3D beelden varianten. Variant 1 (18 woningen) Variant 2 (18 woningen) Variant 3 (18 woningen) Variant 6 (20 woningen)

1

2

3

1 4

1

2 3

3

4

2

3

Variant 1 (18 woningen)

1


3

1 4


2

3 4

3

Variant 4 (18 woningen) Ruimtelijke uitgangspunten: In de massastudie zijn op basis van de ruimtelijke envelop en het programmatische kader een zestal varianten opgesteld. In alle varianten zijn dan ook minimaal 18 woningen gerealiseerd. Per variant is de massa vanuit verschillende invalshoeken in beeld gebracht. Puntsgewijs worden de varianten toegelicht.

4

4 3



3D beelden varianten

1

2

3 4

Plattegrond

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein

Churchillstraat thv het theater

Churchillstraat

Koterweg

Variant 1 • massa te breed voor accent aan plein (1) • Massa Churchillstraat in aansluiting op ‘t Achterdorp (2) • Geleidelijk overgang tussen kerk en accent aan Churchillstraat, maar verbijzonderinga hoek blijft ervaarbaar (3) • Harde confrontatie met de massa van de apotheek (4)

3D beelden variant 1

1

2 3

4 3

Plattegrond

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein


Churchillstraat

Koterweg

Variant 2 • Stedenbouwkundig accent aan plein, minder helder door grotere massa aan Koterweg (1) • Massa Churchillstraat in aansluiting op kantoren en theater (2) • Sterk getrapte massa langs Koterweg geeft onrustig beeld (3) • Getrapte overgang naar massa apotheek (4)


1

3

4 2

Plattegrond

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein


Churchillstraat

Koterweg

Variant 3 • Stedenbouwkundig accent aan plein, minder helder door grotere massa aan Koterweg (1) • Massa Churchillstraat in aansluiting op apotheek en het ‘t Achterdorp (2) • Logische getrapte massa langs Koterweg (3)


1

3

4 3

Plattegrond

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein


Churchillstraat

Koterweg

Variant 4 • Bescheiden maar helder stedenbouwkundig accent aan plein (1) • Massa Churchillstraat in aansluiting op kantoren, theater en ‘t Achterdorp (2) • Getrapte overgang tussen kerk en hoek (3) • Getrapte overgang naar massa apotheek (4)


1

2

4

Plattegrond

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein


Churchillstraat

Koterweg

Variant 5 • Massa te breed voor accent (1) • Massa Churchillstraat autonoom, voegt zich niet naar de omgeving (2) • Sterke schaalsprong van massa langs Koterweg (3) • Harde confrontatie met de massa van de apotheek (4)


1

3

4 3

Plattegrond

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein


Churchillstraat

Koterweg

Variant 6 • Massa te breed voor accent (1) • Massa Churchillstraat in aansluiting op kantoren, theater en ‘t Achterdorp (2) • Grote massa langs Koterweg, accent niet helder (3) • Getrapte overgang naar massa apotheek (4)


Conclusie massastudie

Op basis van de voorgaande massastudie kan worden gesteld dat in variant 4 sprake is van een optimale verdeling van het programma binnen het gestelde ruimtelijk kader. In deze variant ontstaat een helder accent aan de pleinruimte voor het theater. Door de getrapte opbouw van het volume reageert de massa op de naastgelegen bebouwing en voegt het zich in de omgeving. De kerk blijft een autonoom element en de wandvorming aan de Koterweg blijft bescheiden. De overige varianten hebben diverse nadelen waardoor deze zijn komen te vervallen. Door deze varianten met voor- en nadelen in deze stedenbouwkundige visie op te nemen wordt duidelijk op welke manier de hoofdlijnen van de stedenbouwkundige massa tot stand zijn gekomen.

Uitwerking voorkeursvariant

Aan de hand van de massa van variant 4 is het gebouw verder uitwerkt. Een belangrijk aandachtspunt bij de uitwerking vormt de verschijningsvorm van de vierde woonlaag en de bijbehorende verkeersruimten. Daarnaast is aandacht besteed aan de geleding van de gevels en de vormgeving van het architectonische accent op de hoek Koterweg/Churchillstraat. Vierde bouwlaag Met de vormgeving van de vierde laag kan de impact van de massa op de omgeving worden verzacht en kan de verkeersruimte op een logische manier worden opgenomen in de massa van het woongebouw. Een van de manieren waarop de massaliteit van het woongebouw kan worden verzacht is het terugleggen van de vierde bouwlaag. Door deze ingreep bestaat de vierde bouwlaag uit een ondergeschikt volume bovenop de hoofdmassa. Dit effect kan verder worden versterkt door een afwijkend kleuren materiaalgebruik. De bijbehorende verkeersruimte kan integraal worden meegenomen in de uitwerking van de vierde woonlaag. Daarbij kan het stijgpunt van het woongebouw dienen als overgang tussen de hoofdmassa en de vierde laag. Een eventuele liftopbouw is vanwege de zichtbaarheid echter niet wenselijk. Door het toepassen van een hydraulische lift kan het stijgpunt aansluiten op de bouwhoogte van de vierde bouwlaag. De vierde bouwlaag krijgt een voldoende overstek om de massa visueel te beëindigen. Indeling en geleding van de gevels In de architectonische uitwerking kan het onderscheid tussen de kerk en de appartementen worden versterkt door middel van de geleding. De bestaande kerk kent een horizontale geleding. De uitbreiding van de kerk kan hierbij aansluiten. Het appartementencomplex krijgt daarentegen een verticale geleding. De verticale geleding van het appartementengebouw wordt bereikt door de verticale raampartijen gescheiden door penanten. Bij de bredere raampartijen kan de verticale geleding tot uitdrukking komen door het toepassen van raamstijlen. Naast de verticaliteit van de raampartijen wordt door een verbijzondering in het metselwerk de traveeën van het gebouw benadrukt. Hierdoor wordt tevens de plasticiteit van de gevel vergroot. De appartementen worden voorzien van franse balkons. Uitpandige buitenruimtes zijn niet wenselijk.

Architectonisch accent hoek Koterweg/Churchillstraat De hoek aan het plein verdient bij de uitwerking bijzondere aandacht. Door een bijzondere vormgeving van de hoek van het gebouw kan hier aan de pleinruimte voor het theater een bescheiden herkenningspunt ontstaan. Dit herkenningspunt vormt een licht uitspringend bouwdeel ten opzichte van de hoofdmassa. De breedte van het accent is bescheiden en loopt door tot net boven de vierde laag van het gebouw. Het accent krijgt hierdoor een duidelijke verticale richting. Het bijzondere karakter van dit bouwdeel wordt versterkt door het te voorzien van een dak met, net als de gehele vierde laag, voldoende overstek. Kleur- en materiaalgebruik Het appartementengebouw wordt uitgevoerd in een traditionele metselwerkarchitectuur. Om het onderscheid tussen de bouwdelen te vergroten worden twee kleuren baksteen voorgesteld. Bijvoorbeeld een lichtbruine baksteen voor het bouwdeel aan de Churchillstraat en een donkerbruine baksteen voor het bouwdeel aan de Koterweg. De donkerbruine baksteeen kan eveneens worden gebruikt voor het accent op de hoek. De vierde laag wordt uitgevoerd in een sterk afwijkend materiaal. De vierde laag krijgt, in tegenstelling tot de hoofdmassa een lichte uitstraling mee door bijvoorbeeld het toepassen van zink of licht stucwerk in combinatie met veel glas. Net als de vierde bouwlaag krijgt het accent op de hoek eveneens een hoofdzakelijk transparante uitstraling mee door middel van raampartijen over de gehele verdiepingshoogte.

Boven: Referenties van bijzondere hoekaccenten

Uitwerking massa

Indicatieve uitwerking van de massa

Bouwheerstraat

Gowthorpeplein

Churchillstraat

Koterweg


3D beelden Indicatieve uitwerking

Plaatsing/Situering (Conform het bijgevoegde matenplan); • Koterweg: aansluiten bij rooilijn kerkgebouw; • Chuchillstraat: Aansluiten bij rooilijn ‘t Achterdorp; • een 2 meter verspringende rooilijn van het oostelijk bouwdeel ten opzichte van westelijk bouwdeel (zowel aan noord- als zuidzijde); • afstand tot de apotheek minimaal 6 meter; • strook overwegend groene, collectief beheerde, private ruimte rondom het gebouw varierend van 1 tot 3,5 meter breed; • entree appartementengebouw ter hoogte van verspringing bouwdelen, tegenover de entree van ‘t Achterdorp en parkeerterrein; • entree uitbreiding kerk aan Koterweg; • ondergrondse parkeervoorziening met minimaal 18 parkeerplaatsen; • inrit parkeervoorziening naast de uitbreiding van de kerk; • bestaande inrichting openbare ruimte zoveel mogelijk handhaven; • verplaatsen/herplanten boom ter hoogte van inrit parkeergarage. Massa/Vorm (Conform het bijgevoegde matenplan); • uitbreiding kerk in één laag in aansluiting op de bestaande kerk; • uitbreiding kerkgebouw vormgeven als zelfstandig bouwdeel; • appartementengebouw in drie lagen met terugliggende vierde laag; • setback vierde laag: noord- en oostzijde minimaal 1 meter, zuidzijde minimaal 2,5 meter, exclusief benodigde verkeersruimte en hoekaccent; • vierde bouwlaag in oost/westelijke richting maximaal 14 meter breed exclusief benodigde verkeersruimte; • hoek Koterweg/Churchillstraat verbijzonderen door een licht uitspringend bouwdeel van maximaal een halve travee breed vanaf de begane grond tot en met de vierde bouwlaag; • geen opbouw voor technische installaties boven de vierde bouwlaag. Gevels; • horizontale geleding gevels bij de uitbreiding van het kerkgebouw; • verticale geleiding gevels bij het appartementengebouw; • verticale geleding door middel van; - verticale raampartijen gescheiden door penanten; - bij bredere raampartijen verticaliteit bereiken dmv raamstijlen; - traveeën benadrukken door verbijzondering van het metselwerk; - verbijzondering hoek vormgeven als verticaal element. • geen uitpandige buitenruimten; • gemetselde borstwering. Dak; • vierde bouwlaag voorzien van voldoende overstek om massa te beëindigen; • hoekaccent voorzien van een zelfstandig dak met voldoende overstek. Kleur- en materiaalgebruik; • baksteen in een natuurlijke kleur vormt het hoofdmateriaal; • afwisseling gevels vergroten door het gebruik van twee familiare baksteenkleuren; • vierde bouwlaag uitvoeren in een sterk afwijkend materiaal met een lichte uitstraling in combinatie met veel glas; • hoekaccent krijgt een hoofdzakelijk transparante uitstraling.

Toetsingskader & Matenplan Schaal 1:500 A-3 formaat

Koterweg I

Bijlage 2 Bodemonderzoek

"Koterweg I"(ontwerp)

57

Koterweg I

58


BO11045

Milieutechniek ZVS Eemnes BV

INHOUD

bladzijde

1

INLEIDING

3

2

VOORONDERZOEK 2.1 Vroegere en huidige gebruik van de locatie 2.2 Geohydrologische situatie

4 4 4

3

HYPOTHESE

5

4

ONDERZOEKSMETHODE 4.1 Veldwerk 4.2 Chemisch laboratoriumonderzoek

5 5 5

5

RESULTATEN 5.1 Richtwaarden 5.2 Zintuiglijk 5.3 Grond 5.4 Grondwater

6 6 6 7 8

6

INTERPRETATIE

9

7

CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN

9

BIJLAGEN 1. 2. 3. 4.

Onderzoekslocatie Boorlocaties Beschrijving boorprofielen Analysecertificaten 2

BO11045

1


INLEIDING In opdracht van Bouwcomité De Oud Gereformeerde Gemeente heeft Milieutechniek ZVS Eemnes BV in januari 2011 een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd aan de Koterweg 1-3 te Barneveld. Dit onderzoek is uitgevoerd in verband met de geplande nieuwbouw op de locatie. Doel van het onderzoek is de gronden grondwaterkwaliteit op het onderzoekslocatie vast te leggen, teneinde inzicht te verkrijgen of er sprake is van bodemverontreiniging en zo ja, met welke parameters grond en grondwater zijn verontreinigd en of dit een belemmering vormt voor de afgifte van een bouwvergunning. Milieutechniek ZVS Eemnes BV heeft zorggedragen voor de opzet en uitvoering van het bodemonderzoek conform de geldende richtlijnen. Het veldwerk en de monsterneming zijn uitgevoerd door Marvin BV milieutechniek en Milieutechniek ZVS Eemnes BV volgens de SIKB BRL 2000 met de bijbehorende protocollen, waarvoor Milieutechniek ZVS Eemnes BV en het ingeschakelde veldwerkbureau zijn gecertificeerd en erkend (kwalibo). Voor de bemonsteringsstrategie zijn de richtlijnen gevolgd zoals genoemd in de NEN 5740:2009, Onderzoeksstrategie bij Verkennend Bodemonderzoek. De chemische analyses zijn uitgevoerd in het, door de Raad van Accreditatie geaccrediteerde, milieulaboratorium van Analytico te Barneveld. Interpretatie van de chemische analyses is gedaan aan de hand van de Wet Bodembescherming, Circulaire bodemsanering 2009 (7 april 2009) en de Regeling bodemkwaliteit (13 december 2007). Daarnaast is gestreefd naar een zo groot mogelijke representativiteit van het onderzoek, het blijft echter toch mogelijk dat lokale afwijkingen in de samenstelling van het bodemmateriaal voorkomen. Tevens wordt erop gewezen dat het uitgevoerde bodemonderzoek een momentopname is. Milieutechniek ZVS Eemnes BV verklaart dat de werkzaamheden volledig onafhankelijk zijn uitgevoerd. In het navolgende hoofdstuk worden ten aanzien van voornoemde locatie de gegevens van het vooronderzoek beschreven. Hoofdstuk 3 omvat de hypothese van het onderzoek. De hieruit volgende bemonsteringsstrategie wordt in hoofdstuk 4 nader toegelicht. In hoofdstuk 5 worden de analyseresultaten gepresenteerd, welke in het navolgende hoofdstuk worden besproken. Aan de hand van de voorgaande hoofdstukken worden in hoofdstuk 7 uiteindelijk de conclusie(s) en aanbevelingen gegeven omtrent de onderzochte locatie.

3

BO11045


2

VOORONDERZOEK

2.1

Vroegere en huidige gebruik van de locatie De onderzoekslocatie aan de Koterweg 1-3 is kadastraal bekend zoals weergegeven in onderstaande tabel. De regionale situatie is weergegeven in bijlage 1 Tabel 1:

Schematische voorstelling van de regionale bodemopbouw

Locatie

Kadastrale aanduiding

Koterweg 1 Koterweg 3

Barneveld, G, 5354 Barneveld, G, 5353

Oppervlak (m3) 1.095 440

TOTAAL

1.535

Uit historisch onderzoek blijkt dat aan de Koterweg 5 een schildersbedrijf gevestigd is geweest. Bij de Koterweg 1 staat in het historisch bodembestand “sloperij van bouwwerken” genoemd. Beide percelen worden bestempeld als mogelijk verontreinigd. In een straal van 100 meter zijn, voor zover bekend, geen bodemonderzoeken uitgevoerd. (bron: Bodematlas gemeente Barneveld). 2.2

Geohydrologische situatie De gegevens omtrent de ondergrond zijn verkregen uit eerder uitgevoerde onderzoeken en de Grondwaterkaart van Nederland van de Dienst Grondwater van TNO. De locatie ligt op circa 9,6 meter boven NAP. De schematische voorstelling van de bodemopbouw is weergegeven in tabel 1. Tabel 2:

Schematische voorstelling van de regionale bodemopbouw

Pakket 1e watervoerende pakket 1e scheidende laag 2e watervoerende pakket

Diepte (m – mv) 0-17 17-28 28-46

Samenstelling Fijne eolische zandafzettingen Mariene afdekkende klei Matig grof zandige marien afzettingen, schelphoudend

Het grondwater lag ten tijde van het onderzoek gemiddeld op 1,0 m-mv. Opgemerkt wordt dat dit een eenmalige waarneming is, die niet als maatstaf mag worden gehanteerd. De stromingsrichting van het freatische grondwater is vermoedelijk westelijk gericht. De locatie ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied.

4

BO11045

3


HYPOTHESE Gezien het bekende gebruik in het verleden is bij de aanvang van het onderzoek de locatie als ‘onverdacht’ aangemerkt en als zodanig onderzocht.

4

ONDERZOEKSMETHODE

4.1

Veldwerk Het veldwerk is uitgevoerd door de heer J. Streef en de heer P.R. van Wieringen januari 2011 en bestond uit de volgende werkzaamheden (conform VKB protocollen 2001 en 2002): - Inspectie terrein; - Het uitvoeren van in totaal 8 boringen tot 0,5 meter onder het maaiveld én 2 boringen tot 2,0 meter onder maaiveld én het afwerken van 1 boring met een peilbuis; - Het opgeboorde bodemmateriaal bemonsteren per bodemsoort in maximale trajecten van 0,5 meter; - Het beschrijven van de boorprofielen en het zintuiglijk beoordelen (olie/water-proef) van de opgeboorde grond; - Het peilen en bemonsteren van het grondwater één week na plaatsing van de peilbuis; - Voorts zijn van het grondwater de pH en elektrische geleidbaarheid in het veld bepaald. De boorlocaties zijn weergegeven in bijlage 2. De bodemprofielen staan beschreven in bijlage 3. De grondmonsters zijn afzonderlijk verpakt, geconserveerd en naar het laboratorium gebracht. Het samenstellen van de mengmonsters is uitgevoerd door het laboratorium. In totaal zijn 3 grond(meng)monsters en 1 grondwatermonster ter analyse aangeboden aan het laboratorium.

4.2

Chemisch laboratoriumonderzoek De grond(meng)monsters zijn geanalyseerd op de volgende stoffen: - minerale olie - polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK 10 van VROM) - polychloorbifenylen (PCB) - de zware metalen: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel en zink - humus/lutum Het grondwater is geanalyseerd op de aanwezigheid van: - minerale olie - vluchtige aromatische koolwaterstoffen (BTEXN) en styreen - gechloreerde koolwaterstoffen (CKW) en chloorbenzenen - de zware metalen: barium, cadmium, kobalt, koper, kwik, molybdeen, lood, nikkel en zink De monsters zijn onder de AS3000 voorbehandeld. De analyseresultaten zijn verkregen op certificaatnummers 2011017030 en 2011019543 welke compleet zijn weergegeven in bijlage 4.

5

BO11045

5


RESULTATEN Interpretatie van de chemische analyses is gedaan aan de hand van de Wet Bodembescherming, Circulaire bodemsanering 2009 (7 april 2009) en de Regeling bodemkwaliteit (13 december 2007).

5.1

Richtwaarden De richtwaarden zijn: Streefwaarde (SW) De streefwaarden voor het grondwater geven aan wat het ijkpunt is voor milieukwaliteit op de lange termijn, uitgaande van verwaarloosbare risico’s voor het ecosysteem en gelden als waarde waarboven wel en waaronder geen sprake is van grondwaterverontreiniging. AW2000 Sinds 1 oktober 2008 zijn de streefwaarden voor grond komen te vervallen en vervangen door de achtergrondwaarden (AW2000). Deze achtergrondwaarden zijn bepaald door de stofgehaltes die in relatief onbelaste gebieden voorkomen. Omdat deze in 2000 zijn gemeten heten ze in jargon AW2000. Interventiewaarde (IW) De interventiewaarden zijn representatief voor het verontreinigingsniveau waaronder een sanering gewoonlijk niet noodzakelijk is. Bij overschrijding van deze waarde dient mogelijk een sanering te worden uitgevoerd. De noodzaak tot saneren is afhankelijk van het gehalte, de omvang van de verontreiniging, wanneer deze is ontstaan en van de risico’s die ten gevolge van de verontreiniging aanwezig zijn. Of sprake is van een ernstige bodemverontreiniging wordt bepaald in een nader onderzoek. Criterium voor nader onderzoek (NO) Is de waarde waarboven een nader onderzoek noodzakelijk wordt geacht. Deze waarde is het gemiddelde van de vastgestelde streef- en interventiewaarde. Voor een aantal stoffen, zoals zware metalen en organische verbindingen, zijn de achtergronden interventiewaarden afhankelijk van het gehalte aan organische stof en lutum in de bodem.

5.2

Zintuiglijk In het veld is in de opgeboorde grond geen bodemvreemd materiaal aangetroffen en zodoende ook geen asbestverdacht (> 20 mm) materiaal. Organoleptisch zijn geen ongebruikelijke geuren en/of kleuren waargenomen.

6

BO11045

5.3


Grond In tabel 2 zijn de analyseresultaten van de (meng)monsters van de boven- en ondergrond vergeleken met de achtergronden interventiewaarden (IW). Tabel 3:

Analyseresultaten grond(meng)monsters in mg/kg droge stof.

Monster Boringen Diepte

cm-mv

MM1 1, 2, 8, 10, 11 0-50

MM2 3 t/m 7 0-50

MM3 3, 6, 11 50-150

AW2000

NO

IW

49 0,4 4 20 0,11 1,5 12 32,2 60 1,5 0,0056 53

143 4 29 57 1,5 96 23 187 185 21 0,1 727

237 8 54 94 2,8 190 34 342 310 40 0,3 1400

Metalen Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Molybdeen Nikkel Lood Zink PAK PCB (som) Minerale olie

26 0,17 4,3 12 0,21 * < 1,5 5,7 32 35 0,80 0,0062 * < 38 < <

24 0,17 4,3 9,4 0,079 < 1,5 5,2 27 29 0,40 0,0049 note < 38 < <

25 0,17 4,3 9,2 0,12 * < 1,5 3,3 27 20 0,35 0,0049 note < 38 < <

Waarden getoetst aan een bodemtype met organisch stof 2,8 % en lutum 2,0 %. * ** *** note

: : : :

overschrijding AW2000 overschrijding NO overschrijding IW de individuele gehalten zijn kleiner dan detectielimiet, om deze reden mag er van worden uitgegaan dat de met factor 0,7 gecorrigeerde somwaarde voldoet.

7

BO11045

5.4


Grondwater In tabel 3 zijn de analyseresultaten van het grondwatermonster vergeleken met de streef- (SW) en interventiewaarden (IW). Tabel 4:

Analyseresultaten grondwater in µg/l.

Peilbuisnummer Filterstelling Grondwaterstand pH EC

3 150-250 100 6,8 513

cm-mv cm-mv µS/cm

SW

NO

IW

50 0,4 20 15 0,05 5 15 15 65

338 3,2 60 45 0,2 152,5 45 45 433

625 6,0 100 75 0,3 300 75 75 800

0,8 0,01

40 10

80 20

6,00 0,20 7,00 4,00 0,20 0,01 50

153 15 504 77 35 35 325

300 30 1000 150 70 70 600

Metalen Barium Cadmium Kobalt Koper Kwik Molybdeen Nikkel Lood Zink Vluchtige gechloreerden Dichloorpropanen 1,2-dichloorethenen Vluchtige Aromaten Styreen Benzeen Tolueen Ethylbenzeen Xylenen Naftaleen Minerale olie * ** *** note

: : : :

< < < < < < < < som som

72 0,80 5,0 15 0,050 3,6 15 15 60 0,52 0,14

< < < < som < <

0,30 0,20 0,30 0,30 0,21 0,050 100

*

note

note

overschrijding SW overschrijding NO overschrijding IW de individuele gehalten zijn kleiner dan detectielimiet, om deze reden mag er van worden uitgegaan dat de met factor 0,7 gecorrigeerde somwaarde voldoet.

De concentraties van de geanalyseerde vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen lagen alle onder de detectiegrens.

8

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

Omgevingskaart

0m

125 m

Deze kaart is noordgericht.

625 m

Schaal 1: 12500

Hier bevindt zich Kadastraal object BARNEVELD G 5354 Koterweg 1, 3772 BB BARNEVELD © De auteursrechten en databankenrechten zijn voorbehouden aan de Topografische Dienst Kadaster.

BIJLAGE 2 - Boorlocaties -

BIJLAGE 3 - Beschrijving boorprofiel -

Legenda (conform NEN 5104) grind

klei

geur

Grind, siltig

Klei, zwak siltig

Grind, zwak zandig

Klei, matig siltig

geen geur zwakke geur matige geur sterke geur

Grind, matig zandig

Klei, sterk siltig

Grind, sterk zandig

Klei, uiterst siltig

Grind, uiterst zandig

Klei, zwak zandig

uiterste geur

olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig

Klei, sterk zandig

zand

uiterste olie-water reactie

p.i.d.-waarde >0

Zand, kleiïg

>1 >10 Zand, zwak siltig

>100

leem

>1000

Zand, matig siltig

Leem, zwak zandig

>10000

Zand, sterk siltig

Leem, sterk zandig

monsters geroerd monster

Zand, uiterst siltig

overige toevoegingen

ongeroerd monster

zwak humeus

veen Veen, mineraalarm

matig humeus

overig bijzonder bestanddeel

Veen, zwak kleiïg

sterk humeus

Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand

Veen, sterk kleiïg

zwak grindig

Veen, zwak zandig

matig grindig

Veen, sterk zandig

sterk grindig

Gemiddeld laagste grondwaterstand slib

water

peilbuis blinde buis

casing

hoogste grondwaterstand gemiddelde grondwaterstand laagste grondwaterstand

bentoniet afdichting

filter

BO11045


Boring:

01

Boring:

Datum: 31-01-2011

0

0 1

groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor

50

50

Boring:

1


50

50

03

Boring:

04

Datum: 31-01-2011

0

1


50

50

0

0

Datum: 31-01-2011

0

02

Datum: 31-01-2011

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor

2

0

0 1


50

50

100 3 150 4 200

200

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, grijs, Edelmanboor

5 250

250

Boring:

05

Boring:

Datum: 31-01-2011

0

0 1

groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, grijs, Edelmanboor

50

50

06

Datum: 31-01-2011

0

0 1

braak Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, Edelmanboor

50 2 100

100

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, bruin, Edelmanboor

3 150

150

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, grijs, Edelmanboor

4 200

200

Boring:

07

Boring:

Datum: 31-01-2011

0

0 1 50

08

Datum: 31-01-2011

groenstrook Zand, matig fijn, zwak siltig, matig humeus, bruin, Edelmanboor

0 10

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, beige, Edelmanboor

1 50

Barneveld, Koterweg 1-3

50

klinker Edelmanboor

50

BO11045


Boring:

09

Boring:

Datum: 31-01-2011

0 10

0

klinker Edelmanboor

50

Boring:

11

0

0 1


50 2 100

100

Zand, zeer fijn, zwak siltig, zwak humeus, beige, Edelmanboor

3 150 4 200

1 50

Datum: 31-01-2011

200

Barneveld, Koterweg 1-3

0

0

Zand, matig fijn, zwak siltig, zwak humeus, beige, Edelmanboor

1 50

10

Datum: 31-01-2011

50


BIJLAGE 4 - Analysecertificaten -

Milieutechniek ZVS Eemnes BV T.a.v. ing. P.R van Wieringen Postbus 49 3755 ZG EEMNES

Analysecertificaat Datum: 08-02-2011

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen

2011017030 BO11045 Barneveld, Koterweg 1-3 02-02-2011

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst gekoeld bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.

Bewaren tot: Datum:

Naam:

Handtekening:

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.

Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Laboratoriummanager

Eurofins Analytico B.V. Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL

Tel. +31 (0)34 242 63 00 Fax +31 (0)34 242 63 99 E-mail [email protected] Site www.analytico.com

ABN AMRO 54 85 74 456 VAT/BTW No. NL 8043.14.883.B01 KvK No. 09088623

Eurofins Analytico B.V. is ISO 9001: 2008 gecertificeerd door Lloyd's RQA en erkend door het Vlaamse Gewest (OVAM en Dep. LNE), het Brusselse Gewest (BIM), het Waalse Gewest (DGRNE-OWD) en door de overheden van Frankrijk en Luxemburg (MEV).

Analysecertificaat Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Datum monstername Monsternemer Monstermatrix

BO11045 Barneveld, Koterweg 1-3

Certificaatnummer Startdatum Rapportagedatum Bijlage Pagina

31-01-2011

2011017030 02-02-2011 08-02-2011/14:43 A,B,C 1/2

Grond; Grond, AS3000 Eenheid

Analyse

1

2

3

Uitgevoerd

Uitgevoerd

Uitgevoerd

88.1

82.9

S

Voorbehandeling Cryogeen malen AS3000

S

Bodemkundige analyses Droge stof

% (m/m)

88.8

S

Organische stof

% (m/m) ds

2.8

S

Gloeirest

% (m/m) ds

97.0

S

Korrelgrootte < 2 µm (Lutum)

% (m/m) ds

1.9

S

Metalen Barium (Ba)

mg/kg ds

26

24

25

S

Cadmium (Cd)

mg/kg ds

<0.17

<0.17

<0.17

S

Kobalt (Co)

mg/kg ds

<4.3

<4.3

<4.3

S

Koper (Cu)

mg/kg ds

12

9.4

9.2

S

Kwik (Hg)

mg/kg ds

0.21

0.079

0.12

S

Molybdeen (Mo)

mg/kg ds

<1.5

<1.5

<1.5

S

Nikkel (Ni)

mg/kg ds

5.7

5.2

3.3

S

Lood (Pb)

mg/kg ds

32

27

27

S

Zink (Zn)

mg/kg ds

35

29

20

Minerale olie Minerale olie (C10-C12)

mg/kg ds

<3.0

3.7

<3.0

Minerale olie (C12-C16)

mg/kg ds

<5.0

<5.0

<5.0


mg/kg ds

<6.0

<6.0

<6.0


mg/kg ds

<12

<12

<12


mg/kg ds

<6.0

<6.0

<6.0


mg/kg ds

<6.0

<6.0

<6.0

S

Minerale olie totaal (C10-C40)

mg/kg ds

<38

<38

<38

S

Polychloorbifenylen, PCB PCB 28

mg/kg ds

<0.0010

<0.0010

<0.0010

S

PCB 52

mg/kg ds

<0.0010

<0.0010

<0.0010

S

PCB 101

mg/kg ds

0.0010

<0.0010

<0.0010

S

PCB 118

mg/kg ds

<0.0010

<0.0010

<0.0010

S

PCB 138

mg/kg ds

0.0011

<0.0010

<0.0010

S

PCB 153

mg/kg ds

0.0013

<0.0010

<0.0010

S

PCB 180

mg/kg ds

<0.0010

<0.0010

<0.0010

S

PCB (som 7) (factor 0,7)

mg/kg ds

0.0062

0.0049

Nr. 1 2 3

Monsteromschrijving 01 (0-50) 02 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) 08 (10-50) 04 (0-50) 05 (0-50) 03 (0-50) 07 (0-50) 06 (0-50) 03 (50-100) 11 (50-100) 11 (100-150) 06 (50-100) 06 (100-150)

1)

0.0049 1) Analytico-nr. 5910543 5910544 5910545

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.

Eurofins Analytico B.V.

Gildeweg 44-46 3771 NB Barneveld P.O. Box 459 3770 AL Barneveld NL




TESTEN RvA L010




31-01-2011

2011017030 02-02-2011 08-02-2011/14:43 A,B,C 2/2

Grond; Grond, AS3000 Eenheid

1

2

3

S

Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen, PAK Naftaleen mg/kg ds

<0.050

<0.050

<0.050

S

Fenanthreen

mg/kg ds

<0.050

<0.050

S

Anthraceen

mg/kg ds

<0.050

<0.050

S

Fluorantheen

mg/kg ds

0.081

<0.050

S

Benzo(a)anthraceen

mg/kg ds

0.084

<0.050

<0.050

S

Chryseen

mg/kg ds

0.086

<0.050

<0.050

S

Benzo(k)fluorantheen

mg/kg ds

<0.050

<0.050

<0.050

S

Benzo(a)pyreen

mg/kg ds

0.082

<0.050

<0.050

S

Benzo(ghi)peryleen

mg/kg ds

<0.050

<0.050

<0.050

S

Indeno(123-cd)pyreen

mg/kg ds

<0.050

<0.050

<0.050

S

PAK VROM (10) (factor 0,7)

mg/kg ds

0.80

0.40

Nr. 1 2 3

Monsteromschrijving 01 (0-50) 02 (0-50) 10 (0-50) 11 (0-50) 08 (10-50) 04 (0-50) 05 (0-50) 03 (0-50) 07 (0-50) 06 (0-50) 03 (50-100) 11 (50-100) 11 (100-150) 06 (50-100) 06 (100-150)

Analyse

0.17 2) <0.050 0.20 2)

0.35 1)

Analytico-nr. 5910543 5910544 5910545

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting

VA

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.



Akkoord Pr.coörd.




TESTEN RvA L010

Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011017030 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr

Barcode

Monsteromschrijving

5910543 5910543 5910543 5910543 5910543

01 08 11 10 02

1 1 1 1 1

Deelmonster Omschrijving Van 1 1 1 1 1

0 10 0 0 0

Tot 50 50 50 50 50

0505268915 0505268781 0505268909 0505268856 0505268922

01 (0-50) 02 (0-50) 10 (0-50) 1

5910544 5910544 5910544 5910544 5910544

04 06 07 03 05

1 1 1 1 1

1 1 1 1 1

0 0 0 0 0

50 50 50 50 50

0505268908 0505268506 0505268523 0505268899 0505268910

04 (0-50) 05 (0-50) 03 (0-50) 0

5910545 5910545 5910545 5910545 5910545

03 11 06 11 06

2 2 2 3 3

2 2 2 3 3

50 50 50 100 100

100 100 100 150 150

0505268926 0505268907 0505267039 0505268874 0505267310

03 (50-100) 11 (50-100) 11 (100





Bijlage (B) met opmerkingen behorende bij analysecertificaat 2011017030 Pagina 1/1 Opmerking 1) De toetswaarde van de som is gelijk aan de sommatie van 0,7*RG Opmerking 2) Confirmatie is niet mogelijk waardoor het gerapporteerde gehalte is bepaald op één detector conform de criteria van NEN 6977.





Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2011017030

. Pagina 1/1

Analyse Methode Cryogeen malen AS3000 W0106 Droge Stof W0104 Organische stof W0109 Korrelgrootte < 2 µm (Lutum) DMA rob W0173 ICP-MS Barium W0423 Metalen AS3010 (Cd) W0423 Metalen AS3010 (Co) W0423 Metalen AS3010 (Cu) W0423 Metalen AS3010 (Hg) W0423 Metalen AS3010 (Mo) W0423 Metalen AS3010 (Ni) W0423 Metalen AS3010 (Pb) W0423 Metalen AS3010 (Zn) W0423 Minerale Olie (GC) W0202 Polychloorbifenylen (PCB) W0266 PAK som AS3000/AP04 W0301 PAK (VROM) W0301

Techniek Voorbehandeling Gravimetrie Gravimetrie Sedimentatie ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS GC-FID GC-MS HPLC HPLC

Referentiemethode Cf. AS3000 Cf. pb 3010-2 en Gw. NEN-ISO 11465 Cf. NEN 5754 Cf. pb 3010-4 en cf. NEN 5753 Cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-5 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3010-7 en cf. NEN 6978 Cf. pb 3010-8 en gw. NEN 6980 Cf. pb 3010-6 en cf. NEN 6977 Cf. pb 3010-6 en cf. NEN 6977

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.






Milieutechniek ZVS Eemnes BV T.a.v. ing. P.R van Wieringen Postbus 49 3755 ZG EEMNES

Analysecertificaat Datum: 11-02-2011

Hierbij ontvangt u de resultaten van het navolgende laboratoriumonderzoek. Certificaatnummer Uw projectnummer Uw projectnaam Uw ordernummer Monster(s) ontvangen

2011019543 BO11045 Barneveld, Koterweg 1-3 07-02-2011

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd. Aanvullende informatie behorend bij dit analysecertificaat kunt U vinden in het overzicht "Specificaties Analysemethoden". Extra exemplaren zijn verkrijgbaar bij de afdeling Verkoop en Advies. De grondmonsters worden tot 6 weken na datum ontvangst gekoeld bewaard en watermonsters tot 2 weken na datum ontvangst. Zonder tegenbericht worden de monsters nadien afgevoerd. Indien de monsters langer bewaard dienen te blijven verzoeken wij U dit exemplaar uiterlijk 1 week voor afloop van de standaardbewaarperiode ondertekend aan ons te retourneren. Voor de kosten van het langer bewaren van monsters verwijzen wij naar de prijslijst.

Bewaren tot: Datum:

Naam:

Handtekening:

Wij vertrouwen erop uw opdracht hiermee naar verwachting te hebben uitgevoerd, mocht U naar aanleiding van dit analysecertificaat nog vragen hebben verzoeken wij U contact op te nemen met de afdeling Verkoop en Advies.

Met vriendelijke groet, Eurofins Analytico B.V.

Ing. A. Veldhuizen Laboratoriummanager








07-02-2011 Water; Water, AS3000 Eenheid

Analyse

1

S

Metalen Barium (Ba)

µg/L

72

S

Cadmium (Cd)

µg/L

<0.80

S

Kobalt (Co)

µg/L

<5.0

S

Koper (Cu)

µg/L

<15

S

Kwik (Hg)

µg/L

<0.050

S

Molybdeen (Mo)

µg/L

<3.6

S

Nikkel (Ni)

µg/L

<15

S

Lood (Pb)

µg/L

<15

S

Zink (Zn)

µg/L

<60

S

Vluchtige Aromatische Koolwaterstoffen Benzeen

µg/L

<0.20

S

Tolueen

µg/L

<0.30

S

Ethylbenzeen

µg/L

<0.30

S

o-Xyleen

µg/L

<0.10

S

m,p-Xyleen

µg/L

<0.20

S

Xylenen (som) factor 0,7

µg/L

0.21

BTEX (som)

µg/L

<1.1

S

Naftaleen

µg/L

<0.050

S

Styreen

µg/L

<0.30

S

Vluchtige organische chloorkoolwaterstoffen Dichloormethaan µg/L

<0.20

S

Trichloormethaan

µg/L

<0.60

S

Tetrachloormethaan

µg/L

<0.10

S

Trichlooretheen

µg/L

<0.60

S

Tetrachlooretheen

µg/L

<0.10

S

1,1-Dichloorethaan

µg/L

<0.60

S

1,2-Dichloorethaan

µg/L

<0.60

S

1,1,1-Trichloorethaan

µg/L

<0.10

S

1,1,2-Trichloorethaan

µg/L

<0.10

S

cis 1,2-Dichlooretheen

µg/L

<0.10

S

trans 1,2-Dichlooretheen

µg/L

<0.10

CKW (som)

µg/L

<3.2

1,1-Dichlooretheen

µg/L

<0.10

S

2011019543 07-02-2011 11-02-2011/15:00 A,C 1/2

Nr. Monsteromschrijving 1 Pb 3

Analytico-nr. 5918940

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.






TESTEN RvA L010




07-02-2011 Water; Water, AS3000 Eenheid

Analyse

1

S

1,2-Dichloorethenen (Som) factor 0,7

µg/L

0.14

S

Vinylchloride

µg/L

<0.10

S

1,1-Dichloorpropaan

µg/L

<0.25

S

1,2-Dichloorpropaan

µg/L

<0.25

S

1,3-Dichloorpropaan

µg/L

<0.25

S

Dichloorpropanen som factor 0.7

µg/L

0.52

S

Tribroommethaan

µg/L

<2.0

Minerale olie Minerale olie (C10-C12)

µg/L

<8.0


µg/L

<15


µg/L

<16


µg/L

<31


µg/L

<15


µg/L

<15

Minerale olie totaal (C10-C40)

µg/L

<100

S

2011019543 07-02-2011 11-02-2011/15:00 A,C 2/2

Nr. Monsteromschrijving 1 Pb 3

Analytico-nr. 5918940

Q: door RvA geaccrediteerde verrichting A: AP04 erkende verrichting S: AS 3000 erkende verrichting

VA

Dit certificaat mag uitsluitend in zijn geheel worden gereproduceerd.



Akkoord Pr.coörd.




TESTEN RvA L010

Bijlage (A) met deelmonsterinformatie behorende bij analysecertificaat 2011019543 Pagina 1/1 Analytico-n Boornr 5918940 5918940

Deelmonster Omschrijving Van

3 3

Tot

Barcode

Monsteromschrijving

0691056789 0700486459

Pb 3





Bijlage (C) met methodeverwijzingen behorende bij analysecertificaat 2011019543

. Pagina 1/1

Analyse 1,2-Dichloorpropaan Minerale Olie (GC) CKW : Vinylchloride DiChlprop. som AS300 tribroommethaan ICP-MS Cadmium ICP-MS Nikkel ICP-MS Barium DiClEtheen som AS3000 1,1-dichloorpropaan 1,3-dichloorpropaan ICP-MS Kobalt (Co) ICP-MS Koper ICP-MS Kwik ICP-MS Molybdeen (Mo) ICP-MS Lood ICP-MS Zink Xylenen som AS3000 Aromaten (BTEXN) Styreen VOCL (11) CKW : 1,1-Dichlooretheen

H

Methode W0254 W0215 W0254 W0254 W0254 W0420 W0420 W0420 W0254 W0254 W0254 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0420 W0254 W0254 W0254 W0254 W0254

Techniek HS-GC-MS LVI-GC-FID HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS ICP-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS HS-GC-MS

Referentiemethode Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3110-5 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3110-3 en cf. NEN-EN-ISO 17294-2 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680 Cf. pb 3130-1/2 en gw. NEN EN ISO 15680

Nadere informatie over de toegepaste onderzoeksmethoden alsmede een classificatie van de meetonzekerheid staan vermeld in ons overzicht "Specificaties analysemethoden", versie juli 2009.






Koterweg I

Bijlage 3 Quick scan flora en fauna


89

Koterweg I

90


memo aan:

Buro SRO

van:

Laneco

datum:

22 juli 2011

betreft:

Quick scan flora en fauna Koterweg 1 te Barneveld

1

Inleiding

Aan de Koterweg te Barneveld is de sloop van een voormalig kruisgebouw voorgenomen. In de plaats hiervan worden 17 zorgappartementen gerealiseerd. Voor deze ingreep mag plaatsvinden, moeten de effecten op beschermde natuurwaarden in beeld zijn gebracht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen gebiedsbescherming (Natuurbeschermingwet 1998 en EHS) en soortenbescherming (Flora- en faunawet). In deze quick scan worden op basis van een eenmalig veldbezoek (op 26 mei 2011), biotoopinschattingen en verspreidingsgegevens uitspraken gedaan over de mogelijke aanwezigheid van beschermde natuurwaarden. Een quick scan heeft een verkennend karakter, en kan niet in de plaats treden van een veldinventari-

Begrenzing plangebied te Barneveld

satie. 2

Gebiedsbeschrijving

Het plangebied ligt in de bebouwde kom van Barneveld, nabij het centrum van deze plaats. Op de luchtfoto lijkt de directe omgeving van het plangebied zeer groen, maar met een aantal recente centrumontwikkelingen, zoals het Schaffelaartheater aan de overzijde van de Churchilstraat is dit groen grotendeels verwijderd. Het plangebied betreft een oud kruisgebouw op de hoek van de Churchillstraat en de Koterweg. Het gebouw is georiënteerd op de Koterweg. Aan de overzijde van de Koterweg ligt een zorgcentrum, en direct naast het plangebied ligt een kerk en wat woonbebouwing. Aan de zijde van de Churchillstraat is een smalle groenstrook met wat heesters en opgaande bomen als esdoorn en berk aanwezig met een stamdoorsnede van rond de 20 cm.


Het gebouw zelf bestaat uit 1 bouwlaag met een grotendeels plat bitumen dak. Ten tijde van het veldbezoek was bijna alle betimmering boven de ramen al verwijderd; evenals onder enkele van de overstekken. Verder was het gebouw ook aan de binnenzijde al grotendeels gestript.

Indrukken van het plangebied (foto’s Laneco). 3

Gebiedsbescherming

Het plangebied ligt op ongeveer 5,5 kilometer afstand van het Natura2000 gebied Veluwe. De Veluwe bestaat uit een groot aaneengesloten gebied van heide, bossen, stuifzanden en beken. Gezien de afstand, de ligging in de bebouwde kom en het lokale karakter van de ingreep (sloop en nieuwbouw van bebouwing), zijn alleen lokaal effecten op flora en fauna te verwachten. Negatieve effecten op het in de Natuurbeschermingwet 1998 beschermde Natura2000 gebied, worden niet verwacht. Het plangebied ligt ook niet in of direct nabij de EHS. Vanwege de bovenstaande redenen zijn ook geen effecten op de EHS te verwachten.

vervolg / pagina 2 van 5


4

Soortenbescherming

In het kader van soortenbescherming is de Flora- en faunawet van toepassing. Algemeen voorkomende beschermde soorten Omdat in het plangebied een groenstrook met wat begroeiing (dekking) in de vorm van bomen en heesters aanwezig is, kunnen algemeen voorkomende beschermde soorten (Tabel 1 Floraen faunawet) als muizen en spitsmuizen, egel, bruine kikker en gewone pad in het plangebied voorkomen. Aantasten van verblijfplaatsen van deze soorten mag op basis van een algemene vrijstelling. Strikt beschermde soorten Planten, vissen, amfibieën, reptielen, insecten en overige soorten Strikt beschermde soorten stellen ook meer strikte eisen aan hun leefomgeving. Aangezien het plangebied grotendeels is verhard, en de niet verharde delen bestaan smalle groenstrook en een kale dichtgereden strook achter het pand, is de ecologische waarde van het plangebied nu niet erg groot. Er zijn ook geen directe verbindingen met meer waardevolle gebieden. Strikt beschermde plantensoorten zijn daarom niet te verwachten. Van de fauna zijn vooral gebouwbewonende soorten te verwachten. Omdat er ook geen natuurlijke waterelementen in (de directe omgeving) aanwezig zijn, kunnen strikt beschermde amfibieën en vissen worden uitgesloten. Ook bijzondere ruigtes, bossen en heideterreinen met een variatie aan open en gesloten delen zijn niet aanwezig waardoor ook reptielen, insecten en soorten uit overige soortgroepen kunnen worden uitgesloten. Grondgebonden zoogdieren De meeste strikt beschermde grondgebonden zoogdieren die volgens verspreidingsgegevens (Broekhuizen, 1992, www.vzz.nl en www.telmee.nl) in de omgeving van Barneveld voorkomen (zoals das, eekhoorn en boommarter) kunnen in de bebouwde kom worden uitgesloten. De enige soort die ook in de bebouwde kom voor kan komen is de steenmarter; een gebouwbewonende soort. Deze zal voor het strippen van het gebouw gezien de afwezigheid van een toegang en geschikte verblijfsruimte niet in dit gebouw aanwezig zijn geweest. Nu is het gebouw wel toegankelijk na de uitgevoerde stripactiviteiten, maar gezien deze recente activiteiten wordt de soort niet verwacht vanwege de verstoring. Vogels Tijdens het veldbezoek zijn in het plangebied geen vogels gehoord of gezien. Algemene stadsvogels kunnen wel aanwezig zijn in de groenere delen. Gezien de recente strip/sloopactiviteiten is niet meer na te gaan of gebouwbewonende soorten hier hebben gebroed. In de nog niet gestripte delen zijn geen waarnemingen gedaan.



Alle vogels, en dan specifiek hun verblijfplaatsen (nesten) zijn in het broedseizoen strikt beschermd in de Flora- en faunawet. Aantasting en verstoring van nesten is niet toegestaan. In het broedseizoen kunnen vogels in korte tijd een nieuw nest bouwen voor bijvoorbeeld een tweede legsel. Er dient daarom altijd rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van broedende vogels. Van de jaarrond beschermde vogelsoorten (LNV, 2009) wordt gezien de ligging in de bebouwde kom, en het platte dak alleen de huismus verwacht in deze omgeving. Tijdens het veldbezoek in het broedseizoen, zijn geen waarnemingen van deze soorten gedaan, of sporen gevonden die duiden op de aanwezigheid van deze soorten. Echter, door het grotendeels gestripte karakter van het gebouw is de aan- of afwezigheid voor die tijd ook niet meer te achterhalen. Vleermuizen Vleermuizen zijn op te delen in gebouwen boombewonende soorten. Daarnaast zijn er soorten die van beide elementen gebruik maken. Verder is er onderscheid te maken in zomer en winterverblijven. Sommige soorten overwinteren in gebouwen, andere in grotten, bunkers, forten en kelders, en een derde groep overwintert in dikke bomen. Soorten die volgens verspreidingsgegevens (Limpens, 1999) voorkomen in de omgeving zijn gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, watervleermuis, franjestaart, gewone grootoorvleermuis en rosse vleermuis. Recentere waarnemingen van vleermuizen in Barneveld zijn bekend van rosse vleermuis en watervleermuis (Schaffelaarsebos), gewone dwergvleermuis en laatvlieger (bebouwde kom) en gewone grootoorvleermuis (kerkzolder). In het plangebied worden alleen gebouwbewonende soorten verwacht. In het plangebied en haar directe omgeving zijn geen voor boombewonende soorten geschikte bomen met holtes gezien. Gezien de structuur van het gebouw met smalle open stootvoegen en betimmering boven de ramen was het gebouw alleen geschikt voor gewone dwergvleermuis en laatvlieger. Echter; aan drie zijden is de betimmering boven ramen en onder overstekken verwijderd. Ten tijde van het veldbezoek was alleen aan de zijde van de groenstrook de betimmering intact. De ruimte achter de betimmering loopt direct door in de spouwmuur. Doordat deze betimmering is verwijderd ontstaat toch in de spouw; een maatregel die normaliter wordt gebruikt om vleermuizen te verdrijven. Het gebouw is daarmee door de strip/sloopwerkzaamheden grotendeels ongeschikt gemaakt voor vleermuizen. De enige zijde die nog intact was (tegen de groenstrook) wordt beschaduwd door bomen. Vleermuizen zoeken vaak muren waar de zon op schijnt voor verwarming van hun verblijven. Deze muur is daarmee niet erg geschikt voor vleermuizen. Onder het bitumen dak worden vanwege de temperatuurfluctuaties geen vleermuizen verwacht. Conclusie is daarmee dat in het gebouw geen vleermuizen worden verwacht. vervolg / pagina 4 van 5


Conclusie •

Gebiedsbescherming in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 en de EHS is niet van toepassing op dit plan;

•

De meeste (mogelijk) voorkomende beschermde soorten vallen onder de lichte beschermingscategorie van de Flora- en faunawet. Vaste rust- en verblijfplaatsen van deze soorten mogen op basis van een algemene vrijstelling worden aangetast, zonder dat sprake is van procedurele consequenties;

•

Van de meer strikt beschermde soorten worden alleen vogels verwacht. Alle vogelnesten zijn alleen in het broedseizoen strikt beschermd in de Flora- en faunawet. Er dient daarom buiten het broedseizoen van vogels te worden gestart met werkzaamheden of door onderzoek worden aangetoond dat er geen vogels broeden. In het broedseizoen is nieuw vestiging van een nest in zeer korte tijd mogelijk, dus dient een dergelijk onderzoek kort voor werkzaamheden uitgevoerd te worden;

•

Door de strip- en sloopwerkzaamheden van de betimmering, waarmee grote openingen naar de spouw is gecreëerd, is het gebouw ongeschikt gemaakt voor vleermuizen. Deze worden daarom niet meer verwacht.

•

Verder geldt altijd de zorgplicht, op basis waarvan door iedereen voldoende zorg in acht moet worden genomen voor de in het wild levende dieren en hun leefomgeving. Dit kan bijvoorbeeld door buiten kwetsbare periodes (het voortplantings- en winterslaap seizoen) te starten met werkzaamheden en het gefaseerd werken om dieren te kans te geven om te vluchten.



Koterweg I

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek


97

Koterweg I

98


Akoestisch onderzoek Wet geluidhinder bestemmingsplan Koterweg 1, Barneveld

Weel geluidadvies 29 juli 2011 7 november 2011, aanpassing 6 januari 2012, tweede aanpassing

Rapporttitel: Akoestisch onderzoek Wet geluidhinder bestemmingsplan Koterweg 1, Barneveld Referentie: SRO.11.13 Datum: 29 juli 2011, 7 nov. 11, 6 januari 2012

Opdrachtgever:

Contactpersoon: telefoonnr.:

Behandeld door:

Buro SRO ’t Goylaan 11 3525 AA Utrecht drs. ing. C.M. Vaartjes 030-2679198

ing. C.M. Weel Weel geluidadvies van Noordtkade 18 B 1013 BZ Amsterdam tel. 020-6880214 mob. 06 – 44 57 47 83 e-mail: [email protected]

Kvk: 51299739

Akoestisch onderzoek Koterweg Barneveld Weel geluidadvies

Pagina 2

1.

Inleiding. In opdracht van buro SRO is een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidbelasting op de gevels van het bouwvlak zoals dat wordt aangegeven in de bij het bestemmingsplan horende plantekening met de benaming “Koterweg 1” te Barneveld. Het plan omvat de sloop van een dienstengebouw (een Kruisgebouw) en mogelijk de bouw van zorgwoningen op hetzelfde perceel. De geluidbelasting wordt getoetst aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder. Zonodig wordt ingegaan op maatregelen om de geluidbelasting te verlagen. Dit onderzoek maakt deel uit van een bestemmingsplan. In dit bestemmingsplan zijn tekeningen opgenomen die de specifieke ligging van het plan aanduiden in Barneveld. Om deze reden zijn geen tekeningen van het plan bijgevoegd. Op verzoek van de heer Goorts van de gemeente Barneveld is het onderzoek aangepast. Uitgangspunt is de mogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Dit betekent dat voor de berekening van de geluidbelasting de aanduiding van de bouwvlakken en de maximale bouwhoogte volgens de plantekening bepalend is.

2.

Situatiebeschrijving. Het plan kan de bouw omvatten van zorgwoningen in de vorm van een appartementengebouw. Dit gebouw sluit bouwkundig aan op een bestaande kerk. Het perceel wordt begrensd door de Koterweg en de Churchillstraat. Alhoewel het bestemmingsplan geen specifieke invulling aangeeft is op basis van andere informatie waarschijnlijk dat er appartementen worden gebouwd in maximaal 4 lagen. De plantekening die door buro SRO is gemaakt toont, naast het kerkgebouw, drie delen. Een deel van maximaal 13 meter hoog aan de zijde van de Churchillstraat, daaraan vastgebouwd een deel van maximaal 10 meter bouwhoogte en daarnaast een deel van maximaal 4 meter hoogte. De Koterweg is een rustige weg die voornamelijk wordt gebruikt door bestemmingsverkeer en komt uit op de Churchillstraat die op zijn beurt weer uitkomt op de Bouwheerstraat. Deze Bouwheerstraat is ook de drukste van de drie wegen en kan worden gekenmerkt als een van de belangrijke doorgaande wegen in Barneveld. De Churchillstraat kan worden gekenmerkt als een wijkontsluitingsweg.

3.

Wettelijk kader. Het onderhavige onderzoek wordt uitgevoerd op basis van de Wet geluidhinder. De geluidbelasting wordt bepaald op basis van het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006. Het plan ligt binnen de geluidzone van de Koterweg, de Churchillstraat en de Bouwheerstraat. Deze drie wegen hebben een geluidzone van 200 meter aan weerszijden van de weg. Het betreft hier een stedelijk gebied. Aangezien het plan


Pagina 3

binnen een zone van 200 meter van de weg ligt, is een akoestisch onderzoek verplicht. De zone van 200 meter is een aandachtsgebied voor de Wet geluidhinder. Voor nieuwe geluidgevoelige bestemmingen (bestemmingen waarin het bestemmingsplan niet voorziet) binnen een zone van een weg dient volgens de Wet geluidhinder een akoestisch onderzoek te worden opgesteld. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai op de gevel van een geluidsgevoelige bestemming bedraagt 48 dB (art. 82 lid 1 van de Wet geluidhinder). De maximale ontheffingswaarde voor dit plan bedraagt 63 dB (art. 83 lid 2 van de Wet geluidhinder). Van de berekende geluidbelasting op die gevel mag, alvorens getoetst wordt aan de grenswaarden uit de Wet geluidhinder, nog 5 dB worden afgetrokken wegens het stiller worden van het wegverkeer in de toekomst (artikel 110g van de Wet geluidhinder). Deze aftrek geldt voor wegen met een maximum snelheid tot 70 km/uur. Bijlage 1 licht de belangrijkste begrippen met betrekking tot de wetgeving op het gebied van geluidhinder kort toe. 4.

Verkeersgegevens. De heer S. de Graaf van de gemeente Barneveld heeft verkeersgegevens geleverd van de drie van belang zijnde wegen in de vorm van etmaalintensiteiten. Van de wegen zijn geen verdelingen voorhanden voor wat betreft de verdeling over de afzonderlijke etmaalperioden (dag, avond en nacht) en de verdeling over de voertuigklassen. Onderstaand wordt hier nader op ingegaan. Koterweg. Verkeer op de Koterweg is voornamelijk bestemmingsverkeer. Aan deze weg liggen geen bedrijven of kantoren. Er is dus geen sprake van een verkeersaantrekkende werking door bedrijven en/of kantoren. De etmaalintensiteit is dan ook laag; 600 motorvoertuigen in 2009. Er wordt rekening gehouden met een zeer beperkte hoeveelheid vrachtverkeer in de dagperiode. Churchillstraat. De Churchillstraat is aanmerkelijk drukker en kan worden gekenmerkt als een wijkontsluitingsweg. Er zijn enkele kantoren gevestigd aan de Churchillstraat. De etmaalintensiteit in 2009 bedraagt 3500 motorvoertuigen. Er wordt rekening gehouden met 2% vrachtverkeer in de dagperiode, 0,5% in de avondperiode en 1% vrachtverkeer in de nachtperiode. Leveranties voor de kantoren zullen in de dagperiode gebeuren.

Bouwheerstraat.


Pagina 4

De Bouwheerstraat kan worden gekenmerkt als een van de grotere ontsluitingswegen van Barneveld. Aan deze straat en de aansluitende wegen liggen kantoren, detailhandel en bedrijven. Het komt geregeld voor dat detailhandel voor 7:00 wordt bevoorraad. Voor de Bouwheerstraat wordt uitgegaan van 6% vrachtverkeer in de dagperiode, 2% in de avondperiode en 4% in de nachtperiode. Voor alle wegen wordt aangenomen dat van het vrachtverkeer 2/3 middelzwaar betreft en 1/3 zwaar. Bovenstaande informatie is deels gebaseerd op verkeersgegevens die door Weel geluidadvies gebruikt zijn in akoestische onderzoeken voor projecten in andere gemeenten en deels op informatie uit de VROM-uitgave “ VI lucht en geluid ”. Alle wegen heeft een bestrating van fijn asfalt. De maximum snelheid bedraagt op alle wegen 50 km/uur. Voor de modellering is voor het korte gedeelte van de Koterweg uitgegaan van 40 km/uur omdat het niet waarschijnlijk dat het verkeer over een lengte van 100 meter de snelheid van 50 km/uur bereikt. De Koterweg komt immers uit op de Churchillstraat waar het verkeer voorrang dient te verlenen. De autonome verkeersgroei in de toekomst is 1,5% op jaarbasis. De verkeersgegevens zijn als volgt. Tabel 1: verkeersgegevens 2021, etmaalintensiteit en percentages. Weg %dag %avond %nacht Koterweg licht 99 100 100 middelzwaar 1 0 0 zwaar 0 0 0 maximum snelheid 50 c.q. 40 wegdek fijn asfalt %dag 6.8 %avond 3.6 %nacht 0.5 etmaalintensiteit 715 Tabel 2: verkeersgegevens 2021, etmaalintensiteit en percentages. Weg %dag %avond %nacht Churchillstraat licht 98 99.5 99 middelzwaar 1.3 0.3 0.6 zwaar 0.7 0.2 0.4 maximum snelheid 50 wegdek fijn asfalt %dag 6.8 %avond 3.6 %nacht 0.5 etmaalintensiteit 4180


Pagina 5

Tabel 3: verkeersgegevens 2021, etmaalintensiteit en percentages. Weg %dag %avond Bouwheerstraat licht 94 98 middelzwaar 4 1.3 zwaar 2 0.7 maximum snelheid 50 wegdek fijn asfalt %dag 6.6 %avond 3.6 %nacht 0.8 oost van Churchillstraat etmaalintensiteit 9920 west van Churchillstraat 7770

5.

%nacht 96 2.7 1.3

Rekenresultaten. Met het programma “Winhavik” is op basis van de Standaard Rekenmethode II de geluidbelasting berekend op de gevels van de bouwvlakken zoals de bestemmingsplantekening die laat zien. Er is een gedigitaliseerd model gemaakt van de drie wegen, alle relevante omliggende bebouwing en de hard-zachtgebieden. Op de gevels van de zorgwoningen zijn waarneempunten gelegd op 2, 5, 8 en 11 meter boven het plaatselijke maaiveld voor het bouwvlak met een maximale bouwhoogte van 13 meter. Ter hoogte van het bouwvlak met maximale bouwhoogte van 10 meter liggen waarneempunten van 2, 5 en 8 meter. Het bouwvlak met een maximale bouwhoogte van 4 meter heeft waarneempunten aan de voor- en achterzijde van 3 meter. Voor de ligging van de waarneempunten is gebruikt gemaakt van enkele tekeningen van de architect, geleverd door buro SRO. De waarneempunten zijn gelegd op basis van de mogelijke situering van woningen in het gebouw. Een grafisch uitdraai van het model is weergegeven in bijlage 2, een numerieke uitdraai is te vinden in bijlage 4. Aangezien de Wet geluidhinder stelt dat de geluidbelasting per weg dient te worden beoordeeld wordt hieronder de berekende geluidbelasting per weg besproken. Alle waarden zijn in Lden, inclusief de aftrek voor het stiller worden van het wegverkeer in de toekomst (artikel 110g van de Wet geluidhinder). De waarden gelden voor het peiljaar 2021. Steeds wordt de hoogste waarde per waarneempunt getoond. Bijlage 3 geeft de geluidbelasting in- en exclusief de aftrek ten behoeve van het bepalen van de geluidwering van de gevels van te realiseren woningen per weg en als totaal van de drie wegen.


Pagina 6

Koterweg. De geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Koterweg bedraagt maximaal 48 dB bij waarneempunt 3. Dit is tevens de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai. Deze voorkeursgrenswaarde wordt niet overschreden.


Pagina 7

Churchillstraat. De geluidbelasting vanwege het wegverkeer op de Churchillstraat bedraagt maximaal 54 dB op de oostzijde van het bouwvlak. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai, 48 dB, wordt daarmee met maximaal 6 dB overschreden. Ter plaatse van de overige bouwvlakken wordt de voorkeursgrenswaarde niet overschreden.


Pagina 8

Bouwheerstraat. De geluidbelasting ten gevolge van het wegverkeer op de Bouwheerstraat bedraagt maximaal 48 dB. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai, 48 dB, wordt niet overschreden.


Pagina 9

6.

Toetsing aan het wettelijk kader. Voor wat betreft het geluid vanwege het wegverkeer op de Bouwheerstraat en de Koterweg geldt dat de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai niet wordt overschreden. Het wegverkeer op de Churchillstraat leidt tot een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai; de geluidbelasting bedraagt Lden= 54 dB op de oostgevel van het bouwvlak (zijde Churchillstraat). Op de andere zijden van het bouwvlak wordt de voorkeursgrenswaarde niet overschreden. De totale geluidbelasting van alle wegen tezamen bedraagt maximaal Lden= 55 dB op de oostgevel van het plan. De totale geluidbelasting op de voorgevel bedraagt 52 dB, die op de zuidgevel (de achtergevel van het gebouw) maximaal 50 dB. Theoretisch is het mogelijk om de overschrijding te verminderen door geluidreducerend asfalt aan te leggen op de Churchillstraat. De heer De Graaf heeft in e-mail vermeldt dat er plannen zijn om de Churchillstraat in te richten als een 30 km/uur-weg. Als deze plannen worden doorgezet is het aanleggen van een geluidreducerend wegdek niet meer nodig. Overigens is het sterk aan te bevelen om het geluidarme asfalt niet aan te brengen tot circa 70 meter vanaf de rotonde vanwege de negatieve invloed van wringend vrachtverkeer en afremmend verkeer op de levensduur van het wegdek. Geluidreducerend asfalt is minder goed bestand tegen wringend verkeer. Geluidschermen zijn binnenstedelijk geen optie. Vooralsnog wordt derhalve geadviseerd om voor de geluidbelasting vanwege het verkeer op de Churchillstraat een Hogere waardeprocedure te volgen.


Pagina 10

7.

Overzicht aan te vragen Hogere waarden. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aan te vragen Hogere waarden per waarneempunt, zie hiervoor de figuren op de voorgaande pagina’s. Steeds is de Churchillstraat de maatgevende weg. De overige wegen leiden niet tot een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde. tabel 4: hogere waarden per waarneempunt.

waarneempunt 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

Hogere waarde 49 54 54 -


Pagina 11

8.

Conclusie. De geluidbelasting op de oostzijde van het bouwvlak bedraagt maximaal 54 dB in het peiljaar 2021 ten gevolge van het wegverkeer op de Churchillstraat. Dit is inclusief de aftrek van 5 dB conform artikel 110g van de Wet geluidhinder. De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai wordt met maximaal 6 dB overschreden. De geluidbelasting op de overige zijden van het bouwvlak wordt niet overschreden door het wegverkeer op de Bouwheerstraat en/of de Koterweg. Het college van B&W van Barneveld wordt geadviseerd om een Hogere waarde te verlenen voor de waarneempunten zoals aangegeven in tabel 4 vanwege het wegverkeer op de Churchillstraat. De waarneempunten corresponderen met de mogelijke situering van woningen ter plaatse van deze waarneempunten. Het aanbrengen van geluidreducerend asfalt is gelet op de plannen voor het inrichten van de Churchillstraat als een 30 km/uur-gebied niet opportuun. Daarnaast is het aanleggen van geluidreducerend asfalt in de nabijheid van de rotonde niet wenselijk. De levensduur van het geluidreducerend asfalt wordt hiermee ernstig bekort.

Ing. C.M. Weel

Bijlagen: 1. Toelichting bij enkele definities Wet geluidhinder (wegverkeerslawaai) 2. Afdruk van het rekenmodel. 3. rekenresultaten in tabelvorm 4. Uitdraai van het model, numeriek.


Pagina 12

Bijlage 1: Wegverkeerslawaai - de belangrijkste begrippen toegelicht. Voorkeursgrenswaarde De voorkeursgrenswaarde voor wegverkeerslawaai bedraagt sinds 1 januari 2007 48 dB. Dat betekent dat elke berekende geluidbelasting vanwege wegverkeerslawaai tot en met 48 dB toelaatbaar is. Indien de geluidbelasting meer bedraagt dan 48 dB, maar minder dan de maximale ontheffingswaarde, dan kan onder voorwaarden ontheffing van de voorkeursgrenswaarde worden aangevraagd. Daarbij speelt het Hogere Waardenbeleid dat de gemeente kan opstellen een belangrijke rol. Maximale ontheffingswaarde In de gevallen waarin de berekende geluidbelasting meer bedraagt dan maximale ontheffingswaarde is ontheffing niet mogelijk. Dat betekent dat er doorgaans, maar niet in alle gevallen, niet gebouwd mag worden. Aanvullend onderzoek is dan noodzakelijk. De hoogte van de maximale ontheffingswaarde is afhankelijk van de situatie. Men onderscheidt: • stedelijk gebied • buitenstedelijk gebied • bestaande situaties • nieuwe situaties • bestaande weg • nieuwe weg Verder kunnen er allerlei specifieke uitzonderingen bestaan die van invloed zijn op de maximale ontheffingswaarde, bijvoorbeeld bedrijfswoningen. Buitenstedelijk gebied. De definitie van een buitenstedelijk gebied luidt: Het gebied buiten de bebouwde kom alsmede, voor de toepassing van de hoofdstekken VI en VII voor zover het betreft een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het “Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990“, het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen de zone langs die autoweg of autosnelweg.


Pagina 13

Zone. In onderstaande tabel staat de omvang van een zone van een verkeersweg, gerekend vanaf de wegas, vermeld. De zone ligt aan elke zijde van de weg. Weg in stedelijk gebied buitenstedelijk gebied

Aantal rijstroken Een of twee Drie of meer Een of twee Drie of vier Vijf of meer

Zonebreedte [m] 200 350 250 400 600

Langs een weg waar een maximum rijsnelheid geldt van 30 km/uur ligt geen zone. Dit geldt ook voor wegen op een woonerf. Geluidbelasting in dB. De geluidbelasting in dB wordt berekend aan de hand van de bijdragen van de bron in de dagperiode van 7:00 tot 19:00, de avondperiode van 19:00 tot 23:00 en de nachtperiode van 23:00 tot 7:00. Deze rekenwijze geldt voor wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai, niet voor industrielawaai.


Pagina 14

Bijlage 2: Afdruk van het rekenmodel.


Pagina 15

Bijlage 3: overzicht van de geluidbelasting per waarneempunt, per weg en totaal van de drie wegen, ex- en inclusief aftrek artikel 110g Wet geluidhinder. Bepaling geluidwering: gebruik "totaal" in kolom "Lden EX aftrek.”

1 puntnumme r 1 1 1 1 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4

zorgwoningen adres

groep

hoogte

voor h=4 voor h=4 voor h=4 voor h=4 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h =10 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13 voor h=13

totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal

3.00 3.00 3.00 3.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 11.00 11.00 11.00 11.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 11.00


Lden EX aftrek 53,6 47,3 45,0 51,5 53,9 47,8 46,3 51,6 54,4 47,9 47,8 51,8 54,6 49,0 48,1 51,6 55,6 48,8 50,2 52,5 56,0 49,0 51,5 52,5 56,1 50,0 51,6 52,3 56,3 51,0 51,6 51,9 56,6 50,2 53,1 51,8 57,0 50,8 53,6 51,8 57,2 51,8 53,6 51,5 57,2

Lden incl. aftrek 48,6 42,3 40,0 46,5 48,9 42,8 41,3 46,6 49,4 42,9 42,8 46,8 49,6 44,0 43,1 46,6 50,6 43,8 45,2 47,5 51,0 44,0 46,5 47,5 51,1 45,0 46,6 47,3 51,3 46,0 46,6 46,9 51,6 45,2 48,1 46,8 52,0 45,8 48,6 46,8 52,2 46,8 48,6 46,5 52,2

Pagina 16

4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 8 8

voor h=13 voor h=13 voor h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 zij h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13

Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat


11.00 11.00 11.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 11.00 11.00 11.00 11.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 11.00 11.00 11.00 11.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 11.00 11.00 11.00 11.00 2.00 2.00

52,4 53,5 51,1 59,4 50,7 58,6 45,1 59,8 51,4 58,9 45,0 59,9 52,4 58,9 44,8 59,8 52,8 58,7 44,5 59,2 49,2 58,6 40,0 59,5 49,7 59,0 40,2 59,6 50,7 58,9 40,1 59,5 51,3 58,7 40,0 54,8 39,7 54,6 31,5 55,3 39,9 55,1 32,6 55,3 41,2 55,1 33,5 55,2 38,6 55,1 34,1 50,2 29,7

47,4 48,5 46,1 54,4 45,7 53,6 40,1 54,8 46,4 53,9 40,0 54,9 47,4 53,9 39,8 54,8 47,8 53,7 39,5 54,2 44,2 53,6 35,0 54,5 44,7 54,0 35,2 54,6 45,7 53,9 35,1 54,5 46,3 53,7 35,0 49,8 34,7 49,6 26,5 50,3 34,9 50,1 27,6 50,3 36,2 50,1 28,5 50,2 33,6 50,1 29,1 45,2 24,7

Pagina 17

8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 10 10 10 10

achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=13 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=10 achter h=4 achter h=4 achter h=4 achter h=4

Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg totaal Bouwheerstraat Churchillstraat Koterweg


2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 11.00 11.00 11.00 11.00 2.00 2.00 2.00 2.00 5.00 5.00 5.00 5.00 8.00 8.00 8.00 8.00 3.00 3.00 3.00 3.00

50,1 30,9 51,3 32,0 51,2 31,8 51,4 34,6 51,3 33,1 52,0 38,7 51,8 34,5 46,7 28,7 46,3 35,6 48,1 29,8 47,6 37,1 48,6 32,3 48,1 37,7 45,6 28,4 44,7 37,5

45,1 25,9 46,3 27,0 46,2 26,8 46,4 29,6 46,3 28,1 47,0 33,7 46,8 29,5 41,7 23,7 41,3 30,6 43,1 24,8 42,6 32,1 43,6 27,3 43,1 32,7 40,6 23,4 39,7 32,5

Pagina 18

Bijlage 4: Uitdraai van het rekenmodel, numeriek.


Pagina 19


Pagina 20


Pagina 21


Pagina 22

Koterweg I


121

Koterweg I

122


Koterweg I

Regels


123

Koterweg I

Hoofdstuk 1 Artikel 1

Inleidende regels

Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder: 1.1

Aanbouw

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch en functioneel opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.2

Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.3

Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.4

Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.5

Bebouwingspercentage

het in procenten uitgedrukte deel van een bouwvlak, bestemmingsvlak dan wel bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd; 1.6

Bedrijf

onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel uitsluitend plaatsvindt als onzelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen; 1.7

Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak; 1.8

Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0203.1140-0001 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen); 1.9

Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.10

Bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning; 1.11

Bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak; 1.12

Bijgebouw

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een niet voor bewoning bestemd vrijstaand of aangebouwd gebouw, dat een gebruikseenheid vormt met en dienstbaar is aan de bij omschrijving van de hoofdbestemming opgesomde functies, zoals een garage, huishoudelijke bergruimte of hobbyruimte;

124


Koterweg I

1.13

Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.14

Bouwgrens

de grens van een bouwvlak; 1.15

Bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder; 1.16

Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.17

Bouwperceelsgrens

de grens van een bouwperceel; 1.18

Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.19

Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.20

Dak

iedere bovenbeëindiging van een gebouw; 1.21

Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.22

Erf

bij de bestemming behorende gronden waarvan het gebruik ten dienste van deze bestemming is; 1.23

Gebouw

elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.24

Gebruiken

het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven; 1.25

Geluidsgevoeligefuncties

bewoning of ander geluidsgevoelige functies zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder; 1.26

Geluidsgevoeligegebouwen

gebouwen welke dienen ter bewoning of ten behoeve van een andere geluidsgevoelige functie als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;


125

Koterweg I

1.27

Hogere waarde

een maximale waarde voor de geluidbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit Geluidhinder; 1.28

Hoofdgebouw

een (deel van een) gebouw, dat vanwege zijn indeling en uiterlijke verschijningsvorm, gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel of bouwvlak moet worden aangemerkt en waartoe eventuele uitbouwen, aanbouwen en bijgebouwen niet worden gerekend; 1.29

Kantoor- en/of praktijkruimte

een niet voor bewoning bestemd gedeelte van een woning of gebouw bij een woning, dat uitsluitend dient voor de uitoefening van beroepsactiviteiten van de bewoner van de woning op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied; 1.30

Maaiveld

gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein dat een gebouw of bouwwerk omgeeft; 1.31

Maatschappelijkevoorzieningen

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen; 1.32

Nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub d, van de Wet ruimtelijke ordening; 1.33

Omgevingsvergunning

Vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; 1.34

Ondergronds bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die onder het maaiveld is gelegen; 1.35

Overkapping

een bouwwerk, niet zijnde een gebouw, bestaande uit tenminste een dak en maximaal één wand; 1.36

Peil

het peil overeenkomstig de bouwverordening, dan wel indien geen peil overeenkomstig de bouwverordening is vast te stellen, de gemiddelde hoogte van het afgewerkte bouwterrein; 1.37

Plan

het bestemmingsplan 'Koterweg I' van de gemeente Barneveld; 1.38

Seksinrichting

een terrein, gebouw, vaar- of voertuig waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichtingen worden in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar; 1.39

Uitbouw

een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw. Functionele ondergeschiktheid is niet vereist;

126


Koterweg I

1.40

Uitvoeren

het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven; 1.41

Uitwerking

een uitwerking als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 sub b van de Wet ruimtelijke ordening; 1.42

Verbeelding

De bij het bestemmingsplan behorende kaart (analoog of digitaal) waarop onder meer de begrenzing van het plan, de in het bestemmingsplan voorkomende bestemmingen, aanduidingen en topografische en kadastrale gegevens zijn weergegeven; 1.43

Vloeroppervlak

grootte van de oppervlakte van een bouwlaag; 1.44

Voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel(s) van een gebouw; 1.45

Voorgevelrooilijn

de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de (bestaande) bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft; 1.46

Voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder; 1.47

Wet ruimtelijke ordening

Wet van 1 juli 2008 (Stb. 2006, 566) houdende vaststelling van nieuwe planregels omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan; 1.48

Wijziging

een wijziging als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, sub a, van de Wet ruimtelijke ordening; 1.49

Woning

een complex van ruimten dat dient voor de zelfstandige huisvesting van één afzonderlijk huishouden; 1.50

Zorginstelling

een instelling die zorg(diensten) verleent in combinatie met huisvesting.

Artikel 2

Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1

De dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.2

De goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, dan wel de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3

De inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;


127

Koterweg I

2.4

De bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.5

De oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6

De afstand tot de zijdelingse perceelsgrens

vanaf de buitenwerkse gevelvlakken dan wel, indien sprake is van overstekende daken met een overstekend gedeelte van meer dan 0,75 m, respectievelijk overstekken van meer dan 0,75 m, vanaf de buitenrand van het overstekende dak/de overstek, neerwaarts geprojecteerd, tot de kadastrale zijgrens van het perceel; 2.7

De oppervlakte van een ondergronds bouwwerk

onder de begane grondvloer, tussen de harten van de ondergrondse buitenste muren; 2.8

De oppervlakte van een overkapping

de loodrechte projectie van de overkapping op het maaiveld; 2.9

Het vloeroppervlak

boven de vloeren, tussen de binnenwerkse gevelvlakken en/of scheidingsmuren. 2.10

Maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders weergegeven: a. voor lengten in meters (m); b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²); c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³); d. voor verhoudingen in procenten (%).

128


Koterweg I

Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1

Bestemmingsregels

Maatschappelijk

Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding zoals in onderstaande tabel is opgenomen, want daar is alleen de specifieke, met die aanduiding corresponderende maatschappelijke voorziening toegestaan; aanduiding

Maatschappelijke voorzieningen

(re)

religie

(zoi)

zorginstelling

met daaraan ondergeschikt: a. wegen en paden; b. parkeervoorzieningen; c. groenvoorzieningen; d. speelvoorzieningen; e. water; met de daarbij behorende: a. gebouwen; b. tuinen, erven en terreinen; c. bouwwerken geen gebouwen zijnde. 3.2 Bouwregels 3.2.1

Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen: a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; b. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is weergegeven; c. de gronden buiten het bouwvlak mogen voor maximaal 1% worden bebouwd; d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen binnen een bouwvlak mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is weergegeven; e. de bouwhoogte van gebouwen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan de goothoogte die voor een hoofdgebouw is toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' want daar gelden de maten zoals op de verbeelding zijn weergegeven. 3.2.2

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen; b. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen; c. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen; d. per bouwvlak is één overkapping toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m en een oppervlakte van niet meer dan 5% van de oppervlakte van het bouwvlak; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen. 3.3 Nadere eisen

1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de "Koterweg I"(ontwerp)

129

Koterweg I bebouwing, ten behoeve van: a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; en d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 7 lid 1 van toepassing. 3.4 Afwijken van de bouwregels

1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 18.2.1 en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits: a. de gronden buiten het bouwvlak voor maximaal 10% worden bebouwd; b. de goothoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 3 m bedraagt en de bouwhoogte niet meer dan 5 m. c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 18.2.1 voor verhoging van gedeelten van het hoofdgebouw, die om technische redenen boven het dakvlak moeten uitsteken, mits: het bewuste gedeelte niet meer dan 3 m hoger is dan de op de verbeelding weergegeven bouwhoogte; en de te verhogen gedeelten maximaal 10% van de oppervlakte van de het hoofdgebouw beslaan. 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 18.2.4 ten behoeve van het bouwen van erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn (of het denkbeeldige verlengde daarvan) tot een bouwhoogte van 2 m. 3. Het afwijken van de bouwregels kan slechts, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: a. het straat- en bebouwingsbeeld; b. de verkeersveiligheid; c. de sociale veiligheid; d. de milieusituatie; en e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3.5 Afwijken van de gebruiksregels

1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3 lid 1 voor het gebruiken van gronden en bouwwerken voor een andere maatschappelijke voorziening, als genoemd in de artikel 3 lid 1, mits vanuit ruimtelijk en milieutechnisch oogpunt aanvaardbaar. 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 3 lid 1 voor ondergeschikte detailhandel en horeca die is gerelateerd aan de maatschappelijke voorziening die is aangeduid op de verbeelding, mits de leefbaarheid van de woonomgeving niet onevenredig wordt aangetast.

130


Koterweg I

Hoofdstuk 3 Artikel 4

Algemene regels

Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 5

Algemene afwijkingsregels

1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het plan: a. indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van de grens of de richting van wegen, parkeerstroken, paden, bermen en sloten en ligging van bebouwingsgrenzen noodzakelijk zijn ter aanpassing van het plan aan de werkelijke toestand van het terrein, die bij de uitmeting blijkt, mits die afwijkingen ten opzichte van hetgeen op de verbeelding is weergegeven niet meer dan 10 m zijn; b. ten behoeve van het bouwen in afwijking van de bepalingen ten aanzien van de afmetingen van de bebouwing, waaronder begrepen bebouwingspercentages, mits de afwijkingen beperkt blijven tot ten hoogste 10% van de bij recht in het plan weergegeven maten. 2. Het afwijken van de bouwregels, als bedoeld in het eerste lid, kan niet indien enig aangrenzend terrein of enige aangrenzende bebouwing in een toestand wordt gebracht, die strijdig is met het plan en/of indien op enig aangrenzend terrein de verwerkelijking van het plan wordt belemmerd en dit niet door het stellen van voorwaarden aan de afwijking van de bouwregels kan worden voorkomen.

Artikel 6 6.1

Algemene wijzigingsregels

Algemeen

Burgemeester en wethouders kunnen, indien en voor zover dringende redenen die na het vaststellen van het plan tot hun kennis zijn gekomen hiertoe aanleiding geven en voor zover het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het gebied dat in het plan is begrepen niet wordt geschaad: 1. een bestemmingsgrens tussen twee bestemmingsvlakken zodanig wijzigen, dat het kleinste bestemmingsvlak met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot; 2. een bebouwingsgrens zodanig wijzigen, dat het bebouwingsvlak met niet meer dan 10% wordt verkleind of vergroot.

Artikel 7 7.1

Algemene procedureregels

Procedure bij het stellen van nadere eisen

Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure: 1. een ontwerpbesluit ligt, met bijbehorende stukken, gedurende twee weken ter inzage; 2. burgemeester en wethouders geven voorafgaand aan de terinzagelegging kennis van het ontwerpbesluit in één of meer dag-, nieuws of huis-aan-huisbladen of op een andere geschikte wijze. De kennisgeving geschiedt tevens langs elektronische weg; 3. de kennisgeving houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen gedurende de onder 1 genoemde termijn; 4. burgemeester en wethouders delen aan hen die zienswijzen naar voren hebben gebracht de beslissing daaromtrent mede.


131

Koterweg I

Hoofdstuk 4 Artikel 8 8.1

Overgangs- en slotregels

Overgangsrecht

Overgangsrecht bouwwerken

1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%. 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 8.2 Overgangsrecht gebruik 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9

Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Koterweg I van de gemeente Barneveld.Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Barneveld d.d. tot vaststelling. Mij bekend, de griffier.

132


3D beelden varianten. Variant 1 (18 woningen) Variant 2 (18 woningen) Variant 3 (18 woningen) Variant 6 (20 woningen)

Recommend Documents