TPB - 3741 'l V ) O i's* W V-J *....' 5 Ë
=a''
2 8 OKI 2009 Niet te registreren j Dee.a. inspecïaurwn,,'
Nummer J ^ °? * Rep. s 2 0 0 9 / 8 W Z i t t i n g van
Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, 3e KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen %
21 oktober 2009 In zake
2008/AR/3216
Eindarrest MEESTER PAUL VAN ROMPAEY, advocaat te 2260 Westerlo, Zandberg 19, in zijn hoedanigheid van curator over het faillissement BVBA DECO TECHNOLOGY ENGINEERING CONSULTANCY, met zetel te 2321 Hoogstraten, Brusselstraat 31, KBO-nummer 0877.567.116, aangesteld bij vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Turnhout dd. 15 mei 2 007;
A P P E L L A N T tegen een beschikking van de Beslagrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg te Turnhout dd. 4 november 2008; m
persoon;
tegen N.V. DECO PRINT, met maatschappelijke zetel te 2321 Meer/Hoogstraten, Brusselstraat 31, KBOnummer 0452.3 81.868;
G E I N T I M E E R D E
vertegenwoordigd door Meester B. Backx loco Meester H. Declerck, advocaat te 23 00 Turnhout, Kasteelplein 6;
2008/AR/3216
De wettelijk vereiste processtukken zijn in behoorlijke vorm overgelegd, onder meer de bestreden beschikking, waarvan geen akte van betekening wordt overgelegd, alsook het verzoekschrift neergelegd ter griffie van dit Hof op 3 0 december 2008, waarmee een naar vorm en termijn regelmatig hoger beroep werd ingesteld.
1. Wat
voorafgaat:
Volgens de curator qq. is er in het actief van het faillissement slechts 15,21 EUR gerealiseerd. Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Turnhout van 16 oktober 2007 verkreeg appellant qq. veroordeling lastens huidige geïntimeerde tot het ten laste nemen van het volledige passief van de gefailleerde vennootschap, als volgt: - huidige geïntimeerde is hoofdelijk borg verklaard voor alle verbintenissen van de gefailleerde vennootschap BVBA DECO TECHNOLOGY ENGINEERING CONSULTANCY, huidige geïntimeerde, in het beschikkend gedeelte van het vonnis aangeduid als BVBA DECO PRINT, is veroordeeld tot het betalen aan huidige appellant van 34.159,06 EUR ten provisionele titel, te vermeerderen met de gerechtelijke intresten aan de wettelijke rentevoet vanaf 4 juli 2007 tot de dag der definitieve betaling. Het overige van de vordering is naar de bijzondere rol verzonden en de kosten zijn voorbehouden. Voorlopige tenuitvoerlegging van dit vonnis is toegestaan. Blijkens een tweede PV van verificatie van schuldvorderingen van 23 oktober 2007 liep de totaliteit van de aanvaarde schuldvorderingen op tot 100.147,89 EUR, terwijl de totaliteit van de ingediende schuldvorderingen oploopt tot 1.095.605,13 EUR en de curator behoudens een schuldvordering van de NV SADECO geen aanleiding ziet tot ernstige betwisting van de overige vorderingen . Krachtens een machtigingsbeschikking van de beslagrechter te Turnhout van 5 maart 2008, die mee is betekend, liet appellant q.q. op 26 maart 2008 bewarend beslag op onroerend goed leggen lastens geïntimeerde, met name op:
2008/AR/3216
gemeente Hoogstraten, derde afdeling/Meer: een magazijn, gelegen te Hoogstraten, ter plaatse gekend Brusselstraat 31, kadastraal sectie F perceelnummer 570 E, groot 96a59ca. Dit beslag is overgeschreven te Turnhout eerste hypotheekkantoor op 31 maart 2 008 onder het nummer 76-T-31/03/2008-03480.V Met haar inleidende dagvaarding van 4 april 2008 deed geïntimeerde derdenverzet tegen de machtigingsbeschikking van 5 maart 2008 (inzake 08/434/B), en vroeg daarvan de intrekking, deed verzet tegen het beslag van 26 maart 2008, waarvan zij de opheffing vroeg. Verder vorderde zij ook de veroordeling lastens appellant qq. tot betalen van een schadevergoeding wegens tergend en roekeloos beslag van 5.000 EUR, meer gerechtelijke intresten en de kosten van de procedure. Appellant q.q. besloot tot de afwijzing van die vordering. Met de bestreden beschikking heeft de eerste rechter het derdenverzet gegrond verklaard en de machtigingsbeschikking van 8 maart 2008 ingetrokken, appellant q.q. veroordeeld tot de opheffing van het bewarend onroerend beslag van 26 maart 2008 binnen de 48 uur na betekening van zijn beschikking, gezegd voor recht dat bij gebrek aan vrijwillige uitvoering, deze beschikking zelf als opheffing van het beslag geldt, en appellant q.q. veroordeeld om binnen de 8 dagen na betekening van het vonnis het nodige te doen voor de doorhaling van het beslag ter griffie van de beslagrechter, en appellant q.q. veroordeeld tot de kosten van het geding. Geintimeerde is afgewezen van haar vordering tot schadevergoeding.
2. De vorderingen
in
beroev:
Het hoger beroep strekt ertoe, bij hervorming van de bestreden beschikking, de oorspronkelijke vordering van geintimeerde integraal ongegrond te horen verklaren. Geintimeerde besluit tot de ongegrondheid van het hoger beroep en stelt bij conclusies neergelegd op 26 februari 2009 incidenteel beroep in dat ertoe strekt haar oorspronkelijke vordering tot schadevergoeding wegens tergend en roekeloos beslag te horen inwilligen.
2008/AR/3216
Zij vordert de veroordeling van appellant qq. tot de kosten van het hoger beroep. Appellant qq. besluit incidenteel beroep.
3.
tot de afwijzing van dit
Beoordeling:
3.1. Over de eis van art. 1415 Ger.W.: Op het moment van het beslag: was reeds precair geoordeeld over de principiële gehoudenheid van geintimeerde tot de totale omvang van het passief van de gefailleerde vennootschap bij toepassing van art. 213 § 2 Venn.W., - beschikte appellant q.q. alvast over een uitvoerbaarverklaarde titel tot beloop van een provisioneel bedrag van 34.159,06 EUR, conform het aanvaarde bedrag van schuldvorderingen in een eerste Proces-Verbaal van verificatie, terwijl alsdan niet was aangetoond dat het bedrag van 53.867,84 EUR eveneens verbintenissen van de vennootschap uitmaken , lag vervolgens reeds een aanvullend procesverbaal van verificatie van vorderingen van 26 februari 2008 voor waaruit gebleken was dat de totaliteit van de aanvaarde vorderingen in het faillissement alvast opliep tot 101.976,53 EUR. Aldus stond uit het geheel van alsdan overliggende elementen vast dat de vordering van appellant q<3- op geintimeerde minstens 101.976,53 EUR beliep. Inmiddels is - bij een vijfde PV van verificatie van schuldvorderingen van 21 oktober 2008, het bevoorrecht passief vastgesteld op 84.862,89 EUR en het gewoon passief op 62.043,34 EUR, terwijl schuldvorderingen voor 956.576,51 EUR betwist blijven, - bij arrest van 18 december 2008, het hoger beroep dat geintimeerde had ingesteld tegen het bodemvonnis van 16 oktober 2007 ongegrond verklaard, het incidenteel beroep gegrond verklaard en in het beschikkend gedeelte van het bestreden vonnis de woorden "BVBA DECO PRINT" vervangen door "NV DECO PRINT",
2008/AR/3216
terwijl in de overwegingen van het arrest van 20 november 2008 met verwijzing naar het meest recente PV van verificatie van schuldvorderingen werd aangenomen dat het passief, onder voorbehoud van de (ernstig betwiste) vordering van SADECO voor 924.000 EUR, kan worden geraamd op ongeveer 170.000 EUR. Voormeld arrest van 18 december 2008 heeft onder punt 2.4. duidelijk geantwoord op de ook thans door geintimeerde bijgebrachte stukken 1 tot en
met 8 als volgt: wDe inschrijving van de overdrachten door de heren VERVOORT en PAQUAY aan NV DECO PRINT van de aandelen waarvoor zij hadden ingeschreven brengt mee dat zij vanaf die datum tegenover de vennootschap geen vennoten meer waren en dat er, ten aanzien van de vennootschap, nog slechts een vennoot was, nl. NV DECO PRINT. De vraag op welke datum de overdragende en de overnemende vennoten hun overeenkomsten opstelden heeft daarop geen invloed en de voorgebrachte overeenkomsten hebben overigens geen vaste datum. Ook het feit dat de overnameprijs in december 2006 werd betaald beïnvloedt de rechtsgevolgen van de inschrijving in het aandelenregister niet. De door NV DECO PRINT voorgebrachte stukken betreffende de onderlinge relaties tussen de overdragers en de overnemer tasten daarom de vaststelling niet aan dat, tegenover de vennootschap, NV DECO PRINT sedert 23.11.2005 de enige aandeelhouder van de BVBA DECO TECHNOLOGY ENGINEERING CONSULTANCY was. Ook de vaststelling dat de heren VERVOORT en PAQUAY in dienst waren van BVBA DECO TECHNOLOGY ENGINEERING CONSULTANCY en er de functie van zaakvoerder bekleedden tot december 2006 maakt de rechtsgevolgen van de inschrijving van de aandelenoverdrachten op 23.11.2005 niet ongedaan . ". Het Hof, recht doende als beslagrechter in hoger beroep, heeft hier enkel vast te stellen dat de bodemrechter die stukken van geintimeerde reeds heeft beoordeeld.
030 2008/AR/3216
Dat dit arrest niet definitief is, en de cassatietermijn nog niet zou zijn verstreken, neemt niets weg aan het gewijsde van dit arrest, waardoor de beslagrechter (in beroep) gebonden is, zodat naar beslagnormen de vordering van appellant qq. tot beloop van het reeds toegekende als zeker, vaststaand en opeisbaar moet worden aangezien, en dit tot beloop van 101.976,53 EUR provisioneel . Niet aannemelijk wordt voorziening in cassatie ernstige kans op slagen niet aangetoond dat het dit bevestigde zou zijn
informatie en omwille curator zelf essentiële
hier gemaakt dat enige - alsnog niet ingesteld maakt, en alleszins wordt vonnis en het arrest dat bekomen door " o n v o l l e d i g e
van het gegeven dat de informatie had onthouden
aan de rechtbank", zoals geintimeerde nu beweert, immers zowel het vonnis als het arrest ten gronde zijn geveld op tegenspraak. Bij vonnis van 15 september 2009 van de rechtbank van koophandel te Turnhout is vervolgens bovendien een veroordeling uitgesproken lastens geintimeerde om aan appellant q.q. een bijkomend bedrag van 112.747,17 EUR provisioneel te betalen, meer de gerechtelijke intresten aan de normale wettelijke intrestvoet, actueel 5,5 % vanaf 04.07.2007 tot de dag der algehele betaling, en is reeds principieel gezegd voor recht dat de kosten van de faillissementsafwikkeling eveneens ten laste komen van geintimeerde, terwijl er alsnog geen provisionele vaststelling van de faillissementskosten kon worden gedaan bij gebrek aan advies van de rechter-commissaris. De voorlopige tenuitvoerlegging van dit vonnis is toegestaan. 3.2. Over de eis van art. 1413 Ger.W.: Bewarend beslag kan slechts gelegd worden als er sprake is van hoogdringendheid, en het is juist, zoals de eerste rechter stelde, dat het beslag niet kan aangewend worden als een louter pressiemiddel, zodat een zelfs onbetwistbare vordering op zijn debiteur nog geen ingrijpende maatregel als een beslag kan wettigen. Het art. 1413 Ger.W. stelt als bijkomende eis dat de solvabiliteit van de debiteur in het gedrang komt, zodat er gevaar is voor latere uitwinning.
030 2008/AR/3216
Deze urgentie moet bestaan niet alleen op het tijdstip waarop het beslag wordt gelegd, maar ook op het ogenblik waarop de beslagrechter over de handhaving van het beslag moet oordelen (zie E. DIRIX en K. Broeckx, Beslag, APR, 2001, nr. 427). Waar de bewijslast van de urgentie bij het leggen van het bewarend beslag principieel ligt bij de beslaglegger, mag in een, verzetsprocedure tegen een dergelijk beslag van' de beslagene verwacht worden dat deze bijdraagt aan de bewijslast, door aan te tonen dat er geen gevaar voor zijn solvabiliteit bestaat. De curator wijst er hier terecht op dat in het faillissement slechts een actief is gerealiseerd van 15,21 EUR, - blijkens het aandeelhoudersregister van de gefailleerde vennootschap geïntimeerde sedert 23 november 2005 100 % aandeelhouder is van de gefailleerde vennootschap, - de enkele betaling van 34.159,06 EUR niet vermag te veronderstellen dat er geen gevaar bestaat voor het voldoen van het saldo van diens schuldvordering, de bestuurders van de gefailleerde vennootschap eveneens de bestuurders zijn van geïntimeerde, en dezen bij de feitelijke liquidatie van de gefailleerde dermate drastisch te werk zijn gegaan, derwijze dat alle activa uit de gefailleerde vennootschap verdween, zonder dat bij deze feitelijke vereffening de daarop van toepassing zijnde wettelijke regels zijn nageleefd en de schuldeisers buitenspel gezet werden, terwijl er - volgens de bewoordingen van het arrest van 20 november 2008 tot terugbrenging van de datum van staking van betaling wel aanzuivering gebeurde van de rekeningcourant van de zaakvoerder, en er betalingen zijn uitgevoerd aan de bank waarvoor borgstellingen waren verleend, alsook betalingen aan NV DECOPRINT, waarvan de zaakvoerder van de gefailleerde eveneens zaakvoerder is (zie ook de motivering van het arrest van 20 november 2008 inzake 2007/AR/2968 - stuk 3 van het dossier van appellant q q ) , - gezien wat voorafgaat, de vrees voor ontdraging en/of bijkomende belasting van het onroerend vermogen reëel is.
2008/AR/3216
Uit het overgelegde getuigschrift van het eerste hypotheekkantoor te Turnhout blijkt verder dat het beslagen onroerend goed reeds gehypothekeerd is tot zekerheid van een vordering van CV CERA te Leuven voor 9.400.000 BEF (lees: 233.019,91 EUR) in hoofdsom, en van twee vorderingen van NV KREDIETBANK te Antwerpen voor 11.000.000 BEF (lees: 272.682,88 EUR) jen voor 9.000.000 BEF (lees: 223.104,17 EUR). " Het loutere gegeven dat geintimeerde er wel in geslaagd is om een bedrag van 34.159,06 EUR te kantonneren, en uiteindelijk te betalen, vormt op zich geen afdoende zekerheid voor het voldoen van de inmiddels reeds vaststaande schuldenlast opzichtens het faillissement, en volstaat allerminst om de vrees van de curator qq. weg te nemen. Wel moet het beslag reeds betaalde.
verminderd
worden met
het
3.3 Over enige schadevergoeding: Gelet op wat hier voorafgaat, is het beslag niet als tergend en roekeloos te beschouwen, zodat er van enige schadevergoeding geen sprake kan zijn. De curator heeft, anders dan wat geintimeerde wil doen uitschijnen, als bewaker van de belangen van alle schuldeisers, blijk gegeven van diligent optreden. Het incidenteel beroep is dan ook ongegrond. De bestreden beschikking is dan ook te hervormen, zoals volgt. OM DIE REDENEN: HET HOF, na beraad, Recht sprekend op tegenspraak; Gelet op artikel 24 van de wet van 15 juni 1935; Verklaart het hoger beroep ontvankelijk.
beroep
en
het
incidenteel
Verklaart het hoger beroep gegrond, als volgt, en het incidenteel beroep ongegrond.
2008/AR/3216
Hervormt dienvolgens de bestreden beschikking, inzover deze het derdenverzet tegen de machtigingsbeschikking en het verzet tegen het beslag inwilligde. Opnieuw recht doende verklaart en het verzet ongegrond.
het
derdenverzet
r'
Zegt dat de machtigingsbeschikking en het beslag geldig blijft. Veroordeelt geintimeerde tot het betalen van de gedingkosten, langs de zijde van appellant qq. begroot op: rolrecht 186 EUR. Aldus gedaan en uitgesproken in openbare terechtzitting van : EENENTWINTIG OKTOBER TWEEDUIZENDENNEGEN waar aanwezig waren J.M. WETSELS M. VAN ROMPAY D. VAN OVERLOOP N. VAN DE VIJVER
Voorzitter Raadsheer Raadsheer Griffier
N. VAN DE VIJVER
D. VAN OVERLOOP
M. VAN ROMPAY
J.M. WETSELS