Bedieningshandleiding FC 10/4 1zone
Bedieningshandleiding FC1004 E
3 Telecom Service Security B.V.
1
Overzicht indicatie ................................................................................... 4
2
Overzicht bediening ................................................................................. 5
3
Normaalbedrijf .......................................................................................... 6
4
Bedrijfstoestand DAG / NACHT .............................................................. 7
5
Wat te doen bij brandalarm ..................................................................... 8
6
Meldergroepen tijdelijk uitschakelen ..................................................... 9
7
Wat te doen bij storing .......................................................................... 10
8
Meldertest ............................................................................................... 11
9
Procedure voor het testen van melders ............................................... 13
1
Overzicht indicatie
1
Bedrijf Dagorg. in
2
ALARM
3
6
Dag / Nacht org.
7
Afstellen Akoestisch
8
Systeemdeel uit Meldertest
15
16
Ontruiming 17
Storing
Groep 1
Alarmvertr. uit
Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Aardsluiting 9
Doormeld. actief
4
Terugstellen
10 11
Bediening vrij
12
5
1
2
Start
13
4
3
Stop
14
Storing Voeding Storing centrale
E
. LED 1
Functie Bedrijf
Kleur Groen
Dagorg. in
Geel
Alarm
2 x Rood
4
Doormelding actief
Geel
5
Bediening vrij
Geel
6
Systeemdeel uit
Geel
7
Meldertest
Geel
8 9
Storing Aardsluiting
Geel Geel
10
Storing voeding
Geel
11 12
Storing centrale Alarmgevers Storing / uit
Geel Geel
13 14
Sturingen geblokkeerd Door melding Storing / uit
Geel Geel
15
Ontruiming actief
Rood
16 17
Groep X in alarm Groep X status
Rood Geel
2
4 Telecom Service Security B.V.
bet Geeft de bedrijfstoestand aan Aan, in bedrijf Uit, brandmeldcentrale is spanningsloos en niet in bedrijf Alarm organisatie Aan : in Dag-organisatie Uit : in Nacht-organisatie Alarm indicatie Aan : BRANDALARM Geeft doormelding naar brandweer aan Aan, doormelding naar brandweer is actief Geeft aan of er de centrale in bediening mode is of niet Aan : bediening is vrij Uit : alleen bediening zonder code is mogelijk Geeft aan of er 1 of meer groepen zijn uitgeschakeld voor brand Aan : 1 of meer groepen zijn uitgeschakeld Geeft aan of er 1 of meer groepen in meldertest staan Aan : 1 of meer groepen zijn in meldertest Geeft aan of er een storing in de brandmeldcentrale is Geeft aan indien er in de installatie een vorm van aardsluiting is opgetreden Geeft aan of er een storing in de voedingsgedeelte van de BMC is Geeft aan of de BMC defect is Geeft de status van de alarmgevers aan Storing : snel knipperend uit : langzaam knipperend Geeft de status van de doormelding aan Storing : snel knipperend uit : langzaam knipperend Geeft de status van de ontruimingsactivering aan Aan : Ontruiming is actief Snel knipperend : Na het indrukken van de ontruimingtoets, wachtend op de “start” toets, time-out na 5 sec Alarm indicatie van de betreffende groep Geeft de status van de groep aan Systeemdeel uit : continue Storing : snel knipperend Meldertest : langzaam knipperend
2
Overzicht bediening
Bedrijf Dagorg. in
ALARM Doormeld. actief
Dag / Nacht org.
1
Afstellen Akoestisch
2
Terugstellen
3
Systeemdeel uit Meldertest
Storing Voeding
Alarmgevers Storing / uit
6
8
Groep 2
LED test Alarmg. test
9
Groep X
10
Groep X
In / uit
Sturingen geblokk.
7
Doormelding Storing / uit
Drm. alarm
Start
Alarmvertr. uit Aardsluiting
Bediening vrij
5
Groep 1
Storing
Storing centrale
4
12
Ontruiming
In / uit
11
Stop
Bedieningniveaus De toegang voor bediening van de brandmeldcentrale is ondergebracht in 3 verschillende bedieningsniveaus. Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Toets Sleutelschakelaar* 1
Bediening is altijd mogelijk Bediening is alleen mogelijk via toegangscode of sleutelschakelaar. Toegang programmering Bedieningsniveau --
Alle bedienfuncties op bedieningsniveau 2
Dag / Nacht omschakeling Afstellen akoestisch alarm
Niv. 2
Activeren en deactiveren van Dagorganisatie
Niv.1 of Niv.2
Terugstellen 1-2-3-4
Niv. 2 --
8
Alarmvertr. Uit
Niv. 1
9
Led test
Niv. 1
Alarmgever test
Niv. 2
10
In / uit
Niv. 2
11
In / uit
Niv. 2
12
Ontruiming
Accepteren van alarm en storingsmeldingen Afstellen van zoemer en alarmgevers Resound alarmgevers na 2 x drukken Terugstellen van Alarmen Toegang verschaffen op bedieningsniveau 2 De toetsen moeten op vooraf ingestelde volgorde worden gedrukt Loop test activeren Simuleren van alarm of storing Het afbreken van V1 / V2 Alarmvertraging V1/V2 tijd wordt op 0 gezet Alleen toepasbaar indien de centrale in alarm toestand is en alarmorganisatie is toegepast Het activeren van LED-test wanneer de toets langer dan 1 sec wordt ingedrukt Het activeren van alarmgevertest wanneer de toets langer dan 5 sec wordt ingedrukt De alarmgevers worden actief gedurende 30 sec Wordt onderdrukt tijdens Alarm toestand Stoppen voor de vervaltijd van 30 sec mogelijk met toets “afstellen akoestisch” of herhaalt drukken op toets 9 Het tijdelijk uitzetten van Alarmgevers en /of uitgaande stuurlijnen 1e x drukken: alarmgevers uitzetten 2e x drukken: uitgaande sturingen uitzetten 3e x drukken: beide functies uitzetten 4e x drukken: beide functies aanzetten Het tijdelijk uitzetten van doormelding, Alarm en Storing 1e x drukken: uitzetten 2e x drukken: aanzetten Wordt gebruikt als voorselectie om handmatig de ontruimingmode te activeren. Activeren van ontruiming Druk op ontruiming Druk (binnen 5 sec) op “Start” Deactiveren van ontruiming Druk op “Stop”
2
3 4..7
Functie
7
Niv. 1 12
4
* Sleutelschakelaar is optioneel en wordt in de behuizing ingebouwd
5 Telecom Service Security B.V.
3
Normaalbedrijf
In deze toestand is de BMC in gereedheid voor het ontvangen en verwerken van Alarmen. Tijdens het normaalbedrijf zijn er geen Alarmen of storingen aanwezig. In het signaleringsveld Bedrijf 1 Is alleen de groene indicatie-LED actief. De volgende situaties kunnen daarbij ook aanwezig zijn: - De brandmeldcentrale kan zich in de bedrijfstoestand DAG of NACHT bevinden (zie hoofdstuk 4) 2 - Er kunnen bepaalde installatiedelen uitgeschakeld zijn, in dat geval is de gele indicatie-LED 3 van Systeemdeel-uit actief.
1 2
Bedrijf Dagorg. in
ALARM Doormeld. actief
3
Dag / Nacht org.
Start
6 Telecom Service Security B.V.
3
Alarmvertr. uit
Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Aardsluiting Storing Voeding Storing centrale
Terugstellen
2
Groep 1
Storing
Afstellen Akoestisch
Bediening vrij
1
Ontruiming
Systeemdeel uit Meldertest
4 Stop
E
4
Bedrijfstoestand DAG / NACHT
De bedrijfstoestanden DAG / NACHT zijn alleen van belang bij die installaties, waarin het signaal van de automatische melders vertraagd wordt doorgemeld. De handbrandmelders worden direct doorgemeld. Bedrijfstoestand DAG Er is (zijn) een bevoegd persoon (personen) aanwezig, om bij een ALARM-melding van een automatische brandmelder op verkenning te gaan. De melding wordt volgens een vooraf gedefinieerde alarmorganisatie afgehandeld. Bij een brandmelding van een handbrandmelder wordt de melding direct doorgemeld naar de brandweer. Bedrijfstoestand NACHT Er is (zijn) geen bevoegd persoon (personen) aanwezig, om bij een ALARM melding van een automatische brandmelder op verkenning te gaan, de melding wordt direct naar de brandweer doorgemeld.
Bedrijf Dagorg. in
3
ALARM Doormeld. actief
Dag / Nacht org.
2
Systeemdeel uit Meldertest
Ontruiming
Groep 1
Alarmvertr. uit
Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
In / uit
Groep 4
Storing
Afstellen Akoestisch
Aardsluiting Storing Voeding Storing centrale
Terugstellen
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
Bediening vrij 1
1
2
3
Start
4
Doormelding Uit / storing /
In / uit
Drm. alarm
Stop
E
Handmatig omschakelen van NACHT naar DAG Deze handeling kan alleen in bedieningsniveau 2 worden uitgevoerd. Geef de bediening vrij door de vrijgavecode in te toetsen 1 of door de optionele sleutelschakelaar kwartslag te draaien Druk toets DAG / NACHT-org. 2 De indicatie-LED 3 licht op, de centrale is naar Dag-organisatie omgeschakeld
Handmatig omschakelen van DAG naar NACHT Deze handeling kan alleen in bedieningsniveau 2 worden uitgevoerd. De indicatie-LED 3 is actief Geef de bediening vrij door de vrijgavecode in te toetsen 1 of door de optionele sleutelschakelaar kwartslag te draaien Druk toets DAG / NACHT-org. 2 De indicatie-LED 3 is uit, de centrale is naar Nacht-organisate omgeschakeld
7 Telecom Service Security B.V.
5
Wat te doen bij brandalarm
1. Bedienveld opzoeken 2. Toets Afstellen akoestisch indrukken 1 3. Aflezen welke groep in alarm staat
2
(b.v. Groep 1)
4. Plaats van de brand opzoeken. 5. Beslissen, of het een echte, ongewenste, of een onechte brand is. Echte brand: (DAG-organisatie): dichtstbijzijnde Handbrandmelder activeren of toets Alarmvertraging drukken. 3Het alarm wordt doorgemeld. Ongewenste of onechte brand: de brandmeldcentrale na vrijgave bediening 4 meteen terugstellen 5
Bedrijf Dagorg. in
ALARM Doormeld. actief
Systeemdeel uit Meldertest
Dag / Nacht org. Afstellen Akoestisch
1
Terugstellen
5
2 Ontruiming
Storing Alarmvertr. uit Aardsluiting
Bediening vrij
3
Groep 1 Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Storing Voeding Storing centrale
4
1
2
Start
8 Telecom Service Security B.V.
3
4 Stop
E
6
Meldergroepen tijdelijk uitschakelen
Brandmeldgroepen kunnen tijdelijk uitgeschakeld worden. Dit is in principe alleen in uitzonderlijke situaties nodig, bijvoorbeeld bij buitengewone werkzaamheden zoals: Groepen met rookmelders: Groepen met thermische melders: Groepen met handbrandmelders: Groepen uitschakelen 1. Bediening vrijgeven 1
waarbij er rook en stof kan ontstaan waarbij er hoge temperatuur verandering optreden waarbij er gevaar is voor een onbedoelde activering
met de juiste code of met sleutelschakelaar.
1. Toets van de betreffende groep 1x indrukken (b.v. Groep 1) 2 2. Het gele indicatiel-LED van de groep brandt continue 3 licht op 4
en het gele indicatie-LED van systeemdeel-uit
4
Bedrijf Dagorg. in
ALARM Doormeld. actief
Systeemdeel uit Meldertest
Dag / Nacht org.
Storing
Afstellen Akoestisch
1
2
Start
9 Telecom Service Security B.V.
3
4 Stop
Groep 1 Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Storing Voeding Storing centrale
Terugstellen
3
Alarmvertr. uit Aardsluiting
Bediening vrij
1
Ontruiming
2
E
7
Wat te doen bij storing
1. Melding accepteren door toets akoestisch afstellen drukken 1 2. Aflezen welke groep in storing staat, de gele inidcatie-LED knippert 2 3. De storingsindicatie -LED licht continue op 3 4. Plaats van de storing opzoeken 5. Indien de storing niet verholpen kan worden, contact opnemen met Siemens Nederland N.V.
Bedrijf Dagorg. in
ALARM Doormeld. actief
Systeemdeel uit Meldertest
Dag / Nacht org. Afstellen Akoestisch
3 1
Bediening vrij
1
2
Start
3
4
2
Storing
Groep 1
Alarmvertr. uit
Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Aardsluiting Storing Voeding Storing centrale
Terugstellen
Ontruiming
Stop
E
De volgende handelingen kunnen door de beheerder zelf worden uitgevoerd. Melderstoring: - Indien de melder verwijderd is, de melder terugplaatsen - Indien melder defect is, de melder vervangen. Let op: deze mag alleen door hetzelfde meldertype vervangen worden. Storing aan handbrandmelder: - Indien ruitje gebroken, het ruitje vervangen - Bij andere storingen Telecom Service Security B.V. bellen Netspanninguitval: - Bij uitval van de netspanning, zijn geen maatregelen nodig. De brandmeldcentrale is voorzien van accu’s met een noodstroom capaciteit van tenminste 12 uur. - Bij spanningsuitval zonder netspanningonderbreking in het plaatselijke elektriciteitsnet, moeten de zekeringen in de meterkast worden gecontroleerd en indien nodig vervangen. Bij alle andere storingen contact opnemen met Telecom Service Security B.V..
10 Telecom Service Security B.V.
8
Meldertest
Functie meldertest dient voor een individuele controle van de werking van ieder afzonderlijke automatische of handbrandmelder. Testen automatische brandmelders Deze melders worden met een speciale melderstester geactiveerd. Testen handbrandmelders Worden d.m.v. Een speciale testsleutel van buitenaf geactiveerd zonder het ruitje te breken Geactiveerd door het openen van het deurtje van de behuizing
Testalarm Onder test alarm verstaat men de geactiveerde toestand van automatische melders in bedrijfstoestand meldertest. In bedrijfstoestand meldertest geven de hand- en automatischebrandmelders geen alarm. Dit houdt in dat er geen akoestische melding ontstaat en er geen doormelding naar brandweer en/of andere sturingen plaatsvinden. De indicator van de melder zal knipperen indien de melder goed functioneert. Groepen in testalarm zetten 1. Bediening vrijgeven 1
met de juiste code of met sleutelschakelaar.
2. Toets van de betreffende groep 2x indrukken (b.v. Groep 1) 2 3. De gele indicatie-LED 3 op
Bedrijf Dagorg. in
ALARM
van de groep knippert langzaam, de gele indicatie-LED van Meldertest 4 licht
Systeemdeel uit Meldertest
Dag / Nacht org.
1
2
Start
11 Telecom Service Security B.V.
4 Stop
Groep 1
Alarmvertr. uit
Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Storing Voeding Storing centrale
Terugstellen
3
3
Aardsluiting
Bediening vrij
1
Ontruiming
Storing
Afstellen Akoestisch
Doormeld. actief
4
2
E
Activering van het ontruimingsignaal Ontruimingsalarm is bedoeld om de mensen in het gebouw te evacueren in geval van brand of andere noodsituaties. De ontruimingssignaal is handmatig te activeren, daarnaast is er ook een automatische activering in geval van een brandalarm.
Handmatige activering 1. Druk op toets 1 t.b.v voorselectie activering ontruiming 2. De rode indicatie-LED 2 zal snel knipperen, indien er binnen 5 sec niet op “start” gedrukt wordt, moet opnieuw op toets 1 gedrukt worden 3. Druk op toets “Start” voor de activeringen, 3 de LED 2 zal dan continue oplichten ipv knipperen.
Bedrijf Dagorg. in
ALARM Doormeld. actief
Systeemdeel uit Meldertest
Dag / Nacht org. Afstellen Akoestisch
2
5
3 Start
4
Groep 1
Alarmvertr. uit
Groep 2
LED test Alarmg. test
Groep 3
Alarmgevers Storing / uit Sturingen geblokk.
In / uit
Groep 4
Doormelding Uit / storing / Drm. alarm
In / uit
Aardsluiting Storing Voeding Storing centrale
Terugstellen
3
1
Storing
Bediening vrij
1
2 Ontruiming
4 Stop
Automatische activering De automatische activering van het ontruimingssignaal is afhankelijk van de configuratie. Indien er een brandalarm ontstaat door activering van handbrandmelder of na het verlopen van de alarmorganisatie, zal het ontruimingssignaal automatisch afgaan. Hierbij zal LED continue2oplichten en de zoemer van de centrale zal dan afgaan. De zoemer van de centrale is af te stellen door op toets “akoestisch afstellen” te 5 drukken. Stoppen van het ontruimingssignaal Druk op toets
4
hiermee zal de ontruiming direct stoppen.
12 Telecom Service Security B.V.
E
9
Procedure voor het testen van melders
Testen van rookmelders 1. 2. 3. 4.
Zet de groep in meldertest Plaats het testapparaat op de melder Wacht totdat de indicator van de melder begint te knipperen Verwijder het testapparaat - Automatische reset na 10s 5. Schakel de groep terug naar normaal bedrijf
Testen van thermische melders 1. 2. 3. 4.
Zet de groep in meldertest Plaats het testapparaat op de melder en schakel de heater aan Wacht totdat de indicator van de melder begint te knipperen Verwijder het testapparaat - Automatische reset na 10s 5. Schakel de groep terug naar normaal bedrijf
Testen van handbrandmelders 1. 2. 3. 4.
Zet de groep in meldertest Afhankelijk van het type handbrandmelder, deurtje openen of de testsleuteltje insteken Wacht totdat de indicator van de melder begint te knipperen Verwijder het testsleuteltje of sluit het deurtje van de handbrandmelder - Automatische reset na 10s Schakel de groep terug naar normaal bedrijf.
13 Telecom Service Security B.V.
Telecom Service Security B.V. Industriepark 21 9351 PA LEEK tel.: 0594-588599 fax: 0594-588590 Bij storingen: 0594-518010 (24 uur per dag) www.telecom-service.nl Editie
01-09-2003