Toelichting Aanleiding Het Openbaar Ministerie gaat zich in de toekomst meer richten op de (middel)zware milieucriminaliteit. Om tegen de kleinschaliger milieudelicten op te kunnen treden wordt de bestuurlijke strafbeschikking in het leven geroepen. Vanaf 1 maart 2012 kan door de decentrale overheden gebruik worden gemaakt van dit instrument. Door de Uniecommissie waterketens en emissies is op 15 april 2011 besloten om dit nieuwe instrument ook in de waterschapspraktijk in te gaan zetten. Aan de waterschappen is verzocht om hiermee in te stemmen. Nut en noodzaak Doordat het Openbaar Ministerie (OM) gaat terugtreden bij het aanpakken van de lichtere overtredingen, dreigt een gat in de handhaving te ontstaan. Consequentie hiervan is dat het naleefgedrag zal dalen. Met de huidige instrumenten (bestuursdwang en dwangsom) is er geen mogelijkheid om de overtreder snel op de vingers te tikken. De bestuurlijke strafbeschikking geeft die mogelijkheid wel en is daarom een goede aanvulling op de huidige instrumenten. Wat is het voor instrument? De bestuurlijke strafbeschikking is een vorm van straf die door het bestuur wordt uitgevaardigd. De buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) kondigt namens het bestuur de bestuurlijke strafbeschikking aan. Door het OM worden beleidsregels opgesteld waarin de feiten en hoogte van de boetebedragen zijn opgenomen. Dit zijn vastgestelde bedragen welke niet door een BOA of bestuur kunnen worden gewijzigd. Hiermee is de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid voor de burger gediend.
./.
./.
Werking instrument Een BOA constateert een overtreding en stelt hiervan een verkort proces-verbaal op. Hij reikt dit proces-verbaal uit aan de overtreder en zegt daarbij dat hij aan zijn bestuur zal voorstellen om een boete op te leggen. De hoogte van de boetes zijn vastgelegd in een (landelijk) feitenboek. Na uw instemming zendt hij het proces-verbaal naar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), waarna zij zorgen voor de inning van het geldboete. Bij niet betaling zal vervolging plaatsvinden door het Openbaar Ministerie (OM). Het is mogelijk om verzet aan te tekenen bij het OM. Hierbij zal de zaak aan de strafrechter worden voorgelegd. Het CJIB informeert ons over de inning van de geldboete. Voor de samenwerking met ons waterschap heeft het CJIB een convenant opgesteld en dit ter ondertekening aan ons toegezonden. Het convenant treft u ter informatie hierbij aan. De bij het convenant behorende bijlagen liggen voor u ter inzage. Door het convenant te ondertekenen krijgt het CJIB de taak om ons waterschap te ondersteunen bij het uitvaardigen van de bestuurlijke strafbeschikking. Het CJIB is verplicht om de gegevens vertrouwelijk te behandelen. Mandatering U heeft de bevoegdheid om in te stemmen met de op te leggen boete. Om snel te kunnen handelen (lik-op-stuk beleid) is het gewenst om deze bevoegdheid te mandateren aan de voorzitter, met toestemming om verder ondermandaat te verlenen. Van de op te leggen boete zult u per direct op de hoogte worden gebracht. Een concept-mandaatbesluit treft u ter vaststelling hierbij aan.
120012/JAS
2/4
./.
Betaling ter plaatse In bijzondere gevallen kan direct worden betaald op een plaats die door het bestuur is aangewezen. Te denken valt aan overtredingen door die buitenlanders worden gepleegd. Op grond van artikel 3b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten dienen de plaats waar betaald kan worden en de medewerkers die de geldboetes kunnen innen te worden aangewezen. Als plaats van betaling ware daarom het waterschapshuis aan te wijzen. De medewerkers van het team Financiën met de functie ‘1e ondertekenaar betalingsbevoegdheid’ en ‘2e ondertekenaar betalingsbevoegdheid’ dienen in verband met het vorenstaande te worden aangewezen als ambtenaren die bevoegd zijn om de geldboetes te innen. Een concept-besluit hieromtrent treft u eveneens ter vaststelling hierbij aan. Wat gebeurt er met de geldboetes? De door het CJIB geïnde bedragen komen ten goede aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie vergoedt daarmee de opleidingen en bijspijkercursussen van de BOA’s. Gevolgen Waterschapswet Door de invoering van de bestuurlijke strafbeschikking beoogt men een landelijke transactiebevoegdheid te creëren. Hierdoor komt de schikkingsbevoegdheid van het dagelijks bestuur van het waterschap (artikel 85 van de Waterschapswet) te vervallen. In het verleden is door ons waterschap regelmatig gebruik gemaakt van deze schikkingsbevoegdheid. Praktijk waterschap Dit nieuwe instrument zal vergelijkbaar met het bestuurlijk model, zoals vastgelegd in onze handhavingsvisie, worden toegepast. Dit houdt in dat bij betekenisvolle zaken direct een proces-verbaal wordt opgemaakt. Bij andere zaken zal de overtreder eerst worden gewaarschuwd. Ervaring leert dat de afgelopen jaren 10 tot 15 processenverbaal zijn opgemaakt. Op basis van de voorliggende stukken en ervaringen wordt ingeschat, dat de meeste overtredingen met de bestuurlijke strafbeschikking kunnen worden afgehandeld. De hoogte van de geldboetes bedraagt gemiddeld bij Keurzaken voor natuurlijke personen € 500,- en voor rechtspersonen € 1.500,- en bij waterkwaliteitszaken voor natuurlijke personen € 1.500,- en voor rechtspersonen € 5.000,-. Beoogd effect Een instrument in handen hebben om tegen de lichtere overtredingen op te kunnen optreden. Financiële consequenties Ons waterschap beschikt over een tweetal BOA’s die de vereiste opleidingen reeds hebben gevolgd. Zij dienen wel de jaarlijkse bijspijkercursussen te volgen. De kosten hiervan bedragen in totaal circa € 3.000,-. Deze kosten worden vanaf 1 maart 2012 vergoed door het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Risico’s Vooralsnog worden voor de verwerking van de aangeleverde zaken door het CJIB geen kosten in rekening gebracht. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst hiervoor wel kosten in rekening worden gebracht. De kosten zullen naar verwachting laag zijn.
120012/JAS
3/4
Communicatie Bekendmaken via internet en een persbericht zenden naar de relevante media. De secretaris/directeur,
ing. J.M.G. In den Kleef
120012/JAS
4/4
CONCEPT
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas; overwegende: dat vanaf 1 maart 2012 gebruik kan worden gemaakt van de bestuurlijke strafbeschikking; dat de bestuurlijke strafbeschikking een vorm van straf is die door het bestuur wordt uitgevaardigd. De buitengewoon opsporingsambtenaar kondigt, aan de hand van een verkort proces-verbaal, namens het bestuur de bestuurlijke strafbeschikking aan en deelt daarbij mede dat hij aan zijn bestuur zal voorstellen om een boete op te leggen. Na instemming door het bestuur zendt hij het proces-verbaal naar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), waarna zij zorgen voor de inning van het geldboete; dat het, om snel te kunnen handelen (lik-op-stuk beleid), gewenst is om deze bevoegdheid te mandateren aan de voorzitter, met de mogelijkheid om verder ondermandaat te verlenen aan secretaris-directeur en het afdelingshoofd Beheer; gelet op het bepaalde in afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT:
De bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete met ingang van 1 maart 2012 te mandateren aan de voorzitter, met de mogelijkheid om verder ondermandaat te verlenen aan de secretaris-directeur en het afdelingshoofd Beheer. Dit onder de voorwaarde dat het dagelijks bestuur per direct op de hoogte wordt gebracht van het opleggen van een bestuurlijke boete. Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
120013/JAS
CONCEPT
Het dagelijks bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas; overwegende: dat vanaf 1 maart 2012 gebruik kan worden gemaakt van de bestuurlijke strafbeschikking; dat de bestuurlijke strafbeschikking een vorm van straf is die door het bestuur wordt uitgevaardigd. De buitengewoon opsporingsambtenaar kondigt, aan de hand van een verkort proces-verbaal, namens het bestuur de bestuurlijke strafbeschikking aan en deelt daarbij mede dat hij aan zijn bestuur zal voorstellen om een boete op te leggen. Na instemming door het bestuur zendt hij het proces-verbaal naar het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB), waarna zij zorgen voor de inning van het geldboete; dat in bijzondere gevallen direct kan worden betaald op een plaats die door het bestuur is aangewezen; dat de plaats en de medewerkers die de geldboetes kunnen innen dienen te worden aangewezen; gelet op het bepaalde in artikel 3b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten; BESLUIT: 1. 2.
Het waterschaphuis, op grond van artikel 3b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten, aan te wijzen als plaats waar in bijzondere gevallen betaald kan worden; De medewerkers van het team Financiën met de functie ‘1e ondertekenaar betalingsbevoegdheid’ en ‘2e ondertekenaar betalingsbevoegdheid’, op grond van artikel 3b van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten, aan te wijzen als ambtenaren die bevoegd zijn om geldboetes met betrekking tot de bestuurlijke strafbeschikking in bijzondere gevallen te innen.
Aldus besloten in de vergadering van het dagelijks bestuur van De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
120017/JAS