1
38ste jaargang 1 juli 2016
Beste bewoners en familie, Een half jaar is voorbij maar tegen mijn gewoonte in wil ik even stilstaan bij het verleden. We hebben de aanslagen gehad, we hebben een “brexit” meegemaakt en de vluchtelingenproblematiek is nog steeds even groot als vroeger. Hoe lang moet het mensdom nog bestaan voordat het uit zijn puberteit klimt. Hoe lang zal de geschiedenis zich blijven herhalen, hoe lang??? “How many times must the white dove sail?” Wij die allemaal de jaren 60 hebben meegemaakt en vaak naar de toenmalige muziek konden luisteren herkennen in de protestsongs van toen het perpetuum mobile van machthebbers die anderen uitdagen om hun eigen grote gelijk te handhaven. Ze moeten zich vooral niet geremd voelen, want het zijn toch maar onschuldige burgers die het slachtoffer zijn en dit moeten we allemaal zo vlug mogelijk achter ons laten. We mogen de terreur niet laten overwinnen klinkt het dan. Zo vlug mogelijk de spons er over en verder doen. Zij echter die een geliefde, een kennis of een makker verloren, blijven wel achter met het gemis. Die kunnen niet zo vlug wissen, die moeten verwerken. Laten we daarom stil staan en in ogenschouw nemen waar we naar toe kunnen. Daar is de vakantie een ideale tijd voor. Het is te gemakkelijk beweren dat wij er niets kunnen aan doen. In de jaren 50 hing er boven iedere schouw een spreuk van de Bond Zonder Naam: “Verbeter de wereld, begin met u zelf”, en ooit zei Ghandi: “een oog voor een oog maakt ons allemaal blind”. Als we verzuring uit onze relaties bannen, als we minder over onze medemens denken in termen van zij en wij, als we er open voor staan dat andere mensen soms hulp nodig hebben, als we begrijpen dat andere mensen een fout kunnen maken, als we blij zijn dat we eens een gemoedelijk praatje kunnen slaan met de buur, als we eens opstaan met de gedachte van: “voor wie kan ik vandaag iets goed doen”: als, als, als… Als we er nu aan beginnen zal de wereld een klein beetje beter worden en onze omgeving zal er zomers uit zien tijdens de vakantie. Carlos Thysebaerdt
2
vakantie God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen, zich even kan losmaken uit het gareel van de zorgen, dat los en vrij, de aarde kan proeven en ruiken, de lucht en het water, de avond en de morgen. Geef mij een hart dat, als een rustbank in de schaduw, halte en uitnodiging is voor iedere voorbijganger, iedere mens onderweg. Geef mij een hart en open handen om naar de mensen toe te gaan, te luisteren naar hun verhalen en te genieten van hun vriendschap, een hart dat zich laven kan aan die bron. Geef mij een hart dat zich wil bekeren tot de eenvoud en het geluk van de kleine dingen, een hart dat kan bewonderen zonder te bezitten en kan bidden zonder woorden. God, geef mij een hart dat vakantie kan nemen. Aan allen een deugddoende vakantieperiode!
3
Jubeljaar van de barmhartigheid Bij vorige artikels in het tweemaandelijks blad van ‘Avondzon’ werd de barmhartigheid vooral gezien als de vergevensgezindheid van God tegenover ons, daarom doen we vaak in gebeden beroep op de ‘barmhartige’ God. Ook wij dienen vergevensgezind te zijn zoals Jezus dit herhaaldelijk verkondigt maar eveneens in de praktijk stelt tegenover mensen die tegen Hem misdeden. We hebben indertijd tijdens de lessen van catechismus ook gehoord over de “7 lichamelijke werken van barmhartigheid”, nml. de hongerigen spijzen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de vreemdelingen herbergen, de zieken bezoeken, de gevangenen verlossen, de doden begraven. Dit zijn geen richtlijnen die door de kerk uitgedacht zijn, maar een samenvatting van wat volgens het 25ste hoofdstuk (v. 31-46) in het Matteüsevangelie Jezus meegeeft aan zijn toehoorders, meer bepaald waar Hij een beeld ophangt van de beoordeling van de mensen op de einddag. Wie deze daden van naastenliefde stelt tijdens zijn leven mag rekenen op de goedkeuring en beloning van Godswege omdat deze als het ware aan God zelf werden verricht: “Wat je aan de minste van mijn mensen gedaan hebt heb je ook aan Mij gedaan”. We zien deze 7 werken afgebeeld op een schilderij die in de St.-Baafskathedraal hangt: hongerigen eten bezorgen staat in het midden, vooraan rechts dorstigen te drinken geven, links naakten kleden, eveneens links onder het afdakje: zieken bezoeken, meer naar het midden toe bij een portaal: vreemdelingen herbergen, rechts op de achtergrond: doden begraven (dit 7de werk van barmhartigheid werd aan het begin van de 13de eeuw toegevoegd door paus Innocentius III en vinden we niet terug in het Matteüsevangelie), rechts daaronder: gevangenen bezoeken.
4
Ter gelegenheid van feest “Tenhemelopneming van Maria” op 15 augustus
Moeder van Barmhartigheid Maria, aan uw moederlijke liefde beveel ik allen aan die zich vol vertrouwen tot u richten. Tot u komen zieken; zij bidden om gezondheid naar ziel en lichaam. Tot u wenden zich de blikken van wie eenzaam en verlaten zijn, laat ze ervaren dat gij onder het kruis onze Moeder zijt geworden. Voor u staan jonge mensen die het leven binnentreden: wees voor hen een heldere stem opdat zij niet afdwalen van de weg van het geloof. Voor u staan oude mensen die weten dat hun weg ten einde loopt ; bewaar in hen de vreugde en de dankbaarheid voor het leven. Maria, moeder van barmhartigheid, aan uw bescherming beveel ik de Kerk in ons land en in heel de wereld aan; Laat alle christenen groeien in geloof, hoop en liefde. Maak ze tot geloofwaardige getuigen van de liefde voor uw Zoon. Sterk en steun ons verlangen om barmhartig te zijn, zoals de Vader. Raymond Decoster - deken
5
Non Fumare. Non Sputare.
Niet roken. Niet spuwen.
Boven elke deur die uitgaf op het platform tussen twee wagons was zo een plaatje in het blanke hout geschroefd, zodat je het zeker niet kon missen. Of het nu zwarte letters op witte achtergrond waren of andersom dat weet ik niet meer, maar het hing er. Waarschijnlijk was de fabrikant van die plaatjes AnsaldoBreda, stinkend rijk geworden daarmee en gedacht hebbende: als ik die plaatjes kan maken kan ik ook treinen maken en ik noem die dan Fyra. Maar terug naar het roken en het spuwen. In Italië zijn ze daar streng op. Bij overtreding mocht je je aan een boete of aan lijfstraffen verwachten, want de carabinieri van de Italiaanse “Ferrovie dello Stato” lachten daar niet mee. Het was 1991 of ergens daaromtrent en wij waren gelogeerd in Pension (nou ja, meer een B&B) -je raadt de naam nooit- Edelweiss in Oostenrijk, om precies te zijn in Zuid-Tirol, wat ook wel eens Karinthië (in het Duits Kärnten) wordt genoemd. Men had ons gezegd dat Oostenrijk voor de Vlamingen een paradijs was, en dat de mensen ginds zo gastvrij en gemütlich zijn, en dat daar alle dagen de zon schijnt, en próper, ge hebt er geen gedacht van. Een vriendin van mijn moeder had dat met grote stelligheid beweerd aan mijn ouders, en inderdaad, zij konden dat na proefondervindelijk meemaken alleen maar beamen. Dus, wat dacht je? Wij waren het strontweer in de Ardennen brakensmoe, en wilden wel eens wat anders. Zimmer frei misschien, of toch liever een beetje meer accommodatie. Herzlich willkommen im Gasthof Edelweiss stond op de brochure. Und nicht so teuer. Hoe duur het was weet ik niet meer, maar wel dat we er met de auto naartoe zouden gaan, zo ver is dat nu ook niet met drie kinderen achterin. De tijd van de ‘remorque’ was voorbij, en nieuwe horizonten wenkten. Het dorp aan de ‘Drau’ lag te baden in de zon, ten minste op de brochures, dus wat kon er mis gaan. Vrolijkheid alom.
6
Toegegeven, de waardin van het verblijf was jung und gemütlich, en moeder van een kleine ukkepuk die nog maar net kon lopen. Ik hoor haar nog altijd roepen: “langsam, langsam…!”, gesecondeerd door haar oude vader die nog een beetje aan landbouwerij leek te doen. Want die kleine schavuit liep zo hard met zijn kromme beentjes het erf op en af dat het gevaarlijk werd. Wij konden haar in deze dus alleen maar bijtreden en desgevallend goedkeurend in haar richting knikken. Tot aan het avondeten van de eerste dag. Niets bijzonders, en wat doe je Um Gottes Will anders ’s avonds in een flauw verlicht boerengat aan gene kant van de Alpen? Niets dus. Wachten tot het ochtend wordt. “BOEM!!!” om zes uur ’s morgens. En na enige tellen weer “ BOEM!!!” Je schrikt wakker en denkt dat de derde wereldoorlog begonnen is (het is daar trouwens de geschikte plaats voor), tot “ BOEM!!!” nu na kortere tijd, opnieuw weerklinkt tegen de bergwand, met de obligate echo’s die langzaam ratelend uitsterven. Stilaan komt er ritme in de knallen, en als we aan het raam gaan staan zien we de aanstichter van deze herrie: de oude boer die zijn nog oudere STEYR tractor aan de praat gekregen heeft, en fier als een haan rondhuppelt en zich in de handen en op de billen slaat van jolijt. Want in Tirol kennen ze daar alles van, van billenkletsen. Weldra tuft hij het erf af en klinkt het gestamp van de één-cilinder vrolijk kaatsend tegen de wand van de berg als muziek in de oren. We zien hem stilaan zigzaggend langs het pad naar boven hossen tot de nevel hem tenslotte aan onze blik onttrekt. Want nevel is er. In het Vlaamse land is dat meestal de voorbode van een zonnige dag, maar daar in Tirolerland is dat andere koek. Wij hebben die dag de zon niet gezien. En ’s anderendaags ook niet. Misschien zaten we te hoog en moesten we op zoek naar lagergelegen oorden. De stad -nou ja- in, misschien souvenirtjes kopen of postkaarten voor het thuisfront, postkaarten vol zon en Gemütlichkeit. Zodanig dat de vrienden denken dat jij tenminste in de zon zit, terwijl de Ourthe over stroomt. Je humeur wordt er niet vrolijker op, maar je bent op de baan, en dat scheelt een stuk. Het kan toch niet bewolkt blijven zeker, dat zou pas een ramp zijn. Maar die dag zat het er niet in, en vluchten drong zich op. In het hotelletje had ik geïnformeerd naar bezienswaardigheden in de buurt, en er waren inderdaad een paar alternatieven. Het ‘zwemmeandermeertje’ van de Drau zag er leuk uit bij mooi weer, en voor de rest was er een uitstapje naar Noord Italië, en misschien een stukje Dolomieten (met de trein) meepikken kon ook.
7
Je krijgt bij het toegangshekje naar het meertje een asbakje mee als je roker bent, om in het gras neer te zetten en bij het verlaten van het terrein terug te bezorgen aan de immer bezorgd kijkende suppoost. Die monstert je dan van kop tot teen, en schudt meewarig het hoofd, en des te meewariger naarmate er meer peuken in het asbakje liggen. Een vermanende blik en dito vinger is je deel. Roken, hoe is het mogelijk. Toen al. In Oostenrijk toch. Waar ze zuinig zijn op het leefmilieu en zo. ‘Grüss Gott’ zei de beambte in het stationnetje. ‘Zal ik zeker doen’, zei ik, ‘maar nu nog niet; maar als ik Hem zie zal ik het zeker niet nalaten’. Dat klinkt toch veel christelijker dan ‘Elk ne goendag’, en wordt in Tirol algemeen gehandhaafd. Leuk. Wat ook intrigerend is zijn de met krijt genoteerde lettercombinaties op de deurstijlen van bijna iedere woning in de regio: C+ B + M + 91, geschreven in vierkantsvorm en betekenende: Christus Benedicat Mansionem (per annum 19) 91. Dit is een zeer schone traditie, waar ze ten onzent nog iets kunnen van leren: laat Christus deze woning het hele jaar 1991 zegenen. En gij nu. Er zijn evenwel onwetenden die daarin de initialen zien van de drie koningen, omdat de inscripties rond de jaarwisseling worden aangebracht, maar zij dolen. Toen en ginder heb ik mij daar een poosje het hoofd over gebroken wat daarvan nu de precieze betekenis was, en ik wou het eerst ook niet vragen uit vrees als domme buitenlander over te komen, en later vroeg ik het toch, blijkbaar aan lokale onwetenden, maar nu is daar internet, en met een simpele toetsklik kom je alles te weten. Gelukkig maar. Ik ben blij dat dit misverstand eindelijk is uitgeklaard.
8
‘E pericoloso sporgersi’ stond onder ieder raam in elke wagon. Let op: het is gevaarlijk naar buiten te leunen. Toen gingen de vensters nog open in de treinen. Ik denk met gemeende weemoed aan de beelden uit vroegere naoorlogse films waarbij de reizigers bij bosjes uit de halve ramen hingen en zwaaiden naar hun geliefden, terwijl ze zelf ei-zo-na de lucht uit hun borstkas werden gedrukt door de tweede rij zwaaiers. Het kon deugd doen in de warme zomers van weleer om even het hoofd uit het raampje van de hete treinwagon te brengen en de frisse wind over je haren te voelen. Natuurlijk was het een onderneming die niet zonder risico was als je het hoofd aan de verkeerde kant naar buiten stak, want wanneer twee treinen mekaar kruisen kan je er bij wijze van spreken een kokosnoot tussen kraken. Als we dat even doortrekken naar onze schedel, dan blijkt het wel degelijk ‘pericoloso’. Aan de ‘vrije’ kant van de trein stonden dan weer duizenden palen voor alle mogelijke voorzieningen. Daar kon je je ook een lelijke buil op stoten als je even niet oplette. En zoals eerder aangegeven mocht je in het coupé ook niet roken noch spuwen. Het een is een gevolg van het ander, dus was het beter er meteen in te hakken en noch het een noch het ander toe te laten. Er was een kleine markt in het dorp waar ze Italiaans praatten en wij liepen maar wat rond te lummelen (tegenwoordig heet dat sightseeing), op zoek naar een koopje. En naar wat verstrooiing. En die was er. Met die Italianen verveel je je nooit. Roepen en tieren en nog meer schreeuwen om volk te lokken naar hun kramen. Het duurde een hele tijd met afbieden en wilde gebaren en gezichten trekken, alsof je een brutale aanslag pleegt op hun inkomsten, alsof ze je in feite aan die prijs een gunst bewijzen terwijl ze er nog dubbel aan verdienen, leuk, dat wel. En ik vond dat ik een goedkoop lederen vestje had gekocht. Iedereen gelukkig dus. Mijn vrouw kocht in dezelfde moeite nog een handtas, en voor de kinderen een ‘portemonneeken’. Het was een fijne dag. ‘Als je in Heiligenblut bent moet je zeker eens tot bij Moser gaan’ had mijn moeder gezegd. En wat bleek? Van uit ons pensionnetje konden we in de verte het “Gasthof Moser” zien liggen. Ons pensionnetje lag dan ook flink hoog en we hadden een fraai zicht over de wijde omgeving. Dus. We zouden daar eens naartoe wandelen. Zo ver kon dat niet zijn. Een paar hellingen over en klaar. Daar hadden wij beter twee keer over nagedacht, maar gedane zaken nemen geen keer.
9
Wij zouden dat varkentje eens wassen, dat klusje even klaren, dachten we. We waren er praktisch van overtuigd vóór het middageten terug te zijn. Want voor de namiddag hadden we en uitstapje met de auto gepland. En de beste maaltijd was in Oostenrijk des middags. Dus moesten we opschieten. We hadden regenkleding mee voor ons allemaal, want je weet maar nooit, en hadden ook versnaperingen mee in plastieken zakjes. Toen wij over de eerste helling heen waren, bleek het bospad ook meteen weer naar beneden te gaan. En wat verderop opnieuw naar boven. En het gasthof bleef van op de toppen zichtbaar, doch in de dalen niet. En alsof de duivel ermee gemoeid was kwam het ook niet eens dichter naarmate we naderden, hoe kan dat nu? Stilaan stonden wij op iedere top in de verte te turen als een bende stokstaartjes, ook al bracht dat geen zoden aan de dijk. Wij hadden immers voor de kortste weg gekozen, over berg en dal, dwars door het bos. Hadden we beter niet gedaan, maar kom, daar moesten we nu niet meer over zaniken. De ochtend ging over in de namiddag toen wij op redelijke afstand van Moser eindelijk de contouren van het Gasthof duidelijk konden waarnemen. Ik vermoed dat het rond een uur of drie moet geweest zijn. Vertrouw dus nooit op een visuele inschatting van de afstand in de bergen, want je bent er aan voor de moeite. Heel bijzonder was dat café nu ook niet, want cafés worden vrolijker naarmate de glazen Schnapps die je nuttigt. Wij hebben ons een beetje neergezet, een koffie en een paar tassen chocolademelk genuttigd, en ons weer op weg begeven. Ditmaal voor een afdaling door het bos naar de verharde weg. Wij waren zelfs te moe om een beetje rond te kijken in de drankgelegenheid. Goed half weg echter begon het te druppelen. De regenjassen werden boven-gehaald, maar al snel bleek dat we een wandelende sauna hadden gecreëerd. Dat was niet vol te houden. Wij zweetten ons te pletter. De oplossing was even vernuftig als simpel. De plastiek zakjes waren inmiddels leeg, en zouden bescherming bieden tegen de regen die intussen met bakken uit de lucht viel. Het was ook warm geworden, en zoals dat heet drukkend, vochtig warm zelfs. Wij besloten ons onder een nog net beschuttende boom uit te kleden tot op ons ondergoed, en de kleren in de zakjes op te bergen zodat die tenminste niet nat werden. Dat bleek een prima plan, tenminste zolang we niet in de bewoonde wereld kwamen. We zouden een fraaie attractie geweest zijn voor de passanten: een stelletje armoedzaaiers in hun bloot vel met de uitstraling van een roedel verzopen katten. Er was gelukkig geen kat op de weg, en een bushokje bood ons tenslotte beschutting en gelegenheid om ons aan te kleden om weer onder te mensen te kunnen komen. Toen de plensbui over was – het was inmiddels ruim vier uur, vatten we de tocht weer aan.
10
Tot aan de voet van de helling waar boven ‘ons’ pension stond. Er stond ook een wegwijzer er naartoe: Gasthof Edelweiss 4 km. Bergop. Maar dat stond er niet bij. Wij hebben ons met z’n allen op een in de nabijheid liggende boomstam gezet en zijn gezamenlijk beginnen wenen. Zes uur intussen. En uitgeput na ruim 25 km door berg en dal. Tieraldaldal.. We hebben die dag ongeveer dertig kilometer gestapt met drie jonge kinderen. Foei. Toen wij rond half acht boven kwamen en het pension betraden keken wij in het bezorgde gezicht van de oude boer en het kwade gezicht van de waardin, die op ons verzoek weer voor een maaltijd moest zorgen. Wij hebben deemoedig het hoofd gebogen, en in stilte het avondmaal genuttigd, twee uur buiten de voorziene sluitingstijd. We hebben ’s anderendaags een uitbrander van jewelste gekregen van de oude boer, in zijn beste Oostenrijks, en we hadden het verdiend. Roekeloos begonnen aan een helletocht, zonder hem eerst om raad te vragen, hem, de oude wijze Vater die ons de onderneming zou hebben afgeraden als we het hadden gevraagd. Wie dumm kan je zijn. De volgende dag zijn we in de auto gestapt en zijn we de bergen in getrokken, naar de Achensee en de Grossglockner. Je kan bijna met de auto tot op de top van de mooie berg, en van op de prima aangeduide parking is de site één grote toeristische trekpleister. Met dank aan het Österreichische Fremdenverkehrsamt. Je kan toch de sfeer opsnuiven en de gezonde berglucht inademen, en dat doet een mens goed. Voor te wandelen hadden we om begrijpelijke redenen niet veel zin, dus hebben we de zaak bekeken van in de Stube die aldaar voor de Tourismus is neergepoot. Algemeen kan je wel stellen dat een Oostenrijker een propere mens is, Ordnung muss sein, en dat alles goed georganiseerd en weloverwogen is. ’s Anderendaags zijn we weer in de weide gaan liggen, want het weder was eindelijk goed geworden, en dat mocht ook wel voor onze laatste dag. Het was de eerste, de enige en meteen de laatste mooie dag in Oostenrijk. Want we zijn nooit meer terug geweest. Spijtig voor de Zitherklänge, de Kastelruder Spatzen en de Holzhacken Buben. (Voor de belangstellenden: Buben wordt ook in het Beierse dialect verbasterd tot Buam, meervoud van Bua, betekenende ‘jongen’. Dus mocht ik evengoed stellen: Holzhacker Buam, zoals ze daar ter plaatse genoemd worden). Terug thuis heb ik van alle drie een plaatje gekocht, zodat ik er zelf nooit meer naartoe moet.. Luc De Vrieze
11
Verhalen over grappige miscommunicatie
Schoenendoos
Een man en een vrouw waren 60 jaar getrouwd. Ze hadden al die jaren alles gedeeld, alles samen besproken. Ze hadden geen geheimen voor elkaar, behalve dat de kleine oude vrouw een schoenendoos bovenin haar linnenkast bewaarde, waar haar man nooit naar gevraagd en nooit in gekeken had. Al die jaren had hij niet aan die doos gedacht, totdat zijn vrouw op een dag ernstig ziek werd en de dokter zei dat ze niet zou herstellen. Omdat hij van alles wilde regelen, pakte hij de schoenendoos en bracht hem bij zijn vrouw op bed. Ze was het met hem eens dat het tijd werd dat hij wist wat erin zat. Toen hij hem openmaakte, vond hij wat haakwerk, en twee bundels bankbiljetten, samen goed voor een bedrag van € 25.000. Hij vroeg haar waar dat vandaan kwam. Ze zei: ‘Toen wij gingen trouwen, vertelde mijn grootmoeder me dat het geheim van een gelukkig huwelijk was, nooit ruzie te maken. Ze raadde me aan om elke keer als ik boos op jou zou worden, rustig te blijven en een kleedje te haken.’ De oude man schoot zo vol, dat hij moest vechten tegen zijn tranen. In de doos lagen slechts twee kleedjes. Ze was in al die jaren maar twee keer boos op hem geweest. Gevoelens van geluk overspoelden hem. ‘Schat,’ zei hij, ‘dat verklaart de twee kleedjes in de doos, maar hoe zit het met al dat geld?’ ‘O,’ zei ze, ‘dat heb ik verdiend met het verkopen van de kleedjes.’
12
Kattig
Een echtpaar staat klaar om een avondje uit te gaan. Ze laten een paar lampjes aan, schakelden het antwoordapparaat in, dekken de kooi van de parkieten af en laten de kat in de achtertuin. Vervolgens bellen ze een taxibedrijf. De taxi arriveert en ze openen de voordeur. Op dat moment schiet de kat langs hen heen het huis weer binnen. Ze willen per se niet dat de kat binnen blijft, want dan lopen de vogels gevaar. ‘Ik vang hem wel, stap jij maar vast in’ zegt de man. De kat glipt naar boven en de man gaat er achteraan. Terwijl de vrouw in de taxi zit te wachten, wil ze niet dat de taxichauffeur weet dat er de hele avond niemand thuis is. Daarom zegt ze tegen de chauffeur dat haar man er aan komt. ‘Hij is nog boven om mijn moeder gedag te zeggen.’ Een paar minuten later stapt de man in en zegt als ze wegrijden: ‘Sorry dat het zo lang duurde, maar dat stomme kreng verstopte zich onder het bed. Ik moest haar met een klerenhanger dwingen om er onderuit te komen. Toen probeerde ze er weer vandoor te gaan, maar ik greep haar in haar nekvel. Toen heb ik haar in een laken gewikkeld om te voorkomen dat ze me zou krabben. En dat hielp. Ik sleurde haar met haar dikke kont de trap af en gooide haar in de achtertuin.’ Op dat moment knalde de taxi tegen een geparkeerde auto aan.
Uit “ Ik bedoel maar!” door Willem de Vos
13
10 dappere Belgen wonnen ooit de Tour de France. Een eerbetoon! Wie ‘Tour de France’ en ‘Belgen’ in één zin noemt, denkt meteen aan vijfvoudig laureaat Eddy Merckx en aan de laatste der Belgische Mohikanen, zijnde Lucien Van Impe in 1976. Nochtans waren er al liefst tien verschillende Belgen die ooit zegevierend Parijs binnenreden. Vooral voor Wereldoorlog II waren de Belgen vaak succesvol. Het was de tijd dat de renners al vertrokken voor de zon opkwam en pas arriveerden als die zon alweer weg was. Van echte mannen gesproken. Een eerbetoon aan 10 dappere krijgers. Odiel Defraeye – 1912 Na de Fransen Maurice Garin, Henri Cornet, Louis Trousselier, René Pottier, twee keer Lucien PetitBreton, de Luxemburger François Faber en opnieuw de Fransen Octave Lapize en Gustave Garrigou wint in 1912 een Belg de Tour: de 24-jarige Odiel Defraeye uit Rumbeke. De Tour 1912 bestaat uit 5.319 kilometer, verdeeld over 15 ritten. Defraeye zorgt voor een eerste Belgische zege, wat zijn land in vuur en vlam zet. Duizenden mensen zouden nadien zijn triomfantelijke intocht in Brussel meemaken. Defraeye wint de tweede etappe van Dunkerque naar Longwy over een afstand van 388 kilometer. Ook de zevende rit van Nice naar Marseille (334 km) schrijft hij achter zijn naam. Twee dagen later is hij evenzeer de snelste tussen Perpignan en Luchon (289 km). Hij pakt het geel al na zijn eerste ritzege en zou het nooit meer afgeven. Philippe Thys – 1913, 1914, 1920 Een jaar later zegevieren de Belgen opnieuw, nu in de persoon van de 22-jarige Brusselaar Philippe Thys. Hij wint rit zes van Bayon naar Luchon (326 km) en pakt meteen het geel. Hij speelt het snel weer kwijt maar door een aantal ereplaatsen wint hij toch de Tour 1913. Een jaar later herhaalt hij dat kunststukje. Hij kan opnieuw maar één etappe winnen, op de openingsdag tussen Parijs en Le Havre (388 km), maar dat volstaat andermaal. Zijn carrière wordt compleet geblokkeerd door het uitbreken van Wereldoorlog I.
14
In 1920 wint hij nog eens de Tour, onder meer dankzij ritwinst in de etappes Le Havre – Cherbourg (364 km), Aix-en-Provence – Nice (356 km), Gex – Strasbourg (354 km) en Strasbourg – Metz (300 km). Uniek aan deze Tour is dat de eerste zeven renners in het algemeen eindklassement Belgen zijn.
Firmin Lambot – 1919, 1922 De Waal uit Florennes was al 33 toen hij in 1919 de eerste naoorlogse Tour wint. Het is een wat vreemde Tour want drie ex-winnaars komen niet aan de start wegens gesneuveld: Faber als strijder in het vreemdelingenlegioen, Lapize in een luchtgevecht en Petit-Breton bij een auto-ongeval achter het front. Na de 5e rit tussen Les Sables d’Olonne en Bayonne (482 km) komt Lambot de top drie binnen in het algemeen klassement. Hij blijft derde en lang tweede staan tot hij de 14e rit van Metz naar Dunkerque (468 km) wint. Hij gaat de slotetappe naar Parijs in als leider en wint de Tour 1919 na meer dan 231 uur fietsen aan een gemiddelde snelheid van 24,056 km/h. In 1922 wint Lambot de Tour opnieuw. Na het afhaken van de Fransman Alavoine in de Alpen en later Philippe Thys lijkt Hector Heusghem op weg naar de eindzege, maar die krijgt een uur straftijd omdat hij van fiets wisselde. En dus krijgt Lambot zonder ook maar één etappe te winnen de eindzege in de schoot geworpen.
Léon Scieur – 1921 Léon Scieur komt in de Tour van 1921 als vrij onbekende renner aan de start, maar hij valt op door zijn grenzeloos uithoudingsvermogen. Scieur komt net als Lambot uit Florennes. Hij was van de akker geplukt door zijn leermeester om te beginnen fietsen. Na twee keer een mooie ereplaats wint Scieur de 3e rit van Cherbourg naar Brest (405 km), waardoor hij meteen het geel verovert. Dat zou hij behouden tot Parijs. Onderweg wint hij ook nog de 10 etappe tussen Nice en Grenoble (333 km).
15
Lucien Buysse – 1926 De Tour van ’26 start voor het eerst buiten Parijs, in badstad Evian. Voor Lucien Buysse wordt het een zware Tour. Twee weken voordien is de vader van vier kinderen zijn oudste dochtertje verloren. Buysse is echter organisatorisch bijzonder sterk en vindt altijd en overal zijn weg. Hij wint de eerste etappe van Evian naar Mulhouse (373 km) en verdwijnt nooit uit de eerste drie van het algemeen klassement. Rit 10 is een zware dobber. Door de helse weersomstandigheden raken er tussen Bayonne en Luchon (323 km) maar weinig coureurs over de Pyreneeën. Buysse overleeft wél en wint de etappe. Hij komt in het geel en geeft dat niet meer af. Buysse wint ook de 11e rit van Luchon naar Perpignan (323 km). Maurice De Waele – 1929 De Fransman Fontan lijkt voorbestemd om de Tour van 1929 te winnen, maar in de 10e etappe van Luchon naar Perpignan (323 km) zakt hij met een vorkbreuk door zijn fiets. Maurice De Waele neemt het geel over en wint de Tour zonder ritzege. Die eindwinst komt nog aan een zijden draadje te hangen, want een uur voor de start van de voorlaatste etappe van Grenoble naar Evian (329 km) valt De Waele om onduidelijke redenen in zwijm. Hij blijft echter vechten en rijdt de Tour winnend uit. Romain Maes – 1935 De Tour van 1935 bestaat uit 21 ritten, waarvan zes halve etappes tegen de tijd. Romain Maes wint al op de openingsdag, een rit tussen Parijs en Lille (262 km), en zal le maillot jaune niet meer afgeven. De kleine Belg stelt zo meteen een einde aan de absolute heerschappij van de Franse ploeg. Maes wordt elke dag aangevallen, maar hij slaat elke keer weer terug. Antonin Magne, de voornaamste concurrent van Maes, wordt verondersteld zijn derde eindwinst binnen te slepen, maar op de Col du Télégraphe moet hij door een tuimelperte definitief afhaken. Romain Maes wint ook etappe 11 van Nice naar Cannes (126 km) en etappe 21 van Caen naar Parijs (221 km).
16
Sylvère Maes -1936, 1939 Dit jaar staan er 4.442 kilometer geprogrammeerd, opnieuw verdeeld in 21 ritten. Romain Maes, de winnaar van vorig jaar, krijgt in de Alpen een ferme inzinking en verdwijnt in de achtergrond. Zijn naamgenoot Sylvère wordt de nieuwe vaandeldrager. In rit 8 van Grenoble naar Briançon pakt hij het geel. De ‘Lepe Peer’, zoals zijn bijnaam luidt, bouwt zijn machtspositie nadien uit door vier ritten te winnen. Onder meer de tijdritten van Nîmes naar Montpellier over 52 km en die van Narbonne naar Perpignan over 63 km zet hij naar zijn hand. Hij wint twee dagen later ook de 16e etappe van Luchon naar Pau (194 km) en tot slot nog de tijdrit van Saintes naar La Rochelle (75 km). Drie jaar later vestigt Maes een wedstrijdrecord. Hij wint zo het gevecht met zijn landgenoot Ward Vissers. Op de Col d’Izoard maakt hij het verschil, waardoor ook de Franse favoriet René Vietto op achterstand wordt gezet. Zijn enige dagzege pakt hij tussen Digne en Briançon (219 km). Sylvain Maes wint zo de laatste Tour voor het uitbreken van Wereldoorlog II. Eddy Merckx – 1969, 1970, 1971, 1972, 1974 De Tourheerschappij van Merckx begint in 1969. Het is het jaar dat er weer merkenploegen rijden. Hij verliest de proloog tegen Rudi Altig, maar zet tussen Mulhouse en de Ballon d’Alsace orde op zaken. Zijn grote uitschieter volgt in de rit van Luchon naar Mourenx, waar hij 140 km alleen op kop rijdt, onder meer over de Aubisque en de Tourmalet. Pas zeven minuten later komen de eerste achtervolgers binnen. Merck wint in zijn eerste Tour zes ritten. In 1970 wint Merckx in Limoges wel de proloog en pakt meteen geel. Merckx wint de etappes van Valenciennes naar Vorst (7A, 119 km), van Belfort naar Divonne-les-Bains (10, 241 km), de tijdrit in Divonne-les-Bains (8,8 km), van Thonons-les-Bains naar Grenoble (12, 194 km), van Gap naar de Mont Ventoux (14, 170 km), de tijdrit in Bordeaux (20B, 8,2 km) en die van Versailles naar Parijs (23, 54 km). In 1971 verliest Merckx naar Merlette tien minuten op Luis Ocaña, maar die valt zwaar op de Col de Menté en moet opgeven. Merckx wint de Tour na 4 etappezeges (Mulhouse-Strasbourg – 144 km, tijdrit in Albi – 16,3 km, Mont-de-Marsan-Bordeaux – 188 km, en de tijdrit Versailles-Parijs (53,8 km). In 1972 moet Luis Ocaña zijn grote rivaal laten
17
gaan in de beklimming van de Galibier. Merckx wint de proloog in Angers (7,2 km) en de tijdrit van Bordeaux naar Circuit du Lac (12,7 km). Ook de ritten van Pau naar Luchon (163,5 km), van Orçieres-Merlette naar Briançon (201 km) en van Briançon naar de Galibier (51 km) zijn voor Merckx. De kers op de taart zet hij in de tijdrit Versailles-Versailles (42 km). Anno 1974 wint Mercx zijn vijfde Tourtriomf en komt zo naast Jacques Anquetil. Hij wint de proloog in Brest (7,1 km), de ritten Mons – Chalons-sur-Marne (221,5 km), Besançon – Aspro Gaillard (241 km), Aspro Gaillard – Aix-les-Bains (131,5 km), Colomiers – Seo de Urgel (225 km), de tijdrit Bordeaux-Circuit du Lac (12,4 km), de ritten Vouvray-Orléans (112,5 km) en Orléans – Parijs (146 km). Lucien Van Impe – 1976 Van Impe pakt bovenop Alpe d’Huez de gele trui maar moet die in de Pyreneeën weer afstaan. Via een groots offensief naar Pla d’Adet komt hij weer in de spits van het klassement. Tourdebutant Freddy Maertens is echter de grote slokop. Hij wint de proloog, nog acht andere etappes én de groene puntentrui. Van Impe wint enkel de 14e rit van Saint-Gaudens naar Saint-LarySoulan (139 km), maar dat volstaat ondanks een aandringende Joop Zoetemelk wel voor de eindzege. De Kleine van Mere blijft de laatste Belgische Tourwinnaar en het ziet er niet naar uit dat daar snel verandering in zal komen.
Onze gemeente Erpe-Mere zal dit sportieve hoogtepunt in de impressionante carrière van deze fenomenale wielrenner passend herdenken én stevig vieren! De komende maanden zetten we Lucien dan ook uitgebreid in de bloemetjes, met een groots feestweekend op 30 en 31 juli als apotheose. In 2016 wordt het opnieuw … de Zomer van Lucien
18
De puzzels 11 werden door onze trouwe puzzelaars prachtig ingevuld Van de 7 ingezonden kruiswoordraadsels waren er 6 zonder fout: Deman Urbanie, De Troyer Marcel, Reynaert Rita, Van den Eede Jozef, Van Keymeulen Diane, Van Impe Willy en 1 met 1 fout: Amant Walter De prijswinnaar is hier Reynaert Rita De 7 Filippines kregen 6 juiste antwoorden: Amant Walter, De Vrieze Luc, Hertsens Dries, Van Der Biest Norma, Van Impe Willy, Van Keymeulen Diane met fout: Van den Eede Jos De prijswinnaar is: Van Der Biest Norma
Zoals je kon zien verschijnt de oplossing der puzzels op de TV van Avondzon na de 5de der 2de maand. Tot de volgende oplossing!
19
KRUISWOORDRAADSEL 12
Naam: ………….……………………………………………………….
20
HORIZONTAAL 1. patriarchen 2. vaarwel (Fr.) ; dwarsmast ; straat (Fr.) 3. de buis ; signaal der Indianen 4. stad in West-Vlaanderen ; achter 5. beruchte moslimgroep ; naam van kleine rivieren ; groente 6. platte vloersteen ; steen ; plaats in West-Vlaanderen 7. tijdsduur ; Trans European Express ; goud (Fr.) 8. droevig toneelstuk ; soort 9. Land in Afrika 10. krampachtige samentrekking ; inhoudsmaat 11. kraagsteen in de bouwkunde ; gevoelens 12. haardots ; delfstof
VERTIKAAL 1. houding ; kilowatt 2. raadgever ; senior 3. uitroep ; zode met planten 4. zangnoot ; watering ; geen uitgezonderd 5. spotnaam voor een belasting 6. slotwoord 7. geestige ; geheugensteuntje 8. vaartuig ; goed gebruik 9. oud geldstuk 10. lof ; noodzakelijk 11. gesneden hengst ; gevaarlijke rots in de Rijn 12. vertegenwoordigers van het volk ; sint Een door het lot bekomen winnaar krijgt in de cafetaria een glas!
21
FILIPPINE 12 gelijke cijfers = gelijke letters
Naam: ………….……………………………………………………….
22
1. krachtbron 2. de eerste slag van een slagbeurt, beweging van het oog 3. top van een steekwapen 4. langwerpig geneesmiddel 5. stekelhuidig dier 6. lawaaierig slingerdier 7. worden, zich vormen 8. karamel met gedichtje 9. naamloos 10. de eerste fout van de mens 11. traagheid 12. schoonheid en glans 13. zieleherder 14. akker 15. te koop bieden
Piet Cassiman
23
Slaatje van maatjes met groene appel en fijne boontjes Ingrediënten (4 personen) 2
of 3 maatjes ½ afgestreken eetlepel mosterd op grootmoeders wijze 1 groene appel 100 g heel fijne sperziebonen 6 eetlepels olijfolie peper en zout ½ rode ui 2 tomaten 3 eetlepels wijnazijn
Bereidingswijze Kook de sperziebonen gaar in licht gezouten kokend water in ongeveer 5 min.: ze moeten nog knapperig zijn. Schrik ze onder koud water en laat uitlekken. Meng intussen, in een kommetje de azijn al kloppend met de mosterd en de olie, breng eventueel op smaak met peper en zout. Ontpit de tomaten en snij in blokjes. Snipper de halve, rode ui fijn. Snij de maatjes in stukken. Snij de ongeschilde appel in blokjes. Verdeel al deze ingrediënten over bordjes of glazen en bedruip met wat vinaigrette. Serveer meteen met brood en geef er de resterende vinaigrette apart bij.
Kooktip Als je de salade op voorhand maakt, besprenkel de appelblokjes dan met citroensap om verkleuren te voorkomen.
24
25
26
Wist je dat de maand mei één van de mooiste maanden is van het jaar? De natuur die terug in leven komt, de eerste warme dagen die steeds maar langer worden, de schoonheid van de bloesems, het wakker worden door het zalig fluitconcert van de vogels … dit alles laat een mens zich beter voelen.
Wist je dat het moederkensfeest in Avondzon steeds een schitterende namiddag is? een moederfeest zonder kinderen, daarom nodigen wij steeds de kleuters uit van de Sint-Martinusschool die hun dansje en liedje voor moeder komen brengen. Het jeugdig enthousiasme en de kinderlijke naïviteit staan borg voor een zalig gebeuren waardoor alle vrouwen- en moederharten sneller gaan slaan. Niet alleen voor de bewoners, maar ook voor de kinderen is dit bezoek belangrijk. Zij leren hier dat het contact met ouderen leuk kan zijn en dat ze er helemaal geen angst mogen van hebben: een echte levensles voor later … Met dank aan de directie en de leerkrachten van de Sint-Martinusschool Erpe voor hun inzet en bereidwilligheid. Tot volgend jaar!!
Wist je dat de bedevaart naar Oostakker-Lourdes eens te meer een deugddoende reis was? De mooi verzorgde eucharistieviering, de ommegang met mooie inspirerende teksten en het stil moment aan de grot, laten een mens weer rustig worden. Een blij moment om er mogen bij te zijn … ook achteraf in het “Boerenhof” waar de pannenkoeken, de ijsjes en een biertje de harten en magen van de bedevaarders mochten verblijden. Van harte dank aan de organisatoren, het pastoraal team en de vele vrijwillige handen die dit alles mogelijk maakten!!
27
Wist je dat het eenentwintigen en het hoger-lager-spel opnieuw de aanwezige bewoners stimuleerden met de actua-vragen en het spelelement? De wordt op een humoristische wijze op de korrel genomen. Dit wordt verwerkt in een leuke quiz waar iedereen tot op het laatste moment “met wat geluk” nog kan winnen. De winnaars worden dan vereeuwigd met een foto op het TV-kanaal van Avondzon. Aan alle deelnemers een woord van dank voor hun aanwezigheid en een dikke proficiat aan de winnaars.
Wist je dat tijdens het vaderfeest steeds alle bewoners getrakteerd worden met een lekker stukje taart? De liefde van de man gaat nu eenmaal door de maag … Naar jaarlijkse gewoonte is er dan de ‘statutaire vergadering van de man’. Wat er zoal besproken wordt is en blijft geheim. Eén ding is zeker: de dames zijn dan even niet welkom, mannen onder de mannen moet even kunnen, toch op het vaderfeest! Hoe dan ook, het moet wel een zware vergadering zijn want achteraf moeten de mannen het één en ander doorspoelen … gezondheid mannen!
Wist je dat het verrassingsfeest met mr. Hugo De Waele, burgemeester van Erpe-Mere, opnieuw een zeer aangename en interessante quiz was? Via allerlei vragen bezorgde hij opnieuw leuke details over Erpe-Mere aan de bewoners. Zowel geografische elementen, als de spotnamen, de watermolens, de SintMartinuskerk en zelfs Lucien Van Impe, die 40 jaar geleden “De Ronde van Frankrijk” won, werden opgerakeld. De winnaar mocht op fotoshoot met de burgemeester. De mooiste foto wordt aan de winnaar bezorgd en zal zeker een mooie plaats krijgen op de kast!! Van harte dank aan onze aller burgervader: mr. Hugo De Waele!
28
Do 07/07
14.15u.
Zangfeest met Vlaamse liedjes
Do 14/07
14.15u.
Petanque-tornooi
Do 21/07
Nationale Feestdag met ‘vliegshow’
Do 28/07
14.15u.
Wie-wat-ben-ik-quiz
Do 04/08
14.15u.
Petanque-tornooi
Ma 15/08
10 uur
Eucharistieviering Maria-Tenhemelopneming
Do 11/08
14.15u.
Petanque-tornooi
Do 18/08
14.15u.
Volksstaminee
Do 25/08
14.15u.
Bingo-spel