NOTITIE Datum
28 oktober 2014
Projectnaam
Renovatie Roofdierengebouw Diergaarde Blijdorp
Werknummer
RNL150.03300.03.0001
Betreft
Installatietechnisch Programma van Eisen Gelada’s verblijf
Van
N. Mehmedbegovic
Aan
Ontwerpteam Roofdierengebouw
CC
René Reusen
Deerns Nederland B.V. Vastgoed, Onderwijs & Cultuur Fleminglaan 10 2289 CP Rijswijk Postbus 1211 2280 CE Rijswijk T 088 3740 150 F 088 3740 015
[email protected] www.deerns.nl
Inleiding
Met de renovatie van het voormalig leeuwen- en tijgerverblijf (Roofdierengebouw), wordt het gebouw architectonisch volledig gerestaureerd en gerenoveerd. De grote roofkatten maken plaats voor de gelada bavianen. Deze, sociaal sterke, apensoort komt oorspronkelijk uit de hoogvlaktes van Ethiopië en is daardoor goed bestand tegen het koude en natte Nederlandse klimaat. Door deze eigenschap en de noodzaak voor de gelada’s om zich continu tussen het binnen- en buitenverblijf te kunnen bewegen, zijn geen uitgebreide klimaatinstallaties nodig. In deze notitie is beschreven waaraan zowel binnen als het buitenverblijf voor de gelada bavianen installatietechnisch minimaal moeten voldoen.
Pagina 1 / 5
Renovatie Roofdierengebouw Diergaarde Blijdorp / DGB RRG Notitie Installatietechnisch PvE 20141027 v2.0.docx
Werknummer
RNL150.03300.03.0001
Betreft
Installatietechnisch Programma van Eisen Gelada’s verblijf
Binnenverblijf Water en riolering Net als voor alle andere dieren is het ook voor de gelada’s noodzakelijk om in elk afzonderlijk afsluitbaar verblijf een drinkwatervoorziening te hebben. Gezien het feit dat gelada’s niet kieskeurig zijn waar uit ze water drinken en hoe hoog de waterkwaliteit1 is, zijn geen uitgebreide watervoorzieningen nodig. Een drinkbak zoals La Buvette LAC 5 voldoet aan de eisen. Deze drinkbakken moeten op drinkwater aangesloten worden. In noodgevallen kunnen zelfs losse drinkbakken gebruikt worden, die door de dierenverzorgers aangevuld moeten worden. Deze oplossing verdient echter geen voorkeur.
Figuur 1: Drinkbak La Buvette LAC 5
Naast wateraansluitingen t.b.v. drinkbakken zijn ook verschillende schoonmaakaansluitingen in de dienstgang nodig. Deze dienstaansluitingen moeten voorzien zijn van een klauwkoppeling en moeten worden aangesloten met een ¾” leiding. Deze dienstaansluitingen moeten op het welwater aangesloten worden. De voordruk op deze aansluitingen moet minimaal 3 bar zijn. Figuur 2: Schoonmaakaansluiting en met klauwkoppeling
Naast bovengenoemde wateraansluitingen zijn ook een aantal hogedruk wateraansluitingen nodig. Hiervoor moet in de kelder een hogedruk installatie opgesteld worden. Het leidingwerk en de appendages moeten alle in RVS uitgevoerd worden en bestendig zijn tegen een waterdruk van 500 bar. Figuur 3: Hogedruk koppeling
De gelada’s zijn geen grote vervuilers. Hun uitwerpselen zijn klein en relatief droog. Ondanks het feit dat ze hun behoefte in principe overal doen, is de vervuiling zeer beperkt. Gelada’s verliezen weinig haar van hun vacht en daarvoor hoeven dus geen speciale voorzieningen gemaakt worden. De vloer in de binnenverblijven wordt over het algemeen voorzien van houtsnippers en zaagsel. Dat in combinatie met etensresten en uitwerpselen wordt in principe droog opgeveegd en afgevoerd. Periodiek wordt de ruimte met water schoongemaakt en daarvoor zijn verschillende vloerputten/afvoeren nodig. Deze afvoeren moeten in de dienstgang geplaatst worden zodat ze makkelijk bereikbaar zijn. De afmetingen van deze afvoeren moeten dusdanig geselecteerd worden dat de vuilwaterafvoer optimaal is. Hiervoor zijn minimaal afvoeren van Ø110 nodig. Voldoende goed bereikbare ontstoppingsstukken moeten geplaatst worden. In die dienstgang moet minimaal één uitstortgootsteen geplaatst worden. Deze moet voorzien zijn van zowel koud als warm water.
1
Gelada’s drinken uit alle mogelijke waterbronnen zoals drinkbakken, maar ook beekjes, sloten en zelf regenwater plasjes.
Pagina 2 / 5
RNL150.03300.03.0001 / DGB RRG Notitie Installatietechnisch PvE 20141027 v2.0.docx
Werknummer
RNL150.03300.03.0001
Betreft
Installatietechnisch Programma van Eisen Gelada’s verblijf
Verwarming De gelada’s zijn “winterhard” en behoeven geen warm binnenklimaat. Minimale temperatuur moet in de winterperiode op ca. 12°C gehouden worden. Deze temperatuur mag kortstondig tot 5°C zakken, maar niet langer dan een etmaal. Er zijn geen vochtigheidseisen. Voor de separatie-/kraamverblijven moet de temperatuur apart regelbaar zijn en, indien nodig, verhoogd kunnen worden tot 18°C. Verwarming van de binnenverblijven kan worden bereikt met de plaatsing van radiatoren in de dienstgang en/of publieksruimte. Dit is echter alleen toegestaan als deze ruimten luchttechnisch in een open verbinding met de binnenverblijven liggen. In andere gevallen zou vloerverwarming toegepast kunnen worden. Ventilatie Gezien het feit dat de gelada’s bijna permanent toegang moeten hebben tot zowel het binnen- als buitenverblijf, zullen de binnenverblijven in vrijwel permanente verbinding staan met de buitenlucht. Daardoor is een uitgebreid ventilatiesysteem in de binnenverblijven niet vereist. Voor de ventilatie kan een beperkte luchtafvoer voorzien worden met de mogelijkheid tot natuurlijke luchttoevoer (ook indien alle deuren naar het buitenverblijf dicht staan). Voor de mechanische ventilatie rekening houden met enkelvoudig ventileren van de binnenverblijven en de dienstgang. Regeltechniek en gebouwbeheersysteem Alle klimaatinstallaties en eventuele sanitaire installaties moeten via een regelkast aangesloten te worden op het gebouwbeheersysteem (GBS) van Blijdorp. Deze regelkast moet in de kelder geplaatst worden. Minimale beschermingsgraad van de regelkast moet IP54 zijn. In de dienstgang moet een touchscreen geplaatst worden, waarmee de dierenverzorgers het binnenklimaat kunnen monitoren en (deels) beïnvloeden. Verlichting In zowel de dierenverblijven als in de dienstgangen moet verlichting aangebracht worden. Het publieksgebied moet voorzien zijn van een passende verlichting die geen afbreuk doet aan de monumentale uitstraling van het gebouw. Alle verlichting moet in LED uitgevoerd worden. Alle verlichtingsarmaturen in de dierenverblijven en de dienstgangen moeten ten minste waterdicht, slagvast en minimaal IP54 uitgevoerd te worden. De verlichtingsarmaturen binnen de dierenverblijven moeten afgeschermd worden zodat de dieren er niet bij kunnen komen. Alle lichtbronnen moeten een kleurtemperatuur van 3.000K (warm wit) hebben. De verlichting in de dienstgangen moet handmatig schakelbaar zijn en voorzien zijn van een hotelschakelaar. De verlichting van de dierenverblijven moet separaat schakelbaar zijn vanaf de dienstgang. Daarnaast moet deze voorzien zijn van een hotelschakeling en een programmeerbare tijdschakelaar. De verlichting van de dierenverblijven moet in minstens twee aparte groepen schakelbaar zijn. Naast reguliere verlichting is ook de zogenaamde “maanverlichting” nodig. Deze verlichting heeft een lage verlichtingssterkte van 0,5-1 lux. Deze verlichting moet op basis van een tijdschakelaar schakelbaar zijn.
Pagina 3 / 5
RNL150.03300.03.0001 / DGB RRG Notitie Installatietechnisch PvE 20141027 v2.0.docx
Werknummer
RNL150.03300.03.0001
Betreft
Installatietechnisch Programma van Eisen Gelada’s verblijf
Krachtaansluitingen In de dienstgangen moet minimaal om de 10 meter een dubbele wandcontactdoos (230V) geplaatst worden. Nabij separatie/kraamverblijf dient een dubbele wandcontactdoos (230V/16A) geplaatst te worden. Alle wandcontactdozen moeten minimaal slagvast, spatwaterdicht IP44 uitgevoerd worden. In de publieksgang minimaal één dubbele wandcontactdoos opnemen. Deze moet voorzien zijn van kinderbeveiliging en een afdekplaat met klepdeksel. Ten behoeve van educatie moeten in de publieksgang 6 wandcontactdozen op een nader te bepalen locatie geplaatst worden. Voor de toekomstige schrikdraadinstallatie moet in de dienstgang in een aansluitpunt 230V/16A te worden voorzien. Alle krachtaansluitingen moeten gevoed worden vanaf een nieuw verdeelkast die in de kelder geplaatst moet worden. Deze verdeelkast uitvoeren als wandmontage en met een beschermingsgraad van minstens IP54. In deze verdeelkast rekening houden met minstens 10% reserve aansluitingen. Alle kabeldoorvoeren stof- en waterdicht uitvoeren en alle invoeren bij voorkeur van onderaf inbrengen om het eventuele doordringen van water en vuil te minimaliseren. Data In de dienstgang moeten twee data aansluitingen geplaatst worden. In de publieksgang moeten minstens 6 data aansluitingen t.b.v. educatie geplaatst worden op een nader te bepalen locatie. Ter voorbereiding voor de camera’s moeten in de binnenverblijven minstens 4 data aansluitingen geplaatst worden. Alle geplaatste data aansluitingen moeten op een nieuw te plaatsen patchkast in de kelder aangesloten worden. Overige installaties Ten behoeve van de hydraulisch vergrendelbare hekken in de gelada verblijven moet in twee aansluitpunten 230V/16A worden voorzien. Deze installatie moet geplaatst worden in de techniek ruimte in de kelder. Ten behoeve van de hogedruk installatie moet in een aansluitpunt 230V/16A worden voorzien. Deze installatie moet geplaatst worden in de techniek ruimte in de kelder.
Pagina 4 / 5
RNL150.03300.03.0001 / DGB RRG Notitie Installatietechnisch PvE 20141027 v2.0.docx
Werknummer
RNL150.03300.03.0001
Betreft
Installatietechnisch Programma van Eisen Gelada’s verblijf
Buitenverblijf Water en riolering In het buitenverblijf moeten voldoende drinkwatervoorzieningen gerealiseerd worden. Dit kan bereikt worden door het plaatsen van minstens één drinkbak per buitenverblijf. Deze drinkbakken moeten met verwarming uitgevoerd worden. Hiervoor kan de drinkbak La Buvette BIGCHO 2 toegepast worden. Daarnaast is het mogelijk om beekjes en vijvers te maken. Daar drinken de gelada’s graag uit. Hiervoor is het noodzakelijk om deze waterpartijen regelmatig te verversen met vers water. Figuur 4: Verwarmde drinkbak
Indien (delen) van de buitenverblijven voorzien worden van verharding, dan moeten voldoende straatkolken geplaatst worden. Verlichting Ten behoeve van de eventuele verlichting in de buitenverblijven is het noodzakelijk om een aantal verlichtingspunten op te nemen. Deze moeten samen met de straatverlichting van het park geschakeld worden, met de mogelijkheid deze te “overrulen” vanuit de dienstgang. Krachtaansluitingen Voor de eventuele educatie nabij de buitenverblijven moeten een aantal wandcontactdozen geplaatst worden. Deze moeten geschikt zijn voor buitenopstelling en afsluitbaar zijn. Alle krachtaansluitingen moeten op dezelfde verdeelkast als de binneninstallatie aangesloten worden. Data Voor de eventuele educatie nabij de buitenverblijven moeten een aantal data aansluitpunten geplaatst worden. Deze moeten geschikt zijn voor buitenopstelling en afsluitbaar zijn. Alle data aansluitingen moeten op dezelfde patchkast als de binneninstallatie aangesloten worden.
Pagina 5 / 5
RNL150.03300.03.0001 / DGB RRG Notitie Installatietechnisch PvE 20141027 v2.0.docx