1e Statie: Jezus wordt ter dood veroordeeld. De eerste plaats waar Jezus stil stond op de kruisweg, was het paleis van de Romeinse landvoogd Pontius Pilatus. De joodse leiders wilden Jezus uit de weg ruimen. Ze wilden Jezus kruisigen en riepen: Kruisig Hem, totdat Pilatus Jezus uitleverde aan de joodse leiders. Die hebben Jezus veroordeeld tot de kruisdood. Jezus hield zoveel van ons, dat Hij gestorven is om de dood te overwinnen en ons na de dood het eeuwige leven te geven.
2e Statie: Jezus neemt het kruis op zijn schouders. De Romeinse soldaten brengen een groot houten kruis, dat Jezus moet dragen. Het is zwaar en ruw. Zelf zijn kruis dragend, trok Jezus de stad uit, naar Golgota, wat schedelplaats betekent. Waarlijk, het waren onze ziekten die Hij op zich nam, en onze smarten, die Hij heeft gedragen. Voor Jezus betekent het kruis: het kwaad, de haat, de jaloezie en de wreedheid van ieder mens. Door zijn liefde verandert hij zijn kruis en geeft ons hoop, liefde en redding. Als je het kruisteken maakt, denk dan aan dit kruis, dat Jezus uit liefde voor ons heeft gedragen.
3e Statie: Jezus valt voor de 1e maal onder het kruis.
4e Statie: Jezus ontmoet zijn bedroefde moeder. Nadat Jezus een heel eind gelopen heeft, ziet Hij zijn moeder Maria tussen de menigte staan. Zij wil Hem helpen. Zijn kruis wordt haar kruis. Zijn vernedering wordt de hare. Haar verdriet is groot. Jezus is dankbaar dat zij er is. Maria houdt van Jezus en ze is trots op Hem, zelfs al voelt ze zich te bedroefd en te hulpeloos om iets te doen.
5e Statie: Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis dragen. De soldaten, die meeliepen, zagen dat Jezus zwak was. Ze pakten gewoon iemand uit de menigte en dat was Simon van Cyrene. En Simon dacht: ik kan de soldaten niet tegenspreken. Dus hielp hij Jezus het kruis dragen. Wat zal hij gedacht hebben? Wat zullen de mensen wel zeggen? Of is hij naderhand toch trots geweest, dat hij Jezus' kruis heeft mogen dragen ? Wat zou jij ervan vinden, als jij het kruis zou moeten dragen?
6e Statie: Veronica droogt het aanschijn van Jezus af. Veronica stapte uit het volk naar voren met een doek. Jezus heeft het kruis op zijn schouders. Dus zij veegt zijn gezicht af, waar bloed en zweet langs druppelt. Veronica doet eenvoudig iets vriendelijks. Het is alles, wat zij kan doen. Zij kan het kruis niet optillen, zoals Simon van Cyrene. Zij wordt ook niet gedwongen. Veronica handelt spontaan en vanuit haar hart. Zij zorgt en verzorgt op een manier, die zij gewend is. De vriendelijke daad is een van de mooiste dingen, die Jezus op zijn kruisweg is overkomen.
7e Statie: Jezus valt voor de 2e maal onder het kruis. Simon vervolgt zijn weg en Jezus draagt het kruis weer alleen. De tocht naar Kalvarie is halverwege. Jezus struikelde, wankelt en valt dan. Hij ademt zwaar en heeft bijna geen kracht meer over. Toch staat Hij op. En omdat Hij zoveel van mensen houdt, is Hij in staat door te gaan met de hulp en de kracht van zijn Vader in de hemel.
8e Statie: Jezus troost de wenende vrouwen. Op zijn kruisweg komt Jezus een groep Jeruzalemse vrouwen tegen. Ze huilen om hem, omdat hij zoveel lijdt, en omdat veel machtige hoge priesters hem wreed behandeld hebben. Jezus vertelt hen, dat ze moeten huilen voor zichzelf en voor hun kinderen, omdat de wreedheid in de wereld hen net zo veel zal raken als hem. Ziekte, dood, wreedheid zal voor ons mensen een even zwaar kruis zijn als dat van Jezus.
9e Statie: Jezus valt voor de 3e maal onder het kruis. Voor de derde maal valt Jezus. Hij heeft veel bloed verloren. De hete zon brandt op zijn huid. Hij heeft veel heuvels beklommen, terwijl Hij zijn zware kruis droeg. Hij doet nog een keer zijn best om op te staan, want Hij wilde zijn kruis dragen uit liefde voor ons.
10e Statie: Jezus wordt van zijn kleren beroofd. Wanneer Jezus op de top van de Kalvarieberg is gekomen, legt hij het kruis neer. De soldaten doen Hem zijn kleren uit en laten Hem hulpeloos vernederd staan. Hij wordt behandeld als een grote midadiger, als een stuk vuil. Dit ontklede lichaam vervult de wil van God. Als jij je eenzaam voelt en verlaten, vindt dan steun en kracht in Jezus, die dat heel goed begrijpt.
11e Statie: Jezus wordt aan het kruis genageld. Nu laten ze Jezus op het kruis liggen. Ze strekken zijn armen uit en slaan Hem met spijkers door zijn handen en voeten. Hij zit zo stevig vast, dat Hij niet kan ontsnappen. Alleen zijn grote liefde voor ons, geeft Jezus de kracht om deze pijn en dit lijden te verdragen. Dit blijkt uit zijn woorden aan het kruis: "Vader vergeef hun, want ze weten niet wat zij doen".
12e Statie: Jezus sterft aan het kruis. Het kruis staat en Jezus hangt er aan. De tijd gaat langzaam vooruit. Hij had veel pijn. Maar belangrijker dan zijn pijn was de liefde voor ons en de bereidheid voor ons te sterven. Rond drie uur werd het duister in de hele streek. Toen begon het te donderen en Jezus riep met luide stem: "Vader in uw handen beveel Ik mijn geest". Toen Hij dit gezegd had, gaf Hij de geest.
13e Statie: Jezus wordt van het kruis afgenomen. Nadat Jezus gestorven is aan het kruis, nemen een paar vrienden zijn lichaam voorzichtig van het kruis en leggen Jezus in de armen van zijn moeder. Toen Jezus nog een baby was, hield moeder Maria Hem op dezelfde manier vast. Nu is Hij zoveel groter, maar er zit geen leven meer in zijn lichaam Wat zal Maria bedroefd zijn geweest. Als jij bedroefd bent, bidt dan tot de moeder van Jezus. En niemand die jou beter begrijpt.
14e Statie: Jezus wordt in het graf gelegd. De laatste plaats waar Jezus stil houdt op deze donkere vrijdag, is een graf. Zijn vrienden leggen zijn lichaam op de platte steen, vegen het bloed af, wassen zijn lichaam schoon en doen er lekker ruikende kruiden omheen. Zijn vrienden en moeder raken zijn lichaam voor de laatste keer aan, voordat zij weggaan. Zij zijn ontmoedigd en voelen dat al hun hoop op Jezus is verloren.