Informatieboekje groep 4/5 OBS ROELOF VAN WIENESSE
Schooljaar 2015 / 2016
OBS ROELOF VAN WIENESSE
1
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
Geachte ouders/verzorgers, In dit informatieboekje kunt u lezen over de verschillende vakken en over hoe een en ander in zijn werk gaat in groep 4/5. Er zitten 26 kinderen in onze klas. 10 in groep 4 en 16 in groep 5.
De leerkrachten voor deze groep zijn: Maandag, Dinsdag, Woensdag: juf Martine Donderdag, Vrijdag: juf Brenda. Juf Martine is nog met bevallingsverlof. Tot zij terugkomt staat juf Brenda ma, di, do en vrij voor de groep en op woensdag juf Leonie. Wij gymmen op: maandag en donderdag Of zwemmen op: maandag. De gym van die dag vervalt. Als u meer informatie wilt, kunt u gebruik maken van de schoolgids/informatiekalender of kunt u natuurlijk bij de leerkrachten terecht. Er wordt gewerkt volgens een rooster. Hierop staat vermeld hoeveel tijd er aan een bepaald vak gewerkt wordt. Het rooster van de dag hangt elke dag naast het digibord in de klas.
Eten en drinken We gaan dagelijks om 10.00 uur eten en drinken. Om 11.45 uur is de lunch. Geef uw kind voldoende mee, maar niet teveel. Wij gaan ervan uit dat de kinderen alles wat ze meekrijgen op moeten eten en drinken. Dit controleren we af en toe. Er mag geen snoep meegenomen worden.
Verjaardagen Als uw kind jarig is mag het uitdelen in de klas, u mag daar zelf niet bijzijn. U kunt wel uw camera achterlaten, dan maken wij wat foto’s. Wilt uw kind op een andere dag dan zijn/haar verjaardag uitdelen? Maak dan even een afspraak met de juf. We vieren verjaardagen altijd om 10.00 uur. Wilt u een andere tijd (tijdens de lunch om 11.45 bijvoorbeeld)? Spreek dit dan ook van tevoren af met de juf.
OBS ROELOF VAN WIENESSE
2
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
Snappet tabletonderwijs Wij gaan dit jaar beginnen met snappet tabletonderwijs. Onze klas mag ze ‘uitproberen’. Er komt een tablet voor elk kind in de klas. We kunnen rekenen, taal, spelling en begrijpend lezen oefenen op de tablet.
De vakken: Rekenen We werken met: Alles telt. Alles telt is onze nieuwe rekenmethode voor groep 3 t/m 8. In groep 1/2 gebruiken ze ‘Alles Telt’ als bronnenboek binnen de thema’s, die door het jaar heen aan bod komen. Met ‘Alles telt’ doen alle leerlingen mee aan de groepsinstructie. Daarna kan elke leerling de verwerking op zijn eigen niveau doen: de (zeer) zwakke rekenaar, de meer- en hoogbegaafde en de taalzwakke rekenaar. Vrijwel geen enkele klas bestaat uit leerlingen die allemaal even goed zijn in rekenen. De één krijgt de stof maar moeilijk onder de knie, terwijl de ander er fluitend doorheen gaat. Rekening houden met deze niveauverschillen is daarom een belangrijk uitgangspunt van ‘Alles telt’. De differentiatie is overzichtelijk voor de kinderen, want de moeilijkheid per opgave is systematisch opgebouwd en herkenbaar aangeduid. Er zijn plusschriften voor zeer goede rekenaars (groep 3 t/m 8) en maatschriften voor zwakke rekenaars (groep 3 t/m 8). Verder staan er in de handleiding taaltips om b.v. rekenbegrippen duidelijk te maken. ‘Alles Telt’ legt specifiek de aandacht op het automatiseren van de basisvaardigheden, optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Dit doen de leerlingen door veel te oefenen op de computer en met de unieke kwismeester. Na het reguliere dagelijkse rekenwerk bieden we op verschillende niveaus rekenopdrachten aan. Deze staan onderaan elke bladzijde van het lesboek en/of werkschrift duidelijk aangegeven. Hoe ziet een week ‘Alles Telt’ er uit?? De instructie gaat altijd over één of twee rekenkundige onderwerpen. Na een instructiedag is er altijd een zelfstandige les, waarin kinderen kunnen laten zien dat ze de instructie hebben opgepakt. Elke vijfde les is altijd een herhalen en oefenen les van de vier voorgaande lessen. Na de 25ste les is er een toets.
OBS ROELOF VAN WIENESSE
3
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
We merken aan de kinderen en de leerkrachten dat er met veel plezier en betrokkenheid gewerkt wordt met Alles Telt. Dit leert uw kind allemaal in groep 4: De telrij tot en met 200. Ze oefenen met de verschillende betekenissen van getallen. Heen en terug tellen tot 100 en tellen met sprongen van 2,5 en 10. Hierbij wordt de getallenlijn gebruikt. Ook voor het optellen en aftrekken tot 100. D.m.v. sprongen maken op de getallenlijn worden de sommen uitgerekend. De kinderen leren de tafels van 2, 5, 10, 4 en 3. Bij meten gaat het over lengte en omtrek, gewicht, inhoud en volume. Bij meetkunde gaat het om het ‘doen’, bijvoorbeeld bouwplaten maken van doosjes. Daarnaast rekenen de kinderen met geld. Klokkijken; hele uren, halve uren, kwartieren en minuten. Ook komen verhoudingstabellen, tabellen en grafieken in beeld. Wat wordt er aangeleerd in groep 5: De telrij wordt uitgebreid naar 1000. Heen en terug tellen tot 1000 en tellen met sprongen van 2, 5, 10, 20, 50 en 100. Optellen en aftrekken tot 100 via de rijgmethode ( eerste getal blijft heel, het tweede getal rijg je er in stukken aan vast) wordt voortgezet. Optellen en aftrekken over het tiental. Er wordt ook gewerkt met de splitsmethode ( 57+26 wordt dan 50+20 en 7+6) en handig rekenen (156+99 wordt eerst +100 en dan weer 1 eraf) De tafels t/m 10. Het wordt uitgebreid met type sommen zoals 20x3 en 9x14. Verder leren ze delen van hoeveelheden met en zonder rest, zoals: 16:4, 18:4 en 39:3. Bij meten gaan de kinderen aan de slag met inhoud, omtrek, oppervlakte en gewicht. Het gaan om ‘doen’ en verklaren. Bij het rekenen met geld komt de kommanotatie om de hoek kijken. Klokkijken wordt uitgebreid met digitale tijden tot 12 uur. Naast verhoudingstabellen maken de kinderen kennis met de beeld – en staafgrafiek. De tafels 1 t/m 10 zijn erg belangrijk. Oefen dit veel met uw kind, bijv. tijdens het eten of in de auto. Noem de tafels willekeurig door elkaar. Elke donderdag is er een tafeltoets van de tafel die we die week geoefend hebben. Als elke tafel 3 x is OBS ROELOF VAN WIENESSE
4
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
behaald mogen de kinderen een eindtoets maken. Als deze behaald is krijgen ze hun diploma en hoeven ze niet meer wekelijks mee te doen met de toets. Groep 4 begint later met tafels. Ook het klokkijken zowel analoog als digitaal moet veel geoefend worden. Dit kan met de klok, de wekker en de tv-gids. Door veel te zien, leren ze het sneller. Dit hoeft maar een paar minuutjes per dag. Hoofdrekenen, tafels, geldsommen, klokkijken en nog veel meer, worden regelmatig op de computer geoefend. Thuis oefenen met goede software kan eventueel met een thuisversie van Ambrasoft.
Taal Wij werken met: Taal in beeld. Taal in beeld is een nieuwe taalmethode die uitgaat van realistisch taalonderwijs. Samen met Spelling in beeld staat de methode voor compleet taal- en spellingonderwijs. In Taal in beeld komen de volgende onderdelen aan bod: schrijven, spreken/luisteren, taalbeschouwing en woordenschatontwikkeling. De taalopdrachten spreken zeer tot de verbeelding van leerlingen en dat motiveert. De leerlingen gaan aan de slag met alledaagse en herkenbare taal uit de wereld om hen heen. Ze doen dit niet alleen in de basislessen, maar ook tijdens de herhalings- of plustaken. De eerste drie weken van ieder blok bestaan uit de basislessen. Aan het begin van de vierde week is er een toetstaak. Hiermee wordt nagegaan of de leerlingen de doelen van het blok hebben bereikt. Is dit niet het geval, dan krijgen ze in de vierde week een aantal herhalingstaken aangeboden. In het taalboek worden alle lesfases voor het kind zichtbaar gemaakt. Als de kinderen zelfstandig aan het werk gaan met een taalles, zijn de lesfasen: Op Verkenning (inleiding), Uitleg (kern) en Aan de Slag, duidelijk met tabbladen opgenomen. Elke les sluit af met het tabblad: terugkijken, een korte terugblik op de activiteit. Deze afsluiting wordt niet alleen gebruikt voor een inhoudelijke terugblik, maar ook voor een persoonlijke terugblik. Vond je het makkelijk/moeilijk, vond je het leuk/niet leuk. Regelmatig schrijven de kinderen opstellen, brieven of gedichtjes. De zinnen moeten beginnen met een hoofdletter en eindigen op een punt. De seizoenen, de feesten, Kinderboekenweek, het taalboekthema, of een spontaan idee, kunnen de inhoud van de stelopdracht bepalen. Leerlingen die veel moeite met spelling hebben, worden bijgespijkerd met Spelling In De Lift. De kinderen krijgen dan extra instructie en zullen veel oefenen. Die OBS ROELOF VAN WIENESSE
5
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
extra aanpak wordt beschreven in een handelingsplan. Inoefenen van woordenlijsten of specifieke spellingproblemen kunnen in allerlei computerprogramma's. In groep 4/5 worden volgens een vastgesteld rooster Cito spellingtoetsen afgenomen. De resultaten worden ter sprake gebracht tijdens de 15-minutengesprekken.
Lezen Er wordt elke ochtend gestart met Vernieuwd Niveaulezen. Alle schoolleesboeken zijn gescreend op niveau, leesinhoud en geschiktheid. In totaal zijn er nu 12 niveaus. Voor de oudere leerlingen zijn er nog 3 extra niveaus aan toegevoegd, voornamelijk gebaseerd op de leesbeleving. Iedere dag start met 20 minuten niveaulezen. Andere leesactiviteiten zijn: De kinderen die extra aandacht nodig hebben, lezen in een RALFI of CONNECT leesgroep, afhankelijk van het niveau. Elke dinsdag hebben de kinderen de mogelijkheid om een boek te lenen uit de bibliotheek. Wij lezen tijdens het eten en drinken nog 10 minuten voor. We bezoeken elk jaar wel een presentatie in de bibliotheek. Er wordt mee gedaan aan de Kinderboekenweek. Naast het technisch (AVI ) lezen wordt het begrijpend lezen steeds belangrijker. Dit gebeurt vaak bij de informatieverwerking zoals aardrijkskunde, geschiedenis en nieuws uit de natuur. Dit doen we met de methode nieuwsbegrip met interactieve leeslessen en contextopgaven aan de hand van de actualiteit Het NOS Jeugdjournaal maakt iedere maandag een filmpje dat inhoudelijk aansluit op de teksten van Nieuwsbegrip. Hiermee ondersteunt het de teksten. Leerlingen maken oefeningen op papier én op de computer, in een speciale leerlingomgeving. Met Nieuwsbegrip oefenen leerlingen de volgende leesstrategieën: • voorspellen • ophelderen van onduidelijkheden • samenvatten • vragen stellen • relaties/verwijswoorden Nieuwsbegrip biedt vijf niveaus. Wij werken op niveau: Niveau AA voor groep 4 Niveau A voor groep 5.
OBS ROELOF VAN WIENESSE
6
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
Jeugdjournaal We kijken 2 keer per week naar het jeugdjournaal nieuwsflits. Hierin wordt in 5 minuten het nieuws van de dag verteld. Daarna praten we er even over. Soms hebben we nog 5 minuten over en dan kijken we die week een keertje extra! Op deze manier krijgen de kinderen mee wat er verder in de wereld gaande is.
Schrijven Wij werken met: Schrijven in de basisschool. Elke week schrijven de kinderen 3 of 4 bladzijden in hun schrijfschrift. Hierbij wordt gelet op het handschrift, de pengreep en de schrijfhouding. Daarnaast wordt er ook verwacht dat er in het overige werk netjes geschreven wordt. Bij al het schriftelijke werk schrijven we aan elkaar. Iedereen schrijft met potlood. Het is de bedoeling dat de kinderen verderop in het jaar met een pen gaan schrijven. Om de zes weken volgt een schrijftoets: hierbij ligt de aandacht op leesbaarheid en tempo - voor beide groepen worden, ten aanzien hiervan, verschillende tijdnormen gehanteerd. Andere, wat meer kalligrafische schrijfvormen, kunnen ook nog aan bod komen m.b.v. speciale, losse werkbladen (afhankelijk van de groep en van de beschikbare tijd).
Aardrijkskunde Alleen groep 5 heeft aardrijkskunde. Wij werken met: Meander. Meander is een praktijkgerichte methode, die op een boeiende manier laat zien dat aardrijkskunde overal in het dagelijks leven om ons heen is. Het boek en het werkschrift bevatten levensechte foto’s, prachtige illustraties en spannende verhalen. In groep 5 en 6 worden de kinderen meegenomen door Nederland. In groep 7 trekken ze Europa in en in groep 8 reizen ze door de rest van de wereld. Meander maakt nieuwsgierig naar natuur, cultuur en landschap. Direct om je heen of verder van huis. Er zijn 5 thema’s in het jaar. Aan het einde van een thema krijgen de kinderen een toets. Hiervoor krijgen ze een boekje mee en moeten ze thuis leren. Thema 3,4 en 5 bevat ook topografie.
Geschiedenis Alleen groep 5 heeft geschiedenis. We werken met: Speurtocht
OBS ROELOF VAN WIENESSE
7
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
De geschiedenis is ingedeeld in 10 perioden: Tijd van jagers en boeren (tot 3000 v Chr.), Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v. – 500 n. Chr.), Tijd van monniken en ridders (500 – 1000), Tijd van steden en staten (1000 – 1500), Tijd van ontdekkers en hervormers (1500 – 1600), Tijd van regenten en vorsten (1600 – 1700), Tijd van pruiken en revoluties (1700 – 1800), Tijd van burgers en stoommachines (1800 – 1900), Tijd van de wereldoorlogen (1900 – 1950) en Tijd van televisie en de computer (vanaf 1950). We voldoen hiermee aan de nieuwste kerndoel-ontwikkelingen. Afwisselend krijgen de kinderen verhaal-, kijk-, toets- en computerlessen. In groep 5 starten de leerlingen met de tijdvakken. In vijf hoofdstukken behandelen ze vijf tijdvakken (t/m ontdekkers en hervormers), ieder bestaand uit zes lessen. Deze eerste chronologische doorloop van de tijdvakken is vooral gericht op de sociale geschiedenis, de beeldvorming over leven, wonen en werken in verschillende tijden. Na elk hoofdstuk maken de kinderen een toets. Het resultaat hiervan èn de beoordeling van de verzorging van het werkboek worden gebruikt voor het rapport.
Natuur Hiervoor gebruiken we voor groep 4/5/6 de lessen die zijn ontwikkeld voor het schooltelevisieprogramma “Nieuws uit de natuur”. In 28 uitzendingen komt een zeer gevarieerde thema’s aan de orde. De verwerking vindt plaats in het bijbehorende leerlingenboekje. Na elke 4 weken krijgen de kinderen dit boekje mee naar huis. Het is zeer de moeite waard om zelf thuis ook eens zo’n uitzending te bekijken via www.uitzendinggemist.nl of www.nieuwsuitdenatuur.nl en klik dan op ‘laatste uitzending’. Enkele regionale natuurorganisaties zoals MAK Blokweer, IVN en de kinderboerderijen hebben leskisten en excursiemogelijkheden waar we incidenteel gebruik van maken. Groep 6 komt elke week bij ons in de klas meekijken.
Verkeer Wij werken met: Op Voeten En Fietsen van Veilig Verkeer Nederland. Wekelijks wordt er gewerkt in een geïllustreerd werkboekje. Verkeersregels, verkeersborden, veilig gedrag en correct gedrag in het verkeer, komen aan de orde.
Werkstuk Groep 5 maakt dit jaar 1 werkstuk, hier beginnen we mee na de kerstvakantie. De kinderen worden stap voor stap begeleidt bij de opzet en krijgen hun opzet dan mee naar huis om het werkstuk thuis af te maken en uiteindelijk helemaal af in te leveren op school (rond april). OBS ROELOF VAN WIENESSE
8
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
Boekbespreking (groep 4 en 5) 1x Voor de boekbespreking kies je zelf een boek uit waar je de klas iets meer over wilt vertellen. Het duurt 10 minuten. Bij de boekbespreking moeten de volgende onderwerpen aan bod komen: - welk boek titel/schrijver/uitgeverij - vertel waarom je voor dit boek hebt gekozen. (wat was nou zo leuk, spannend enz.) - geef een korte beschrijving van het boek (samenvatting) - lees een stukje voor Bij de beoordeling letten we op: Weet veel van het boek Geeft een korte samenvatting van het verhaal uit het hoofd Voorlezen tempo + toon.
Spreekbeurt (groep 4 en 5) 1x Kies een onderwerp uit waar je graag meer over wilt weten of waar je misschien al veel over kunt vertellen. Denk daarbij aan hobby’s, dieren, vakanties e.d. Tijdens je spreekbeurt moet je, je onderwerpkeuze kunnen motiveren. Je moet voldoende kunnen vertellen over je onderwerp en vragen aan de klas kunnen stellen en beantwoorden. Voor de beoordeling letten we op de volgende dingen: Presentatie: - uit het hoofd - geen moeilijke woorden/boekentaal Inhoud: - goede opbouw - vertelt bijzondere wetenswaardigheden Gebruik van materialen: - voorwerpen - video - muziek/cd-speler - kleurplaten/spelletjes. We sturen a het begin van het jaar een schema met de data dat uw kind aan de beurt is (spreekbeurt en boekbespreking). Zet deze in uw agenda! Het schema hangt ook in de klas.
Handvaardigheid Op school volgen we geen speciale methode voor dit vak.
OBS ROELOF VAN WIENESSE
9
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
In de klas zelf werken de kinderen aan handvaardigheidopdrachten (niet altijd op hetzelfde tijdstip).
Tekenen Om de week krijgen de kinderen een tekenopdracht. Hierbij laten we de kinderen laten kennismaken met zoveel mogelijk verschillend tekenmateriaal. Denk hierbij aan: ecoline, waterverf, houtskool, Oost-Indische inkt, wasco en nog veel meer.
Muziek Op donderdagmorgen is juf Emmy, vakleerkracht muziek, bij ons op school. Zij maakt hierbij gebruik van de methode Muziek in de basisschool
Gymnastiek Wij gymmen op: maandag en donderdag. Op maandag geeft juf Martine de gymles en op donderdag een vakleerkracht. Van alle leerlingen wordt verwacht dat ze gymkleding dragen met stevige gymschoenen zonder zwarte zool. De gymlessen zijn verdeeld in een toestellen- en een spelles. Bij de gymles komen de meeste toestellen systematisch aan bod. De spellessen zijn zo opgebouwd, dat zoveel mogelijk leerlingen tegelijk actief bezig zijn. Ook worden er (bal)technieken geoefend, die later in sport en spel in praktijk gebracht moeten worden. Ieder jaar doen we mee aan het Venhuizer schoolvoetbal- en het volleybaltoernooi. Ook de schoolzwemwedstrijden en de veldloop in Hoorn zijn een vast onderdeel van het “sportprogramma”. Een aantal weken aan het begin en eind van het schooljaar gaan wij schoolzwemmen op maandag. Wij worden dan gehaald en gebracht met de bus.
Huiswerk In onze groep krijgen de leerlingen af en toe huiswerk mee. Sommige kinderen krijgen extra werk mee naar huis om achterstanden weg te werken of om wat extra te oefenen. Ook boekbespreking en spreekbeurten worden thuis voorbereid. U vindt daar in dit boekje nog een aparte uitleg over. Ook als de kinderen een toets hebben krijgen zij een blaadje mee om zich thuis goed voor te bereiden. OBS ROELOF VAN WIENESSE
10
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
Extra hulp/remedial teaching De leerlingen die extra zorg nodig hebben, worden zo veel mogelijk in de klas begeleid. Dit wordt altijd met de ouders besproken. Soms krijgen deze leerlingen wat oefenstof mee naar huis. We proberen dit wel zo veel mogelijk te voorkomen. Wij hebben de mogelijkheid om kinderen in kleine groepjes buiten de klas te laten begeleiden door een remedial teacher. Een aantal kinderen uit onze klas wordt zo begeleid. Dit kan zijn door Juf Trijnie of Meester Luuk.
Zelfstandig werken Steeds meer wordt er van de leerlingen verwacht dat ze zelfstandig kunnen werken, keuzes leren maken, hun tijd goed leren indelen e.d. Dit is terug te zien in taaktijd en de weektaak. Maar ook door uitgestelde aandacht. Alle kinderen hebben een dobbelsteen op hun tafel. Met rood willen ze niet gestoord worden en bij groen wel. Met ? hebben ze een vraag. De leerkracht loopt rond en helpt de kinderen. Worden ze even niet geholpen dan moeten ze zelfstandig verder werken.
Weektaak De kinderen krijgen aan het begin van de week een weektaak. Hierop staat precies wat ze op een dag af moeten krijgen. Ze tekenen af op hun weektaakblad wat ze gedaan hebben. Zo kunnen de kinderen zelf zien wat ze nog moeten doen. Ook zelf nakijken komt aan de orde. De kinderen krijgen een grotere verantwoordelijkheid voor hun eigen werk. Maar wij zullen het werk altijd controleren. De weektaak moet af. Mocht dit op niet gelukt zijn dan kan het voorkomen dat een kind dit na schooltijd nog moet afmaken.
Taaktijd Tijdens taaktijd zijn de kinderen verdeeld in een aantal groepjes. Een groepje werkt uit de kieskast, één groepje werkt op de computer met word4kids of aan hun werkstuk en één groep zit bij de juf voor extra instructie / uitdaging. Deze manier van werken geeft ons de ruimte voor extra begeleiding.
Kieskast Dit is een open kast met aantrekkelijke leermiddelen uit allerlei vakgebieden. Tijdens taaktijd kan een groepje hieruit werken. Met de kieskast kunnen ze zelfstandig aan het werk/spelen. Het doel van de kieskast is de kinderen te leren kiezen en vervolgens zelfstandig aan de gang te laten gaan. Ze zullen daarbij problemen moeten oplossen, ontdekkend leren en vaak samenwerken. Het is een
OBS ROELOF VAN WIENESSE
11
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16
leuke, andere manier om met de vakgebieden in aanraking te komen. De kieskast wordt ieder jaar bijgewerkt.
Vreedzame school Er wordt in de school gewerkt met de methode vreedzame school. Met de vreedzame school willen we: De kinderen leren op een andere manier met conflicten om te gaan. De kinderen meer verantwoordelijk maken. Een positieve omgang met elkaar. De klas en de school tot een democratische gemeenschap maken, waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt. In een schooljaar behandelen we 6 blokken die elke een ander thema hebben. Een keer per week krijgen de kinderen een les. En de rest van de week wordt wat we die les besproken/geleerd hebben toegepast. Op de site van de school kunt u zien in welk blok wij werken.
Digitaal schoolbord Dit gebruiken we voor o.a. het volgende: Ter ondersteuning van instructies en presentaties Bij alle zaakvakken kunnen we met het digitale schoolbord filmpjes van internet laten zien. Met rekenen is er een boek voor op het bord. Daarnaast heb je heel veel sites waarmee je het rekenen visueel kan maken. Met spreekbeurten. Tijdens verjaardagen. Dit is in het kort hoe wij het digitale schoolbord gebruiken. Het heeft ontzettend veel mogelijkheden. Wij proberen het bord zoveel mogelijk in te zetten ter ondersteuning van ons onderwijs.
Afsluiting We hebben weer erg veel zin in dit schooljaar. Als u nog vragen heeft loop gerust binnen om te kijken of we tijd hebben en anders maken we even een afspraak. Wij vinden het belangrijk dat kinderen weten dat de lijn tussen leerkracht en ouders gelijk en kort is. Groeten, Martine en Brenda OBS ROELOF VAN WIENESSE
12
INFORMATIEBOEKJE 4/5 ‘15/’16