Bijlage 2 – Potentieelberekening energiestrategie
1/5
Bijlage 2 – Potentieelberekening energiestrategie
2/5
Toelichting bij scenario-analyse energiebeleid Beesel Venlo Venray Deze toelichting beschrijft wat de grafieken en tabellen laten zien, welke aannames zijn gedaan bij het definiëren en doorrekenen van de scenario’s en geeft voorbeelden om een gevoel te krijgen bij eenheden.
1. Grafieken en tabellen Per gemeente is een grafiek gemaakt die het energieverbruik en de hoeveelheid duurzame energieopwekking bij verschillende scenario’s laat zien. Op de verticale as is het totale energieverbruik (in PJ) weergegeven. Op de horizontale as zijn de verschillende scenario’s naast elkaar gezet:
De eerste staafdiagram geeft de huidige situatie weer (2011).
De tweede staafdiagram de situatie in 2030 in geval de gemeente geen actief energiebeleid voert (autonoom).
De derde staafdiagram laat de situatie in 2030 zien als de gemeente vanaf nu alle zeilen bijzet. In dit scenario is er nog een gat tussen het energieverbruik en de hoeveelheid duurzaam opgewekte energie. Dit gat kan worden ingevuld met compensatiemaatregelen (CO2-neutraal)
De vierde staafdiagram verschilt ten opzichte van de voorgaande in de extra capaciteit voor windenergie. Hierdoor is het mogelijk voor de totale gemeente om in 2030 evenveel energie te verbruiken als er duurzaam wordt opgewekt (energieneutraal).
De laatste staafdiagram verschilt ten opzichte van de voorgaande in nog meer windcapaciteit waardoor er in 2030 meer duurzaam wordt opgewekt dan er verbruikt wordt (energieplus).
Elk scenario laat twee kolommen zien. De linker kolom geeft het totale energieverbruik in de gemeente weer en de rechterkolom de hoeveelheid energie die duurzaam wordt/kan worden opgewekt. Het energieverbruik is opgesplitst in sectoren (transport, land- & tuinbouw, industrie & energie en gebouwde omgeving). Duurzame energie is opgesplitst in warmtepompen, groen gas, biomassa (alle biomassa die niet vergist wordt), windenergie en zonne-energie. Per gemeente is een tabel gemaakt waarin per scenario de maatschappelijke kosten en baten zijn weergegeven. De eerste kolom laat de totale investerings- en onderhoudskosten zien over de periode 2012-2030, de tweede kolom laat de totale energiekosten zien (totale investerings- en onderhoudskosten plus variabele energiekosten) en de derde kolom laat het verschil zien tussen de totale energiekosten (2012-2030) en de huidige energiekosten (2011).
Bijlage 2 – Potentieelberekening energiestrategie
3/5
2. Aannames scenario’s Bij het definiëren van de scenario’s zijn de volgende aannames gemaakt:
Bij de autonome ontwikkeling is uitgegaan van geen actief gemeentelijk energiebeleid. Daarentegen is er wel invloed vanuit het Europese en landelijke beleid op de lokale situatie. Ook is rekening gehouden met groei/krimpscenario’s in het komende decennium van 0,4% tot 0,7% .
Bij de drie scenario’s die uitgaan van actief gemeentelijk beleid (CO2-neutraal, energieneutraal en energieplus) is voor de verwachte jaarlijkse verandering in energieverbruik uitgegaan van de percentages: o
-0,3%, -2,3%, -3,3% voor transport;
o
-2,2%, -4,2%, -5,2% voor land- & en tuinbouw;
o
+0,7%, -1,3%, -2,3% voor industrie & energie;
o
+0,3%, -1,7%, -2,7% voor overige bedrijvigheid en
o
-1,1%, -3,1%, -4,1% voor woningen.
Bij de duurzame energie opties is aangenomen dat voor de 3 gemeenten samen: o
Circa 65 MW opgesteld vermogen aan aardwarmte (waaronder geothermie en/of warmtepompen), waarvan circa 20 MW in Venray, circa 40 MW in Venlo en circa 5 MW in Beesel
o
Circa 90 kton biogeen afval wordt verwerkt tot groengas (Ecofys, 2006);
o
Circa 45 kton overig biogeen afval wordt verwerkt andere energie (elektriciteit, warmte) (Ecofys, 2006);
o
Circa 3 miljoen m2 oppervlakte aan zonnepanelen is geïnstalleerd (7 m2 per huishouden met geschikte daken en resterende hoeveelheid op kantoren en bedrijfspanden.
o
In het CO2-neutrale scenario zijn we uitgegaan van 1 windpark van 5 windturbines van ieder 3 MW in Beesel en Venray en 10 windturbines in Venlo (totaal 20 windturbines). Het aanbod uit windenergie neemt toe in de scenario’s energieneutraal en energieplus tot 176 respectievelijk 186 windturbines.
Voor elk scenario zijn de maatschappelijke kosten en baten doorgerekend. Dit is gebeurd volgens de methode die bureau Bbn hanteerde bij de doorrekening van het stadskantoor Venlo. De volgende variabelen zijn gebruikt:
Standaard: financiering 5%, indexering exploitatie/vervangingskosten 2,5% en indexering energiekosten 4%.
Om de gevoeligheid van de uitkomsten zichtbaar te maken zijn tot slot 3 alternatieve berekeningen opgesteld, te weten: •
Nominaal: financiering 5%, indexering exploitatie/vervangingskosten 0% en indexering energiekosten 0%.
•
Behoudende energiekosten: financiering 5%, indexering exploitatie/vervangingskosten 2,5% en indexering energiekosten 2%.
•
Hogere energiekosten: financiering 5%, indexering exploitatie/vervangingskosten 2,5% en indexering energiekosten 6%.
De resultaten van de standaardberekening zijn weergegeven in de tabel.
Bijlage 2 – Potentieelberekening energiestrategie
4/5
3. Voorbeelden van eenheden Om een gevoel te krijgen bij de gepresenteerde cijfers, worden hieronder enkele illustratieve voorbeelden gegeven: Vergelijking energieopbrengst technieken:
De energieopbrengst van 1 windturbine (3 MW) komt overeen met het energieverbruik (gas en elektra) van circa 265 huishoudens en het elektriciteitsverbruik van gemiddeld 1.300 huishoudens.
De energieopbrengst van 1 windturbine (3 MW) komt overeen met de energieopbrengst van 4.700 huishoudens die ieder elektriciteit opwekken met 6 zonnepanelen.
De energieopbrengst van 1 windturbine (3 MW) komt overeen met de hoeveelheid energie die bespaard wordt als circa 1.750 slecht geïsoleerde woningen voorzien worden van dak- en gevelisolatie of circa 2.900 woningen voorzien worden van isolerend glas.
Vergelijking kosten technieken:
De kosten van elektriciteit uit windenergie (8 €/GJ) komt overeen met de kosten van isolerend glas (€9/GJ). Daarentegen zijn de kosten van fotovoltaïsche zonne-energie (14 €/GJ) en elektriciteit uit biomassa (14 €/GJ) bijna tweemaal zo hoog. Dak –en gevelisolatie is het meest kostenefficient met 3€/GJ.
Dekking totale energievraag:
Om aan de totale energievraag in de gemeente Beesel te kunnen voldoen, zou circa 5% van de totale oppervlakte van de gemeente bedekt moeten worden met zonnepanelen. Voor Venray bedraagt dit ook 5% en voor Venlo 10%.
Wanneer deze vergelijking wordt gemaakt op basis van windenergie, zou circa 30% van de totale oppervlakte van de gemeente Beesel gebruikt moeten worden voor windturbines (raster van windturbines met een tussenliggende afstand van 500 m). Voor Venray bedraagt dit circa 25% en voor Venlo circa 65%.
Bijlage 2 – Potentieelberekening energiestrategie
5/5