Het papieren verslag is identiek aan het digitale verslag.
VIERDE OPENBARE VERSLAG EX A R T I K E L 73A FAILLISSEMENTSWET I N HET FAILLISSEMENT V A N WOONHOTEL R O T T E R D A M B.V.
inzake
de besloten vennootschap
niet beperkte aansprakelijkheid
Woonhotel Rotterdam B.V. (KvK-nummer 24370477), statutair gevestigd te Vlaardingen kantoorhoudende te (3135 KJ) Vlaardin gen aan de Burgemeester Luijerinksingel nr. 3. Woonhotel Rotterdam B.V. exploiteert haar onderneming feitelijk te (3081 GA) Rotterdam aan de Mijnsherenlaan 9 faillissementsnummer
C/10/14/52 F
datum faillissement
17 januari 2014
curator
Mr. J.P.M. Borsboom Borsboom & Hamm Advocaten Postbus 293 3000 AG ROTTERDAM tel.: 010-2012939 fax:010-2012949 ww w.borsboomhamm .nl
rechter-commissaris
Mr. A . M . van Kalmthout
datum verslag
14 november 2014
activiteiten onderneming : de exploitatie van een commercieel en sociaal hotel. personeel
39
verslagperiode
14 augustus 2014 tot en met 13 november 2014
-2-
Mededeling
ingevolge
:
de
richtlijnen
van
de
Rechtbank
Rotterdam zijn de ontwikkelingen ten opzichte van het vorige openbare verslag d.d. 14 augustus 2014 cursief weergegeven.
1.
INVENTARISATIE
1.1
Directie en organisatie Woonhotel Rotterdam B.V. (hierna te noemen: "Woonhotel Rotterdam") is opgericht bij notariële akte van 12 januari 2005, en voor het eerst ingeschreven in het handelsregister op 13 januari 2005. De bestuurder en enig aandeelhouder van Woonhotel Rotterdam is de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Cheankirorol B.V. De bestuurder en enig aandeelhouder van Cheankirorol B.V. is de heer R. Rol. De heer R. Rol is tevens bestuurder van Caraso Exploitatie B.V. (hierna te noemen: "Caraso"). Caraso factureerde maandelijks een management fee aan Woonhotel Rotterdam.
1.2
Winst en verlies / balanstotaal / eigen vermogen De failliete vennootschap heeft het eigen vermogen, (netto)omzet, resultaat (na belastingen) en balanstotaal als volgt zien ontwikkelen (bron: jaarstukken, balans en verlies- en winstrekening): > jaar
eigen vermogen
2010
- - AS3.352
2.264.569
-/- 480.256
1.454.104
2011
-/-515.297
3.350.511
168.055
1.598.297
2012
-/- 778.572
2.715.766
-/- 263.275
1.513.883
2013
nctto-o in/et
resultaat na vpb
balanstotaal
2.277.814
Het cijfer over het boekjaar 2013 is gebaseerd op de interne administratie.
-3 -
1.3
Activiteiten De bedrij fsomschrijving die bij het handelsregister is geregistreerd, luidt "Hotels (geen hotel-restaurants), pensions en conferentie oorden. Het oplossen van tijdelijke huisvesting- probleem door het aanbieden van laagdrempelige en kwalitatief hoogwaardige woonruimte aan die doelgroepen, die verkeren in een knellende woonsituatie en voor wie huisvesting het primaire probleem is en voor wie een dergelijke faciliteit normaliter niet bereikbaar is."
Woonhotel Rotterdam B.V. exploiteert een hotel met 210 appartementen/eenheden. Een deel daarvan - thans 140 kamers - is bestemd voor de commerciële exploitatie, dat wil zeggen: heeft een "gewone" hotelfunctie. De commerciële tak heeft kamers in het vier- en drie-sterrensegment, en doet ook dienst als hostel. Het andere deel - thans 70 kamers - betreft appartementen die bestemd zijn voor gebruikers die - zoals de statuten zeggen - in een knellende woonsituatie verkeren en die niet in staat zijn om zelf in die behoefte te voorzien. Het gaat hier veelal om cliënten van de Sociale Dienst en andere zorginstellingen die door deze diensten doorgestuurd worden. Voor deze groep beloopt de huisvestingsduur tussen twee en zes maanden. Op de begane grond van het hotel wordt tevens een restaurant geëxploiteerd. De exploitatie van het restaurant geschiedt voor rekening en risico van Woonhotel Rotterdam B.V. De activiteiten waren op faillissementsdatum nog niet gestaakt. De exploitatie wordt ook na faillissementsdatum met toestemming van de rechter-commissaris voortgezet. 1.4
Verzekeringen Woonhotel
Rotterdam
B.V. had op faillissementsdatum een
aantal
lopende
verzekeringsovereenkomsten. In verband met de voortgezette exploitatie zijn de hiervoor noodzakelijke verzekering nog niet opgezegd. Indien de verzekeringen niet langer noodzakelijk zijn, zal de curator de overeenkomsten opzeggen. De curator heeft de nodige verzekeringen in de afgelopen verslagperiode beëindigd. Slechts de bedrij fsaansprakelijkheidsverzekering loopt nog door in verband met de voortgezette exploitatie. In verband met de gerealiseerde doorstart (vgl. sub 6 van dit verslag), is de bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering per 1 augustus 2014 beëindigd.
Huur Woonhotel Rotterdam is huurder/concessienemer van het onroerend goed waarin het hotel wordt geëxploiteerd. Het onroerend goed is eigendom van V.O.F. Vastgoed Woonhotel Rotterdam, een samenwerking tussen de woningcorporaties Woonbron en Woonstad. Mede op hun initiatief is het hotel opgericht. De concessieovereenkomst behelst de verhuur van de onroerende zaak aan de Mijnsherenlaan 9 te Rotterdam, voorzover het de appartementsrechten betreft van 210 wooneenheden op de vierde tot en met de twaalfde verdieping, met bijbehorende liften, buitengebied en entreepartij en het restaurant op de begane grond. De verhuurder/concessiegever
heeft zich
op het
standpunt
gesteld
dat
de
concessieovereenkomst kort voor faillissementsdatum, te weten op 10 januari 2014, is beëindigd. De curator heeft de beëindiging van de concessieovereenkomst erkend. De curator is met de verhuurder/concessiegever in onderhandeling getreden over de huur na faillissementsdatum. Er is een (huurovereenkomst door partijen opgesteld waarin de afspraken voor de huur van het onroerend goed na faillissementsdatum zijn vastgelegd. De rechter-commissaris heeft hiervoor toestemming verleend. De huurovereenkomst tussen de verhuurder/concessiegever en de boedel voor de huur van het onroerend goed na faillissementsdatum is met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 augustus 2014. Oorzaak faillissement Het faillissement is uitgesproken op verzoek van de verhuurder/concessiegever in verband met een - door Woonhotel Rotterdam betwiste - vordering van circa EUR 1.800.000,00. Woonhotel Rotterdam was kort voor het faillissement in kort geding veroordeeld tot betaling van (een voorschot ad) EUR 700.000,00 aan de verhuurder/concessiegever. Het bestuur en management van Woonhotel Rotterdam heeft de volgende oorzaken van het faillissement naar voren gebracht: een teruglopende omzet en bezetting door de economische crisis, waardoor (tijdelijke) aanpassing van de huur noodzakelijk was, die niet is gekomen; een sterk groeiend aanbod van hotels in Rotterdam; in de afgelopen jaren is het hotelaanbod met circa 33% gestegen; de door Woonhotel Rotterdam verschuldigde huur was vanaf 2009 te hoog;
-5 -
er bestaat - blijkens een uitspraak van de Hoge Raad - geen recht op huurtoeslag voor de bewoners van de sociale kamers, anders dan adviseurs hadden gemeld (vgl. sub 8.5 van dit verslag);
gebreken aan het gebouw die niet of te laat zijn verholpen.
2.
PERSONEEL
2.1
Aantal ten tijde van het faillissement Woonhotel Rotterdam heeft op faillissementsdatum 39 personeelsleden in dienst. Hiervan zijn 17 personeelsleden in dienst op grond van een nul-ureneontract. Tevens maakte Woonhotel Rotterdam op faillissementsdatum gebruik van acht stagiaires.
2.2
Aantal in jaar voor faillissement Onbekend.
2.3
Datum ontslagaanzegging De curator heeft de werknemers - met machtiging van de rechter-commissaris - op 22 januari 2014 ontslag aangezegd ex artikel 40 Faillissementswet, en U W V daarover geïnformeerd. Het salaris was tot en met de maand december 2013 betaald. Het UWV heeft de loonaanspraken van het personeel in behandeling genomen. De intakegesprekken hebben plaatsgevonden op 27 en 30 januari 2014. UWV heeft haar vordering ter verificatie bij de curator ingediend. Verwezen wordt naar sub 8 van dit verslag.
2.4
Na de opzegtermijn De activiteiten van Woonhotel Rotterdam zijn na de opzegtermijn van de werknemers voortgezet. In verband met de aflopende opzegtermijnen moest er een voorziening worden getroffen voor het personeel. De curator heeft - met toestemming van de rechter-commissaris - gekozen voor een uitzendconstructie. Het overgrote deel van het personeel van Woonhotel Rotterdam is na afloop van de opzegtermijn in dienst getreden bij het uitzendbureau. In overleg met de eigenaar van het onroerend goed is de exploitatie voortgezet en wordt het personeel ingehuurd om het hotel open te kunnen houden. De curator heeft het contract tussen de boedel en het uitzendbureau opgezegd per 1 augustus 2014.
-6-
2.5
Doorstart De exploitatie van Woonhotel Rotterdam wordt per 1 augustus 2014 voortgezet door een nieuwe exploitant. Een deel van het personeel heeft een contract gekregen bij de nieuwe exploitant. Enkele andere personeelsleden
verrichten nog korte tijd
werkzaamheden ten behoeve van de doorstart via het uitzendbureau.
3.
ACTIVA Onroerende zaken
3.1 Beschrijving Woonhotel Rotterdam heeft geen onroerende zaken in eigendom. Bedrijfsmiddelen 3.2 Beschrijving inventaris In algemene termen omvat de inventaris van Woonhotel Rotterdam in ieder geval de inrichting
van
alle
210
appartementen
en
de
restaurant-
en
lounge-
en
kantoorinventaris. De curator laat de inventaris taxeren. De verhuurder/concessiegever stelt zich op het standpunt dat de inventaris volledig haar eigendom is. De curator heeft dit standpunt niet erkend. De curator en de verhuurder/concessiegever hebben afgesproken deze discussie in een later stadium voort te zetten, en eerst de mogelijkheden van een doorstart te onderzoeken. Woonhotel Rotterdam huurde de inventaris op grond van de concessieovereenkomst van de verhuurder/concessiegever. De curator heeft zich op het standpunt gesteld dat er sprake is van huurkoop, zodat de verhuurder/concessiegever een vergoeding aan de boedel is verschuldigd voor de betaalde huurtermijnen. De curator is met de verhuurder/concessiegever
overeengekomen
dat er een
vergoeding aan de boedel is verschuldigd. Partijen hebben op basis van de taxatierapporten de waarde van de inventaris vastgesteld. Voor de vaststelling van de
hoogte van de vergoeding hebben partijen aansluiting gezocht bij de door Woonhotel Rotterdam betaalde huurtermijnen ten opzichte van de totaal verschuldigde termijnen. kunstcollectie Woonhotel Rotterdam heeft op 31 maart 2005 met Art Tower B.V., mede handelend onder de naam Business Art Service een overeenkomst gesloten die ziet op het huren van kunst. Het betreft een huurkoopconstractie, zoals omschreven in artikel 7A:1576h e.v. De laatste termijn is betaald, zodat Woonhotel Rotterdam B.V op deze wijze bijna driehonderd kunstwerken in eigendom heeft verkregen. De curator heeft de kunstcollectie laten taxeren. De verhuurder/concessiegever heeft de kunstcollectie uit de boedel gekocht. .3
Verkoopopbrengst inventaris De inventaris wordt gebruikt voor de voortgezette exploitatie. Gezocht wordt naar een kandidaat die de exploitatie van Woonhotel Rotterdam wil voortzetten, en dus ook de inventaris wil kopen. De curator zal na de verkoop van de inventaris het overleg met de verhuurder/concessienemer over de verdeling van de opbrengst van de inventaris voortzetten. De curator is met de verhuurder/concessiegever overeengekomen dat de door de verhuurder/concessiegever te betalen vergoeding EUR 50.000,00 bedraagt. kunstcollectie De waarde van de kunstcollectie is - op basis van de taxatierapporten - door de curator en de verhuurder/concessiegever vastgesteld op EUR 29.375,00. Dit bedrag zal worden afgedragen aan de boedel. Een afrekening met de verhuurder/concessiegever moet nog plaatsvinden.
.4
Boedelbijdrage Niet van toepassing.
-8-
Voorraden 3.5
Beschrijving Woonhotel Rotterdam is geen eigenaar van voorraden, buiten voorraden voor de gewone gang van zaken in een hotel (zoals etenswaren
en zaken voor de
huishoudelijke dienst). 3.6
Verkoopopbrengsten
3.7
Boedelbijdrage Niet van toepassing. Andere activa
3.8 Beschrijving Uit de jaarstukken van Woonhotel Rotterdam blijkt dat een Renault Master met kenteken 49-VPX-6 werd geleased. De financiering is in 2013 door Woonhotel Rotterdam afgelost. Hiermee is de eigendom overgegaan naar Woonhotel Rotterdam. De auto is niet in de boedel aangetroffen. De auto is in bezit van de heer R. Rol, maar die weigert tot afgifte over te gaan. De curator heeft in een procedure afgifte gevorderd van het voertuig (vgl. sub 9.2 van dit verslag). De heer Rol stelt zich op het standpunt dat de vrachtauto privé-eigendom is. De heer Rol heeft verklaard de auto te hebben verkocht. De curator heeft de exploitatie van het hotel mede ten behoeve van de verhuurder voortgezet. De curator is daarom met de verhuurder overeengekomen dat de verhuurder een goodwill-vergoeding is verschuldigd bij de verkoop of verhuur van het onroerend goed. In verband met de gerealiseerde doorstart per 1 augustus 2014, is de verhuurder een goodwill-vergoeding verschuldigd van EUR 50.000,00. De exploitatie is vanaf 17 januari 2014 tot en met 31 juli 2014 voortgezet door de curator. De opbrengst die hiermee is gerealiseerd valt voor een deel in de boedel (vgl. sub 6.1 van dit verslag). 3.9
Verkoopopbrengst Nog niet van toepassing. Een afrekening met de verhuurder moet nog plaatsvinden. Ook is er nog geen definitief inzicht in de opbrengst van de voortgezette exploitatie.
DEBITEUREN Omvang debiteuren Uit de interne administratie is gebleken dat Woonhotel Rotterdam op datum faillissement EUR 79.147,43 van handelsdebiteuren te vorderen heeft. Inmiddels is gebleken dat een groot deel van de debiteuren oninbaar blijkt te zijn. De curator zal dit verder
onderzoeken.
Woonhotel Rotterdam heeft een rekening-eourantvordering op haar bestuurder en aandeelhouder Cheankirorol van EUR 483.853,36. Verwezen wordt naar sub 9 van dit verslag. Woonhotel Rotterdam heeft een rekening-courantvordering op haar middellijk bestuurder de heer R. Rol van EUR 180.758,48 . Teneinde de nakoming door de heer R. Rol van zijn betalingsverplichting uit hoofde van de rekening-courantverhouding jegens de curator te verzekeren, heeft de curator conservatoir beslag gelegd de onroerende zaak staande en gelegen te (3135 KJ) Vlaardingen aan de Burgemeester Luijerinksingel nr. 3. Verwezen wordt naar sub 9 van dit verslag. Verkoopopbrengsten Een aanzienlijk deel van de debiteuren heeft haar vordering inmiddels voldaan op de bankrekening van Woonhotel Rotterdam bij Deutsche Bank. In een volgend verslag zal hiervan een nadere specificatie volgen. De vorderingen op Cheankirorol en de heer R. Rol zijn niet (gemotiveerd) betwist. Cheankirorol en de heer R. Rol hebben verklaard niet in staat te zijn hun vorderingen te voldoen. Boedelbijdrage Niet van toepassing.
BANK / Z E K E R H E D E N Vordering van de bank Woonhotel Rotterdam had op faillissementsdatum geen schuld aan een bank. Er was ook geen sprake van een bancair krediet.
- 10-
Woonhotel Rotterdam bankierde bij Deutsche Bank Nederland B.V. Er was sprake van één bankrekening die op faillissementsdatum een creditsaldo vertoonde van EUR 2.337,37. Na faillissementsdatum zijn diverse betalingen ontvangen op de desbetreffende bankrekening. 5.2
Zekerheden
5.3
Boedelbijdrage Niet van toepassing.
5.4
Leasecontracten De curator is niet bekend met leasecontracten op naam van Woonhotel Rotterdam.
5.5
Eigendomsvoorbehoud Enkele leveranciers van levensmiddelen en kantoorbenodigdheden hebben een beroep gedaan op eigendomsvoorbehoud. De curator heeft de claims afgewikkeld.
5.6
Reclamerechten
5.7
Retentierechten
5.8
Overige rechten van derden Niet van toepassing.
6.
DOORSTART / V O O R T Z E T T E N
6.1
Voorzetten exploitatie De curator heeft uitvoerig overleg gevoerd met de verhuurder/concessiegever van Woonhotel Rotterdam over voortzetting van de exploitatie en toekomstplannen in het algemeen. De exploitatie wordt - met machtiging van de rechter-commissaris voortgezet om op die wijze overdracht van de exploitatie aan een nieuwe partij te faciliteren, en om tegelijkertijd te bezien of ook verkoop van het onroerende goed door de eigenaar tot de mogelijkheden behoort. Tussen verhuurder/concessiegever en de boedel wordt een nieuwe overeenkomst gesloten vanaf faillissementsdatum. In deze overeenkomst zijn de afspraken vastgelegd
op basis waarvan
de
verhuurder/concessiegever
de
curator
een
gebruiksrecht verleend om de exploitatie op de gebruikelijke wijze voort te zetten zonder onaanvaardbare risico's voor de boedel. In de eerste maand vanaf
-11 -
faillissementsdatum is de boedel geen vergoeding aan de verhuurder/concessiegever verschuldigd. In de periode tot en met 30 maart 2014 geldt de vergoeding voor het gebruik van het hotel als een sluitpost op de exploitatiebegroting. Omdat er nog geen overeenstemming is bereikt over een doorstart is er veelvuldig overleg geweest tussen de verhuurder/concessiegever en de curator. Duidelijk is dat voortzetting van de exploitatie voor alle betrokkenen wenselijk is. Sluiting van het hotel betekent immers dat gegadigden zullen afhaken. Voor de periode vanaf 1 april 2014 is de curator met de verhuurder/concessiegever overeengekomen dat de risico's van een verlieslatende exploitatie moeten worden afgedekt.
De
verhuurder/concessiegever
zal
in
geval
van
een
negatief
exploitatieresultaat over de periode vanaf 1 april 2014 een vergoeding aan de boedel betalen die gelijk is aan het negatieve exploitatieresultaat. De rechter-commissaris heeft toestemming gegeven om de exploitatie onder deze voorwaarde tot en met 31 mei 2014 voort te zetten. Op 31 mei 2014 was er nog geen overeenstemming bereikt over een doorstart. De verhuurder/concessiegever heeft er bij de curator op aangedrongen de exploitatie van het hotel voort te zetten tot uiterlijk 31 augustus 2014. De reden hiervoor was enerzijds dat zij nog steeds goede hoop had op het vinden van een nieuwe exploitant, en anderzijds de vrees voor waardevermindering bij het staken van de exploitatie. De curator heeft - met machtiging van de rechter-commissaris - ingestemd met de voortgezette exploitatie, onder de voorwaarde dat het risico van een negatieve exploitatieresultaat werd afgedekt en dat de boedel een vergoeding van EUR 2.500,00 per maand ontvangt voor de door de boedel te maken kosten. Er is overeenstemming bereikt over een doorstart per 1 augustus 2014, zodat de exploitatie door de curator per die datum is geëindigd. Het personeel van Woonhotel Rotterdam zal na het verstrijken van de opzegtermijn via een uitzendconstructie worden ingehuurd om de exploitatie te kunnen voortzetten, en hun eigen kans op behoud van werk te vergroten. Het personeel is inmiddels werkzaam in het hotel via de uitzendconstructie. De boedel heeft het contract met het uitzendbureau opgezegd per 1 augustus 2014.
- 12-
6.2
Doorstart De curator inventariseert - tezamen met de verhuurder/concessiegever - welke partijen geïnteresseerd zijn in de overname van de exploitatie sec of in de overname van het onroerend goed met de exploitatie. De curator zoekt daarbij niet slechts naar potentiële exploitanten die de combinatie van 'sociale' en 'commerciële' verhuur willen voortzetten. Er hebben diverse partijen interesse getoond. Er is een memorandum gemaakt om Woonhotel Rotterdam inclusief of exclusief het onroerend goed te koop aan te bieden in de markt. In de komende verslagperiode zal hierover meer duidelijkheid moeten ontstaan. Negen kandidaten hebben daadwerkelijk een bod uitgebracht. Er zijn v i j f biedingen ontvangen op - delen van - het onroerende goed. Drie kandidaten hebben voorgesteld een nieuwe huurovereenkomst te sluiten, eventueel in combinatie met een koopoptie. De biedingen liepen sterk uiteen. De curator en de verhuurder/concessiegever hebben besloten verder te onderhandelen met drie partijen. Deze onderhandelingen zijn uiteindelijk op niets uitgelopen. Nadien hebben nog enkele partijen interesse getoond. Op dit moment wordt er exclusief onderhandeld met één partij. Deze partij is ondertussen bezig met een due diligence. De verwachting is dat er voor 1 juni 2014 overeenstemming moet zijn bereikt. De onderhandelingen worden gevoerd door de verhuurder/concessiegever. De curator heeft met de verhuurder/concessiegever overeenstemming bereikt over de inventaris en de kunstcollectie (vgl. sub 3 van dit verslag). Er zijn ook afspraken gemaakt omtrent de door de verhuurder/concessiegever verschuldigde goodwill-vergoeding indien er overeenstemming wordt bereikt met een partij. De verhuurder/concessiegever heeft overeenstemming bereikt met
de nieuw
opgerichte vennootschap The Art Hotel B.V. over een doorstart van Woonhotel Rotterdam per 1 augustus 2014. De doorstarter zal - met een deel van het personeel in beginsel zowel de commerciële als de sociale tak van het hotel voortzetten.
7.
RECHTMATIGHEID
7.1
Boekhoudplicht
- 13 -
De (digitale) administratie is door de curator veiliggesteld. Tevens heeft de curator reeds beschikking over diverse stukken uit de administratie. De administratie zal door de curator worden onderzocht. De eerste indruk is dat de administratie van Woonhotel Rotterdam B.V. op orde is. Het onderzoek moet nog plaatsvinden. 7.2
Depot jaarrekeningen 2010: 30 januari 2012 2011: 24 januari 2013 2012: niet gedeponeerd
7.3
Goedkeurende verklaring accountant Niet van toepassing.
7.4
Stortingsplicht aandelen Er zal geen onderzoek worden verricht naar het volstorten van de aandelen, nu Woonhotel Rotterdam B.V. meer dan v i j f jaar geleden is opgericht. Indien er al een vordering op de aandeelhouder zou bestaan, is deze niet langer afdwingbaar.
7.5
Onbehoorlijk bestuur In onderzoek.
7.6
Paulianeus handelen De curator heeft nog geen (uitvoerig) onderzoek gedaan naar de administratie van Woonhotel Rotterdam. Uit de bankafschriften volgt dat er in de periode kort voor faillissementsdatum betalingen zijn verricht aan de heer R. Rol en Caraso die door de curator als paulianeus aanmerkt. De curator heeft de betalingen vernietigd op grond van artikel 47 Fw en/of artikel 42 Fw. Verwezen wordt naar sub 9 van dit verslag.
7.7
Garantstelling Niet van toepassing.
8.
CREDITEUREN De curator maakt gebruik van de diensten van de website www.crediteurenliist.nl. De crediteuren zijn verzocht hun vorderingen ter verificatie in te dienen via de website www.crediteurenlijst.nl. De curator heeft de vorderingen van de crediteuren (nog) niet
- 14-
inhoudelijk beoordeeld. Hij zal hiertoe overgaan zodra blijkt dat er een uitkering aan de concurrente crediteuren valt te verwachten.
8.1
Boedelvorderingen UWV zal in verband met overgenomen loonverplichtingen over de opzegtermijn een boedelvordering indienen. De curator heeft het personeel van Woonhotel Rotterdam een voorschot betaald voor het salaris over de opzegtermijn. De voorschotbetaling van de curator wordt in mindering gebracht op de betalingsverplichting van UWV, hetgeen tot een lagere boedelschuld leidt. Het UWV heeft nog geen opgave gedaan van haar vordering. De totale boedelvordering van het UWV bedraagt EUR 92.163,46. Door de voortzetting van de exploitatie na faillissementsdatum zijn er een groot aantal (boedel)vorderingen ontstaan die ten laste moeten komen van Woonhotel Rotterdam. De curator heeft betaling van deze facturen gegarandeerd. Het betreft betalingen die noodzakelijk zijn voor de voortzetting van de exploitatie. Nu de exploitatie nog wordt voortgezet, is het nog niet mogelijk om een opgave te doen van deze kosten. In een later verslag zal een opgave worden gedaan.
8.2
Preferente vordering fiscus De fiscus heeft een vordering ingediend ad EUR 676,00 uit hoofde van verschuldigde loonheffing over de maanden juli en augustus 2013.
8.3
Preferente vordering UWV De salarissen van de werknemers zijn tot en met december 2013 betaald. UWV zal een preferente vordering indienen in verband met de overgenomen loonverplichtingen over de periode voor datum faillissement. UWV heeft nog geen vordering ingediend. De preferente
schuldvordering van het UWV, bestaande uit de
premievordering, bedraagt EUR 97.067,01. 8.4
Andere preferente crediteuren PM.
8.5
Aantal concurrente crediteuren
loon- en
-15-
Uit
de
administratie
van
Woonhotel
Rotterdam
B.V. blijkt
dat
zij op
faillissementsdatum circa 90 crediteuren heeft. Er hebben 46 crediteuren een vordering ter verificatie ingediend. Eén van de concurrente crediteuren is de Belastingdienst. Bij de aanvang van de exploitatie van het sociale gedeelte van het hotel is ervan uitgegaan dat de bewoners recht hadden op huurtoeslag. Die huurtoeslag is krachtens schriftelijke overeenkomst met de Belastingdienst rechtstreeks aan Woonhotel Rotterdam betaald. Om de rechtmatigheid van de toeslagen te toetsen is tot en met de Hoge Raad geprocedeerd. Uiteindelijk is bepaald dat geen recht op deze toeslag bestaat, omdat de woonruimte naar haar aard voor een korte duur is. Op grond van de overeenkomst tussen de Belastingdienst en Woonhotel Rotterdam is laatstgenoemde verplicht om de onterecht genoten toeslagen terug te betalen. Het gaat om circa EUR 425.000,00. Deze vordering is nog niet door de Belastingdienst ter verificatie ingediend. 8.6
Bedrag concurrente crediteuren Uit de administratie van Woonhotel Rotterdam blijkt dat haar schuldenlast van exclusief de schuld aan de verhuurder/concessiegever - op faillissementsdatum circa EUR 75.000,00 bedroeg, plus EUR 425.000 aan de Belastingdienst (vgl. sub 8.5). Er is op de verslagdatum voor EUR 2.304.734,80 aan vorderingen ingediend. Hierin is ook de vordering van de verhuurder ad EUR 2.140.384,74 begrepen.
8.7
Verwachte wijze van afwikkeling Het is vooralsnog onbekend hoe het faillissement zal worden afgewikkeld.
9.
PROCEDURES
9.1
Voor faillissement Verhuurder/concessiegever Woonhotel
Rotterdam was
voor faillissementsdatum betrokken in een
kort
gedingprocedure tegen de verhuurder/concessiegever. Omdat Woonhotel Rotterdam ondanks verzoeken en sommaties - weigerde de huurachterstand te voldoen, heeft de verhuurder/concessiegever in kort geding betaling van betaling gevorderd van de verschuldigde huurpenningen ad EUR 1.778.072,08 of het reeds door Woonhotel
- 16-
Rotterdam ad EUR 780.737,95, alsmede ontruiming indien er geen betaling zou volgen. Op 16 december 2013 heeft de behandeling van genoemd kort geding plaatsgevonden. Op 6 januari 2014 is er vonnis gewezen, inhoudende dat Woonhotel Rotterdam een bedrag ad EUR 700.000,00 als voorschot aan de verhuurder/concessiegever diende te voldoen. De verhuurder/concessiegever is veroordeeld om mee te werken aan de instelling
van
een
(contractueel
voorziene)
vertrouwenscommissie,
die
de
discussiepunten tussen partijen dient te beslechten. De verhuurder/concessiegever faillissement
aangevraagd
heeft op de dag dat het vonnis is gewezen het van
Woonhotel
Rotterdam
in
verband
met
de
huurachterstand. Belastingdienst De Belastingdienst heeft Woonhotel Rotterdam voor de in sub 8.5 omschreven vordering gedagvaard, en er is op 29 januari 2014 een veroordelend vonnis uitgesproken door Rechtbank Rotterdam. De vordering is nog niet ter verificatie ingediend. Na faillissement beslaglegging De curator heeft in een van zijn eerste bezoeken aan Woonhotel Rotterdam geconstateerd dat er geen schilderijen meer aan de muren hingen, terwijl het hotel de handelsnaam Art Hotel Rotterdam draagt. Bij doorvragen werd medegedeeld
dat circa 200 schilderijen kort voor het
faillissement in opdracht van de heer R. Rol uit het hotel zijn verwijderd. Uiteindelijk is achterhaald dat deze zijn opgeslagen in een opslagplaats in Rotterdam Alexander. De schilderijen zijn eigendom van Woonhotel Rotterdam (vgl. sub 3.2 van dit verslag). De curator heeft de heer R. Rol vóór de inbeslagname van de kunstwerken in de gelegenheid gesteld vrijwillig over te gaan tot afgifte van de kunstwerken. De heer R. Rol heeft dit echter geweigerd. De curator was hierdoor genoodzaakt om - met verlof
- 17-
van de voorzieningenrechter - conservatoir beslag tot afgifte te leggen en de aangetroffen 187 kunstwerken bij een gerechtelijk bewaarder onder te laten brengen. De kunstwerken zijn op 29 januari 2014 in beslag genomen en ondergebracht bij de aangewezen gerechtelijk bewaarder. Op 2 februari 2014 heeft de heer R. Rol per e-mail het eigendomsrecht van Woonhotel Rotterdam ten aanzien van de schilderijen alsnog erkend. Naar aanleiding hiervan zijn de schilderijen op 5 februari 2014 overgebracht naar Woonhotel Rotterdam. Uit de administratie blijkt ook van een rekening-courantvordering op de heer R. Rol van circa EUR 180.000,00. Voor deze vordering heeft de curator - met verlof van de voorzieningenrechter - conservatoir beslag leggen op het op naam van de heer R. Rol geregistreerde
woonhuis
te
(3135
KJ)
Vlaardingen
aan
de
Burgemeester
Luijerinksingel nr. 3. bodemprocedure Ten gevolge van de beslaglegging heeft de curator een bodemprocedure aangespannen tegen de heer R. Rol, Caruso en Cheankirorol. Omdat er in dit stadium van het faillissement nog geen totaaloverzicht is zijn de vorderingen van de curator beperkt tot: a.
de rekening-courantvorderingen; uit de administratie blijkt dat de rekening-courantvordering op Cheankirorol EUR 483.353,36 bedraagt. De rekening-courantvordering op de heer R. Rol bedraagt EUR 180.758,48.
b.
de kunstcollectie; de curator heeft kosten moeten maken voor de beslaglegging, de gerechtelijke bewaring en het transport. De heer R. Rol is gehouden deze kosten ten bedrage van EUR 3.615,53 te voldoen. Tevens was een (groot) aantal schilderijen beschadigd en door vocht aangetast. Dit is veroorzaakt door de wijze van opslag. De schade is toe te rekenen aan de heer R. Rol, die hiervoor aansprakelijk wordt gehouden.
c.
de bedrijfswagen; uit de jaarstukken van Woonhotel Rotterdam blijkt dat een Renault Master met kenteken 49-VPX-6 werd geleased. De financiering is in 2013 door Woonhotel
- 18-
Rotterdam afgelost. Hiermee is de eigendom overgegaan naar Woonhotel Rotterdam, maar de heer R. Rol weigert over te gaan tot afgifte. De curator vordert daarom veroordeling tot afgifte.
d.
de diverse betalingen aan Caruso. ten tijde van de faillissementsaanvraag heeft Woonhotel Rotterdam B.V. een bedrag ad EUR 12.000,00 voldaan aan Caruso, de vennootschap van de heer R. Rol. Deze betaling is in strijd met de artikelen 42 en 47 Fw. Kort voor de faillissementsaanvraag is er ook een bedrag van EUR 33.018,53 betaald aan Caruso uit hoofde van een rekening-courantverhouding en de management fee voor januari 2014. Ook deze betalingen zijn in strijd met de artikel 42 en 47 Fw. De maandelijks door Woonhotel Rotterdam aan
Caruso
verschuldigde
management fee bedroeg in 2011 en 2012 EUR 7.500,00 exclusief BTW. Uit de grootboekadministratie van Woonhotel Rotterdam volgt dat de maandelijkse management fee met ingang van januari 2013 is verhoogd naar EUR 15.000,00 exclusief BTW. Dat betekent een stijging van 100%. De curator vordert terugbetaling het bedrag waarmee de management fee in 2013 is verhoogd. In totaal vordert de curator Caruso te veroordelen tot betaling van een bedrag ad EUR 153.918,53. De heer R. Rol, Caruso en Cheankirorol zijn gedagvaard tegen 13 augustus 2014. De curator heeft de heer R. Rol schriftelijk om zijn standpunt/reactie gevraagd, zodat voortzetting van de procedure mogelijk kan worden voorkomen. De heer R. Rol heeft in de afgelopen verslagperiode kort gereageerd op de voornoemde vorderingen. Dit heeft vooralsnog niet geleid tot een voorstel voor een minnelijke regeling. De heer Rol heeft geen voorstel gedaan. De dagvaarding is op 13 augustus 2014 aangebracht. De rechtbank heeft bij verstekvonnis van 24 september 2014 alle vorderingen van de curator toegewezen. De veroordeelden stellen zich op het standpunt dat zij niet in staat zijn enig bedrag te betalen. De curator onderzoekt dit.
- 19-
10.
OVERIG
10.1 Termijn afwikkeling faillissementen Op dit moment is nog onduidelijk op welke termijn het faillissement zal worden beëindigd. 10.2 Plan van aanpak In de komende periode zullen met name de volgende onderwerpen aandacht verkrijgen: afrekening omzet boedelperiode; incasso debiteuren; incasso vorderingen Rol, Caruso en Cheankirorol; onderzoek van de financiële administratie; onderzoek naar eventuele bestuurdersaansprakelijkheid alsmede paulianeuze handelingen. 10.3 Indiening volgend verslag Uiterlijk over drie maanden, te weten 14 februari 2015.
Aan dit globale verslag kunnen geen rechten worden ontleend.
Rotterdam, 14 november 2014
J.P.M. Borsboom curator