Rede uitgesproken door den Engelschen Minister van Financiën (Chancellor of the Exchequer) David Lloyd George, M.P., in de Queen's Hall te Londen op 19 September 1914.
H5 CENTS
THOMAS NELSON & SONS 35 and 36, Paternoster Row, London, E.G. EDINBURGH
NEW YORK
PARIS
j..h'-}::--'--'*J^l-''>
••.
^
DE EUROPEESCHE OORLOG. Rede uitgesproken door den Engelschen Minister van Financiën {Chancellor of the Exchequer) David Lloyd George, M.P., in de Queen's Hall te Londen op 19 September 1914. "WAAROM
'f
ONzri
NATIONALE EER ER MEE GEMOEID IS.
GEDURENDE den geheelen loop vaii een politiek leven heeft zeker niemand het vooruitzicht van in een grooten oorlog te worden betrokken met meer afkeer en weerzin beschouwd dan ik. {Instemming.) ]Sriemand is tegelijkertijd meer overtuigd dat wij, zonder onze nationale eer te verliezen, niet buiten het huidig conflict konden zijn gebleven. [Luid applaus.) I k weet wel, dat elke natie die ten strijde trekt zich verbeeldt, dat hare eer er mee gemoeid is. Met een beroep hierop werden vaak misdaden begaan; men begaat ze op dit oogénblik 1 Toch bestaat er zulk een ding als nationale eer en wie tegen haar zondigt bereidt haar eigen verderf. {Instemming.) In hoeverre is onze eer als natie met dezen oorlog gemoeid 1 I n zooverre wij, in de allereerste plaats, door heilige verplichtingen gebonden zijn om de onafhankelijkheid, de vrijheid en onschendbaarheid van srondsebied van een zwakker buur te verdedigen, een buur die altijd vreedzaam naast ons heeft geleefd. {Toejuiching.) Zij kon ons niet dwingen deze verplichtingen na te komen ; maar de man
die zich aan eene verplichting meent te mogen onttrekken, omdat zijn schuldeischer buiten staat is hare nakoming af te dwingen, is een schelm. {Luid applaus.) W e verbonden ons bij tractaat, een plechtig tractaat of liever bij twee afzonderlijke tractaten om België en hare integriteit te verdedigen. Wij teekenden deze documeriten en waren niet de eenige onderteekenaren; ons land was niet het eenige dat voor België's onschendbaarheid instond. Eusland, Frankrijk, Oostenrijk, Pruisen waren mede - onderteekenareii. Waarom komen Oostenrijk en Pruisen hunne verplichtingen in deze niet na? Men beweert dat wij alleen zooveel nadruk leggen op dit traktaat als een voorwendsel; dat wij het bezigen als een dekmantel voor onzen naijver ten aanzien van eene hoogere beschaving, die wij gaarne zouden vernietigd zien. {Gelach.) Als
2 antM'Oord behoeven wij alleen maar te wijzen op onze houding in 1870. (Instemming). Op wat kwam zij neer ? Mr. Gladstone was toen Eerste Minister (ToejuwMng), Lord Granville was, vergis ik mij niet, Foreign Secretary (IMinister A'an Buitenlandsche Zaken). Geen van twee heb ik ooit van Jingo-neigingen hoor en beschuldigen. F R A N K R I J K EN BELGIË IN
1870.
W a t deden zij in 1870? H e t evengenoemd t r a k t a a t bond ons toen als nu. Onzerzijds werden de oorlogvoerende partijen aangezocht het te eerbiedigen. Wij vroegen dit aan Frankrijk, en aan Duitschland evenzeer. Destijds, vergeet dit niet, kwam het gevaar voor schending van Belgisch grondgebied van Frankrijk en niet van Duitschland. Wij mengden ons in de zaak om België tegen Frankrijk te Aaijwaren, precies als wij thans doende zijn om haar in bescherming te nemra tegen Duitschland. (Toejuiching.) Wij gedroegen ons destijds op volkomen dezelfde wijze als thans. Wij verzochten ieder der oorlogvoerende partijen ons te verzekeren, dat schending van Belgisch grondgebied niet in haar bedoeling lag. Welk antwoord gaf Bismarck? Hij zei, dat het geheel overbodig was Pruisen zulk een vraag voor te leggen; zij was immers door de bestaande tractaten gebonden. Frankrijks antwoord kwam op hetzelfde neer. De Belgische natie betuigde ons destijds haar dank voor onze bemoeiingen in een zeer belangrijk stuk. H e t is een adres door het Brusselsche Gemeentebestuur aan Koningin Victoria gericht, luidende : " De groote en edelmoedige natie waarover Gij den schepter voert, heeft ons opnieuw een bewijs gegeven van de welgezinde gevoelens jegens ons vaderland . . . De stem der Engelsche natie heeft boven het strijdrumoer uitgeklonken en de beginselen van recht en oorbaarheid hooggehouden. Het Belgische volk zal altijd hare onafhankelijkheid boven alles stellen, maar onmiddellijk na deze gehechtheid vervult een onverwelkbare dankbaai'heid hunne harten het meest." (Luide toejuicliingen.) D a t was in 1870. Let op wat volgde ! Drie, vier dagen na dit adres van dankbetuiging, bevond zich een Fraiisch leger in het nauw gedreven tegen de Belgische grens ] elke uitweg afgesneden door een keien van vuur gevormd door het Pruisisch geschut. E r was één deur open—de schending van België's neutraliteit. Maakten zij er gebruik van? Neen, de Franschen verkozen vernietiging en vernedering boven het verbreken van hun woord. (Daverende
3 toejuiching.) De Fransche keizer, de Fransche maarschalken aan het hoofd van 100.000 Fransche strijders, gaven er de voorkeur aan om als krijgsgevangenen naar het vijandelijk land te worden weggevoerd boven het schenden van den goeden naam van hun land. {Toejuiching.) H e t was het laatste leger, waarop de Fransche natie haar hoop bouwde. H a d het België's onzijdigheid geschonden, de oorlog zou wellicht een ander verloop hebben gehad ; toch, terwijl het belang van Frankrijk het niet nakomen van het t r a k t a a t dikteerde, kwam zij daartoe niet. " E E N VODJE
PAPIER."
H e t belang van Pruisen brengt vandaag mee het t r a k t a a t te negeeren en . . . . zij doet het. (Levendige teehenen van afkeuring.) Zij bekent met cynische geringschatting van elk rechtsbeginsel dat zij 't negeert. Volgens haar zijn t r a k t a t e n alleen dan bindend wanneer het in haar kraam te pas k o m t ! (Gelach.) " Een verdrag " —aldus de Duitsche Rijkskanselier—"is een vodje papier." Heeft een van U een 5-pond-note in zijn zak? (Luide toejuichingen en gelach.) I k vraag er niet om. (Gelach.) Heeft een van U soms een van die handige banknootjes van één pond bij zich ? (Gelach.) J a ? Verbrand ze maar ! Ze hebben geen waarde, 't zijn vodjes 'pci'pier! (Gelach en applaus.) W a a r zijn ze van gemaakt? van ouwe lappen ! (Gelach.) AVat zijn ze waard? Niet meter dan het crediet van het Britsche Rijk. (Luid applaus.) Vodjss papier ! I k heb de laatste maand met weinig anders te doen gehad. H e t bleek opeens, dat de wereldhandel tot stilstand gekomen was. De machine wilde niet meer werken. Waarom niet? I k zal het IJ zetrsen. H e t wereldhandel-mechanisme wordt voortbewogen door wissels (gelach)—schunnig en gekreukeld, vol krabbels, vol vlekken, beduimeld—en toch, met deze vodjes papier worden groote schepen, geladen met duizenden tonnen kostbare lading in gang gezet, van het eene eind van de wereld naar het andere. (App)laiis.) W a t is de beweegkracht, die hen voortstuwt ? De goede naam, de eer van den koopman. (Applaus.) Verdragen zijn het geld van de internationale politiek. (A2Jplaus.) Laat ons eerlijk erkennen, dat Duitsche handelsmenschen en kooplui den roep hebben van even eerlijk en betrouwbaar te zijn als de anderen (instemming), maar als hun crediet zou zakken tot op het peil van Duitscliland's huidige politiek, dan geeft geen enkele koopman van Shanghai tot Valparaiso een oortje voor een Duitsche handteekening. (Luid applaus.) Deze leer van het vodje papier, deze leer als verkondigd door Bernhardi, dat verdragen alleen dan bindend zijn voor eene natie als zij er
4 voordeel bij heeft, is de doodsteek voor alle openbare wet. H e t komt op barbaarschheid neer. {Instenimiiifj.) Men kan evengoed trachten de Magnetische Pool op zij te zetten, omdat zij een Duitschen kruiser in den weg is. (Gelach.) H e t wordt gevaarlijk, bezwaarlijk, neen onmogelijk de zeeën te bevaren, het heele organisme onzer beschaving wordt op losse schroeven gezet, als do leer van dezen oorlog zegeviert. {Instemming.) Wij hebben gevolgelijk den strijd aangebonden met barbaarschheid {appkms) en er is }naar één wijze om deze telvoereu. Als er naties zijn die zeggen, dat zij alleen dan t r a k t a t e n willen erkeniiea als zij er belang bij hebben ze na te komen, dan moeten wij er voor zorgen, dat hun belang inderdaad meebrengt, dat zij er zich stipt aan houden. {Ai)]plaus.) DUITSCIILAND'S
UITVLUCHT.
W a t is h u n verweer l De interview tusschen onzen gezant in Berlijn en de leiders van Duitschlands buitenlandsche politiek is kenschetsend. Grewezen op dit traktaat, dat hun land dan toch mee-onderteekend had, zeiden zij : " Daaraan kunnen wij ons heusch niet h o u d e n ; bliksemsnel handelen is waar het voor ons op aankomt." E r is een oneindig kostbaarder ding voor eene iiatie dan bliksemsnel handelen—rechtschapenheid, onkreukbaarheid. {Luid applaus.) W a t zijn Duitschlands uitvluchten 1 D a t België tegen haar samenspande; het heette dat zij met Engeland en Frankrijk heulde om haar, Duiiscaland, aan te vallen. Die bewering is niet alleen onwaar, maar Duitschland weet dat ze onwaar is. {Instemming.) W a t andere uitvlucht heeft zij 1 D a t Frankrijk een aanslag op Duitschland via België in den zin had. D a t is volmaakt onwaar. {Instemming) België verklaarde nadrukkelijk: " I k heb geen Fransche hulp noodig, des Keizers woord is genoeg voor mij. Een keizer zal zeker niet liegen !'"' {Gelach en ap]}laus.) A l deze verhalen van samenzwering zijn later, " p o u r Ie besoin de Ia cause," uito-ebroed. Een groote natie jnoest zich schamen als een fraudulent bankroetier op te treden, die met slinksche streken van zijne verplichtingen zoekt af te komen. {Instemming.) Ze spreekt onwaarheid. Ze breekt het gegeven woord; wij voor ons waren gehouden het na te leven. (Applaus.) BELGIË'S VERTEOUWEN IN HET GEGEVEN WOORD.
België is beestachtig behandeld. (Instemming.) Hoe beestachtig moet de tijd leeren. W a t wij dienaangaande weten is erg genoeg. E n Avat heeft ze gedaan? Duitschland uitgelokt, uitgedaagd?
5 H a d ze de geringste gedachte Duitschland aan te randen ? H a d ze Duitschland beleedigd op eene manier die voldoening voi'derde 1 Heelemaal niet. Ze was een "van de vreedzaamste kleine mogendheden van Europa. {Iivdemming.) Men kan zich moeilijk een meer ordelijk, werkzaam, vreedzaam en minder aanstoot gevend ^•olk denken. E u in dit land zijn thans de korenvelden platgetrapt, de dorpen platgebrand, de kunstschatten vermeld, de bewoners geslacht, vrouwen en kinderen niet uitgezonderd. {Kreten van "foei!") Honderden, neen, duizenden van hare bevolking zagen hunne nette geriefelijko woningen in vlammen opgaan en hebben nu geen onderkomen meer in hun eigen land. E n wat was hun misdaad ? D a t zij vertiouwen stelden in het woord van een Pruisisch Koning. {Ai>].)laus.) I k weet op mijn woord niet wat de Keizei' met dezen oorlog voor heeft. (Jloongdarli.) I k heb een flauw idee waarop het voor hem zal uitloopen; éón ding is zeker, gf'ón natie zal ooit weer in dezelfde fout vervallen. GXGKRHCIITIGHHDEN.
Tk zal mij niet te zeer verdiepen in de ongerechtigheden. Ze ;',ijn niet allemaal waar en dan—het is oorlog. <Jorlog is een gruwelijk, verschrikkelijk ding—van welken kant ook bekeken (instemming), en ik zal zeker niet beweren, dat al wat men op dit gebied heeft verhaald de toets der waax'heid kan doorstaan. I k wil dit laten voor wat het is ; wanneer gij twee millioen man, gedwongen, dienstplichtig, tegen hun wil in 't veld stuurt, moet gij er op rekenen, dat er altijd een zeker aantal onder hen zal zijn, die dingen doen v/aarvoor hun eigen land zich schamen zou. I k kan het buiten deze sterkgekleurde verhalen doen. I k heb meer dan genoeg aan wat de Duitschers zelve toegeven, als noodzakelijk erkennen, verdedigen, verordonneeren—het verl)randen, slachten en neerschieten van weerlooze lieden. Maar . . . Duitschlands bchelmerij heeft haar weinig gebaat. Zij trokl-cen België binnen um tijd te winnen. Veel tijd ging integendeel verloren. [Luid en (lanlioudend apjjlaus.) I n plaats van tijd te winnen, hebben zij hun goeden naam verloren. {Instehimiwj.) SKKVIK'S AANDEEL IN DEN OOELOG.
Maar België is niet de eeuige kleine mogendheid, die in dezen oorlog werd aangevallen en mij kan geen vei'wijt treficn zoo ik hier een oogenblik bij het lot van een anderen kleinen staat, Servië, stilsta. {Indemining.) Een natie geleerd in een wreode school, maar die haar vrijheid won met volhardende dapperheid en I
6 zich met dciizelfden moed lieeft weten staande te liouden. {Ai)i)lans.) Als Serviërs inderdaad betrokken waren in den moord op Aartshertog Franz Ferdinand, dan behooren zij te worden gestraft. {Instemmmg.) Servië geeft dat zelve toe. Haar Ixeoeerino- had er zeker niets mee te maken. D a t wordt zelfs niet door Oostenrijk beweerd. De Servische Eerste Minister is een van de kundigste en meest geziene staatslieden van Europa. {InsteiHining.) Servië was bereid elk en een iegelijk van hare onderdanen, die zou blijken aan den moord medeplichtig te zijn, te straffen. W a t meer kon men van haar verlangen 1 W a t waren de eischen van Oostenrijk ? Servië sympathiseerde met hare rasgenooten in Bosnië—dat nam Oostenrijk haar kwalijk. Zij mocht daar niet mee voortgaan. H a r e nieuwsbladen zeiden onaangename dingen van Oostenrijk—daaraan moest ook een einde kommen. D a t is de Dviitsche geest—we hebben hetzelfde in Zabern gezien. (Gronfc •insfcmhiing en ajJjjlaiis.) Hoe durft U een Pruisisch overheidspersoon te beoordeelen ! {Gelacli) E n als gij lacht—goeie hemel, dat wordt met don dood gestraft ! De kolonel in Zabern dreigde er dadelijk op los te branden, als het weer voorkwam. Op gelijke wijze was de kritiek op Oostenrijk in de Servische bladen geoefend uit den booze. I k zou wel eens willen weten, wat er gebeurd zou zijn, als wij dezelfde gedragslijn ten opzichte van de Duitsche pers hadden ge^'olgd. (Instemming.) Servië zei: " Goed, Ave zullen de kranten gelasten in den vervolge noch Oostenrijk, noch Hongarije, noch iets wat haar behoort, te beoordeelen !" (Gelach.) Niemand zal de dapperheid van Servië in twijfel t r e k k e n ; ze durfden de redacteuren van haar dagbladen a a n ! (Gelach en applau».) Zij beloofde van verder gesympathiseer met Bosnië af te zien; kritiek op Oostenrijk zou voortaan achterwege blijven en vergaderingen waarin leelijke dingen van Oostenrijk werden gezegd, zouden niet meer gehouden worden. SERVIË HIELD ZICH GOEU ONUEK DE OMSTANDIOIIEDKN.
Daarmee was Oostenrijk echter niet tevreden. Servië moest de officiereu ontslaan die Oostenrijk zou opgeven. Deze officieren hadden juist een oorlog ten einde gebracht, die niet weinig tot de glorie der Servische wapenen had bijgedragen ; het ware kloeke, strijdlustige, geharde kerels. (Instemming.) H e t grappige van de zaak was, dat de officieren niet dadelijk werden genoemd. Servië moest eerst zeggen, of zij in priucipe bereid was hen te ontslaan, dan zou Oostenrijk hen noemen, maar niet eer. K a n iemand, mij den naam noemen van een land, dat zich zulk eene beleediging zou
7 laien -welgevallen? {Kreten van "neen!") Gesteld ecus dat Oostenrijk of Duitscliland een dergelijk ultimatum tot ons hadden gericht, in dezen geest: " Gij zult van U w leger—en van Uwc marine (gdacli) ontslaan—de officieren, die ik U later zal opgeven ! " Hot is vrij zeker, wie dan zouden worden genoemd. (Gelach.) Lord Kitchener {luid ujjj/laus) in de eerste plaats ; dan Sir J o h n French {appJaus) : dan Generaal Smith Dorrien (rtj>jj/(n(s) en laat mij niet vergeten Sir J o h n Jellicoe. {Apjdaun.) Er is een andere wakkere oude krijger, die zou moeten heengaan—Lord Roberts. {Applaus.) H e t was een lastig geval voor eene kleine mogendheid.- Hier werd een eiscli gesteld door een groote militaire mogendlieid, in staat een half dozijn mannen in het veld te brengen voor eiken één door Servië gecommandeerd, en die mogendheid werd, tot o\ermaat xan ramp, nog gesteund door de grootste militaire m;icht ter wereld ! Hoe hield Serx'ië zich 1 Wel, het komt er niet zoozeei' op aan, wat je in het leven overkomt als wel, hoe je je er onder houdt {(jroote instcmnnm/)—Sevyië hield zich kranig. Zij zei tol Oostenrijk : " Indien er officieren in mijn leger zijn, die misdreven hebben en schuldig worden bevonden, dan zal ik hen ontslaan." Oostenrijk antwoordde : " daar kan ilc geen genoegen mee nemen." RUSLAND'S K L E I N E
BKOKK.
Xu was 't Ruslands beurt zich met de zaak te bemoeien. Rusland staat in eene bijzondere betrekking tot Servië; zij is bij haar wel en wee bijzonder geïnteresseerd. Vaak hebben Russen voor Servië's onafhankelijkheid hun bloed vergoten. Servië is een lid van de Russische famihe; zij kan niet worden mishandekl zonder dat Rusland het zich aantrekt. (Jostenrijk wist dit zeer wel. Duitschland was er ook mee bekend en zij zei tot Rusland : " Terwijl Oostenrijk je kleinen broer om zeep helpt, hou jij je handen thuis !" W a t was het antwoord \ a n den Czaar 1 H e t eenige antwoord dat een man in zoo'n ge\'al kan ge\ en. (InsteuunuKj.) Hij zei : " Raak den jongcüi aan en ik ruk je heele saamgeraapte rijk uit elkaar-- stuk voor stuk ! " {LuliJ upplaus en gelach.) H e t •a-appige van de zaak is, dat hij er op dit oogenblik druk mee bezig is ! {Luid applaus.) KLEINE
MOGF.NDIIKDI.A*.
Dit is de geschiedenis van twee kleine staten. De wereld heeft groote verplichtingen aan kleine staten en kleijie lieden ! * {Gelach * DG Heer Lloyd George is klein van stuk.
8 en (qjplaus.) Deze leer vaa groot-lieicl, dat je een groot rijk moet hebben, een grootc natie eu (jroote kerels—wel, lange beenen kunnen te pas komen, in een vlucht bijvoorbeeld! {Gelach en ajjplaus.) Een voorvader van den lieizer koos zijn soldaten naar hun lengte en die traditie leeft blijkbaai- nog in de Duitsche politiek voort. Duitschland past de leer op naties toe en kan alleen naties van zes voet in de gelederen gebruiken. {Gelach.) ï o c h heeft de wereld heel wat te danken aan de kleine vijfvoebnaties. D e grootste kunst werd door kleine naties voortgebracht. De onsterfelijkste literatuur spruit uit kleine naties voort; de bloeitijd van de Eno-elsche Literatuur werd bereikt terwijl het land niet grooter was dan België, en aan het vechten met een groot Rijk. De heldendaden, die de menschheid voor geslachten in beroering brachten, werden in kleine staten bedreven, die voor hunne vrijheid \ochten. J a , het Evangelie kwam tot ons door eene kleine natie, (iod heeft de kleine naties uitverkoren als de vaten waarin Hij de uitgezochste wijnen aan de menschheid voorzet, om haar het hart t e verwarmen, de bezieling te verhoogeu, het geloof te verveelvoudigen on te versterken. Hadden wij ons onzijdig gehouden, terwijl twee kleine staten werden neergesmakt en afgeranseld door ruwe barbaren, dan zou onze schande nog in geen jaren zijn uit te wisschen. {Luid a^tjjluitn.) D K TOETS VAK ONS GELOOP.
Volgens Duitschland hebben wij lüer te doen met een aanslag van eene mindere op eene hoogere beschaving. {Hoongelach.) Tnderdaad werd de aanval begonnen door de beschaving, die zich %-oor de hoogste houdt. Rusland heeft groote zelfopoffering getoond voor de zaak der vrijheid—zeer groote. Herinnert gij IJ de noodkreet van Bulgarije toen zij door de uitzinnigste tyrannic, die l^uropa ooit heeft gekend, in stukken werd gereten? W i e luisterde naar den kreet 1 H e t eenig antwoord dat de hoogere beschaving liet hooren was, dat de vrijheid van de Bulgaarsche boeren nog niet het le\en w;iard Avas ^'an één enkelen Pojnmersclion grenadier. De ruwe barbaren van het Noorden, als de Pruisen hen durven noemen, daarentegen, zouden duizenden hunner zonen om voor Bulgarije's vrijheid te ster^-en. E n Engeland 1 Ga naar Griekenland, de Nederlanden, Italië, Duitschland en Frankrijk—en in al deze landen zal men U plaatsen tooiien waar de zonen van Albion het leven lieten voor de vrijheid van landen hunzelven vreemd. K u n t gij mij een enkel land in de heele wereld noemen voor welks vrijheid Pruisen ooit één enkel menschcnleven veil had 1 {Neen .')
9' Toch is de toets van ons geloof, de hoogste maatstaf van beschaving, de bereidheid waarmee wij ons opofferingen voor anderen getroosten. [Toejuiching.) DE
DUITSCIIE BESCHAVING.
I k zal niets ten nadeele van het Duitsche volk zeggen. H e t is een groot volk en vele zijn zijne hoedanigheden van hoofd, hand en hart. I k ben overtuigd, dat zelfs in deze dagen, de Duitsche boer een even groote mate van goedhartigheid bezit als welke andere boer in de wereld ook. Hem is echter een ayerechtsch idee van beschaving bijgebracht. H e t is eene practische en doeltreffende, maar zeer harde beschaving; zij is vóór alles zelfzuchtig en alleen op het stoffelijke gericht. De Duitschers kunnen de Engelsche gedragslijn in dezen maar niet begrijpen; dat zeggen ze zelf. Ze zeggen: " V a n Frankrijk konden wij dit verwachten; ze heeft nog altijd een grief tegen ons ; ze wil Elsasz-Lotharingen terughebben." {A;pplaus.) Zij erkennen, dat er ook voor Ruslands optreden iets te zeggen is ; zij wil de suprematie in dat deel der wereld machtig worden—zij wil Galicië hebben. De Duitschers kunnen zich voorstellen, hoe iemand uit wrok of om den baas te spelen, vecht; ook om uitbreiding van grondgebied natuurlijk. W a a r zij niet bij kunnen is, dat een groot Rijk zijn hulpbronnen, zijn macht, zoovele menschenlevens, neen, zijn eigen bestaan op het spel zet, alleen maar om eene kleine mogendheid bij te springen, die zich tracht te verweren. (Apjilaus.) God schiep den mensch naar Zijn beeld, hoog in bedoelen, vervuld van den geest vóór al—de Duitsche beschaving weet er iets beters op, zij maakt hem naar het model van een Diesel-motor : precies, methodisch en sterk, maar met geen span-breed ruimte voor een ziel. (Instemming.) D E NIEUWE DUITSCHE
ZEDELEBE.
Heeft U hun speeches gelezen? Vol van het geschetter en gekletter van het Duitsche militarisme—" de gepantserde vuist "^ en " de stralende wapenrusting." Arme, oude, gepantserde vuist! H a a r knoken beginnen er afgeschaafd uit te zien ! Arme, stralende rusting! H e t stralen wordt er gaandeweg uitgerameid. (Applaus.) D a t was hun hoogste zedeleer. Verdragen 1 Ze houden Duitschland in haar loop maar op. W e g er mee, hak zo neer ! Kleine naties? Ze zijn maar lastig voor Duitschlands vooruitgang. Trap ze dus maar in de modder onder den Duitschen hiel! De Rus? Hij verzet zich tegen Duitschlands suprematie. Zend legerbenden op hem af en sabel hem neer ! Engeland Zij is eene voortdurende bedreiging voor de Duitsche heerschappij over de
10 wereld. Ontruk haar den drietand! Christendom? Ziekelijke gevoeligheid ten aanzien van anderen ! Daar moet de Duitscher •niets van hebben! Een nieuw dieet is noodig. " Wij zullen het a a n do wereld voorschrijven ! " V a n Duitsche herkomst " made in Germany," zal het zijn. (Gelach en applaus.) Een dieet van bloed en ijzer. Daarmee zijn we klaar. Met verdragen hebben we afgerekend, met de eer der volkeren eveneens en natuurlijk luet de vrijheid ook. W a t houden we over 1 Duitschland ! Duitschland is y:ebleven. " Duitschland vóór alles 1"' (" Deutschland ueber alles.") W e hebben dus te vechten tegen die aanmatiging van de o ver heer selling van een materialistische, harde beschaving, eene beschaving d'e, als ze eens de baas wordt en de wereld regeert, alle vrijheid, alle volksregeering wurgen zal. Als Engeland en hare 2onen niet in de bres springen, zal het er voor de menschheid donker uitzien! (Applaus.) Heeft U den Pruisischen Jonker en zijne bedoelingen in de gaten ? Wij vechten niet tegen het eigenlijke Duitsche volk. D a t volk lio't onder den hiel van den militairen stand en het zal een groote dag voor den Duitschen boer, handwerksman en winkelier zijn als dit juk verbroken is. Gij hebt natuurlijk van de aanmatioins dezer uitverkorenen gehoord. Ze denken, dat ze maar behoeven te zeggen : " W e kunnen niet wachten" en alles heeft voor hen te vliegen. Zoo heette het tegenover België : " Snelheid van handelen is waar het bij ons op aan komt," in andere woorden: " I k heb haast, maak plaats !" Kleine naties die in den weg liggen, worden op zij gesmeten, neergesmakt en vertrapt. Vrouwen en kinderen worden onder de wielen van de woeste strijdwagens verpletterd en Engeland wordt gelast ruim baan te maken. N u laat ons wel wezen : als er nog iets van den ouden Britschen geest in ons leeft, dan zullen wij dien bullebak omlaag sleuren. [Luid applaus.) Wanneer hij won zou het de grootste ramp zijn, die ooit aan een volksregeering kon overkomen !"
ZEGEVIEREND, AL ZAL I I E Ï VREESELIJKE OFFERS VERGEN.
De Duitschers denken, dat wij hen niet aan kunnen. Zeker, het zal niet gemakkelijk gaan. Evenmin zal het gauw afloopen. H e t zal een vreeselijke oorlog zijn, maar in het eind zullen wij, na vreeselijke offers te hebben gebracht, den zege bevechten. [Applaus.) W e zullen elke zenuw hebben in te spannen; iedere hoedanigheid van ons ras te werk moeten stellen : kalm, bedaard, kloek handelen, doorzettendheid, moed in tegenspoed en zelfbedwang in het urnder overwinning—bovenal zal het ons geloof zijn, dat ons moet
11 bijstaan. {Luid ajyplaus.) Deze Duitschers gelooven en verkondigen, dat wij een decadent, verworden volk zijn. Bij monde van hun professoren rekenen ze de wereld voor, dat wij lafaards zouden zijn, die ons achter onze mahoniehouten lessenaars versteken, terwijl wij andere, meer heldhaftige volkeren voor het gevaar laten opdraaien. Hoort, wat men in Duitschland van ons durft zeggen : " Een bloode, lamlendige natie, die het van haar vloot moet hebben." H e t zou mij niet verwonderen, zoo zij nu reeds beginnen in te zien, dat zij het mis hadden. (Gejuich.) Een half millioen jonge mannen heeft zich reeds aangemeld en hun woord aan hun Koning verpand, dat zij de zee willen oversteken om dezen smaad den Engelschen moed aangedaan aan de beleedigers op de slagvelden van Frankrijk en Duitschland zelf te wreken. Een tweede half milhoen wordt noodig geacht; wij zullen het hebben ook. (Luid applaus.) D E OFFERS DIE MOETEN WOEDEN GEBEACHT.
I k benijd U , jonge mannen, dat gij de kans hebt, de groote kans^ die slechts een enkele maal in den loop van vele eeuwen wordt geschonken! Meestentijds is het op kleine schaal en zonder veel geestesverhefSng dat opofferingen van ons worden gevraagd. M a a r vandaag komt XJw kans in den gloed en vervoering van eene groute beweging voor vrijheid, die door geheel Europa millioenen tot hetzelfde edele werk oproept. (Toejuichingen.) H e t is de geweldige krijg voor de ontknechting van Europa uit het juk eener militaire caste, die op twee generaties hare sombere schaduw wierp eji de wereld thans in een vreeselijk bloedbad jaagt. Een aantal hebben reeds hun leven voor dit ideaal geofferd. Anderen hebben zelf.s meer gegeven dan dat, door hen af te staan, wier levens Imii dierbaarder waren dan het eigen bestaan. I k eer hen om hun moed en bid God hun troost en kracht te schenken. Maar hun loon zal niet uitblijven ; de gevallenen zullen geheiligd worden in den dood. Zij hebben bijgedragen tot het scheppen van een nieuw Europa— eene nieuwe wereld. Boven de gruwelen van het slagveld, zie ik de teekenen rijzen van een nieuwen dag ! H E T NIEUWE PATEIOTISME.
De volken zullen meer winnen bij dezen krijg in alle landen dan zich op dit oogenblik laat bevatten. (Instemming.) I n de eerste plaats zullen zij van de grootste bedreiging van hun vrijheid wordeu verlicht. Maar dat is bij lange na niet alles. Oneindig grootscher en blijvender dingen zullen uit dit geweldig conflict worden geboren—een nieuw patriotisme, rijker, edeler, hooger dan het
12 oude. (Applaus.) I k zie onder alle standen, hoog en laag, een bereidheid onzelfzuchtig te zijn en de erkentenis, nieuw en schoon, dat de eer van een land niet alleen afhangt vau de handhaving zijner glorie op het slagveld, maar niet minder van de beveiliging der woningen tegen ellende en kommer. {Instemming.) Dat opent een geheel nieuw gezichtspunt voor alle klassen. i ) e weelde en verspilling die hier heerschten, beginnen merkbaar af te nemen en een nieuw volk maakt zijne verschijning. ISTu is het mogelijk te zien, waar het in het leven op aan komt, dingen die wij minder goed veriiiochten te onderkennen in den overdadigen groei van voorspoed die voorafging. {Instemming.)
HET
L I C I I Ï AAN DEN
EINDER.
L a a t mij trachten in een eenvoudige allegorie duidelijk te maken wat ik denk, dat deze oorlog brengen zal. I k ken een dal in Wales, ingesloten door de bergen en de zee. H e t is eene liefelijke vallei, rustig, geriefelijk, welbeschermd door de bergen tegen de gure vlagen. Maar het is er vreeselijk saai : ik herinner mij, hoe de jongens den heuvel boven het dorp plachten op te klauteren, alleen maar om een kijkje te nemen van de bergen in het verschiet en wat frissche lucht te happen in de windvlagen, die rond de heuveltoppen gierden, en zich te sterken aan het grootsch vergezicht. Voor vele geslachten hebben wij eigenlijk in een te wel beschut dal geleefd. \Yij hebben het te gosd gehad en het er te veel van genomen ; zelfzucht heeft velen onzer aangetast nu heeft op eens, de ijzeren hand van het lot ons opgejaagd naar boven, van waar wij de eeuwige dingen, waarop het voor eene natie bovenal aankomt—de groote toppen, wier bestaan wij haast vergeten waren, kunnen aanschouwen; eer, plicht, vaderlandhliefde en—een schitterend witte spits—de groote top van het Willig Offer, die rechtstreeks naar den Hemel wijst. Wij zullen weer moeten neerdalen in onze vallei, maar h u n leven lano- zullen de mannen en vrouwen van deze generatie het beeld in zich drao-en van deze groote bergtoppen waarvan de grondslagen niet zullen verwikken, al wordt ook Europa heen en weer geschud en "eslino-erd in de stuiptrekkingen ^•an een grooten oorlog. (Davprenrle en aanhoudende hijval.)
LONDEN : DRUK VAN WM. CLOWES AND SONS, LIMITED.