Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
25 januari 2001
5
nr 2 * twaalfde jaargang
K.U.Leuven en UCL: drie decennia later
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
Op deze pagina kunt u uw mening of reactie kwijt. Stuur uw forumstuk of lezersbrief naar Campuskrant, Oude Markt 13, 3000 Leuven. De inhoud van de
FORUM
hier gepubliceerde stukken is voor rekening van de auteur. De deadlines voor de volgende nummers vindt u onderaan op deze pagina.
De universiteit en de wet van Parkinson Er was eens een voetbalclub die Europees wou spelen. Ze had gekwalificeerde spelers aangeworven om dat doel te bereiken. Na enige tijd werd hen gevraagd hun prestaties te evalueren en daarover te rapporteren. Dan werden ze door spelers uit een andere ploeg gevisiteerd. De rapporten werden in commissies besproken, naar de voetbalbond gestuurd, daar nog eens gesynthetiseerd, en uiteindelijk naar de Minister van Sport gestuurd, vanwaar ze terug naar de spelers werden gestuurd ... Na een tijdje besliste men dat de spelers ook moesten instaan voor de personeelsadministratie van de club. In een be weging van decentralisatie kwam ook de boekh ouding bij hen t erecht. Ze moesten ook een speciaal computerprogramma leren om de uitslagen in te tikken, want dat was een gemakkelijke vergelijkingsmethode voor het bestuur. En er was ook nog het clubhuis: wie zou er voor de bestellingen kunne n zorgen? De spelers moesten zich ook wat actiever inzetten voor de jeugdwerking. Laat ze ook maar zorgen voor het onthaal bij internationale wedstrijden. Omdat het supportersaantal daalde, moesten ze ook de boer op om volk te trekken. Of dat nog niet genoeg was, werd plotseling het competitiesysteem veranderd, en moesten ze nog eens opnieuw de doelstellingen van alle wedstrijden in detail beschrijven. En ... al gauw was er geen tijd meer voor de trainingen, want alle andere activiteiten waren prioritair. De clubleiding verbaasde zich erover dat niettegenstaande al die ingrepen de club niet meer in de Europese competitie uitblonk. Parkinson’s Law
In de managementstheorieën van de jaren vijftig maakte Parkinson’s Law veel opgang. Professor Parkinson was tot de merkwaardige ontdekking gekomen dat in elke organisatie het aantal administratieve krachten jaarlijks met een voorspelbare graad toenam, ongeacht het volume werk dat het personeel uiteindelijk verrichtte. Zijn schoolvoorbeeld was de Britse Navy waar in 1928, veertien jaar na het begin van de ee rste wereldoorlog, 78% meer kaderleden waren dan in 1914, hoewel er een derde
probleem voordoet, moet men dat lokaal zelf maar ontdekken, centraal wordt het nauwelijks nog gemeld. Dit leidt tot een tweede fenomeen dat door de Franse economist Daniel Cohen kernachtig als één van de pijnpunten van het hedendaags kapitalisme is omschreven: la régulation par le stress. De informatica maakt jobs overbodig, maar het werk valt daarom niet weg. De zetters zijn afgevoerd, maar de academici tikken bij hun artikels ook de zetcodes voor een camera-ready copy in. Laat ze dus nu ook maar zelf hun rekeningen invoeren, of hun quotation-index opstellen. Ondertussen nemen de taken van het administratief personeel niet af maar toe. Een derde fenomeen dat hiermee samenhangt is de toename van papierverbruik. Of dacht u dat computer, email en internet tot een vermindering van de papiermolen hebben geleid? Maar er is meer dan enkel dit verbruik: e-mail is tijd- en kostenbesparend. Werk dat u zelf niet wil doen laat u door een ander verrichten: ik stuur de tekst op, u geeft het beste van uw tijd om hem (met een dure printer) af te drukken. Wellicht nog belangrijker is dat de computer ons in staat stelt om altijd weer dezelfde informatie onder een andere vorm te regenereren, en daardoor de indruk te w ekken dat er dan eigenlijk ook iets mee gebeurt. Het zijn regelrechte overschrijfoperaties. Pre- en post-visitatierapporten in allerlei vormen zijn daar een sprekend voorbeeld van. D eze overschrijfoperaties stellen ons ook in staat een massa informatie aan te bieden die geen redelijk persoon nog kan verwerken. In voorbereiding van de recente bijeenkomst van POC-voorzitters werd aan eenieder gevraagd 50 pagina’s grondig te lezen. Wie vindt nog de tijd om daarin het onderscheid te maken tussen hoofdpunten en details? Hoewel we betere communicatiemiddelen hebben, betekenen die geenszins een grotere toegang tot de informatie die men op een bepaald ogenblik nodig heeft. Dit blijkt weer eens bij de praktische uitwerking van de semesterexamens. Hoewel studiegidsen, programmaboeken, visitatierapporten, enz. allemaal geïnformatiseerd zijn, kunnen de centrale diensten op dit ogenblik onmogelijk per studierichting in een handig Word-formaat de lijst van vakken, titularis sen, studiepunten, examenvorm, en het semester aanbieden. De meest eenvoudige manier is dat POC-voorzitters en hun administratie gewoon het programmaboek weer eens overtypen. Bovendien vroeg men de reeds lang beschikbare informatie over studiedoelen, syllabi, enz. nog eens op. Men vroeg zelfs het CWIS-adres neer te schrijven, alsof er geen zoekfunctie bestaat. Wie gaat al deze informatie nog eens verwerken en wat gaat men ermee doen? Commissies en administratie
minder manschappen en twee derde minder schepen waren. In de jaren ‘80 en ‘90 zou Parkinson tot een nieuwe, even merkwaardige, ontdekking komen: administratieve taken nemen omgekeerd evenredig toe met de beschikbare financiële middelen en dit zonder duidelijke groei in efficiëntie. De Parkinson-wetten zijn de K.U.Leuven niet gespaard gebleven. Een eerste antwoord op de beperking van financiële middelen is de creatie van wat ‘financiële verantwoordelijkheid’ genoemd wordt en bestaat uit ‘decentralisatie’ van de verminderde middelen. Centraal heeft men dan de indruk dat de problemen opgelost zijn, maar die zijn gewoon naar de eenheden verplaatst. De invoering van SAP is daarvan een mooi voorbeeld: rekeningen kunnen nu verschillende maanden binnen de universiteit onderweg zijn alvorens ze betaald worden. “Het probleem ligt bij jullie departement”, wordt dan gezegd. Niet alleen moeten departementen met de regelmaat van de klok nieuwe computers aankopen, ‘oude’ versies updaten, en nieuwe boekhouders aantrekken (cf. Parkinson’s law), maar ook wordt de facto van elk ZAP-lid verwacht het SAP-systeem grondig te beheersen. Als er zich nu een
Een ander fenomeen waaruit blijkt dat de administratie toeneemt naarmate de financiële middelen slinken, zijn allerhande commissies die men in het leven roept. Alles moet nu op een “objectieve” manier gebeuren, en de verfijnde regels en cijfers wekken de indruk dat hiermee de subjectiviteit in de beoordeling wegvalt. We zijn perfect in staat te berekenen hoeveel punten onze publicaties waard zijn, hoeveel rekeneenheden we kosten en hoeveel studiepunten onze colleges mogen bedragen. De commissies bezinnen zich dan over dit cijfermateriaal, en vergeten vaak dat naast de professionele competenties de humane competenties, die niet in cijfers om te zetten vallen, een heel belangrijke factor zijn in het bedrijfsleven. Wat men naast de kosten voor de samenstelling van dossiers bij deze commissies echter niet verrekent, zijn de eigenlijke personeelskosten van commissies. Als men ervan uitgaat dat een gemiddeld ZAP-lid 1.000 fr. per uur waard is, is de optelsom snel gemaakt voor de meeste van onze vergaderingen. Volgens sommige statistici belegt de universiteit dagelijks een tweehonderdtal vergaderingen. Het laatste aspect dat in deze context meespeelt is de toename van administratieve regulering: aangezien we in onze maatschappij niet meer met feilbaarheid omkunnen, beantwoorden we elke misstap met de invoering van een nieuw reglement dat in feite iedereen straft. Een sprekend voorbeeld hiervan is het examenreglement dat de laatste jaren continu werd aangepast. Bovendien hebben we een preventief systeem uitgewerkt. Dat heeft er bij sommige faculteiten toe geleid bewijzen van deelname aan examens bij dubbele handtekening op kopievrij
2 C AMP U SKRAN T 25.1 . 2001
papier in te voeren! Wie houdt al die administratie bij? En iedereen wordt natuurlijk verondersteld alle reglementen te kennen. Deze opsomming van pijnpunten zou de verkeerde indruk wekken dat al deze elementen, van SAP t ot email, van decentralisatie tot regulering, op zich te verwerpen zijn. Dat zijn ze uiteraard niet, integendeel, ze kunnen zeer nuttig zijn en ons leven zelfs aanzienlijk aangenamer maken. Maar het zijn slechts middelen en ze worden een probleem wanneer ze, zoals nu, de bovenhand krijgen op de vooropgestelde doelen. We beleven het klassieke geval van inversie van doel en middel. POC’s zijn meer bezig met de invulling van enquêtes en
formulieren dan met onderwijsvernieuwing. De alsmaar toenemende administratie vreet niet alleen de tijd voor onderzoek, onderwijs en maatschappelijke dienstverlening aan, maar ook het gezins- en privéleven. Deze opsomming zou ook de indruk kunnen wekken dat deze pijnpunten typisch of uniek zijn voor de K.U.Leuven of dat de verantwoordelijkheid ervan enkel bij het beleid ligt. Het is een maatschappelijk fenomeen waarmee we allen te maken hebben en we zijn er allen medeverantwoordelijk voor. Daarom pleit ik voor een dr astische vermindering van de administratieve taken binnen onze universiteit. Het gaat wel degelijk om een vermindering en niet om een verplaatsing ervan die opgevangen zou moeten worden door nieuwe administratieve krachten, want ook hun taken mogen beperkt worden. Dit zal de enige weg zijn om een aantal van onze vooropgestelde doelen te realiseren zonder dat onze academische hoofdopdracht en ons privé-leven aangetast worden. Met alle plannen die nog op tafel liggen zal deze vermindering en vereenvoudiging van administratie meer dan nodig zijn. Nicolas Standaert, hoogleraar Departement Oosterse en Slavische Studies
Verschijningsdata Campuskrant
AB= met alumnibijlage
8 23 mei (woensdag!) 15 mei (dinsdag!)
15 15 november 7 november
9 7 juni (AB) 30 mei
16 29 november (AB) 21 november
3 8 februari (AB) 31 januari
10 21 juni 13 juni
17 13 december 5 december
4 22 februari 14 februari
11 30 augustus (AB) 22 augustus
5 15 maart (AB) 7 maart
12 20 september 12 september
6 19 april (AB) 11 april
13 4 oktober (AB) 26 september
7 10 mei 2 mei
14 25 oktober 17 oktober
Bijdragen dienen ons de dag van de deadline te bereiken, vóór 12u sti pt. Suggesties voor artikels of interviews zijn welkom op het redactieadres, minstens één week voor de deadline. De vaste bijdragen voor kalenders en vacante mandaten worden twee dagen voor elke deadline ingewacht bij de betrokken diensten.
Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
NIEUWSFLITS
Baanbreker voor Steunpunt WAV
25 januari 2001
Het Steunpunt Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming kreeg op 19 december in het Vlaams Parlement uit handen van minister van Werkgelegenheid Renaat Landuyt de Baanbreker. Het Steunpunt ontving deze onderscheiding voor het baanbrekende werk dat het levert inzake de exploratie en exploitatie van statistische databanken en rond de constructie van nieuwe indicatoren, waardoor het is uitgegroeid tot een toonaangevende stem in het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid. De website van het Steunpunt vind je op http://www.kuleuven.ac.be/stwav.
Campuskrant
Veertiendaags tijdschrift van de K.U.L euven Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Wouter Verbeylen Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg t(016)32 41 8 4
[email protected] Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven t(016)32 41 8 4 f(016)32 40 1 4
[email protected]
Strenge controle gratis buspasjes
De Lijn verscherpt de controle op de gratis buspasjes voor studenten. Zo wil de vervoersmaatschappij gesjoemel tegengaan. Studenten geven immers vaak hun gratis pasje door aan niet-studenten. Daarom moeten gratis reizigers voortaan altijd in het bezit van hun studentenkaart zijn. Die geldt als legitimatie voor het pasje. Is dat niet het geval, riskeert de student op termijn een boete vanaf 2.200 tot 12.100 frank.
Internetadres
http://www.kuleuven.ac.be/ck/ Aan dit nummer werkten mee
Tamara Deca, Anne-Mie Jaspers, André Mellaerts, Geert Op de Beeck, Geneviève Ostyn, Isabel Penne, Sofie Ponsaerts, Klaartje Proesmans, Lieve Quaegebeur, Vladimir Rogiers, Peter Van Puyvelde, Raf Weverbergh Stuurgroep Campuskrant
Ronny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens, Jan De Vuyst, Jan Elen, Erik Gobin, Chloé Heerman, Els Heylen, Bernard Himpens, Bert Overlaet, Isabel Penne, Paul Thurman, Jos Vaesen, Myriam Van Acker, Jan Verhaeghe Vormgeving
11
Total Design Belgium
Wijzer Weg - Afstuderen? En dan?
Foto’s
Rob Stevens, Fabrice Kada, Patrick Holderbeke, Michaël De L ausnay Cartoons
4 Patroonsfeest 2001
Joris Snaet
Profiel van drie eredoctores Sociale Raad (SoRa) hee ft de voorbije weken verschillende keren actie gevoerd tegen de prijsverhogingen in de Almarestaurants. Sinds 1 januari betalen studenten 3 frank meer voor een Alma-maaltijd, waardoor de goedkoopste maaltijd nu 83 frank kost. SoRa protesteerde daar onder meer tegen door zelf een aantal dagen couscous aan te bieden tegen 40 frank (foto). Op 15 januari gaven de studenten van SoRa de voltallige Academische Raad een ‘Judaskus’ tijdens een diner in de Faculty Club. Rector Oosterlinck reageerde met een voorstel tot aanpassing van de Alma-prijzen aan de financiële draagkracht van de studenten.
Coverfoto’s
Rob Stevens
5 K.U.Leuven-UCL 575 jaar
Reclameregie
UCL-rector Marcel Crochet
Véronique Limbourg, t(016)32 41 8 4
6 Uitwisseling K.U.Leuven-UCL
Oplage
22.000
Pendelen tussen Leuven en Louvain-la-Neuve
Drukwerk
7 Mei ‘68, het schism a
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt
Paul Goossens en Mon Vanderostyne, 30 jaar later
Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven
8 Bijnadoodervaringen au sérieux genomen
“Dood is meest ontkende werkelijkheid”
Copyright artikels
8 Onderwijsvernieuwing
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie.
Onderzoeken kan je leren 9 Nieuws
Het volgende nummer verschijnt op 8 februari. Bijdragen - verslagen van raden, nieuwe publicaties, kalenders, korte, informatieve stukjes dienen ons te bereiken vóór woensdag 31 januari, 12u stipt. Suggesties voor artikels en interviews zijn welkom op het redactieadres.
Gelijkekansenbeleid aan KULAK kent moeilijke start 10 Burgemeester Jean-Luc Roland
“Louvain-la-Neuve is New York niet” 11 Wijzer Weg
M/V zoekt eerste job 13 Wijzer Weg
K.U.Leuven-alumni vinden snel werk Op 7 december vierde het Vlaams Rechtsgenootschap VRG zijn 125ste verjaardag met een academische zitting.
16 K.U.Leuven 575 jaar
Tentoonstelling Orientalia (2) 17 Cultuur
Victoria bezet STUC 18 Ad valvas 20 De Denktank 20 Menselijk contact bevordert integratie
Met asielzoekers op kot
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
3
NIEUWS
Michel Mayor
Eredoctoraten 2001 (3)
Hans Gerber, Paul Kennedy en Michel Mayor Ludo Meyvis
Hans Gerber
Hans U. Gerber werd geboren op 13 juni 1943 in Thal (St. Gallen, Zwitserland). Hij studeerde zuivere wiskunde aan de E TH Zürich, maar verlegde zijn interesse naar meer toegepaste vormen van wiskunde, meer bepaald waarschijnlijkheidsrekenen en actuariële wetenschappen. Van 1969 tot 1981 verbleef hij in de Verenigde Staten, vooral aan de University of Michigan, die op het vlak van actuariële wetenschappen een internationale toppositie bekleedt. Hij werkte ook een jaar bij een maatschappij voor levensverzekeringen. Sinds 1981 doceert hij aan de universiteit van L ausanne. Het werk van professor Gerber is gesitueerd op het raakvlak tussen wiskundig-actuariële en economische aspecten van de verzekering. Hij specialiseerde zich in de wisselwerking tussen wiskundig gefundeerde financieringstechnieken in de verzekering. Zijn baanbrekende introductie van actuariële technieken in de financiële modellen van de verzekeringswereld zorgde voor een heroriëntatie van tal van actuariële scholen naar onderzoek dat financiële en verzekeringsideeën combineert. Professor Gerber is ook een gezaghebbend auteur van handboeken die internationaal gebruikt worden in de opleiding van actuarissen. Zijn Life Insurance Mathematics werd vertaald in het Duits, het Russisch, het Chinees en het Sloveens. Professor Gerber onderhoudt stevige banden met onze universiteit en onze Leuvense actuarissen. In 1979-1980 was hij gasthoogleraar, en hij is lid van het redactiecomité van een in L euven geboren toonaangevend actuarieel tijdschrift.
Professor Michel Mayor zal de geschiedenis ingaan als degene die voor het eerst het bestaan aantoonde van een planeet rond een andere ster dan de zon. Samen met zijn toenmalige doctoraatsstudent Didier Queloz ontdekte hij het eerste van een inmiddels tot ongeveer 40 aangegroeide reeks ster-planeetsystemen rond nabijgelegen sterren. Daarmee beantwoordde hij een vraag die de oude Grieken zich reeds stelden, en hij effende het terrein voor één van de meest florissante disciplines uit de sterrenkunde. De ontdekking van een Jupiter-achtige planeet rond 51 Pegasi heeft een ware revolutie teweeggebracht in het domein van de zoektocht naar exo-solaire planeten, niet alleen wat de resultaten betreft, maar ook op het gebied van de strategie om dergelijke objecten te vinden. Door hun lichtzwakheid in vergelijking met de nabijgelegen ster kunnen deze planeten uiteraard niet rechtstreeks waargenomen worden. Professor Mayor ontwikkelde een methode gebaseerd op de zeer nauwkeurige meting van kleine snelheidsveranderingen van sterren. Hij maakte het mogelijk om in real time, tijdens de waarnemingen zelf, de resultaten - en dus e ventueel de aanwezigheid van een planeet - te detecteren.
Vrijdag 2 februari - L ichtmis
Programma Patroonsfeest 2001
Paul Kennedy
Professor Paul Kennedy werd geboren in 1945 in Wallsend, Noord-Engeland. Hij studeerde moderne geschiedenis aan de universiteiten van Newcastle en Oxford, waar hij zijn Ph.D. behaalde. Hij doceerde aan de University of EastAnglia, en werd in 1983 titularis van de prestigieuze Dilworth-leerstoel in Yale. Professor Kennedy bestudeert de mechanismen die leiden tot de opkomst en het verval van grootmachten. Hij doet dit niet vanuit het standpunt van de traditionele diplomatieke geschiedenis, maar zoekt naar de fundamentele krachten die de ontwikkeling van of tussen grootmachten determineren. Hij beschouwt daarbij zowel economische als politiek-culturele factoren. Zijn werk The Rise of the Anglo-German Antagonism (1860-1914) bevat een diepgaande comparatieve studie van beide 19de-eeuwse grootmachten. Nadat hij zich in de Verenigde Staten gevestigd had, bestudeerde hij vooral de mogelijkheden en beperkingen van de VS als wereldmacht, onder meer in The Rise and Fall of the Great Powers: Economic Change and Military Conflict from 1500-2000. Hij baseert zich daarbij op een correlatie tussen economische en politiek-militaire macht, waartussen elke grootmacht een delicate balans moet zien te vinden. In 1990 richtte hij in Yale het Centre for International Security St udies op, een gerenommeerd studiecentrum dat zich onder meer toespitst op de analyse van overbevolking, aids, milieukwesties en etnisch geweld. Daardoor is de aandacht van professor Kennedy de laatste jaren verschoven naar de actualiteit en toekomstige ontwikkelingen. Zijn toekomstbeeld is ‘gematigd-sceptisch’. Hij analyseert vlijmscherp de problemen van de huidige wereld, en geeft tegelijk ook mogelijke uitwegen aan.
4 C AMP U SKRAN T 25. 1 . 2001
9.15u, Stoet van de Academische Overheid en de togati 9.30u, Eucharistieviering in de Sint-Pieterskerk in het teken van 575 jaar K.U.L euven - UCL. 11u, Academische zitting in de P ieter De Somer-aula Het doctoraat honoris causa zal worden uitgereikt aan: Professor Hans Gerber, Institut des Sciences Actuarielles, Ecole des Hautes Etudes Commerciales, Université de Lausanne, Zwitserland Professor Paul Kennedy, Director of the Centre for International Security St udies, Yale University, USA Professor Michel Mayor, Directeur de l’Observatoire de Genève, Université de Genève, Zwitserland Professor Elisabeth Nabel, Scientific Director Clinical Research, National Heart, Lung and B lood Institute, National Institute of Health, USA Professor Pedro Sanchez, Director-General International Centre for Research in Agroforestry, Kenia Professor Robert Steadward, President International Paralympic Committee, Canada Professor Robert Sternberg, IBM Professor of Psychology and Education, Yale University, USA 13u, Receptie in de Jubileumzaal 20.30u, Concert in de Sint-Jan-de-Doperkerk, Groot Begijnhof, door kamerkoor Musa Horti, het kamerorkest van het Koninklijk Conservatorium van Brussel en sopraan Greta De Reyghere o.l.v. Peter Dejans. In het eerste concertgedeelte brengt het kamerorkest een werk van Corelli, gevolgd door het Laudate Pue ri voor koor, sopraan en orkest van Händel. De Coronation Anthems bestaan uit vier feestelijke kroningsmotetten die Händel schreef ter gelegenheid van de kroning van George II en zijn g emalin Caroline in Westminster Abbey op 11 oktober 1727. Kaarten: 300 fr./250 fr. (personeel, alumni K.U.Leuven), 200 fr. (studenten), Cultuurcoördinatie, Oude Markt 13, t(016) 32 41 40.
K.U.LEUVEN - UCL 575 JAAR
De UCL zet een punt achter dertig jaar verhuizen
“In 2001 komt de kers op de taart” Raf Weverbergh
Toen Louvain-la-Neuve gebouwd werd, was het blijkbaar al zo lang geleden dat er nog eens een s tad was ontworpen, dat de bouwers het niet echt meer in de vingers hadden. Bijgevolg ben ik al ti en keer verdwaald voor ik op mijn afspraak met de rector van de UCL geraak - waarvan zeven keer op een p lein met maar vier uitgangen. Rector Marcel Crochet lacht vrolijk als hij mijn v erhaal hoort: “Ha, ja, het is niet simpel als je het hier niet kent.” Waarna hij geduldig op mijn eerste vraag wacht. CK: Wat is er met de UCL gebeurd na de splitsing in ‘68? Crochet: “Oh, heel wat. We hadden de aanzienlijke taak om hier zowel een universiteit als een stad uit de grond te stampen, en dat is natuurlijk een gigantische operatie geweest. (lacht) Ik weet nog dat de ingenieurs als eersten een gebouw kregen, omdat die zelf nog het één en ander in elkaar konden steken. Daarenboven kwamen de oliecrisissen van de jaren zeventig roet in het eten gooien, waardoor we nog vertraging opliepen ook. Maar goed, in 2001 kunnen we toch beginnen zeggen dat het werk min of meer af is: we wijden dit jaar de Aula Magna in, en dat is toch zowat de kers op de taart. Daarenboven zijn er voor het eerst meer gewone inwoners dan studenten in Louvain-la-Neuve, en dat is ook een mijlpaal, vind ik. Daarmee zitten we hier eindelijk echt in een stad, doorweven door een universiteit, in plaats van omgekeerd. En zo benaderen we dus weer het model dat we in Leuven hebben achtergelaten. Uiteraard wonen niet al onze 19.000 studenten in Louvain-la-Neuve. Zowat 9.000 zitten hier op kot, 5.000 wonen thuis, en nog eens 5.000 zitten in Woluwe. ” CK: Dat architecturale model is belangrijk voor u? Crochet: “De UCL wil, in een stad die zich ontwikkelt, een eigen karakter geven aan die stad en haar cultur ele uitstraling. Wij hebben altijd gestreefd naar een universiteit die zeer dicht bij cultuur staat. Er was van bij het begin een ruime waaier aan culturele activiteiten in Louvain-la-Neuve: muziek, theater, en binnenkort komt daar een grote bioscoop bij. En de nieuwe Aula Magna zal ook een centrum zijn waar voorstellingen kunnen plaatsvinden. Wij willen binnen Waals-Brabant een centrum van wetenschap zijn, maar ook van cultuur. En ik denk dat dit deel van het project zich buitengewoon voorspoedig ontwikkelt.”
zeer veel belang heeft gehecht aan de k waliteit van haar onderzoek - wat een universiteit vanzelfsprekend moét doen. Bij ons hebben we dan weer zwaar het accent gelegd op het ontwikkelen van de universitaire pedagogie.” CK: Is dat een keuze die ondanks alles moét worden gemaakt? Crochet: “In elk geval moet je de twee doen als universiteit. Maar op een gegeven moment moet je weten wat de boodschap is die je aan je professoren meegeeft. En wij hebben de boodschap gegeven dat het tijd was om aan de pedagogische kant te sleutelen. Kijken hoe je een traditionele pedagogie kan veranderen in een lesvorm waarin de student zichzelf inschakelt in het leerproces. En daar hebben we heel wat middelen in geïnvesteerd, veel lesprojecten gefinancierd. We hebben ook pedagogische sabbaticals voor proffen die nieuwe initiatieven willen opstarten. Op dat vlak geven we dus veel impulsen. (lachje) Vreemd genoeg lijken het voornamelijk de studénten te zijn die gekant zijn tegen al te veel vernieuwing.” CK: Dat is in Leuven niet anders. Werken jullie ook met semesterexamens? Crochet: “Oh, al jààren. We vragen ons zelfs af of we niet naar trimestriële examens moeten evolueren. Voor studenten is de voorspelbaarheid van een ondervraagmethode blijkbaar heel geruststellend, terwijl we steeds meer opschuiven naar modellen waarbij de evaluatie per project gebeurt - zoals ons kan didaturenproject CANDI 2000. D at is werkelijk een revolutionaire methode, essentieel voor de toekomst, geloof ik.” CK: En hoe ziet de toekomst er uit voor de UCL? Crochet: “Een universiteit moet vandaag de dag haar eigen filosofie ontwikkelen, stelling nemen als het gaat over belangrijke maatschappelijke thema’s, en ook bij h aar studenten een ethische reflectie aankweken, zodat ze zich in een veranderende wereld kunnen aanpassen. En ik kan u verzekeren dat de ‘C’- het katholieke element van de UCL - d aarin een rol zal blijven spelen, als programma dat waarden uitdraagt waaraan wij houden.” CK: Hallo rector Oosterlinck? Oosterlinck: “Mijn reactie op deze uitspraken van rector Crochet is heel kort: ik vind die over de hele lijn positief. Ik vind het vooral positief dat we als zusteruniversiteiten zo goed kunnen samenwerken. En die samenwerking gaan we vanzelfsprekend ook blijven onderhouden. Dat we dezelfde historische roots hebben maakt het natuurlijk gemakkelijker. Internationaal gezien is het trouwens ook in ons belang om aan hetzelfde zeel te trekken - we moeten elkaar als zusteruniversiteiten versterken. In het buitenland begrijpt men soms niet goed wat het verschil is tussen onze universiteiten, welnu, we zijn een gezamenlijke brochure aan het voorbereiden, waarin we niet zozeer onze verschillen uitleggen, als wel onze verbondenheid benadrukken. Natuurlijk zijn er nog moeilijkheden in de samenwerking tussen UCL en K.U.Leuven, maar er wordt hard gewerkt om die te doen verdwijnen.” Website UCL: http://www.ucl.ac.be
CK: Is er nog intensief contact met de K.U.Leuven? Crochet: “Geen geïnstitutionaliseerd contact tussen de rectoren, maar ik zie mijn collega wel regelmatig, en er zijn terreinen waarop het contact altijd intensief is gebleven. Het contact tussen de universiteiten wordt ook alsmaar groter door interuniversitaire attr actiepolen en studentenuitwisselingen. Ik geloof dat er steeds meer samenwerking zal komen. Het is een tijdje niet echt simpel geweest, natuurlijk, maar nu gaat het goed.” CK: Hoe is de UCL geëvolueerd als universiteit? Crochet: “Heel belangrijk volgens mij is de departementalisering die we hier hebben doorgevoerd - nieuwe structuren die we in L euven niet hadden. We hebben daarnaast heel wat energie gestoken in de ontwikkeling van interdisciplinaire studiecentra, en ook in de uitbouw van een intensief contact met de samenleving en de bedrijfswereld, door permanente vorming, alumniwerking, en niet te vergeten het wetenschapspark. Daar is de UCL van in het prille begin mee begonnen, en dat is een enorme aantrekkingspool gebleken. Er werken nu 3.500 mensen in 95 bedrijven, waar dertig jaar geleden gewoon niks stond. Op dat vlak zijn we een soort pioniers geweest. Ik durf niet zeggen dat we de allereersten waren, maar we waren zeker bij de eersten die dat deden. En we moeten onderkennen dat het aantal onderzoeksprojecten voor ondernemingen bijzonder belangrijk is geworden voor ons - dat zie je bij de K.U.Leuven trouwens ook. We zijn heel trots op Ion Beam Applications, hier in het bedrijvenpark, dat is uitgegroeid tot één van de steunpilaren van de Waalse economie van vandaag. En van daaruit zijn dan weer belangrijke initiatieven voor spin-offs van start kunnen gaan. Op dit moment hebben we een dienst die zich specifiek daarmee bezighoudt. We hebben ook centra ontwikkeld voor technologietransfer en voor sociale studies in Henegouwen, in het kader van het Europese programma Objectif 1.” CK: Ziet u grote verschillen tussen de politiek van de K.U.Leuven en die van de UCL? Crochet: “Ik geloof dat je kan zien dat de K.U.L euven in de laatste vijf jaar
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
5
K.U.LEUVEN - UCL 575 JAAR
Pendelen tussen K.U.Leuven en UCL
de cafés hebben een sluitingsuur, om 2u ‘s nachts gaan de deuren én de kranen onverbiddelijk dicht. Dan kan je gelukkig wel nog terecht op de studentenfuiven. En zelfs voor een student uit Leuven, die toch wat gewend is, gaat het er daar behoorlijk heftig aan toe . Balans? Ondanks de bedenkingen is de conclusie unaniem: een Erasmus-verblijf in Louvain-la-Neuve is zonder meer een aanrader.
Van oud naar nieuw of andersom Sofie Ponsaerts
Van de UCL naar Leuven
En hoe vergaat het studenten die de trein namen in de tegenovergestelde richting? We vroegen het aan Cynthia Schreiber en Anne-Sophie Mirgaux - stu1968 ligt ver achter ons, de ietwat moeilijke boedelscheiding is ruimschoots verteerd. Dit jaar vieren de K.U.Leuven en de UCL zelfs samen feest. En sinds enige tijd wordt er druk deelgenomen aan studentenuitwisselingen. Elk jaar gaan een aantal licentiestudenten uit Leuven via het Erasmusprogramma dr ie tot tien maanden studeren in Louvain-la-Neuve. Dat is goed voor je Frans, uiteraard. En je hebt alle andere voordelen van een Erasmusverblijf, op amper een halfuurtje reizen van Leuven. Dat dit ‘nieuwe Leuven’ zo dichtbij is, ervaren de meeste studenten wel degelijk als een voordeel. Elk weekend of zelfs elke dag naar huis gaan maakt het misschien wat moeilijker om nieuwe vrienden te vinden, maar zo wordt het verlaten van je liefste natuurlijk draaglijker, ervaart Wim Tops. En waar moet je anders met je vuile was naartoe? De stad zelf blijkt niet bijster aantrekkelijk voor degenen die het gezellige Leuven gewoon zijn. De meesten vinden Louvain-la-Neuve kunstmatig en zielloos - al leer je ook dat appreciëren, vindt Wim Remysen. Doordat de stad volledig in dezelfde soort steen is gebouwd, is het moeilijk om je er te oriënteren. Verdwalen is dan ook ee n reëel risico, zoals Wim Tops al mocht ervaren. Gelukkig maken de bewoners veel goed: ze zijn erg vriendelijk en open. Toch is het soms wat wennen als je medestudenten je groeten met een kus, zegt Marjolein Bommerez. Zo ver gaan de proffen gelukkig niet, maar de verhouding tussen docenten en studenten blijkt heel wat informeler dan we in L euven gewend zijn. De sfeer in de colleges is erg open en er wordt veel gediscussieerd. Klopt, zegt Wim Fabrice, Cynthia en Anne-Sophie
denten Germaanse Filologie - en Fabrice Dandois, student TEW. Over de stad zijn ze het alvast eens: ‘mooi’ en ‘gezellig’ zijn de woorden die steeds opnieuw terugkomen. Maar ook deze Erasmusstudenten gaan elk weekend naar huis. Dat vinden ze zelf een groot voordeel. De familie, de vrienden, het lief, en zelfs moeders pappot blijken een grote weekend-aantrekkingskracht uit te oefenen. Toch kan dat ook een nadeel zijn, vindt Cynthia, want als je min of meer continu in Leuven blijft, maak je allicht makkelijker vrienden. En dat is nodig als je je echt thuis wil voelen. Fabrice Dandois waardeert zijn goede kotrelaties, terwijl Cynthia en Anne-Sophie vriendschap aangeknoopt hebben met medestudenten uit de UCL die ook naar Leuven gekomen zijn. Ze vinden alledrie dat Vlamingen geen praters zijn. Tijdens groepswerken blijven de gesprekken vrij oppervlakkig. De proffen zijn erg afstandelijk en ernstig, volgens Anne-Sophie. Het systeem van semesterexamens zijn ze alledrie al lang gewend. En dan is de traditionele Leuvense aanpak natuurlijk even wennen. En wat vinden ze van de studentencafés en -restaurants? Eh ben ... het uitgaansleven verschilt niet veel van dat in Louvain-la-Neuve, maar Leuvense studenten beseffen niet hoe ze boffen met de verschillende Alma’s: het eten is goedkoper én lekkerder dan aan de UCL, aldus Fabrice. In ieder geval: alledrie zijn ze van plan om hun verblijf te verlengen, of toch zeker terug te komen.
Marjolein enWim
Remysen, maar administratief is alles er wat ingewikkelder en minder goed georganiseerd. Maar studenten hechten natuurlijk ook belang aan andere dingen, zoals daar zijn eten en drinken. Jammer genoeg is de tegenhanger van de Alma duurder, het eten minder lekker en het menu minder uitgebreid. Erger nog:
6 CAMP U SKRAN T 25. 1 . 200 1
K.U.LEUVEN - UCL 575 JA AR
Mei ‘68, het schisma t ussen K.U.Leuven en UCL
“We shall overcome” Raf Weverbergh
Twee boegbeelden van mei ‘68 blikken terug. Paul Goossens is waarschijnlijk de bekendste studentenleider uit die tijd. Mon Vanderostyne was de eerste student die een toespraak mocht geven bij de plechtige opening van het academiejaar. Wat waren hun doelstellingen, hoe probeerden ze die te bereiken, en wat vinden ze meer dan dertig jaar later van hun acties? Paul Goossens: “De hele ‘68-toestand is eigenlijk begonnen aan de universiteit van Berkeley, in Californië, en draaide vooral om de oorlog in Vietnam. Muhammed Ali, bijvoorbeeld, weigerde te gehoorzamen aan het oproepingsbevel, maar het protest concentreerde zich vooral aan de universiteiten. Er waren debatten en acties, en de overheid greep hardhandig in. Nu was er hier in linkse kringen ook commotie hoor, de hele jaren zestig lang. Er werd voortdurend gemanifesteerd - dat was heel betekenisvol: de jonge generatie manifesteerde zich politiek, en kwam aan de universiteiten in conflict met de gevestigde orde.” Bezette stad
“Vietnam was hoofdzakelijk een Amerikaans probleem, maar hier was het ook al een tijdje aan het gisten, en uiteindelijk verankerde zich dat in een ander aanknopingspunt. In Leuven was er al een tijdje commotie rond de communautaire problematiek, georkestreerd van buiten de universiteit door Vlaamse activisten, die de studenten als voetvolk gebruikten. Met de k lassieke Vlaamse actiemethodes, zoals zondagse betogingen en andere voorspelbare toestanden. Tot de bisschoppen in mei ‘66 dachten dat ze nog alles voor het zeggen hadden, en een boodschap uitstuurden dat de universiteit één was, en ook één zou blijven tot het einde der tijden. En toen is er een m assale volkswoede uitgebroken omdat iedereen de indruk kreeg d at die bisschoppen zich nog in de Middeleeuwen waanden. En daarbij werd gebruik gemaakt van de Amerikaanse actiemethodes, zoals we die hadden leren kennen via de media. Dat is blijven escaleren tot we uiteindelijk de regering Vanden Boeynants omver hebben gekegeld. En daar werd bitsig op gereageerd. Leuven was bij momenten een bezette stad, en de ordehandhaving was niet altijd even subtiel.” “Dat bisschoppelijk mandement was dus echt het vuur aan de lont. Veel
thema’s als democratisering en inspraak geïntroduceerd, wat meteen reactie opriep van de klassieke Vlaamse beweging, die vond dat de strijd ‘zuiver’ moest blijven. Ik heb meer discussie gehad met Vlaamse fanatici dan met de francofonen in die tijd.” Spoedcursus media
“Wat ik me vooral herinner van die periode: de betrokkenheid was heel groot. We liepen colleges binnen om te vragen aan zo’n prof ‘op wiens loonlijst sta jij eigenlijk’, en er war en discussies en debatten over de inhoud van de colleges. Ik denk dat je dat maar gezond kan noemen - er was een grote alertheid voor zulke dingen. Voor ons was het geen orakel dat daar vooraan stond. Of ik me nog kan vinden in onze engagementen van toen? In de communautaire kwestie heeft Leuven wél heel de staatshervorming op gang getrokken - de lont aan een kruit vat waardoor de evenwichten in België stevig door elkaar geschud zijn. En dat was goed werk. Daarnaast hebben we de hele manier van gezagsuitoefening veranderd - er werd ons wel eens verweten dat we het gezag onmogelijk gemaakt hadden, alle leiding onderuit gehaald. Ik denk dat we wel een stuk assertiviteit en emancipatie in Vlaanderen hebben geïntroduceerd.” “En ten slotte, mediatiek gezien markeerde ons protest het begin van het tv-tijdperk in Vlaanderen. Als de Leuvense daden zoveel impact hadden bij jongeren, dan kwam dat omdat de thema’s aansloegen, maar ook omdat de boodschap via radio en televisie ongefilterd doorkwam. Ze konden wel knippen in je reacties, maar je kon toch rechtstreeks zeggen wat er op je lever lag, zonder filter van de commentatoren en censoren van dagbladen. Want in die tijd waren kranten nog op en top verzuild en annexen van politieke partijen - en je werd altijd gemanipuleerd. Een onderscheid tussen commentaar en feiten bestond eenvoudigweg niet. Men schreef in sommige kranten dat wij onze opleiding in Praag of Moskou, bij de communisten hadden gekregen. Maar tegen de trefkracht van beelden op tv kon dat niet op, natuurlijk. Wij speculeerden daar ook op. In feite kregen wij daar een spoedcursus media - dat verklaart ook waarom zoveel mensen in de media terechtkwamen.” Kasteonderwijs
Mon Vanderostyne: “Wat ik me vooral herinner, is de grote betrokkenheid, het engagement van toen, de anti-autoritaire reflex, tegen het ‘blinde’ gezag in het gezin, aan de universiteit, van de politie, de Kerk. En voorts: we waren heel sterk internationaal gericht. We volgden wat er gebeurde in Vietnam en Berlijn, we gingen naar de Sorbonne en kropen daar mee op de barricaden, we telefoneerden regelmatig met buitenlandse collega’s - men schildert het dikwijls af als een bekrompen wereldje van oude flaminganten, maar dat was het nadrukkelijk niét. Er w as een groot sociaal engagement voor de eigen buurt, maar evengoed een brede openheid op de wereld. Onze slogan was We shall overcome - en dat was de slogan van de zwarte burgerrechtenbeweging, hè.” “En voor de rest moet je het toch steeds zien in die tijd, tegen de achtergrond van de taalwetten van toen. Je moet niet vergeten dat er toen zo’n 1 .000 Franstalige proffen waren in Leuven, die probeerden om lager onderwijs in het Frans te krijgen voor hun kinderen - ‘kasteonderwijs’ noemden wij dat. En dat werd heftig gesteund door de Leuvense middenstand, die helemaal niets moest hebben van gedemocratiseerd onderwijs, omdat ze bang waren dat de kotprijzen dan zouden moeten dalen. Want de Franstalige studenten waren toch nog meer dan de V lamingen afkomstig uit de gegoede milieus, hoor. Ik heb trouwens altijd de indruk gehad dat onze francofone collega’s in Leuven die boot van de internationale protesten helemaal gemist hebben. Heel vreemd. Het was hun wereld ook niet, vermoedelijk.” ‘Rector: Vlaming en leek’
studenten die voorheen niet geïnteresseerd waren in de protesten en manifestaties, werden dat opeens wél. En dat communautaire bleef wel behouden als thema, maar met een andere argumentatie. Een universiteit moest dicht bij het volk staan, en er werd minder drukte gemaakt over de verfransing dan wel over het bourgeois-aspect van die universiteit. Tegelijk werden andere
“We zijn een beetje gebruikt door bepaalde flamingantische kringen, hoor. Dat was wel te merken toen de universiteit uiteindelijk Vlaams werd: voor ons begon het toen pas, dat moest de eerste stap worden naar meer inspraak. Maar de academische overheid had het zo niet begrepen natuurlijk - al hadden ze ons wel laten opstappen achter bordjes met daarop: ‘rector: Vlaming en leek’. Waarop we de opening van het academiejaar verstoorden met spreekkoren om inspraak. Het jaar daarop wilde men die verstoring vermijden, en heeft men iemand van de studenten laten spreken - en dat was ik dus, ja. Wat ik gezegd heb? Oh, vermoedelijk een pleidooi voor inspraak en betrokkenheid. Wat ik nu vind van onze acties? Natuurlijk, de dingen die ik toen deed, deed ik als 22-jar ige, en op de manier vàn een 22-jarige. Maar de essentie van de zaak, daar sta ik nog altijd achter, ja. We hebben toch, als eerste naoorlogse generatie, komaf gemaakt met de vooroorlogse idee dat het gezag zich niet moet verantwoorden. Ik denk dat we voor een belangrijk stuk emancipatie hebben gezorgd.”
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
7
NIEUWS
Gelijkekansenbeleid kent moeilijke start aan KULAK Tamara Deca Sinds 1998 is de K.U.L euven actief bezig met de uitbouw van een gelijkekansenbeleid. Maar aan de KULAK staat één en ander nog in de kinderschoenen ... Na haar recente aanstelling tot rectoraal adviseur voor het gelijkekansenbeleid ging professor Bea Van Buggenhout dan ook poolshoogte nemen in Kortrijk. Daar zijn drie mainstreaming-promotoren actief: Bart Du Laing, Wim Goossens en Barbara Verdonck. Valse start
Bart Du Laing: “Toen wij in april van vorig jaar benoemd werden tot mainstreaming-promotoren was het de bedoeling om, net zoals aan de verschillende Leuvense faculteiten was gebeurd, via een debat een beter inzicht te krijgen in de mate waarin de genderproblematiek bij ons personeel leeft.” Barbara Verdonck: “We wilden dat debat goed voorbereiden en vooral de mensen grondig informeren over wat een gelijkekansenbeleid concreet inhoudt. Daarom hadden we een samenvatting gemaakt van het vooronderzoek dat de K.U.Leuven had uitgevoerd. Alle personeelsleden kregen zowel de samenvatting als de uitnodiging voor het debat per e-mail toegestuurd, maar helaas was de opkomst bijna nihil. We vermoeden dat het genderprobleem hier in Kortrijk niet als dusdanig wordt gepercipieerd.” Bea Van Buggenhout: “Ik merk ook vaak dat men soms naast een probleem kijkt. Zo zijn er faculteiten die heel veel foto: Patrick Holderbeke vrouwelijke studenten hebben en alleen maar mannelijke docenten. De Faculteit Farmacie is daarvan een mooi voorbeeld: 90% van haar studenten zijn meisjes, maar al jaren geven bijna alleen mannelijke professoren er les. Naar mijn gevoel loopt daar iets fout. Men rekruteert 90% van de docenten uit 10% van de studenten. Hoe efficiënt kan dat zijn? Maar laat het wel duidelijk zijn dat ik niemand met de vinger wil wijzen; het is enkel een vaststelling.” Een nieuwe aanpak
Wat doe je dan, na zo’n mislukt debat? Wim Goossens: “We zijn gaan samenzitten met de mensen van het Gelijkekansencentrum en hebben afgesproken om een aantal bijkomende maatregelen te nemen. Dit interview is trouwens een goede manier om meer ruchtbaarheid te geven aan het pro-
ONDERWIJSVERNIEUWING
Onderzoeken kan je leren Anne-Mie Jaspers
Universitaire studie vereist een z ekere aanleg voor wetenschappelijk onderzoek. Voor wie zich daar enigszins onzeker bij voelt én studeert aan het Departement Pedagogische Wetenschappen is er Forum Leeronderzoek, kortweg FL. De ze website biedt je een stevige basis om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek voor te bereiden, uit te voeren en te rapporteren. Bedank alvast professor Joost Lowyck, verbonden aan het De partement Pedagogische Wetenschappen, Afdeling Didactiek en wetenschappelijk medewerker Steven Utsi voor dit aardige initiatief. Van inspiratie tot onderzoek
Forum Leeronderzoek is een ‘kind’ van de Permanente Onderwijscommissie Pedagogische Wetenschappen. De site, die nog steeds in ontwikkeling is,
bleem en vooral om duidelijk te maken waarover het gaat.” Van Buggenhout: “Het is niet de bedoeling om mensen te gaan culpabiliseren of te zeggen dat het verkeerd is gegaan in het verleden. De kwestie is alleen dat de universiteit in haar personeelsbeleid stilaan naar een andere, meer op het HR-management geïnspireerde benadering evolueert. En het gelijkekansenbeleid sluit daar ook bij aan. All es draait om een streven naar meer diversiteit op alle vlakken. Daarvoor moet er een zekere inhaalbeweging gebeuren voor groepen die tot nu toe te weinig aan bod k wamen. Maar dan niet ten koste van de k waliteit! Je bewijst er niemand een dienst mee om een bepaalde persoon te benoemen of te bevorderen omdat die nu eenmaal tot een bepaalde groep behoort, ook al is hij of zij minder goed. Mannen hoeven zich dus helemaal niet bedreigd te voelen, we willen gewoon betere kansen creëren voor iedereen”. Barbara Verdonck is het hiermee volkomen eens. “Men denkt nog te vaak dat gelijkekansenbeleid een synoniem is voor positieve discriminatie. Daardoor krijg je al sn el de mannen tegen. Er kan niet genoeg benadrukt worden dat het gelijkekansenbeleid niet alleen een zaak voor vrouwen is.” Van Buggenhout: “Een ander voorstel van het Gelijkekansencentrum is om het belang dat de top van de universiteit aan het thema hecht te verduidelijken. Als die bevestigen dat ze achter dit beleid staan en het personeel beseft dat dit iets is waar men binnen de KULAK wil aan werken, dan zal het wellicht een stuk gemakkelijker worden. In Leuven is die houding er al. Vanuit het beleid is er een duidelijk commitment, een duidelijk bewustzijn dat het van belang is voor de universiteit als bedrijf om te gaan diversifiëren, om die gender-mainstreaming door te voeren, om zoveel mogelijk goede mensen hier te houden, onder wie ook een aantal goede vrouwen.” Goossens: “De rectorverkiezing die over enkele maanden wordt georganiseerd, kan in dat verband ook een belangrijke rol spelen. Het zal daarom één van onze prioriteiten worden om de programma’s van de verschillende kandidaten te toetsen op het vlak van gelijkekansenbeleid en om dan na de verkiezing met de nieuwe rector rond de tafel te gaan zitten.” Du Laing: “En wellicht zullen we dan ook een nieuw debat organiseren, want het is toch onze belangrijkste taak, als mainstreaming-promotoren, om zogenaamde knelpunten aan het licht te brengen en dat kan alleen als het KULAK-personeel ons daarover informeert.” Van Buggenhout: “Aan de KULAK zijn er natuurlijk een aantal specifieke omstandigheden die het implementeren van het diversificatiebeleid wat kunnen bemoeilijken. Ten eerste verlopen de benoemingsprocedures sterk in samenhang met Leuven. V.l.n.r. professor Bea Van Buggenhout, Bart Du Laing, Daarnaast heb je in Kortrijk het nadeel dat je Barbara Verdonck en Wim Goossens geen volledige universiteit hebt - heel wat ‘vrouwelijke’ richtingen, zoals pedagogie, psychologie enzovoort vind je hier niet terug. Maar Kortrijk heeft ook specifieke voordelen, denk ik. Omdat de campus zo klein is, is er een veel groter interdisciplinair contact en dat zou het eventueel gemakkelijker kunnen maken om meer jonge onderzoekers aan te trekken. En zo zou je een inhaalbeweging voor vrouwen mogelijk kunnen maken zonder dat je daarvoor mannen hoeft af te blokken. Ik ben ervan overtuigd dat een bewustwording rond de thematiek van gelijke kansen voor de KULAK een nog grotere meerwaarde kan betekenen dan voor een grote universiteit. Heel open zijn, een d iversificatiebeleid voeren, aan gender-mainstreaming doen, veel mensen kansen - en gelijke kansen - willen geven, kan iets specifiek aantrekkelijks zijn. De KULAK moet haar klein-zijn valoriseren als een positief punt. Maar daarvoor is de medewerking en het absolute commitment van iedereen aan de KULAK nodig.”
opent met een uitgebreide handleiding: een godsgeschenk voor een internetkneusje als ik. De tweede geruststelling volgt onmiddellijk: de site wordt vergeleken met een ‘werkbank, waaraan onderzoeksinstrumenten vasthangen naast de zoek- en beslisprocedures’. Wat heeft een onzeker mens nog meer nodig om erin te vliegen? Structuur, navigatie, interactiviteit en het gebruik in verschillende contexten van de site worden uitvoerig én duidelijk uiteengezet. Onderzoek ontstaat uit inspiratie en positionering, zo leert mij het onderdeel ‘structuur’. De verschillende onderzoeksfases worden toegelicht via trefvervolg op pagina 10
8 C AMP U SKRAN T 25. 1 . 2001
ONDERZOEK
Bijnadoodervaringen au sérieux genomen
“De dood is de meest ontkende werkelijkheid” Geneviève Ostyn
Eind januari verdedigt criminologe Anja Opdebeeck haar doctoraal proefschrift ‘Bijnadoodervaringen en de gevolgen van de betrokkenen op micro en macro psychosociaal vlak’. Niet meteen een the ma dat je verwacht in de criminologie, of wel? “Ik startte met mijn proefschrift in 1995, toen er binnen Criminologie nog een afdeling Mens, Maatschappij en Marginaliteit was - die later ondergebracht werd in de andere afdelingen. De nadruk lag toen sterk op het ‘marginaliteitsgebeuren’. Als je die marginaliteit ruimer bekijkt dan zuiver wettelijk, is wat mensen met een bijnadoodervaring overkomt - iets waar ze zelf helemaal niet om gevraagd hebben - vergelijkbaar met wat elk slachtoffer van een delict meemaakt. Het is een ingrijpende belevenis waardoor je totaal geïsoleerd kan raken.” “Vaak zegt de dokter dat de bijnadoodervaring een hallucinatie was en besteedt er verder geen aandacht aan, en de familie houdt het op ‘ja, je kreeg heel wat medicatie, het ligt vast daaraan’. Maar de persoon zelf weet er geen weg mee. Hij kan die ervaring niet verwerken en verkeert dus in een gelijkaardige situatie als een slachtoffer van een delict. Ook wat de gevolgen betreft: de impact van een bijnadoodervaring kan heel pijnlijk worden als de omgeving er niet voor openstaat, terwijl dat helemaal niet zo hoéft te zijn. Artsen of familieleden hoeven niet meteen te zeggen of te geloven dat die ervaring een beeld geeft van wat er na de dood komt - dat kunnen ze in het midden laten , maar ze kunnen die mensen wél opvangen bij het ontwaken. Ze kunnen zeggen dat er bij een zw aar trauma bepaalde dingen kunnen gebeuren, dat andere mensen het ook meemaakten, dat er literatuur over bestaat of dat er een zelfhulpgroep is. En als men de familie goed inlicht - wat zou moeten gebeuren bij elke dramatische gebeurtenis - dan kan het lijden voorkomen worden en hoeven die mensen daar niet jarenlang mee te worstelen.”
Schemerzone
“Een bijnadoodervaring r aakt dat aspect ook aan. Mensen met zo’n ervaring gaan heel anders om met de dood en zeggen dat je er niet bang voor hoeft te zijn. Ligt er in die boodschap van de ‘ bijna-dood-ervaarder’ niet iets vervat waarmee we bepaalde problemen kunnen oplossen? Kunnen we er misschien inspiratie uit putten?” “Als je ervan uitgaat dat een bijnadoodervaring is zoals de geïnterviewden in mijn onderzoek het voorstellen, dan kom je in een wetenschappelijke schemerzone terecht. Er bestaan wel verklaringsmodellen voor die zogenaamde uittredingen, die zeggen dat neurologische, far macologische of psychologische factoren waarschijnlijk een rol spelen. Maar een deel van de ervaring blijft altijd ongrijpbaar. Veel wetenschappelijke modellen willen een totaalantwoord bieden, terwijl onderzoekers vaststellen dat zo’n verklaringsmodel gecombineerd zal moeten worden met een transcendente hypothese. Een hypothese dus die ervan uitgaat dat er misschien zoiets bestaat als een bewustzijn dat blijft functioneren zonder drager, een hypothese waarin je dat niet kunt bewijzen, maar die er wel de ruimte voor laat. Als je je afvr aagt wat je daarmee doen kan, dan stoot je natuurlijk op een aantal mensen die zeggen dat je de metafysische toer op gaat en dat dat niet kàn. Je kan hooguit zeggen dat je geen antwoord hebt.” “Ik krijg grosso modo twee soorten reacties op mijn onderzoek. Ofwel boeit het de mensen en willen ze er meer over weten, ofwel vragen ze zich af hoe je daar zoveel tijd in kan steken. Wel, ik heb het fenomeen ten gronde willen onderzoeken en de resultaten op een wetenschappelijk correcte manier en zo open en oprecht mogelijk aan de buitenwereld willen communiceren - zonder de werkelijkheid van de subjecten te vertekenen, ook wanneer die het wetenschappelijk discours overstijgt.”
Angst voor de dood
“Maar ja, met ‘bijna-dood’ kom je in het vaarwater van medici die beweren dat je helemaal niet kunt bewijzen dat die mensen dood geweest zijn. Ofwel ben je dood, ofwel ben je het niet. De patiënten zelf zijn er echter van overtuigd dat ze een stuk gezien hebben van wat er na de dood komt. En als ze dan te horen krijgen dat ze zich maar wat inbeelden, voelen ze zich niet au sérieux genomen. Je begeeft je dus op glad terrein: in hoeverre kan je vanuit de wetenschap de werkelijkheid bevatten en wat doe je met de werkelijkheid die daarbuiten valt?” “Mijn belangstelling voor die hele problematiek leidde tot mijn proefschrift. En ook mijn interesse voor de dood. Elisabeth Kübler-Ross zei ooit dat de dood de meest ontkende werkelijkheid is waar we allemaal voorstaan. In onze samenleving wordt de dood vaak gezien als iets wat je ten allen prijze moet tegenhouden. Er zijn nu wel palliatieve diensten, maar ook daar zijn veel mensen bang om erover te praten. Daadwerkelijk aan het bed zitten van iemand die nog een paar dagen te leven heeft, is even belangrijk als iemand opvangen die geboren wordt. Als je niet zou omkijken naar een pasgeboren kindje, dan zou iedereen dat crimineel vinden, maar iemand die aan het einde van het leven komt alleen laten, dat lijkt men net even anders te vinden. Waarom is ondersteuning dan plots minder vanzelfsprekend?”
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
9
K.U.LEUVEN - UCL 575 JAAR
Burgemeester Jean-Luc Roland
“Louvain-la-Neuve is New York niet” Raf Weverbergh
Jean-Luc Roland heeft de splitsing van de UCL en de K.U.Leuven aan den lijve meegemaakt. Na zijn kandidaturen in Heverlee moest hij in Louvain-la-Neuve zijn studies gaan beëindigen. Dertig jaar later is hij burgemeester van Ottignies/Louvain-laNeuve, en daardoor de persoon bij uitstek om aan te vragen hoe het nu met de nieuwste stad van België gaat, en of de scheiding intussen verteerd is.
En dat is gelukt? Roland: “Louvain-La-Neuve doet het in elk geval zéér goed op dit moment. Voor het eerst hebben we meer inwoners dan studenten, en dat betekent dat Louvain-La-Neuve een echte stad wordt. De inwoners vinden het overigens ook een mooie stad - ik zeg niet dat het succes al gegarandeerd is, maar wat er nu is, wordt sterk geapprecieerd. Het is iets origineels, een stad op maat van de voetgangers. Het is daardoor ook een zeer leefbare en gezellige stad, en dat maakt dat de bewoners erg betrokken zijn. De bewonersvereniging is bijvoorbeeld heel talrijk van de 9.000 inwoners zijn er bijna 1 .000 lid, wat toch héél veel is. Voor mij bewijst dat dat je op een andere manier aan ruimtelijke ordening kan doen dan in de rest van het land het geval is. De bebouwing is veel dichter dan in andere verkavelingen, en dat geeft een heel aparte sfeer, aangenamer volgens mij. Maar er is nog werk aan de winkel, en dus wordt hier nog stevig gebouwd - onder andere het centrum moet nog meer uitgebouwd worden. Daar zijn we nu mee bezig, de grootste werf van het land. We werken aan een grote aula voor 1.200 man, en een groot bioscoopcomplex dat in september klaar moet zijn. En in 2003 verwachten we hier het Hergé-museum.” Tweeling
Jean-Luc Roland: “In mei ‘68 was ik vijftien, en wat indruk op me gemaakt heeft, waren eigenlijk niet zozeer de gebeurtenissen in Leuven, als wel die in Parijs en de rest van de wereld. In ‘71 ben ik in Heverlee fysica gaan studeren, maar daar moest ik twee jaar later weg om mijn licentie aan de UCL in Louvain-laNeuve te gaan beëindigen. Ik ben daar aangekomen in september ‘73, op het moment dat er twee belangrijke issues waren. Ten eerste had men het, vanzelfsprekend, nog over de evenementen van ‘68 en de hele ‘Walen buiten’toestand. Nu nog hebben de anciens van Leuven nostalgie naar hun oude stad, omdat Leuven nu eenmaal een hele mooie stad is. Maar het ging er evenzeer over de nieuwe stad, hoe die gebouwd moest worden, hoe daar iets moois en goeds van gemaakt kon worden. ‘Walen buiten’ hàd littekens achtergelaten hoor, maar we wilden die genezen door iets sterks weer op te bouwen. Door te slagen in het Louvain-la-Neuve-project.”
Professor Crochet, de rector van de UCL (zie pagina 5 -red.), is tevreden dat Louvain-la-Neuve in urbanistisch opzicht zo op Leuven lijkt. Roland: “Ik begrijp wel wat de rector bedoelt als hij zegt dat het stadsmodel weer dicht aanleunt bij de oude stadsarchitectuur van Leuven de stad doorweven door een universiteit. En het stratenplan is ook niet gemodelleerd naar New York, maar eerder naar een middeleeuwse stad, met kleine kronkelstraatjes. Maar je moet niet vergeten dat er ook grote verschillen zijn. Het historische, middeleeuwse patrimonium van Leuven, wat voor een groot stuk haar rijkdom uitmaakt, dat hebben wij niet. En ons verkeersplan is toch revolutionair anders: we hebben hier alle auto’s ondergronds gebannen. Dat was helemaal nieuw. En Louvain-la-Neuve mag dan net als Leuven een universiteitsstad zijn, de gemeente Ottignies bestond al voor er hier een nieuwe stad werd bijgebouwd. Dat maakt dat we met een grote diversiteit van stadstypes moeten werken - twee stadscentra, Louvain-la-Neuve en Ottignies, en dan nog rurale zones. Maar daar zijn we niet alleen in. Sinds de fusie zijn veel gemeenten heel divers opgebouwd.” Ziet u grote verschillen in politiek tussen uzelf en burgemeester Tobback? Roland: “Ik apprecieer zijn uitnodiging om elkaar eens te ontmoeten, dat in elk geval. Ik ben het niet altijd - en z elfs niet dikwijls - met hem foto: Rob Stevens eens geweest toen hij minister van Binnenlandse Zaken was, maar hij is een sterke en sympathieke persoonlijkheid, en dat apprecieer ik.” Is het de bedoeling dat de steden tweelingsteden worden? Roland: “Nu toch nog niet, nee. We gaan eerst eens discussieren, en we zien wel hoe we kunnen beginnen met een toenadering, op vlak van cult uur, sport, ... Laat ons zeggen dat het de bedoeling is om ook de toenadering tussen de bewoners van beide steden op de sporen krijgen, zoals dat al het geval is voor de t wee universiteiten.”
vervolg van pagina 8 woorden, met als ultieme tool ‘heuristiek’, opgebouwd uit een wetenschappelijke onderzoekscyclus, die je helpt de juiste vragen te stellen op het juiste moment. Belangrijk hierbij zijn de bijdragen van de promotoren van onderzoeksgerichte en methodologische vakken en seminaries. Zij leverden de structuur van een redenering die het best gevolgd wordt om in een onderzoek een benadering te kiezen en het onderzoek uit te voeren. Bovendien zijn interessante praktijkvoorbeelden aan die heuristiek opgehangen. FL reikt je dus de juis te structuur aan maar laat je daarna niet in de steek: ook tijdens het onderzoek kan je telkens opnieuw de nodige onderzoeksinstrumenten, definities van bepaalde termen enzovoorts opvragen. De navigatie is dan ook navenant; hyperlinks zorgen voor snel en doeltreffend opzoeken. Ondernemingszin
Wie FL gebruikt, bepaalt zelf hoe ondernemend hij of zij wil zijn: je ki est immers zelf of je bepaalde tips of relevante informatie al dan niet wil doornemen; je beslist zelf hoe en wanneer je in formatie van FL of andere aangegeven websites wil gebruiken. Via het archief vind je snel wat je zoekt: het bevat een overzicht van alle opgenomen cursusmateriaal en documenten, een bibliografie met alle FL-referenties en een definitielijst
10
C AMP USKRAN T 25. 1 . 2001
met FL-concepten en termen. FL is zo gebruiksvriendelijk dat het verstandig is het niet links te laten liggen tot je aan je ein dwerk begint. Ook voor practica, (werk)colleges en opdrachten in het kader van begeleide zelfstudie kan de site heel nuttig zijn. Heb je toch nog vragen? Dan kan je terecht bij het discussieforum, een soort ‘eerste hulp’ waar studenten elkaar helpen bij mogelijke knelpunten. En lijkt het probleem onoplosbaar, dan kan je nog altijd via de elektronische post de hulp van exp erts inroepen. Wie nu nog een onvoldoende haalt voor practicum of scriptie, schame zich diep. Forum Leeronderzoek: http://www.psy.kuleuven.ac.be/FL/fl.htm
WIJZER WEG
Wat ga je met je welverdiende diploma doen? Werk zoeken of verder studeren? Of beide? Hoe blijf je in contact met je Alma Mater en je e x-studiegenoten? Welk papierwerk brengt die nieuwe status van afgestudeerde/werkzoekende/werkende met zich mee? Hoe vind je je weg naar je eerste job? En wat is je K.U.Leuven-diploma waard op de arbeidsmarkt? In dit katern trachten we je een an twoord te geven op al je afstudeervragen. Of we verwijzen je door naar de diensten die uitstekend geplaatst zijn om je hi erover in te lichten. Hopelijk ga je hier dan nóg wijzer weg.
SONAR-enquête bevraagt schoolverlaters
M/V zoekt eerste job Vladimir Rogiers Nog enkele maanden en ik heb mijn ‘papiertje’ op zak, maar dan? Hoe (snel) geraak ik aan een baan? En zal die job ook boeiend zijn? Vragen waar wellicht heel wat laatstejaarsstudenten mee zitten. Niks nieuws natuurlijk: hun voorgangers vroegen zich net hetzelfde af. De Studiegroep ‘Van Onderwijs Naar Arbeidsmarkt’ (SONAR) nam hun bevindingen onder de loep. Iedereen moet ooit een eerste keer op zoek naar een job. SONAR ging bij 3.000 23jarige jongeren na hoe ze d at aanpakken. Hilde Creten, wetenschappelijk medewerkster aan het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA), licht toe: “Via enkele vragen hebben we geprobeerd het zoekgedrag van schoolverlaters in kaart te brengen: wanneer gaan ze voor het eerst op zoek naar een baan, welke zoekkanalen gebruiken ze en via welk kanaal vinden ze uiteindelijk die eerste job?” De queeste naar werk begint voor de helft van de jongeren blijkbaar rond het ogenblik dat ze de school verlaten? Hilde Creten: “Dat klopt - 15% van de mannen en 18% van de vrouwen gaan reeds enkele maanden voor het einde van het schooljaar actief op zoek. Meestal zijn dat dan mensen die met succes hogere studies hebben afgerond. Voor anderen begon de zoektocht pas nadat ze de schoolbanken al meer dan een maand hadden verlaten. En ten slotte heb je nog een groep jongeren die nooit hebben gezocht of dat nooit hebben moeten doen, omdat ze dadelijk ergens aan de slag konden.” Of er een verband is tussen het moment waarop de jongeren voor het eerst proberen aan een job te geraken en hun opleidingsniveau? Jawel. Ongeveer één derde van de hoger opgeleiden start de zoekactiviteiten reeds enkele maanden voor ze afstuderen, in de andere opleidingscategorieën gebeurt dat bij één op tien. Zoeken naar werk kan via verschillende wegen. “Enkele formele zoekkanalen zijn zeer in trek: inschrijving bij de VDAB, uitz endkantoren en advertenties in de geschreven pers. Uiteraard wagen ook veel jongeren via vrije sollicitaties hun kans. Voor ado-
lescenten met een diploma hoger onderwijs leidden ook zoekpogingen van de kant van de werkgever tot een eerste job. Informele kanalen en sociale netwerken doen het ook goed. Vormen van werkervaring tijdens de opleiding blijken interessante ‘sluizen’ naar de arbeidsmarkt te zijn.” En dan ben je weg, natuurlijk
Een deel van de bevr aagde jongeren was foto: Rob Stevens reeds aan het werk. Valt die kennismaking met de arbeidsmarkt mee? Niet altijd, zo blijkt. “Het merendeel van de werkende jongeren kwam via een KMO in de privé-sector terecht. De eerste jobs zijn vaak tijdelijk, vooral bij hoger opgeleiden. We zien ook dat vrouwen dikwijls - onvrijwillig - deeltijds tewerkgesteld zijn en dat ze ook minder verdienen dan mannen. Meer dan dr iekwart van alle respondenten drukte op het belang van sociale vaardigheden in hun job. Van hooggeschoolden wordt veelal verwacht dat ze met een computer kunnen werken. Over het algemeen is men tevreden over het werk, maar over de kans op promotie is men ietwat somber gestemd. Een derde van de bevraagden kijkt al tijdens de eerste job uit naar ander werk. Terwijl mannen vooral een andere jobinhoud beogen, zijn hun vrouwelijke collega’s vaker op zoek naar ander werk omdat ze een parttimecontract hebben.” De misnoegdheid bij sommige werkende jongeren heeft ook te maken met het probleem van ‘overscholing’. Eén jongere op vier vindt dat hij/zij een job heeft die beneden het niveau van zijn/haar diploma ligt. Vacatures waarvoor een diploma hoger onderwijs werd gevraagd, werden meestal ook ingevuld door jongeren met dat diploma. Maar jobs met weinig diplomavereisten worden in de helft van de gevallen ingenomen door jongeren met een hoger diploma. Hoe het met de K.U.Leuven-afgestudeerden gesteld is, lees je op pagina 13. Meer gegevens over ‘Jongeren in transitie’ en de SONAR-enquête vind je op de website van het Steunpunt voor Werkgelegenheid, Arbeid en Vorming: http://www.kuleuven.ac.be/stwav.
Over attesten, statuten en andere papierwinkel Als pas afgestudeerde zal je merken dat er een hele papiermolen begint te draaien. Je moet je sociale zekerheidsstatuut in orde brengen, soms moet je een att est hebben om te bewijzen dat je inderdaad gestudeerd hebt, enzovoort. Geen nood: drie universitaire diensten staan klaar om je te helpen met die papierwinkel. De Studentenadministratie helpt je aan alle mogelijke bewijsstukken. Op de Sociale Dienst kan je terecht met je vragen over je sociaal statuut als afgestudeerde, en de Juridische Dienst ten slotte helpt je met juridische vragen. Studentenadministratie
Op je toekomstige werkplek vraagt men wellicht een eensluidend verklaard afschrift van je diploma. Dat kan je gratis op Studentenadministratie afhalen, ook als afgestudeerde van de Campus Kortrijk. Z org er wel voor dat je de kopieën én de originelen van je diploma bij je hebt. Het diploma zelf haal je af op je f aculteit. Als je na h et afstuderen nog een tijdje op je diploma moet wachten, dan kan je hier ook terecht voor een voorlopig getuigschrift. Begin je te werken of te stempelen, dan brengt Studentenadministratie je paperassen voor ziekteverzekering, vakantiegeld, pensioen, ... in orde. Ook als je wil verder studeren in het buitenland, moet je waarschijnlijk bij Studentenadministratie langs. De universiteit waar je wil studeren, geeft meestal gedetailleerd aan wat je nodig hebt. Vertalingen, aanvragen voor speciale beurzen, officiële dossiers ... Het is weer Studentenadministratie die je helpt bij de administratieve procedures. Zo niet, verwijzen zij je door naar de juiste dienst. Voor attesten met detailgegevens over vakken en punten moet je bijvoorbeeld bij de faculteit zijn. Sociale Dienst
Heb je vragen over je sociaal statuut - als werkzoekende, of als student -, wil je weten of je nog recht hebt op kinderbijslag als je verder wil studeren, vraag je je af wanneer je je moet inschrijven bij de VDAB, ...? Voor dergelijke vragen kan je terecht op de Sociale Dienst. Ook als je wil doctoreren of in het buitenland wil gaan studeren, kan je er t erecht voor informatie over je sociaal statuut. Ook fiscaal verandert er één en ander als je afstudeert, zowel voor jou als voor je ouders. Uitgebreide informatie over al die aspecten vind je in de brochure Dag unief. Wat nu? (zie pagina 12).
Juridische Dienst
Als afstuderende zit je misschien ook met een aantal juridische vragen. De wetgeving inzake stages, loon, zelfstandige arbeid, ... is niet altijd even duidelijk. Waarop moet je letten bij het afsluiten van een arbeidsovereenkomst? Wat betekent een proefperiode? Op hoeveel vakantiedagen heb je recht als schoolverlater? Welke wettelijke verplichtingen moet je naleven als pas beginnend zelfstandige? Of hoe zit het met je toekomstig pensioen: hoe kan je je studieperiode regulariseren met het oog op een volledige beroepsloopbaan? Voor deze en andere juridische vragen kan je steeds een beroep doen op de Juridische Dienst. En ook hierover bevat de brochure Dag unief. Wat nu? een heleboel nuttige informatie. Studentenadministratie, Universiteitshal, Naamsestraat 22, t(016)32 40 40, f(016)32 37 76,
[email protected]. Open elke werkdag van 9-12u en van 14-17u. Tijdens de eerste zeven weken van de inschrijvingsperiode (16 augustus tot en met 28 september) is er geen middagsluiting. Sociale Dienst, Van Dalecollege, Naamsestraat 80, t(016)32 44 28, f(016)32 43 84. Open elke werkdag van 14-17u open (of na afspraak),
[email protected] Juridische Dienst, Van Dalecollege, Naamsestraat 80, t(016)32 44 35, f(016)32 43 84,
[email protected]. Open op maandag, dinsdag en woensdagnamiddag van 14-17u en na afspraak. Bij afwezigheid en op donderdag- en vrijdagnamiddag: An Francier, juriste Sociale Dienst, t(016)32 4 4 32, f(016)32 43 84
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
11
WIJZER WEG
Afstuderende, wik, weeg en kies
De weg naar de Dienst Studieadvies Anne-Mie Jaspers
Studeren, allemaal goed en wel, maar wat als het Echte Leven je toegrijnst? Voor de afstuderende die de dreiging steeds groter voelt worden, slechts één adres: de Dienst Studieadvies staat je bij met raad en daad bij het maken van verdere keuzes - en wat meer is, ze weten ook nog waar ze het ov er hebben. Jan Herpelinck, adviseur studeren en werken in België, licht toe. Voor elk wat wils ...
De Dienst Studieadvies is er niet enkel voor de kers- of iets minder verse Leuvense studenten. Ook laatstejaars krijgen er op maat gesneden antwoorden op hun vragen over verder studeren, doctoreren of werken. Jan Herpelinck: “Wat tewerkstelling betreft, bieden we informatie op twee vlakken. Enerzijds organiseren we informatieavonden, gespreid over het hele academiejaar, waarbij sprekers uit een aantal bedrijven de verschillende sectoren van de arbeidsmarkt in grote lijnen komen voorstellen. De ‘climax’ van deze avonden is de Jobinformatiedag, dit jaar op woensdag 14 maart, waarop een honderdtal bedrijven vertegenwoordigd zijn. A fstuderenden kunnen daar als het ware de kat uit de boom kijken: alvorens zich te ‘binden’ aan een sollicitatie, krijgen ze de mogelijkheid losse informatie te verzamelen aan de verschillende stands en eventueel hun sollicitatiebrief voor te leggen aan het bedrijf van hun keuze. Niet zelden worden op de jobbeurs al daadwerkelijke contacten
Voor wie de boeken niet wil sluiten
Postacademische vorming De hedendaagse informatiemaatschappij kent een ware kennisexplosie: het totale kennisvolume verdubbelt momenteel om de zeven jaar. Levenslang leren is noodzakelijk geworden om je succesvol te blijven ontplooien.
gelegd voor een latere tewerkstelling. Wie zijn of haar cv wil voorleggen, kan dat nu al invoeren in de vacaturedatabank - op de jobdag zelf worden ze alle op cd-rom meegegeven aan de participerende bedrijven.” “Een aantal vormen en aspecten van tewerkstelling die op de jobinformatiedag niet aan bod komen, worden toegelicht tijdens de seminaries die op dezelfde dag in hetzelfde gebouw plaatsvinden: werken voor de overheid, zich vestigen als zelfstandige, informatie over je sociaal statuut als werkzoekende, sollicitant of beginnend werknemer, doctoreren - dat laatste is tenslotte ook een vorm van tewerkstelling, zij het dan binnen de universiteit.” “Ons tweede informatiekanaal rond tewerkstelling is zeer concreet afgestemd op de werkzoekende: in de vacaturedatabank van de K.U.Leuven kan de afstuderende of afgestudeerde vacatures selecteren op basis van studierichting, bedrijfssector of geografische regio waarin hij of zij wi l werken. Je kan er je cv invoeren of volledig vrijblijvend vacatures opvragen. Inschrijven op de databank is eenvoudig: als laatstejaars heb je enkel je studentenaccount nodig; afgestudeerden loggen in via hun alumninummer.” ... hier en elders
Wie hierover verdere vragen heeft, kan op de Dienst Studieadvies ook binnenspringen voor allerhande informatie en advies rond verder studeren. Naast gedetailleerde informatie over de voortgezette academische opleidingen aan de K.U.L euven zelf, biedt de mediatheek ook een ruim overzicht van verdere studiemogelijkheden aan andere universiteiten en hogescholen in binnenen buitenland. Daarnaast tref je in deze mediatheek ook allerlei nuttige informatie rond tewerkstelling, eveneens in binnen- en buitenland, aan. Jan Herpelinck: “Eén van onze sterke punten is dat we niet alleen informatie geven over onze eigen universiteit, maar ook de studenten kunnen voorthelpen die zogezegd hun grenzen willen verleggen. In de mediatheek kan je documentatie opzoeken per land en per studierichting, en vind je bijkomende praktische informatie over studiebeurzen, de nodige papieren, enzovoort. En voor wie nog andere vragen heeft, zit er een ‘aangepaste’ adviseur klaar tijdens het spreekuur.” “Kort samengevat kunnen we dus stellen dat de Dienst Studieadvies informatie verstrekt rond verder studeren, tewerkstelling en doctoreren, dit zowel in binnen- als in buitenland, en op twee niveau’s: de informatiemappen en cd-roms in de mediatheek en pc-ruimte die je vrij kan raadplegen; én het op maat gesneden persoonlijk advies door één van onze deskundigen tijdens het spreekuur. Wie regelmatig even binnenspringt, blijft trouwens ook op de hoogte van onze andere activiteiten. Zo loopt er momenteel een cursus sollicitatietraining, die we vermoedelijk in een soort ‘verkorte’ versie zullen herhalen tegen het einde van het academiejaar. Geïnteresseerden zijn altijd welkom!” Dienst Studieadvies, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 L euven, t(016)32 43 11,
[email protected], voortgezette opleidingen en tewerkstelling binnenland;
[email protected], voortgezette opleidingen en tewerkstelling buitenland;
[email protected], informatieactiviteiten en vacaturedatabank Kerncel Tewerkstelling. Mediatheek en pc-ruimte: open elke werkdag behalve maandagvoormiddag van 9 tot 17u, s preekuur op dinsdag, woensdag en vrijdag telkens van 14 tot 17u, of na a fspraak. Meer info over de specifieke initiatieven en een lijst van de facultaire loopbaanadviseurs vind je elders in dit katern. http://www.kuleuven.ac.be/sa/studie/index2.htm
Daarom zijn de databank Open Vorming en de Vormingskrant ingedeeld volgens zes maatschappelijke beroepssectoren: Gezondheid & Welzijn, Ondernemingen, Onderwijs, Overheid, Sociaal-Cultureel Werk en Vrije Beroepen. Ook op de Campus Kortrijk kan je kiezen uit een ruim aanbod aan postacademische vorming. Het Eekhoutcentrum organiseert navorming voor mensen uit het onderwijs, het Postuniversitair Centrum West-Vlaanderen-KULAK (PUC) organiseert navorming in alle sectoren van de wetenschap en het Eurostudiecentrum Open Universiteit is een leercentrum voor wie kiest voor begeleide zelfstudie. Grijp je kans en neem een onderhoudscontract bij je diploma!
Postacademische Vorming
Naast academische opleidingen en voortgezette academische opleidingen biedt de K.U.Leuven tal van vormingsinitiatieven aan als postacademische vorming. Dat kunnen lezingen en studiedagen zijn, maar ook workshops en langlopende vormingsprogramma’s. Wie een academische of hogeschoolopleiding heeft gevolgd of eenzelfde kennis door ervaring en praktijk heeft opgedaan, kan aan deze programma’s deelnemen. Sommige programma’s worden overdag gegeven, andere ‘s avonds, en soms kan men modulair inschrijven. Jaarlijks worden er meer dan 1 .000 postacademische vormingsinitiatieven georganiseerd. Een dagelijks geactualiseerd overzicht van het aanbod van postacademische vorming en afstandsonderwijs aan de K.U.Leuven, vind je op de website van de Dienst Postacademische Vorming, in de databank Open Vorming. Met vragen kan je ook terecht bij de infolijn, op het nummer t(016)33 21 2 1. De Vormingskrant, de maandelijkse bijlage in Campuskrant, geeft een overzicht van alle postacademische vormingsinitiatieven voor de komende weken. De aanpak van de postacademische vorming is gericht op concrete vormingsproblemen in het professionele landschap.
12 C A M P U S K R A N T 2 5 . 1 . 2 0 0 1
Info: Dienst Postacademische Vorming, Kapucijnenvoer 33, 3000 L euven, Infolijn: t(016)33 21 2 1, f(016)33 21 25,
[email protected]. Website met o.a. databank Open Vorming: http://www.dpav.kuleuven.ac.be/ Dienst Postacademische Vorming K.U.Leuven Campus Kortrijk, E. Sabbelaan 53, 8500 Kortrijk, t(056)24 61 8 4, f(056)24 69 98,
[email protected]. Website: http://www.pav.kulak.ac.be/ Open Universiteit
Afstandsonderwijs, zelfstudie, je eigen studieritme bepalen, flexibel studeren - sinds een aan tal jaren zijn deze sleutelwoorden van de Open Universiteit ook voor Vlamingen geen loze begrippen meer. Open Universiteit Nederland is ook in Vlaanderen actief. Ze biedt universitair onderwijs op afstand aan. Er moeten dus geen colleges worden gevolgd: het studiemateriaal bestaat uit zelfstudiepakketten. De Open Universiteit is toegankelijk voor iedereen die ouder is dan 18 j aar. Info: Dienst Postacademische Vorming - Studiecentrum Open Universiteit, Kapucijnenvoer 33, 3000 Leuven, t(016)33 21 10, f(016)33 21 22,
[email protected]
Dag unief. Wat nu? Wie alles uit dit katern nog eens op een rijt je wil zetten, kan vanaf maart de brochure Dag unief. Wat nu? ophalen bij de Dienst Studieadvies. Daarin vind je informatie over het statuut van de werkzoekende, solliciteren, tewerkstellingsmogelijkheden in de verschillende arbeidssectoren of aan de slag gaan als zelfstandige, verder studeren of werken in binnen- en buitenland. Kortom, een compacte samenvatting van alle activiteiten van de Dienst Studieadvies. Dag unief. Wat nu? Vanaf maart 2001 gratis verkrijgbaar op de Dienst Studieadvies, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 L euven
WIJZER WEG
Slechts 2 procent nog niet gewerkt na een jaar
K.U.Leuven-alumni komen behoorlijk aan de bak Vladimir Rogiers
Even twee open deuren intrappen: universitaire diploma’s doen het goed op de arbeidsmarkt. En een goede moeder wil weten hoe haar kroost het stelt. De K.U.Leuven is zo’n moeder. Daarom gaat onze Alma Mater elk jaar opnieuw de professionele toestand van haar alumni na. Professor Diane Smedts leidt dit onderzoek in goede banen. “Elk jaar bevragen we in de periode van september tot november de alumni van o nze universiteit, meer bepaald de mensen die het academiejaar ervoor zijn afgestudeerd. We proberen aan de hand van een uitgebreide vragenlijst een beeld te krijgen van hun situatie. Hebben ze werk? Is dat een deeltijdse of voltijdse baan? Waar werken ze? Is dat in de openbare sector? Of verdienen ze hun boterham bij privé-bedrijven of als zelfstandige?” “De cijfers van de afgelopen jaren blijven min of meer hetzelfde. Zo’n 40 procent van de afgestudeerden vindt een eerste job in de private sector. Een kwart gaat aan de slag in de gezondheidszorg - artsen, apothekers en dergelijke - of in de soc iaal-culturele branche. Een groot aantal alumni blijft aan de universiteit als assistent, wetenschappelijk medewerker, monitor, ... Maar slechts enkelen worden later vast medewerker. De rest komt na enkele maanden of jaren opnieuw op de arbeidsmarkt terecht. Slechts 5 procent van de bevr aagden is na een jaar nog werkzoekend - en dat is toch wel opmerkelijk”, meent Smedts. “Bovendien wordt dat percentage nog kleiner - tot amper 2 procent - als men de groep mensen in rekening brengt die dat eerste jaar al wel gewerkt hebben. Ik denk dan bijvoorbeeld aan leerkrachten die reeds ad interim voor de klas hebben gestaan, maar die op het ogenblik van de enquête geen job hadden.” De meesten wagen na hun studie dadelijk de stap naar de arbeidsmarkt, maar een ander deel studeert verder. Hoe ligt die verhouding? “Eén student op vijf begint aan een bijkomende opleiding. Die keuze hangt af van het reeds behaalde diploma. Zo studeert een burgerlijk ingenieur zelden voort. Iemand die al een diploma in de letteren op zak heeft, is dan weer sneller geneigd om een bijkomende studie te volgen.”
mijn kan je natuurlijk wel een dikker belegde boterham verdienen in de particuliere sector. Al is dat ook weer afhankelijk van persoonlijke kwaliteiten. Keerzijde van de medaille is dat je baan al sn el op de tocht staat als het bedrijf niet goed boert.” We moeten dus niet met z’n allen naar een baan in de privé-sector hengelen? “Neen, in de openbare sector verdien je ook goed de kost. Het onderwijs bijvoorbeeld is zeker niet slecht betaald. Je hebt vaste uren, maar je moet thuis wel je lessen voorbereiden. In de openbare sector en in KMO’s wordt dan weer minder gewerkt met lonen in natura: maaltijdcheques, firmawagen, draagbare computer, kilometervergoeding, ... Je moet het dus allemaal een beetje afwegen.” Uit andere onderzoeken blijkt dat veel mensen met een universitaire graad een job ‘beneden’ hun diploma hebben. Bevestigt deze studie dat ook? “We hebben de alumni inderdaad gevraagd of ze hun diploma noodzakelijk vinden voor hun functie. Je moet twee groepen onderscheiden. Iemand met een dokterspraktijk moet een diploma huisarts hebben, dat is evident. Maar in de private sector heeft men voor sommige functies niet noodzakelijk een handelsingenieur nodig. Ongeveer 70 procent vindt op zijn minst een academisch diploma nodig. Volgens twee op tien respondenten is een universitaire graad wenselijk. En iets meer dan tien ten honderd zeggen dat het niet nodig is voor hun job. Ze zijn str ikt genomen ‘overgeschoold’, maar zijn daarom niet steeds ontevreden. Uit onderzoek op Europees vlak is gebleken dat praktische argumenten - zoals regelmatige uren en bereikbaarheid van het werk - vaak zwaarder doorwegen dan ontevredenheid over de scholingsgraad.” VDAB-cijfers
Ook de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) maakt jaarlijks cijfers bekend over werkzoekende schoolverlaters in Vlaanderen. De VDAB werkt met zijn eigen databestand van ingeschreven werkzoekenden. Voor alle afgestudeerden, zowel mannen als vrouwen, is de kans op een baan het grootst in Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen. Voor academisch geschoolden blijven de tewerkstellingskansen jaar na jaar gunstig. Wie vandaag in universitaire studierichtingen zoals informatica, economie en TEW zit, krijgt kansen bij de vleet. Dat heb je ook met paramedische wetenschappen - zoals logopedie en audiologie -, en met landbouwwetenschappen en toegepaste wetenschappen - ingenieur Bouwkunde bijvoorbeeld. Voor de mensen van de Faculteit Letteren lijkt de professionele toekomst minder rooskleurig. Kunstgeschiedenis is niet meteen een richting die je snel aan een v aste baan helpt. Ook oudheidkundigen en Oosterse en Slavische filologen kunnen het wat moeilijker krijgen op de arbeidsmarkt. En naar licentiaten in de filosofie is er evenmin veel vraag. Hoe dan ook, zegt Diane Smedts, “p ersoonlijke capaciteiten, werkijver, motivatie en wilskracht zijn voor de jonge sollicitant niet te onderschatten troeven.”
De geldkwestie
Valt er in de private sector meer geld te verdienen dan in de openbare sector? “Neen. Althans, dat blijkt niet uit het onderzoek. Op het moment van de enquête is de bevraagde maximum een jaar aan het werk. Het loonbriefje van iemand in de privé-sector verschilt dat eerste jaar niet sterk van dat van iemand die elders is tewerkgesteld. Een nieuweling legt niet onmiddellijk gouden eieren. Bedrijven investeren in dat eerste jaar fors in een nieuwe werkkracht. Ze moeten dat financieel zien te compenseren. Op ter-
Jobinformatiedag 2001 Na het succes van vorig jaar - een honderdtal bedrijven, zo’n 2.000 studenten - organiseert de Kerncel Tewerkstelling van de Dienst Studieadvies op 14 maart opnieuw een Jobinformatiedag. Je kan er k ennismaken met tientallen bedrijven uit verschillende arbeidssectoren en eventueel je cv door hen laten nalezen. Een aanrader dus voor elke afstuderende! Participerende bedrijven ontvangen na afloop een cd-r om met verzamelde cv’s. Wie zijn of haar cv wil l aten opnemen, kan dat nu reeds invoeren in de vacaturedatabank van de K.U.Leuven (http://www.kuleuven.ac.be/kct/kcth.htm). Jobinformatiedag, woensdag 14 maart van 10 tot 17u in Sporthal De Nayer, Tervuursevest 101, Heverlee
Vacaturedatabank K.U.Leuven Vacatures opvragen, je cv op het net zetten, zoeken naar werkgelegenheid binnen de regio van je keuze, het kan allemaal. Surf naar http://www.kuleuven.ac.be/kct/ kcth.htm. Om in te loggen gebruik je als student je netwerkaccount, als oud-student je alumninummer (telefonisch op te vragen op het Alumnisecretariaat, t(016)32 40 02.
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
13
WIJZER WEG
Voordelen Alumni-leden
Alumni Lovanienses v.z.w.
Omdat afgestudeerden belangrijk zijn Je zal waarschijnlijk heel t evreden zijn op de dag dat je de universiteit voorgoed verlaat: eindelijk heb je dat felbegeerde diploma in handen! Toch willen wij je voorstellen om de universiteit niet volledig vaarwel te zeggen, maar lid te worden van de oud-studentenvereniging van je studierichting. Want daar zijn een heleboel goede redenen voor. Alumni Lovanienses v.z.w., de overkoepelende oud-studentenvereniging van de K.U.Leuven, groepeert 28 facultaire oud-studentenverenigingen en houdt al sinds 1968 meer dan 90.000 oudstudenten op de hoogte van het reilen en zeilen aan de universiteit. In Campuskrant lees je over de alumniwerking, en via de facultaire tijdschriften kan je de ontwikkelingen in je vakgebied, de verdere carrière van je professoren, de aanpassingen aan het leerprogramma enzovoort blijven volgen. Permanente vorming staat bovenaan het dienstenpakket dat de alumniverenigingen aanbieden, maar ook het organiseren van gezellige bijeenkomsten hoort erbij, waarop je de vrienden van toen opnieuw ontmoet. De K.U.L euven beschouwt haar afgestudeerden als ambassadeurs van de universiteit, en vindt het heel belangrijk om contact te houden. Zo worden oud-studenten geregeld gepolst naar hun ervaringen na de universiteit daaruit kunnen lessen getrokken worden over studieprogramma’s en loopbaanadvies. Ook bij onderwijsvisitaties en andere evaluaties worden oudstudenten betrokken.
Alumni Lovanienses beheert het adressenbestand van de oud-studenten, fungeert als coördinator tussen de verschillende alumnikringen en werkt mee aan de plaatsingshulp en aan de in formatiesessies voor aspirant-studenten. Daarnaast organiseert de koepelvereniging allerlei activiteiten om de band tussen oud-studenten en de Alma Mater en vroegere studiegenoten te verstevigen, zoals concerten, reünies, Alumnidagen, reizen, enzovoort. Een lidmaatschapskaart biedt een aantal interessante voordelen: - gratis registratie voor een bibliotheekkaart, die recht geeft op de gebruiks- en uitleenfaciliteiten van de universitaire bibliotheken; - een sportkaart van de K.U.Leuven voor 2.000 fr. i.p.v. 3.000 fr.; - 20% korting voor cursussen van het LUDIT, het Leuvens Universitair Dienstencentrum voor Informatica en Telematica; - korting voor Alumni-activiteiten (concerten e.d.) en activiteiten van de K.U.Leuven (dit jaar bijvoorbeeld de viering 575 jaar K.U.Leuven); - op basis van h et codenummer van Hertz Rent a Car dat op je lidkaart wordt vermeld, heb je recht op een voorkeurtarief bij het huren van een wagen in binnen- en buitenland; - gratis toezending van acht nummers per jaar van Campuskrant (de nummers met alumnibijlage) Voorzitter van Alumni Lovanienses: Karel Vinck, behee rder-secretaris: Isabel Penne, coördinator ad interim: Er ik Gobin, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, t(016)32 40 01, 40 02 of 40 03 , f(016)32 41 90, e
[email protected]. Elke oud-student of sympathisant van de K.U.Leuven kan lid worden. Lidgeld: 500 fr., 0000136526-47 t.a.v. Alumni Lovani enses v.z.w. Leuven. Giften van 1.000 fr. of meer worden dankbaar aanvaard. Zij kunnen worden gestort op de mecenaatsrekening van de K.U.L euven 000-072614095, met vermelding van ‘gift Alumni Lovanienses’. Je krijgt dan een attest voor fiscale vrijstelling toegestuurd.
Alumni Lovanienses - enkele kerngegevens Koepelvereniging voor 28 facultaire alumniverenigingen Aantal alumni in het centrale adressenbestand: ongeveer 100.000 (juiste) adressen Aantal betalende leden: 24.025 Aantal e-mailadressen: 11.370 Aantal mailings vanuit het alumnisecretariaat: meer dan 60.000 Alumnisecretariaat: coördinator (80%), databasebediende (35%), secretaresse (80%). Belangrijkste taken: - beheer van centrale database met ongeveer 100.000 adressen - administratieve dienstverlening aan 28 facultaire oud-studentenverenigingen - meewerken aan informatiesessies voor aspirantstudenten van de Dienst Studieadvies - organisatie van een reisprogramma in eigen land en in het buitenland - verzamelen van materiaal voor de Alumnibijlage in Campuskrant - administratie voor Universiteit Derde Leeftijd - administratie voor de Regionale Kern Brussel - medewerking aan de Plaatsingshulp K.U.Leuven - uitwerken en stimuleren van nieuwe alumni-initiatieven en lidmaatschapsvoordelen in het kader van de opdrachtsverklaring van de Alumni Lovanienses
Lijst van facultaire loopbaanadviseurs Godgeleerdheid: R. Bieringer & D. Pollefeyt, SintMichielsstraat 6, t(016)32 38 32/32 37 9 4 Wijsbegeerte: A. Vandevelde & T. Van den Berghe, Kard. Mercierplein 2, t(016)32 63 47 Letteren: Blijde-Inkomststraat 21, t(016)32 46 11 -Geschiedenis: R. De K eyser & W. Verbeke, t(016)32 49 99/32 49 94 -Germaanse Filologie: M. Goethals, t(016)32 47 64 -Romaanse Filologie: J. Binon, t(016)32 56 60/32 47 8 4 -Latijn en Grieks: T. Vanhoudt, t(016)32 49 05 -Oost-Europese talen en culturen: T. Soldatjenkova, t(016)32 49 58 -Oosterse studies: U. Vermeulen, t(016)32 49 31 -Archeologie: M. Lodewijckx, t(016)32 48 91/32 50 50 -Kunstwetenschappen: G. Delmarcel, t(016)32 48 66/32 50 50 -Centrum Aggregatie: secr. A. Van Beveren, t(016)32 50 21 Rechtsgeleerdheid -Rechten: H. Cousy, secr. A. Robijns, Tiensestraat 41, t(016)32 52 14; R. Blanpain, secr. C. Verhoeven (Alumni), t(016)32 54 81 -Criminologie: G. Vervaeke, H. Hooverplein 10, t(016)32 53 03 ETEW: L. Van Eycken, t(016)32 11 11, secr. M. Decabooter, Naamsestraat 69, t(016)32 66 90 -Economische Wetenschappen: G. De Bruyne, t(016)32 68 02 -Toegepaste Economische Wetenschappen: S. Van Herck, t(016)32 69 19 Sociale Wetenschappen: C. Dekien, Van Evenstraat 2A, t(016)40 18 82 Psychologie en Pedagogische Wetenschappen: G. Bergen, Tiensestraat 102, t(016)32 61 00 -Arbeids- en Organisatiepsychologie: J. Verboven, t(016)32 60 65 -P.M.S.-Werk: G. Vander Steene, t(016)32 59 85 -Aggregatie Psychologie: M. Lacante, t(016)32 60 19
-Klinische Psychologie: H. Vertommen, t(016)32 60 04 -Onderwijskunde & Aggregatie Pedagogie: S. Janssens, Vesaliusstraat 2, t(016)32 61 03/32 62 03 -Orthopedagogiek: W. Hellinckx, Vesaliusstraat 2, t(016)32 62 36/32 62 0 4 -Sociale Pedagogiek: H. Baert, Vesaliusstraat 2, t(016)32 62 33 Geneeskunde: -Arts: J. Knapen, Minderbroedersstraat 17, t(016)33 74 61 -Tandarts: R. Yudhira, Kapucijnenvoer 7, t(016)33 23 04 Farmaceutische Wetenschappen: J. Jaspers, Van Evenstraat 4, t(016)32 34 01 Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie: H. Cammaer, Tervuursevest 101, 3001 Heverlee, t(016)32 90 00 Wetenschappen: -Wis- en Natuurkunde, Informatica: W. Lauriks, Celestijnenlaan 200D, 3001 Heverlee, t(016)32 72 09 -Scheikunde: C. Görller-Walrand, Celestijnenlaan 200F, 3001 Heverlee, t(016)32 73 7 1 -Biologie: F. De Meuter, Naamsestraat 61, t(016)32 42 90 -Geografie: E. Van Hecke, De Croylaan 42, 3001 Heverlee, t(016)32 24 41 -Geologie: N. Vandenberghe, Redingenstraat 16, t(016)32 64 38 Toegepaste Wetenschappen: A. Caproens, Arenbergkasteel, 3001 Heverlee, t(016)32 13 53 -Mijnbouw: A. Vervoort, De Croylaan 2, 3001 H everlee, t(016)32 11 71 -Bouwkunde: L. Vandewalle, De Croylaan 2, 3001 H everlee, t(016)32 16 7 6
14 C A M P U S K R A N T 2 5 . 1 . 2 0 0 1
-Materiaalkunde: J.-P. Celis, De Croylaan 2, 3001 Heverlee, t(016)32 13 12 -Scheikunde: P. Van Rompay, De Croylaan 46, 3001 Heverlee, t(016)32 23 69 -Werktuigkunde: J.-P. Kruth, Celestijnenlaan 300B, 3001 Heverlee, t(016)32 24 90 -Elektrotechniek: *Energie: D. Van Dommelen, Kard. Mercierlaan 94, 3001 Heverlee, t(016)32 10 20 *Elektronica: H. Vandevyvere, Kard. Mercierlaan 94, 3001 Heverlee, t(016)32 13 81 -Architectuur: M. Moonen, Arenbergkasteel, 3001 Heverlee, t(016)32 10 60 -Computerwetenschappen: A. Haegemans, Celestijnenlaan 200A, 3001 Heverlee, t(016)32 75 53 -Stedenbouw & Ruimtelijke Ordening: A. Collaer, ISRO, Celestijnenlaan 131, 3001 Heverlee, t(016)32 13 28 -Industrieel Beleid: L. Gelders, Celestijnenlaan 300A, 3001 Heverlee, t(016)32 25 67 Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen: A. Vangeenberghe, Kard. Mercierlaan 92, 3001 Heverlee, t(016)32 16 29
Meer gegevens over de facultaire loopbaanadviseurs (email, fax, ...) vind je op webpagina http://www.kuleuven.ac.be/kct/kct7.htm
WIJZER WEG
Vereniging van Burgerlijk Ingenieurs uit Leuven (VILv)
Lidgeld: 300 fr., rek. 437-6181671-93
Facultaire alumniverenigingen Als je bij één van de onderstaande verenigingen je lidmaatschapsbijdrage betaalt, ben je ook lid van de overkoepelende vereniging Alumni Lovanienses v.z.w.
Vereniging van Leuvense Romanisten
t(016)81 19 49 Voorzitter: D. Vaassen Secretaris: M. P aulus Financieel beheer en adressenbestand: M.-E. De WeverIvens Lidgeld: 700 fr., buitenland 850 fr., studenten 300 fr., rek. 551-2790700-79 Tijdschrift: Romaneske
Humane wetenschappen Alumni Theologie - Theologisch Forum
Vereniging voor Oudstudenten Slavische Talen en Oost-Euro-
t(016)32 38 28 Voorzitter: J.-P. Vermassen Secretaris: G. Forceville Penningmeester: L. Boe ve Lidgeld: 450 fr., rek. 230-0476000-41 voor krediet 402300/6E01 Tijdschrift: Aeropaag
t(016)32 49 56, f(0 16)32 49 32 Voorzitter: D. Van Roie-Schaeken,
[email protected] Secretaris: A. Gielen Contactpersoon: D. Divjak Lidgeld: 300 fr., rek. 063-1439 44 4-96
pakunde (VOSTOK)
Wijsgerig Gezelschap te Leuven
Sinalumni
t(016)32 63 00 Voorzitter: P. Moyaert Secretaris: A. Vandevelde Lidgeld: 400 fr., rek. 000-0426313-95 of 431-0258141-91 Tijdschrift: Mededelingen van het Wijsgerig Gezelschap
t(016)32 49 55, f(016)32 49 32 Voorzitter: C. D efoort Lidgeld: 300 fr., rek. 431-0668531-74
VRG-Alumni
t(016)32 54 81, f(016)32 54 80 Voorzitter: R. Blanpain Secretaris: R. Tas Lidgeld: 1.500 fr. (per academiejaar), (laatste 5 promotiejaren: 1000 fr., geldig tot eind augustus ‘01), rek. 3300704963-21 Tijdschrift: VRG-Alumni-Magazine
t(016)32 62 52, f(016)32 62 00 Voorzitter: H. Van Crombruggen Secretaris: K. Catteeuw,
[email protected] Lidgeld: 750 fr., rek. 431-0219371-24 Tijdschrift: Leuvens Bulletin L.A.P.P. Antropologische Kring
t(016)32 60 07, f(016)32 60 00 Voorzitter: M.-C l. Foblets Secretariaat: E. Van Dael Lidgeld: 400 fr., steunende leden 600 fr., rek. 8803818551-96
(VALC)
t(016)32 52 38, f(0 16)32 52 38 Voorzitter: G. Symons Alumni-contactpersoon: F. Goossens Lidgeld: 500 fr., rek. 431-0655 7 71-21 Tijdschrift: AD VALCAS Ekonomika-Alumni
Politica-Oud-studenten
t(016)40 18 82, f(016)40 18 82 Voorzitter: F. Vandenbroeke Penningmeester: H. Kerschot Secretaris: C. Dekien Lidgeld: 600 fr., rek. 230-03 41251-25 Tijdschrift: Politica-Nieuwsbrief, Politica-cahier Classici Lovanienses
t(02)460 23 95 Voorzitter: J. Boonen Secretaris: C. De Vocht Lidgeld: 350 fr., rek. 734-1 791845-70 Tijdschrift: Bulletin van de Classici Lovanienses Germanistenvereniging Leuven
t(016)32 48 01 Voorzitter: V. Doyen Secretaris: L. Draye Lidgeld: 350 fr., rek. 431-0528661-78 of 000-0498381-92 Tijdschrift: Mededelingenblad van de Leuvense Germanistenvereniging Historici Lovanienses
t(016)32 50 60, f(0 16)32 49 93 Voorzitter: E. De Maesschalck Secretaris: J. Verberckmoes Lidgeld: 350 fr., rek. 068-2339266-41 Tijdschrift: Tijdingen uit Leuven Leuvense Kunsthistorici, Archeologen en Musicologen
t(052)35 47 83 Voorzitter: L. Wuyts Secretaris: L. Robijns
Vereniging voor Ingenieurs van de Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen
t(016)32 15 92 of 32 16 29, f(016)32 19 99 Voorzitter: D. Fremaut Secretaris: R. Schoonheydt Contactpersoon: A.-M. Vangeenberghe Lidgeld: via KVIV-lidmaatschap Tijdschrift: Nieuwsbrief Biomedische wetenschappen Vereniging van Geneesheren-Alumni van de Leuvense Universiteit
t(016)33 74 76, f(016)33 74 36 Voorzitter: M. Verstraete Secretaris: E. Eggermont Lidgeld: 850 fr.; 150 fr. voor promotiejaar ‘00; 425 f r. voor ‘99 en ‘98; 600 f r. voor promoties vóór 1960: rek. 0000137980-46 of 431-02075 41-28 Tijdschrift: Vesalius-leergangen
Leuvense Afgestudeerden Psychologie en Pedagogiek (LAPP)
Vereniging van Afgestudeerde Leuvense Criminologen
t(016)32 66 90, f(016)32 66 89 Voorzitter: F. Quix Lidgeld: 1.200 fr., rek. 551-3359700-77 (laatste vijf promoties: 600 fr.) Tijdschrift: Nieuwsbrief, Ekonomika-berichten
t 016)32 13 51, f(016)32 19 82 Voorzitter: P. De Somer Secretaris-generaal: F. Vander Stede Administratief secretaris: J. De Knopper Lidgeld: via KVI V-lidmaatschap Tijdschrift: VILv-blad
Exacte wetenschappen Beroepsvereniging Leuvense Geologen (BVLG)
t(016)32 75 84 Voorzitter: M. Sintubin Secretaris: G. Van Winkel Lidgeld: 750 fr., rek. 230-0190131-31 (300 f r. tot 3 jaar na afstuderen)
Ontwikkelingshulp Geneesheren- en Apothekers-Alumni Leuven
t(016)33 74 76, f(016)33 74 36 Voorzitter: J. Dequeker Secretaris: J. Vandepitte Lidgeld: geen lidgeld, vrijwillige bijdrage t.g.v. Ontwikkelingshelpers. Giften van min. 1.000 fr. zijn fiscaal aftrekbaar. Farmaleuven
t(016)32 34 56, f(016)32 34 5 4 Voorzitter: M. Van den Berghe Secretaris: A. Raymakers Lidgeld: 600 fr., rek. 431-0029031-95 Tijdschrift: Farmaleuven-info Leuvense Universitaire Tandheelkundige Vereniging (LUTV)
t(016)33 24 60 Voorzitter: G. Vanherle Secretaris: J. De Bondt Alumniverantwoordelijke: T. Yudhira, t(016)33 24 70, f(016)33 24 35 Lidgeld: 1.700 fr., rek. 235-0288390-21 Tijdschrift: Tandheelkundige Tijdingen Alumni Licentiaten Lichamelijke Opvoeding, Motorische Revalidatie en Kinesitherapie (ALLOMOREKI)
Chemici Leuven
t(016)29 32 1 4, f(016)22 68 92 Voorzitter: L. Poot Secretaris: W. De Haen Secretriaat: E. Sterckx Contactpersoon: L. Van Meervelt Lidgeld: 550 fr., echtparen 900 fr., rek. 230-0019799-31 Tijdschrift: Chemici Leuven Vereniging van Leuvense Geografen
D. Vanneste, t(016)32 24 43, f(016)32 29 80 Voorzitter: M. Declercq Secretaris: I. Siebens Lidgeld: 300 fr., rek. 880-2435781-61 Tijdschrift: GEODE
t(016)32 90 00 Voorzitter: T. Vanleeuwe Lidgeld: 400 fr., rek. 734-33229 12-89 Tijdschrift: Mercuriu s Alumnivereniging Ziekenhuiswetenschappen
t(016)33 69 75 Voorzitter: W. Sermeus Secretaris: N. Delmotte Lidgeld: 450 fr., rek. 419-4044481-94 Tijdschrift: Acta Hospitalia Algemeen Leuvens Alumni Orkest
Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde van de Universiteit Leuven (PDL)
t(016)32 42 90, f(016)32 42 58 Voorzitter: E. Smets Secretaris: F. De Meuter Lidgeld: 500 fr., rek. 000-0174219-07 Tijdschrift: PDL-Informatie
t(016)22 43 28, f(0 16)22 43 28 Voorzitter: J. De V ilder Contactpersoon: Stefaan Fagot Secretriaat: K. De Moor Lidgeld: ereleden: 1.000 fr., rek. 068-2181355-46 Deze en andere informatie vind je op de alumniwebsite: www.kuleuven.ac.be/alumni. Je vindt er de e-mailadressen van contactpersonen, je kan er een identificatiefiche invullen en het e-mai ladressenbestand raadplegen.
Vereniging voor Wiskundigen, Natuurkundigen en Informatici Lovanienses (VWNIL)
t(016)32 72 15 Voorzitter: C. Waelkens Secretaris: W. Lauriks Lidgeld: 500 fr., rek. 230-0088692-5 4
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
15
A D VA LVA S Faculteit Rechtsgeleerdheid
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Vacante mandaten van assisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2000-2001, 15de lijst.
De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat de onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren voor één van deze functies, dient u hiervoor C3-formulieren te gebruiken. Deze kan u aanvragen op de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 L euven, t(016)32 40 88 of op het administratief secretariaat van de faculteit. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten voor 8 februari 2001 teruggestuurd worden naar de rector, per adres: Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures waarvoor u solliciteert in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmerking te komen, dienen de kandidaten zich tijdens hun universitaire studies bij voorkeur onderscheiden te hebben. Als u solliciteert voor de functie van doctor-assistent, dient u een gedetailleerd curriculum met geactualiseerde publicatielijst en een omstandige omschrijving van het voorgestelde onderzoeksproject bij te voegen.
Kenmerk: 00200115 - 50017798 Project: STWW Functie: deeltijds of 100% wetenschappelijk medewerker, Centrum voor Recht en Informatica, vanaf 1 maart 2001 voor 1 jaar Diploma: universitair diploma (bij voorkeur in de informatica); kennis van C++ en/of Java; interesse in NLP en IR Opdracht: het onderzoek betreft de ontwikkeling en implementatie van generische algoritmen voor informatie-extractie.
Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen Kenmerk: 00200115 - 50017775 Project: DCQ-PSALD1-T0000 Functie: 50% wetenschappelijk medewerker, Departement Toegepaste Economische Wetenschappen, vanaf heden tot 30 september 2001 Diploma: licentiaat economische wetenschappen/toegepaste economi sche wetenschappen, handelsingenieur, handelsingenieur in beleidsinformatica, GGS economische wetenschappen/toegepaste economische wetenschappen, MBA, licentiaat wiskunde, burgerlijk ingenieur, Master in Statistics, licentiaat psychologie - met interesse voor statistiek en/of operationeel onderzoek Opdracht: assistentie verlenen bij onderwijs en onderzoek in de richting kwantitatieve methoden; hulp bij begeleiden van eindverhandelingen in deze richting; supervisie van examens; waarnemen van ombudsfuncties.
Faculteit Sociale Wetenschappen Kenmerk: 00200115 - 50017776 Functie: 100% doctor-assistent, Monitoraat, vanaf 1 april 2001 voor 2 jaar Diploma: doctoraat in de humane wetenschappen Opdracht: 1) studiebegeleiding: vakinhoudelijke en studiemethodische begeleiding van studenten 1ste cyclus; leertrajectbegeleiding van studenten (informatie bij het keuzeproces, introductie bij het begin van het academiejaar, proefexamens, feedback over examenresultaten, heroriënta -
15 jan.: Hilde Delrue, Toegepaste Wetenschappen, Invloed van de trekparameters op microstructuur en mechanische eigenschappen van perlietische staaldraad, prom. prof. J. Van Humbeeck en prof. E. Aernoudt.
Vacature ATP Medewerker Persdienst (m/v, graad 7)
De persdienst van de Dienst Communicatie zoekt een medewerker voor de inhoudelijke en organisatorische ondersteuning van de persrelaties van de K.U.Leuven, onder coördinatie van de persverantwoordelijke. Tot de taken behoren: het samenstellen van het dagelijkse persoverzicht, optreden als tussenpersoon bij persvragen, opstellen van persberichten, organisatie van persconferenties, medewerking aan de redactie van de e-nieuwsbrief en andere algemene publicaties van de K.U.Leuven. Wie interesse heeft voor deze vacature, stuurt een gemotiveerde sollicitatie met curriculum vitae naar de Personeelsdienst ATP ter attentie van Griet Verbist, Personeelsconsulent, Willem de Croylaan 5 4, 3001 Heverlee, t(016)32 20 16, f(016)32 29 98.
[email protected]. De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst ATP uiterlijk op 1 februari. Meer informatie over deze functie vindt u op http://www.kuleuven.ac.be/ admin/po/niv3pbis/vba200101.htm.
15 jan.: Bert Nouwen, Wetenschappen, Thermal Degradation of the Si/SiO 2 Structure: Characterization and Identification of Related Point Defects Using Electron Spin Resonance, prom. prof. A. Stesmans. 18 jan.: Heidi Pelemans, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Study of the Effects of Mutations in HIV-1 Reverse Transcriptase on Resistance Against Non-Nucleoside Reverse Transcriptase Inhibitors, prom. prof. J. Balzarini, prof. E. De Clercq en prof. J. Vanderleyden. 19 jan.: Rafy Vezhaparambil, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Clarifications of Three Basic Questions in Philosophy of Logic and Mathematics Through Phenomenological Approach. A Study Based on Husserl’s Logical Investigations and Formal and Transcendental Logic, prom. prof. U. Melle. 22 jan.: Afsaneh Ashayari, Toegepaste Wetenschappen, Product Quality Control in Semi-Continuous Processes: Concepts and Application, prom. prof. P. Van Rompay.
Doctoraten 20 dec.: Patrick Meurs, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, Gevoelsambivalentie. Structurele en procesmatige benadering van een complex affectief fenomeen, in ontwikkelingspsychologisch en ontwikkelingspsychopathologisch perspectief, prom. prof. G. Cluckers. 9 jan.: Ronald Tinnevelt, Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, Mensenrechten en discours. Recht en democratie in het werk van Kant, Rawls en Habermas, prom. prof. A. Van de Putte. 12 jan.: Nathalie Rommel, Geneeskunde, Basisbegrippen rond preventie en voorwaarden voor het slagen van preventieve maatregelen in de geneeskunde, prom. prof. G. Veereman-Wauters. 15 jan.: Johannes Bonse, Toegepaste Wetenschappen, Selective Laser Sintering of Metal Powders, prom. prof. J.P. Kruth.
tie, ombudsfunctie...); psycho-sociale begeleiding: eerste opvang; 2) onderwijsvernieuwing: voorstellen formuleren en initiatieven ontwikkelen en implementeren inzake onderwijsvernieuwing in de faculteit (o.m. vertalen van het ‘begeleide zelfstudie’-concept naar de faculteit: coördinatie van de initiatieven, activeren van docententeam, ...); onderzoek verrichten over studenten van de Faculteit Sociale Wetenschappen en over het verstrekken van onderwijs in de sociale wetenschappen.
Faculteit Toegepaste Wetenschappen Kenmerk: 00200115 - 50007664 Functie: 50% assistent, Afdeling Biomechanica en Grafisch Ontwerpen, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: burgerlijk ingenieur Opdracht: hulp bij begeleiden van de grafische werken in de 1ste en 2de kandidatuur; voorbereiden van nieuwe ontwerpopdrachten. Kenmerk: 00200115 - 50017656 Project: FWO nr. G.0080.01 Functie: DRIE 100% bursalen, Afdeling ESAT/SISTA-COSIC, vanaf heden tot 31 december 2002 Diploma: licentiaat fysica of burgerlijk ingenieur elektrotechniek of computerwetenschappen, licentiaat informatica Opdracht: voorbereiding doctoraat; medewerking aan project ‘Collectief gedrag en optimalisatie: een interdisciplinaire studie’ (in samenwerking met Departement Natuurkunde).
Faculteit Geneeskunde Kenmerk: 00200115 - 50015476 Project: OT/00/35 Functie: 100% bursaal, Biostatistisch Centrum, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat wiskunde, natuurkunde + statistiek, Master in (bio)statistiek Opdracht: toegepast statistisch onderzoek in Bayesiaanse modellen met toepassingen in dentale epidemiologie; voorbereiding doctoraat.
lokale en regionale historici om plausibele verklaringen te zoeken voor het ontstaan en de evolutie van lokaliteiten en regio’s. Jurgen Lemiere, licentiaat psychologie en verbonden aan het Departement Neurologie UZ Gasthuisberg, ontving op zaterdag 9 december 2000 de subsidie van het onderzoeksfonds Divry voor zijn project ‘Ziekte van Huntington: karakteristieken en verloop van de motorische en cognitieve disfunctie. Neuropsychiatrisch, neuropsychologisch en neuromotorisch longitudinaal prospectief onderzoek.’ Promotor van dit onderzoek is professor René Dom en co-promotor professor Géry Evers-Kiebooms. Het onderzoeksfonds Divry is een t weejaarlijkse subsidie ter waarde van 15.000 euro die ieder jaar wordt toegekend, beurtelings aan een neuro-geriatrisch en aan een psycho-geriatrisch onderzoeksprogramma, door het farmaceutisch bedrijf UCB . Kristel Van Laethem, doctoraatsstudent aan de Faculteit Geneeskunde, Rega Instituut, Laboratorium voor Klinische en Epidemiologische Virologie, ontving op 25 november 2000 de Glaxo Wellcome Grant for the Study in Infectiology and Clinical Microbiology 2000 voor haar werk In Vitro Investigation of the Correlation between Genotypic Variation and Phenotypic Characteristics in Clinical HIV-1 Isolates.
22 jan.: Katleen Van Acker, Toegepaste Wetenschappen, Egalisatie en echo-onderdrukking voor DMT-gebaseerde DSL-modems, prom. prof. M. Moonen. 23 jan.: Tatiana Kouznetsova, Geneeskunde, Endothelial Function: From Molecular Biology to Clinical Markers, prom. prof. R. Fagard.
Benoemd of onderscheiden Luc Daels, F rans Depuydt (ed.), Modest Goossens, Etienne Paulissen en Edward van Ermen, wonnen de Prijs Cera Holding voor de geschiedenis van het Vlaamse Platteland met hun werk Fascine rende Landschappen van Vlaanderen en Wallonië in kaart en beeld, waarin op grondige en systematische wijze dertig landschappen wordden beschreven. De jury was van oordeel dat dit werk voor ons land innoverend is en uniek qua opzet en realisatie. Hoewel de historische component niet domineert, biedt dit werk toch veel stof voor toekomstige
16 C A M P U S K R A N T 2 5 . 1 . 2 0 0 1
Onderzoekskalender Een volledig overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS: http://www.kuleuven.ac.be/gedoc. Indien u geen toegang heeft tot CWIS kunt u co ntact opnemen met Karine Aert, Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 L euven, t(016)32 40 53, f(016)32 41 98,
[email protected].
C ULTUUR
Breek je week met een UUR KULtUUR Spaanse middeleeuwse muziek met Zefiro Torna
In 1996 besloten een aantal talentvolle musici een
aan de uitvoering van oude muziek. Zefiro Torna - de naam is ontleend aan een madr igaal van Claudio Monteverdi - kent volgende bezetting: blokfluit, luit, gamba en twee zangeressen. Zij putten uit het rijke middeleeuwse repertoire. De Cantigas de Santa Maria die het ensemble tijdens UUR KULtUUR brengt, zijn een uitzonderlijke verzameling gezangen uit de 13de eeuw, ontstaan aan het hof van de Spaanse koning Alfonso el Sabio. Sommige zijn van Alfonso’s hand, andere werden geschreven door de populairste Provençaalse troubadours, joodse en Arabische musici. Verhalen die het midden houden tussen zwoele troubadourslyriek en de bloedstollende vertellingen van duizend-en-één-nacht met als thema’s de wonderen en miraculeuze weldaden van Mar ia, worden tot een muzikale eenheid gebracht door de unieke bezetting waar Zefiro Torna voor koos: naast zangers, fluiten, vedels en luit treden een Arabische ud-speler en een Libanese percussionist aan. Woensdag 31 januari, 13u, Predikherenkerk, O.L.V.-straat. Elk UUR KULtUUR is gratis. Nigel Williams, winnaar HUMO’s Comedy Cup 2000
ensemble op te richten dat een nieuw elan moest geven
Victoria bezet STUC Onder de titel De Tweede Bezetting trekt het toneelgezelschap Victoria voor de tweede keer een week lang ten strijde in Leuven, van 5 tot 9 februari in het STUC. Een kort overzicht. 1. Blitzoffensief
Met de reeks Markante Toespraken heeft Victoria op het festival De Opkomst in Utrecht werkelijk ‘spraakgemaakt’. Tien merkwaardige auteurs schreven een toespraak en evenveel acteurs brachten de ‘boodschap’ over terwijl het publiek antichambreerde voor de voorstellingen. In het STUC presenteert Victoria de ‘Markante Toespraken’ van onder meer Christophe Vekeman, Steven Heene en Esther Gerritsen. Kwinten Lavigne zorgt met L’ho perduta voor muzikale entr’actes - bizarre tussenkomsten met een operafoon, samplesticks, een zangeres en een beeldend kunstenaar. Maandag 5 februari, 20.30u, STUCzaal 2. Invasie
Met haar verhalenbundel Soms Feest en de recente roman Het Bottenpaleis heeft Pam Emmerik twee bizarre bijdragen geleverd tot de Nederlandstalige literatuur. De actrice Katrin Verlende zal uit Soms Feest de kersverse vertelling Kunst is een Vreugde voor Altijd distilleren. In rusttoestand lijkt de groep die we in Baas slaat man van Kassys observeren traag, loom en volkomen relaxed, maar dat is slechts schijn. De onderlinge machtsverhoudingen, territoriumdrift en pikorde bepalen het gedrag en handelen. Wayn Traub is een gedreven plastisch kunstenaar/ theatermaker die al een tijdje bij Victoria is neergestreken. Traub presenteert dit seizoen 7 ‘rituele oefeningen’. Daarvan wordt de derde, Mise-en-Traub III: Dogs & Gods, op twee weken tijd in L euven aangemaakt: een kleine misdienst, opgevoerd in een kapel. Centraal staat Sleepy, een Hongaarse straathond. Seksualiteit, vrouwen, dood, wapenschilden en meer van d at fraais zijn vaste kost. Felix Van Groeningen behoort tot de jonge generatie filmmakers die ervan houdt het medium op onconventionele wijze te hanteren. Victoria coproduceerde zijn laatste project, 50CC. Drie meisjes, vijf jongens, een klad motoren, ontluikende relaties en seks: alle ingrediënten zijn er voor een ware roadmovie. Dinsdag 6 februari, 20.30u, aanvang in STUCzaal
De Antwerpse Brit Nigel Williams stond aan de wieg van het eerste comedy-café in Vlaanderen, café Buster op de Grote Markt te Antwerpen. Vorig jaar riepen juryleden Tom Lenaerts, Guy Mortier, Urbanus, Guido Van
oorlog woedt in alle hevigheid. Albert Beirendonk en Carla Parmentier behalen desondanks hun graduaat Germaanse talen en willen zo snel mogelijk trouwen. Maar het zal voor na de oorlog zijn want samen met zijn studiegenoot René wordt Albeir opgeroepen om het einde van de grote wereldbrand te helpen blussen ... Wayn Traub ruilde zijn verleden als videokunstenaar in voor een nieuwe missie: artistiek handelen op de raaklijn tussen theater en beeldende kunst, gestoeld op het ‘Manifest van het Dierlijk Theater’. Hierin stelt Wayn Traub dat onze behoefte om het dierlijke in onszelf te bevrijden enkel nog in het theater kan worden gerealiseerd. Amateur-Freudianen mogen tijdens De Victorie II hun hart komen ophalen aan Wayn Storm, een dansante en multimediale theaterproductie. Woensdag 7 februari, resp. om 20.30u en 22u, resp. STUCzaal en Vlam; Regent & Regentes, donderdag 8 februari, 20.30u, STUCz aal; Wayn Storm, vrijdag 9 februari, 20.30u, Vlam
Meir en Patrick De Witte hem uit tot winnaar van HUMO’s Comedy Cup. Het genre comedy dat Williams beoefent, de zogenaamde stand-up comedy, kan de puurste, meest meedogenloze en moeilijkste vorm van entertainment genoemd worden. Toch houdt Williams het bij toegankelijke onderwerpen als vliegangst, antirokers, Steinerschool, rap, voetbalhooliganisme, congressen voor helderzienden, gewichtheffen, antistressmethodes, Antwerpenaars, Pizza Hut en pita-restaurants, stratenplannen, politieke vluchtelingen en de morning-after pil voor mannen. Woensdag 7 februari, 13u, Doc’s Bar, Medica, Brusselsestraat 246. Elk UUR KULtUUR is gratis.
Cultuur Kort Pianorecital door Thomas Dieltjens
Het pianorecital van T homas Dieltjens op 30 januari maakt deel uit van De Nieuwe Reeks, een concertcyclus rond Nieuwe Muziek op initiatief van de studenten Musicologie. Dieltjens brengt muziek van Liszt, Berg, Brahms, S chönberg, Webern, Joplin en Stravinsky. Het programma is niet zomaar een samenraapsel van twintigste-eeuwse muziek. Arnold Schönberg, Alban Berg en Anton Webern enerzijds, en Igor Stravinsky anderzijds, zijn dé symboolfiguren van de t wee dominerende tendensen in de muziek van de eerste helft van de twintigste eeuw. Dinsdag 30 januari, 20.30u, Kapel van het Hogenheuvelcollege, Naamsestraat 69. Info en tickets: t(016)20 08 15,
[email protected]
Video-installatie Deaf Poem Society
Patroonsfeest met Händel
Ward Hermans & Kristof T’Sjoen maakten een video-installatie waarin doofstomme mensen worden geconfronteerd met poëzie. Te zien voor en na alle voorstellingen in de STUCzaal, doorlopend tijdens Het Blitzoffensief, De Invasie en De Victorie
Zie programma op pagina 4.
Voor het volledige STUC-programma en reservaties: t(016)20 81 33,
[email protected] of www.stuc.kuleuven.ac.be. Elke avond apart: met STUCkaart 200 f r. vvk / 250 f r; kassa - zonder STUCkaart 300 fr. vvk / 350 f r. kassa (Victorie I & II worden als aparte avonden beschouwd). De Totale Bezettingpas voor alle avonden: met STUCkaart 400 f r. vvk / 500 f r. kassa - zonder STUCkaart 600 f r. vvk / 700 f r. kassa
Interfacultair Theaterfestival
Het Politika Toneel mag dit jaar de spits afbijten van het Interfacultair Theaterfestival, dat jaarlijks georganiseerd wordt door de Kultuurraad. Zij brengen De Drie Musketiers van Alexandre Dumas. Maandag 5 februari en dinsdag 6 februari, 20u; woensdag 7 februari, 22.30u; donderdag 8 februari, 14.30u en 20u, Theaterstudio fABULEUS, Stapelhuisstraat 13d. Kaarten aan 200 f r. (vvk) en 250 fr. (kassa) zijn verkrijgbaar bij de deelne mende kringen en op het STUC-onthaal. Combinatieticket voor de vijf Theaterfestival-voorstellingen: 800 fr. Info: Kura, t(016)20 81 33, www.stuc.kuleuven.ac.be/kura/ ExistenzMaximum: Architectuur in de kijker
ExistenzMaximum is een initiatief van de studenten burgerlijk ingenieur-architect. Het is een jaarlijks weerkerend projectwerk dat dit jaar Archipunctuur als thema heeft: het al dan niet bedoeld ontwerpen van prikkels in een gebouw, de overdracht tussen zender en ontvanger, stad en gebouw, gebouw en gebruiker, gebruiker en ontwerper. Er worden heel wat workshops, lezingen, uitstappen en een doorlopende fototentoonstelling georganiseerd. Woensdag 5 februari tot vrijdag 9 februari. Info: f
[email protected]
3. Victorie I & II
De Victorie I, dat is het hartverscheurend verhaal Regent & Regentes van Eric De Volder, dramatisch gebracht door Toneelgroep Ceremonia. 194 4. De Tweede Wereld-
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
17
JUBILEUMVIERING
Tentoonstelling Orientalia (2)
Oosterse studies aan de oude Leuvense universiteit Ludo Meyvis
Taalstudie was niet de eerste zorg van de jonge Leuvense universiteit. Alleen het Latijn, de onderwijstaal tot het einde van de 18de ee uw, kreeg aanvankelijk enige aandacht. De studie van oosterse talen liet op zich wachten tot het begin van d e 16de eeuw. De geestelijke vader van de L euvense filologie en van de studie van andere klassieke talen dan het Latijn was uiteraard Erasmus. Hij wilde het Oude en het Nieuwe Testament in de oorspronkelijke versie bestuderen. Door de nalatenschap van Hiëronymus Busleyden beschikte de universiteit tijdens Erasmus’ tweede verblijf aan onze universiteit (1517-1521) over de nodige middelen om die droom te realiseren. Zijn Collegium Trilingue verruimde niet alleen de blik naar het Grieks en Hebreeuws, maar richtte zich bovendien op de rechtstreekse studie van de oude teksten zelf. Die humanistische innovatie contrasteerde scherp met de middeleeuwse aanpak, die zich beperkte tot de studie van traditionele commentaren, uiteraard in het Latijn. Snelle bloei
De eerste docenten Hebreeuws, te beginnen met de Spaanse Jood Matthaeus Adrianus (1518-1519) en de Overijsselse Johannes Campensis (1520-1531), trokken een selecte groep getalenteerde studenten aan. Zij onderwezen het Hebreeuws niet alleen als bijbelse taal, maar ook als toegang tot de Joodse geleerdheid. Het Hebreeus opende de weg naar andere Semitische talen. Nicolaus Clenardus (1493-1542) uit Diest was de eerste Lovaniensis die het Arabisch bestudeerde. Zijn belangstelling was meer apologetisch dan wetenschappelijk: via de studie van het Arabisch wilde hij toegang krijgen tot de Islamwereld om een soort vreedzame bekeringskruistocht op het getouw te zetten. Andreas Masius (1514-1573) uit Lennik was dan weer de pionier van de studie van het Syrisch. Daarnaast kende hij ook Arabisch en Aramees. Hij legde daarmee de intellectuele basis voor de inbreng van Leuvense intelligentsia in de uitgave van de Biblia Regia, de beroemde meertalige bijbel van Plantijn. De belangstelling voor oosterse talen bleef overigens niet beperkt tot filologen en theologen. Een historicus als Jan Baptist Gramaye of Gramaeus (1579-1635), bijvoorbeeld, richtte zijn blik op heel Azië - of w at daarvan bekend was. Behalve op oriëntalisten van eigen bodem werd ook een beroep gedaan op ‘gastdocenten’. Zo was er de bekeerde Duitse Jood Isaac Levita, die Hebreeuws en Aramees doceerde ten tijde van kardinaal Granvelle, of de Egyptische christen Josephus Abudacnus, die Oxford verliet voor Leuven, waar hij Hebreeuws en Arabisch doceerde. Dienstmaagd van de theologie
Na de val van Antwerpen deelde Leuven in de culturele neergang van onze gewesten. Maar de studie van het Hebreeuws had gezorgd voor blijvende aandacht voor de studie van oosterse talen, zij het op een veel lager niveau dan tijdens de 16de eeuw. Colleges Hebreeuws waren enkel nog een voorwaarde voor theologie-studenten om de studie van het Oude Testament te beginnen. Steun van overheidswege was niet langer evident. De studie verzandde weliswaar niet volledig, maar het niveau hing grotendeels af van de k waliteit van de individuele docent. Geïsoleerde figuren als Valerius Andreas (1588-1655), de eerste bibliothecaris van onze universiteit, en Etienne Heuschling (1762-1847) zetten de rijke traditie voort. Heuschling kende naar het schijnt 14 talen. Daarvan maakte hij vruchtbaar gebruik in zijn vergelijkend linguïstisch werk. In 1790 werd hij hoogleraar Hebreeuws in Leuven, meteen de laatste van de oude universiteit. Toen die in 1797 door de Franse bezetter opgeheven werd, kwam Heuschling via twee republikeinse onderwijsinstellingen opnieuw in Leuven terecht. Aan de Faculteit Wijsbegeerte en Letteren van de nieuw opgerichte Rijksuniversiteit Leuven onderwees hij van 1 817 tot 1820 natuurrecht, k lassieke talen en inleidende cursu ssen in het Hebreeuws, Syrisch, Aramees en Ar abisch. In 1835 werd de Rijksuniversiteit Leuven opgeheven. De in 1834 in Mechelen opgerichte Katholieke Universiteit verhuisde weer naar haar thuisstad, en van meet af aan kreeg de weliswaar soms tanende maar nooit volledig verdwenen belangstelling voor het Oosten opnieuw vorm met een leerstoel Hebreeuws. Spoedig zouden andere oosterse talen volgen. Werken van de vermelde Leuvense hoogleraren zijn te bekijken op de Orientalia-tentoonstelling, die u van 1 feb ruari tot 31 maart kunt bezoeken in de Nassaukapel van de Koninklijkte Bibliotheek van België, Kunstberg, 1000 Brussel, van maandag tot zaterdag, telkens van 12 tot 16.30u. De toegang is gratis, en een uitvoerige catalogus is beschikbaar. Meer info vindt u op http://www.orientalia.org. Deel 3 van deze reeks leest u in Campuskrant nr. 3.
De Jubileumviering 575 jaar K.U.Leuven wordt georganiseerd in samenwerking met:
18 C A M P U S K R A N T 2 5 . 1 . 2 0 0 1
A D VA LVA S
Publicaties Humane Wetenschappen A. Dupré, De strijd teg en schijnbare zekerheden. Geschiedenis van de wetenschappelijke vooruitgang, ISBN 90-5826-083-6, L euven, Davidsfonds, 2000, 124 p. Dit boek beschrijft hoe de kijk op de f ysische wereld evolueerde: van de snarentheorie tot de microscopische wereld van de kwantummechanica. Van het wereldbeeld van Aristoteles tot de relativiteitstheorie van Einstein. Het leert ook dat de wetenschappelijke vooruitgang niet een ononderbroken opgaande lijn volgt maar geplaagd wordt door groeipijnen. Een bijzonder boeiend en verhelderend essay over valse theorieën én verbazingwekkende inzichten. H. Baert, K. De Witte en G. Sterck, Vorming, training en opleiding, ISBN 90-441-1042-X, Leuven, Garant, 2000, 192 p., 690 f r. Aan de deskundigheid en de motivatie van medewerkers van welzijnsvoorzieningen worden steeds meer en steeds hogere eisen gesteld. Die eisen vloeien voort uit de verwachtingen ten aanzien van het welzijnswerk, het werken met mondiger cliënten, het willen tegengaan van sociale uitsluiting, het ondersteunen van de integratie in een ingewikkelde samenleving enzovoort. Om met deze uitdagingen om te kunnen gaan zijn goed ontwikkelde competenties en veranderingsbekwaamheid van de medewerkers essentieel. Voor een welzijnsvoorziening die dat beseft worden Vorming, Training en Opleiding (VTO) een cruciaal strategisch instrument. G. Convents, Van kinetoskoop tot café-ciné. De ee rste jaren van de film in België 1894-1908, ISBN 90-5867-057-0, Symbolae Facultatis Litterarum Lovaniensis series B, vol. 18, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 482 p. Dit boek analyseert hoe de buitenlandse technische uitvinding van het medium film een eeuw geleden in België een eigen structuur, met name het bioscoopwezen, heeft kunnen ontwikkelen. Hiervoor wordt een sociaal-cultur ele invalshoek gehanteerd die de filmexploitant maatschappelijk situeert en de filmvertoning in een cultur ele context plaatst. J. Godderis, Kan men een he mel klaren, even zwart als drek?, ISBN 90441-1040-3, Leuven, Garant, 2000, 232 p., 895 f r. Naast een overzicht van de historische ontwikkeling van het melancholie-concept met zijn d iverse semiologische verschuivingen en verdichtingen, en van het vernieuwende negentiende-eeuwse medische en psychologische vertoog omtrent de ziekelijke vormen van melancholie, wordt in dit boek vanuit een antropologisch-filosofische en psychiatrische invalshoek een verdere verkenning gemaakt van deze verschijningsvormen van melancholie en van de ‘minder ernstige’ vormen van depressie of stoornissen van het levensgevoel. Hierbij wordt bewust minder gereflecteerd over de oorzaken die aan de basis liggen van voormelde stoornissen en over de pathogenese, dan wel over de wijze waarop de grondvormen die constitutief zijn voor deze psychologische of psychopathologische modaliteiten zich zélf constitueren. G.R. Horn and E. G erard (eds.), Left Catholicism. Catholics and Society in Western Europe at the Point of Liberation 1943-1955, ISBN 90-5867-093-7, KADOC Studies, vol. 25, L euven, Leuven University Press, 2001, 320 p., 1.300 fr. In dit boek wordt voor het eerst vanuit een vergelijkend en internationaal perspectief een analyse gemaakt van het fenomeen ‘Left Catholicism’ in West-Europa. In een twaalftal bijdragen wordt nagegaan hoe in de jaren 1943-1955, d ie getekend werden door de turbulente sfeer van oorlog, bezetting en verzet, progressieve initiatieven in het katholieke politieke leven, in de theologie en in de apostolische missies tot bloei kwamen. J. Konings en F. Roodhooft, The Effect of E-Business on Corporate Performance: Firm L evel Evidence for Belgium, Leuven, Centrum voor Economische Studiën, November 2000. Leuvense Perspectieven, Onze Alma Mater, ISSN 1370-656X, V laamse Leergangen, 2000, nr 4., 54ste jg. B. Martens, Het elfde gebod. Beschouwingen over informatietechnologie, ethiek en samenleving, ISBN 90-334-461 4-6, Leuven, Acco, 2000, 143 p., 750 fr. Naast een hele reeks opwindende technologische perspectieven biedt de hedendaagse informatietechnologie talrijke aankn opingspunten voor bezinning. Aspecten als privacy, auteursrecht, computercriminaliteit, de globale invloed van informatietechnologie op werk en samenleving, het falen van computersystemen en de beroepsethiek van informatici passeren de revue. In een heldere taal worden telkens principes onderzocht, historische en actuele voorbeelden beschreven en, waar passend, juridische aspecten kort vermeld. Dit alles in een internationaal, Europees en Belgisch-Nederlands kader. D. Raaijmakers, Cahier ‘M’. Kleine Morfologie van de elektrische klank. Geschriften van het Orpheus-Instituut, ISBN 90-5867-075-9, vol. 3, L euven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 135 p., 695 f r. D. Raaijmakers, Cahier ‘M’. A Br ief Morphology of Electric Sound. Collected Writings of the Orpheus Institute, ISBN 90-5867-0 76-7, vol. 3, Leuven, Leuven University Press, 2000, 123 p., 695 fr. B. Roebben, Religieus opvoeden in een multiculturele samenleving, ISBN 90-5826-025-9, Leuven, Davidsfonds, 195 p. De school verschiet van k leur. Kinderen van migranten en asielzoekers brengen een wereld van verschil de klas binnen. Welke impact heeft deze
ontmoeting op opvoeding, vorming en onderwijs? Waar liggen de eigen wortels? Is het multireligieus aanbod niet verwarrend? Welke vooroordelen beletten de dialoog tussen christendom, jodendom, islam en boeddhisme? Dit boek is onontbeerlijk voor wie kritisch en constructief wil meewerken aan de dialoog met anders- en niet-gelovigen, met zichzelf en met geloofsgenoten. P. Schoukens, De sociale zekerheid van de zelfstandige en het Europese Gemeenschapsrecht: de impact van het vrije verkeer van z elfstandigen, ISBN 90-334-4588-3, Leuven, Acco, 2000, 615 p., 2.900 fr. Dit werk is een continu zoeken naar de mate waarin men rekening dient te houden met de eigenheid van zelfstandigen in het Europees en nationale zekerheidsrecht. E en belangrijke bevinding bij deze zoektocht was het onderscheid tussen arbeidsstatuutneutraliteit en arbeidsstatuutverbondenheid. Door een arbeidsstatuutneutraal uitgangspunt te koppelen aan een arbeidsstatuutspecifieke uitvoering, kon de complexe verhouding tussen het vrije zelfstandigenverkeer en het nationale socialezekerheidsrecht geleidelijk aan ontrafeld worden. P. Senaeve, Compendium van het Personen- en Familierecht, ISBN 90334-4390-2, L euven, Acco, 2000, 806 p., 3 .950 fr. De auteur heeft op basis van een meer dan 25-jar ige wetenschappelijke bedrijvigheid op het domein van het personen- en familierecht, en gesteund door een ruime praktijkervaring, eerst als advocaat, thans als magistraat, de begrippen, beginselen en belangrijke regels uit het Belgische personen- en familierecht op een gestructureerde en vlot toegankelijke manier uitgeschreven. In deze vijfde, volledig herwerkte uitgave werden heel wat arresten van het Arbitragehof verwerkt, alsook tal van recente wetten. P. Spyns, Natural Language Processing in Medicine: Design, Implementation and Evaluation of an Analyser for Dutch, ISBN 90-5867-069-4, Symbolae Facultatis Litterarum Lovaniensis series C, vol. 8, L euven, Leuven University Press, 2000, 334 p., 995 fr. Dit boek beschrijft een co mplex computerprogramma dat, door het toepassen van Natural Language Processing en van artifi ciële intelligentie, in staat is de boodschap van medische documenten te analyseren. Het biedt bijgevolg een mogelijkheid tot automatisering van verscheidene medisch-administratieve taken. Steunpunt Nederlands als Tweede Taal, Een taak voor iedereen. Perspectieven voor taakgericht onderwijs, ISBN 90-4 41-1041-1, Leuven, Garant, 2000, 240 p., 870 fr. Vlaamse en Nederlandse auteurs uit verschillende instellingen gaan elk vanuit hun eigen invalshoek in op de achtergronden en toepassingen van taakgericht onderwijs. Bij taakgericht onderwijs wordt uitgegaan van de behoeften van de leerders, en wordt aan hun (taal)vaardigheid gebouwd door hen levensechte taken te laten uitvoeren. De principes van t aakgericht onderwijs worden vandaag met succes toegepast in alle niveaus van (taal)onderwijs, en laten zich goed vertalen naar verwante domeinen, buiten de schoolmuren, buiten de grenzen van Vlaanderen en Nederland. Student Aid, Uitdagingen voor de internationale samenwerking, ISBN 905350-994-1, Leuven, Garant, 2000, 96 p., 495 f r. Deze publicatie behandelt een aantal onderwerpen waar de internationale samenwerking niet omheen kan. Achtereenvolgens komen aan bod: het bevolkingsvraagstuk en de mogelijkheden van uitbreiding van de voedselproductie, de steeds toenemende verstedelijking, de mogelijkheden van het internet, de rol van de NGO’s en de s taat, verkeerde opvattingen over het oplossen van honger en hongersnood. De bijdragen gaan terug naar de essentie van de derdewereldbeweging: wat zijn de problemen en hoe kan er aan w orden gewerkt? Dit boek toont aan dat niet alle middelen die in de derde wereld worden gestoken, vergeefs zijn. Hulp kan en moe t. P. Thomas, L. Verbeeck (vertalers), L. P il (iconografisch geduid), Hölderlin. De mooiste gedichten, ISBN 90-6306-429-2, L euven, Davidsfonds, 2000, 106 p. J. van Brakel, Philosophy of Chemistr y. Between the Manifest and the Scientific Image, ISBN 90-5867-063-5, L ouvain Philosophical Studies, vol. 15, Leuven, Leuven University Press, 2000, X IV-246 p., 700 f r. M. Vanbuel, A. Boonen en J. Scheffknecht, Towards a learning organisation. Reviewing technologies for company training, ISBN 90-5867-072-4 , Leuven, Leuven University Press, 2000, 131 p., 1 .130 fr. D. Van Daele, Het openbaar ministerie en de afhan deling van strafzaken in Duitsland. Samenleving, criminaliteit en strafrechtspleging, ISBN 905867-078-3, vol. 21B, L euven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 358 p., 1.500 fr. Dit boek bestaat uit vier grote delen. In het eerste deel worden de wetgevende bevoegdheid en de gerechtelijke organisatie inzake het Duitse strafprocesrecht behandeld. In het tweede deel komt de ‘klassieke’ Duitse strafprocedure in eerste aanleg aan bod. Het derde deel bekijkt de positie van het openbaar ministerie in de Duitse str afrechtspleging. Het vierde deel tot slot analyseert de vereenvoudigde afhandeling van strafzaken. B. Van den Bergh en J. Van den Bulck (eds.), Children and Media: Multidisciplinary Approaches, ISBN 90-4 41-1069-1, Leuven, Garant, 2000, 235 p., 785 fr. In dit werk, met een inleidend hoofdstuk van Keith Roe en bijdragen van andere belangrijke Europese en Canadese auteurs als onder meer David Buckingham en Stephen Kline, wordt de relatie tussen kinderen en media vanuit verschillende disciplines en met een verscheidenheid aan methoden benaderd. Naast bijdragen uit communicatiewetenschap, ontwikkelingspsychologie en sociologie komen ook cultuurhistorische en pedagogische benaderingen aan bod. Aan de hand van kwalitatief en kwantitatief empirisch onderzoek en theoretische analyses worden zeer diverse topics behandeld. Doorheen het boek wordt de nadruk gelegd op de perceptie en ervaringen van kinderen. Kinderen zijn geen passieve ontvangers van boodschappen maar evenmin creëren zij ervaringen en betekenissen die volledig los zouden staan van de hen omringende omgeving. Door zijn multi- en interdisciplinair opzet brengt dit boek de rijkdom aan
schakeringen van een dergelijk perspectief bij de studie van kinderen in relatie tot media, fraai tot uiting. H.A.M. van d er Heijden (ed.), De kaart van Nederland in de Franse Tijd 1795-1814, ISBN 90-5867-084-0, L euven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 128 p., 2 .100 fr. H. Van Houtte en P. Wautelet (red.), Mediatie van handelsgeschillen, ISBN 90-334-4621-9, L euven, Acco, 2000, 1 4 4 p., 1.250 fr. Handelsgeschillen worden beter in der minne geregeld dan beslecht voor een rechtbank. Een minnelijke schikking biedt voor de betrokkenen immers meer perspectieven voor de toekomst. Partijen komen echter gemakkelijker tot een minnelijke schikking met de hulp van een onpartijdige, deskundige bemiddelaar. In België en Nederland staat mediatie van handelsgeschillen nog in de kinderschoenen. Het bedrijfsleven en de advocatuur moeten nog vertrouwd raken met deze alternatieve methode om tot een werkbaar vergelijk te komen. In verschillende bijdragen wordt onderzocht hoe mediatie tot een geschikte oplossing van handelsgeschillen kan leiden en wordt een bevattelijk overzicht geboden van alle jur idische aspecten die aan mediatie inzake handelsgeschillen zijn verbonden. Bovendien worden de diverse methoden van mediatie besproken, samen met hun toepassing in de praktijk. P. van Kemseke (ed.), Diplomatieke Cultuur, ISBN 90-5867-086-4, Alf red Cauchiereeks, vol. 2, L euven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 330 p., 1.495 fr. G. Vanpaemel en T. Padmos, Wereldwijs. Wetenschappers rond Keizer Karel, ISBN 90-5826-030-5, L euven, Davidsfonds, 167 p. In Wereldwijs. Wetenschappers rond Keizer Karel verkennen moderne wetenschappers, onder leiding van Geert Vanpaemel en Tineke Padmos, de denk- en leefwereld van hun illustere voorgangers. Op basis van b rieven, dagboeken en reisverhalen reconstrueren ze het intellectuele klimaat. Een tijd waarin briljante geesten wetenschappelijke revoluties ontketenen. Mede door de schitterende illustraties ontplooit Wereldwijs een intrigerend totaalbeeld van de Renaissance. S. Vanvolsem, D. Vermandere, Y. D’Hulst en F. Musarra (eds.), L’Italiano oltre Frontiera V Convegno Internazionale, Leuven 22-25 Aprile 1998, ISBN 90-5867-082-1, Leuven, Leuven University Press, 2000, vol. 1, 548 p., 2.178 fr. L’Italiano oltre Frontiera V Convegno Internazionale, Leuven 22-25 Aprile 1998, ISBN 90-5867-083-X, 2000, vol. 2, 525 p., 2 .178 fr.; vol. 1 + 2 samen voor 4.034 fr. P.M. Vermeersch (ed.), Palaeolithic Living Sites in Upper and Middle Egypt, Egyptian Prehistoric Monographs, ISBN 90-5867-064-3, L euven, Leuven University Press, 2000, 330 p., 1 .250 fr. T. Verschaffel (ed.), Koningsmoorden, ISBN 90-5867-073-2, Alfred Cauchiereeks, vol. 1, Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 3 15 p., 1.495 fr.
Biomedische Wetenschappen Acta Hospitalia, Hospital Governance. Principes van goed bestuur in ziekenhuizen, Leuven, Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, 2000, nr. 2, 2de trim . E. Daci, The Role of the Plasmogen Activator: Plasmin Pathway in B one Metabolism, ISBN 90-5867-081-3, Acta Biomedica Lovaniensia, vol. 223, Leuven, Leuven University Press, 2000, VIII-108 p., 920 f r. E. Dehaene, R. L eper, M. S chiepers (eds.), Bewegingsopvoeding. Anders evalueren in de Lichamelijke Opvoeding, 90-334-4591-3, Leuven, Acco, 2000, 15 7 p., 695 fr. ‘Anders’ evalueren sluit aan bij het ‘vernieuwde’ vakconcept van de lichamelijke opvoeding. De nieuwe evaluatievormen leggen in tegenstelling tot de vroegere testen veel meer de nadruk op h et leerproces, de vordering en de inzet van de leerlingen. Ze laten de leerlingen actief deelnemen aan de beoordeling. Door middel van leerlingenprofielen worden de leerlingen, de ouders en de klassenraad geïnformeerd over wat ze al of niet bereikt hebben. Dit naslagwerk in de reeks Praxis Bewegingsopvoeding probeert aan de hand van theorie en praktijk aan te t onen hoe ‘anders’ evalueren een meerwaarde betekent voor leerlingen en leraren. T. Dehaene, Onzeker zwanger. Vruchtbaarheidscontrole en prenatale diagnose, ISBN 90-5826-078-X, L euven, Davidsfonds, 2000, 122 p . De vooruitgang in de medische wetenschap is een goede zaak. De centrale vraag is alleen: mag alles wat kan? Is alles wat kan ook goed? Is er nog plaats voor het onverwachte - het kind zoals het zich aandient met zijn gebreken en talenten? Kunnen ouders vandaag ook kiezen voor het nietweten? A. Deschamps en E. van Wijngaerden, HIV en Aids. E en handleiding voor gezondheidswerkers, ISBN 90-5867-080-5, L euven, Universitaire Pers Leuven, 2000, 239 p., 600 f r. J. Godderis, Een arts is vele andere mensen waard. Inleiding tot de antieke geneeskunde, ISBN 90-429-0 762-2, Leuven, Peeters. Dit boek is een inleiding tot de antieke geneeskunde, waarbij de intieme verwevenheid van deze geneeskunde met de Griekse filosofie belicht wordt. Het is een bundeling van capita selecta uit de geschiedenis van deze interactie, die moet bijdragen tot een goed begrip van het antieke denken en de beschaving in dit tijdsgewricht. Er is bewust gekozen voor taferelen en niet voor een systematisch en synthetiserend betoog, dat de blik enigszins zou dreigen te deformeren en te sterk de idee van een gestage en progressieve vooruitgangsgedachte zou evoceren. De geneeskunde en de filosofie uit deze periode vormden heel zeker geen gesloten geheel. Voor het poikilon, het bonte en gediversifieerde, maar ook voor het rijke karakter van de filosofie en geneeskunde als wetenschappen wil dit geschrift belangstelling wekken en vooral liefde tot de studie hiervan werven.
25.1.2001 C A M P U S K R A N T
19
STUDENTEN
De Denktank In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, Leuven.
Dankzij VDB ontstond zo midden in de stad een vredige oase waar allerlei groensoorten jarenlang welig konden tieren. Waar meisjes en dames - ook bij nachte onbezorgd langs boulevards konden flaneren. Met hier en daar ook een mooi, Amerikaans aandoend torengebouw. En vooral zonder zeurende buurtbewoners. Nooit begrepen waarom ze dat voorbeeld nergens anders nagevolgd hebben, want wij kennen hier in het Leuvense toch ook een paar wijken en gebouwen die zo’n sloophamer-behandeling grif verdienen. Nog zoiets: tegenwoordig is het bon ton om te zeggen dat ons vlees niet meer deugt. Was me dàt even anders toen Vanden Boeynants in de jaren vijftig nog aan het hoofd van de Nationale Unie der Slagers, Spekslagers,
Onlangs ontviel ons Paul Vanden Boeynants, e x-premier en -kleinhandelaar. “Zal hij over tweehonderd jaar nog herinnerd worden als één van de grote historische figuren of zal zijn naam daarentegen snel tussen de plooien van de geschiedenis verdwijnen?”, zo wil lezeres Peggy Vanthourenhout graag van De Denktank w eten. Jawel, ook wij bij De Denktank werden met het schielijk overlijden van Vanden Boeynants (en van L aurent Désiré Kabila) weer eens met de neus op de feiten gedrukt: de tijd vliegt snel, gebruik hem dus wel. En dat geldt zeker voor onze secretaris-klerk: na het steeds weer langdurig uitlopen van De Denktank-vergaderingen moet die immers het verslag telkens nog voor de deadline op de Campuskrant-redactie binnenkrijgen. Maar goed, om op de vraag van onze lezeres terug te komen: wij twijfelen er niet aan dat VDB wel degelijk als een groot en visionair staatsman de geschiedenis zal ingaan. Jonge lezers weten het misschien niet, maar jaren voor de groene jongens voor meer open ruimte en groen in de stad pleitten, liet VDB bijvoorbeeld de complete Brusselse Noordwijk platgooien. Terecht, zeg gen wij! Het stond daar immers vol met huizen en er woonden daar allerlei mensen, het mocht daar dus best een beetje luchtiger worden.
Poeliers en Charcutiers stond. Het waren de dagen dat België wereldwijd bekend stond om zijn overheerlijke pensen en compôte. Of om de legendarische, door VDB in hoogsteigen persoon gefabriceerde paté, een delicatesse om duimen en vingers bij af te likken. Toen hebben wij ons buikje rond gegeten en in de verste verte geen Gaia gehoord! VDB begreep immers als geen ander het aloude politieke adagium: éérst das Fressen. En pas dan, pas dàn, beste vrienden, die Moral. Wij dagen u uit om VDB’s staatkundige genie te vergelijken met het gestuntel van de politieke dwergen van vandaag: zij bedenken IVK-commissies, keuringen, strenge wetten, BSE-tests, universitaire studies, boetes ... Enfin, Moral genoeg, dus. Maar ons vlees blijkt eigenlijk wel echt niet meer zu fressen. Trouwens, zou Magda Aelvoet weten hoe ze een simpele kotelet moet bakken? Kent Stefaan De Clercq het verschil tussen een Grand Lac uit ‘88 en een Château du Plurielle uit ‘91? En dan zwijgen we nog over Luc Van den Bossche, die tien tegen één alleen maar uit blik eet. Oordeelt u dus zélf wie hier de staatsman is. Dat critici meermaals wezen op zijn louche connecties, Roze Balletten, smeergeld, wapendeals en dergelijke zullen wij in deze kolommen zeker niet ontkennen. Maar nu vragen wij u: welke krant las u het liefst, die uit de tijd van Vanden Boeynants, met elke week wel een ander, heerlijk smeuïg verhaal, dat steeds las als een trein? Of die van nu, waarin in het allerbeste geval staat dat Verhofstadt in Toscane zijn olijven aan het plukken is? Onze keuze kent u. De Denktank durft nu dus al te voorspellen dat over tweehonderd jaar elke leerling van de lagere school de volgende cruciale figuren glad uit het hoofd zal kennen: Alexander de Grote, Cleopatra, Caesar, Nero, Clovis, Pepijn De Korte, Jan Breydel, Keizer Karel, Churchill, Kennedy, Mao, Nelson Mandela en ten slotte: VDB. Namens De Denktank, Prof. Dirk Struyff (celhoofd Hedendaagse Geschiedenis) en Geert Op de Beeck (secretaris-klerk)
NIEUWS
Menselijk contact bevordert integratie
Asielzoekers op kot Peter Van Puyvelde Waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men ... asielzoekers tegen. Soms op de meest onverwachte plaatsen. Zo herbergen de paters Salvatorianen al geruime tijd verschillende asielzoekers in studentenhome Salvast.
ren Nektar en Ergys ook naar hier gekomen. Voor ons was dat een hele opluchting. Sindsdien kunnen we weer denken aan de toekomst. Nektar en Ergys gaan hier naar school en doen het daar heel goed. Ze beginn en trouwens meer fouten te maken tegen de Albanese taalregels dan tegen de Nederlandse.” Nederlands leren staat ook voor Sergey op het programma. Als officier van het Russische leger weigerde hij deel te nemen aan de oorlog in Tsjetsjenië. Met de hulp van een Poolse tolk kan hij zijn v erhaal kwijt. “In Rusland kan ik niet meer terecht omdat mij daar een zware straf wacht,” zegt S ergey. “Mijn eerste verzoek om asiel in België is afgewezen. Ik ben van plan daartegen in
“We krijgen hier nu al zo’n jaar of acht regelmatig asielzoekers over de vloer”, zegt pater Stijn Van Baelen. “Meestal komen ze hier terecht via OCMW’s of organisaties zoals Caritas en Oikonde. Mensen zonder dak boven hun hoofd zitten met een zeer reëel probleem en wij konden daar een concreet antwoord op geven, dachten we zo. We houden ons initiatief wel met opzet kleinschalig, onder meer omdat we het niet aan de grote klok willen hangen. Toch stoppen we ‘onze’ asielzoekers niet weg in de uithoeken van het klooster. Ze zitten gewoon ‘op kot’ tussen onze studenten. Zo proberen we hun integratie te bevorderen. Een studentenhome is een ideale plaats om contact te krijgen met mensen van hier en, heel belangrijk, om zo snel mogelijk Nederlands te leren.” Taal
“De taal van hier kennen is onontbeerlijk om de talloze administratieve verplichtingen te kunnen doorworstelen”, beaamt Mehdi, een Albanese asielzoeker, in perfect Nederlands. “ Toen ik twee jaar geleden na een lange vlucht uit Albanië in België terechtkwam, sprak ik enkel een mondje Engels. Ik heb het geluk gehad om al na twee dagen hier in Salvast terecht te komen. Pater Stijn en de studenten hebben me in d ie moeilijke periode goed opgevangen. Ik ben hen natuurlijk enorm dankbaar voor de kans die ze me gegeven hebben. Het was hard hoor: je land moeten verlaten omdat je leven in gevaar is, je vrouw en twee kinderen achterlaten ...” “Vorig jaar zijn mijn vrouw Mimosa en mijn kinde-
20 C A M P U S K R A N T 2 5 . 1 . 2 0 0 1
beroep te gaan, maar ik heb hulp nodig met al die formaliteiten. Het is niet gemakkelijk. Ik vertrouw niemand meer. Ik heb de indruk dat de tolken van het Commissariaat-generaal niet altijd even correct vertalen tijdens de interviews.” Mehdi deelt die indruk: “Ik heb geprobeerd mijn tweede interview bij het Commissariaat-generaal zelf in het Nederlands te doen. Je kent die tolken immers niet en het is moeilijk om die mensen te vertrouwen. Per slot van rekening gaat het om ons leven.” “We proberen onze asielzoekers zoveel mogelijk te helpen, ook met het invullen van de enorme papierberg”, zegt pater Stijn. “Dat is niet altijd evident met al die moeilijke rechtstermen. Van de asielzoekers van hun kant wordt verwacht dat ze één of andere bijdrage leveren. Dat kan gaan van het betalen van een kleine huur tot het uitvoeren van allerlei klusjes. Op die manier proberen we hun verantwoordelijkheidszin aan te wakkeren.” Studenten doen mee
“Voor onze studenten is het contact met de asielzoekers ook zinvol, vind ik. Op die manier worden ze geconfronteerd met niet-alledaagse maar toch zeer reële problemen. En zien ze dat er mensen schuilgaan achter de asielzoekersproblematiek.” “We luisteren zoveel mogelijk naar hun verhalen”, zegt student Jan. “Je wordt er weleens stil van als je al die miserie hoort. Het doet je beseffen hoe goed we het hier hebben. We proberen de asielzoekers ook zoveel mogelijk te betrekken bij de activiteiten van Salvast. Zo is Sergey goed op weg onze keeper van zijn plaats te verdringen. Uiteraard is er soms het probleem van de t aalbarrière, maar met een mengelmoes van Nederlands, Engels en gebarentaal kan je veel duidelijk maken. En weet je, we beleven hier de beste tijd van ons l even, die moeten we dan ook delen met andere mensen!”