Verschijnt 14-daags, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor Hasselt 1
8 februari 2001
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
nr 3 * twaalfde jaargang
foto’s: Rob Stevens
5
Patroonsfeest 2001
NIEUWS
Het was koud en het sneeuwde, maar hartverwarmende woorden, veelbelo vende intentieverklaringen en een sfeer die karakter uitstraalde, zorgden op 2 februari voor een ronduit geslaagd Patroonsfeest. Een eucharistieviering die tot nadenken stemde, reeksen toe spraken, hemelse koorklanken, impo nerend bazuingeschal, een warme receptie en een betoverend concert tot slot zorgden voor een onvergetelijke dag.
foto’s Michaël De Lausnay
Patroonsfeest 2001
Foto’s: Rob Stevens
Foto Karel Rondou Zeven topwetenschappers ontvingen de hoogste eer van onze universiteit. Zowat 400 eregasten uit Louvain-La-Neuve brachten de geschiedenis in herinnering, en de toekomst onder de aan dacht.
Verschijningsdata Campuskrant
AB= met alumnibijlage Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór 4 22 februari 14 februari 5 15 maart (AB) 7 maart 6 19 april (AB) 11 april 7 10 mei 2 mei 8 23 mei (woensdag!)
2 CAMPUSKRAN T 8.2 . 2001
15 mei (dinsdag!) 9 7 juni (AB) 30 mei 10 21 juni 13 juni 11 30 augustus (AB) 22 augustus 12 20 september 12 september 13 4 oktober (AB) 26 september 14 25 oktober 17 oktober
15 15 november 7 november 16 29 november (AB) 21 november 17 13 december 5 december Bijdragen dienen ons de dag van de deadline te bereiken, vóór 12u sti pt. Suggesties voor artikels of interviews zijn welkom op het redactieadres, minstens één week voor de deadline. De vaste bijdragen voor kalenders en vacante mandaten worden twee dagen voor elke deadline ingewacht bij de betrokken diensten.
NIEUWSFLITS
8 februari 2001
Weldra ook studiebeurs voor zittenblijvers ...
“Als het van de commissie onderwijs in het Vlaams parlement afhangt, kunnen ook gebuisde studenten straks een beroep doen op een studiebeurs. De commissie keurde gisteren een voorstel van decreet goed dat beursstudenten die een jaar overzitten of aanvullende studies volgen, toelaat nog één keer een (joker)beurs aan te vragen. Nu hebben enkel geslaagde studenten recht op een beurs. (...) Het voorstel van decreet stelt voorts dat de studietoelagen omhoog moeten. Het voert ook een andere regeling in voor het kadastraal inkomen (KI) van de woning dat meetelt voor het al dan niet toewijzen van een studiebeurs. Nu kunnen mensen met een laag inkomen maar een hoog KI ni et altijd aanspraak maken op een toelage.”
Campuskrant
Veertiendaags tijdschrift van de K.U.Leuven Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Wouter Verbeylen Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg t(016)32 41 8 4
[email protected] Redactieadres
Dienst Communicatie Oude Markt 13 3000 Leuven t(016)32 41 8 4 f(016)32 40 14
[email protected]
Het Nieuwsblad, 27.1.2001
... maar aantal beursaanvragers daalt
“Het aantal aanvragen voor studiebeurzen is de afgelopen drie jaar in Vlaanderen met 5,2 procent gedaald, ondanks de inspanningen van de overheid om het bestaan van de studietoelagen beter bekend te maken. In 1997-’98 kreeg het departement 172.308 aanvragen, in 1999-2000 waren dat er 163.291. (...) Het aantal aanvragen loopt het sterkst terug in het middelbaar: min 6 procent. In het hoger onderwijs bleef de daling beperkt tot 3 procent, daar zouden vooral economische factoren een rol spelen.”
Internetadres
http://www.kuleuven.ac.be/ck/ Aan dit nummer werkten mee
Koen Bouve, Tamara Deca, Karolien Derwael, Erik Gobin, Anne-Mie Jaspers, Nadia Koeck, Geert Op de Beeck, Is abel Penne, Klaartje Proesmans, L ieve Quaegebeur, Anouk Vanherf Stuurgroep Campuskrant
Ronny Vandenbroele (voorzitter), Jan Bauwens, Jan De Vuyst, Jan Elen, Erik Gobin, Chloé Heerman, Els Heylen, Bernard Himpens, Isabel Penne, Paul Thurman, Jos Vaesen, Jan Verhaeghe
De Standaard, 29.1.2001
Crisis in LOKO - Sociale Raad
Op 29 januari heeft de kern van Sociale Raad (SoRa) collectief ontslag genomen. Aanleiding was de goedkeuring van een motie van wantrouwen op de algemene vergadering tegen de drie SoRa-vertegenwoordigers in LeuCa, dat Alma en de Faculty Club verenigt. Die motie van wantrouwen was ingediend door VTK, omdat die kring vond dat de vertegenwoordigers zich ‘te principieel’ aan de standpunten van SoRa hielden. SoRa voert al enige weken actie tegen de verhoogde maaltijdprijzen in Alma, en de manier waarop dat gebeurt is sommige studentenkringen blijkbaar in het verkeerde keelgat geschoten. De crisis roept vragen op over de representativiteit van studentenvertegenwoordigers. SoRa spreekt in een persbericht de hoop uit dat het collectief ontslag “een grondige bezinning op gang brengt over het doel van de studentenbeweging en over de manier waarop kringen de mening van de student trachten te vertolken.” Oriëntatieproef gewenst voor Pol & Soc?
Als het aan de visit atiecommissie ‘Politieke en Sociale Wetenschappen’ ligt, komt er weldra een oriëntatieproef voor studenten die deze studie overwegen. De commissie, samengesteld uit zes externe experten van Nederlandse, Zwitserse en Waalse universiteiten, screende in opdracht van de VL.I.R. de vijf Vlaamse universitaire pol&socopleidingen. Volgens het rapport van de visit atiecommissie is een ‘verplichte oriënteringstoets met sterke indicatieve waarde’ de aangewezen manier om de opvallend lage slaagcijfers - 40 procent - bij eerstejaars op te krikken. Deze slaagcijfers liggen beneden het gemiddelde van alle opleidingen. Buiten deze lage slaagcijfers is de commissie over de hele lijn vrij positief: echt slechte pol&soc-opleidingen zijn er niet in Vlaanderen, ze voldoen allemaal aan de - vrij hoge - norm.
Vormgeving
Total Design Belgium
5
Foto’s
Rob Stevens, Michaël De L ausnay, Fabrice Kada, Patrick Holderbeke, Karel Rondou
Patroonsfeest K.U.Leuven, samen met de UCL
Cartoons
Joris Snaet
4 Spin-offs van de K.U.Leuven
Coverfoto’s
PharmaDM: data mining en nieuwe geneesmiddelen
Rob Stevens Reclameregie
5 Patroonsfeest K.U.Leuven
Véronique Limbourg, t(016)32 41 8 4
Amen voor het verleden, samen voor de toekomst Oplage
109.000
7 Topvijf
De belangrijkste wetenschappelijke ontwikkeling en de pijnlijkste lacune
Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever
8 Een leven lang
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven
Herman Delooz, afdelingshoofd Urgentiegeneeskunde 9 Leven na de universiteit
Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie.
Humo-hoofdredacteur Mark Schaevers 10 Onderwijsvernieuwing
Het volgende nummer verschijnt op 22 februari. Bijdragen - verslagen van raden, nieuwe publicaties, kalenders, korte, informatieve stukjes - dienen ons te bereiken vóór woensdag 14 januari, 12u stipt. Suggesties voor artikels en interviews zijn welkom op het redactieadres.
Taalonderwijs op nieuwe wegen 11 Vormingskrant 15 Cultuur 16 K.U.Leuven 575 jaar
Tentoonstelling Orientalia (3) 17 K.U.Leuven 575 jaar
Feesten in Leuven en Louvain-la-Neuve 18 Alumni
Leuvens Alumni Orkest speelt ‘Peter en de Wolf’ 20 Ad valvas 21 Alumni 24 Leven na de universiteit
Jonathan Cardoen, voorzitter CVP-jongeren
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
3
S P I N - O F F S VA N D E K . U . L E U V E N
PharmaDM: data mining en nieuwe geneesmiddelen Ludo Meyvis
Farmaceutische en biotechnologische bedrijven besteden miljarden aan de ontwikkeling van nieuwe medisch actieve stoffen. Zo’n zoekproces duurt bijzonder lang en is erg complex. Elk instrum ent dat die zoektocht kan verkorten, is potentieel goud waard. PharmaDM ambieert een dergelijk instrument te leveren. Het Departement Computerwetenschappen is al vaker de wieg geweest van zeer welvarende spinoffs - of had u nog nooit van Ubizen gehoord? PharmaDM is weliswaar actief op een heel ander terrein, maar de groeimogelijkheden zijn even groot. We spraken over het nieuwe bedrijf met Luc Dehaspe, chief scientific officer, en Els Vanheusden, CEO.
Samenwerking
“Het is niet de bedoeling dat we een kant-en-klaar programma te koop aanbieden. Zo werkt het niet. De far maceutische multinationals, onze doelgroep, hebben een heel individuele aanpak, die onder andere bepaald wordt door de therapeutische domeinen waarin ze actief zijn - oncologie is iets anders dan aids-onderzoek - door hun IT-infrastructuur en beschikbare data, en door de multidisciplinaire onderzoeksaanpak, die telkens weer verschilt van wat je in andere bedrijven vindt. We leveren dus een gecustomiseerd pakket - een research assistant, op maat gemaakt, met een aanzienlijk deel consultancy voor de gebruikers. Voor een goed begrip: dat zijn niét de mensen van de computerafdeling, maar de onderzoekers in het lab.” “Het feit dat we op zulke grote cliënten mikken, heeft implicaties voor ons eigen bedrijf. Op dit ogenblik werken we met een beperkt aantal medewerkers, maar als we een deal sluiten, zullen we plots een veelvoud daarvan aan ontwikkelaars nodig hebben. Dan is de goede band met de universiteit natuurlijk onbetaalbaar.” “De meeste spin-offs beschikken over een min of meer voltooid product waarmee ze vrij snel omzet kunnen genereren. Dat is bij ons niet het geval. Zodra er een deal is, moet er immers nog een ontwikkelingsfase doorlopen worden. Door de complexiteit en het hoge vertrouwelijkheidsgehalte van de omgeving waarin we actief zijn, zal onze eerste omzet eerder gegenereerd worden uit samenwerkingsovereenkomsten, dan uit de verkoop van afgewerkte producten.” “Luc houdt zich voornamelijk bezig met de verdere uitbouw van ons product en met de coaching van onze ingenieurs,” gaat Els Vanheusden verder. “Ikzelf ben aangetrokken tijdens de opstartfase van het bedrijf. Ik ben arts, maar heb negen jaar gewerkt in commerciële en marketingposities in grote farmaceutische en medisch-technologische bedrijven. Bij PharmaDM neem ik de commerciële en managementaspecten voor mijn rekening. Het is wel even wennen om in een volledige onderzoeksomgeving te werken, maar dat maakt het des te boeiender.” “Ons team combineert informatica-knowhow met expertise in biochemie, biologie en pathologie. Die mengeling van kennis is onmisbaar voor het succes van onze activiteiten” Internationale spin-off
“De concrete stap om een eigen bedrijf op te r ichten, is er eigenlijk vrij toevallig gekomen”, zegt Luc Dehaspe. “Op een congres rond data mining vroeg een Canadees bedrijf me of ze de L euvense technologie in licentie konden nemen. Ik had geen ervaring met Rijke antwoorden dergelijke afspraken, en ben bij K.U.Leuven R&D om raad gaan vragen. Van het één “Formeel zijn we opgekwam het ander, en na korte tijd zijn we beginnen broeden op de mogelijkheid om zelf richt op 15 november een bedrijf te vormen. Ik moet eerlijk zeggen: als K.U.L euven R&D er niet geweest was, 2000, maar daar gaat was PharmaDM er waarschijnlijk óók niet. De praktische steun en jarenlange ervaring natuurlijk een redelijk zijn gewoon onbetaalbaar. Daar komt nog bij dat PharmaDM eigenlijk nogal een buitenlange voorbereidingstijd beentje is. Behalve uit Leuven is er immers ook een essentiële inbreng uit de universiteiaan vooraf”, zegt Luc ten van Oxford en Aberystwyth, onder meer van medeoprichters Ashwin Srinivasan Dehaspe. “In het Deparen Ross King. Ashwin leidt de Oxford University Computing Laboratory en Ross is tement Computerwehoofd van de afdeling Computational Biology van de University of Wales in Abetenschappen bestaat een rystwyth, één van de grootste onderzoeksgroepen ter wereld voor de toepassing van stevige basis rond data mining op de biochemie. En er zijn niet alleen intensieve contacten op onderzoeksonderzoek in verband vlak: ook de venture capital-groepen van die universiteiten zijn medeaandeelhouder. met data mining, het We zijn de eerste spin-off die van meet af aan formeel een multinational is. En als je dan opsporen en signaleren nog weet dat het Angelsaksisch recht héél erg verschilt van het continentale recht, dan van relevante informatie is het duidelijk dat je hulp van ervaren adviseurs goed kunt gebruiken.” uit een veelheid aan dis“Het Gemma Frisius-fonds is de grootste aandeelhouder, gevolgd door de universiparate gegevens. Mijn teiten van Oxford en Aberystwyth en hun fondsen voor durfkapitaal. Naast de aandelen werk was gesitueerd in van de oprichters hebben we ook aandelen gegeven aan de individuele onderzoekers uit de sfeer van het inductief logisch pro- (v.l.n.r.) Luc Dehaspe, Kurt De Grave, Henk Vande- Computerwetenschappen, die in de loop der jaren tot onze expertise en instrumenten grammeren. Dat heeft de weg geocasteele, Els Vanheusden, Elke Van Craenenbroeck hebben bijgedragen, als blijk van erkentelijkheid voor hun inbreng. Juridisch maakte dat pend naar een relationele aanpak van het er niet eenvoudiger op, maar het verstevigt de samenwerkingsverbanden die we hebdata mining. Het klassieke model van data mining is gebaseerd op proposiben afgesloten.” tionele logica. Daarvoor moeten rijke, relationele databases gereduceerd wor“De internationale opbouw van PharmaDM is onmisbaar. Data mining is nu eenmaal iets dat den tot een één-tabel of matrix-formaat. Dat is prima voor eenvoudige gegezich niet tot één universiteit beperkt - hoewel Leuven toch wel tot de absolute top behoort. Op vens zoals bij banking, telecom, consumer marketing ..., maar als je je waagt in die manier creëer je bovendien geloofwaardigheid, wat niet onbelangrijk is in het wereldje waarde wereld van nieuwe geneesmiddelen, kom je daar lang niet mee toe. Bij in wij ons begeven. Die mega-bedrijven gaan niet met de eerste de beste in zee, en dan is een geneesmiddelenonderzoek zijn ruimtelijke en andere verbanden tussen kwaliteitsnaamkaartje toch mooi meegenomen.” moleculaire structuren immers van primordiaal belang. Onze data miningtechnologie kan zulke complexe verbanden signaleren en ondersteunt zo het proces van steeds toenemende kennisverrijking. Inzichten verworven door het data mining-systeem zelf, door de expert die de tool gebruikt, in combinatie met relevante biologische en biochemische basiskennis, worden telkens weer aan onze data mining pool toegevoegd, zodat de output van elke vorige zoekronde de input van de volgende zoekronde wordt.” “Wij spitsen ons toe op het onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen, concreet op target discovery - in de biotechnologie - en drug discovery en ontwikkeling - in de far ma-industrie. Gemiddeld duurt het minstens vijftien jaar voor een geneesmiddel te koop is”, zegt Els Vanheusden. “Omdat je je patentaanvraag vroeg tijdens de ontwikkeling moet indienen en zo’n patent een welbepaalde levensduur heeft - meer bepaald twintig jaar - heeft een farmaceutisch bedrijf dus slechts een beperkte termijn om zijn investeringen terug te verdienen en winst te genereren. Als je de relatief korte rendabiliteitsperiode en de complexiteit van het geneesmiddelenonderzoek samentelt, mag je rekenen dat elke dag vertraging één miljoen dollar kost! Als wij er dus in slagen de ontwikkeling te versnellen door de onderzoekers in staat te stellen om sneller uit te maken of een molecule zinvol is of niet, is het belang van ons product evident.” “De laatste jaren zijn er - mede door het succes van het human genome project - gigantische hoeveelheden data gecreëerd in de life science industrie. Een data set levert in de race naar nieuwe medicijnen echter pas een competitief voordeel indien de kennis die erin verborgen zit tot bij de onderzoeker in het lab geraakt. De aard van de besteding van I T-uitgaven in de farmaceutische wereld is dan ook aan een evolutie bezig. De verzameling van data neemt relatief in belang af, ten voordele van de exploitatie ervan. Dat is het domein van data mining, het onze dus.”
4 C AMP U SKRAN T 8 .2 . 200 1
NIEUWS
Patroonsfeest 2001
Amen voor het verleden, samen voor de toekomst Ludo Meyvis
De Sint-Pieterskerk lag er wat r illerig bij, toen kardinaal Danneels zijn genodigden op het Patroonsfeest begroette. Maar de massale opkomst deed het koude weer vlug vergeten. Meer dan 400 vertegenwoordigers van de UCL had den de weg naar de Leuvense Alma Mater gevonden. Zij waren de eregasten op het Patroonsfeest van de K.U.Leuven, het eerste Patroonsfeest van het nieuwe millennium, het Patroonsfeest van de 575ste verjaardag. Duif
Kardinaal Danneels vond in het evangelie-verhaal over Simeon en de vredesduifjes een mooie parallel met de twee universiteiten die samenkomen in de “korf” van het oude Leuven, en die, ondanks de moeilijkheden uit het verleden, met elkaar een schitterende toekomst kunnen hebben. Het heeft volgens de grootkanselier van beide universiteiten geen zin deze oude wonden dood te zwijgen. “Wonden moeten kunnen ademen”, je moet ze uitspreken. Maar je moet ze ook ontsmetten en doen genezen. Dat kan, via contacten, en via het besef dat beide universiteiten gelijke waarden nastreven en gelijke taken hebben. Er zijn weinig volledige katholieke universiteiten. Dat geeft aan Leuven en
tie van verzekerings- en financiële theorieën. De laudatio van professor Paul Kennedy werd uitgesproken door professor Emiel Lamberts. Paul Kennedy bracht in zijn historisch werk een vervlechting tot stand tussen geschiedkundige, politieke en economische wetenschappen. Hij spitst zijn aan dacht vooral toe op de studie van grote machtsblokken, waarvan hij het ontstaan, de ontwikkeling en de ondergang analyseert. Om dat te kunnen doen, verlaat hij het pad van zijn eigen discipline, de diplomatieke geschiedenis. Aan de Yale University werd hij de drijvende kracht achter het Centre for International Security St udies, dat niet alleen de ‘klassieke’ veiligheidsthema’s bestudeert, maar ook van onderwerpen als overbevolking, aids, milieukwesties en etnisch geweld de veiligheidsaspecten analyseert. Professor Michel Mayor, ingeleid door professor Christoffel Waelkens, zal de geschiedenis binnentreden als degene die de eerste planeet buiten ons zonnestelsel ontdekt heeft. De eeuwenoude vraag naar de pluraliteit der werelden, waar de oude Grieken zich reeds mee bezighielden, werd door hem uiteindelijk duidelijk beantwoord: ons planetenstelsel is niét het enige. Het ontdekken van planeten stelt zware eisen aan de instrumenten en berekeningsmethoden van astronomen, omdat dergelijke relatief kleine hemellichamen voorlopig alleen benaderd kunnen worden via snelheidswijzigingen van de ster waarrond zij draaien. Uiteraard gaat het daarbij om zeer minuscule veranderingen, die alleen met gesofisticeerde spectrografen gedetecteerd kunnen worden. Professor Mayor ontwierp 25 jaar geleden al zijn eigen toestel, waarmee hij belangrijke bijdragen tot de astrofysica leverde. Maar voor zijn belangrijkste ontdekking moest hij wachten op de komst van een nieuwe generatie spectrografen. Daarmee kunnen snelheidswijzigingen van enkele meters per seconde gemeten worden in andere sterrenstelsels. In 1995 ontdekte professor Mayor rond de ster 51 Pegasi de eerste exosolaire planeet. Sindsdien zijn er nog een vijftigtal andere gevonden. Gentherapie, bodem, sport en intelligentie
Louvain-la-Neuve een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van de concretisering van de katholieke waarden. Die katholiciteit is geen ‘toegevoegde waarde’, maar een wezenskenmerk van onze universiteiten. In een katholieke universiteit komen wetenschap en geloof niet met elkaar in botsing, maar ze bevruchten elkaar wederzijds, als complementaire benaderingen van dezelfde werkelijkheid. Science en sagesse liggen in elkaars verlengde. Als we ons daar voldoende van bewust zijn en er in onze dagelijkse werking blijk van geven, wordt de universiteit onmiskenbaar een sedes sapientiae. Als Leuven en Louvain-la-Neuve beide langs die lijnen evolueren, zijn ze klaar voor de nieuwe wereld die zich ontwikkelt. Kar dinaal Danneels besloot zijn opmerkelijke homilie met een prachtig bon mot: “Amen voor het verleden, samen voor de toekomst”. Le rapprochement
Rector Oosterlinck en rector Crochet van de UCL leidden de stoet der togati vervolgens naar de Pieter de Somer-aula, waar de academische zitting plaatsvond. Rector Oosterlinck verwelkomde heel in het bijzonder de eregasten uit Louvain-la-Neuve, die hij niet alleen ‘vrienden’, maar ook ‘zielsgenoten’ noemde. Hij drukte de hoop uit op een hernieuwde, rijkere en diepere samenwerking. Professor Marc Goovaerts sprak de eerste laudatio uit, voor professor Hans U. Gerber, een pionier in de actuariële wetenschappen en verbonden aan de Université de Lausanne. Professor Gerber heeft baanbrekend fundamenteel wetenschappelijk werk weten te verenigen met bruikbare en productieve toepassingen in de verzekeringswereld én met hoogstaand educatief werk. Zijn studiehandboeken werden vertaald tot in het Russisch en het Chinees, en hij heeft de actuariële opleiding in heel wat landen op een hoger niveau gebracht. Hij introduceerde het martingale-concept in de actuariële theorie, wat leidde tot een grote ommezwaai in de benadering van de risico theorie. Hij legde ook de basis voor de verzekeringswiskunde, een combina-
Professor Désiré Collen lichtte het werk van professor Elisabeth Nabel toe. Zij is sinds 1999 klinisch onderzoeksdirecteur van het National Heart, Lung and Blood Institute van de befaamde National Institutes of Health. Daarvoor had zij al een lange carrière in de vasculaire biologie achter de rug. Zij heeft onder meer baanbrekend werk geleverd bij de gentherapeutische benadering van bepaalde cardiovasculaire ziekten. De laatste jaren spitst haar werk zich toe op de studie van de celcyclus en op methoden om in deze cyclus in te grijpen om bepaalde vormen van celproliferatie af te remmen. Daardoor kan bjvoorbeeld restenose voorkomen worden. Naast haar onderzoekswerk, waarvoor zij geregeld samenwerkt met haar man, heeft professor Nabel nooit de aandacht voor de vorming van veelbelovende studenten uit het oog verloren, én heeft zij steeds voeling gehouden met de klinische praktijk. Professor Roel Merckx sprak de laudatio uit voor professor Pedro Sanchez. Aanvankelijk richtte professor Sanchez zich op de bodemkundige studie van Zuid-Amerika, maar gaandeweg verschoof zijn activiteit naar Afrika, waar hij nieuwe wegen bewandelde door expliciet aandacht te vragen voor biologische processen om de bodemcondities te verbeteren. In die zin verzet hij zich tegen de soms zelfs contraproductieve resultaten van de ‘groene revolutie’. Het werk van professor Sanchez is resoluut gericht op praktische vooruitgang: de bodem moet opbrengen zodat de boer en de voedselopbrengst er beter van worden, maar niet ten koste van de kwaliteit van de bodem zelf. Sinds 1991 staat hij aan het hoofd van het International Centre for Research in Agroforestry, dat in Subsaharaans Afrika opmerkelijke resultaten kan voorleggen én dat geldt als een toonaangevend onderzoekscentrum. vervolg op pagina 6
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
5
STUDENTEN
De Denktank In deze rubriek legt Campuskrant allerlei vragen - van technische, socio-economische, politieke, ethische en filosofische aard - voor aan een denktank van Bijzonder Wijze Mannen en Vrouwen van de K.U.Leuven. Aarzel niet om ook uw vragen en problemen op te sturen naar De Denktank, Campuskrant, Oude Markt 13, Leuven.
naslaat zal het moeten toegeven: een mens krijgt geen grotere kick dan door een flinke shot adrenaline. En op welke momenten gaat die adrenaline al vlug bij liters stromen? Precies, wanneer een mens zich in wat hooliganisme en vandalisme kan uitleven. Bij wijze van proefondervindelijk onderzoek hebben wij onlangs op de Bondgenotenlaan zelf eens uitgetest wat een bushokje en een winkelraam aan diggelen slaan zoal bij een mens teweegbrengt. En inderdaad, zelfs dàt bezorgde ons al een behoorlijk fijne adrenalinekick.
Het dr ugsdebat woedt blijkbaar ook flink onder onze lezers. “Cannabis, volgens de regering mag het tegenwoordig. Maar is De Denktank dezelfde mening toegedaan?”, zo wil student Erik Schoeters uit Eppegem weten. Mijnheer Schoeters heeft gelijk: het is voortaan ook in België toegelaten een hoeveelheid cannabis voor eigen gebruik op zak te hebben. Iets waarover de laatste weken natuurlijk druk - en m et de meest uiteenlopende argumenten - gepalaverd werd. Zo mengde ook onze zeer gewaardeerde collega-arts dr. Luc Beaucourt zich in dit boeiende debat: hij stelde voor een anti-cannabismars op Brussel te organiseren en achteraf - bij wijze van apotheose - ons nationale parlement kort en klein te slaan. “Onze politici keuren daar blijkbaar toch alleen maar zulke domme wetten goed”, vond Beaucourt. Een terechte zienswijze, zeggen wij! Eindelijk nog eens iemand met een nuchtere, klare kijk in dit bijwijlen toch wel erg benevelde drugsdebat. Want inderdaad, als medicus weet dokter Beaucourt drommels goed dat ons lichaam helemaal geen illegale drugs nodig heeft: het maakt immers zelf genoeg chemische substanties aan. Wie er de medische literatuur op
Stel je dan even voor dat je met een rabiate antidrugs-lynchmob ongestoord loos kan gaan in ons nationale parlement: dat is ongetwijfeld pas écht kicken. Zeker als daarna nog een fikse knokpartij volgt met die twee arme MP’s die daar voor de ingang al sinds mensenheugenis onverrichter zake de wacht houden. En wat meer is: het is allemaal gratis en meteen beschikbaar genot, in tegenstelling tot uw cannabis, die u eerst maandenlang onder allerhande dure groeilampen en ingewikkelde serres zal moeten telen. Maar tijdens de zittingen van De Denktank hebben wij nog veel meer uitgetest. Zo wilden wij weleens weten welke effecten die cannabis nu precies op onze nuchter, logisch en wetenschappelijk denkende geest
zou hebben. Om dat goed te kunnen beoordelen diepte professor Jef Van Dun tijdens onze jongste Algemene Vergadering opeens een flinke frietzak op, een megajoint op basis van een fijne melange van de beste Afghaan en top-Nederwiet. Aangezien wij het aan de wetenschap verplicht zijn àlles te onderzoeken, gaven wij dus ook deze dekselse pétard van hand tot hand door. En ondanks ons pleidooi voor de adrenalinekick van hierboven moesten we toch ook eerlijk vaststellen: wij hebben daar op die Algemene Vergadering de meest briljante brainstorm meegemaakt die wij ooit mochten bijwonen. Een kleine greep uit de voorstellen die toen spontaan uit de verzamelde Denktank-leden opborrelden: de Universiteitshal paars, rood en fluorescerend geel schilderen. De deadline van Campuskrant van de vibes van het moment laten afhangen. De maximumsnelheid in Leuven in Euro uitdrukken. Keizer Haile Selassie en Jah Wobble al dan niet postuum tot eredoctor benoemen. Onze Franstalige broeders en zusters weer naar Leuven halen en Louvain-la-Neuve ombouwen tot een Cosmic Peace, Spiritual Freedom & Love Harmony Center. Op warme dagen de Alma’s sluiten en alle studenten in openlucht op het Ladeuzeplein aan één grote tafel laten eten. Enzovoort, we bleven met zijn allen maar lekker rieleks geweldige ideeën spuien. Enfin, nu we dit verslag van de vergadering neerpennen weten we het allemaal niet echt zeker meer. Maar toèn waren we er vast van overtuigd dat met deze voorstellen de wereld zeker een betere plaats zou worden. Daarom, vanwege alle leden van De D enktank, be ste lezers: Peace & Chill gewenst, maaaan. Namens De Denktank, Dr. Willy Fioole (hoofd universitaire werkgroep Narcotica) en G. Op de Beeck (secretaris-klerk).
vervolg van pagina 5 Professor Herman Van Coppenolle sprak de laudatio uit voor professor Robert Steadward, die zijn leven wijdt aan de studie en promotie van sport door gehandicapten. Rond hem is aan de University of Alberta, waar hij doceert, een belangrijk onderzoekscentrum gegroeid, dat zich niet alleen beperkt tot theoretische beschouwingen, maar dat ook effectief geleid heeft tot een aanzienlijke toename van sportbeoefening door personen met een fysieke of mentale handicap. Professor Steadward is voor de buitenwereld allicht het bekendst als voorzitter van het Internationaal Paralympisch Comité, dat met 160 lidstaten de op één na grootste sportorganisatie ter wereld is. De Paralympics, met een zomer- en een winterversie, zijn de meest in het oog springende activiteit van het IPC, dat daarnaast een pioniersrol vervult in de popularisering van gehandicaptensport. Professor Willy Lens besprak het werk van professor Robert J. Sternberg, die in Yale IBM Professor in psychologie en pedagogiek is. Zijn belangrijkste onderzoekswerk is gericht op intelligentie, denkstijlen, creativiteit, wijsheid, redeneren en probleemoplossend denken. Zijn wetenschappelijke publicaties illustreren het grote succes van zijn visie. In zijn onderzoek beklemtoont professor Sternberg het belang van sociale en praktische intelligentie, naast academische intelligentie. Zijn werk heeft aanzienlij-
6 C AMP U SKRAN T 8 .2 . 200 1
ke implicaties voor het bepalen van toelatingsvoorwaarden voor de universiteit én voor de manier waarop de docent zijn onderwijs verstrekt. Kenmerkend voor het werk van Sternberg is dat hij zijn theorieën een zo groot mogelijke geldigheid en een zo groot mogelijke cultuuronafhankelijkheid wil geven. Zijn denkbeelden vinden aanhang in zeer wijde krin g, getuige de massale toeloop op zijn voordrachten. 400? 800!
Professor Nabel bedankte in naam van haar collega-eredoctores de K.U.Leuven, waarna rector Oosterlinck de gepromoveerden gelukwenste. Vervolgens kondigde hij UCL-rector Marcel Crochet aan. In opvallend warme bewoordingen drukte die zijn tevredenheid uit over de Leuvense uitnodiging. Hij wees op de belangrijke historische en actuele banden tussen Leuven en Louvain-la-Neuve. Meer samenwerking is voor beide universiteiten van het grootste belang in het nieuwe geëuropeaniseerde onderwijslandschap. In zijn slotwoord sloot rector Oosterlinck zich aan bij de woorden van zijn collega. Hij dankte alle aanwezigen, en wenste iedereen de geesteskracht toe om “te blijven streven naar dat ene foto: Rob Stevens waardevolle dat ons leven zin geeft: het zoeken naar waarheid in de beoefening van de wetenschap”. Tussen haakjes: de zielsgenoten van de UCL waren in Leuven met acht bussen, 400 studenten en professoren. Zullen we afspreken dat wij op 2 mei, op het Patroonsfeest van de UCL, met 16 bussen en 800 vertegenwoordigers aanwezig zullen zijn?
TOPVIJF
En de winnaar is ... Ludo Meyvis, Wouter Verbeylen
Campuskrant zal in de loop van dit millennium aan vertegenwoordigers van een lange lijst disciplines vragen wat volgens hen de belangrijkste doorbraak in hun
vakgebied was, én wat de belangrijkste lacune is. U be nt gewaarschuwd.
Bacteriologie
Hydraulica
Orthopedie
Pneumologie
Criminologie
Professor Jozef Anné is verbonden aan het Rega-Instituut, afdeling Bacteriologie. Over de belangrijkste wetenschappelijke omwenteling uit zijn discipline twijfelt hij niet lang: “Dat is de ontdekking van de antibiotica geweest. Alexander Fleming toonde in 1929 aan d at bepaalde micro-organismen, die tot dan toe onherroepelijk tot de dood
Professor Jean Berlamont is een specialist hydraulica. “Dat is de discipline die inzicht wil verwerven in alle asp ecten van de stroming van water, eender of het gaat om natuurlijke stroming in rivieren of zeeën, of om kunstmatige stroming in waterleiding of riolering. Hoe stromend water zich gedraagt, is bijzonder complex. Als ingenieur moet je die
Professor Guy Fabry is voorzitter van de afdeling Orthopedie (Faculteit Geneeskunde). “De belangrijkste wetenschappelijke revolutie in mijn discipline? In de geneeskunde komt het niet zo vaak voor dat iets het werk is van één persoon, maar ik voel me toch geneigd om te tippen op de Brit Charnley. Die heeft in de jaren ‘60 de eerste op grote
Professor Maurits Demedts: “Een aantal longziektes, zoals astma, kennen we al sinds de Egyptenaren, en tussen 1700 en 1900 werden de meeste klassieke ziektebeelden beschreven. Maar dé grote doorbraken op diagnostisch en therapeutisch gebied stammen uit de tweede helft van de twintigste eeuw.” “De meest indruk wekkende cij-
Professor Johan Goethals: “Van echt spectaculaire ‘ontdekkingen’ zoals in de exacte wetenschappen is er in de criminologie geen sprake. Wel zijn er de laatste 150 jaar een aantal belangrijke breukpunten geweest.” Zoals? “Begin negentiende eeuw was criminaliteit nog een uitsluitend juridisch en moreel probleem,
leidden, bestreden kunnen worden met andere micro-organismen. Ongeveer tien jaar later, en zeker tijdens de Tweede Wereldoorlog, bleek hoe revolutionair zijn inzicht was.” “Een iets recentere doorbraak van prominent belang was de ontdekking van restrictie-enzymen in de jaren ‘60. Daarmee kan je stukjes DNA als het ware ‘afknippen’. De omgekeerde beweging, stukjes DNA met elkaar verenigen, werd gerealiseerd in de jaren ‘70, vooral dankzij het werk van Stanley Cohen en Paul Berg. Met die twee technieken werd de weg geëffend voor de hele wereld van de genetische technologie, die tegenwoordig en zeker nog in de komende decennia voor onvoorstelbare doorbraken zal zorgen. Het was de start van de moleculaire biologie zoals we die nu kennen, met toepassingen varië rend van transgene planten over juridisch genetisch onderzoek tot de uitbanning van ziekten.” “Ook al vind ik de ontdekking van antibiotica de belangrijkste doorbraak van de afgelopen eeuw, toch situeert zich precies op dat vlak ook een pijnlijke lacune. We stellen immers vast dat de micro-organismen die met antibiotica aangepakt worden, resistent worden. In ziekenhuizen, maar even goed ook elders, zijn stammen micro-organismen tot ontwikkeling gekomen die niet langer met antibiotica bestreden kunnen worden. Dat geeft aan sommige ziekten de kans om opnieuw de kop op te steken en vooral personen met een verzwakt immuunsysteem te treffen. Dat geldt bijvoorbeeld voor heel veel ziekenhuispatiënten. Voorlopig is er nog geen zicht op een algemene oplossing voor dit beangstigende probleem.”
complexiteit zien te vatten in wiskundige uitdrukkingen. Dat konden we al een hele tijd, maar tot pakweg twintig jaar geleden waren de vergelijkingen te ingewikkeld om er praktisch veel mee te kunnen doen. Alleen voor zeer eenvoudige situaties kon een analytische oplossing gevonden worden. Als het moeilijker werd - en dat was praktisch altijd het geval - moest er gewerkt worden met empirische methoden. Met de opmars van numerieke methoden gekoppeld aan de computer werd dat hélemaal anders. Er ging in mijn discipline toen echt een wereld open. De ontwerp- en beheersprocessen werden ingrijpend veranderd, en we konden eindelijk de rijkdom van de waterstroom vatten in een wiskundig kader, waar je bovendien ook allerlei simulaties mee kon doen, ook van heel complexe situaties.” “Waar ik op zit te w achten, is een integratie van de hydraulica met alle disciplines die met waterkwaliteit te maken hebben, dus met scheikunde, biologie, sedimentologie enzovoort. Uiteraard bestaan daar sterke interacties tussen. De geïsoleerde waterbeweging kunnen we nu redelijk beschrijven, maar voor een totaal kwaliteitsbeeld en voor echt kwaliteitsbeheer komen we nog veel te kort. Je moet de ‘talen’ van die disciplines op elkaar afstemmen, de doelstellingen verzoenen enzovoort. Men werkt natuurlijk wel aan zo’n totaalbenadering, maar het doel is duidelijk nog làng niet bereikt.”
schaal bruikbare heupprothese ontwikkeld. Op relatief korte tijd werd dat de standaard. Daardoor werd een grote bevolkingsgroep opnieuw mobiel, en behoorde hun pijn, vaak als gevolg van arthrose of een complexe breuk, tot het verleden. In ons land worden jaarlijks ongeveer 18.000 gewrichtsprothesen aangebracht. Het gaat dus wel degelijk om een ontwikkeling waarbij héél veel mensen baat hebben.” “De belangrijkste lacune uit de orthopedie ligt in dezelfde lijn. Prothesen zijn prachtig, maar je blijft natuurlijk gebruik maken van materiaal dat vreemd is aan het lichaam. De slaag- en overlevingskansen zijn heel hoog, maar het zou veel beter zijn, mochten we over bot- en kraakbeenvervangende weefsels beschikken, om elk risico op infectie of afstoting te kunnen voorkomen. Daar wordt nu ook al mee gewerkt, via greffen van donoren of van de patiënt zelf, maar er is een groot tekort aan materiaal. We hopen op termijn te kunnen werken met gekweekt weefsel. Dat is waar de tissue engineering zich nu al mee bezighoudt. Het onderzoek is volop bezig, en het is een kwestie van tijd om die techniek ook klinisch toe te passen, tot met de aanmaak van volledige gewrichten.” “Andere ontbrekende deeltjes van de puzzel situeer ik op eerder theoretisch vlak. Zo kennen we de echte oorzaak van scoliose, de zijwaartse kromming van de ruggengraat, nog niet. Ook de oorzaak van arthrose, de slijtage van cellen bij ouderen, is onbekend. We kennen min of meer de toegang tot het probleem, maar een omvattende theorie en therapie laten nog op zich wachten.”
fers betreffen tuberculose en longontsteking. Tbc was in het begin van de twintigste eeuw nog één van de grote mondiale doodsoorzaken. Door diverse efficiënte maatregelen hebben we tbc teruggedrongen in het derde kwart van de eeuw, en in de nabije toekomst werd zelfs een volledige uitroeiing voorspeld. Maar nu is er in de derde wereld een opflakkering van tbc door een gebrek aan middelen, en ook bij ons is er door multiresistente kiemen - vooral bij aidspatiënten en asielzoekers opnieuw gevaar. Dé oplossing zou een 100 procent efficiënt tbcvaccin zijn, want van het huidige BCG-vaccin zijn de resultaten onvoorspelbaar.” Op chirurgisch vlak lijkt mij longtransplantatie een mijlpaal. “Dertig jaar geleden is men daarmee gestart, met beperkt succes. Maar sinds de tweede helft van de jaren ‘80 is er gr ote vooruitgang geboekt. Hét probleem is nu het tekort aan donororganen. Longen zijn zeer delicate organen, en bij overledenen zijn de longen vaak niet meer bruikbaar. De toekomst ligt in immunologisch-compatibel gemaakte dierorganen, zoals varkenslongen.” Liggen er nog aardverschuivingen in het verschiet? “Echte toekomstmuziek zit er in de gentherapie, waardoor wij werkelijk zouden kunnen ingrijpen in het ontstaansmechanisme en het verloop van een ziekte. Dat zou een oplossing bieden voor genetische ziektes als mucoviscidose. En een volledige rookstop is de ultieme remedie tegen longkanker, maar dat is natuurlijk socio-cultureel bepaald. Een gezonde sigaret? Dat lijkt mij utopisch: alles waar verbranding bij komt kijken is tot nader order ongezond.”
een kwestie van keuze, van vrije wilsuiting. Maar met de opkomst van de menswetenschappen ging men het als meer dan een louter vrijwillige daad beschouwen. Men kreeg oog voor lichamelijke tekorten en psychologische factoren. De etiologie, de leer der oorzaken ontstond hieruit.” “In de jaren ‘60 kwam er een tweede belangrijke breuk. Naast de klassieke vraag ‘Wie heeft wat waarom gedaan?’ vroeg men zich af: ‘Hoe komt het dat het strafrechtssysteem dit of dat crimineel noemt?’ Tien jaar later ging men nog een stap verder, en ontstond de kritische criminologie, waarbij men vanuit machtsverhoudingen over criminaliteit dacht. En in de interpretatieve benadering werd het positivisme aan de kant geschoven: volgens dat paradigma bestaan er geen objectieve criteria voor wat crimineel is.” Maar die mijlpalen maken ‘criminaliteit’ niet minder complex? “Nee, vandaag bestaan die verschillende benaderingen nog steeds naast elkaar. Het domein van de criminologie herbergt nog een enorme krabbenmand van vragen. Uiteindelijk staan we bijvoorbeeld in het voorspellen van recidivisme niet echt verder dan de technieken van de jar en ‘20 en ‘30 in de V.S.” U verwacht dus niets spectaculairs in de toekomst? “Wel, we hebben in ieder geval de idee verlaten dat we iets op het spoor komen, dat we belangrijke empirische ontdekkingen zullen doen. Maar we zijn bijzonder hoopvol over de impact van de criminologische inzichten op de samenleving. De restorative justice wint bijvoorbeeld enorm terrein - het is nog steeds niet bewezen dat een repressief optreden enig nut heeft.”
foto’s: Rob Stevens
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
7
EEN LEVEN LANG Multidisciplinaire samenwerking
Afdelingshoofd Urgentiegeneeskunde
Herman Delooz Anne-Mie Jaspers
Afgezien van ER op vrijd agavond was Spoedgevallen nooit echt mijn favoriete plek. En om heel ee rlijk te zijn: ik heb ook geen dokters in mijn directe vriendenkring. Ik dacht altijd - op grond van vooroordelen en ervaringen - dat enig psychologisch inzicht in de patiënt en zijn familieleden niet echt tot hun basispakket behoorde. Vandaag is één man er in exact t wee uur in geslaagd mijn wantrouwen volledig weg te nemen. En dan nog een man die zich binnen afzienbare tijd emeritus kan noemen. Just my luck. Werken bekomt professor Herman Delooz goed: ik schat hem niet ouder dan begin vijftig, hoewel hij ei zo na ‘op rust’ is. Toch blijven de aanbiedingen binnenstromen - als oprichter van de eerste Leuvense intensive care en spoedgevallendienst en medeoprichter van tal van aanverwante verenigingen, blijft hij een veelgevraagd specialist. Het scheelde nochtans niet veel of hij was ingenieur geworden. Van Leuven over de States naar het Pajottenland, en weer terug
In 1954 klopte een jonge Leuvense student aan bij de kersverse Dienst voor Studieadvies. Zijn eerste studiekeuze, ingenieur, lag hem toch niet echt met de opkomst van de antibiotica was zijn interesse voor farmaceutisch onderzoek gewekt. Het werd uiteindelijk geneeskunde, een richting die verschillende mogelijkheden bood: lesgeven, onderzoek, praktijkwerk. Zijn zevende jaar geneeskunde, een stagejaar, bracht Herman Delooz op aanraden van toenmalig diabetesspecialist professor Joseph Hoet door in de States. Terug in België startte hij, in afwachting van zijn legerdienst, een huisartsenpraktijk op in een dorpje waarvan hij voordien amper had gehoord: Herme, in een uithoek van het Pajottenland. Een jaar later werd hij wegens een ‘zwakke gezondheid’ definitief afgekeurd. Toen stond hij voor de keuze: zijn praktijk voortzetten of zich specialiseren. Delooz: “Mijn twee jaar ervaring als huisarts waren een zeer goede oefening voor wat later kwam. Huisarts beschouw ik nog steeds als de moeilijkste geneeskundige praktijk: voor 800 frank moet je iemand ‘genezen’. Probeer voor dat bedrag maar eens een vakman te vinden! Toch voelde ik mij als enkeling dikwijls ‘tekortschieten’ in de daadwerkelijke hulpverlening. Daarom besloot ik me te specialiseren in anesthesie.” Eenvoudige chirurgische logica
Vanaf dat moment belandde zijn carrière in een stroomversnelling. In september 1965 gaf een ‘incident’ op Gasthuisberg aanleiding tot het oprichten van een afdeling Intensive Care. Een twaalfjarige jongen, besmet met tetanus - toen nog een gangbare ziekte -, ging zienderogen achteruit. Professor Jan Vandewalle, diensthoofd anesthesie, besloot de jongen in een kunstm atige slaap te brengen en te beademen, in een laatste poging de ziekte te stagneren. Het gebeurde op een donderdag, hij herinnert het zich nog precies: hij en zijn vrouw hadden voor dat weekend immers een hotelletje geboekt aan zee. Die vakantie zou niet doorgaan: twaalf dagen lang bivakkeerde Delooz in een haastig vrijgemaakt kantoor, met de jongen, een bloedgasapparaat en een respirator. Op de dertiende dag, toen de jongen weer werd bijgebracht, was de ziekte geweken. Anesthesie bleek méér te zijn dan alleen ‘narcose’, en hoewel velen het een overbodige luxe vonden, zette toenmalig directeurgeneesheer Jan Blanpain door: Gasthuisberg kreeg een intensive care-afdeling, met Delooz als eerste verantwoordelijke. Niet dat die te vergelijken was met de afdeling vandaag - twee à drie bedden en een respirator in een kleine ruimte - maar de patiënt kon er achteraf tenminste dezelfde zorg krijgen als in de operatiekamer. “Eenvoudige chirurgische logica”, noemt Delooz het nu, een logica die hij steeds is blijven verdedigen tijdens zijn verdere loopbaan. Zijn proefschrift schreef hij tijdens zijn diensturen als adjunct-kliniekhoofd, deeltijds bezig met anesthesie voor openhartchirurgie en deeltijds met intensieve zorgen. Het werd een basiswerk over het metabolisme, de ademhaling en de bloedsomloop van de patiënt in levensgevaar.
8 C AMP U SKRAN T 8 .2 . 200 1
En dat was nog maar het begin. Delooz noemt zichzelf een ‘professionele amateur’, die van de ene uitdaging in de andere rolde. Gasthuisberg zette een spoedgevallendienst op, zodat patiënten in kritieke toestand snel en efficiënt behandeld zouden worden - voordien overlegden ambulancier en portier bij de ingang van het ziekenhuis welke specialist ze zouden oproepen. Nu werden alle disciplines in één ruimte samengebracht. Bovendien werkten artsen en verpleegkundigen voortaan vanuit een multidisciplinair protocol: nog zo’n voorbeeld van ‘eenvoudige chirurgische logica’. Dat was minder vanzelfsprekend dan het voor ons vandaag lijkt. Zelfs nu nog zijn er tegenstanders van het principe; je collega’s kijken immers over je schouder mee. “Eigenlijk gaat het om een ethisch verantwoorde vorm van kostenbesparing”, stelt Delooz. “De diverse protocollen werden opgesteld door vertegenwoordigers van de verschillende disciplines; we discussieerden erover tot we er uitkwamen. De Dienst Spoedgevallen van Gasthuisberg beschikt nu over precieze lijsten van wie wat wanneer moet doen, zodat er geen kostbare tijd verloren gaat door discussie of halve afspraken. Bij het samenstellen van de protocollen namen we elke stap afzonderlijk door, bepaalde nutteloze en tijdrovende handelingen werden eruit gehaald. Goeie geneeskunde is niet duurder dan slechte, ze werkt alleen efficiënter.” In 1986 werd, onder impuls van professor Delooz, een multidisciplinaire specialisatieopleiding Urgentiegeneeskunde gestart voor specialisten in Anesthesie, Inwendige Geneeskunde, Chirurgie en Pediatrie. Twee jaar later besloten de Leuvense burgemeester en Delooz tot de oprichting van een commissie voor dringende medische hulpverlening: samen met politie, rijkswacht, huisartsendiensten, ambulancediensten, brandweer en ziekenhuizen ontstond een overeenkomst om allen te werken volgens eenzelfde ‘prehospitalisatieprotofoto: Rob Stevens col’, een unicum in België. Daardoor weet elke instantie precies wat er al gebeurd is met een patiënt als die bij haar wordt binnengebracht. En het systeem werkt: de L euvense traumaresultaten liggen hoger dan de Amerikaanse. De galerij der moedigen
Achter elke sterke man staat een sterke vrouw, wordt wel eens gezegd. Professor Delooz is de eerste om dat bij te treden: op een k wartier tijd heeft hij er al minstens drie keer op gewezen dat zijn vrouw even hard aan zijn car rière gewerkt heeft, als steun en discussiepartner. Hij noemt ook anderen, zoals voormalig rector De Somer, voormalige decanen De Moor en Gyselen en de professoren Blanpain en Vandenbroucke; door hun onvoorwaardelijke steun ondanks alle tegenwerking van binnen- en buitenaf hebben ze elk hun plaats in zijn ‘galerij der moedigen’. Maar ook zijn naaste medewerkers liggen hem duidelijk na aan het hart. Zijn secretaresse houdt al 27 jaar zijn agenda bij, sommige verpleegkundigen werken al sinds 1972 met hem samen. “Mensen die hier werken, moeten ‘daarbuiten’ een stabiele omgeving hebben om op terug te vallen - dat is ook de reden waarom ik het zonder mijn vrouw nooit zo lang zou hebben volgehouden. Daarnaast moet alles gezamenlijk overlegd worden: eens per maand vergaderen we met de verpleegkundige en doktersstaf en nemen we dag per dag door, zodat iedereen op de hoogte blijft. Mijn positie als d iensthoofd is niet gebaseerd op macht, maar op gezag; macht neem je, gezag krijg je - en moet je dus met andere woorden verdienen. Ons gevoel van samenhorigheid en vertrouwen binnen de dienst is enorm groot - noem het gerust vriendschap.” If I only had time ...
Het psychosociale aspect krijgt in de aanpak van Delooz bijzondere aandacht. Ook dat is geen toeval: “Dat heb ik waarschijnlijk meegekregen van de t wee vrouwen in mijn leven - mijn moeder en mijn vrouw -, allebei sociaal assistentes, de eerste nog avant la lettre. Het leven hier is dikwijls hectisch en emotioneel hard. Daarom besteden we veel aandacht aan ondersteuning, zowel van de familie van de patiënt als van de zorgverlener zelf. Zo hebben we gevochten voor een klein mortuarium waar de nabestaanden hun overleden familielid onmiddellijk kunnen zien. En sinds anderhalf jaar sturen we de familie t wee maanden na het overlijden van een patiënt nog eens een briefje met ons medeleven én de opmerking dat ze altijd mogen langskomen als ze nog vragen hebben. Met de procureur des konings hebben we een afspraak dat we niemand officieel dood verklaren op een openbare plaats. Daardoor kunnen de nabestaanden de overledene nog zien voor hij gekist wordt - allemaal zaken die de menselijkheid en de bespreekbaarheid groter maken, én waardoor wij als specialisten nog meer inzage krijgen in de juiste zorgverlening.” Vervelen gaat Delooz zich zeker niet: hij blijft voorzitter van de Europese Vereniging voor Urgentiegeneeskunde, start dit jaar een European Master op via internet en krijgt volop nationale en internationale aanbiedingen om elders programma’s te gaan opstarten. Toch wil hij zijn medische bezigheden terugschroeven tot drie dagen per week. “Ik ben nu ongeveer veertig jaar getrouwd. Een Amerikaanse vroeg mijn vrouw eens wat ons ‘geheim’ was. Zij antwoordde: ‘He hasn’t always been home’. Ik keek dus wel even op, toen ze onlangs zei dat ze er toch wel naar uitkijkt om mij wat meer thuis te hebben.”
LEVEN NA DE UNIVERSITEIT gen in dat opbod.” BV-moe
Hoofdredacteur bij Humo
Mark Schaevers Wouter Verbeylen
“Wat mij over de streep hee ft gehaald bij Humo is het Goede Verhaal, het pengedrevene. Het is wat Herman De Coninck ooit ‘het onvermogen om saai te zijn’ genoemd heeft.” Mark Schaevers, alumnus-germanist van onze universiteit, is sinds kort co-hoofdredacteur van Humo. Daarvoor liet hij de Standaard der Letteren achter zich. Een vreemde overstap misschien, al ziet Schaevers dat zelf zo niet: in beide projecten herkent hij de liefde voor het woord. Mark Schaevers zit er wat bleekjes bij in zijn nog kale kantoor. “Een buikgriepje dat de ronde doet. Normaal ben ik uiteraard veel gevatter.” “Ik ben Germaanse gaan studeren omdat ik even de illusie heb gekoesterd dat ik voor het lesgeven gemaakt was. Maar die leraarsambitie bleek een grote vergissing. Ik heb een jaar lesgegeven, en het leslokaal was in orde, maar de leraarskamer bleek toch echt een sterfkamer.” “Ik kijk met plezier terug op Germaanse. Zeker niet om wat je daar leerde - dat vond ik toch vrij weinig. Maar ik heb er de microbe te pakken gekregen om bezig te zijn m et boeken lezen, een onderwerp te tackelen, te discussiëren. In feite heb ik zes jaar Germaanse gedaan doordat ik die ‘gelukkige’ periode van de burgerdienst nog heb meegemaakt. Toen is de verdieping gekomen van wat ik in Germaanse gedaan had. En d aardoor is het een gelukkige keuze gebleken: het was een kristallisatiepunt voor mijn eigen interesses. Door die burgerdienst - dat was voor een cultur ele organisatie - heb ik het licht gezien.” CK: Als je verdieping zocht, heb je dan geen academische carrière overwogen? “Nee, niet echt - ik heb nog wel gesolliciteerd voor het NF WO, maar dat is niets geworden. Gelukkig, want als ik nu nog voor een aantal van mijn hobby’s in de gangen van het faculteitsgebouw ronddwaal, dan is het mij daar toch te stil. Er is ook weinig doorstroming geweest, het is niet meteen de plek waar the brightest and youngest of their generation nu bijeenzitten. Ik ben dan in de uit geverijwereld beland, en daar was toch een stuk meer leven in de brouwerij.” Intellectueel ei
“De jaren ‘80 heb ik grotendeels bij uitgeverij Kritak gesleten, in de Vesaliusstraat in Leuven. Het waren de overgangsjaren voor de professionalisering. Kritak was een kleine uitgeverij waar iedereen alles deed. Ik heb zelfs nog ballonnetjes in strips zitten plakken. Einde jaren ‘80 heb ik de overstap naar Humo gewaagd. Kritak was inmiddels door Meulenhoff opgekocht en werd net iets te mainstream. En je investeert toch ook enorm veel energie en geld voor een betrekkelijk klein resultaat. Ik wilde dezelfde dingen op grotere schaal doen, mijn intellectueel ei leggen voor een groot publiek. “Ik heb van ‘89 tot ‘96 interviews gedaan voor Humo, over politiek, literatuur, en ik ben nog een tijdje Dwarskijker geweest. Maar na zeven jaar was ik interview-moe. Als je voor de vierde keer Jean-Luc Dehaene mag gaan interviewen, dan is het nieuwe er toch a f. En aangezien ik toch een lit erair profiel had, ben ik weer naar de boekenkant gezwalpt, naar de Standaard der Letteren.” “Toen ik bij K ritak zat, was het perslandschap nog heel schraal, maar in de jaren ‘90 is dat volledig opengebloeid - niet alleen door De Morgen, maar ook door De Standaard die met Peter Vandermeersch een godsgeschenk kreeg. Die krant was duidelijk sociologisch voorbijgestoken door Vlaanderen, ideologisch volledig vermolmd. Het AVV-VVK-logo was eigenlijk een Berlijnse Muur: je moest maar op het idee komen om er een stootje tegen te geven, en je kwam tot de ontdekking dat er niemand was om die te ondersteunen. De Standaard had dus iemand met de vitaliteit van Vandermeersch nodig, en hij heeft mij dan bij zijn vernieuwingsoperatie betrokken.” “De Standaard der Letteren leed onder een gebrek aan representativiteit. Toen ik er begon waren recensies in feite een bijjob van professoren, en ze hadden vaak die typische Vlaams-christelijke inslag. Nu is dat veel meer een wereld van freelancers geworden, die het brede culturele landschap weerspiegelen. En dat loont: in Nederland wordt het geregeld bewierookt als het ultieme boekenblad van de Lage Landen. Tja, zoiets ga je natuurlijk niet tegenspreken.” CK: Vreemd toch dat er zoveel geïnvesteerd wordt in boekenbijlages. “Het zal niet voor de eeuwigheid zijn dat kranten elkaar beconcurreren door hun boekenbijlage. Voor de boekenwereld is het nu even meegenomen. Als blijkt dat dat niet bijzonder veel gelezen wordt, dan zal dat wel minderen.” CK: Je ziet dat nogal economisch. “Nee, niet de boekenbijlage, maar de krant zelf is nu eenmaal een economisch ding. De markt speelt d aar. De Standaard heeft geïnvesteerd in die bijlage omdat De Morgen er een hele goeie had, en nu houden ze elkaar gevan-
“Eind vorig jaar kwam de lokroep vanuit de oude stal. De opvolging van Guy Mortier moest toch eens geregeld worden. Dat sleepte al jaren aan, en toen M ortier mij vroeg, heb ik toegezegd. Wat mij uiteindelijk over de streep hielp, is het vakmanschap, het goede verhaal. Daarom ben ik ook een veellezer van kranten en tijdschriften, en kan ik dingen appreciëren die mij inhoudelijk niet onmiddellijk interesseren. Humo is zo’n ‘plekje’ waar talent verzameld zit, waar vakmanschap geëtaleerd wordt. Bij een krant kan je dat ook hebben, maar daar ligt dat allemaal moeilijker, dat is een logge machine met honderd redacteurs. Een kleine groep als Humo is wendbaarder, gemakkelijker.” “Toch ben ik blij d at ik Jörgen Oosterwaal (ex-De Standaard Magazine - red.) naast me heb als co-hoofdredacteur. Het soort job dat Mortier heeft, kan niet meer door één mens gedaan worden. We willen vermijden dat we zoals Mortier steunend door de media moeten trekken. Nu is Mortier nog de man die de juiste mix bewaakt, maar het is de bedoeling dat we het in de loop van het voorjaar van hem overnemen.” CK: Gaan jullie Humo ingrijpend vernieuwen? “Nee, ik zie geen radicale ommeslag op korte termijn. Ik denk dat we de klassieke Humo-formule stevig moeten blijven neerzetten. Maar de context wijzigt natuurlijk. Televisie was voor een vorige generatie als spelverdeler veel centraler dan nu. Als de mensen BV-vermoeid zijn - en d at zijn ze -, dan moet je op die evolutie inspelen. Ik ben niet de enige die vragende partij is voor een geleidelijke overgang - naar meer cult uur bijvoorbeeld.” “Anderzijds blijft televisie een belangrijk doorgeefluik, ook van cultuur. Die invalshoek kan veel dragen. Maar - los van die accenten - heb ik me, zoals ik al z ei, altijd spontaan kunnen scharen achter de grondhouding van Humo. Dat kritische, dat onafhankelijke, en wat Herman De Coninck definieerde als ‘het onvermogen om saai te zijn’. “Voor mij is dat de noemer die mijn vorige werk en het huidige doet samenvallen, de highbrow Standaard der Letteren en dat boekje dat velen te populair noemen, Humo: het pengedrevene. Dat zit niet alleen in de columns van Kees van Kooten, Tom Lanoye, Herman Brusselmans, Arnon Grunberg, maar ook in de gewone artikels. Dat onderscheidt ons van de concurrentie.” Humo-isering
“Een aantal jaren geleden sprak men denigrerend over de ‘Humo-isering’ van de media. Ja, er is inderdaad een uitzaaiing van talent van Humo naar andere weekbladen en kranten. Ik vind dat niet negatief, dat is prachtig voor de media. Maar voor Humo legt dat de lat altijd hoger.” CK: Over concurrentie en uitzaaiing gesproken: Guy Mortier was niet echt tevreden over de komst van Bonanza. “Ik kan begrijpen dat hij dat zo aanvoelt. Een deel van je redactie gaat letterlijk lopen, en als je het uiteindelijke product dan te zien krijg t, merk je ook meteen vanwaar het komt. Er is op zijn zachtst gezegd geen overdreven onderscheidingsdrift bij Bonanza, geen Woestijnvis-touch. Zij willen blijkbaar gewoon een tweede Humo maken. Je gaat Wouter Vandenhaute bijna geloven als hij zegt dat het hem om het geld te doen is.” CK: Je zou toch denken dat er in Vlaanderen geen plaats is voor een t weede Humo? “Nee, toch niet op dezelfde schaal als Humo. Het medialandschap is in de jaren ‘90 geweldig versplinterd, en Humo is het enige blad dat die versplintering enigszins overleefd heeft. Ik denk dat twee dergelijke bladen alleen op een kleinere schaal kunnen leven. Maar de toekomst daarover is onmogelijk te voorspellen. In de mate dat de journalistiek erbij kan winnen, wil ik het geen noodlottige evolutie noemen. Ik ben de laatste om de voordelen van concurrentie te onderschatten.” “Het komt erop neer dat het nog harder werken wordt de eerste maanden. Maar goed, we zijn twee nieuwe bezems.”
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
9
ONDERWIJSVERNIEUWING AAN DE K.U.LEUVEN
Japans studeren: zich onthouden indien niet ernstig
Leren lezen, leren leren Anne-Mie Jaspers
Een onverwacht telefoontje van een Franstalige en ik ben voor de rest van de dag de kluts kwijt. Maar van een Japanssprekende aan de andere kant van de lijn zou ik helemaal over mijn toeren raken. En terwijl je Frans opfrissen nog haalbaar is, lijkt Japans leren een zowat onmogelijke klus. Niet zo volgens professor Willy Vande Walle, verbonden aan het Departement Oosterse en Slavische Studies, Afdeling Japanologie, en assistent Hans Coppens. Vande Walle en Coppens tekenden voor het project ‘Ontwikkeling en implementatie van een web based interface voor individuele oefeningen op de uitspraak van kanji en het gebruik van joshi, jodoushi en collocaties in het Japans’. Laat mij dat laatste mondjevol even voor u vertalen. Kanji, dat zijn de Japanse karakters en karaktercombinaties, joshi de partikels, dat wil zeggen voorzetsels en voegwoorden, en jodoushi zijn suffixen. Eerste hindernis bij het ontwikkelen van de interface: de kanji opzoeken bleek een enorm tijdrovend werk. Daarom werden al in een eerste OOI-project systemen ontwikkeld die automatisch kanji- en woordenlijsten genereren. Drie vaardigheden
Er werden enkele duizenden kanji geïntroduceerd. “Onbegonnen werk om die allemaal te leren”, hoor je de meeste studenten al denken. Maar dat hoeft ook niet. Er wordt naar gestreefd dat zij aan het einde van de licenties de 1.945 Jıyı-kanji kennen; daar beginnen ze aan met zo’n 800 stuks in de kandidaturen. Een hele opluchting, zei je? Ho maar! Elke kanji heeft meerdere
NIEUWS
Multimediaal Talencentrum in Kortrijk
Grensverleggend unicum in Belgisch universitair landschap Tamara Deca
Sinds dit academiejaar is aan de KULAK het eerste Belgische multimediale talencentrum operationeel. Het werd op 31 januari, met gepaste fierheid, voorgesteld. Daarmee zette de speciaal voor deze materie opgerichte werkgroep de kroon op anderhalf jaar voorbereidend werk. Tot voor kort beschikten KULAK-studenten in hun talenpracticum over niet veel meer dan een hoofdtelefoon, een micro en een traditionele bandopnemer. Leuk, dat wel, maar zo’n analoog systeem had toch zo zijn beperkingen. Het gebruik ervan deed heel wat technische problemen rijzen en bovendien waren sinds de installatie van het oude talenpracticum de didactische inzichten en mogelijkheden inzake taalonderwijs enorm geëvolueerd. Het Talencentrum moest dus worden vernieuwd en daarom zette een werkgroep zich aan het broeden. Het resultaat van hun labeur mag gezien worden: het vernieuwde Talencentrum is een uiterst geavanceerde digitale en multimediale computerklas geworden. Bovendien gaat het niet om een losstaand initiatief, maar maakt het deel uit van een ruimer ‘onderwijsplan KULAK’, waarin onder meer de profilering van de KULAK als e-campus centraal staat. De nieuwe infrastructuur
Het nieuwe talencentrum heeft een zeer specifieke opbouw: vijf conferentie-
10 C A M P U S K R A N T 8 . 2 . 2 0 0 1
uitspraken en betekenissen die in de regel slechts vanuit de context bepaald kunnen worden. Inoefening van de verschillende uitspraken is dus, op zijn zachtst gezegd, geen luxe. Ander knelpunt bij het leren van Japans is het juiste gebruik van joshi en jodoushi. Japans is een agglutinerende taal, een taal waarin telkens toevoegsels verbonden worden met het stamwoord. Het gebruik van joshi varieert echter volgens de categorieën van werkwoorden en adjectieven, zodat een beginnend student hier veelvuldig fouten maakt. Een derde aandachtspunt bij dit OOI-project is het gebruik van idiomatische verbindingen van twee of meer woorden. Je kan de be tekenis van een uitdrukking niet eenvoudigweg achterhalen door de betekenissen van de verschillende woorden waaruit de uitdrukking bestaat na elkaar te plaatsen - het is niet omdat je weet wat elk woord in ‘de pot verwijt de ketel dat hij zwart ziet’ betekent, dat je ook de betekenis van de hele uitdrukking kent. Momenteel wordt een uniek Japans-Nederlands gegevensbestand ontwikkeld van collocaties en idiomatische uitdrukkingen met voorbeeldzinnen. In deze fase van het project kunnen studenten Japans individuele oefeningen maken op de drie genoemde basisvaardigheden. Die oefeningen vinden ze na een individuele login, op de website van Japanologie. Ze worden daarna automatisch verwerkt en door een docent van commentaar voorzien. En voor wie door de bomen het bos wil blijven zien - of door de kanji en joshi de taal in haar geheel - volgt er in een volgende fase waarschijnlijk nog een samenwerkingsproject met de Universiteit Leiden rond een gezamenlijke infostructuur, waarbij mogelijke onderwerpen voor studie en onderzoek worden aangeboden. Een student Japanologie staat dus - gelukkig maar - nooit alleen. Website: http://japanology.arts.kuleuven.ac.be
tafels met elk zes pc’s zijn zo opgesteld dat iedere student steeds oogcontact heeft met de docent. Daarnaast is er de docentenconsole, die uit twee computers bestaat. Met de ene pc heeft de docent een overzicht over zijn studenten, zodat hij hen, individueel of in groep, kan beluisteren, corrigeren en toespreken. Met de andere computer kan hij het materiaal dat hij aan zijn studenten wil doorsturen vooraf bekijken en beluisteren. Er wordt gewerkt binnen de Blackboard-omgeving. Deze software biedt een soort virtuele klas aan, waarin docenten cursussen aan de studenten kunnen presenteren en docenten en studenten vlot met elkaar kunnen communiceren via elektronische valven, e-mail, enzovoort. De analoge geluidsbron - de cassetterecorder dus - werd vervangen door een virtueel broertje, de VACS-22. Daardoor beschikken de studenten nu over een aantal nieuwe ‘tools’ en kunnen ze bijvoorbeeld de docent oproepen of de geluidsband in stukjes beluisteren. De oude geluidsbanden werden gedigitaliseerd, maar met de nieuwe infrastructuur kan ook ander digitaal materiaal, zoals cd en DVD, gebruikt worden, met een betere geluidskwaliteit als gevolg. En er is meer. Zowel KULAK als K.U.Leuven hebben op het gebied van computerondersteund taalonderwijs aanzienlijke onderzoeksinspanningen geleverd. De nieuwe hoogtechnologische omgeving maakt het mogelijk die taaldidactische softwarepaketten maximaal te valoriseren. Naast geluids- en tekstbestanden ook videomateriaal doorsturen? Geen probleem in het nieuwe centrum. De mobiele camera’s waarover het beschikt kunnen dus optimaal (Staand) professor Piet Desmet, rector Marcel worden ingezet. Tot de nieuwe uitrusting Joniau, Piet Bonte, Eddy Demeersseman en (zit- behoren ook een documentenlezer en een tend) Stijn Verleyen en Griet Beheydt beeldprojector. Verder zijn alle pc’s met het internet verbonden en kunnen de studenten naar hartelust e-mailen, chatten en deelnemen aan discussieforums. Extra troeven
Het vroegere talencentrum werd vooral voor uitspraak- en spreekvaardigheidstraining gebruikt, maar met het nieuwe multimediale centrum behoren ook oefeningen op lexicon, syntaxis en morfologie tot de mogelijkheden. Bovendien kunnen de docenten hun studenten veel beter begeleiden en sneller hun problemen opsporen. Voorts is het Talencentrum de ideale omgeving voor lessen in ‘Landeskunde’. Via het internet kunnen de studenten vervolg op pagina 21
C ULTUUR
Breek je week met UUR KULtUUR Tirasila brengt kameropera van Elvis Peeters
Het gezelschap Tirasila staat garant voor theatervoorstellingen waarin het er bijzonder fysiek aan toe gaat, met live-muziek als constante factor. In het verleden speelde Tirasila onder meer in de verlaten Limburgse mijnen en enkele jaren geleden was het al eens te g ast op UUR KULtUUR, met Ubu koning van Alfred Jarry. Op 1 4 februari waagt Tirasila zich met de voorstelling Het laatste verlangen aan een kameropera op libretto van Elvis Peeters. Regisseur Vital Schraenen: “Je moet je daar zeker niets klassieks bij voorstellen, met gamba’s en klavecimbels en zo. Er staan in feite slechts drie personen op de bühne, Chris Carlier, Philippe Thuriot en Koen Van Roy, die zowel het spel als de muziek voor hun rekening nemen. Maar het is wel echt opera in de zin d at de hele tekst gezongen wordt. Carlier en Van Roy zijn muzikanten bij De Legende, de band van Elvis Peeters, en die heeft de opera speciaal voor hen geschreven.” Peeters maakte er drie eenakters van, drie fabels over lemmingen, bidsprinkhanen en koraalvissen. “Het gaat om drie groepen dieren met een merkwaardige, onherroepelijke lotsbestemming. De lemmingen zijn bekend om hun massale zelfmoord, en bij bidsprinkhanen wordt het mannetje na copulatie opgegeten door het vrouwtje. Bij bepaalde koraalvissen eten de zwangere vrouwtjes zoveel dat ze zichzelf in feite vastvreten in hun koraalholte. De dierenverhalen wer-
pen een licht op menselijke vraagstukken rond eros en thanatos, twijfel en zekerheid, liefde en eigenliefde.” Moeten we een bonte verkleedpartij verwachten? “Nee, niet echt. Het verhaal wordt vooral verduidelijkt door het functioneel gebruik van kleur en licht. En door de muziek natuurlijk. In het deel over koraalvissen bijvoorbeeld worden de spelers begeleid door accordeon - je kan het een soort zeemanslied noemen. Het laatste verlangen is een totaalvorm van muziektheater.” Woensdag 14 februari, 13u, CC Wagehuys, Brusselsestraat 63. Elk UUR KULtUUR is gratis.
Met grote successen op Dranouter 1999, Winterfolk 2000 en Brugges Festival 2000 heeft Troissoeur zijn sterke livereputatie weten te bevestigen en werd het ook tijd voor een eerste studio-cd. Trah Njim (Mijn Hart) bevat 15 stukken met een mix van folk, improvisatie, klassiek en jazz met knipoogjes naar klanken uit een ver verleden. Een taal- en klankwereld die niemand onberoerd laat! Woensdag 21 februari, 13u, KADOC-kapel, Vlamingenstraat 39. Elk UUR KULtUUR is gratis.
Folk en jazz met Troissoeur
Troissoeur is een fascinerende hedendaagse muziekgroep. Hun muziek is een bevreemdende ervaring: warm, emotievol, verrassend, imaginair. De vier heren hebben een
stevige muzikale achtergrond, een onuitputtelijke fantasie en een goed gevoel voor humor. Zowel instrumentaal als vocaal gaat de groep een heel eigenzinnige weg. Er wordt meestal in een eigen taal gezongen. De betekenis wordt losgekoppeld van de woorden en zo komt de emotie achter die eigen taal op zijn scherpst tot uitdrukking.
Avant-gardistische muziek in ‘De Nieuwe Reeks’ Het derde concert binnen de concertcyclus De Nieuwe Reeks, een initiatief van de studenten Musicologie rond Nieuwe Muziek in samenwerking met Het Collectief, schetst de stroomversnellingen binnen de muziek in de twintigste eeuw. Omstreeks 1910 kende de muziekgeschiedenis van de twintigste eeuw met de ontwikkeling van de atonaliteit door Arnold Schönberg haar eerst hoogtepunt. Hij en zijn leerlingen Alban Berg en Anton Webern componeerden in deze periode een aantal absolute meesterwerken. Een veertigtal jaar later tekende zich bij de jonge avantgardisten van dat moment een gelijkaardige evolutie af. In plaats van de hoogtepunten hiervan te programmeren, kozen de organisatoren voor enkele vroege en minder bekende werken die, eerder dan representatief te zijn voor het serialisme, vooral documenteren hoeveel Boulez, Messiaen en Kagel de componisten van de eerste generatie van de Nieuwe Muziek verschuldigd zijn. Donderdag 22 februari, 20.30u, Hogenheuvelcollege, Naamsestraat 69. Info: t(016)20 08 15
Gob Squad te gast in STUC Is Say It Like You Mean It van Gob Squad een voorstelling, een installatie, een performance, een feestje of gewoon een avond om nooit te vergeten? Het verhaal: op een afgelegen plek in het bos worden een zestigtal gasten uitgenodigd om hét perfecte moment te beleven. Heildronken verheerlijken dit samenzijn, collectieve waanzin breekt op gepaste tijden uit, boodschappen verschijnen uit het niets, geheimzinnige briefjes worden doorgegeven, schaduwen verdwijnen in het bos, er wordt gespioneerd en een storm waait over. Gecamoufleerd door deze ‘volwassen speeltuin’ creëert Gob Squad een bizarre nostalgie voor het hier en nu. Gob Squad is een jong, zeskoppig, Brits/Duits collectief met een uitgesproken gevoel voor de alledaagse vreemdheid van het leven, met een voorliefde voor populaire cult uur en met een diep geloof in het spektakel dat theater moet zijn. Dinsdag 20 februari tot vrijdag 23 februari, 20.30u, Brandweerkazerne, Vaart 12-14. Met STUCkaart 300 f r. / zonder STUCkaart 400 f r. / -26-jarigen en groepen 320 fr. Voor het volledige STUC-programma en reservaties: t(016)20 81 33,
[email protected] of www.stuc.kuleuven.ac.be
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Cyriel Van Assche, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, geboren te Bornem op 17 augustus 1931 en overleden te Leuven op 3 januari 2001. Greet Neyens, studente 1ste kandidatuur Moderne Geschiedenis, geboren te Bree op 10 december 1982 en overleden te Leuven op 19 januari 2001. Nico Dewit, student 2de licentie Rechten, geboren te Leuven op 31 mei 1977 en overleden te Moorsel (Tervuren) op 27 januari 2001.
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
15
JUBILEUMVIERING
Tentoonstelling Orientalia (3)
Leuvense oriëntalistiek tot 1936 Ludo Meyvis De Leuvense oriëntalistiek herleefde snel na het troebe le eerste kwart van de 19de eeuw. Toen in 1834 de Katholieke Universiteit (her)opgericht werd, stond Hebreeuws meteen op het programma van Theologie, spoedig gevolgd door andere oosterse talen. Professor Jan Roegiers, medecoördinator van de Orientalia-tentoonstelling, schetst bondig de ontwikkeling van de oosterse studies tot circa 1936 . Verder naar het Oosten
“De eerste grote naam uit de herboren oriëntalistiek was zeker de Nederlander Beelen, die aan de Faculteit Godgeleerdheid Hebreeuws en Aramees doceerde. Hij had ook oog voor de Joodse geleerdheid, en timmerde aan de weg door een reeks handboeken.” “Beelen had een collega, Wilhelm Ahrendt, een Duitser en raadsman van Leopold I. Ahrendt was de eerste titularis van de leerstoel Semitische Talen hoofdzakelijk Arabisch en Syrisch, maar Beelen nam zijn t aak heel snel over. Beelen nam ook het initiatief tot de uitgave van een reeks t eksten van oosterse kerkvaders, waardoor hij meteen de aanzet gaf tot de intensieve studie van het Syrisch, het begin van een lan ge traditie in Leuven.” “Vanaf 1841 bleef de belangstelling voor oosterse talen niet langer beperkt tot de theologie. Ook aan de Faculteit Letteren begon men de wereld van het Oosten te ontdekken. Een spilfiguur hier was Felix Nève, die de poort naar het Verre Oosten opende via zijn aandacht voor het Sanskriet, de klassieke taal van India. Nève, die het eerste jaar van de heropgerichte universiteit meemaakte als student, trok naar het buitenland om zijn studie te voltooien. Hij was een leerling van de grote Parijse sanskritist Emile Burnouf, maar studeerde ook in Bonn en München. Leuven kon vanaf dan voor geruime tijd meedraaien in het internationale enthousiasme voor het klassieke India.” “Daar speelde ook de ‘ontdekking’ van de Boeddha in mee. Al omstreeks 1820 waren Europese intellectuelen gefascineerd door het boeddhisme en zijn stichter, maar die passie verblindde vaak de blik voor echte kennis. Men verwarde bijvoorbeeld het boeddhisme met het zarathustrisme - hoewel beide totaal niéts met elkaar te maken hebben. Men projecteerde ook allerlei Europese filosofische beginselen op het boeddhisme, wat al evenmin bevorderlijk was voor een goed inzicht. Hoe dan ook, de aandacht nam toe, en ook Felix Nève was gedreven met het boeddhisme bezig, zij het gelukkig met iets meer wetenschappelijke ernst.” “Nève was ook de eerste Lovaniensis die het Armeens bestudeerde. Hij publiceerde onder meer over christelijke literatuur in het Armeens.” De Harlez
“De onbetwist beste leerling van Nève was Charles de Harlez de Deulin, een priester uit het bisdom Namen. Aanvankelijk was het de bedoeling dat hij de normaalschool zou leiden die in de 19de eeuw aan de L euvense universiteit verbonden was, maar ziekte maakte dat onmogelijk. Hij werd vrijgesteld van zijn t aak, en kon zich vanaf dan hartstochtelijk wijden aan de studie van de oosterse talen. Tot ongeveer 1880 hield hij zich bezig met de Avesta, het heilig boek van de Zarathustriërs. Vanaf die periode stortte hij zich op het Chinees en legde hij de basis van de Leuvense sinologie. De Harlez was een bijzonder productief geleerde. Hij schreef meer dan 50 boeken, over zeer uiteenlopende onderwerpen, detailstudies even goed als overzichtswerken. Hij Charles de Harlez was goed thuis in de boeddhistische traditie, en was de eerste West-Europeaan die min of meer kon aantonen waar de Yijing voor stond, het oude Chinese orakelboek. Van blijvend belang was zijn gees-
teskind, het tijdschrift Le Muséon - Revue d’Etudes orientales. Dat tijdschrift bestaat vandaag nóg, zij het dat de UCL de uitgave verzorgt. In wetenschappelijke middens geldt het als een zéér belangrijke publicatie.” “De Harlez was ook de eerste in de humane wetenschappen die origineel wetenschappelijk onderzoek beschouwde als een basistaak van de universiteit. Dat is niet onbelangrijk: het grootste deel van de universitaire werking bestond tot het einde van de 19de ee uw immers uit het vormen voor vrije beroepen. De bescheiden tak der oriëntalistiek kan dus beschouwd worden als de basis van het wetenschappelijk werk in de humane wetenschappen!” “Charles de Harlez trok uiteraard ook goede leerlingen aan. Zo waren er bijvoorbeeld Albert Carnoy, die meer de richting van de vergelijkende linguïstiek uitging, Louis Th. Lefort, een befaamd koptisant, en de vedist Philém on Colinet.” “Dat de oriëntalistiek groot aanzien genoot, kan je ook afleiden uit het feit dat maar liefst drié rectoren van de universiteit uit die hoek kwamen. Rector Abbeloos was een specialist Syrisch, rector Hebbelynck was een specialist Koptisch en Ethiopisch, en dan w as er natuurlijk ook nog rector Ladeuze, een koptisant voor hij tot het hoogste ambt geroepen werd.” “Een belangrijke ontwikkeling tijdens het eerste kwart van de 20ste eeuw was de geleidelijke groei van een reeks afzonderlijke disciplines en specialisten naar elkaar toe. Dat zou uiteindelijk leiden tot de oprichting van het Instituut in 1936, de aanzet tot de moderne Leuvense oriëntalistiek.” Werken van de vermelde Leuvense hoogleraren zijn te bekijken op de Orientalia-tentoonstelling, die u van 1 feb ruari tot 31 maart kunt bezoeken in de Nassaukapel van de Koninklijkte Bibliotheek van België, Kunstberg, 1000 Brussel, van maandag tot zaterdag, telkens van 12 tot 16.30u. De toegang is gratis, en een uitvoerige catalogus is beschikbaar. Meer info vindt u op http://www.orientalia.org. Deel 4 van deze reeks leest u in Campuskrant nr.4.
De Jubileumviering 575 jaar K.U.Leuven wordt georganiseerd in samenwerking met:
16 C A M P U S K R A N T 8 . 2 . 2 0 0 1
JUBILEUMVI ER I NG de nieuwe Aula Magna plechtig wordt geopend, zal de K.U.L euven dan weer de speciale gast van de UCL zijn. En in maart wordt voor het eerst in 25 jaar een gezamenlijke postzegel uitgegeven met daarop een foto van het Sedes Sapientiae-beeld uit de Sint-Pieterskerk te Leuven.”
K.U.Leuven en UCL vieren 575ste verjaardag
Samen-werken en samen feesten Nadia Koeck Na de woelige periode rond ‘68 gingen de K.U.Leuven en de Université catholique de Louvain (UCL) elk hun eigen weg. Nu ze volop bezig zijn hun sti chting in 1425 te herdenken, halen de twee universiteiten met gezamenlijke projecten de banden weer nauwer aan. Een voorbeeld daarvan zijn de tentoonstellingen die ze samen organiseren in het tweede luik van de jubileumviering ‘575 jaar K.U.Leuven’. Dat tweede deel staat trouwens helemaal in het teken van de samenwerking met de UCL .
UCL en maatschappij
Een half jaar na de K.U.Leuven is ook bij de UCL, aan het begin van dit academiejaar, de jubileumviering van start gegaan. De universiteit heeft in dat kader ook op haar eentje initiatieven ontwikkeld. Bauraind: “Het UCL-motto voor het jubileum is ‘Universiteit en Maatschappij’. Elke faculteit heeft dit motto over de integratie van de universiteit in de maatschappij op haar eigen manier vertaald naar concrete activiteiten. Naar aanleiding van de viering heeft de UCL ook een boek uitgegeven: Une aventure universitaire. Aan deze gedurfde en originele publicatie hebben meer dan honderd auteurs, onderzoekers, hoogleraren, fotografen, illustratoren, enzovoort meegewerkt. Het is een werk over de universiteit en haar toekomstverwachtingen, gevuld met korte verhalen die speciaal voor het boek zijn geschreven en kleine kunstwerkjes, zoals foto’s en tekeningen.” Overigens werken niet enkel de universiteiten samen: burgemeester Louis Tobback probeert om nog tijdens het jubileumjaar een officiële verzustering te organiseren tussen Ottignies - Louvain-la-Neuve en Leuven. Wordt vervolgd. Info jubileum: http://www.kuleuven.ac.be/575 en http://www.ucl.ac.be/575 Voorverkoop postzegel van de jubileumviering: 17 en 18 maart, Centrale Bibliotheek, Ladeuzeplein, Leuven en in de Hall es Universitaires te Louvain-la-Neuve. Info: Isabel Penne, K.U.Leuven (t(016)32 41 4 4,
[email protected] en Anne B auraind, UCL, t(010)47 86 54,
[email protected]. Vanaf 19 maart is de postzegel verkrijgbaar in de postkantoren.
Zo’n jubileum vieren is natuurlijk niet niks. Daarom hebben de UCL en de K.U.Leuven een werkgroep opgericht onder leiding van hun algemeen beheerders, de professoren Vic Goedseels en Anne-Marie Kumps. Daarin zitten onder meer Isabel Penne en Anne Bauraind, die de jubileumviering coördineren voor respectievelijk Anne Bauraind en Isabel Penne onze universiteit en de UCL. Campuskrant ging hen interviewen in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel, waar ze druk in de weer waren voor de zopas geopende tentoonstelling Orientalia, die het begin inluidt van de gezamenlijke projecten. Penne en Bauraind: “Het is de eerste keer dat onze twee universiteiten naar buiten toe samenwerken, hoewel er op wetenschappelijk vlak eigenlijk al sinds jaar en dag goede informele contacten zijn. Nu is er ook sprake van een formele samenwerking op institutioneel en cultureel vlak, en we hopen dat die ook na de jubileumviering zal blijven voortduren.” Naast Orientalia (zie artikel op pagina 16 - red.) is er later op het jaar de wandeltentoonstelling Aller-Retour/Kennis Maken. Die neemt je van 15 juni tot en met 23 september mee op een afwisselende tocht door Leuven en Louvain-la-Neuve en toont een beeld van zes eeuwen universitaire bedrijvigh eid. Penne: “De tentoonstelling gaat ook over de dialoog tussen stad en universiteit: in Leuven werd de universiteit in een bestaande stad geïntegreerd. In Louvain-la-Neuve is het net omgekeerd, want daar heeft de UCL een stad gecreëerd. Foto’s - studentenportretten - zullen een rode draad vormen langs het tentoonstellingscircuit.” Postzegel
De universiteiten slaan niet alleen voor tentoonstellingen de handen in elkaar. Penne: “Wij werken samen op alle vlakken van de coördinatie van de viering, zoals de communicatie, het zoeken naar sponsors en het gemeenschappelijke drukwerk. Wat de activiteitenagenda betreft, gaan we in de eerste plaats door met de wetenschappelijke contacten tussen de K.U.L euven en de UCL, de gezamenlijke congressen en colloquia. Voorts stond het patroonsfeest van de K.U.Leuven op 2 februari eveneens in het teken van de samenwerking. Zo was er bijvoorbeeld een tweetalige mis. Op de p lechtigheden waren meer dan 400 vertegenwoordigers van de UCL aanw ezig.” Bauraind: “Op het patroonsfeest van de UCL op 2 mei, waarbij onder meer
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
17
ALUMNI
Jubileumconcerten voor jong en oud
Leuvens Alumni Orkest speelt ‘Peter en de Wolf’
“We voeren het programma twee keer uit. Ons ee rste concert op zaterdag 3 maart is de opener van de reeks Jubileumconcerten naar aanleiding van 575 jaar K.U.L euven. Dat wij als eerste optreden binnen deze reeks is voor ons een extra uitdaging. Na ons concert geven we de fakkel door aan Pati-Pati, het Leuvens Universitair Koor, de Capella Academica, het Universitair Symfonisch Orkest, het Universitair Harmonie Orkest en de Interfak Bigband. “Op zondag 25 maart focussen we echt op de jongeren. Dan hebben we een concert georganiseerd in samenwerking met de scouts VVKSM-Oost-Brabant en de Jeugdraad van Rotselaar. Er zijn een aantal grote verschilpunten tussen de twee uitvoeringen. Zo wordt het verhaal op 3 maart verteld door Michaël Pas, en op 25 maart door Warre Borgmans. Het tweede concert is eigenlijk een verkorte versie van het eerste. De jongeren krijgen, naast de volledige uitvoering van Peter en de Wolf, slechts enkele fragmenten uit de andere twee werken te horen.”
Koen Bouve De K.U.Leuven telt meerdere universitaire ensembles. Eén daarvan is het L euvens Alumni Orkest (LAO), een symfonisch orkest, opgericht in 1996. E en aantal muzikale hoogleraren en oud-studenten van de K.U.L euven komen wekelijks samen en onderhouden op die manier hun band met de universiteit. Naar aanleiding van het Peter en de Wolf-project hadden wij een gesprek met Jan De Vilder, voorzitter en medeoprichter van het LAO. “Omdat er te veel oud-studenten die lid wilden worden van het Universitair Symfonisch Orkest (USO) in de kou bleven staan, besloten we een t weede orkest op te richten, specifiek voor de alumni van de K.U.Leuven. In 1996 zijn we begonnen, letterlijk en figuurlijk vanaf nul. We hadden wel ervaring, omdat we allemaal lid geweest waren van het USO, maar financieel stonden we nergens. Natuurlijk was het in het begin hard knokken maar gelukkig konden we steeds een beroep doen op Alumni Lovanienses v.z.w. Zij zijn nu nog steeds een enorme steun en hulp. Als we kijken naar de weg die we in vijf jaar hebben afgelegd, dan zijn we sti laan een plaats aan het veroveren tussen de andere ensembles van de universiteit.” Jeugddroom
“Elk jaar werkt het LAO rond een bepaald project, steeds met een andere dirigent. In het jubileumjaar wilden wij iets speciaals doen. Voor vele muzikanten is Peter en de Wolf spelen een jeugddroom. En toen wij P iet Swerts aanzochten als dirigent, reageerde hij meteen enthousiast.” “Met Peter en de Wolf willen wij klassieke muziek brengen voor jong en oud. Beeldprojecties wekken het verhaal tot leven. Daarnaast brengen we nog twee andere werken waarmee we in de sprookjesstijl blijven. De Notenkrakersuite van Tsjaikovski is nog zo’n verhaal dat vele kinderen kennen. En omdat alle sprookjes een verrassing zijn, voegen we ook de Verrassingssymfonie van Haydn aan het programma toe.”
18 C A M P U S K R A N T 8 . 2 . 2 0 0 1
Hoe zie je de toekomst van het LAO? “We staan al veel verder dan vijf jaar geleden. In 1996 speelden we nog in de Romaanse Poort, nu vullen we twee keer de Pieter De Somer-aula. Er komen nog altijd leden bij, hopelijk is dat ook volgend jaar weer zo. Iedereen die ooit aan onze universiteit studeerde en in orkestverband wil musiceren, is welkom. Intussen zijn er ook al enkele projectaanvragen binnengekomen. Het is toch wel leuk dat er verenigingen zijn die ons komen vragen. Zo speelden we vorig jaar voor de Gentse Oratoriumvereniging Lyrica een operaen operetteprogramma met onder meer Koen Crucke en Hilda de Groote. “Wat 2001-2002 precies zal brengen, kunnen we nu nog niet zeggen. Momenteel concentreren we ons voor honderd procent op ons maartproject. Pas daarna beginnen we volop met de voorbereidingen van het volgende werkjaar.” Info: http://www.kuleuven.ac.be/lao of
[email protected] Concert zaterdag 3 maart: Pieter De Somer-aula, om 20.15u. Kaarten: Cultuurcommissie K.U.Leuven, Oude Markt 13, t(016)32 41 40 of via de website. Concert zondag 25 maart: Pieter De Somer-aula om 15u. K aarten: Alumni Lovanienses v.z.w., Naamsestraat 63, t(016)32 40 01 of via de website.
A D VA L VA S
Faculteit Sociale Wetenschappen
http://www.kuleuven.ac.be/
Vacatures AAP en BAP Vacante mandaten van a ssisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2000-2001, 16de lijs t.
De rector van de K.U.L euven maakt bekend dat de onderstaande mandaten vacant worden gesteld. Als u wil solliciteren voor één van deze functies, dient u hiervoor C3-formulieren te gebruiken. Deze kan u aanvragen op de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 L euven, t(016)32 40 88 of op het administratief secretariaat van de faculteit. Deze formulieren, één exemplaar per kenmerk, moeten voor 22 februari 2001 teruggestuurd worden naar de rector, per adres: Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3, 3000 Leuven. Als u zich voor meer dan één mandaat kandidaat stelt, dient u een lijst bij te voegen waarin u de vacatures waarvoor u solliciteert in volgorde van voorkeur klasseert. Deze lijst wordt enkel aan de decaan van de faculteit bezorgd. Om in aanmerking te komen, dienen de kandidaten zich tijdens hun universitaire studies bij voorkeur onderscheiden te hebben. Als u solliciteert voor de functie van doctor-assistent, dient u een gedetailleerd cur riculum met geactualiseerde publicatielijst en een omstandige omschrijving van het voo rgestelde onderzoeksproject bij te voegen.
Kenmerk: 00200116 - 50017776 Functie: 100% doctor-assistent, Monitoraat, vanaf 1 april 2001 voor 2 jaar Diploma: doctoraat in de humane wetenschappen Opdracht: 1) studiebegeleiding: vakinhoudelijke en studiemethodische begeleiding van studenten 1ste cyclus; leertrajectbegeleiding van studenten (informatie bij het keuzeproces, introductie bij het begin van het academiejaar, proefexamens, feedback over examenresultaten, heroriënta tie, ombudsfunctie ...); psycho-sociale begeleiding: eerste opvang; 2) onderwijsvernieuwing: voorstellen formuleren en initiatieven ontwikkelen en implementeren inzake onderwijsvernieuwing in de faculteit (o.m. vertalen van het ‘begeleide zelfstudie’-concept naar de faculteit: coördinatie van de initiatieven, activeren van docententeam, ...); onderzoek verrichten over studenten van de Faculteit Sociale Wetenschappen en over het verstrekken van onderwijs in de sociale wetenschappen. Kenmerk: 00200116 - 50017893 Project: DWTC-project SO/01/004 Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Departement Sociologie, vanaf 1 maart 2001 voor 2 jaar Diploma: licentiaat sociologie Opdracht: wetenschappelijk onderzoek i.v.m. het project ‘Jongeren in de actieve welvaartsstaat. Een sociologisch onderzoek naar de ervaringen van jonge bestaansminimumtrekkers met het sociaal integratiecontract’.
Faculteit Geneeskunde Kenmerk: 00200116 - 50015663 Project: LRD 323001 Functie: 60% bursaal, Afdeling Parodontologie, vanaf heden voor 4 jaar Diploma: licentiaat biologie, (tand)arts, bio-ingenieur Opdracht: psychofysisch onderzoek naar de tactiele gewaarwording via implantaatgedragen protheses t.o.v. normale tegumenten; neuro-fysiologisch onderzoek van het trigeminaal systeem. Kenmerk: 00200116 - 50017590 Project: PRODEX-ESA Functie: 100% bursaal, Afdeling Experimentele Geneeskunde-Endocrinologie, vanaf heden tot 31 december 2002
Vacatures ZAP - Tweede lijst 1. De rector van de Katholieke Universiteit Leuven meldt de vacantstelling van een aantal ambten in het zelfstandig academisch personeel, die een geheel van onderwijs- en onderzoekstaken omvatten in de volgende vakgebieden: Faculteit Godgeleerdheid
Vergelijkende godsdienstwetenschap Faculteit Rechtsgeleerdheid
Politie, justitie en media; Penologie, victimologie en herstelrecht Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen
Beleidsinformatica en gegevensmanagement; Beleidsinformatica en systeemmanagement; Bedrijfseconomie en strategie; Marketing; Statistiek en econometrie; Operations research; Financiewezen; Ontwikkelingseconomie; Econometrie Faculteit Sociale Wetenschappen
Dataverzameling en analyse Instituut voor Levende Talen
Taalbeheersing Nederlands Faculteit Letteren
Geschiedenis van de oudheid; Vakdidactiek geschiedenis t.b.v. de academische lerarenopleiding Faculteit Wetenschappen
Biomoleculaire modellering; Fysische en regionale geografie; Algebra en topologie Faculteit Toegepaste Wetenschappen
Vibro-akoestiek; Softwaretechnologie; Computer graphics; Reactortechniek en processturing; Veilige software Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen
Duurzame landbouw; Diergenomica; Milieumicrobiologie; Moleculaire plantenziektekunde Faculteit Geneeskunde
Gezondheidszorg; Gastro-enterologie; Verplegingswetenschap: geriatrische verpleegkunde; Menselijke erfelijkheid - Forensische genetica; Menselijke erfelijkheid - Genetica en celbiologie m.b.t. mucoviscidose Nadere informatie over de inhoud van deze ambten is beschikbaar op internet op het adres http://www.kuleuven.ac.be/vacaturesZAP.htm of wordt op aanvraag toegezonden. De kandidaten aan wie deze ambten worden toegewezen, worden, afhankelijk van hun kwalificaties, benoemd in één van de graden van het z elfstandig academisch personeel (docent, hoofddocent, hoogleraar of gewoon hoogleraar). De universiteit kan, na onderzoek van de ingediende kandidaturen, beslissen dat de in een v oltijds ambt vervatte taken worden gesplitst in deeltijdse amb ten die afzonderlijk worden toegewezen. vervolg op pagina 22
20 C A M P U S K R A N T 8 . 2 . 2 0 0 1
Diploma: bio-ingenieur, licentiaat biologie, apotheker, arts Opdracht: onderzoek van mechanische stimuli op botmetabolisme gebruikmakend van celculturen en transgene muismodellen; voorbereiden en analyse van ruimtevaartexperiment. Kenmerk: 00200116 - 50017765 Functie: 50% assistent, Afdeling Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, vanaf heden voor 2 jaar, hernieuwbaar Diploma: licentiaat medisch-sociale wetenschappen, richting verplegingswetenschap; graduaat in de verpleegkunde Opdracht: voorbereiden en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek over zelfzorgproblemen van patiënten als gevolg van pijn en pijnbehandeling; hulp bij begeleiden van seminaries kandidatuur en 1ste licentie Verplegingswetenschap; hulp bij praktische begeleiding thesisstudenten 2de licentie Verplegingswetenschap. Kenmerk: 00200116 - 50017891 Project: Forton Fonds Functie: 100% bursaal, Afdeling Fysiologie, vanaf heden tot 27 februari 2003 Diploma: licentiaat biomedische wetenschappen/biologie/natuurkunde, arts, bio-ingenieur, Master Degree buitenlandse kandidaten Opdracht: moleculair-biofysisch en moleculair-biologisch onderzoek van CFTR-ionenkanalen en hun regulatorfunctie; focus van dit werk is het onderzoek van regulatorkenmerken van CFTR via mogelijke proteïne-proteïne interacties met transporter- en cytoskeletproteïnen en de regeling van andere ionenkanalen; doel van het werk is het mogelijke ‘rescue’ mechanisme van defectieve CFTR-kanalen bij cystische fibrose uit te werken.
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen Kenmerk: 00200116 - 50017892 Project: IWT-Janssen Research Foundation Functie: 100% wetenschappelijk medewerker, Afdeling Farmacotechnolo gie en Biofarmacie, vanaf 1 mei 2001 voor 3 jaar Diploma: doctor scheikunde (polymeerchemie, fysische chemie) Opdracht: uitdenken, uitvoeren en interpretatie van de experimenten in het kader van het project; deze experimenten situeren zich in het domein van de fysische polymeerchemie en omvatten technieken zoals thermische analyse (DSC en MTDSC), infrarood spectroscopie en X-stralen diffractie; begeleiding laboratoriumassistent(e).
ALUMNI
Koepelnieuws Reizen met Alumni naar Turkije en Tanzania
Van 11 tot 25 mei trekt Alumni Lovanienses voor twee weken naar Turkije. Tijdens deze cultur ele reis worden uitstappen gemaakt naar o.a. Istanbul, Ankar a, Sagalassos, Ephese, Pergamom en Izmir, en wordt een cruise op de Bosporus gemaakt. De prijs voor deze reis bedraagt 69.000 fr. per persoon all-in (vijfsterrenhotels, dubbele kamers), uitgezonderd persoonlijke uitgaven en annulatie- en reisbijstandsverzekering. Eind november / begin december plant Alumni een reis naar Tanzania voor wie houdt van fauna en flora. Meer hierover in volgende nummers van Campuskrant. Info en inschrijvingen: Erik Gobin, Alumnisecretariaat, Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, t(016)32 40 02. Op aanvraag wordt een voorlopig reisprogramma opgestuurd. Bedrijfslidmaatschap Alumni Lovanienses
Bedrijven kunnen een bedrijfslidmaatschap van Alumni Lovanienses aangaan. Zo’n bedrijfslidmaatschap biedt volgende voordelen: - advertentiepakket t.w.v. 45.000 fr. in de publicaties van Loopbaanbegeleiding - lidmaatschapsvoordelen van alumnikoepel voor 3 personeelsleden van het bedrijf - op de internethomepage van Alumni L ovanienses en/of Plaatsingshulp kan een directe link naar het bedrijf opgenomen worden - prioritaire behandeling van plaatsingshulpvragen: zeer snelle behandeling van aanvragen adreslijsten voor vacatures (uitzonderlijk doorsturen per fax) - keuze van standplaats op de Jobinformatiedag - faciliteren van contacten met faculteiten en universitaire diensten Uw bedrijf kan van d eze voordelen genieten door storting van 100.000 f r. op rekeningnummer 000-0136526-47 van Alumni Lovanienses v.z.w., Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven. Voor meer info: t(016)32 40 02. Alumni Lovanienses dankt Bayer Antwerpen, bedrijfslid 2001.
Sedes Sapientiae als pin
De Sedes Sapientiae, symbool van de K.U.L euven, is als zilveren pin verkrijgbaar voor 250 fr. Te koop op het Alumnisecretariaat of door overschrijving van 250 f r. op rekeningnummer 000-0136526-47 van Alumni Lovanienses v.z.w., Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven.
Kringnieuws VRG-Alumnidag - Recht in Beweging
Op vrijdag 16 maart organiseert het VRG voor de achtste keer zijn jaarlijkse Alumnidag. De dag, met als thema ‘Recht in Beweging’, begint om 13u met twee reeksen van voordrachten over de recente ontwikkelingen in de verschillende rechtsdomeinen. Om 17u volgt een academische zitting, met aansluitend een receptie en vanaf 20.30u een wandelbuffet, georganiseerd door Jong-VRG. Voor het volledige programma en inschrijvingen: t(016)32 54 81,
[email protected]. Inschrijven kan voor de verschillende onderdelen apart.
vervolg van pagina 10 kranten, nieuwsuitzendingen en allerhande documenten raadplegen, en zo vormt het centrum een goed surrogaat voor het gebrek aan direct contact met de anderstalige cultuur. In het nieuwe Talencentrum kunnen de studenten ook terecht voor zelfstudie. Ze kunnen er oefeningen maken, taken oplossen, of via e-mail problemen voorleggen aan docenten of medestudenten. Voor de KULAK gaat het duidelijk om meer dan een louter technische aangelegenheid. De technologische vernieuwing sluit aan bij de innovatie van het didactische concept rond talen leren en de implementatie ervan.
Identificatiefiche Alumni Lovanienses alumninummer:..................................................................... naam:.................................................................................. (meisjesnaam voor gehuwde dames) voornaam:............................................................................ (officiële voornaam, geen roepnaam) geboortedatum:.................................................................... Adresgegevens Alumnus straat + nr:........................................................................... postcode:...........gemeente:................................................... landcode:...........land:.......................................................... tel:....................................................................................... fax:..................................................................................... e-mail:................................................................................. (geeft toelating om dit e-mailadres op te nemen in het e-mailadressenbestand op internet) Partner Alumnus naam:.................................................................................. voornaam:............................................................................ diploma K.U.Leuven:............................................................. Studiegegevens Alumnus beginjaar KULAK:................................................................ beginjaar K.U.Leuven:........................................................... promotiejaar:........................................................................ diploma 1:........................................................................... diploma 2:........................................................................... specialisatie 1:..................................................................... specialisatie 2:..................................................................... Huidige werkkring Alumnus firma 1:............................................................................... straat + nr:........................................................................... postcode:...............gemeente:............................................... landcode:...............land:...................................................... telefoon:............................................................................... fax:..................................................................................... e-mail:................................................................................. functie:................................................................................. firma 2:............................................................................... straat + nr:........................................................................... postcode:................gemeente:.............................................. landcode:................land:..................................................... telefoon:............................................................................... fax:..................................................................................... e-mail:................................................................................. functie:................................................................................. Bent u bereid om werkzoekende studenten en/of alumni te informeren over uw werkterrein ? Ja 0 Neen 0
Terug te bezorgen aan Alumni Lovanienses v.z.w., Atrechtcollege, Naamsestraat 63, 3000 Leuven, f(016)32 41 90. U vindt deze fiche ook op de internetpagina’s van Alumni Lovanienses, http://www.kuleuven.ac.be/alumni/
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
21
A D VA LVA S
vervolg van pagina 20 2. De rector meldt tevens de vacantstelling van een aantal onderwijstaken in de onderscheiden faculteiten van de universiteit. De lijst van d eze vacante taken is beschikbaar op bovengenoemd internetadres of wordt op aanvraag toegezonden. Voor elk van de vacante onderwijstaken is er een syllabus beschikbaar met nadere informatie over inhoud en opvatting ervan. De aanstelling tot titularis van één of meer van deze onderwijstaken gaat normalerwijze gepaard met een vaste benoeming of een tijdelijke aanstelling voor een deeltijds ambt in het zelfstandig academisch personeel. Een voltijdse benoeming of aanstelling in één van de graden van het zelfstandig academisch personeel is mogelijk wanneer de taken waartoe een kandidaat geschikt wordt geacht, in totaal een voltijdse opdracht vormen. 3. De kandidaten dienen houder te zijn van een diploma van doctor op proefschrift en te beschikken over de nodige kwalificaties voor een onderwijs- en/of onderzoekstaak in het betrokken domein. 4. De toewijzing van opdrachten en de d aaraan verbonden benoeming of aanstelling worden, behoudens uitzondering, van kracht op 1 oktober 2001. 5. Om zich kandidaat te stellen moet men de daartoe bestemde A3-formulieren gebruiken (twee getypte exemplaren per kenmerk) en deze per aangetekende brief, of voor overhandiging, voor 2 maart 2001 overmaken aan de Dienst Academisch Personeel, Krakenstraat 3 te 3000 Leuven, t(016)32 40 88. De v erplichte sollicitatieformulieren kunnen afgeladen worden vanuit de rubriek kandidaatstelling op het internetadres http://www.kuleuven.ac.be/vacaturesZAP.htm of verkregen worden op de Dienst Academisch Personeel. Nadere inlichtingen kunnen verkregen worden bij de Dienst Academisch Personeel of bij de contactpersoon per faculteit vermeld op internet. 6. Bij deze gelegenheid wordt ook reeds de vacants telling aangekondigd van een ambt van het zelfstandig academisch personeel voor het academiejaar 2002-2003 in het v olgend vakgebied: Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie - Differentiële en ontwikkelingskinesiologie Kandidaatstellingen voor deze vacature kunnen reeds vanaf nu worden ingediend, maar zijn mogelijk tot 1 maart 2002.
22 C A M P U S K R A N T 8 . 2 . 2 0 0 1
A D VA LVA S
Doctoraten
22 jan.: Laurent Franckx, Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, Ambient Inspections and Commitment in Environmental Enforcement, prom. prof. S. Proost. 24 jan.: An Steegen, Toegepaste Wetenschappen, Characterization of the Mechanical Stress Induced During Sili cidation in Sub-0.25 µm MOS Technologies, prom. prof. K. Maex en prof. P. Van Houtte. 26 jan.: Wim Vandenberghe, Geneeskunde, AMPA Receptors and Selective Motoneuron Vulnerability, prom. prof. W. Rombauts. 29 jan.: Wouter Van Muysen, Wetenschappen, Tillage Translocation and Tillage Erosion: An Experimental Approach, prom. prof. G. Govers en prof. J. Poesen. 31 jan.: Cornelia van Vugt, Toegepaste Wetenschappen, Stollingsgedrag van in-situ AI matrix composieten in microgravitatie, prom. prof. L. Froyen. 1 febr.: Johan Desaeger, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Implications of Plant-Parasitic Nematodes for Improved Fallows in Africa, prom. prof. J. Coosemans.
1 febr.: Generose Nziguheba, Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, Improving Phosphorus Availability and Mai ze Production Through Organic and Inorganic Amendments in Phosphorus Deficient Soils in Western Kenya, prom. prof. R. Merckx . 7 febr.: Kris Demuyck, Toegepaste Wetenschappen, Extracting, Modelling and Combining Information in Speech Recognition, prom. prof. P. Wambacq en prof. D. Van Compernolle. 7 febr.: Culas Nicholas Tharsiuse, Godgeleerdheid, Christian Faith: A Liberative Praxis in India - An Analysis and Assessment of the Theology of Samuel Rayan, prom. prof. H. L ombaerts en prof. G. De Schrijver. 12 febr.: Stefan Sunaert, Geneeskunde, Functional Magnetic Resonance Imaging Studies of Visual Motion Processing in the Human Brain, prom. prof. P. Van Hecke. 12 febr.: Xiujuan Wu, Wetenschappen, Synthesis and Conformational Study of Mono- and Bicyclic Piperdine Compounds as Potential Substance P Antagonists, prom. prof. F. Compernolle en prof. G. Hoornaert. 13 febr.: Kristien Van Vaerenbergh, Geneeskunde, Study of the Impact of HIV Genotypic Drug Resistance Testing on Therapy Efficacy, prom. prof. A. Vandamme. 14 febr.: Herbert De Gersem, Toegepaste Wetenschappen, Simulation of Field-Circuit Coupled Motional Eddy Current Problems by Krylov Subspace Methods and Multilevel Techniques, prom. prof. K. Hameyer en prof. St. Vandewalle.
16 febr.: Werner Budts, Geneeskunde, Nitric Oxide Therapy in Experimental Pulmonary Hypertension and in Patients with Congenital Heart Disease and Obstructive Pulmonary Hy pertension, prom. prof. F. Van de Werf. 16 febr.: Sabrina Deroo, Wetenschappen, Mimotopes of the Hemagglutinin Protein of Measles Virus. Functional Substitutes of the Antigen, prom. prof. H. Deckmyn. 21 febr.: Kulkarni Chidambe r, Toegepaste Wetenschappen, Cache Optimization for Multimedia Applications, prom. prof. F. Catthoor. 21 febr.: Pierre Delsaerdt, Letteren, ‘Suam quisque bibliothecam’. Boekhandel en particulier boekenbezit aan de oude Leuvense universiteit, 16de-18de eeuw, prom. prof. J. Roegiers. 22 febr.: Jan Bosselaers, Wetenschappen, Taxonomic Study of the Afrotropical Spider Genus Hortipes and its Phylogenetic Relationships (Araneae, Clubionidae S.L.), prom. prof. J. Billen. 27 febr.: Annelies Saerens, Toegepaste Wetenschappen, Experimental and Theoretical Investigation of Residual Stresses in Coatings and Interconnects, prom. prof. P. Van Houtte en prof. J.P. Celis. 28 febr.: Geert Roskam, Letteren, An Analysis of Four Plutarchan Works in the Field of Social Ethics, prom. prof. W. Clarysse.
Benoemd of onderscheiden Valérie Cappuyns, bio-ingenieur promotie 2000, werd door de Geologica Belgica v.z.w. (wetenschappelijke vereniging voor aardwetenschappen) uitgeroepen tot laureaat van de nationale jongerenprijs voor 2000. Zij werd bekroond voor haar eindwerk De speciatie van zware metalen en arseen in gecontamineerde bodems (promotor professor J. Deckers, Instituut voor Land- en Waterbeheer). Kristin Schippers en Jan Corens, studenten aan het Departement Pedagogische Wetenschappen, ontvingen van de Frater Romboutsstichting in Nederland de eerste prijs voor hun verhandeling Collectieve toetsen voor het technisch lezen: constructie en validering van de LexicaleDecisieproef en de Test Woordkettingen (promotoren professor Pol Ghesquière en dr. Rianne Janssen). De Frater Romboutsstichting werd in 1992 opgericht op initiatief van de Fraters van Tilburg en heeft tot doel het lezen te bevorderen bij kansarme groepen, in het bijzonder bij kinderen en jeugdigen. De stichting tracht haar doel vooral te verwezenlijken door het ondersteunen en bevorderen van uitgeefprojecten. Professor Matthias Storme, hoogleraar aan de F aculteit Rechtsgeleerdheid, mocht in november 2000 de André Demedtsprijs ontvangen (Marnixring Kortrijk-Broel). De Marnixring-André Demedtsprijs wordt jaarlijks toegekend aan een persoon of een vereniging die naar de geest en de idealen van André Demedts bijzonder veel verdiensten heeft op het gebied van het bevorderen van de algemene kunst- en cult uurverspreiding in Vlaanderen, in Frans-Vlaanderen en in alle gemengde taalgebieden; de integratie van het Nederlands taalgebied of de culturele contacten met Zuid-Afrika.
8.2.2001 C A M P U S K R A N T
23
LEVEN NA DE UNIVERSITEIT
Jonathan Cardoen nieuwe voorzitter CVP-jongeren
“Ik wil een kruising tussen politiek en jeugdwerking” Anouk Vanherf
Jonathan Cardoen, een 23-jarige politoloog uit Bierbeek, wordt de volgende twee jaar het nieuwe gezicht van de CVP-jongeren. Wanneer ik hem t wee dagen na zijn verkiezing weet te strikken voor dit interview, moet de k ersverse voorzitter duidelijk nog een beetje wennen aan zijn nieuwe rol, al lijkt die, bij nader inzien, al van jongsaf voor hem te zijn weggelegd. Politiek is Jonathan Cardoen inderdaad met de paplepel ingegoten. Vader Cardoen is CVP-burgemeester in hometown Bierbeek en een broer van zijn grootvader zat voor de CVP in het parlement. “Bij ons thuis aan t afel werd altijd over politiek gepraat.” Op zijn zestiende wordt hij actief bij de CVPjongeren, eerst op plaatselijk vlak, later ook nationaal. Tijdens zijn studententijd in Leuven sluit hij zich aan bij de Christen-Democratische Studenten (CDS). Cardoen: “Het is voor een stuk door mijn ervaringen bij de CDS dat ik hier vandaag op de voorzittersstoel zit. De CVP-jongeren hadden op een gegeven moment wat moeilijkheden. We zijn toen bij de CDS g aan samenzitten en hebben onze ervaringen met onze lokale CVP-werking gebundeld. Een aantal CDS-ers is daarna ook naar de CVP-jongeren overgestapt. Ons voorstel om horizontaal te gaan werken met de plaatselijke ploegen, waarbij we zoveel mogelijk jongeren wilden bereiken, hebben we meegenomen en verder uitgediept.” Ook zijn Chiro-achtergrond en zijn engagement in de jeugdraad van Bierbeek hebben hun stempel gedrukt op het programma van Cardoen. “De Chiro heeft een sterk pedagogisch project. Ze zijn daar veel met methodiek bezig en hebben oog voor wat leeft bij de mensen. Ik wil in mijn programma vooral een kruising bewerkstelligen tussen politiek en jeugdwerking. De CVP-jongeren moeten verder gaan dan louter politiek.” Minder zweep, meer inhoud
In september 2000 studeert Jonathan Cardoen af met een eindverhandeling rond participatie van de burgers in het gemeentelijk beleid: “Participatie is momenteel een toverwoord in de politiek. Maar hoe kunnen we de burgers concreet bij het beleid betrekken? Ik heb dat willen tonen in twee casestudies over het gemeentelijk beleid in Bierbeek en Oud-Heverlee: hoe doen zij het daar nu? Hoe zien wij het? Welke aanpak geeft het beste resultaat?” CK: Twee weken geleden werd je verkozen tot voorzitter van de CVP-Jongeren. Toch ook voor jou een verrassing dat je het haalde van interim-voorzitter Koert Debeuf? “Ja en neen. Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat ik het zou halen van een zittend voorzitter die al zo vaak in de media gekomen was - ik dacht dat dat een groter effect zou hebben. De buitenwereld kende enkel hem en wist amper dat er verkiezingen zouden komen, laat staan dat er twee kandidaten waren. Dan komt mijn overwinning natuurlijk als een grote verrassing. Maar aan de andere kant hadden wij natuurlijk wel een sterk project, en we hadden het tamelijk concreet gemaakt: ‘dat willen we doen, deze instrumenten kunnen we daarvoor gebruiken’. En binnen de CVP-jongeren zitten vele nieuwe mensen die mee aan die nieuwe beweging willen bouwen. Misschien is mijn overwinning wel een bewijs dat de CVP-jongeren niet alleen op de media mogen inspelen.” CK: Wat bedoel je daarmee? “Koert haalde in de media nogal zwaar uit naar de CVP. Hij wilde vooral de partij bestoken, zeggen hoe en wat ze moest vernieuwen. Een echte zweeppartij dus. Ik ben daar niet tegen, maar het is onvoldoende. Het volstaat niet om vanaf de zijlijn te staan roepen hoe het moet. Wij willen ook echt tonen hoe het anders kan.” De politicus als regisseur
CK: Nu dus het echte werk. Gaat er in de toekomst een nieuwe wind waaien bij de CVP-jongeren? “De CVP-jongeren moeten van een politieke partij evolueren naar een beweging die zoveel mogelijk jonge mensen prikkelt. We moeten ons daarvoor laten inspireren door de werking van jeugdorganisaties en vormingsinstellingen. In de eerste plaats wil ik zoveel mogelijk jongeren mobiliseren en actief laten meedenken over een viertal concepten. Concreet zijn dat: verantwoord ondernemen, mobiliteit, jeugdbeleid en verantwoorde wetenschap. Bedoeling is dat de plaatselijke afdelingen die ideeën concreet en lokaal gaan uitwerken. Uit mijn eindverhandeling is trouwens duidelijk naar voren gekomen dat wanneer mensen effectief bij een zaak betrokken worden, zij zich daar ook meer verantwoordelijk voor gaan voelen. De draagkracht om daarna met bepaalde ideeën door te breken, is dan ook veel groter. Dat missen we vandaag nog.” “Die aanpak moet ook vertaald worden naar het gemeentelijk niveau. Een schepen van cult uur bijvoorbeeld kan zijn beleidsnota alleen, of met twee,
24 C A M P U S K R A N T 8 . 2 . 2 0 0 1
drie man schrijven. Maar kwalitatief zal die nooit zo sterk zijn als wanneer hij d aar verschillende groepen bij betrokken zou hebben. Politici denken nu vaak dat ze goed weten wat er bij de mensen leeft. Ze luisteren wel, maar ze treden te weinig met hen in dialoog. En net dat in dialoog treden met de bevolking is volgens mij de politiek van de toekomst. De gemeente heeft daar de taak om de mensen samen te brengen. De politicus als regisseur. Vroeger speelde het middenveld die rol, maar dat is zich nu anders gaan oriënteren. We moeten niet enkel tussen de mensen staan, we moeten hen ook stimuleren om weer actief mee te doen.” Terug naar de V
CK: Je voorganger Koert Debeuf had in dat opzicht nogal wat kritiek op de vernieuwingsplannen van Stefaan De Clerck. Hij noemde ze wollig, inhoudsloos, onduidelijk, kortom, allesbehalve stimulerend. Deel jij die kritiek? “De Clerck heeft zijn vernieuwingsplan stap voor stap tot september uitgetekend. De richting die de partij op inh oudelijk vlak wil uitgaan, daarmee zijn we het eens. Maar ik vind wel dat de discussie binnen de CVP soms te v aak over de C wordt gevoerd, terwijl die volgens mij meer over de V moet gaan. Wat zien we nu? Er groeit in onze samenleving een kloof tussen hoogen laaggeschoolden. De hooggeschoolden blijven zich nog engageren, maar bij de laaggeschoolden ligt dat anders. Velen van hen kunnen niet meer mee met de informatiemaatschappij. Ze haken af, niet alleen op politiek vlak, maar ook ten opzichte van de maatschappij. Ze ploffen ‘s avonds neer voor hun televisie, en dat is het dan. Ze koesteren een groot wantrouwen tegenover de mens, met stemmenwinst voor het Vlaams Blok als resultaat.” “Vroeger slaagde de CVP er als k lassieke volkspartij wél in om de laaggeschoolden aan te spreken. We moeten dus dringend opnieuw een echte volkspartij worden. Dat moeten we waar maken in onze thema’s, onze communicatie, onze duidelijkheid. We mogen zeker niet alleen op de hooggeschoolden mikken. Als we spreken over de staatshervorming in termen van artikel zoveel en zoveel, dan volgt een deel van de bevolking gewoon niet meer.” Nieuwe naam, nieuwe mensen
CK: In de praktijk merken we nog niet veel van de v ernieuwings- en verjongingsplannen van de CVP. We zien bijvoorbeeld de oude generatie CVP-politici steeds weer op de voo rgrond treden. “Dat is ook mijn grote kritiek op Stefaan De Clerck. Inhoudelijke vernieuwing volstaat niet. Zonder een personele vernieuwing komen die plannen absoluut ongeloofwaardig over. We kunnen het om de één of andere reden niet laten om die oud-ministers steeds weer op de voorgrond te laten treden. Natuurlijk hebben die veel ervaring en k waliteiten, maar we kunnen het daar niet mee blijven doen. Dat roepen de CVP-jongeren al 50 jaar. ‘We gaan nu uitpakken met een nieuwe naam, een nieuwe positionering’: dat moet door nieuwe mensen verkondigd worden. Voorlopig heeft Stefaan De Clerck het daar nog moeilijk mee. De oude garde beseft ook dat de partij moet vernieuwen, maar ze zien die vernieuwing het liefst met hen erbij. Tegen de volgende verkiezingen in 2003 moet de CVP k laar staan met een nieuwe ploeg, met jonge mensen met wie we er voluit tegenaan kunnen gaan.” CK: Sommige van je voorgangers hebben het tot minister en zelfs tot premier geschopt. Koester jij ook ambities in die richting? “Ik heb me kandidaat gesteld voor het voorzitterschap omdat ik echt geloof in het project. Het was een kandidatuur uit engagement, en zeker geen berekende carrièrezet. Ik was er vrij zeker van dat ik het niet ging halen, maar ik wilde de discussie losweken. Ik heb de lat heel hoog gelegd. In de volgende twee jaar moet ik mezelf bewijzen en mijn project concretiseren. Als ik het slecht gedaan heb, moet ik niet meer verder denken aan een politieke carrière, en anders zien we wel, zeker? En we moeten ook even afwachten waar de CVP naartoe gaat. Nee, vroeger stroomde je als voorzitter van de CVP-Jongeren misschien vanzelf door naar een ministerpost, in de huidige situatie ligt dat al iets moeilijker.”