plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel11 van de wet op het openbaar lichaam M d at&:-- :L.kA. "zuidelijke ijsselmeerpolders" /
flevolijn I gelegen in gebied 0.1. ZlJP
m i n i c t ~ r\qn i ~ verkeer en waterstaat
3300
loor de ijsselmeerpolders-smedinghuis-lelystad
,
. RIJKSVIEI..,S.I~ VOOR 08 IJ S S ~ L M Z ~RP.OLDERS
'LA.
Mot *a / . plan tot,regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel11 van de wet op het openbaar lichaam "zuidelijke ijsselmeerpolders". . ' . .. ,
/
flevolijn I gelegen in gebied 0.1. ZlJP
1
.I
ministerie van verkeer en waterstaat rijksdienst voor de ijsselmeerpolders- smedinghuis-lelystad
PLAN FLEVOLIJN I
I
,
' .
'
Planno. : 8043 Externe adviseurs : Stad en Landschap, Rotterdam
VOORWOORD
I. 2. 3.
Inleiding Plangebied Beschrijving van h e t trace Resultaten van h e t ambtelijk overleg
4. BI JLAGE VOORS CHRIFTEN
I
RIJKSDIENST
I . I
VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS Smedinghuis LELYSTAD
VOORWOORD Dit plan tot regeling der'bebouwing en der bestemming der gronden heeft tot doe1 een deel van hef grondgebied van Almere te bestemmen voor een spoorlijn, nl. de Flevolijn. Dit is noodzakelijk i.v.m. de voorgenmen aanleg. Het trac6 is onderdeel van het in juni 1978 door de Minister van Verkeer en Waterstaat vastgestelde trace in Flevoland, dat begint op de grens met de gemeente Naarden en Muiden en eindigt in de gemeente Lelystad. Tevens zijn een aantal bouwplaatsen gereserveerd voor de in een vroeger en later stadium van ontwikkeling van Almere-Stad te realiseren stationsgebouwen. De juridische vormgeving is in samenwerking met het bureau Stad en Landschap tot stand gekomen.
I I I
Het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden vindt zijn basis in artikel I 1 van de Wet van 10 november 1955, Stb. 521 (Wet Openbaar Lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders"), luidende: I, Voor de toepassing van de bepalingen van de Woningwet worden de voor I, het gebied van het openbaar lichaam door Onze Minister van Verkeer ,I en Waterstaat goedgekeurde plannen tot regeling der bebowing en 11der bestemming van gronden aangemerkt als ingevolge die wet (thans "de Wet op de Ruimtelijke Ordening) vastgestelde en goedgekeurde "uitbreidingsplsnnen (thans bestemningsplannen). Krachtens dit artikel hebben de door de Minister van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde plannen tot regeling der bebowing en der bestemming van gronden dezelfde wettelijke status als de ingevolge de Wet Ruimtelijke Ordening vastgestelde en goedgekeurde bestemmingsplannen. Voor wat de inhoudelijke vormgeving van de plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden betreft is zoveel als binnen het kader van de Wet 0.L.Z.IJ.P. mogelijk aansluiting gezocht bij de Wet en het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. Een deel van de voorschriften staat weerneneven op de kaart. Het betreft in hoofdzaak bouwoorschriften; waardbor overzichtelijk is weergegeven welke bouwmogelijkheden voorhanden zijn en met welke stedebouwkundige randvooxwaarden, zoals waterlopen, fiets- en voetpaden. e.d. rekening gehouden dient te worden. Tevens staan op de kaart d.m.v. (overige) aanwijzingen een aantal bijzondere elementen weergegeven. DE DIREKTEUR VAN DE RIJKSDIENST VOOR DE IJSSELMEERPOLDERS
F l k o l a n d s p e e l t een b e l a n g r i j k e r o l i n h e t huisvesten van-bewoners en vestigen van bedrijven u i t voornamelijk h e t noordelijk d e e l van de Randstad. Daarvoor worden Lelystad en Almere gebouwd. ( z i e f i g . 1) Lelystad wordt een middelgrote s t a d met ca. 100.000 inwoners; Almere een s t a d met maximaal ca. 250.000 inwoners. verspreid over meerdere kernen. ( z i e f i g . 2) Beoogd wordt d a t e r i n deze nieuwe steden n i e t a l l e e n gewoond maar o o k , gewerkt kan worden. Voor h e t v e s t i g e n van gevarieerde bedrijvigheid z i j n wat b e t r e f t p l a a t s en omvang d i v e r s e b e d r i j v e a t e r r e i n e n gepland. Het spreekt voor zich d a t de hiervoor genoemde ontwikkelingen zware verkeers- en vervoersstromen met zich meebrengen en we1 met name tussen de poldersteden en de Randstad. Voor autoverkeer i s de opname-capaciteit i n en rond Amsterdam en i n , ' t Gooi reeds beperkt en u i t b r e i d i n g i s nauwelijks mogelijk. Het openbaar railvervoer z a l een groot d e e l van de zeer omvangrijke reizigersstroom moeten afwikkelen. I n f e b r u a r i 1977 besloot de reger i n g dan ook t o t aanleg van een s p o o r l i j n , n l . "de Flevolijn", over t e gaan. ~ e n e i n d et e komen t o t een tracE voor de s p o o r l i j n , i s een t ~ a c g n o t a oude land en een tracgnota nieuwe land opgesteld. Op verzoek van d e * Minister van Verkeer en Waterstaat h e e f t de Raad voor de Waterstaat een inspraakprocedure georganiseerd; voorafgaande aan en t e n behoeve van de v a s t s t e l l i n g van de trac6s. Als onderdeel van deze inspraak-procedure z i j n beide nota's gedurende de maanden mei en j u n i 1977 t e r v i s i e gelegd en z i j n i n d e betrokken gemeenten op het oude land en i n de kernen op h e t nieuwe land voorl i c h t i n g s b i j eenkoms t e n gehouden. I n septanber 1977 z i j n h o o r i i t t i n g e n gehouden, waar de reeds s c h r i f t e l i j k ingediende opmerkingen nog nader konden worden toegelicht. Het t r a c 6 op het nieuwe land h e e f t t i j d e n s deze procedure geen opmerkingen of bezwaren opgelwerd en op advies van de Raad voor de Waterstaat h e e f t de Minister d i t tracE i n j u n i 1978 dan ook ongevijzigd v a s t g e s t e l d . Na overleg met de Tweede Kamer i n 1979 i s i n j u n i 1980 de F l e v o l i j n op h e r oude land volgens eengewijzigd trac6 vastgesteld. Het onderha+ge t r a c & i s h i e r b i j ongewijzigd gebleven,, met uitzondering van het trace-gedeelte b i j d e. ~ . o. l i a r i d s eBrug;' D i t i s zo d i c h, t, mogelijk :Sangs de ::. ; .,* . .. . . .. . . . . . . wegbdg' getegd. . . . . . . . . . . . . . ....., .. .. . .. .. .. . : . .. :.. . , - . . . *. :. . . . .. . . . . . . . . . . . . . . . . '
:'
Het plangebied o.mvat ee? .strdok va?..enk,ele t i e n t a l l e n me.ter.9. breed aan. w e e ~ s z j i j . , $ va.n,.deas ~ van de s p o o r l i j n en r u i m I I kilometer lang vanaf de gemeentegrens van Naarden'tot het kanaal "de Lage Vaart" ( z i e ; f i g . 3).: Binnen de strookbfeedte past i n a l l e gevallen h e t dwarsp r o f i e l vah de s p o o r l i j n van teen talud t o t teen talud. Het plangebied i s gelegen i n het s t e d e l i j k gebied van Almere, met name i n Almere-Stad..Vanwege de op korte termijn s t a r t e n d e r e a l i s e r i n g van het deel van de s p o o r l i j n dat ten westen van het centrum van AlmereStad i s gelegen, wordt gestreefd naar een goedgekeurd plan voor de bouwwerken d i e i n d i t d e e l ' o p g e r i c h t moeten worden, zodat de bouwaanvragen daarvoor aan d i t plan g e t o e t s t kunnen worden. Tevens wordt doo'r het plangebied a f t e stemmen op Almere-Stad en de ontwikkeling daarvan de noodzakelijke r e l a t i e tussen F l e v o l i j n en Almere-Stad t o t uitdrukking gebracht. ,
3 . Beschrijving van het true6 3 . 1 . Traject tussen IJmeer en AZmere-Stud De dubbelsporige F l e v o l i j n komt h e t nieuwe land binnen v i a een spoorbrug over het IJmeer. Deze spoorbrug l i g t d i c h t naast de zbgenaamde Hollandse brug i n rijksweg 6. De bundeling van s p o o r l i j n en weg t e r p l a a t s e van de overbrugging van het randmeer h e e f t a l s voordeel, d a t d e aantasting van h e t recreatiegebied "het Muiderzand" zo k l e i n mogelijk i s . Voor de scheepvaart i s deze zeer nabi je ligging van beide bmggen een aanvaardbare oplossing. Na het Muiderzand buigt de s p o o r l i j n i e t s af i n noordelijke r i c h t i n g en gaat dan r i c h t i n g Almere-Stad. Tussen het Muiderzand en de stadsautoweg I loopt de s p o o r l i j n door een (voorlopig) landbouwgebied. Het structuurplan Almere g e e f t h i e r een reservering aan voor een b i j zondere bestemming ; een reservering welke i s ingegeven door d e bijzonder goede s i t u e r i n g van deze plek b i j de ingang van de polder en aan de s p o o r l i j n . Na passage van d i t gebied wordt de stadsautoweg I hoog gekruist. 3 . 2 . T r ~ . e c ti n de kern Ahere-Stad
Overeenkomstig h e t s tructuurplan Almere loopt de F l e v o l i j n verder c e n t r a a l door Almere-Stad. Volgens de huidige plannen z a l i n een eindfase Almere-Stad ca. 90.000 inwoners herbergen. Bet structuurschema Almere-Stad g e e f t i n deze kern 3 s t a t i o n s &an; waarvan het middelste s t a t i o n gelegen is i n h e t hoofdcentrum. D i t structuurschema i s i n septemb& 1977 goedgekeurd door de Minister van Verkeer en Waterstaat a l s b a s i s voor structuur- en bestermnings' plannen. Een structuurplan voor Almere-Stad i s thans fergoedkeuring aangeboden aan de'yfinister van Verkeer en: l i a t e r s t a a t . De e e r s t e bestemmingsplannen, i n Almere genaamd "p1annen.to.t r e g e l i n g d e r bebouwingen der bestemming van gron'den ex a r t . 1.1 van de Vet op het Openbaar.. Lichaam Zuidelijk I J s s e l ~ e e r p o l d e r s " , hebben ook reeds t e r v i s i e gelegen. Het a a n t a l i m o n e r s van Almere-Stad bedroeg per 1 januari 1981 1.150 en wordt voor 31 december 1981 geraamd op 4.100.
Bij de uitwerking van woon- en centrumbestemmingen wordt e r rekening . ' mee gehouden, d a t de geluidhinder binnen de voorlopige geldende normen. b l i j f t . Deze grenswaarden (etmaalwaarden v a n d e equiva1ente.geluiddi~eaus) bediagen 60dB(A) buiten.de stationsomgeving en 65.dB(A).in de omgoving van h e t , s t a t i o n l ( c . f . C i r c u l a i r e spoorwe~lawaaid.d. 1 mei 1979). D i t wordt i n h e t algmeen b e r e i k t door een afstand van c a . 5 0 m tussen de a s van de s p o o r l i j n en de woonbebouwing aan t e houden. ( z i e b i j l a g e I ) ~estemmir&en,,'dieminder geluid gevoelig z i j n , zoals kantoren, kunnen dichter b i j de s p o o r l i j n worden gesitueerd. Deze bestemmingen kunnen tevens dienen a l s b u f f e r , waardbor woonbebouwing eventueel d i c h t e r b i j de s p o o r l i j n kan worden gere'aliseerd. Op de s p o o r l i j n worden geen geluidschermen of wallen aangebracht. De hoogteligging van de s p .o o .r i i j n bedraagt i n h e t , gehele Almere-gebied 4 '2 5 m boven het maaiveld.
In de kernen wordt we1 gestreefd naar een zo laag mogelijke ligging ,enerzijds,maar anderzijds toch ook naar voldoende doorrij- of doorvaarhoogte voor kruisend verkeer. Deze beide uitgangspuntenhebben geleid tot genoemde hoogteliggingen. Het plangebied eindigt bij de oostelijke plangrens van het structuurschema ~lmere-~tad bij de Lage Vaart. ;
Nadere informatie over de Flevolijn kan worden verkregen uit de volgende rapporten: - Bedrijfseconomische rentabiliteitsstudie railverbinding Almere (febr. 1975); - Sociaal-economische rentabiliteitsstudie railverbinding Almere (mei 1975); - Nota ten behoeve van de vaststelling van het trace van de Alyrespoorlijn op het oude land (maart 1977); - idem, op het nieuwe land (maart 1977); - Circulaire Spoorweg-lawaai Ministerie van Volksgezondheid en MilieuhygiEne (1979); - Het geluid langs de Almere-spoorlijn; Flevobericht 139 RIJP (1978).
.
f iguur 1 amsterdam +groeikernen
I
I O water ,
I 1
im €I JI
,
.
huidige en toekomstige stedelijke bebouwing werken wegen spoorlijn
figuur 2 almere, meerkernige opzet
water stedelijk gebied bedrijvenpark wegen spoorlijn
0
1
2
3
4
5km
I f iguur 3 situering plangebied in 0.1. ZIJ P
I
-....
spoorlijn
RESULTATEN VAN'HET AMBTELIJK OVERLEG .
.
.
II
.
Op 23 april 1981 is het ontwerp-plan in het kader van het ambtelijk overleg gezonden aan: I. Het Openbaar Lichaam ''Zuidelijke IJsselmeerpolders" te Almere 2 . De Directie Financizn Binnenlands Bestuur van het ~inisterievan Binnenlandse Zaken te 's-Gravenhage 3 . De Hoofdingenieur-Directeur van de ~ij'kswaterstaat in de Directie Zuiderzeewerken te Lelystad 4. Flevodienst N.V. te Apeldoorn 5. N.V. Mesa te Utrecht 6. N.V. P.G.E.M. te Arnhem 7. Eerstaanwezend-Ingenieur der Genie te Apeldoorn 8 . Rijksconsulent voor Handel, Ambacht en Diensten in de provincie Noord-Holland te Haarlem 9: P.T.T. Telefoondistrict Utrecht te Utrecht 10. De Inspecteur van Volksgezondheid in de provincie O~erijssel~te Zwolle 1 1 . Directoraat-Generaal van de Energievoorziening te 's-Gravenhage 12. De Hoofdingenieur-Directeur voor Landinrichting, Grond- en Bosbeheer in de provincie Overijssel te Zwolle 13. De N.V. Nederlandse Spoowegen te Utrecht 14. Rijks-hoofdinspecteur van hetverkeer te Zwolle Tevens is een opmerking van de Gasunie te Groningen binnengekomen, welke in dit kader zal worden verwerkt. Van de onder 2, 4 en 5 genoemde instanties is geen reactie ontvangen. lret De onder 6, 7, 8, 9 , l I, -12 'en ,l4:.:geneeriideins:tamties-'.k.ri.&.t+i.:dat.. plan van die zijde geen aanleiding geeft tot hetmaken van opmerkingen. Van de onder . I , . 3 , 10 en 13 genoemde instanties zijn opmerkingen hge? : komen. Hieronder volgende deze opmerkingen, veelal samengevat met de beantwoording van de R.1J.P. daarop.
Het Openbaar Lichaam "Zuide Z ijke IJsseZmeerpoZders " b e r i c h t b ij b r i e f d.d. 11 juni 1981, kenmerk 155 63-SVG, h e t voolgende: I . Gezien h e t karakter van h e t plan i s h e t met name voor de spoorbaan mogeZijk de "qedetaiZZeerde" pZanvom t e gebruiken. De stationsbebowing en daamede samenhangende centrunbebowing zat daarentegen veeteer i n een gZobaZe pZanregeZing ondergebracht moeten worden, d i e overeenkomstig artikeZ I 1 van de Wet op de RuimteZijke Ordening m d e r uitgewerkt m e t worden. h'et inachtneming hiervan zaZ h e t pZan 4ua vormgeving moeten voZdoen a m de e i s e n d i e de Wet en h e t ' ~ e s Z u i op t de Ruimtetijke Ordening aan b e s t e m mingspZannen s t e Z Zen. I n - h e t vervoZg zaZ i n verschi ZZende punten hierop nog nuder worden ingegaan; & redenen om zoveeol m g e t i j k toepassing t e geven aan de Wet en he't.BesZuit op de Ruimtetijke Ordening z i j n u voZdoende bekend, zodat een nadere t o e l i c h t i n g daarop overbodCg i s .
~eactie: De beschikbare plankaart toont een opzet aan die gelijk is aan die welke gehanteerd wordt bij het opstellen van een gedetailleerd bestemmingsplan ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Aangezien het gronden betreft die in de naaste toekomst voor bebouwing in aanmerking komen, is gekozen voor een gemengde subbestemming in de vorm
Resultaten van het ambtelijk overleg
van een aantal toelaatbare voorzieningen, zoals voningen, winkels en De binnen het aangegeven kantoren-terplaatsevan de aanvijzing . .sgc. oppervlak toelaatbare beboiwing mag maximaal 40.00 m hoogvorden. 2. Qe motieven, die ertoe hebben geZeid t o t stechts een gedeeZteZijke , opname v m h e t t ~ c d i n d i t pZan over t e g m , dienen' ia de toezichting : t e wrden verwoord. Onduidetijkheid hierover dient t e irorden voorkcmk. : . ..
De toelichting wordt als volgt aangepast. Na "Het plangebied is gelegen in het stedelijk gebied van Almere, met name in ~lmere-stad"wordt op bladzijde 5 toegevoegd: "Vanwege de op korte termijn startende realisering van hetdeel van de spoorlijn dat ten westenvan het centrum van Almere-' Stad is gelegen, wordt gestreefd naar een goedgekeurd plan voor de bouvverken die in dit deel opgericht moetenworden, zodat de botlvaanvragen, daarvoor.aan dit plan getoetst kunnenworden; Tevens wordt door het plangebied af te steuinenop Almere-Stad en'de ontwikkeling daarvan de noodzakelijke relatie tussen Flevolijn en Almere-Stad tot uitdrukking gebracht." .. Het is de bedoeling de plannen voor de Flevblijn,aan te laten sluiten bij de structuurplangebikden en de ontwikkeling daarvan. ~ienovereenkomstig gaathet plan voor de Flevolijn, waarin het ttacC.binnenA1mereiBuiten en het
4. Het l i j k t gatenst de geluidszone die Zangs de spoorbaan i n acht wordt genomen op de ptankaart en/of i n de voorschriften op te nemen.
In verband met nu nog ten.dele onbekende bestemingen van aangrenzende plangebieden en daaruit voortkomende opzet deze problematiek in de plannen met gevoelige bestemmingen zelf op te nemen, is dit plan beperkt tot de spoorlijn en de stationsbepouving. Overigens wordt vervezen naar bladzijde 6 van de toelichting.
5. De motivering van de situering van de spoorbmg dicht nabij de Hotlrmdse Brug zou verder uitgewerkt dienen t e worden i n overLeg met de NS. D i t w r d t van belcrng geacht vamege de verschitlende beZangen die hierbij i n het geding z i j n (scheepvaart, watersport, beoordeting geluidsbronnen, lmdschappetijke inpassing) en overleg dat over verschiZZende ~Zternatieveni n het verZeden i s gevoerd.
Resultaten van het ambtelijk overleg
Het in 1978 vastgestelde tracelegde de ligging van de spoorbrug over het IJmeei ten opzichte van de Hollandse brug niet exact vast. D e ligging . . is aan de hand van een aantal aspecten, onderandere scheepvaart,.geluids-. hinder (ten opzichte van Muiderberg) , ruimtebeslag (Muideriand) nader bestudeerd. Hieraan hebben onder andere Rijkswaterstaat, NS enR.1J.P. meegewerkt. De Minister van Verkeer enwaterstaat heeft veryolgens in jini 1980 het trace van de spoorlijn vastgesteld op een ligging zo dicht mogelijk 6ij de Hollandse brug. De in.de trac6beschrijv+g'opge~men motivering van de plaats van de spoorbrug geeft voldoende inzicht en geeft dus geen aanleiding tot tekstaanpassing. 6 . I n de t o e t i c h t i n g wordt nog gesproken over een i n voorbereiding z i j n d structuurpZan Atmere-Stad. Het plan i s echter a2 t e r goedkeuring aarage-. boden aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.
De toelichting wordt in vorenbedoelde zin aangepast.
.
,
7. I n de t o e t i c h t i n g zutZen t e z i j n e r t i j d de r e s u t t a t e n van h e t overleg, onder meer van dat met h e t Openbaar Lichaam ZuideZijke IJsseZmeerpolders, moeten worden opgenomen.
Reeds geruime tijd is het de gewoonte om een dergelijke paragraaf toe te voegen. 8 . De ptankaart dient.de nodige gegevens t e bevatten t e n aanzien van de kadustraZe i n & Zing.
Voor zover en zoveel deze aanwezig zijn, wordt de plankaart alsnog aangepast. 9 . E r wordt met ktem voor gepZeit om atZe voorsdzriften op t e nemen i n h e t " v o o r s e h r i f t e n b ~ e k j e 'en ~ n i e t t e werken met een verwijzing daarin naar gegevens d i e op de pZankaart z i j n v e r m e t d . I n d i t verband wordt e r bovendien op gewezen, dat h e t door! u voorgestetde a r t i k e l 5 i s geredigeerd a l s een gebruiksbepating en n i e t hts een bestermringsbepaling met bebowingsvoorschriften .overeerikomtig h e t systeem van h e t Besluit op de Ruimtelijke Ordening. I n w opzet i s h e t voorts b i j f e t a c h t i g wat h e t juridische kar a k t e r i s van d e v 2 r s c h i t t i n d e . amwijzingen op de ptonkaart.
Resultaten van het ambtelijk overleg
De specifieke bouw- en toelaatbaarheidsvoorschriften zijn opgenomen'op de kaart e n de "algemene" voorschriften zijn te vinden in het boekje.' Het geringe aantal vewijzingenkent grotere voordelen dan het"verstoppep" van sQecifieke voorschriften in een groot aantal identiek lijkende voorschriften. De toegankelijkhbid van het plan isvolgens de vokrliggendeopzet beter. Artikel 5 wordt als volgt aangepast: "De gronden zijn bestemd voor de ingevolge op de kaart aangegeven bestemmingen (voorschriften) toelaatbare voorzi&ingen en de ingevolge deze voorschriften toelaatbare voorzieningen." Overigens is elke aanvijzing in kaart en voorschriftellper definitie juridisch e n komt in die gin in het kader van de toetsing ex artikel 48 van de Woningwet aan de orde. 1 0 . De bedoelde dubbelbestenmring i s onvoZdoende uitgewerkt, met name doordat de bestemring waterstaatswerken n i e t i s beschreven. Overigens is het de vraag of deze bestenmting we2 het meest amzgeuezen i s voor de desbetreffende gronden.
Aangezien het onzes inziens een voor slechts 6611 uitleg vatbaar begrip waterstaatswerken betreft, lijkt een beschrijving niet noodzakelijk. Niettemin wordt het renvooi verduidelijkt en aangepast. 11. Ook indien voor de centrumbebouwing i n de d i r e c t e n d i j h e i d van de s t a t i o n s de globale pZanregeling wordt gebruikt, z a l op e n i g e r t e i w i j z e de toegestane maximale omuang van d i e b e b o d n g moeten worden geregetd.
De recle bouwmogelijkheden zijn minder dan op grond van de kaart mogelijk lijkt. De aanwezigheid van spoordijk en stationsviaduct is daar oorzaak van. Het betreft hier een integraal project en om dit duidelijker tot uitdrukking te laten komen wordt in het renvooi tussen "stationsgebouwen" en "centrumvoorzieningen" het woord "annex" gevoegd. Zie ook reactie bij opmerking 1.
I
Resultaten van h e t arnbtelijk overleg
,. ,
.
.
, .
De Hoofdi~;genieurdirecteurvan de Directie Zuiderzeewerken van Rijkswaterstaat b e r i c h t b i j b r i e f d.d. 22 juni 1981, kenme& RFO, h e t uotgende: 1. 2.
I n het tekeninghoofd van h e t p kaart De bes temring " l r a i 2 ) v e r k e e r ~en d i e n t z i j n s i n z i e n s eveneens t e kruisingen van de spoorbarm met vaarten e n tochten.
.
h ontbreekt de schaataanduiding van de waters taatsdoe kinden" op de kaart worden armgegeven t e r ptaatge Van belangrijke watertopen, zoats hoofd-
De schaalaanduiding wordt alsnog opgenomen. Voor zover op de schaal van d i t plan m g e l i j k , z a l de bedoelde medebestemming t e r p l a a t s e van kruisingen met belangrijke waterlopen worden aangegeven.
De Inspecteur van de Volksgezondheid voor de Hygiene van h e t Milieu voor Overijssel, de Zuidelijke IJssetmeerpolders en de gemeenten Dronten e n Lelystad b e r i c h t b i j b r i e f d.d. 17 juni 1981, kenmerk 501/EIT/C6, h e t volgende :
-
-
De op b l z . 6 Zaatste alinea genoemde grenswaarden voor de geluidbelasting a l s gevolg van de s p o o r l i j n z i j n de etmaatwaarden van de equivalente geluidsniveaus. Een e t m Z w a a ~ d evan 65 dBIAI betekent voor de dugperiode (07.00 - 19.00 uur) een Leq van 65 0231.4) de avon@eriode 119.00 - 23.00 uur) een Leq van 60 & ( A ) de nachtperiode 123.00 - 07.00 uurl een Leq van 55 & ( A ) . De constatering dut de genoemde etmaaZwaarden i n h e t algemeen worden b e r e i k t op e m afstand van c i r c a 50 meter vanaf de as vcm de s p o o r Zijn i s n i e t onderbowd met voldoende gegevens. De geluidbelasting voor de gevels v m de woningen of &re geluidsgevoelige bestemringen t e n gevolge van de Zangsrijdende t r e i n e n i s numelijk a f i a n k e l i j k van de volgende factoren: I . h e t armtal passerende draaisteZZen l r e i z i g e r s t r e i n e n l e n assen (goederentreinen); 2. de snelheid waamnee de treinen passeren; 3. de ligging van de s p o o r t i j n t e n opzichte van de woabebowing ( h i e r 4 d 5 meter bouen h e t mzaiveZdl; 4 . de vorm van de baan lrecht o f met bochten); 5 . h e t a m e z i g z i j n van w i s s e l s , bruggen of viaducten, rerngeluiden, etc.. A t deze relevante gegevens ontbreken i n d i t plan.
R e s u l t a t e n van h e t , ' a m b t e l i j k o'verleg .,
. .. . . .
,
..
.
,
-
Op de b i j het plan gevoegde tekening i p k m n r . 8043, datum 81-04-16) .. ontbreekt de schaat. . I n oveweging wordt gegeven dm atsnog de invoergegevek en de bereke-; ningsresuttaten i n d i t plan op t e nemen.
B i j de grenswaarden i n de t o e l i c h t i n g wordt toegevoegd d a t h e t etmaalwaarden van de e q u i v a l e n t e g e l u i d s n i v e a u s b e t r e f t . Verder wordt v e w e z e n n a a r h e t g e s t e l d e i n de r e a c t i e op opmerking 4 van h e t Openbaar Lichaam Z.1J.P. Tevens v e r d i e n t h e t F l e v o b e r i c h t 139 van de R.1J.P. de aandacht, waarin met de door de I n s p e c t e u r genoemde gegevens u i t v o e r i g rekening i s gehouden e n een andere onderbouwing i s t e vinden , van de genoemde 50 meter a f s t a n d . De s c h a a l wordt a l s n o g opgenomen op de aangepaste k a a r t .
De Afdeling PZanoZogie van de Nedertandse Spoomegen bericht b i j ' brief d.d. 3 juZi 1981, kenmerk Mr3/488/15496, het votgende; Voorgestetd wordt'.hoofdstuk I (inleiding) van de toelichting aan t e . . vutlen met de votgende s l o t z i n : "Ni overteg m e t de m e e d e Kamer i n 1979 i s i n j&i 1980 het gehete trace' wederom vastgestetd, waarbij het onderhavige t d ongewijzigd ' i s gebZeven met uitzondering van het tracd-gedeette b i j de Holtandse Brug. V i t i s 20 -dicht mogetijk kmgs de wegbrug getegd." 2 . Ten aanzien u r n de o p de. pZankaart met "sgc" aangegeven toe t e stane bebowing voor raitverkeer wordt opgemerkt, dat recente, gexntegreerde :wijkstations ons hebben. geteerd dat n i e t alleen worringen, winke2.s en kantoren,' mar: ook voorzieningen voor recreatie, dienstvertening, sociaat-cuZture.le'of medische voorzieningen, e t c . kunnen worden ge-. projecteerd. W ij verzoekm u . daarom. d e ptanvoorschriften i n bovenge. . noemde zin aan t e vutten. : . . 3. Wij s t e l t e n u voor d e t o e t e stane goothoogte van de hndere b o w e r . ken i n het gebied met de bestemwing raitverkeer t e brengen op 8 meter . G'meter. i n pZaats, van , ' . 1.
'
8
.
.
'
.
.
~. . . . ad 1 . ' .. De v o o r g e s t e l d e s l o t z i n w o r d t . - i n i e t s gewijzigde versie aan de i n l e i d i n g van d e t o e l i c h t i n g toegevoegd: "Na o v e r l e g kt d e Tweede Kamer i n 1979 is i~j u n i J980.de F l e v o l i j n op h e t oude land volgens een gewLjzigd t r a c 6 v a s t g e s t e l d . Bet onderhavige t r a c 6 i s h i e r b i j .ongewijzigd gebleven, met u i t z o n d e r i n g van h e t t r a c 6 g e d e e l t e b i j de Hollandse Brug. D i t i s z o d i c h t ,mogelijk langs de wegbrug gelegd." .. . .
-
. ,
.
.
,
. ,.
ad 2. De v o o r s c h r i f t e n e n db k a a r t worden i n vorengenoemde z i n aangepast.
.
ad 3. Tegen h e t opnemen van $en goothoogte van 8.00 meter i n . p l a a t s van 6.00 meter b e s t a a t geen bezyaar. De k a a r t wordt dienovereenkomstig aangepast.
Resultaten van het ambtelijk overleg
De NederZandse Gasunie t e Groningen bericht b i j b r i e f d . d . 7 juZi 1981, kenmerk TN/ET 81.21 88, he t volgende: Verzocht wordt conform de bijgezeverde routekaart een armduiding voor de i n het plan voorkomende Leiding op t e nemen. Hiertegen bestaat geen bemaar. De kaart wordt dienovereenkomstig aangepast. '
Basisgegevens treinverkeer t e r berekening van de getuidhinder (bron: "Het geluid langs de Almere spoorlijn" Flevobericht ' 1 3 9 RIJP 1978)
-
Aantal passerende draaistellen Materiaal NS 1964 dag 0 7 . 0 0 19.00 9 x 8 rijtuigen 6 x 6 rijtuigen 15 x 4 rijtuigen 47 x 2 rijtuigen
-
uur = = = =
totaal aantal rijtuigen
7 2 . rijtuigen 36 rijtuigen 60 rijtuigen 94 rijtuigen 262 rijtuigen
gemiddelde samenstelling per trein 3 , 4 rijtuigen
262 : 77 =
-
gemiddeld. aantal draaistellen per uur 2 x 262 : 12 44 drstn./rijrichting avond 19.00 - 2 3 . 0 0 uur 4 x 4 rijtuigen = 20 x 2 rijtuigen = totaal aantal rijtuigen
16 rijtuigen 40 rijtuigen 56 rijtuigen
gemiddelde samenstelling per trein 56 : 24 =
.
.
2 , 3 . rijtuigen
gemihdeld aadtal draaistellen per uur. 2 x 56 : 4 = 28 drstn.'/rijrichting nacht 2 3 . 0 0 - 0 7 . 0 0 uur 10 x 2 rijtuigen = gemiddelde samenstelling per trein
'
I
gemiddeld .aantal draaistellen per uur' 2 x 20 : 8 = S,drstn./rijrichting
I I
- Snelheid binnen de kern maximaal 7 5 km/h -
20 rijtuigen 2 rijtuigen
Hoogteligging sporen : 4 ' 2 5 meter boven maaiveld
,
voorschriften
~
. .
.
.
VOORSCHRIFTEN; behorende bij .hetplan tot regeling der bebouwing en'derbestehing van gronden ex artikel 1 1 ' van de 'wetopenbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolderb" voor het gebied "Flevolijn I"
Artiket I
I
BegripsbepaZingen
In deze voorschriften wordt ver,staan onder: I . h e t plan het plan tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden ex artikel 1 1 van de Wet openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders" en vervat in de gewaamerkte kaart en voorschriften.
(voor zover en zolang de gemeentelijke indeling voor de in het plan vervatte gronden nog niet heeft plaatsgevonden:) 2a. de gemeente het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders".
2b. burgerneester e n wethouders de landdrost van het openbaar lichaam "Zuidelijke IJsselmeerpolders", gehoord het ~agelijksAdviesrollege. 2c. de gemeenteraad de landdros-t.van het openbaar li-am "Zuidelijke IJsselmeerpolders", in overeenstming met de ~dviesraah. 3. bota~werk
.. . . . . . .
.
~
..
elkecons-tructievan enige omvang, van hout, steen, metkal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct lietzij indirect steun vindt in of op de grond. 4. g e b o w
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijk overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 5. m d e r ljouwwerk . .~ een bou&rk, geen gebouw zijnde. 6. p e i t a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan een veg grenst: de kruin van de ueg; b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan een weg grenst: de hoogte van het terrein na het bouwrijpmaken daarvan
7 . woning een (gedeelte van een) gebouw dat geschikt is en dient voor de huisvesting van een zelfstandige huishouding. 8. winke 2 (geboza~l
een (gedeelte van een) gebouw dat geschikt is en dient voor detailhandel.
Artike2 2
W i j z e van meten
Bij toepassing van deze voorschriften gelden de volgende bepalingen: a. het grondoppervlak van een bouwwerk wordt buitenwerks gemeten; b. de inhoud van een bouwwerk wordt buitenwerks en boven peil gemeten; c. de bouwhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan het hoogste punt; d. de goot- of boeiboordhoogte van een bouwwerk wordt gemeten vanaf het peil tot aan de snijlijn van gevelvlak en dakvlak, met dien verstande dat: - bij bouwwerken, waarop 66n of meer dakkapellen over meer dan 50% van de dakbreedte en binnen 1.00 m uit de betreffende gevel aanwezig zijn, de genoemde hoogte wordt gemeten vanaf het peil tot aan de snijlijn van he t gevelvlak en het dakvlak van de dakkapel (len) ; - bij bouwwerken, die geen gebouwen zijn en die niet zijn voorzien van een aanwijsbaar dakvlak, de genoemde hoogte wordt gemeten overeenkonstig de bouwhoogte; e. de breedte van een bouwwerk wordt gemeten van en tot de buitenkant van de buitenste zijgevel, dan we1 het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande dat bij niet evenwijdig lopende zijgevels het gemiddelde tussen de grootste en de kleinste breedte wordt gemeten ; f. de afstand tussen een bouwwerk en een zijdelingse perceelgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de percee1.grens gelegen punt van dat bouwwerk en haaks op de perceelsscheiding.
Artike 2 3
' ~ o w m o glei jkheden
1. Een bouwwerk mag uitsluitepd worden gebouwd met inachtneming van: a. de in deze voorschriften of op de kaart uitdrukkelijk aangegeven goot- of boeiboordhoogten of bouwhoogten; b. de op de kaart achter de bestemingsaanduiding in meters aangegeven goot- of boeiboordhoogten of bouwhoogten, voorzover deze hoogten niet uitdrukkelijk in de voorschriften of elders op de kaart zijn aangegeven; c. de uit deze voorschriften,en uit de kaart voortvloeiende bouwgrenzen. I 2 . De in lid I bedoelde bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door: a. topgevels en dakkapellen; b. delen van een bouwwerk die gezamenlijk de bouwhoogte met niet meer dan 10% overschrijden over ten hoogste 20% van het grondoppervlak van dat bouwerk; c, (delen van) bouwwerken, waarvan de grootste horizontale doorsnede niet meer dan 1 m2 bedraagt en die een goot- of boeiboordhoogte of een bouwhoogte overschrijden; d. ondergrondse leidingen; e, gevelbekledingen, gevelversieringen en afvoerkanalen, die een bouwgrens met niet meer dan 0.12 m overschrijden; f. ondergrondse funderingen en ondergrondse bouwwerken, die voorzover zij niet worden aangebracht in gronden die mede voor openbaar toegankelijke verhardingen zijn bestemd, de bouwgrens met niet meer dan 1.00 m overschrijden; g. overstekende daken, overstekende goten, overbouwingen, erkers, balkons, galerijen. luifels, hijsinrichtingen, laadbuizen, stortgoten, stort- en zuigbuizen, die een bouwgrens met niet meer dan 1.50 m overschrijden en die niet lager aangebracht worden dan 4.20 m boven een rijweg en niet lager dan 2.20 m boven andere gronden die mede voor openbaar toegankelijke verhardingen zijn bestemd; h. stoepen en stoeptreden, die niet worden aangebracht in gronden die mede voor openbaar toegankelijke verhardingen zijn bestemd.
Artike Z 4
A Zgemene bouwbepaZingen
1 . De voorzieningen dienen te worden gebouwd met inachtneming van
de op de kaart gegeven bebouwingsvoorschriften
en deze voorschriften.
Voorschriften
De gronden z i j n bestemd voor de ingevolge op de kaart aangegeven bestemmingen (voorschriften) toelaatbare voorzieningen en de ingevolge deze voorschriften toelaatbare voorzieningen.
Voorschriften
I II i
Artike Z 6
Gebrui~sbepaZingen
I. Het is verboden de onbebouwde gronden en bouwwerken binnen het plan te gebruiken, in gebruik te geven of te laten gebruiken op een wijze of voor doeleinden die strijdig zijn met een uit het plan voortvloeiende bestemming, tenzij het betreft: a. het voortzetten van het gebruik dat reeds bij het van kracht worden van het plan daarmee in strijd is; b. het veranderen van het onder a genoemde (strijdige) gebruik in een gebruik dat in mindere mate in strijd is met het ingevolge dit plan toegelaten gebruik; c. het opslaan van goederen, noodzakelijk in verband met het realiseren of het instand houden van een ingevolge dit plan toegelaten gebruik of een bestanddeel daarvan. 2. Onder verboden gebruik als bedoeld in lid 1 wordt in elk keval verstaan: het gebruiken van de anbebawde gronden als uitstallingsplaats, opslagplaats of standplaats voor toer- of stacaravans, voonwagens en tenthuisjes, tenzij het een gebruik dat als zodanig uitdrukkelijk in de voorschriften (bestemming) is toegestaan of het ESn toercaravan op de grond bij een woning betreft; 3 . Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1 indien strikte toepassing van het verbod leidt tot een
beperking van het meest do'elmatige gebruik die niet door dringende redenen gerechtvaardigd wordt.
Voorschriften
Artiket 7
OvergangsbepaZingen t e n aanzien van h e t bomen
Bouwwerken d i e h e t z i j met ingang van de dag van t e r v i s i e l e g g i n g van h e t ontwerp van h e t p l a n r e e d s b e s t a a n , h e t z i j i n u i t v o e r i n g z i j n of gebouwd mogen worden k r a c h t e n s een verleende of nog t e v e r l e n e n bouwvergunning e n d i e afwijken van h e t p l a n , mogen: a . g e d e e l t e l i j k worden vernieuwd of veranderd, en met t e n hoogste IOZ van de inhoud worden u i t g e b r e i d ; b. geheel worden vernieuwd, zo nodig met o v e r s c h r i j d i n g van de bebouwingsgrenzen, i n d i e n z i j z i j n verwoest door e e n . c a l a m i t e i t , m i t s de behoudens een e v e n t u e l e afwijkingen t e n o p z i c h t e van h e t p l a n u i t b r e i d i n g van t e n hoogste I O X van de inhoud n i e t worden v e r g r o o t en de bouwvergunning binnen d r i e j a a r na h e t t e n i e t g a a n z a l z i j n aangevraagd; een e n ander behoudens o n t e i g e n i n g overeenkomstig de wet.
-
ArtikeZ 8
-
Strafbaarheid van overtredingen
Het o v e r t r e d e n van h e t bepaalde i n a r t i k e l 6 l i d I i s een s t r a f b a a r f e i t i n - d e z i n van a r t i k e l 59 van de Wet op de R u i m t e l i j k e Ordening.
ArtikeZ 9
SZotbepating
D i t pIan kan worden aangehaald onder de n a a m " F l e v 0 l i j n I".
Aldua v a s t g e s t e l d door de D i r e c t e u r van de R i j k s d i e n s t voor de I J s s e l m e e r p o l d e r d.d.
de D i r e c t e u r
Goedgekeurd door de M i n i s t e r van Verkeer en W a t e r s t a a t d.d.
de M i n i s t e r