Alexei Lubimov & Louise Moaty (This is not) A dream 14|15
13.02.2015 Ictus & Co 2/4
Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u45 vermoedelijk einde concert Er is geen pauze voorzien. (This is not) A dream Met de steun van Jean Monville, lid van Cercle Saint Louis Productie: Fondation Royaumont Coproductie: Théâtre de l’Incrédule, Théâtre de Caen, IMEC Abbaye d’Ardenne (CCR), Maison de la Musique de Nanterre, Cité de la Musique Paris, Prieuré de La Charité - Cité du Mot (CCR) partners : Abbaye de Royaumont, Abbaye de Noirlac (CCR), Scène Nationale d’Orléans, Arcal
Ictus & Co 2014 | 2015 Ictus Strijktrio & Johan Leysen zaterdag 07 februari 2015
1/4
Alexei Lubimov & Louise Moaty vrijdag 13 februari 2015
2/4
Blind Date Mini #3 zaterdag 07 maart 2015
3/4
Ictus Minimal vrijdag 29 mei 2015
4/4
Pralines voor de artiesten worden geschonken door Patisserie & Chocolaterie Joost Arijs. www.joostarijs.be
Programma (This is not) A Dream Laterne magique pour Satie (1866-1925) / Cage (1912 - 1992)
ERIK SATIE Sur une lanterne – Descriptions automatiques, 1913 Sur un vaisseau – Descriptions automatiques, 1913 Gymnopédie n°1 JOHN CAGE The Seasons, 1947 Two pieces for piano 1935, n°2 Quite fast ERIK SATIE Sports et Divertissements, 1914 Petite ouverture à danser, 1900 Les Pantins Dansent ,1913, poème dansé, op een ge- dicht van V. de Saint-Point, voor piano of klein orkest Cinéma, 1924 voor de film Entr’acte van René Clair (arrangement voor piano van Darius Milhaud) - fragment JOHN CAGE
Suite for Toy piano, 1948
A Room*, 1943
Music for Marcel Duchamp*, 1947 ERIK SATIE
Prélude for meditation*, 1944 Avant-dernières pensées
JOHN CAGE
(Idylle, Aubade, Méditation), 1915 Dream, 1948
Four walls, Dance, Acte 1 scène 3,1944
The wonderful widow of Eighteen Spring, 1942 , tekst
ERIK SATIE JOHN CAGE ERIK SATIE
uit Finnegans Wake van James Joyce Le Fils des Etoiles, Prélude 1, 1892 The Perilous Night* 4 & 6, 1944 Gnossienne n°5 , 1889
*prepared piano
13.02.2015 | Alexei Lubimov & Louise Moaty
(This is not) A dream
De maankaart van de fantasie Door Yanick Maes
Vanavond maken Louise Moaty en Alexei Lubimov de droom van zovelen waar. Muziek, beeld en tekst gaan een symbiose aan. In de stralen van de toverlantaarn komen klanken tot leven die enkel dichters konden bedenken. We reizen naar de maan van onze verbeelding. Daar ontmoeten we het konijn van Alice en de stille weduwe Isobel, die door de gangen van Ballygally Castle rondspookt. Marcel Duchamp gooit een paar schijven met bizarre kleurvlekken op de platendraaier. Het parcours van Erik Satie begint met een aantal stukken waarin hij de basis van de muzikale taal in vraag stelt, of alleszins erover reflecteert. Die zoektocht naar nieuwe vormen van expressie, naar een klankwereld die modern is, brengt hem ook in zijn verdere carrière naar zeer diverse werelden. Het maakt hem tot inspiratiebron van de meest radicale anarchist uit de muziek van de twintigste eeuw, John Cage. Hun partituren zijn zoveel meer dan louter gevangenissen voor muziek. Het zijn machines om te denken. Het zijn mechanismen die het raderwerk van de verbeelding laten draaien, in de stille plooien van de klank.
Mystieke eenvoud De pianomuziek van Satie uit de jaren 1880 is een zoektocht naar de essentie. We horen hoe hij moeizaam tast naar de uiterste eenvoud. De Gymnopédies en de Gnossiennes laten melodische beweging horen, met een licht exotisch parfum. De begeleiding is statisch en repetitief, zonder duidelijk harmonisch centrum. Hernemen en simpel naast elkaar plaatsen vervangt ontwikkeling. De muziek roept de lome dynamiek van een droomwereld op. Even verschuift de reis in een meer mystieke richting. De componist treedt als hofmuzikant toe tot de beweging van de excentrieke Joséphin Péladan. In zijn Ordre de la Rose + Croix du Temple et du Graal gaat het christendom een huwelijk aan met de mysteriën van de Rozenkruizers. Die ideologie vindt zijn neerslag in een religieus spektakel, Le Fils des étoiles (1891/1896). De partituur die Satie aanlevert, is radicaal. Een opeenvolging van gestapelde akkoorden, zonder harmonisch ankerpunt of afgetekend metrum. De richtingloosheid lijkt de suggestie in zich te dragen van muziek die zich buiten de compositie bevindt. De muziek van de sferen, die leeft in ons hoofd, die klinkt tussen de sterren in een maanloze nacht.
Veel talent voor dweperij heeft Satie niet. Uiteindelijk richt hij zijn eigen kerk op, met één lid dat meteen ook kapelmeester is. Van de weeromstuit belandt de componist in het bruisende Parijse nachtleven. Hij verdient er een mager belegde boterham als begeleider van zangers als Vincent Hyspa en Paulette Darty. Hij schrijft cabaret-songs en vindt oplossingen voor de eigen muziektaal. Zijn muziek krijgt een ritmische dimensie die in de eerdere stukken nagenoeg afwezig was. Tegentijden, springerige syncopen en huppelende gepunteerde ritmes duiken rond 1899 nadrukkelijk op. De music hall en de daarmee geassocieerde populaire cultuur biedt nieuwe wegen voor de eenvoudige, beknopte stijl die hem zo dierbaar is.
Op alle niveaus gebruikt Satie hiervoor de gemeenplaatsen van Jan Modaal. De beelden zijn vaak banaal, de ironie zeer direct. In Le bain de mer golven arpeggio’s als de zee. Wanneer de tekst zegt “Ga maar niet in het diepe. Het is erg nat” klinkt het arpeggio in het diepste register. Citaten uit andere werken worden op dezelfde simpele manier ingezet. Wanneer in Le flirt de tekst verzucht “Je voudrais être dans la lune!” klinkt een citaat uit het Frans kinderliedje Au Clair de la Lune. Een exotische tango laat zich tot vervelens toe herhalen in … Le tango, en de aanhef van de Marseillaise klinkt wanneer de verliezers in Les Courses de eindmeet halen. Het effect is als luisteren naar Debussy op een oude plaat terwijl de naald telkens terugspringt.
Complexe directheid
Toch is dit niet alles. De elementen uit de populaire cultuur, de gemeenplaatsen en de magazine-structuur dragen elk bij tot de constructie van zeer gefragmenteerde muziek, opgebouwd uit kleine gebaren. In alles het tegendeel van traditionele opvattingen over kunstmuziek. Hier heeft een climax geen enkele plek. Maatindelingen ontbreken; het gevoel van ritmische articulatie komt uit de muzikale figuren zelf voort. De opeenvolging daarvan gebeurt in alle vrijheid, gescheiden door stukken tekst of lege plekken. Het belang van de grafische ondersteuning overwoekert soms de muzikale logica. Het notenbeeld geeft dan de actie weer. Les Quatre-Coins, bijvoorbeeld, gebruikt slechts vijf noten: si-do-re-mi-fa. De centrale noot is de kat, de andere vier zijn muizen. De muizen draaien rond de kat. Die klinkt kordaat. De muizen klinken steeds onrustiger. Sol-la: de kat springt toe. De componist geeft hier de creatie van
Satie interesseert zich voor alle vormen van populaire cultuur. Hij hanteert vertrouwde elementen om het publiek mee te voeren naar een merkwaardig en zeer persoonlijk universum. In Sports et Divertissements (1914) is dit engagement tot het uiterste doorgevoerd. De cyclus is uitgegeven als betrof het een themanummer van Fémina, een populair en bijdetijds vrouwenmagazine. Satie gebruikt dezelfde uitgever, Lucien Vogel, en neemt gestileerde illustraties op van een modetekenaar. Tussen de noten door noteerde hij, in prachtig gekalligrafeerd handschrift, korte zinnetjes. Dat maakt van deze muziek echter helemaal geen programmamuziek. Doel is om beeld, tekst en muziek in elkaar te laten overlopen. De sfeer van deze composities is poëtisch en speels, maar voert de luisteraar altijd mee op golven van gelijktijdigheid.
zijn muziek geheel uit handen. Het basismateriaal is gebaseerd op een kort motief van Georges Bizet, de ordening is bepaald door het verloop van het kat-en-muisspel. Ook in andere composities stuurt de tekst het grafische beeld, en is de klank dus een afgeleide. De volle impact van deze effecten is enkel te ervaren voor wie ook de partituur ziet en de tekst leest.
Schaduwklanken De verankering van Satie’s muziek in de eerste kiemen van wat onze consumentencultuur zal worden, is niet louter als uitbeelding bedoeld. Het gebruik van verschillende dimensies tegelijk wijst de weg naar een nieuwe syntaxis, opent de poort van de toekomst van de muziek. In Cinéma (1924) is de muziek geheel overgeleverd aan de beelden van regisseur Réné Clair. De compositie bestaat uit een aantal korte cellen die door de pianist naar believen herhaald mogen worden, zolang de muziek maar synchroon is met de beelden. Herhaling, hergebruik, depersonaliseren van de compositie: veel meer dan de muziek van Schönberg wijst Satie de weg voor de moderne muziek. Althans, dat vond John Cage. “De vraag naar Satie’s relevantie stelt zich niet”, schrijft hij in 1958, “hij is essentieel”. We mogen ons daarbij niet blindstaren op de buitenissige vorm van Satie’s muziek. Cage benadrukt dat Satie als eerste sinds Beethoven een nieuw constructieprincipe ontdekte. Niet langer vormt harmonische progressie de ruggengraat van een muziekstuk, maar wel de opeenvolging van uitgebalanceerde ritmische structuren. Eerst wordt de lengte van de zinnen bepaald, pas daarna volgt de muzikale invul-
ling. Zelf werkte hij met zulke ritmische proporties sinds de jaren 30. De eerste inspiratie hiervoor vond hij in de Oosterse muziekvormen. Zo gebruikt A Room (1943) een wiskundige relatie, en duren in Music for Marcel Duchamp (1947) de elf delen elk precies elf maten. Dit procedé bevrijdt de muziek van de tirannie van de verhouding tussen klanken. In de stukken uit de jaren 40 is de invloed van Satie daarnaast duidelijk merkbaar in de eenvoud (Suite for Toy Piano - 1948), het gebrek aan ontwikkeling, en het gebruik van melodische modules. Satie’s muziek omarmt zonder blozen clichés, absurditeiten of vulgaire elementen. Dat zijn voor Cage slechts bijkomstigheden. De ritmering blijft er immers onbewogen bij. In zijn eigen muziek opent het nieuwe uitgangspunt de deur voor de integratie van ‘lawaai’ en omgevingsgeluiden. In eerste instantie in de vorm van percussie-instrumenten. Al snel neemt de prepared piano die rol op zich. Het omarmen van gedruis als onderdeel van het muzikale discours brengt hem er uiteindelijk toe om de stilte een belangrijke rol te laten spelen in zijn werk. De stilte waarin noten doorklinken (Four Walls, Dream) maar ook stilte die zichzelf hoorbaar maakt in gekuch, gesuis, of knisperende blaadjes (Music for Marcel Duchamp). Net als de hele werkelijkheid, zo houdt de Oosterse wijsheid ons voor, groeit muziek uit het niets en gaat ze er ook weer in op. Op het ritme van de seizoenen. Yanick Maes is doctor in de taal- & letterkunde. Momenteel werkt hij aan de Universiteit Gent waar hij Latijnse letterkunde van de oudheid doceert.
Biografieën “Terwijl ik altijd al gedroomd had van het combineren van de toverlantaarn met toy piano of prepared piano van John Cage is het Alexei Lubimov - die ik benaderde voor een optisch concert met Satie- die voorstelde om er Cage aan toe te voegen, wiens werken een geheel nieuw universum creëerden. Alexei’s maturiteit, diepte en de intensiteit van zijn spel hebben hem zijn openheid en kinderlijke nieuwsgierigheid niet ontnomen. Het was enorm verrijkend om voor deze voorstelling samen te werken met deze prachtige persoonlijkheid.” (Louise Moaty) Alexei Lubimov studeerde aan het Conservatorium van Moskou als een van de laatste studenten van Heinrich Neuhaus, en bij Lew Naumov. In 1968 bracht hij in Sovjet-Rusland de eerste omstreden uitvoeringen van hedendaagse Westerse componisten als Cage en Riley. Onder druk van de Sovjetautoriteiten mocht hij hierdoor de Sovjet-Unie vele jaren niet verlaten. In die periode stichtte hij het Moskou Barokkwartet, de Moskou Kameracademie met violiste Tatiana Grindenko en het muziekfestival ‘Alternativa’ voor avant-garde muziek. Sinds 1987 geeft hij recitals overal ter wereld en treedt hij op met grote orkesten, waaronder het vernieuwende Orchestra of the Age of Enlightenment. Voor kamermuziek heeft hij als partners Andreas Staier, Natalia Gutman, Peter Schreier en Gidon Kremer aan zijn zijde. Lubimov was jurylid voor de internationale klavecimbel- en pianofortewedstrijd in Brugge, in het kader van het Festival Musica Antiqua voor de jaren 2004, 2007 en 2010. Hij neemt op voor het label ECM, met als
meeste recente opname de Preludes van Debussy. De Franse Louise Moaty is als creatief wezen van vele markten thuis. Samen met haar postgraduaat in de podiumkunsten volgde ze een opleiding als actrice bij het nationale kunstcentrum Lucernaire en volgde ze tal van workshops. Daarbij zetten leraars als Paul Weaver, Pierre Loriol en Eugene Green de toon. Om haar uitdrukkingsmiddelen verder te verrijken, onderlegde ze zich ook in pianospel, trapeze en opera. Ze ensceneerde verschillende opera’s, zoals Händels Rinaldo (2009–2010) en Venus en Adonis van John Blow (2012). Maar ook als actrice liet ze zich gelden in producties als Pyramus en Thisbé, Le Bourgeois Gentilhomme en Cadmus et Hermione. In 2011 verloor ze haar hart aan de eenvoudige en charmante mechaniek van de toverlantaarn, de 17de eeuwse voorloper van de diaprojector. Na een eerste voorstelling La Lanterne magique de Monsieur Couperin met klavecinist Bertrand Cuiller, volgt nu een tweede worp met (This is not) A dream. Hierin laat ze haar kleurrijke projecties dialogeren met pianowerken van Satie en Cage. Haar inspiratie onttrekt ze aan prenten van bekende tijdsgenoten en vrienden van deze componisten: Marcel Duchamp, René Clair, Francis Picabia en Pablo Picasso. Lees ook het interview met Louise Moaty ‘Ik teken wat ik droom’ in het Handelsbeursmagazine #8.
Binnenkort in de Handelsbeurs
Het Duitse pianoduo GrauSchumacher neemt je mee naar de verbeeldingsrijke wereld van fantasia’s, van de barokperiode tot in de 20ste eeuw.
Blind date mini za 07.03.15 – 20u15
Handelsbeurs Magazine #8
Jonge muzikanten gaan tijdens dit concert aan de slag met hedendaagse muziek. Improvisatie, eigen compositie, akoestisch of louter elektronisch: alles kan en mag. Het programma blijft vooraf publiek geheim: goed voor een onbevangen ontdekkingstocht.
De Handelsbeurs is al aan de achtste editie van haar gratis magazine toe. Neem je eigen exemplaar mee naar huis en lees interviews met artiesten, opiniestukken en muziektips. Iets om naar uit te kijken in het voorjaar is Ha’fest, het vierdaagse festival van de Handelsbeurs. Een divers aanbod aan concerten, een muziekmoment voor kinderen, een sfeervol meezingmoment op de Kouter,… voor elk wat wils!
Tekst Yanick Maes | Foto GrauSchumacher pianoduo | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent