4 Handhaving betaling gemeentebelastingen 4.1
Inleiding Taak gemeente Gemeenten mogen belastingen opleggen aan hun burgers. De raad heeft vastgesteld dat de gemeente Utrecht de onroerende zaakbelasting (OZB), de precariobelasting, de hondenbelasting, de toeristenbelasting en de parkeerbelasting heft. De juridische basis voor de heffing van deze belastingen door de gemeente is de Gemeentewet. Daarnaast biedt de Gemeentewet ook nog de mogelijkheid om roerende ruimte belastingen, reclamebelastingen, baatbelastingen en forensenbelasting te heffen. Deze belastingen worden in Utrecht niet geheven omdat de uitvoeringskosten niet zouden opwegen tegen de opbrengsten of omdat inning juridisch lastig zou zijn. Voor de verschillende belastingen die door de gemeente Utrecht worden geheven is de Gemeentewet uitgewerkt in gemeentelijke verordeningen. Enkele kerngegevens met betrekking tot de gemeentebelastingen zijn opgenomen in kader4.1. Niet iedere belastingplichtige burger voldoet direct en vrijwillig aan zijn plicht. Wanneer de gemeente de belastingplicht niet zou handhaven, zouden inkomsten worden gemist die nodig zijn om de maatschappelijke doelen van de gemeente te verwezenlijken. Daarnaast vormt het gelijkheidsbeginsel een motivatie: gelijke gevallen moeten door de gemeente gelijk worden behandeld. Ten slotte leidt inadequate inning tot aantasting van de geloofwaardigheid van de gemeente. Handhavingsactiviteiten omvatten onder meer: • controles op betaling; • het achtereenvolgens versturen van herinneringen, aanmaningen of dwangbevelen; • zo nodig binnentreden op basis van artikel 444 Rechtsvordering, beslaglegging, en executoriale verkoop. Al deze activiteiten zijn gericht op het innen van de belastingsom. De gemeente heeft er voor gekozen om geen sancties op te leggen. Kader 4.1 Kerngegevens gemeentebelastingen 2005/2006 Opbrengst 2006
Aantal aangiften/aanslagen 2006
•
Onroerende zaakbelasting
€ 57.735
120.000
•
Precariobelasting
€ 324
2.600
•
Hondenbelasting
€ 438
9.350
•
Toeristenbelasting
€ 1.315
106
In 2005 voor de invordering geleverde prestaties zijn bijvoorbeeld: •
Het aantal verzonden herinneringen
50.811 stuks;
•
Het aantal verzonden aanmaningen
46.165 stuks;
•
Het aantal dwangbevelen
•
Het aantal objecten waar gecontroleerd is
17.000 stuks in omloop; 19.563 objecten
op hondenbezit (bron: Afdeling Gemeentebelastingen/Dienstverantwoording Burgerzaken en Gemeentebelastingen 2006; bedragen x 1.000/ Afdelingsplan gemeentebelastingen 2006)
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 2 van 11
Aanpak onderzoek Wij onderzochten de handhaving van de betaling van onroerende-zaakbelasting, precariobelasting, hondenbelasting en toeristenbelasting. De heffing en invordering van deze gemeentelijke belastingen wordt uitgevoerd door de afdeling Gemeentebelastingen van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen. De handhaving met betrekking tot de parkeerbelasting behandelen we als een aparte casus (zie hoofdstuk 8), omdat de uitvoering hiervan ligt bij een andere gemeentelijke afdeling, namelijk het Parkeerbedrijf van StadsOntwikkeling. Het onderzoek naar de casus handhaving betaling gemeentebelastingen richt zich op de opzet van de handhaving. Wij onderzochten in hoeverre het college waarborgen treft voor een doeltreffende uitvoering van de handhaving. Wij gingen na of er voldoende waarborgen zijn in het beleid en de uitvoering (toezicht; oordeelsvorming; sancties en maatregelen). Ook gingen wij na of de informatievoorziening aan raad en college over de doeltreffendheid van de handhaving toereikend is. De feitelijke doeltreffendheid van de uitvoering van de handhaving hebben we van deze casus niet onderzocht.
4.2
Samenvattend oordeel handhaving gemeentebelastingen Wij constateren dat het college voldoende waarborgt dat de inwoners en gebruikers van de stad Utrecht de betalingsplicht van gemeentebelastingen naleven. Een indicator voor de effecten van de handhaving is het gerealiseerde oninbaar verklaringen en het percentage belastingaanslagen dat is ingevorderd in het jaar waarin zij zijn opgelegd. Op de mate waarin handhaving bijdraagt aan de gerealiseerde totaalopbrengst van belastingen is geen zicht. De Rekenkamer wijst het college op de volgende risico’s: • de afspraken over de aanlevering van gegevens van de Dienst Stadsontwikkeling (DSO) over nieuwe adressen, nieuwbouw, sloop en verbouwing aan de afdeling Gemeentebelastingen zijn niet vastgelegd, waardoor de afdeling Gemeentebelastingen geen grond heeft om de DSO aan te spreken wanneer de (tijdige) aanlevering van gegevens tekort schiet; • er wordt niet voldoende gerapporteerd over de effecten van de handhaving van de gemeentebelastingen. Hierdoor is er geen zicht op de bijdrage van handhaving aan het realiseren van de belastingopbrengst. In de paragrafen 4.3 t/m 4.7 lichten we ons oordeel toe aan de hand van onze bevindingen.
4.3
Bevindingen beleid Tabel 4.1 geeft een samenvatting van onze bevindingen over de waarborgen voor doeltreffende handhaving in het beleid.
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 3 van 11
Tabel 4.1 Bevindingen beleid Handhaving is
Doelen handhaving
Risicoanalyse is
Prioriteiten zijn
ingebed in beleid
zijn vastgelegd
uitgevoerd
vastgesteld
○ ja
○
● nee
○
◘ deels
○
n.v.t.
Toelichting Inbedding Handhaving van gemeentebelastingen is ingebed in het beleid op het terrein van de lokale heffingen zoals dat is vastgelegd in de nota Lokale heffingen (2006). Het draagt bij aan het doel om door inning van gemeentebelastingen inkomsten te genereren voor de gemeente Utrecht. Kenmerkend voor gemeentebelastingen is dat er geen direct aanwijsbare individuele tegenprestatie van de gemeente tegenover staat: de opbrengsten komen in de algemene kas. Overigens is vastgesteld dat de opbrengsten uit de toeristenbelasting voor een derde deel worden besteed aan toeristische stadspromotie. Handhaving van de betaling van gemeentebelastingen is verweven met de onderdelen van het reguliere werkproces van de afdeling gemeentebelastingen van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen, met name de invordering van gemeentebelastingen (zoals bijvoorbeeld beschreven is in het Afdelingsplan afdeling Gemeentebelastingen 2006). Andere instrumenten die hiertoe worden ingezet zijn bijvoorbeeld bestandsbeheer en de heffing van de belastingen. De handhaving is consistent met andere instrumenten waarmee het doel op het terrein van lokale heffingen (het genereren van inkomsten) wordt gerealiseerd. Doelen De gemeente heeft in het Afdelingsplan afdeling Gemeentebelastingen 2006 concrete doelen vastgesteld voor de beoogde opbrengsten per belastingsoort. De handhaving draagt bij aan de doelstelling voor invordering: minimaal 90% van alle openstaande belastingaanslagen invorderen in het jaar waarin ze zijn opgelegd en zo min mogelijk oninbaar verklaringen (norm 1-1,5%). Deze doelstelling geeft richting aan de uitvoering van de handhaving van de gemeentebelastingen. Risicoanalyse De afdeling Gemeentebelastingen heeft risicoanalyses uitgevoerd op het terrein van de precariobelasting en hondenbelasting, om prioriteiten te kunnen stellen in de handhaving. Daarmee is de bijdrage van de handhaving van deze belastingsoorten aan het bereiken van de doelstelling van het beleid onderbouwd. Op het terrein van de OZB en de toeristenbelasting is geen risicoanalyse uitgevoerd omdat deze belastingsoorten met zekerheid vrijwel volledig worden geheven en geïnd: heffing en inning van deze belastingsoorten worden volledig getoetst op basis van bestandscontrole. Uit onderzoek naar de mogelijkheden van de heffing van reclamebelasting bleek dat een groot deel van de precario-plichtige objecten (zoals reclame-uitingen, terrassen etc.) onder, op of boven gemeentegrond niet was geregistreerd. Wat betreft het aantal geregistreerde honden constateerde men dat er sinds de invoering van de hondenbelasting sprake was van een dalend aantal.
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 4 van 11
Argumenten om te gaan handhaven zoals genoemd in de risicoanalyses zijn: • Het oogpunt van een rechtvaardige belastingheffing – gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld; • Het risico om de totale opbrengst te verspelen door beroep van burgers op het gelijkheidbeginsel; • Meeropbrengst voor de gemeente (met kosten/batenanalyse). Prioriteiten De inzet van handhaving bij de inning van precariobelasting en hondenbelasting is onderbouwd met de risicoanalyses. De inning van alle gemeentebelastingen wordt gehandhaafd; er zijn geen prioriteiten gesteld omdat handhaving van alle gemeentebelastingen noodzakelijk bleek en/of tot een meeropbrengst zou leiden. In het verleden werden de hondenbelasting en precariobelasting niet (systematisch) gehandhaafd. Dit is opgepakt na de uitvoering van de risicoanalyses (in respectievelijk 2000 en 2006, zie kader 4.2). Tot die tijd was er door het college ook geen budget beschikbaar gesteld voor handhaving van deze belastingen. Kader 4.2 Oppakken handhaving hondenbelasting en precariobelasting Hondenbelasting In het kader van de inning van hondenbelasting heeft in 2000 een extern bedrijf in de hele gemeente een deur-aan-deur controle uitgevoerd op het bezit van honden. Sinds die tijd vindt jaarlijks in twee wijken een hercontrole plaats. Vóór die tijd was de afdeling Gemeentebelastingen voor de inning afhankelijk van de aangifte door burgers; nadat de hondenbelasting in 1991 heringevoerd was, werd in de periode 1995-1999 geen controle uitgevoerd. Precariobelasting Met het oog op de inning van de precariobelasting is er sinds 2006 een gemeentelijke buitendienstcontroleur die het bestand aan voorwerpen onder, op of boven de grond completeert en actualiseert. Vóór die tijd was de afdeling Gemeentebelastingen voor de heffing afhankelijk van gegevens die werden aangeleverd door de DSO, Stadswerken en de politie en van aangifte door burgers. Er waren geen waarborgen voor de levering van informatie in de vorm van bijvoorbeeld vastgelegde afspraken of controles.
4.4
Bevindingen toezicht Tabel 4.2 geeft een samenvatting van onze bevindingen over de waarborgen in het toezicht. Tabel 4.2 Bevindingen toezicht Verantwoorde-
Bevoegdheden
Taken zijn
Toezichts-
Samenwerking
lijkheden zijn
zijn vastgelegd
vastgelegd in
activiteiten zijn
vastgelegd
protocol/
vastgelegd
vastgelegd
○ ja
○
● nee
○ ◘ deels
werkplan
◘
○
◘
Toelichting Verantwoordelijkheden De verantwoordelijkheden in de uitvoering van de handhaving van de gemeentebelastingen zijn helder en goed vastgelegd, zodat duidelijk is waarop de gemeente kan worden aangesproken. De Gemeentewet benoemt
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 5 van 11
verantwoordelijkheden van het college en ambtenaren bij de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen (artikel 231). Deze zijn doorvertaald in de gemeentelijke verordeningen. Bevoegdheden De bevoegdheden bij de heffing en invordering van belastingen zijn benoemd in de Invorderingswet 1990 en verder vastgelegd in de Leidraad Invordering 1990. De vertaling naar gemeentelijke belastingen is vastgelegd in de Gemeentewet (artikel 231; de bevoegdheden van het college en ambtenaren bij de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen). Hiermee is duidelijk welke gemeentelijke functionarissen de gemeentebelastingen mogen handhaven en welke instrumenten ze daarbij mogen gebruiken. Met het Mandaatbesluit van juni 2004 zijn bevoegdheden van het college van B&W bij de directeur van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen neergelegd. De directeur is bijvoorbeeld bevoegd procedures te voeren, boetes kwijt te schelden en belastingen oninbaar te verklaren. Bevoegdheden van functionarissen van de afdeling Gemeentebelastingen, zoals het hoofd van de afdeling, de controleur precariobelastingen en de deurwaarders, zijn vastgelegd in een systeem van autorisaties. In dit systeem zijn onder meer de functies met betrekking tot de heffing en de inning van belastingen gescheiden. Protocollen/werkplannen De taken en de procedures die worden gehanteerd binnen de afdeling Gemeentebelastingen zijn vastgelegd in de beschrijving van de administratieve organisatie (AO’s). Uit het gesprek met het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen kwam naar voren dat deze op dit moment niet allemaal actueel zijn. Gebrek aan geld en tijd bij de afdeling Gemeentebelastingen zijn hiervan volgens hem de oorzaak. Er zijn interne instructies die voor een deel vastgelegd zijn in beleidsregels die worden vastgesteld door college of raad. Voorbeelden hiervan zijn de beleidsregels voor het vaststellen van belanghebbenden en belastingplichtigen. Voor de buitendienstcontrole ten behoeve van de precariobelasting is een plan van aanpak vastgelegd. Daarmee is de eenduidige aanpak van de handhaving wel gewaarborgd. Toezichtsactiviteiten In de AO’s zijn de toezichtsactiviteiten van de afdeling Gemeentebelastingen beschreven. Hiermee is duidelijk hoe het toezicht door de afdeling Gemeentebelastingen wordt ingevuld (zie kader 4.3). Wel geldt hierbij het hierboven genoemde gebrek aan actualiteit van de AO’s. Kader 4.3 Preventieve en repressieve toezichtsactiviteiten Preventief toezicht vindt plaats in de vorm van voorlichting over de gemeentelijke belastingen in de financiële bijsluiter bij de aanslag en op de website van de gemeente. Repressief toezicht vindt plaats door controle: -
checken op betaling (heeft de belastingplichtige betaald?) en eventueel versturen van herinnering/aanmaning;
-
bestandscontrole/vergelijking (zijn alle belastingplichtigen in beeld?);
-
controle door controleurs (zijn alle honden/voorwerpen in beeld?);
-
beoordelen verzoeken tot kwijtschelding (OZB/hondenbelasting).
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 6 van 11
In opdracht van de afdeling Gemeentebelastingen heeft de accountantsdienst in de periode najaar 2005 – zomer 2006 een incidentele controle op de boekhouding van alle hotels en andere overnachtingsgelegenheden uitgevoerd om vast te stellen of de bedrijven volledig aan hun belastingplicht hebben voldaan. Hieruit kwam naar voren dat er geen aanleiding is te veronderstellen dat de aangiften toeristenbelasting niet juist of onvolledig zijn. Samenwerking De afdeling Gemeentebelastingen is voor het heffen en invorderen van belastingen deels afhankelijk van gegevens die door anderen moeten worden aangeleverd (zie kader 4.4). De afspraken over de gegevenslevering met andere actoren zijn in de meeste gevallen vastgelegd. Alleen over de levering van gegevens over nieuwe adressen, gegevens over nieuwbouw, sloop en verbouwing door de afdeling Bouwzaken (DSO) staat niets op papier. Hierdoor heeft de afdeling Gemeentebelastingen geen goede basis om de afdeling Bouwzaken aan te spreken wanneer het aanleveren van de gegevens niet goed verloopt, waarmee een waarborg ontbreekt voor een optimaal doelmatige heffing en inning van de OZB. Uit het gesprek met het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen kwam naar voren dat er al enkele keren discussie is geweest tussen de afdeling Bouwzaken van de DSO en de afdeling Gemeentebelastingen, met name over de tijdigheid van de gegevenslevering. Kader 4.4 Samenwerkingsrelaties -
Voor de heffing van toeristenbelasting is de afdeling Gemeentebelastingen afhankelijk van gegevens van de afdeling EZ van de DSO over hotels en andere overnachtingsgelegenheden.
-
Voor de heffing van OZB is de afdeling Gemeentebelastingen afhankelijk van gegevens uit de Gemeentelijke Basisadministratie die beheerd wordt door de afdeling Gegevensbeheer (Burgerzaken), en van gegevens van de Kamer van Koophandel en het Kadaster, waarbij de kadastergegevens worden aangeleverd door de afdeling VGI van het OGU. De afspraken over aanlevering van deze gegevens staan op papier.
-
Daarnaast is de afdeling Gemeentebelastingen voor de heffing van OZB afhankelijk van informatie van de afdeling Bouwzaken (DSO). De afspraken over aanlevering van deze gegevens staan niet op papier.
-
Voor de heffing van precariobelasting was de afdeling Gemeentebelastingen afhankelijk van gegevens van de DSO (bv. reclameobjecten), Stadswerken en de politie (bv. terrassen) over voorwerpen onder, op, of boven de grond. De aanlevering van deze gegevens liet te wensen over. Dit is opgelost door een eigen controleur aan te stellen bij de afdeling Gemeentebelastingen.
4.5
Bevindingen oordeelsvorming Tabel 4.3 geeft een samenvatting van onze bevindingen over de waarborgen in de oordeelsvorming. Tabel 4.3 Bevindingen oordeelsvorming Normen vastgelegd
○ ja
○ ● nee
Beoogd
Feitelijk
nalevingsniveau
nalevingsniveau
vastgesteld
vastgesteld
○
◘ deels
○
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 7 van 11
Toelichting Normen De normen voor de heffing van gemeentebelastingen zijn vastgelegd in de verschillende verordeningen. Hiermee zijn de regels duidelijk voor de afdeling Gemeentebelastingen. Dit vormt een waarborg voor een eenduidige aanpak van de handhaving. Voor de OZB en de hondenbelasting bestaat de mogelijkheid tot kwijtschelding. Hiervoor zijn normen vastgelegd in de landelijke Leidraad invordering 1990. Uit het gesprek met het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen kwam naar voren dat de gemeente Utrecht binnen het kader van de Leidraad invordering 1990 de meest soepele lijn volgt: de regels voor kwijtschelding zijn opgenomen in de jaarlijks vast te stellen Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen en heffingen. Deze regels worden vervolgens streng gehandhaafd. Het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen gaf aan dat dit bijvoorbeeld het, in vergelijking met andere gemeenten, relatief hoge aantal afgewezen verzoeken tot kwijtschelding in Utrecht verklaart, zoals dat blijkt uit de Benchmark gemeentelijke belastingen. In een gesprek gaf het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen aan dat de norm is dat iedere burger voldoet aan zijn belastingplicht. Deze norm hangt samen met het gelijkheidsbeginsel zoals dat onder andere in de nota Lokale heffingen wordt verwoord: gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld. Beoogd nalevingsniveau Het gelijkheidsbeginsel vormt de basis van de belastinginning: iedereen moet aan zijn belastingplicht voldoen. Dit wordt ook daadwerkelijk door de afdeling Gemeentebelastingen nagestreefd. Het beoogd nalevingsniveau is vastgesteld en gelijk aan de geoperationaliseerde doelstelling van de handhaving: maximaal 1 – 1,5% oninbaar verklaringen (zie paragraaf Doelen). Het formuleren van het beoogd nalevingsniveau geeft richting aan de uitvoering van de handhaving van de gemeentebelastingen. In de praktijk wordt voor de OZB gestreefd naar maximaal 0,17% oninbaar verklaarde belastingen. Belasting kan oninbaar worden verklaard wanneer bijvoorbeeld de belastingschuldige niet meer te achterhalen is of invorderingsmogelijkheden ontbreken doordat de belastingschuldige geen eigendommen of inkomsten heeft. Feitelijk nalevingsniveau Het feitelijk nalevingsniveau wordt vastgesteld in de vorm van het percentage oninbaar verklaringen en het percentage belastingaanslagen dat is ingevorderd in het jaar waarin ze zijn opgelegd. Hierdoor is het mogelijk na te gaan of de handhavingsdoelen zijn bereikt. De eerste indicator, het aantal oninbaar verklaringen in een jaar, wordt pas na jaren definitief vastgesteld: vorderingen blijven soms liggen tot een moment waarop de gemeentelijke deurwaarder de kans groter acht dat een inning succesvol is. Dit kan verband houden met faillissementen, surseances, etc. Uit het gesprek met het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen kwam naar voren dat van een leereffect bij de groep notoire wanbetalers nauwelijks sprake is. Er is een vaste groep burgers waar de gemeentelijke deurwaarder jaarlijks langs kan met een dwangbevel.
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 8 van 11
4.6
Bevindingen sancties en maatregelen Tabel 4.4 geeft een samenvatting van onze bevindingen over de waarborgen voor het juist opleggen van sancties en maatregelen.
Tabel 4.4 Bevindingen sancties en maatregelen Sancties/maatregelen
Gedoogbeleid
vastgelegd
vastgelegd
○ ja
○ ● nee
◘ deels
●
Toelichting Sancties De sancties en maatregelen die door de gemeente kunnen worden opgelegd bij de handhaving van de gemeentebelastingen zijn duidelijk, wat een waarborg vormt voor eenduidige sanctionering. Wanneer iemand verzuimt aangifte te doen bestaat de mogelijkheid om aan de overtreder een “verzuimboete” (bestuurlijke boete) op te leggen. Deze mogelijkheid is vastgelegd in de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Daarnaast beschikt de gemeente over verschillende instrumenten waarmee de invordering van belasting kan worden afgedwongen. Oplopend in zwaarte zijn dit: herinnering, aanmaning, dwangbevel, binnentreding artikel 444 Rechtsvordering, beslagleggingen, executoriale verkoop en eventueel de kwijtschelding. Met uitzondering van de herinnering, brengt de gemeente de gemaakte kosten in rekening. Uit het gesprek met het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen kwam naar voren dat de gemeente Utrecht ervoor heeft gekozen om bij geconstateerde belastingontduiking een maatregel op te leggen in de vorm van het afdwingen van betaling van belasting. Leidt een controle op hondenbezit bijvoorbeeld tot constatering van een hond, dan wordt met directe ingang belasting geheven. Er worden dus geen boetes opgelegd. Het argument om geen boetes op te leggen is dat het voor de gemeente moeilijk is te bewijzen dat de belastingplichtige in verzuim is geweest. Dit leidt er toe dat de baten voortkomend uit geïnde boetes al snel niet opwegen tegen de gemaakte kosten. Gedogen In het gesprek gaf het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen aan dat ontduiken van gemeentelijke belastingen niet wordt gedoogd; bij een geconstateerde overtreding wordt altijd een maatregel genomen. Er is geen gedoogbeleid vastgelegd.
4.7
Bevindingen rapportage Tabel 4.5 geeft een samenvatting van onze bevindingen over de rapportage over de uitvoering, de resultaten en de effecten van de handhaving van de betaling van gemeentelijke belastingen.
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 9 van 11
Tabel 4.5 Bevindingen rapportage Er wordt
Er wordt
Er wordt
gerapporteerd over
gerapporteerd over
gerapporteerd
de uitvoering
de prestaties
over de effecten
○ ja
○ ● nee
○
◘ deels
◘
Toelichting Uitvoering De afdeling Gemeentebelastingen rapporteert aan de raad en het college over de uitvoering van de handhaving van betaling van gemeentebelastingen. Aan de raad wordt in de Verantwoording 2005, hoofdstuk Belastingen en tarieven, gerapporteerd over de uitvoering van de heffing en invordering van de verschillende gemeentelijke belastingen. Aspecten van handhaving die hierbij aan de orde komen zijn bijvoorbeeld de controle op hondenbezit en de organisatie van de controle op de afdracht van toeristenbelasting. Het afdelingsplan bevat een terugblik op het afgesloten jaar waarbij aandacht is voor eventuele knelpunten in de uitvoering van de handhaving (bijvoorbeeld in de terugblik op 2005: gebrek aan eigen deurwaarders door niet ingevulde formatieplaats/ langdurige ziekte, waardoor gebruik moest worden gemaakt van externe deurwaarderskantoren. Dit knelpunt is overigens inmiddels goeddeels opgelost). Prestaties De afdeling Gemeentebelastingen rapporteert aan het college over de geleverde prestaties. Zo wordt in het Afdelingsplan gemeentebelastingen 2006 verslag gedaan over het aantal verzonden aanmaningen en herinneringen, het aantal lopende dwangbevelen, en het aantal controles op hondenbezit in 2005. Effecten Over de effecten van de handhaving, bijvoorbeeld in de vorm van een terugkoppeling naar de doelstelling voor de invordering: het percentage oninbaar verklaringen en het percentage belastingen dat is geïnd in het jaar waarin ze zijn opgelegd, wordt niet gerapporteerd aan het college of de raad. Binnen de afdeling Gemeentebelastingen zijn deze gegevens wel beschikbaar zodat ze gebruikt kunnen worden voor de aansturing van de handhaving. Op de bijdrage van handhaving aan het realiseren van de totaalopbrengst aan belastingen is geen zicht. Hierdoor is de mogelijkheid om de inzet van handhaving te overwegen of bij te sturen niet optimaal. Overigens gaf het hoofd van de afdeling Gemeentebelastingen aan dat hem geen systeem bekend is waarmee dit kan worden vastgesteld. Het uitgangspunt van de afdeling Gemeentebelastingen is dat wanneer niet zou worden gehandhaafd door middel van een strakke dwanginvordering na verloop van tijd een teneur zou (kunnen) ontstaan dat burgers niet betalen omdat de gemeente toch geen actie onderneemt. Op dit moment wordt er maximaal gehandhaafd en een extra inzet of bijsturing is niet aan de orde.
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 10 van 11
Wel wordt gerapporteerd over de belastingopbrengst, de hogere doelstelling waaraan inzet van het instrument handhaving bijdraagt. Voor de raad gebeurt dit in de Verantwoording (bijlage Lokale heffingen en belastingen) in de vorm van opbrengsten over het afgeronde jaar. Voor het college gebeurt dit in de vorm van een bijlage bij het jaarplan van de afdeling Gemeentebelastingen waarin de resultaten voor het afgeronde belastingjaar zijn opgenomen.
Deelnota 4 gemeentebelastingen Pagina 11 van 11
4.8
Bronnen
Overzicht geïnterviewde personen • Dhr. J. Vonk, afdelingshoofd afdeling Gemeentebelastingen, Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen Overzicht bestudeerde documenten • Afdelingsplan Gemeentebelastingen 2005, afdeling Gemeentebelastingen, juli/september 2004 • Afdelingsplan Gemeentebelastingen 2006, afdeling Gemeentebelastingen, juli/september 2005 (met de jaarafsluiting 2005 d.d. januari 2006) • Beleidsregel inzake het verlenen van een ambtshalve vermindering op gemeentelijke belastingaanslagen, Gemeente Utrecht 2000 • Besluit geldend verklaren van beleidsregels inzake lokale belastingen, Gemeente Utrecht 2001 • Contracten met CCP en B&B inzake uitbesteding van een deel van de dwangbevelen (2004/2005) • Documenten over handhaving rond de precariobelasting (2004-2006) • Documenten over handhaving Toeristenbelasting (2005-2006) • Documenten over handhaving Hondenbelasting (2000-2006) • Draaiboek voor de derde WOZ-ronde Utrecht 2005, Gemeente Utrecht, december 2003/februari 2004 • Gemeentewet, februari 1992 • Interne rapportage oninbaarverklaringen, afdeling Gemeentebelastingen, januari 2007 • Jaarplannen 2005 en 2007 van de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen, Gemeente Utrecht • Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke belastingen en heffingen 2006, Gemeente Utrecht • Mandaatbesluit gemeentebelastingen, Gemeente Utrecht, juni 2004 • Nota lokale heffingen, Gemeente Utrecht maart 2006 • Rapport accountantsdienst bij de jaarrekening 2003 Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen, Accountantsdienst, maart 2004 • Rapport accountantsdienst bij de jaarrekening 2005 Dienst Burgerzaken en Gemeentebelastingen, Accountantsdienst, maart 2006 • Service level agreement WOZ afdeling Gemeentebelastingen en sector vastgoedinformatie en Locatiemanagement (OGU), Gemeente Utrecht, september 2004 • Verordening hondenbelasting 2006, Gemeente Utrecht • Verordeningen op de heffing en invordering van onroerende zaakbelasting 2006, Gemeente Utrecht • Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2004, Gemeente Utrecht • Verordening precariobelasting 2006, Gemeente Utrecht • Voorbeeld monitoring verloop binnenkomst opbrengst Onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolrechten (september 2006) • Voorbeeld rapportage ontwikkeling in het bestand hondenbelasting (december 2004)