordt voortgezet. We moeten elke mogelijkheid aangrijpen om te laten zien wat architecten doen en betekenen. Schenk constateert dat de Ledenraad het kader en de uitgangspunten voor de begroting 2012 onderschrijft. Op basis daarvan wordt de begroting uitgewerkt. In de vergadering van december vindt de formele vaststelling plaats.
10
BESLUITVORMEND 4a Vaststellen verslag ledenraadvergadering op 11 mei 2011 Er zijn geen opmerkingen over de tekst van het verslag van de vergadering op 11 mei 2011. Het verslag wordt vastgesteld. Naar aanleiding van het verslag vraagt Gelauff over het bestuur gevolg heeft gegeven aan de actiepunten. Het gaat hem met name om de maatregelen die zijn genomen om te voorkomen dat een bestuurslid opstapt zonder verantwoording af te leggen in de Ledenraad. Schoorl stelt dat het lastig formeel te regelen is. Je kunt een afgetreden bestuurslid niet dwingen om in de Ledenraad te verschijnen. Gelauff kan zich daar wat bij voorstellen, maar hij meent dat het helpt om in voorkomende gevallen geen afspraken te maken die het de Ledenraad onmogelijk maken haar taak goed te vervullen. Afspraken om geen informatie te geven of er niet over te praten zijn ongewenst. 4b Vaststellen verslag ledenraadvergadering op 30 augustus 2011 Ook de tekst van het verslag van de vergadering op 30 augustus 2011 wordt ongewijzigd vastgesteld. Vlaanderen adviseert om consequent te zijn in het al dan niet vermelden van de afwezigen in de verslagen. Gelauff wil alsnog kwijt dat hij het plannen van een Ledenraadvergadering in de periode van de schoolvakanties slordig vindt. Schenk beaamt dat het niet de schoonheidsprijs verdient, maar in verband met de benoeming van een nieuwe voorzitter was er haast. 4c Bijstelling beleidsplan Jansen geeft een toelichting op de bijstelling van het beleidsplan. Het beleidsplan zou elk jaar moeten worden bijgesteld. Het besef is doorgedrongen dat het voortdurend bijstellen van het beleidsplan leidt tot een te grote gerichtheid op de eigen organisatie en het aanpakken van de prioriteiten van dit moment in de weg staat. Het onderwerp is besproken in de ledenraadvergadering in mei. Voorgesteld is om pragmatisch te handelen en het beleidsplan aan te passen op basis van wat er in het werkplan staat. In die lijn stemt de ledenraad zonder discussie in met de bijstelling van het werkplan. 5 Rondvraag Pape informeert naar de follow-up van het overleg dat een aantal bureaus heeft gehad met het bestuur naar aanleiding van de cao-perikelen. Hij vindt het van belang dat de stem van de bureaus in het cao-traject op een goede manier wordt gehoord. Er is enige spoed vereist omdat het nieuwe cao-traject volgend jaar al weer aan de orde is.
11
Schenk zet uiteen dat het niet alleen om de cao gaat, maar ook om de positie van de grote bureaus binnen de BNA en de ontwikkeling van de branche op termijn. Tijdens de bijeenkomst is ook gebleken dat de bureaus onvoldoende of te laat gebruik maken van de mogelijkheden die er al zijn om daadwerkelijk invloed uit te oefenen. Schoorl meldt dat er twee afspraken zijn gemaakt. De eerste gaat over het aanpassen van het cao-traject op korte termijn, de tweede over de ontwikkeling van de BNA tot brancheorganisatie op wat langere termijn. De betrokken bureaus worden uitgenodigd voor een tweede gesprek in december. In de volgende Ledenraad staat de mogelijke transformatie van de BNA tot brancheorganisatie op de agenda. De volgende bijeenkomst van de Ledenraad is, volgens schema, op 7 december 2011 van 16.30 tot 19.00 uur. 6 Sluiting Schenk dankt de aanwezigen voor hun komst en hun bijdrage aan de vergadering. Hij gaat contact zoeken met de ledenraadsleden die niet aanwezig waren. De voorzitter sluit de vergadering.
Besluitenlijst Ledenraad op 5 oktober 2011 De Ledenraad stelt het verslag van de vergadering op 11 mei 2011 vast. De Ledenraad stelt het verslag van de vergadering op 30 augustus 2011 vast. De Ledenraad stemt in met de bijstelling van het beleidsplan.
12
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 6a Scenario’s architectenbranche
Behandeling in de Ledenraad Ter informatie. Vergaderstukken De scenario’s worden in de week van 5 december 2011 gepubliceerd op de website van de BNA. De Ledenraadsleden ontvangen daarvan bericht.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
LEDENRAAD 7 december 2011 Agendapunt 6b Resultaten van de verkenning door Ledenraadsleden bij hun achterban
Behandeling in de ledenraad Ter informatie. Bijlage In de bijlage zijn alle op schrift gestelde resultaten opgenomen van de verkenning door Ledenraadsleden bij hun achterban. In het verslag van de Ledenraadvergadering van 5 oktober 2010 staat de mondelinge inbreng. De geïnterviewde personen en bureaus zijn anoniem gemaakt.
Jollemanhof 14 Postbus 19606 1000 GP Amsterdam T 020 555 36 66 F 020 555 36 99
[email protected] www.bna.nl KvK 40531539
Bijdrage Thomas Bedaux Ik heb een verkenning gedaan bij het bestuur van de BNA kring Midden-Brabant, hier volgen de reacties: 1. Welke trend zie je in de huidige ontwikkel en bouwprocessen? - Woningbouwverenigingen plegen minder nieuwbouw en renoveren huidige voorraad. - Opdrachten worden opgeknipt in deelopdrachten (schets ontwerp, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp, etc.) - Veel leegstand in comm. vastgoed waar niets mee wordt gedaan - Overheden werken niet mee, dit zorgt voor eindeloze procedures. - Veel architectenselecties waar weinig tot geen vergoeding tegenover staat. Als een selectie gewonnen is, is het nog maar de vraag of het project door gaat. - (te) Harde concurrentie tussen architecten onderling (we kunnen een voorbeeld nemen aan de collegialiteit in andere branches...) - Aannemers nemen werk van architect na DO over. - Architect wordt onderaannemer van aannemer in plaats van verlengstuk opdrachtgever. - Door gebrek aan banen gaan meer mensen studeren en blijven mensen langer studeren. Onderwijsinstellingen groeien en de vraag naar studentenwoningen neemt toe. - Belgie en Duitsland hebben minder last van de crisis 2. Welke mogelijkheden zie je om in deze tijd als ondernemende architect het beroep uit te oefenen: - Inspelen op punten uit vraag 1... - Zorgen voor een flexibele schil in je onderneming 3. Welke kennis en kunde zijn het belangrijkst om op dit moment succes te hebben? - Verder kijken dan de waan van de dag - samenwerken met marktpartijen
Bijdrage van Beate Vlaanderen INTERVIEW 1 (MET ARCHITECT UIT EEN GROOT BUREAU) 1.
Welke trend zie je in de huidige ontwikkel- en bouwprocessen?
Wij zien een tweeledige ontwikkeling: De gebruiker bepaalt: architectuur als theoretische professie, die gericht is op vakgenoten, is voorbij: architectuur is waar de gebruiker en de mensen in de omgeving behoefte aan hebben. Niet welstand, maar de man in de straat is de norm, of we het leuk vinden of niet. Het wordt steeds belangrijker om processen in hanteerbare fases op te knippen en te versnellen. Dat leidt tot bijv. Stedenbouw regelen voordat veel geld in planontwikkeling gestopt moet worden, architectuur van diverse bureaus als keuze voor opdrachtgevers (tenders) om te voorkomen dat er lange trajecten van ontwikkelen en prijscontrole ontstaan. Korte en hevige ontwerpprocessen zijn het gevolg voor bureaus. Minder beheersing, meer adviseurschap, meer slimme aanbiedingen doen om aan tafel te blijven.
2. Welke mogelijkheden zie je om in deze tijd als ondernemende architect het beroep uit te oefenen? Architecten zullen zich werkelijk moeten verdiepen in de behoefte van gebruikers en klanten. Wat kunnen wij bieden dat het onderscheid maakt? En ook: zijn we in staat voldoende solvabiliteit op te bouwen om daar werkelijk garantie op te bieden? Verkopen die door ons ontworpen woningen? Zijn processen snel genoeg om klanten vast te kunnen houden? Zijn we in staat transformatieprocessen inzichtelijk te maken en te versnellen? Kunnen we financieel alternatieven bieden? Alleen een aantal goede, grote bureaus en een paar bijzonder inventieve kleine kunnen dat. 3. Welke kennis en kunde zijn het belangrijkst om op dit moment succes te hebben? (creatief) Ondernemerschap, De wil en de kracht om flexibel samen te werken, Werkelijk in gesprek kunnen zijn met je opdrachtgever en diens opdrachtgever (dus niet opdrachtgever verleiden en opvoeden), Financiële en technische (bouwkundige, duurzaamheid, installatietechnische, wetgeving) achtergrondkennis, Meerdere acties tegelijkertijd kunnen oppakken: rekenen en tekenen noemden we dat vroeger. Snelheid en precisie, betrouwbaarheid - Garanties Eigen werk serieus evalueren (wie houdt enquêtes bij gebruikers?) (wie keert wel eens terug?) (Erik v Egeraat verklaarde laatst nog op de radio dat hij dat niet hoefde omdat hij alles dat mensen vinden al lang weet... Volgens mij heeft niemand met dergelijke arrogantie over 2 jaar nog werk, tenzij je dat in Rusland wilt kopen) Kortom te veel om in 1 mens te combineren, als je geen genie bent.
INTERVIEW 2 (MET ARCHITECT UIT EENMANSBUREAU) 1.Welke trend zie je in de huidige ontwikkel- en bouwprocessen? De grote bureaus oriënteren zich internationaal. . Er zullen minder grote projecten in Nederland zijn maar meer in het buitenland zoals bijvoorbeeld China. Er vindt dus een verschuiving plaats naar kleinere en inpasbare projecten die lokaal en regionaal moeten gebeuren Vergelijkbare moeilijke omstandigheden zijn al eerder geweest in de 80 er jaren. Daarna was de economische lift voor jonge architecten in de 90er jaren en 2000. Als lokale-regionale architect moet je naast ontwerpvaardigheden ook veel technische kennis in huis hebben die jezelf in BIM kan verwerken. De vraag is alleen of het economisch zinvol is om kleine projecten in Bim uit te werken, maar ook in praktische zin kan je bijvoorbeeld niet verwachten van een klein loodgieters bedrijf of een plaatselijke aannemer dat zij nog voordat ze de opdracht hebben om in Bim mee te tekenen in de bouwvoorbereiding laat staan te investeren en personeel ervoor in dienst te nemen. Over het algemeen willen zij gewoon van de architect horen wat en hoe ze het moeten maken. Ook is het de vraag of ze bereid zijn en of het zinvol is dat ze investeringen in BIM te doen. Hij stoort zich aan de enorme inzet van de BNA voor BIM. BIM is volgens hem voornamelijk zinvol bij grote en een aantal middelgrote projecten. Bij kleine projecten zoals het ontwerpen van twee villa’s stelt hij zich de vraag of het nuttig is de installatie en HWA in BIM te tekenen. De bouwpartners zijn te klein en hierdoor zouden de kosten in de bouwvoorbereiding onnodig verhoogd worden. De rol van de architect bij kleine tot middelgrote projecten is hierdoor toch zelf als architect alles tekenen, samenwerken met diverse disciplines en coördineren om een bouwproductie op niveau te bereiken. Voor de grotere bouwprojecten kan BIM als technocratische werkwijze zeer zeker veel voordelen hebben. Dus: Bimmen met alle bouwpartners bij grote projecten is zinvol. Bij kleinere locale en regionale projecten is dat in veel beperktere mate zinvol en mogelijk. Daar kan de architect een veel grotere rol spelen door zelf ook voor de kleinere aannemers en installateurs te Bimmen. Daar speel dus de communicatie in de bouwvoorbereiding middels BIM een minder grote rol. De architect kan hier bouwmeester blijven maar moet wel zorgen voor voldoende kennisniveau in het bureau.
2.Welke mogelijkheden zie je om in deze tijd als ondernemende architect het beroep uit te oefenen? Hij vindt het een belangrijke punt die door de BNA onder de aandacht moet worden gebracht de trend van bouwen met particulier opdrachtgevers. De bna zou mn het collectieve opdrachtgeverschap moeten promoten. Een nadeel bij particulier/collectief opdrachtgeverschap is dat het voor de gemeenten als eigenaar van de grond makkelijker is de kavels in een keer aan projectontwikkelaars te verkopen. De architect zou hier een coördinerende rol kunnen spelen tussen koper en gemeente. De BNA zou hier moeten pleiten bij de overheid voor meer collectief opdrachtgeverschap, waar de gemeente bereid is meer risico te nemen door in plaatst van een projectontwikkelaar een architect in te schakelen zoals bijvoorbeeld in Almere en Heerhugowaard al is gebeurd. Ook de architect zou bij particulier opdrachtgeverschap bijvoorbeeld meer risico dragend moeten kunnen opereren omdat bijvoorbeeld in de fase van het VO bij collectief opdrachtgeverschap nog geen binding is tussen de potentiële deelnemers aan het project. Er zullen mogelijk deelnemers bijkomen en deelnemers afvallen. De architect zal dan voor de eerste fasen een overeenkomst moeten sluiten waarbij het mogelijk is dat het collectief pas het honorarium gaat betalen als het plan vastere vormen aangenomen heeft en de opdrachtgevers zich hebben kunnen verenigen. Ook dan kunnen de opdrachtgevers collectief pas een voorlopig koopcontract voor de grond met de gemeente afsluiten.
Uiteindelijk moet de gemeente de grond pas aan de opdrachtgevers overdragen bij de start bouw.( dit gebeurt overigens ook bij projectontwikkelaars) Welke kennis en kunde zijn het belangrijkst om op dit moment succes te hebben? Als architect moet je altijd jouw kennis en kunde verder uitbreiden en ontwikkelen. Een goede architect moet zijn vak goed beheersen. De lokale (kleine en middelgrote) bouwproductie zal stijgen. Hiervoor is BIM vaak te technocratisch door de kenmerkende eigenschap van diversiteit van de projecten. Als klein architectenbureau zou je moeten concentreren op de kernactiviteiten waarbij ook veel kennis in huis moet zijn van constructie, installaties etc . De vraag is of de toetsing van de omgevingsvergunningen op basis van het nieuwe bouwbesluit door de gemeente op detail niveau nog getoetst moet worden. (aanpassing lijst indiening vereisten). Nu wil de gemeente wel de detail informatie van een ontwerp ontvangen maar in feite kan zij daarvoor geen verantwoordelijkheid meer dragen. Zo worden vaak de vergunde details nog tijdens het bouwuitvoeringsproces om diverse redenen aangepast waardoor in feite deze gehele exercitie weinig zinvol is. Hier stelt zich de vraag of deze gang van zaken nog zinvol is voor het bouw(omgeving)vergunningenproces. De concurrentiekracht van de architecten moet versterkt worden door de verantwoordelijkheid voor eisen en regels bij de architecten zelf te leggen. Uiteindelijk is de opdrachtgever ic de architect eindverantwoordelijk. Met gecertificeerde bureaus wordt het probleem van gedetailleerde toetsing niet opgelost.De regelgeving mag zelfs zeer gedetailleerd zijn maar dat hoeft de toetsing niet te zijn. Uiteindelijk zal de vergunning verlener moeten kijken of zij met professionele bouwpartners heeft te maken. Volgens hem zou de BNA niet alleen en te veel op de grote bureaus moeten focussen. De kleine architectenbureaus zullen zi altijd werk hebben door de verschuiving naar kleinschaliger bouwproductie doordat Nederland steeds voller wordt en er steeds minder ruimte zal zijn voor grootschalige projecten. Hoe graag we dat ook zouden willen Belangrijkste speerpunten voor de BNA zouden moeten zijn: Meer aandacht voor rol van de architect in de locale en regionale kleinschalige bouwproductie.
INTERVIEW 3 (MET ARCHTECT UIT EEN KLEIN BUREAU) Welke trend zie je in de huidige ontwikkel- en bouwprocessen? In onze samenleving zijn op dit moment 2 grote thema’s/trends voelbaar A. authenticiteit B. verbinding Authenticiteit. Je zou denken dat een goede architect altijd authentiek is. Maar hoeveel gebouwen zijn niet gebouwd in tijden van volumegroei en totaal misplaatst. In die tijd geslaagd en nu verguisd. We moeten nadenken over de betekenis van onze gebouwen. Echte aandacht voor de plek en de mens. De samenleving vraagt eerlijke gebouwen waar mensen van houden en trots op kunnen zijn. En dit vraagt om eerlijke initiatiefnemers, betrokken bouwpartners en solide aannemers. Dit houdt in dat de architect zich moet richten op het gehele bouwproces. Verbinding. Ofwel de architect moet van zijn zelf bedachte voetstuk. Een ondergeschikte dienende houding zonder sterallures. Het moest tot voor 2 jaar allemaal hip, groots en meeslepend. De bureaus die kunnen verbinden zijn nu de winnaars. Project mogelijk maken door echt samen te werken. We moeten stoppen met tekenbureaus en weer terug naar het totaalproces. Gewoon de hele keten mee kunnen besturen. Welke mogelijkheden zie je om in deze tijd als ondernemende architect het beroep uit te oefenen? Wij hebben zeer veel werk nog steeds. Dit jaar zelfs 20% groei en volgend jaar al 50% aan omzet binnen. Al 3 jaar 8 mensen op de payrol. Ondernemen houdt ook in initiatief nemen. Watertoren Bussum is voor eigen rekening en risico ontwikkeld, ontworpen en gebouwd. Gewoon doen. Nu zijn we weer met 2 projecten bezig. Als je bereid bent om risico te nemen, dan stap je uit je adviesrol en sta je naast de ontwikkelaar. Nee, sterker nog, dan selecteer je soms zelf de ontwikkelaar. Als je 180 graden anders denkt, dan is de architect vanaf nu geen adviseur meer. De DNR sluit daar totaal niet bij aan! Welke kennis en kunde zijn het belangrijkst om op dit moment succes te hebben? Kennis over duurzaamheid en herbestemmen zijn essentieel. MVO uitdragen. Maar nog meer: architecten kunnen zelf initiatieven nemen. Kennis van het bouwen van een team. We hebben hier een structuur voor bedacht met dashboards. Verder betrokkenheid en openheid.