Kwalificatiedossier in het kort
Pedagogisch werk 2014-2015 (niveau 3/4)
Het werkterrein: Leren in de praktijk Naast erkenning van leerbedrijven is Calibris verantwoordelijk voor vaststelling van kwalificaties in zorg, welzijn en sport. In het verlengde daarvan richten we ons op verbetering van de kwaliteit van de beroepspraktijkvorming. Ons toekomstbeeld? Dat werkgevers op het juiste moment beschikken over voldoende personeel met de juiste competenties.
Duurzame oplossingen voor complexe vraagstukken Dreigt een tekort, stokt de instroom, is er te veel uitval of te weinig doorstroom? Om deze vraagstukken aan te pakken zetten we koers op structurele oplossingen met maatschappelijk rendement. Afhankelijk van de situatie is Calibris adviseur, initiator, intermediair, regisseur, financier, onderzoeker. We opereren in een dynamische omgeving met diverse partijen, complexe taken en ingrijpende veranderingen. Alles met een duidelijk doel: een competente beroepsbevolking en een evenwichtige arbeidsmarkt.
Doel van kwalificatiedossier in het kort Doel van dit kwalificatiedossier in het kort is om iedereen binnen het werkveld en het onderwijs op hoofdlijnen te informeren over de inhoud van het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 20142015. Het volledige kwalificatiedossier beschrijft wat er verwacht wordt van de beginnende beroepsbeoefenaar. Met behulp van het kwalificatiedossier ontwikkelen scholen de opleidingen. In dit kwalificatiedossier in het kort belichten we de kerntaken, werkprocessen en competenties uit het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015. Ter illustratie wordt in het onderdeel Beroepsbeschrijvingen een aantal werkprocessen geplaatst binnen de beschrijving van een werkdag van een pedagogisch medewerker. Daarna volgt een beschrijving van alle kerntaken en werkprocessen. Hierin zijn enkele verwijzingen naar competenties opgenomen. De genoemde competenties zijn voorbeelden en niet dekkend voor het gehele kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015. Tenslotte volgt er nog een opsomming van de competenties en een voorbeeldmatige uitwerking hoe een competentie binnen een werkproces wordt toegepast. Het volledige kwalificatiedossier bestaat uit vier delen. Deel A is een korte beschrijving van het beroep, deel B bestaat uit een beschrijving op hoofdlijnen van de kerntaken, werkprocessen en competenties, in deel C worden competenties uitgewerkt en deel D is een verantwoording van de totstandkoming van het kwalificatiedossier. In dit Kwalificatiedossier in het kort zijn onderdelen uit deel B en C verwerkt. De complete inhoud van het kwalificatiedossier is te vinden op de Calibris website: www.calibris.nl/beroepsonderwijs/kwalificeren Daar waar in de tekst ‘zij’ staat wordt ook ‘hij’ bedoeld.
1
Beroepsbeschrijvingen In onderstaande beroepsbeschrijvingen wordt verwezen
de problemen te bespreken. Petra vertelt wat het doel is van
naar de werkprocessen in het kwalificatiedossier.
het gesprek. Ze schetst een beeld van hoe Pablo het doet in
Bijvoorbeeld: wp 1.2 = werkproces 2 in kerntaak 1
de groep, wat er goed gaat en wat niet. Ze wil van de ouders graag weten hoe zij hier tegenaan kijken. Ze vraagt ook hoe
Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang
Pablo thuis is en hoe hij omgaat met zijn oudere zusje. Aan het
niveau 3
plan van aanpak zal schrijven, dat ze over een week met hen
Naima is leidster op een kinderdagverblijf. Vandaag wordt
zal bespreken (wp 1.3).
eind van het gesprek spreekt ze met de ouders af dat ze een
peuter Bram gebracht. Zijn vader is gehaast, maar hij meldt wel even dat Bram zich niet zo lekker voelt en weinig heeft
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
geslapen. Naima stelt de vader gerust. Ze zal Bram goed in de
niveau 4
gaten houden en ervoor zorgen dat Bram het rustig aan kan
Richard werkt als begeleider in een instelling waar jongeren
doen en misschien tussendoor een dutje kan doen in de slaap-
tijdelijk wonen omdat het thuis niet goed gaat. In de leefgroep
kamer (wp 2.2). Ze stelt haar collega leidster op de groep op
verblijven 8 jongeren van ongeveer 14 jaar. Richard en zijn
de hoogte van de toestand van Bram. Gedurende de dag kiest
collega’s bieden de jongeren een veilige leefomgeving en
Naima rustige activiteiten uit voor Bram: hij maakt puzzeltjes
ondersteunen hen bij het huishouden (wp 2.3) en de persoon-
die Naima aanbiedt en luistert naar de verhaaltjes die Naima
lijke verzorging (wp 2.2). Richard heeft regelmatig overleg met
voorleest (wp 2.4). Aan het eind van de middag wordt Bram
de ouders van de jongeren en met collega’s. Hierdoor krijgt hij
opgehaald door zijn moeder. Naima vertelt haar dat de dag
een goed beeld van de ontwikkeling die de jongeren doorma-
van Bram rustig is verlopen en dat hij alweer wat meer praatjes
ken en kan hij zien of het begeleidingsplan nog aansluit bij de
krijgt. Als Bram met zijn moeder is vertrokken, ruimt Naima
behoeften van de jongeren. Richard stimuleert Paula, één van
met haar collega de groepsruimte op (wp 2.3).
de bewoners, om naar school te gaan. Nadat Paula en de andere jongeren vandaag uit school zijn gekomen, drinkt Richard
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
een kopje thee met hen en laat hen vertellen wat er allemaal
niveau 4
zijn verhaal kan doen (wp 2.1). Het is de bedoeling dat Paula
Petra is groepsleidster in kinderdagverblijf Nijntje. Naast de
binnenkort weer naar huis gaat. Daarom praat Richard na het
opvang van kinderen in haar eigen groep, heeft Petra als
drinken van het kopje thee met haar om te kijken wat Paula
taak om de kinderen die ontwikkelingsproblemen hebben, te
nodig heeft om straks weer thuis te kunnen wonen. Ook helpt
observeren en een plan van aanpak te schrijven. Ze gebruikt
hij haar ’s avonds met haar huiswerk (wp 2.5).
op school heeft gespeeld. Richard zorgt ervoor dat iedereen
hierbij het protocol van het kinderdagverblijf. Vanmorgen heeft Petra gewerkt op haar eigen groep. Aan het begin van de
De sector en de branche
middag heeft Petra een gesprek met haar collega Shirley; de
Pedagogisch werk maakt deel uit van de sector sociaal
leidster van de groep waar Pablo wordt opgevangen. Pablo is
agogisch werk.
een jongetje van 3 jaar dat sinds een paar maanden bij Nijntje
De pedagogisch medewerker in de kinderopvang kan
komt. Shirley heeft aangegeven dat het niet goed gaat met
werkzaam zijn in een:
Pablo in de groep. Pablo kan niet goed samen spelen met
• kinderdagverblijf
de andere kinderen; hij gedraagt zich vaak agressief, hij slaat,
• buitenschoolse opvang
schopt en bijt andere kinderen. De leidsters kunnen niet goed
• peuterspeelzaal
contact met Pablo krijgen. Samen met Shirley brengt Petra
2
het gedrag van Pablo in kaart (wp 1.1). Na het gesprek gaat
De pedagogisch medewerker in de jeugdzorg kan werkzaam
ze met Shirley mee om Pablo in de groep te observeren. Ze
zijn bij:
gebruikt daarvoor als hulpmiddel een observatielijst, die ze
• semi-residentiële instellingen
zoveel mogelijk invult. Om vier uur heeft Petra een afspraak
• residentiële instellingen
met de ouders van Pablo, die door haar zijn uitgenodigd om
• jongeren thuis
Beschrijving van kerntaken en werkprocessen Kerntaak: geheel van samenhangende werkprocessen
Kerntaak 2
Opvoeden en ontwikkelen van het
die kenmerkend zijn voor het beroep
kind/de jongere
Werkproces: taak die kenmerkend is voor het beroep
Werkproces 2.1
Biedt het kind/de jongere opvang
(werkproces is onderdeel van een kerntaak)
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang biedt het kind opvang/een ‘(tweede) thuis’ en begeleiding. Zij wisselt bij het
Hieronder worden de kerntaken en werkprocessen uit het kwa-
komen en gaan van de kinderen dagelijkse informatie uit met
lificatiedossier beschreven. De letters die tussen haakjes staan,
de ouders/vervangende opvoeders. Ze houdt zicht op kinde-
verwijzen voorbeeldmatig naar enkele competenties die bij het
ren in de groep en zorgt voor een optimaal groeps- en leefkli-
werkproces horen.
maat. Ze signaleert problemen in de interactie tussen kinderen in de groep en begeleidt hen daarbij. Ze handhaaft orde en treedt regelend op bij in de groep ongewenst gedrag (B).
Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang levert een
niveau 3
kind door voorbeeldgedrag te tonen en door het kind zonodig
bijdrage aan de uitbreiding van het gedragsrepertoire van het feedback te geven op zijn gedrag en alternatieven te bespre-
Kerntaak 1
Opstellen van een activiteiten-
ken (C). Ze begeleidt het kind bij het omgaan met beperkin-
programma en plan van aanpak
gen of gedragsproblemen. Ze voedt kinderen (mede) op, ze
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
draagt waarden en normen over en leert kinderen omgaan met
van het kind/de jongere
praktische zaken (zoals persoonlijke eigendommen, financiën,
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang inventariseert de
huiswerk). De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang sig-
situatie en wensen van het kind. Zij voert een kennismakings-
naleert voortgang en/of afwijkingen in de sociaal-emotionele
gesprek met het kind en de ouders/vervangende opvoeders
ontwikkeling van het kind. Zonodig adviseert zij ouders/vervan-
om de situatie en wensen in kaart te brengen (R). Zij observeert
gende opvoeders bij opvoedingsvraagstukken (E).
het kind tijdens de opvang en verzamelt eventueel aanvullende informatie. Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
Werkproces 2.2
Werkt aan het bevorderen en
bewaken van kwaliteitszorg
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang biedt het kind
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang stelt een acti-
persoonlijke verzorging of ondersteunt hem (C) bij ADL-activi-
viteitenprogramma op. Indien mogelijk betrekt zij daarbij de
teiten (algemene dagelijkse levensverrichtingen) en ze stimu-
kinderen door hen input te laten leveren (E). Zij zoekt uit welke
leert het kind daarbij tot (steeds meer) zelfredzaamheid en zelf-
mogelijkheden voor activiteiten er zijn en selecteert activitei-
standig functioneren. Zonodig verstrekt zij informatie(bronnen)
ten.
over hygiëne, gezondheid en persoonlijke verzorging. Ze schat eventuele risico’s in verband met de dynamiek van kinderen
Werkproces 1.3
Maakt een plan van aanpak
in (K). Ze werkt conform procedures (T). Ze signaleert bij de
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang maakt een plan
verzorging of ondersteuning voortgang en/of afwijkingen in de
van aanpak (J) voor de begeleiding van een individueel kind,
ontwikkeling en bespreekt dit indien nodig met haar leidingge-
voor de begeleiding van de groep en voor problemen in de
vende. Zij signaleert symptomen van de meest voorkomende
interactie tussen kinderen of levert een bijdrage hieraan. Ze
ziekten en verleent eerste hulp bij kleine ongevallen. Hierbij
legt het plan van aanpak, indien mogelijk, voor aan het kind en
handelt ze volgens de richtlijnen van de organisatie. Ze infor-
ouders/vervangende opvoeders om instemming te verkrijgen
meert de ouders/vervangende opvoeders.
voor het plan (E). Indien nodig, stelt zij het plan van aanpak bij.
3
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte en
met collega’s en anderen over het beroep en levert zo een
huishoudelijke werkzaamheden
bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroeps
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang draagt zorg voor
uitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen (K).
de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden. Zij toetst de leefruimte en de spel- en speelmaterialen op geschiktheid voor de
Werkproces 3.2
Werkt aan het bevorderen en
gebruiksdoelen, uitdagendheid, veiligheid, hygiëne en milieu-
bewaken van kwaliteitszorg
richtlijnen (L) en past indien gewenst of nodig de leefruimte en
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang werkt aan het
het gebruik van spel-/speelmaterialen aan. Ze zorgt ervoor dat
bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T) door bijvoor-
de huishoudelijke taken uitgevoerd worden door haarzelf of
beeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en
uitgevoerd kunnen worden door andere beroepskrachten.
door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werk-
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
zaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten.
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang biedt het kind
Werkproces 3.3
Stemt de werkzaamheden af met
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Hierbij speelt ze in op
betrokkenen
behoeften en interesses van de kinderen, zodat de kinderen
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang stemt haar
deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun ontwikke-
werkzaamheden af met collega’s, draagt werkzaamheden
ling en belevingswereld. Het gaat om volgen en uitdagen,
over, maakt afspraken over de opvang en begeleiding en over
om vermaken en ontplooien. Maar ook om het bieden van
knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van
de vrijheid om niets te doen. Zij organiseert de activiteiten,
haar werkzaamheden relevante overlegvormen (E).
voert ze uit (eventueel met behulp van anderen), kiest sport-, spel- en speelmateriaal (L) en begeleidt en stimuleert individu-
Werkproces 3.8
ele kinderen of een groep(je) kinderen bij de activiteiten (C).
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang evalueert de
Ze signaleert voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling
geboden opvang en begeleiding periodiek en aan het eind
van het kind bij de uitvoering van de ontwikkelingsgerichte
van het uitvoeringstraject. Ze verzamelt relevante gegevens
activiteiten en bespreekt dit zonodig met haar leidinggevende.
voor de evaluatie en analyseert deze (M). Op basis daarvan
Eventueel enthousiasmeert ze betrokkenen (ouders, vrijwil-
schrijft zij een evaluatieverslag (J) of evalueert zij mondeling
ligers) om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de
met haar leidinggevende. Zij bespreekt de gegevens uit de
activiteiten en werkt ze met hen samen. Zonodig stimuleert en
evaluatie met betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding
adviseert ze ouders met betrekking tot het thuis uitvoeren van
is, in overleg gewenste veranderingen in opvang en begelei-
(spel)activiteiten met hun kind.
ding door.
Kerntaak 3
Uitvoeren van organisatie- en
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
professiegebonden taken
Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheids-
bevordering en professionalisering
van het beroep
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang werkt aan
Evalueert de werkzaamheden
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang niveau 4
deskundigheidsbevordering en professionalisering van het
4
beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert
Kerntaak 1
Opstellen van een activiteiten-
haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en
programma en plan van aanpak
vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen functio-
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
neren en geeft feedback aan collega’s en vrijwilligers. Ze stelt
van het kind/de jongere
samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan
De De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinder-
op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies
opvang inventariseert de situatie en wensen van het kind. Zij
voert een kennismakingsgesprek met het kind en de ouders/
Kerntaak 2
Opvoeden en ontwikkelen van het
vervangende opvoeders om de situatie en wensen in kaart te
kind/de jongere
brengen (R).
Werkproces 2.1
Biedt het kind/de jongere opvang
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
bespreekt met het kind en met de ouders/vervangende opvoe-
biedt het kind opvang/een ‘(tweede) thuis’ en begeleiding. Zij
ders een eventuele taal- of ontwikkelingsachterstand van het
wisselt bij het komen en gaan van de kinderen dagelijkse in-
kind, gedragsproblematiek of opvoedproblemen. Ze onder-
formatie uit met de ouders/vervangende opvoeders. Ze houdt
zoekt in voorkomende gevallen wat de mogelijke oorzaken zijn
zicht op kinderen in de groep en zorgt voor een optimaal
van afwijkingen in de ontwikkeling of gedrag. Zij observeert
groeps- en leefklimaat. Ze signaleert problemen in de interac-
het kind tijdens de opvang en verzamelt eventueel aanvullende
tie tussen kinderen in de groep en begeleidt hen daarbij. Ze
informatie. Zij voert een intakegesprek als de vraag centraal
handhaaft orde en treedt regelend op bij in de groep onge-
staat of een kind, bijvoorbeeld vanwege een specifieke bege-
wenst gedrag (B).
leidingsvraag, wel of niet geplaatst kan worden (H).
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang levert een bijdrage aan de uitbreiding van het gedragsreper-
Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
toire van het kind door voorbeeldgedrag te tonen en door het
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
kind zonodig feedback te geven op zijn gedrag en alternatie-
stelt een activiteitenprogramma op. Indien mogelijk betrekt
ven te bespreken (C). Ze begeleidt het kind bij het omgaan
zij daarbij de kinderen door hen input te laten leveren (E).
met beperkingen of gedragsproblemen. Ze voedt kinderen
Zij zoekt uit welke mogelijkheden voor activiteiten er zijn en
(mede) op, ze draagt waarden en normen over en leert kinde-
selecteert activiteiten.
ren omgaan met praktische zaken (zoals persoonlijke eigendommen, financiën, huiswerk). De gespecialiseerd pedago-
Werkproces 1.3
Maakt een plan van aanpak
gisch medewerker 4 kinderopvang signaleert voortgang en/of
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
afwijkingen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind
maakt een plan van aanpak (J) voor de begeleiding van een in-
en onderzoekt deze eventueel. Zonodig adviseert zij ouders/
dividueel kind, voor de begeleiding van de groep en voor pro-
vervangende opvoeders bij opvoedingsvraagstukken (E).
blemen in de interactie tussen kinderen of levert een bijdrage hieraan. Ze legt het plan van aanpak, indien mogelijk, voor aan
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
het kind en ouders/vervangende opvoeders om instemming te
persoonlijke verzorging
verkrijgen voor het plan (E). Indien nodig, stelt zij het plan van
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
aanpak bij.
biedt het kind persoonlijke verzorging of ondersteunt hem (C)
Wanneer sprake is van een specifieke begeleidingsvraag,
bij ADL-activiteiten (algemene dagelijkse levensverrichtingen)
analyseert de gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4
en ze stimuleert het kind daarbij tot (steeds meer) zelfred-
kinderopvang de gegevens uit het kennismakingsgesprek/in-
zaamheid en zelfstandig functioneren. Zonodig verstrekt zij
takegesprek. Ook deze gegevens gebruikt ze bij het schrijven
informatie(bronnen) over hygiëne, gezondheid en persoon-
van een plan van aanpak. De gespecialiseerd pedagogisch
lijke verzorging. Ze schat eventuele risico’s in verband met de
medewerker 4 kinderopvang geeft aan het kind en de ouders/
dynamiek van kinderen in (K). Ze werkt conform procedures (T).
vervangende opvoeders aan welke ondersteuning ‘van buiten’
Ze signaleert bij de verzorging of ondersteuning voortgang
eventueel nodig is of verwijst naar aanvullende zorg- of dienst-
en/of afwijkingen in de ontwikkeling. Zij signaleert symptomen
verlening (C).
van de meest voorkomende ziekten en verleent eerste hulp bij kleine ongevallen. Hierbij handelt ze volgens de richtlijnen van de organisatie. Ze informeert de ouders/vervangende opvoeders.
5
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte
discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert
en huishoudelijke werkzaamheden
zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
beroepsuitoefening en draagt deze ook uit aan anderen (K).
draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden. Zij toetst de leefruimte en de spel- en speelmaterialen op ge-
Werkproces 3.2
Werkt aan het bevorderen
schiktheid voor de gebruiksdoelen, uitdagendheid, veiligheid,
en bewaken van kwaliteitszorg
hygiëne en milieurichtlijnen (L) en past indien gewenst of nodig
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
de leefruimte en het gebruik van spel-/speelmaterialen aan. Ze
werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T)
zorgt ervoor dat de huishoudelijke taken uitgevoerd worden
door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisie-
door haarzelf of uitgevoerd kunnen worden door andere be-
groepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten
roepskrachten.
bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
knelpunten. Zij neemt deel aan onderzoeken die binnen de
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
organisatie verricht worden, gebruikt waar mogelijk informatie
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
uit wetenschappelijk onderzoek en werkt mee aan standaard-
biedt het kind ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Hierbij
en/of protocolontwikkeling.
speelt ze in op behoeften en interesses van de kinderen, zodat de kinderen deelnemen aan activiteiten die aansluiten bij hun
Werkproces 3.3
Stemt de werkzaamheden af
ontwikkeling en belevingswereld. Het gaat om volgen en uit-
met betrokkenen
dagen, om vermaken en ontplooien. Maar ook om het bieden
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
van de vrijheid om niets te doen. Zij organiseert de activiteiten,
stemt haar werkzaamheden af met collega’s, draagt werkzaam-
voert ze uit (eventueel met behulp van anderen), kiest sport-,
heden over, maakt afspraken over de opvang en begeleiding
spel- en speelmateriaal (L) en begeleidt en stimuleert individu-
en over knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstem-
ele kinderen of een groep(je) kinderen bij de activiteiten (C).
ming van haar werkzaamheden relevante overlegvormen (E).
Ze signaleert en onderzoekt voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling van het kind bij de uitvoering van de ontwik-
Werkproces 3.4
kelingsgerichte activiteiten. Eventueel enthousiasmeert ze be-
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
trokkenen (ouders, vrijwilligers) om een bijdrage te leveren aan
voert coördinerende taken uit. Ze maakt een verdeling van
de uitvoering van de activiteiten en werkt ze met hen samen.
de werkzaamheden, geeft prioriteiten aan en houdt contact
Zonodig stimuleert en adviseert ze ouders met betrekking tot
met collega’s en deskundigen binnen de organisatie over de
het thuis uitvoeren van (spel)activiteiten met hun kind.
opvang en begeleiding van de kinderen. De gespecialiseerd
Voert coördinerende taken uit
pedagogisch medewerker 4 kinderopvang stemt de werkKerntaak 3
Uitvoeren van organisatie- en
zaamheden van de verschillende betrokkenen op elkaar af
professiegebonden taken
(Q), ze ziet toe op de uitvoering van de werkzaamheden en
Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheids-
de continuïteit van de opvang en begeleiding. In dit kader
bevordering en professionalisering
organiseert en geeft ze werkbegeleiding aan nieuwe collega’s
van het beroep
en vrijwilligers (B).
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
6
werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering
Werkproces 3.5
van het beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde ken-
bouwt en onderhoudt een actief netwerk van contacten met
nis en vaardigheden. Ze vraagt om feedback over haar eigen
collega’s en deskundigen van andere organisaties en discipli-
functioneren en geeft feedback aan collega’s en vrijwilligers. Ze
nes. Ze neemt in het kader van dit netwerk deel aan relevante
stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwik-
overlegvormen en collegiale consultatie (E) met betrekking
kelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke
tot de opvang en begeleiding van de kinderen. Zij draagt
Onderhoudt een netwerk
gegevens over naar collega’s in organisaties die bij het kind
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
betrokken zijn.
niveau 4 Kerntaak 1
Opstellen van een activiteiten-
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
programma en plan van aanpak
voert beleidsmatige taken uit. Zij participeert in beleidsvoor-
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
bereiding, dat wil zeggen: zij signaleert ontwikkelingen binnen
van het kind/de jongere
en buiten de organisatie en doet voorstellen voor beleidswij-
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg inventariseert de
zigingen (H). Ze onderzoekt of deze voorstellen haalbaar zijn.
situatie en wensen van het kind/de jongere. Zij voert een ken-
Op basis hiervan stelt zij mogelijk uit te voeren activiteiten van
nismakingsgesprek met het kind/de jongere en de ouders/
de organisatie/vestiging voor. Zij bevraagt collega’s binnen
vervangende opvoeders om de situatie en wensen in kaart
de organisatie/vestiging op knelpunten in het (pedagogisch)
te brengen (R). Zij observeert het kind/de jongere tijdens de
beleid en zoekt oplossingen, ze plant daarop activiteiten waar-
opvang/begeleiding en verzamelt eventueel aanvullende
voor zij verantwoordelijk is of stelt deze bij. De gespecialiseerd
informatie. De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg neemt
pedagogisch medewerker 4 kinderopvang verwoordt in voor-
daarnaast kennis van het indicatiebesluit.
Werkproces 3.6
Voert beleidsmatige taken uit
komende gevallen het (pedagogisch) beleid van haar organisatie en handelt ernaar, zowel richting intern betrokkenen als
Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
richting groepen in haar werkgebied, samenwerkingspartners
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg stelt een activi-
en beleidsmakers.
teitenprogramma op. Indien mogelijk betrekt zij daarbij de kinderen/jongeren door hen input te laten leveren (E). Zij zoekt
Werkproces 3.7
Voert beheertaken uit
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
uit welke mogelijkheden voor activiteiten er zijn en selecteert activiteiten.
voert beheertaken uit. Zij levert een praktische en organisa torische bijdrage aan het functioneren van haar organisatie.
Werkproces 1.3
Maakt een plan van aanpak
Zij draagt bij aan het zakelijk beheer, bijvoorbeeld het doen
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg maakt een plan
van bestellingen, bijhouden van de (kantoor)materialen, toe-
van aanpak (J) voor de begeleiding van een individueel kind/
zien op onderhoud van apparatuur, materiaal en werkruimte,
individuele jongere, voor de begeleiding van de groep en voor
etc. Zij bewaakt het budget voor de activiteiten (Y) en levert
problemen in de interactie tussen kinderen/jongeren of levert
(financiële) rapportages (J).
een bijdrage hieraan. Ze legt het plan van aanpak, indien mogelijk, voor aan het kind/de jongere en ouders/vervangende
Werkproces 3.8
Evalueert de werkzaamheden
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
opvoeders om instemming te verkrijgen voor het plan (E). Indien nodig, stelt zij het plan van aanpak bij.
evalueert periodiek en aan het eind van het uitvoeringstraject de geboden opvang en begeleiding en de uitgevoerde
Kerntaak 2
Opvoeden en ontwikkelen van het
coördinerende, beleidsmatige en beheertaken. Ze verzamelt
kind/de jongere
relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze
Werkproces 2.1
Biedt het kind/de jongere opvang
(M). Op basis daarvan schrijft zij een evaluatieverslag (J). Zij
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg biedt het kind/de
bespreekt de gegevens uit de evaluatie met betrokkenen.
jongere opvang/een ‘(tweede) thuis’ en begeleiding. Zij wisselt
Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste
bij het komen en gaan van de kinderen/jongeren dagelijkse in-
veranderingen door in de opvang en begeleiding en in de
formatie uit met de ouders/vervangende opvoeders. Ze houdt
uitvoering van de coördinerende, beleidsmatige, beheertaken
zicht op kinderen/jongeren in de groep en zorgt voor een
en netwerkcontacten.
optimaal groeps- en leefklimaat. Ze signaleert problemen in de interactie tussen kinderen/jongeren in de groep en begeleidt
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
hen daarbij. Ze handhaaft orde en treedt regelend op bij in de groep ongewenst gedrag (B). Ze schat eventuele risico’s in en 7
onderneemt tijdig actie. Ze werkt conform procedures.
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg levert een bijdrage
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
aan de uitbreiding van het gedragsrepertoire van het kind/de
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg biedt het kind/de
jongere door voorbeeldgedrag te tonen en door het kind/de
jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. Hierbij speelt
jongere zonodig feedback te geven op zijn gedrag en alterna-
ze in op behoeften en interesses van de kinderen/jongeren,
tieven te bespreken (C). Ze begeleidt het kind/de jongere bij
zodat de kinderen/jongeren deelnemen aan activiteiten die
het omgaan met beperkingen of gedragsproblemen. Ze voedt
aansluiten bij hun ontwikkeling en belevingswereld. Het gaat
kinderen/jongeren (mede) op, ze draagt waarden en normen
om volgen en uitdagen, om vermaken en ontplooien. Maar
over en leert kinderen/jongeren omgaan met praktische zaken
ook om het bieden van de vrijheid om niets te doen. Zij
(zoals persoonlijke eigendommen, financiën, huiswerk). De pe-
organiseert de activiteiten, voert ze uit (eventueel met behulp
dagogisch medewerker 4 jeugdzorg signaleert voortgang en/
van anderen), kiest sport-, spel- en speelmateriaal (L) en
of afwijkingen in de sociaal-emotionele ontwikkeling van het
begeleidt en stimuleert individuele kinderen/jongeren of een
kind/de jongere. Zonodig adviseert zij ouders/vervangende
groep(je) k inderen/jongeren bij de activiteiten (C). Ze signa-
opvoeders bij opvoedingsvraagstukken (E).
leert voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling van het kind/de jongere bij de uitvoering van de ontwikkelingsgerichte
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
activiteiten en bespreekt dit zonodig met haar leidinggevende.
persoonlijke verzorging
Eventueel enthousiasmeert ze betrokkenen (ouders, vrijwil-
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg biedt het kind/de
ligers) om een bijdrage te leveren aan de uitvoering van de
jongere persoonlijke verzorging of ondersteunt hem (C) bij
activiteiten en werkt ze met hen samen. Zonodig stimuleert en
ADL-activiteiten (algemene dagelijkse levensverrichtingen) en
adviseert ze ouders met betrekking tot het thuis uitvoeren van
ze stimuleert het kind/de jongere daarbij tot (steeds meer) zelf-
(spel)activiteiten met hun kind.
redzaamheid en zelfstandig functioneren. Zonodig verstrekt zij informatie(bronnen) over hygiëne, gezondheid en persoonlijke
Werkproces 2.5
Ondersteunt het kind/de jongere bij
verzorging. Ze signaleert bij de verzorging of ondersteuning
werk, scholing en vrije tijd
voortgang en/of afwijkingen in de ontwikkeling en bespreekt
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg ondersteunt het
dit indien nodig met haar leidinggevende. Zij signaleert
kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd. Zij biedt het
symptomen van de meest voorkomende ziekten en verleent
kind/de jongere informatie(bronnen) aan over (vrije)tijdsbeste-
eerste hulp bij kleine ongevallen. Hierbij handelt ze volgens
ding, werken en leren, waarmee het kind/de jongere zijn leef-
de richtlijnen van de organisatie (T). Ze informeert de ouders/
situatie kan optimaliseren. Ze motiveert en activeert het kind/
vervangende opvoeders.
de jongere bij het benutten en versterken van zijn gewenste sociale netwerk. Ze stimuleert het kind/de jongere tot eigen
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte
initiatief en geeft waar nodig advies, aanwijzingen, voorbeel-
en huishoudelijke werkzaamheden
den en keuzemogelijkheden (C). Ze betrekt zoveel mogelijk het
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg draagt zorg voor de
gezin en het sociale netwerk van het kind/de jongere.
ruimte en huishoudelijke werkzaamheden. Zij toetst de leefruimte en de spel- en speelmaterialen op geschiktheid voor de gebruiksdoelen, uitdagendheid, veiligheid, hygiëne en milieu-
Kerntaak 3
Uitvoeren van organisatie- en
richtlijnen (L) en past indien gewenst of nodig de leefruimte en
professiegebonden taken
het gebruik van spel-/speelmaterialen aan. Ze zorgt ervoor dat
Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheids-
de huishoudelijke taken uitgevoerd worden door haarzelf of
bevordering en professionalisering
uitgevoerd kunnen worden door andere beroepskrachten.
van het beroep
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg stemt de uitvoering
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg werkt aan deskun-
van huishoudelijke taken af met het kind/de jongere (C).
digheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Zij leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert haar werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden.
8
Ze vraagt om feedback over haar eigen functioneren en geeft feedback aan collega’s en vrijwilligers. Ze stelt samen met haar leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Ze neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega’s en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen (K). Werkproces 3.2
Werkt aan het bevorderen en
bewaken van kwaliteitszorg
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg (T) door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door haar kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Zij bewaakt systematisch de kwaliteit van haar werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Werkproces 3.3
Stemt de werkzaamheden af
met betrokkenen
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg stemt haar werkzaamheden af met collega’s, draagt werkzaamheden over, maakt afspraken over de opvang en begeleiding en knelpunten daarin. Zij neemt deel aan voor de afstemming van haar werkzaamheden relevante overlegvormen (E). Werkproces 3.8
Evalueert de werkzaamheden
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg evalueert de geboden opvang en begeleiding periodiek en aan het eind van het uitvoeringstraject. Ze verzamelt relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze (M). Op basis daarvan schrijft zij een evaluatieverslag (J) of evalueert zij mondeling met haar leidinggevende. Zij bespreekt de gegevens uit de evaluatie met betrokkenen. Zij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste veranderingen in opvang en begeleiding door. De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg legt gegevens met betrekking tot de voortgang vast in het dossier van het kind/de jongere en/of in rapportages/overdrachten. Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
9
Competenties Competentie: een combinatie van kennis, vaardigheden en
De volgende competenties zijn in het kwalificatiedossier
houding die je nodig hebt om werkprocessen goed uit te
Pedagogisch Werk 2014-2015 opgenomen.
voeren. In het kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015 is
Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang
gebruikgemaakt van het Competentiemodel Beroepsonder-
niveau 3
wijs Bedrijfsleven - powered by SHL. Dit competentiemodel
B, C, D, E, F, J, K, L, M, N, Q, R, T, U
bestaat uit 25 competenties. A Beslissen en activiteiten initiëren
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
B Aansturen
niveau 4
C Begeleiden
B, C, D, E, F, H, J, K, L, M, N, Q, R, T, U, Y
D Aandacht en begrip tonen E Samenwerken en overleggen
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
F Ethisch en integer handelen
niveau 4
G Relaties bouwen en netwerken
B, C, D, E, F, J, K, L, M, N, Q, R, T, U
H Overtuigen en beïnvloeden I Presenteren
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
J Formuleren en rapporteren K Vakdeskundigheid toepassen
Om een werkproces goed uit te voeren zijn meerdere com-
L Materialen en middelen inzetten
petenties nodig. Ter illustratie worden voor iedere uitstroom
M Analyseren
(pedagogisch medewerker 3 kinderopvang, gespecialiseerd
N Onderzoeken
pedagogisch medewerker 4 kinderopvang, pedagogisch me-
O Creëren en innoveren
dewerker 4 jeugdzorg) vijf competenties uitgewerkt. Hierbij is
P Leren
gebruik gemaakt van de prestatie-indicatoren in het kwalifica-
Q Plannen en organiseren
tiedossier.
R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten S Kwaliteit leveren
Prestatie-indicator: beschrijft het succesvol inzetten van de
T Instructies en procedures opvolgen
competentie bij het werkproces
U Omgaan met verandering en aanpassen V Met druk en tegenslag omgaan
Onderstaande tekst beschrijft (voorbeeldmatig) hoe een
W Gedrevenheid en ambitie tonen
competentie binnen een werkproces wordt toegepast.
X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen Bron: Competentiemodel Kenniscentra Beroepsonderwijs
Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang
Bedrijfsleven - powered by SHL
niveau 3 Competentie B
Aansturen
Werkproces 2.1
Biedt het kind/de jongere opvang
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang toont overwicht bij het handhaven van afspraken en regels, zodat het het kind en de groep duidelijk is welke grenzen er zijn en dat deze niet overschreden mogen worden.
10
Competentie C
Begeleiden
Competentie: E
Samenwerken en overleggen
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
Werkproces 3.4
Voert coördinerende taken uit
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang motiveert het
raadpleegt tijdig de bij het kind en de opvang en begeleiding
kind om zijn best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen
betrokken of benodigde collega’s en (externe) deskundigen en
te bereiken, zodat het kind in zijn ontwikkeling gestimuleerd
zorgt er uit zichzelf voor dat ook zij door haar tijdig en goed
wordt.
geïnformeerd zijn en stemt de werkzaamheden af, zodat de opvang en begeleiding van verschillende bij het kind betrok-
Competentie J
Formuleren en rapporteren
Werkproces 3.8
Evalueert de werkzaamheden
kenen goed op elkaar aansluiten.
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang verwerkt en
Competentie F
Ethisch en integer handelen
registreert zorgvuldig alle benodigde gegevens en scheidt
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
de hoofd- en bijzaken, zodat rapportages en evaluaties
persoonlijke verzorging
kernachtig, volledig en inzichtelijk zijn.
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang gaat discreet om met lichaamscontact tijdens de persoonlijke
Competentie L
Materialen en middelen inzetten
verzorging en respecteert vertrouwelijkheid, zodat het kind
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
zich op zijn gemak voelt.
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang kiest sport-,
Competentie H
Overtuigen en beïnvloeden
spel- en speelmaterialen die aansluiten bij de behoeften en
Werkproces 3.6
Voert beleidsmatige taken uit
ontwikkeling van het kind en gebruikt deze -eventueel in
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderop-
overleg met betrokkenen- effectief en vindingrijk, zodat de
vang neemt een duidelijk standpunt in bij haar voorstellen tot
ontwikkeling van het kind gestimuleerd wordt.
beleids(wijzigingen) en onderbouwt dit met steekhoudende argumenten, zodat het beleid is afgestemd op de specifieke
Competentie N
Onderzoeken
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
van het kind/de jongere
situatie van de organisatie/vestiging. Competentie R
Op de behoeften en verwachting
De pedagogisch medewerker 3 kinderopvang gebruikt ver-
van de ‘klant’ richten
schillende bronnen om informatie over het kind te verzamelen,
Werkproces 1.1
Inventariseert de situatie en wensen
zodat ze een volledig beeld heeft van de situatie en wensen
van het kind/de jongere
van het kind.
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
en zijn ouders/vervangende opvoeders, zodat duidelijk is of en hoe de organisatie, binnen de mogelijkheden van de dienst-
Pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
verlening, kan inspelen op de situatie en wensen van het kind.
niveau 4
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
Competentie C
Begeleiden
Werkproces 2.4
Biedt het kind/de jongere
ontwikkelingsgerichte activiteiten aan
De gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang motiveert het kind om zijn best te doen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat het kind in zijn ontwikkeling gestimuleerd wordt. 11
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Competentie T
Instructies en procedures opvolgen
niveau 4
Werkproces 2.3
Draagt zorg voor de ruimte en
huishoudelijke werkzaamheden
Competentie C
Begeleiden
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg werkt volgens
Werkproces 2.5
Ondersteunt het kind/de jongere bij
veiligheidregels en voorschriften, ze ziet erop toe dat ook
werk, scholing en vrije tijd
anderen zich aan deze regels houden en gebruikt materialen
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg motiveert het kind/
op een veilige manier, zodat de veiligheid van de kinderen/
de jongere zelf oplossingen en alternatieven voor problemen
jongeren is gewaarborgd.
te bedenken en uit te proberen, uitdagingen aan te gaan en doelen te bereiken, zodat het kind/de jongere leert hoe hij zijn
Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015
leefsituatie kan verbeteren op het gebied van vrije tijd, werken of leren. Competentie E
Samenwerken en overleggen
Onderliggende beroepscompetentieprofielen (BCP):
Werkproces 1.2
Stelt een activiteitenprogramma op
• Groepsleidster buitenschoolse opvang (NIZW, 2006)
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg vraagt de mening
• Groepleidster kinderopvang (NIZW, 2005)
en ideeën van kinderen/jongeren en stimuleert hen om input
• Leidster peuterspeelzaalwerk (NIZW, 2005)
te leveren voor het activiteitenprogramma, zodat het program-
• Pedagogisch werker (NIZW, 2005)
ma tegemoet komt aan hun wensen en behoeften. Bron: Kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014-2015 Competentie K
Vakdeskundigheid toepassen
Werkproces 3.1
Werkt aan deskundigheids-
bevordering en professionalisering
van het beroep
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen, gebruikt feedback om van te leren en neemt deel aan inhoudelijk, beroepsmatige discussies, zodat zij werkt aan haar persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep. Competentie R
Op de behoeften en verwachtingen
van de “klant” richten
Werkproces 2.2
Biedt het kind/de jongere
persoonlijke verzorging
De pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg geeft het kind/ de jongere een op de persoon toegesneden (advies over de) verzorging, zodat aan de behoeften van het kind/de jongere wordt voldaan.
12
13
Nadere kennismaking Vragen over onze dienstverlening? Graag brengen wij u in contact met een adviseur in uw regio of met een medewerker van het hoofdkantoor in Bunnik.
Calibris T 030 750 70 00
3981 AZ Bunnik
F 030 750 70 01
Postbus 131
[email protected]
3980 CC Bunnik
www.calibris.nl
twitter.com/calibris linkedin.com/company/calibris youtube.com/calibrisnl
© Calibris 11.127 / 1 / 2014
Runnenburg 34