Spectra, Hanne Roos & Matan Porat 13|14
15.03.2014 Ictus & Co. 3/4
Praktisch 20u15 start concert | concertzaal 21u00 pauze 22u10 vermoedelijk einde concert
Ictus & Co. 2013 | 2014 Ictus & Jean Paul Van Bendegem za 26 oktober 2013
1/4
Blind Date Mini #2 za 1 maart 2014
2/4
Spectra, Hanne Roos & Matan Porat (Ligeti, Vivier, Goeyvaerts) za 15 maart 2014
3/4
Het Collectief (Messiaen, Bartók, Janáček) wo 4 juni 2014 ~ nieuwe datum
4/4
Programma C. VIVIER (1948-1983) ‘Bouchara’ voor sopraan, blaaskwintet, strijkkwartet, slagwerk en tape (1981) G. LIGETI (1923-2006) Klavierkonzert (1985-1988) Vivace molto ritmico e preciso - Attacca subito: Lento e deserto Vivace cantabile Allegro risoluto, molto ritmico - Attacca subito: Presto luminoso: Fluido, costante, sempre molto ritmico PAUZE K. GOEYVAERTS (1923-1993) ‘Zum Wassermann’ voor dertien instrumenten (1984) Vorspiel Erwachen Wassermann-Gesang Zum Wassermann SPECTRA Filip Rathé (dirigent), Matan Porat (piano solo), Hanne Roos (sopraan), Jan Vercruysse (dwarsfluit), Pieter Jaspers (hobo), Kris Deprey (klarinet), Deian Toptchiev (fagot), Serge Rigaumont (trompet), Corey Klein (hoorn), Roel Smedts (trombone), Paul Klinck (viool), Veerle van Gorp (viool), Bram Bossier (altviool), Jan Sciffer (cello), Pieter Lenaerts (contrabas), Frank Van Eycken (percussie), Bjorn Denys (percussie), Luc Van Loo (piano)
15.03.2014 | Spectra, Hanne Roos & Matan Porat
De terugkeer van de melodie in het late werk van Ligeti, Goeyvaerts en Vivier. Door Wannes Gyselinck En toen mocht het plots weer: ritme, melodie en tonaliteit. De jaren ’80 is niet alleen het decennium van zweetbandjes, fluoroze leggings en mannen met mascara. Voor drie hardcore modernisten als György Ligeti, Claude Vivier en Karel Goeyvaerts luidden ze een artistiek keerpunt in. Een terugkeer ook, maar dan voorwaarts. De melodie, en bij uitbreiding de romantische lyriek, was na WOII nochtans finaal besmet geraakt door de huiveringwekkende utopie van het fascisme. Hitler en de zijnen hadden de somptueuze hoogromantiek van Strauss omhelsd en het ‘ontaarde’ modernisme van Schoenberg verguisd. Naoorlogse componisten leken die smet te willen uitboeten met muziek zonder een zuchtje lyriek. Het serialisme, de overtreffende trap van de door de nazi’s verketterde dodecafonie. Muziek die klonk als een ondoordringbaar bolwerk tegenover elke poging tot politieke recuperatie. Om vervolgens lustig te worden gerecupereerd door het anticommunistische ‘Vrije Westen’. Veelzeggend: concerten van Stravinsky werden tijdens de koude oorlog in het geheim gesponsord door de CIA. Het einde van de jaren zeventig brengt niet alleen dooi in de USSR, maar ook een ontspanning van enkele hardnekkige taboes binnen de Europese hedendaagse kunstmuziek. Tonaliteit mag weer.
Al houdt Ligeti een ironische slag om de arm: hij spreekt liever over ‘on-atonaliteit’. Zijn Klavierkonzert (1985–88) noemt hij zijn ‘artistieke credo’: een onafhankelijkheidsverklaring tegenover de traditionele avant-garde, maar ook tegenover de postmoderne mainstream. Ligeti omhelst opnieuw openlijk zijn wortels – de Hongaarse volksmuziek, Bartók, de klassieke traditie – en gooit daar nog een pak invloeden bovenop: ritmes uit de sub-Sahara, de Caraïben, jazz en zelfs rock. Vreemd: die vermenging van invloeden – hoog en laag, hedendaags en traditioneel – is dat geen textbook postmodernisme? Ligeti zelf ontkent met klem, en voegt er aan toe: ‘I don’t give a damn.’ ‘Postmodern’ is nooit tot een esthetisch keurmerk uitgegroeid. Het is iets wat anderen je aanwrijven, niet iets waarop je je beroemt. ‘Ligeti heeft zich eigenlijk nooit laten opsluiten in een club of coterie’, legt Filip Rathé uit, artistiek leider van SPECTRA. ‘Zelfs tijdens zijn experimentele periode in de jaren ’50 en ’60 is hij eigenlijk altijd deuntjes blijven schrijven. Weliswaar tientallen deuntjes terzelfdertijd, waardoor ze verdwijnen in een geraffineerde klanktextuur die grenst aan noise – ‘micropolyfonie’ zoals hij het noemt. Maar als je in detail naar de partituur kijkt, blijven het melodieën.’ ‘Het grote verschil in de jaren ‘80 is dat
Ligeti dit niet meer per se wil camoufleren. In het pianoconcerto maakt hij zijn methode zo transparant dat zijn ‘deuntjes’ opnieuw hoorbaar worden.’ ‘Een gelijkaardige ommekeer zien we omstreeks hetzelfde tijdstip ook bij Vivier en Goeyvaerts. Ook zij beginnen net dan muziek te schrijven waarvan het oppervlakteniveau opnieuw een grote toegankelijkheid heeft. Maar vergis je niet, onder de oppervlakte blijven ze verrassend trouw aan hun oorspronkelijke project.’
Je lijkt dat een kwaliteit te vinden, die onderliggende onveranderlijkheid. ‘Dat is het bij hen ook. Sommige componisten schrijven één compositie en blijven die nadien eindeloos herhalen. Ligeti, Vivier en Goeyvaerts bleven weliswaar trouw blijft aan hun kernidee, maar zijn het vervolgens hun hele leven lang blijven verdiepen en verrijken. Bij Ligeti is dat nog het duidelijkst. Eigenlijk heeft hij maar één compositie geschreven. Zijn Poème symphonique uit 1962, een ‘compositie’ voor honderd metronomen, waarvan de onafhankelijke pulsen wispelturige ritmische wolken en patronen vormen tot ze een na een uitgetikt zijn. Een grap, maar ook ernst. Gaandeweg is hij de droge, regelmatige tik van de metronomen uit Poème Symphonique beginnen kleuren met klank, en gaan groeperen in onregelmatige ritmische patroontjes zoals we ze kennen uit de Hongaarse volksmuziek.’
Men zegt vaak dat Goeyvaerts vanaf de jaren ’70 minimal music is beginnen schrijven. Een drastische koerswijziging ten opzichte van zijn vroegere serialistische muziek.
‘Dat was het ook, en toch weer niet.
Het klopt dat Aquarius bijwijlen klinkt als minimal music of process music. Maar de tweespalt tussen serialisme en minimal is niet zo rigide als je zou denken. Het serialisme ontwikkelde Goeyvaerst samen met Stockhausen, beiden op weg gezet door hun leermeester Messiaen. Series van wiskundig bepaalde waarden worden losgelaten op een waaier van muzikale parameters – volume, toonhoogte, duur, sonoriteit. Muziek als positieve wetenschap dus.’ ‘Goeyvaerts zou later over het serialisme zeggen dat het een deur was waar ze door moesten. Hijzelf is door die deur gegaan met composities die steeds radicaler het nulpunt opzochten. Zijn Compositie Nr 4, met dode tonen uit 1952 is volkomen serieel van opbouw, maar klinkt als de minimal music van Steve Reich, tien jaar voor Steve Reich ritmische patronen in fase liet verschuiven.’ ‘Die nadering van het muzikale nulpunt leidde bij Goeyvaerts uiteindelijk tot een crisis. Meer dan tien jaar lang heeft hij niet gecomponeerd en werkte hij als vertaler bij Sabena. En plots kwam hij op de proppen met een compleet nieuwe klanktaal. Al is de aanpak in de grond vergelijkbaar. Serialisten onderwierpen hun klankmateriaal aan wiskundige bewerkingen en becijferden vervolgens de consequenties van hun vooropgestelde formules. De wiskundige processen zelf hoor je echter niet aan het werk. Ze zijn slechts de aanleiding tot de transformatie van het concrete klankmateriaal. Minimal music of juister, process music doet iets gelijkaardigs, maar het verschil is dat die transformerende processen wél hoorbaar worden. Die omslag van onderliggende structuur naar oppervlakteniveau voltrekt zich helemaal in de jaren ’70 en ’80.’
Kan je bij Claude Vivier ook spreken over een duidelijke ommekeer in de jaren ’80? ‘Absoluut. Vivier is begonnen als trouwe volgeling van Stockhausen. Na reizen in Azië is hij compleet andere muziek beginnen schrijven. Ligeti roemde Vivier trouwens om zijn betoverende klankkleuren. Terecht. Bouchara is een mooi voorbeeld. Eigenlijk is dat gespectraliseerd gregoriaans. Het is opgezet als één groot parallel organum zoals in de vroege polyfonie. Toen kleurden ze een eenstemmige melodie door er een kwint en een octaaf boven te zingen. Vivier voegt daar nog een eindeloos spectrum boventonen aan toe. De hoofdmelodie wordt gezongen door een sopraan. Die melodie heeft Vivier door een virtuele ringmodulator gehaald: op die manier berekende hij een rijk spectrum aan boventonen. De instrumenten van het ensemble kleuren de gezongen melodie met die boventonen. Als de melodie van de sopraan stijgt, stijgen alle andere instrumenten parallel mee net als in het gregoriaans, maar dan in onderling variërende verhoudingen, afhankelijk van de achterliggende berekening. Opnieuw dus een combinatie van harde wiskunde en mystiek. Zowel Vivier, Goeyvaerts en Stockhausen waren in hun jonge jaren diepgelovig. Later transformeerde die christelijke mystiek zich meer tot een New Age-geloof. Vandaar ook de verwijzing naar ‘The Age of Aquarius’ bij Goeyvaerts.’
Ligeti valt in dat opzicht wat uit de toon. Mystiek en utopie waren aan hem niet besteed, lijkt het. ‘De Gentse musicoloog Herman Sabbe stelde dat je de plaats die het individu inneemt in een samenleving kon aflezen aan
het concerto. Waar de solist bij Mozart, de eeuw van de verlichting, een bijna onbeperkte vrijheid geniet tegenover het orkest, is dat bij Brahms al een echte strijd. Bij Ligeti is de pianist volledig ingekapseld door het orkest. Geen manoeuvreerruimte meer. Ligeti heeft het communisme meegemaakt, dat mag duidelijk zijn. Genoeg utopie voor een mensenleven.’ ‘Maar de utopische mystiek van Goeyvaerts en Vivier is nooit uitgemond in dogmatisme. De titel van Viviers laatste werk, Glaubst du an die Unsterblichkeit der Seele?, eindigt niet toevallig op een vraagteken.’ ‘Men meet het belang van een componist vaak af aan de mate waarin hij iets nieuws heeft ontdekt. Maar wat is de grootste ontdekking: Amerika, of de Marianentrog? Een nieuw continent of het diepste punt in de zee? Het meest verafgelegen sterrenstelsel of de zoveelste dimensie in de snaartheorie? Allemaal erg relatief, vind ik. Misschien moeten we het niet over de grootste ontdekker hebben, maar over wie de grootste zoeker is. Uiteindelijk gaat het niet zozeer om het concrete resultaat van een zoektocht – de ‘ontdekking’. Wat er toe doet is de energie die een kunstenaar in zijn zoektocht heeft geïnvesteerd. Ligeti, Goeyvaerts en Vivier zijn in dat opzicht altijd verwoede zoekers gebleven. Het is dat wat aangrijpt in hun muziek: niet het vernieuwende concept, wel die levenslange overgave.’ Wannes Gyselinck is doctor in de klassieke talen en publiceert over jazz, klassieke muziek en theater.
Biografieën SPECTRA is een gedreven pleitbezorger van Vlaamse hedendaagse componisten op de internationale muziekscène. Het ensemble werd opgericht in 1993. Acht geïnspireerde musici vormen de kern van het ensemble. Zij werken reeds twintig jaar samen en ontwikkelden zo een unieke sound en een opmerkelijke muzikale coherentie. Ter gelegenheid van hun 20ste verjaardag brachten ze net een cd uit ‘20 years; for the record’. SPECTRA creëert vele opdrachtwerken in constante dialoog met referentie-werken in een ruime waaier aan presentatievormen zoals concerten, happenings, muziektheater en multi-media events. SPECTRA treedt op in Europa en ZuidAmerika en op festivals als Ars Musica (B), Transit (B), Festival Musica Nova (Brazilië), November Music Festival (Nl/ B/D), Musica Sacra (Nl), OEROL Festival (NL), Huddersfield Contemporary Music Festival (GB), het Traiettorie Festival (It), de Biennale Venezia (It) en de World Music Days 2010 Sydney (Au). In januari kreeg Filip Rathé de Klara voor ‘musicus van het jaar’. De jury loofde zijn inspirerende houding als componist, dirigent en docent. Hij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium van Gent piano en directie en musicologie aan de Universiteit Gent. Sinds 1993 is Filip Rathé artistiek leider en dirigent van SPECTRA. Met het ensemble creëerde hij meer dan 170 werken in heel Europa en Zuid-Amerika. Als gastdirigent werkte hij samen met oa het Symfonieorkest van Vlaanderen, het Vlaams Radio Koor, I
Solisti del Vento, Hermes Ensemble, e.a. Op dit ogenblik voltooit hij op vraag van de Neue Vokalsolisten Stuttgart de cyclus voor zes solostemmen. Filip Rathé is docent aan School of Arts Gent, afdeling conservatorium. Ook de Israëliër Matan Porat is een muzikale duizendpoot. Daniel Barenboim loofde hem al als een uitzonderlijke getalenteerde pianist en comonist. Porat studeerde piano in Tel-Aviv, New York en London bij Emanuel Krasovsky, Maria João Pires and Murray Perahia. Porat plaats in zijn repertoire werk van Bach of Mozart naast dat van Ives, Ligeti en zijn eigen composities. Als solopianist speelde hij met de grootste orkesten zoals het Chicago Symphony Orchestra en betrad hij het podium in de Carnegie Hall. Tot zijn kamermuziekpartners behoren oa het Ysaÿe en Jerusalem strijkkwartet. Als componist kreeg hij opdrachten van Maria João Pires, Kim Kashkashkian, het Deutsches SymphonieOrchester Berlin e.a. Matan Porat woont momenteel in Berlijn. De jonge Belgische sopraan Hanne Roos behoort tot de talenten van de nieuwe generatie opera- en liedzangers. Ze studeerde zang aan het Koninklijk Muziekconservatorium van Gent en genoot daarnaast een opleiding ‘lyrische kunst’. Ze maakte deel uit van de Operastudio Vlaanderen en de operastudio van de Opéra national du Rhin. Ondertussen staat ze bij beide operahuizen op de planken.
Binnenkort in de Handelsbeurs: Leila Josefowicz (viool) & John Novacek (piano) F. Schubert, I. Stravinski, G. Kurtág zo 23.03.2014
Een tweede leven voor promotiebanners
Quatuor pour la fin du temps
De Handelsbeurs heeft een ecologische oplossing gevonden voor haar oude promotiebanners. Een reeks van deze winden weerbestendige reclamezeilen zijn nu verwerkt tot aantrekkelijke fietstassen, shoppers en schoudertassen. Wie geïnteresseerd is in een unieke en handige tas en tegelijk een herinnering aan de concertzaal vindt meer informatie op onze website. Het volgende verkoopmoment is na het concert van het Arcanto Quartet op 27 maart.
In de barre winterkou van 1941 vindt een onwezenlijk concert plaats. Vier krijgsgevangenen in Stalag VIII-A bij Görlitz, waaronder Messiaen, creëren op gammele instrumenten een mijlpaal in de muziekgeschiedenis. Buitengewone ritmiek lijkt in dit Quatuor pour la fin du temps de muzikale tijd op te schorten. Op 4 juni speelt het Collectief Messiaens beroemde werk samen met muziek van Bartók en Janáček.
Tekst Wannes Gyselinck | Foto Leila Josefowicz Deborah O’Grady | Coördinatie programmaboekje Handelsbeurs Concertzaal | V.U. Stefaan D’haeze © Handelsbeurs Concertzaal, Kouter 29, 9000 Gent